NL7907485A - Warmtewisselaar met gefluidiseerd bed. - Google Patents
Warmtewisselaar met gefluidiseerd bed. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7907485A NL7907485A NL7907485A NL7907485A NL7907485A NL 7907485 A NL7907485 A NL 7907485A NL 7907485 A NL7907485 A NL 7907485A NL 7907485 A NL7907485 A NL 7907485A NL 7907485 A NL7907485 A NL 7907485A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- bed
- pipes
- heat exchanger
- steam drum
- water
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F22—STEAM GENERATION
- F22B—METHODS OF STEAM GENERATION; STEAM BOILERS
- F22B31/00—Modifications of boiler construction, or of tube systems, dependent on installation of combustion apparatus; Arrangements of dispositions of combustion apparatus
- F22B31/0007—Modifications of boiler construction, or of tube systems, dependent on installation of combustion apparatus; Arrangements of dispositions of combustion apparatus with combustion in a fluidized bed
- F22B31/0015—Modifications of boiler construction, or of tube systems, dependent on installation of combustion apparatus; Arrangements of dispositions of combustion apparatus with combustion in a fluidized bed for boilers of the water tube type
- F22B31/003—Modifications of boiler construction, or of tube systems, dependent on installation of combustion apparatus; Arrangements of dispositions of combustion apparatus with combustion in a fluidized bed for boilers of the water tube type with tubes surrounding the bed or with water tube wall partitions
- F22B31/0038—Modifications of boiler construction, or of tube systems, dependent on installation of combustion apparatus; Arrangements of dispositions of combustion apparatus with combustion in a fluidized bed for boilers of the water tube type with tubes surrounding the bed or with water tube wall partitions with tubes in the bed
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Fluidized-Bed Combustion And Resonant Combustion (AREA)
- Heat-Exchange Devices With Radiators And Conduit Assemblies (AREA)
Description
0 Ν/29.296-tM/f.
Warmtewisselaar met gefluidiseerd bed.
De uitvinding heeft betrekking op een warmtewisselaar met gefluidiseerd bed en meer in het bijzonder op een dergelijke warmtewisselaar, waarbij een groot aantal warmtewisselpijpen wordt gebruikt, die elk gedeeltelijk 5 zijn ondergedompeld in het gefluïdiseerde bed.
De toepassing van een gefluidiseerd bed is lang erkend als een aantrekkelijk middel om warmte op te wekken. Bij deze uitvoeringen wordt lucht gestuurd door een bed van deeltjesmateriaal, dat bestaat uit een mengsel 10 van inert materiaal, brandstof, zoals bitumineuze kool met een hoog zwavelgehalte en gewoonlijk absorberend materiaal voor de zwavel, die vrijkomt als gevolg van de verbranding van de kool. Als gevolg van de door het bed stromende lucht wordt het bed gefluidiseerd, waardoor de verbranding van 15 de brandstof wordt bevorderd. Een dergelijke inrichting heeft vele basisvoordelen, zoals een betrekkelijk hoge warmte-overdracht, een althans nagenoeg gelijkmatige bed-temperatuur,. verbranding bij betrekkelijk lage temperaturen, gemakkelijke hantering van de brandstof, vermindering van de 20 corrosie en ketelvervuiling en vermindering van de ketel-afmeting.
