NL7906651A - PROTECTION DEVICE FOR A VEHICLE. - Google Patents

PROTECTION DEVICE FOR A VEHICLE. Download PDF

Info

Publication number
NL7906651A
NL7906651A NL7906651A NL7906651A NL7906651A NL 7906651 A NL7906651 A NL 7906651A NL 7906651 A NL7906651 A NL 7906651A NL 7906651 A NL7906651 A NL 7906651A NL 7906651 A NL7906651 A NL 7906651A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
vehicle
mounting means
horizontal member
attached
spring means
Prior art date
Application number
NL7906651A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Rubery Owen Holdings Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rubery Owen Holdings Ltd filed Critical Rubery Owen Holdings Ltd
Publication of NL7906651A publication Critical patent/NL7906651A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R19/00Wheel guards; Radiator guards, e.g. grilles; Obstruction removers; Fittings damping bouncing force in collisions
    • B60R19/56Fittings damping bouncing force in truck collisions, e.g. bumpers; Arrangements on high-riding vehicles, e.g. lorries, for preventing vehicles or objects from running thereunder
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R19/00Wheel guards; Radiator guards, e.g. grilles; Obstruction removers; Fittings damping bouncing force in collisions
    • B60R19/02Bumpers, i.e. impact receiving or absorbing members for protecting vehicles or fending off blows from other vehicles or objects

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Refuge Islands, Traffic Blockers, Or Guard Fence (AREA)
  • Vibration Dampers (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)

Description

* * N.O. 28.207* * N.O. 28,207

Beschermingsinrichting voor een voertuig.Protection device for a vehicle.

De uitvinding heeft betrekking op een beschermingsinrichting die aan de achterzijde van een voertuig kan worden bevestigd, gewoonlijk maar niet uitsluitend een voertuig voor zware goederen, teneinde beschadiging te verminderen in het geval dat een ander voertuig ’ JThe invention relates to a protection device that can be attached to the rear of a vehicle, usually but not exclusively a heavy goods vehicle, in order to reduce damage in the event that another vehicle

5 tegen de achterzijde van het voertuig botst. Het is bekend een onderrij-beschermingsinrichting aan te brengen die afhangt van en bevestigd is aan het achtereinde van het voertuig. Deze omvat een open freemwerk met een onderste horizontaal orgaan, waarvan de doelstelling is te verhinderen dat een voertuig dat van achter nadert, 10 onder het voertuig waarop de inrichting is bevestigd, rijdt. De bekende inrichtingen zijn vast bevestigd aan de voertuigen en zij hebben het bijkomstige probleem, dat bij het verhinderen dat andere voertuigen onder het betreffende voertuig rijden, de inrichtingen grote schade aan de andere voertuigen kunnen toebrengen en de 15 botsing zou kunnen resulteren in verwonding en dikwijls zeer ernstige verwondingen van de inzittenden van de andere voertuigen.5 collides with the rear of the vehicle. It is known to provide an underride protection device that depends