Wanneer een gefluidiseerd bed van het bovengenoemde type wordt gebruikt voor het uitwisselen van warmte zoals in een stoomgenerator of ketel worden een aantal 25 warmtewisselpijpen normaal toegepast om water in warmte- wisseling met het gefluïdiseerde bed te laten stromen. Bij de meeste uitvoeringen zijn de buizen aangebracht volgens een spiraal, waarbij het grootste deel van de p.jplengte zich horizontaal uitstrekt, dus evenwijdig aan het boven-30 oppervlak van het bed. Dit type constructie leidt tot een minder dan optimaal werkrendement, daar bijvoorbeeld pompen nodig zijn om een bevredigende circulatie van het water en de stoom door de horizontale delen van de pijpen te verzekeren. Voor een bepaalde warmte-opbrengst is het moeilijk 35 7907485 * % 2 om een optimaal temperatuurbereik voor de verbranding en/ of andere reactie te handhaven zonder op mechanische wijze de koelfluïdumsnelheid te vergroten of het aantal pijpen te vergroten en natuurlijk het aantal doorgangen door de 5 bedvloer of wanden. Ook is gebleken, dat in het geval van horizontale pijpen waardoorheen een vloeistofdampmengsel gaat op de voorgaande wijze, onregelmatige afkoeling, van het binnenvlak van de pijp optreedt, waardoor hete plekken ontstaan en de pijpen voortijdig bezwijken. Bij toepas-10 sing van horizontale warmtewisselpijpen is het verder moeilijk om de bedtemperatuur op lineaire wijze te regelen.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een warmtewisselaar met gefluïdiseerd bed, dat voer een bepaalde warmte-opbrengst een minimum 15 aantal warmtewisselpijpen nodig heeft om een optimaal temperatuursbereik voor het verbrandingsproces te handhaven.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een warmtewisselaar van het bovengenoemde type, waarbij een kleiner aantal pijpen en een aantal 20 doorgangen door de bedvloer of wanden nodig is in verge lijking met een normale warmtewisselaar met horizontale pijpen voor een bepaalde warmte-opbrengst.
Een verder doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een warmtewisselaar van het 25 bovengenoemde type, waarbij een gelijkmatige afkoeling van de binnenwanden van de pijpen wordt verkregen om het optreden van hete plekken en voortijdig bezwijken van de pijpen te. verhinderen.
Een verder doel van de onderhavige uitvin-30 ding is het verschaffen van een warmtewisselaar van het bovengenoemde type, waarbij geen circulatiepompen nodig zijn en het ook niet nodig is de koelfluïdumsnelheid mechanisch te verhogen om een gegeven warmte-opbrengst voor een bepaald aantal pijpen te verkrijgen.
35 Voor het bereiken van deze en andere doelen omvat het systeem volgens de onderhavige uitvinding een 7907485 * ·* 3 warmtewisselaar, waarbij ten minste één bed van deeltjesmateriaal met brandstof is aangebracht in een huis en lucht wordt gestuurd door het bed om het materiaal te fluïdiseren en de verbranding van de brandstof te bevorderen. Een rij 5 pijpen is aangebracht, die aan één eind is verbonden met de stoomtrommel en die gaat door het gefluïdiseerde bed.
De ondergedompelde pijpdelen strekken zich volgens een hoek met het bovenvlak van het bed uit en zijn aan hun andere einden verbonden met de stoomtrommel om water te laten pas-10 seren uit de stoomtrommel uit het bed en terug naar de stoomtrommel om de warmte uit het gefluïdiseerde bed over te brengen op het water.
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin de uitvoeringsvormen 15 van de uitvinding zijn afgeheeld.
Fig. 1 is een schematische dwarsdoorsnede van de warmtewisselaar volgens de uitvinding? fig. 2 is een schematische horizontale dwarsdoorsnede van de warmtewisselaar volgens de uitvinding 20 volgens de lijn 2-2 van fig. 1? fig. 3-6 zijn gedeeltelijke afbeeldingen van sommige onderdelen van fig. 1 en tonen andere uitvoeringsvormen voor de ondergedompelde delen van de pijpen.
Speciaal verwijzend nar fig. 1 van de te-25 keningen geeft het verwijzingscijfer 10 in het algemeen de warmtewisselaar met gefluïdiseerd bed volgens de uitvinding aan, die bij wijze van voorbeeld is afgeheeld in de vorm van een stoomgenerator. De generator heeft een buitenvat met een bovenwand of dak 12, een bovenste voor-30 wand 14a, een onderste voorwand 14b, een achterwand 16 en twee zijwanden waarvan er éën is aangegeven door het verwijzingscijfer 18.
Een paar op afstand van elkaar liggende scheidingswanden 20 en 22 strekken zich evenwijdig aan de 35 achterwand 16 tussen de zijwanden 18 uit en vormen kamers 24 en 26. Een horizontale luchtverdeelplaat 28 strekt zich 7907485 ♦ * 4 uit tussen de scheidingswand 22 en de achterwand 16, tussen de twee zijwanden 18 bij het onderste deel van elke kamer 24 en 26, en op een afstand van de vloer van het vat om luchtverdeelkamers 30 en 32 te vormen. Twee bedden van 5 deeltjesmateriaal, die in het algemeen zijn aangegeven met het verwijzingscijfer 34 en 36 zijn aangebracht in de kamers 24 en 26 en worden ondersteund door de plaat 28.
Elk bed van deeltjesmateriaal omvat een mengsel van fijngemalen kool en inert, materiaal, zoals in de handel ver-10 krijgbaar hematiet-ijzererts. Ook kan fijne kalksteen of dolomiet worden opgenomen als absorberend middel voor de zwavel, die vrijkomt tijdens de verbranding van de brandstof.
Zoals beter in fig. 2 is afgeheeld, zijn 15 ·twee koolspreid- en toevoerinrichtingen 38 en 40 gemon teerd op een zijwand 18 om het mengsel van brandstof en kalksteen toe te voeren aan de bedden 34 en 36, terwijl de kalksteentoevoerpijp 42 is gemonteerd in de wand 16 om de kalksteen aan het bed 34 toe te voeren en een kalksteen-20 toevoerpijp 44 is gemonteerd door de laatste zijwand 18 om kalksteen toe te voeren aan het bed 36. Een afvoer 46 is aangebracht voor elk bed 34 en 36 en Strekt zich uit door de plaat 28 om het afgewerkte deeltjesmateriaal te kunnen afvoeren uit het bed, zoals in detail later wordt 25 beschreven.
Zoals ook in fig. 2 is afgeheeld, is elke wand 16,18, 20 en 22 gevormd door een aantal pijpen met twee zich in de langsrichting uitstekende vinnen, die zijn verbonden aan·diametraal tegenovergestelde delen 30 daarvan, waarhij de vinnen van aangrenzende pijpen op elkaar zijn gelast om een gasdichte constructie te krijgen. Verder strekt zich een buitenste laag van isolatiemateriaal 48 rondom de buisvormige achterwand 16 en de zijwanden 18 uit en vormt deze ook het dak 12 en de bovenste 35 en onderste voorwand 14a en 14b van het vat.
Wéér verwijzend naar fig. .1 zijn twee 790 7 4 85 * -♦ 5 luchtverdeelleidingen 5Q en 52 onmiddellijk onder de luchtverdeelkamer 30. en 32 aangebracht om lucht toe te voeren aan de kamers en te verdelen over de bedden 34 en 36.
De lucht stroomt door de leidingen 50 en 52 onder de rege-5 ling van kleppen 54 en 55 in de leidingen en daarna omhoog door de kamers 30 en 32 en de plaat 28 om de bedden 34 en 36 te fluïdiseren en de verbranding van de deeltjesvormige brandstof te bevorderen. Nadat de lucht door de bedden 34 en 36 is gepasseerd en deel heeft genomen aan de verbran-10 dingsreacties, combineert de lucht zich met de gasvormige verbrandingsprodukten en stroomt deze uit de kamers 24 en 26 op een wijze, die in detail later wordt beschreven.
Een water/stoomcirculatiesysteem is aangebracht tussen de scheidingswand 22 en de bovenste voorwand 14a en omvat 15 een bovenste stoomtrommel 56 en een onderste water- of moddertrommel 58. Een ketelgroep 60 is ook aangebracht en bestaat uit een aantal op afstand van elkaar geplaatste pijpen, die de stoomtrommel 56 en de watertrommel 58 verbinden. De stoomtrommel 56 is ondersteund door een uit-20 wendige steunconstructie (niet afgebeeld) en de water-trommel 58 is ondersteund door de stoomtrommel via de ketelgroep 60.
Twee paar valpijpen 62 en 64 strekken zich omlaag uit vanaf de stoomtrommel, waarbij ëën val-25 Pij? van elk paar is afgebeeld in fig. 1. De valpijp 62 is verbonden met een rij horizontale toevoerpijpen 65 en 66 aan het onderste deel van het vat, waarbij ëën toevoer-pijp van elke rij is afgebeeld in fig. 1. De toevoerpijpen 65 zijn verbonden met een horizontaal verdeelstuk 68 30 en een horizontaal verdeelstuk 70, die op hun beurt zijn verbonden met de ondereinden van de pijpen, die de scheidingswand 22 en ëën van de zijwanden 18 vormen. Op soortgelijke wijze zijn de toevoerpijpen 66 verbonden met een horizontaal verdeelstuk 72, dat is verbonden met de on-35 dereinden van de pijpen, die de scheidingswand 20 vormen.
De valpijpe&^zijn verbonden met een rij toevoerpijpen 74 79074 85 6 en 7.ê\, waarvan er telkens één is afgebeeld in fig. 1 , waarbij de toevoerpijpen 74 zijn verbonden met een verdeelstuk 77/ dat op zijn beurt is verbonden met de ondereinden van de pijpen/ die de achterwand 16 vormen· Hoewel niet duide— 5 lijk uit de tekening/· zal het duidelijk zijn, dat de toevoerpijpen 76 zijn verbonden met een verdeelstuk (niet afgebeeld) , dat in verbinding staat met de ondereinden van de pijpen, die de andere zijwand 18 vormen.
Een bovenste verdeelstuk 78, dat bij het 10 dak 12 ligt, is verbonden met de boveneinden van de pijpen, die de zijwand 18 in fig. 1 vormen voor het opnemen van het fluïdum daaruit. Een aantal stijgpijpen 79 is verbonden tussen het verdeelstuk 78 en de stoomtrommel 56 om het fluïdum terug te laten stromen in de stoomtrommel. Het 15 zal duidelijk zijn, dat een ander verdeelstuk, zoals het verdeelstuk 78, is verbonden met de pijpen, die de andere zijwand 18 vormen en via aanvullende pijpen is verbonden met de stoomtrommel 56.
Weer verwijzend naar fig. 1, zijn de bo-20 venste delen van de pijpen, die de wanden 16, 20 en 22 vormen in een horizontale vorm gebogen, zoals is afgebeeld en verbonden met de stoomtrommel 56 om het stromingscircuit te voltooien. In dit verband wordt opgemerkt, dat de van vinnen voorziene delen van de pijpen, die de wanden 20 en 25 22 vormen, eindigen in punten, die zijn aangegeven met de verwijzingscijfers 20a en 22a, maar dat de pijpen, die deze wanden vormen omhoog doorlopen en zijn omgebogen voor verbinding met de stoomtrommel 56, zoals is afgebeeld. Dientengevolge kunnen de lucht en gasvormige verbrandingspro-30 duktaiuit de bedden 34 en 36 passeren door de ruimten, die aldus zijn gevormd, tussen de bovenste delen van de pijpen, die de wanden 20 en 22 vormen, terwijl ze uit de kamers 24 en 26 stromen, zoals later in detail zal worden beschreven.
35 Een aanvullend circuit voor de passage yan water en stoom is gevormd door twee rijen bedpijpen 80 790 7485 7 en 82, die aan hun ondereinden zijn verbonden met de ver-deelstukken 77 en 72 en die althans nagenoeg vertikaal omhoog lopen door de luchtverdeelkamer 30 en 32 naar de onderste delen van de bedden 34 en 36. De bedpijpen 80 en 5 82 zijn dan volgens een hoek met het bovenvlak van de bed den 34 en 36 gebogen en strekken zich schuin over de bedden uit, waarbij ze weer gebogen zijn zodat ze zich vertikaal omhoog uitstrekken door de rest van de kamers 24 en 26, voordat ze weer in horizontale vorm zijn gebogen voor ver-10 binding met de stoomtrommel 56.
Een gasuitlaat 90 is aangebracht in de bovenste voorwand 14a voor de afvoer van de lucht en gasvormige verbrandingsprodukten uit de kamers 24 en 26.
Bij het stromen uit de laatste kamers passeren de lucht en 15 gasvormige verbrandingsprodukten over de ketelgroep 60 om warmte af te geven aan het water en de stoom in pijpen, die de ketelgroeo vormen, zoals in detail later zal worden beschreven. Een stoomuitlaat 92 is gevormd in de stoomtrommel 56 om de stoom aan een andere eenheid toe te voeren, 20 zoals een stoomturbine of dergelijke.
In bedrijf wordt de deeltjesvormige brandstof in de bedden 34 en 36 ontstoken door ontstekers of dergelijke (niet afgeheeld), die zijn aangebracht in de bedden en bij voorkeur in een ontstekingszone aan de einden 25 van de bedden. Lucht wordt gestuurd door de luchtleidingen 50 en 52 onder regeling van de kleppen 54 en naar de lucht-verdeelkamers 30 en 32 om omhoog te stromen door de plaat 28 in de bedden 34 en 36. Hierdoor wordt het deeltjesvor-mige hedmateriaal gefluidiseerd en de verbranding van de 30 brandstof bevorderd, waarna de luchtovermaat zich combineert met de gasvormige verbrandingsprodukten van de brandstof en omhoog stroomt in de bovenste delen van de kamers 24 en 26 alvorens uit de kamer te stromen en te passeren over de ketelgroep 60 alvorens via de uitlaat 90 uit het 35 vat weg te stromen.
Water circuleert uit de stoomtrommel 7907485 8
Φ V
56 door de ketelgroep 60 in de watertrommel 58 en uit de valpijpen 62 en 64 naar de bedpijpen 80 en 82 en de pijpen/ die de wanden 16/ 18, 20 en 22 vormen, zoals boven beschreven is. De hete lucht en gassen, die passeren over de ke-5 telgroep 60 voeren warmte toe aan het water, dat door de buizen daarvan passeert om een deel om te zetten in stoom, waarbij het water/stoommengsel opstijgt in de pijpen door natuurlijke confectie en terugkeert naar de stoomtrommel 56. Het zal duidelijk zijn, dat de stoomtrommel 56 kan zijn 10 voorzien van afscheiders om de stoom van het water te scheiden voordat de stoom uit de stoomuitlaat 92 treedt. De door de gefluïdiseerde bedden 34 en 36 opgewekte warmte voegt ook warmte toe aan het water, dat door de pijpgroepen 80 en 82 in de kamers 24 en 26 stroomt, speciaal aan die delen 15 daarvan, die zijn ondergedompeld in de gefluïdiseerde bedden 34 en 36. Het gedeelte van het water, dat niet wordt omgezet in stoom, circuleert terug op de voorgaande wijze en aanvullend toevoerwater wordt toegevoerd aan de trommel 56 via een inlaat (niet afgebeeld) om het water aan te vul-20 len, dat is omgezet in stoom.
Fig. 3-6 tonen andere uitvoeringen van de inrichting van de bedpijpen en hun verband met de gefluïdiseerde bedden. Deze andere uitvoeringen worden beschreven in verband met het gefluïdiseerde bed 34 en de daarbij be-25 horende bedpijpen en andere onderdelen, die gelijk zijn aan de onderdelen in de voorgaande uitvoeringsvorm zijn aangegeven met dezelfde verwljzingscijfers.
In de uitvoering van fig. 3 is een rij bedpijpen 94 aangebracht, die zich uitstrekt van een ver-30 deelstuk 95 dat buiten het vat in de nabijheid van de achterwand 16 ligt. De pijpen 94 strekken zich uit door de wand 16 en schuin door het bed 34 alvorens ze omhoog buigen in vertikale richting, zoals is afgebeeld. Overigens is deze uitvoering gelijk aan de voorgaande uitvoering.
35 In de uitvoering van fig. 4 zijn twee rijen bedpijpen 96 en 98 aangebracht en deze strekken zich 790 7485 9 in de vorm van een Y uit, waarbij de ondereinden van de beide pijpenrijen zijn verbonden met een gemeenschappelijk onderste verdeelstuk 100. De bedpijpen 96 omvatten buitenwaarts hellende delen 96b, die zich uitstrekken door het 5 bed 34 en vertikale delen 96c, die zich uitstrekken door de rest van de kamer 24 alvorens over te buigen naar de stoomtroimnel 56. De pijpen 98 zijn op soortgelijke wijze aangebracht en zullen daarom niet verder in detail worden beschreven.
10 Volgens de uitvoering van fig. 5 zijn een eerste en tweede rij bedpijpen 102 en 104 aangebracht 34 in het gefluxdiseerde bed en uitgevoerd in de vorm van een omgekeerde Y. Elke bedpijp 102 omvat een vertikaal deel 102a, dat verbonden is met een verdeelstuk 106, dat 15 onder de plaat 28 ligt, een deel 102b, dat zich uitstrekt door het gefluïdiseerde bed en schuin naar binnen loopt naar het midden van het bed en een bovenste deel 100c, dat zich vertikaal uitstrekt door de rest van de kamer 24 en afbuigt voor verbinding met de stoomtrommel 56. De pijpen 20 104 kunnen op soortgelijke wijze zijn uitgevoerd behalve dat de onderste delen van deze pijpen zijn verbonden met een verdeelstuk 108.
In de uitvoering van fig. 6 heeft een eerste rij bedpijpen 110 schuine delen 110a, die zich 25 uitstrekken van een verdeelstuk 112, dat buiten het vat ligt bij de wand 16, waarbij deze schuine delen zich uitstrekken door de wand en het bed 34. De pijpen 110 hebben vertikale delen 110a, die zich uitstrekken vanaf het bovenste deel van het bed 34 en door de bovenste kamer 24 30 voordat ze zijn gebogen voor verbinding met de stoomtrom mel 56. Een andere rij bedpijpen 114 is verbonden met een yerdeelstuk 116, dat bij de wand 20 ligt en deze pijpen zijn op soortgelijke wijze uitgevoerd als de pijpen 110.
Het zal duidelijk zijn, dat in elk 35 van de uitvoeringen van fig. 3-6 een ander bed, dat soort gelijk is aan het bed 36 van de eerste uitvoering kan wor- 790 74 85
«Γ V
10 den aangebracht naast het bed 34 en bedpijpen kan bevatten, die gelijk zijn aan de bedpijpen, die hierboven in verband met het bed 34 zijn beschreven.
De voordelen van de voorgaande inrich-5 ting zijn talrijk. Bijvoorbeeld verhoogt de aanbrenging van de schuine delen van de bedpijpen 80 en 82 in de gefluï-diseerde bedden 34 en 36 het rendement van de stoomgenerator zo sterk, dat een betrekkelijk hoge warmte-opbrengst kan worden verkregen zonder mechanische vergroting van de 10 koelfluïdumsnelheid. Ook is slechts een betrekkelijk klein aantal pijpen nodig om een gegeven warmte-opbrengst te verkrijgen, waardoor het pijpoppervlak buiten het bed en het aantal doorgangen door de bedvloer wordt verminderd. Tengevolge van de öpstroming van het fluïdum in de schuine 15 delen van de bedpijpen wordt het fluïdum lichter met hoger wordende temperatuur en de verkregen verdeling van stoom en water in de pijpen bevordert een gelijkmatige bevochtiging van de binnenwand van de pijpen, waardoor het optreden van hete plekken en voortijdig bezwijken van de pijpen 20 wordt verhinderd. Verder kan de bedtemperatuur op lineaire wijze worden geregeld door eenvoudig de bedhoogte te veranderen en daardoor de grootte van het koeloppervlak te veranderen. Verder zijn geen circulatiepompen nodig om het fluïdum door de bedpijpen te sturen tengevolge van de na-25 tuurlijke circulatie, die het resultaat is van de schuine pijpuitvoering.
Het zal duidelijk zijn, dat de onderhavige uitvinding alleen in verband met een stoomgenerator is beschreven bij wijze van voorbeeld en kan worden toege-30 past in andere gevallen, die in overeenstemming zijn met het voorgaande.
790 74 85
Claims (12)
1. Warmtewisselaar, gekenmerkt door een huis, middelen, die ten minste één bed van deel-tjesmateriaal met brandstof in het huis vormen, middelen om lucht door het bed te sturen, ten einde het materiaal 5 te fluïdiseren en de verbranding van de brandstof te bevorderen, een stoomtrommel, een rij pijpen, die aan éên eind zijn verbonden met de stoomtrommel, waarbij een deel van de pijpen is ondergedompeld in het bed en de ondergedompelde pijpdelen zich uitstrekken volgens een hoek met 10 het bovenvlak van het bed, en middelen, die de stoomtrommel verbinden met het andere eind van de pijpen om water uit de stoomtrommel door het bed en terug naar de stoom-trommel te laten passeren ten einde warmte uit het gefluï-diseerde bed over te brengen op het water.
2. Warmtewisselaar volgens conclusie • JL, met het kenmerk, dat in het huis een kamer is gevormd, waarbij het bed in het onderste deel van de kamer ligt en de pijpen zich eveneens door het bovenste deel van de kamer uitstrekken.
3. Warmtewisselaar volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat de pijpdelen, die zich door het bovenste deel van de kamer uitstrekken, althans nagenoeg vertikaal zijn.
4. Warmtewisselaar volgens conclusie 25 2,met het kenmerk, dat de door het bed pas serende lucht omhoog stroomt door het bovenste deel van de kamer alvorens uit het huis te treden.
5. Warmtewisselaar volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een groep aanvullende 30 pijpen is aangebracht bij de kamer en is verbonden met de stoomtrommel, waarbij middelen zijn aangebracht, die de lucht .nadat deze uit de kamer treedt, over de groep aanvullende pijpen richten om warmte toe te voeren aan het door deze aanvullende pijpen circulerende water. 35 7907485
6. Warmtewisselaar volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een watertrommel is verbonden met deze groep van aanvullende pijpen om het water door deze laatste pijpen en tussen de stoomtrommel en de 5 watertrommel te laten circuleren.
7. Warmtewisselaar volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een deel van het water uit de stoomtrommel circuleert door de eerste rij pijpen terug naar de stoomtrommel, waarbij een deel van het water 10 uit de stoomtrommel circuleert door de groep aanvullende pijpen, door de watertrommel en terug naar de stoomtrommel.
8. Warmtewisselaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat dé ondergedompelde pijp-delen zich diagonaal door het bed uitstrekken.
9. Warmtewisselaar volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de diagonaal ondergedompel-de pijpdelen zich uitstrekken vanaf tegenovergestelde zijden van de bedden naar het midden van de bedden.
10. Warmtewisselaar volgens conclusie 20 1, m e t het kenmerk, dat de ondergedompelde pijp delen zich vertikaal omhoog uitstrekken in het onderste deel van het bed en dan schuin zijn uitgevoerd in het bovenste deel van het bed.
11. Warmtewisselaar volgens conclusie 25 10,met het kenmerk, dat de vertikale onderge dompelde pijpdelen zich uitstrekken langs het midden van het bed, waarbij de schuine ondergedompelde pijpdelen zich buitenwaarts vanaf de vertikale ondergedompelde pijpdelen in tegenovergestelde richtingen uitstrekken.
12. Warmtewisselaar volgens conclusie 10,met het kenmerk, dat de vertikale ondergedompelde pijpdelen bij tegenovergestelde zijden van het bed liggen, en de schuine ondergedompelde pijpdelen vanaf de vertikale ondergedompelde pijpdelen naar het midden van 35. hed bed lopen. 7907485
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL7907485A NL186781C (nl) | 1979-10-09 | 1979-10-09 | Verbrandingsinrichting met gefluidiseerd bed. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL7907485A NL186781C (nl) | 1979-10-09 | 1979-10-09 | Verbrandingsinrichting met gefluidiseerd bed. |
NL7907485 | 1979-10-09 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7907485A true NL7907485A (nl) | 1981-04-13 |
NL186781B NL186781B (nl) | 1990-09-17 |
NL186781C NL186781C (nl) | 1991-02-18 |
Family
ID=19833983
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7907485A NL186781C (nl) | 1979-10-09 | 1979-10-09 | Verbrandingsinrichting met gefluidiseerd bed. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL186781C (nl) |
-
1979
- 1979-10-09 NL NL7907485A patent/NL186781C/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL186781C (nl) | 1991-02-18 |
NL186781B (nl) | 1990-09-17 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4184455A (en) | Fluidized bed heat exchanger utilizing angularly extending heat exchange tubes | |
US4253425A (en) | Internal dust recirculation system for a fluidized bed heat exchanger | |
US3893426A (en) | Heat exchanger utilizing adjoining fluidized beds | |
NL8103165A (nl) | Warmte-uitwisselaar met een gefluidiseerd bed. | |
KR100306026B1 (ko) | 순환 유동상 시스템을 구동시키는 방법 및 장치 | |
US6631698B1 (en) | Circulating fluidized bed reactor | |
US4682567A (en) | Fluidized bed steam generator and method of generating steam including a separate recycle bed | |
KR910002215B1 (ko) | 유동층 보일러 | |
US5476639A (en) | Fluidized bed reactor system and a method of manufacturing the same | |
RU2002118783A (ru) | Циркулирующий пвсевдоожиженный слой с управляемым внутрислойным теплообменником | |
EP0073650B1 (en) | Fluidized bed heat exchanger | |
US3823693A (en) | Fluidized bed heat exchanger | |
US11603989B2 (en) | Circulating fluidized bed boiler with a loopseal heat exchanger | |
US4250839A (en) | Vapor generator utilizing stacked fluidized bed and a water-cooled heat recovery enclosure | |
NL7907485A (nl) | Warmtewisselaar met gefluidiseerd bed. | |
JP2939338B2 (ja) | 流動床反応装置およびその製造方法 | |
RU2507445C1 (ru) | Реакторная установка с псевдоожиженным слоем | |
US4154197A (en) | Packaged fluidized bed steam generator | |
CA1121236A (en) | Fluidized bed heat exchanger utilizing angularly extending heat exchange tubes | |
JPH03140701A (ja) | 上昇流れ/下降流れ加熱管型循環システム | |
CA1144827A (en) | Vapor generator utilizing stacked fluidized bed and a water-cooled heat recovery enclosure | |
EP4071407B1 (en) | A heat exchanger for a loopseal of a circulating fluidized bed boiler and a circulating fluidized bed boiler | |
JPS58214701A (ja) | 邪魔板装置を配した流動床熱交換器 | |
GB2060425A (en) | Fluidized bed heat exchanger for steam generation | |
GB1588611A (en) | Fluidised bed heat exchangers |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |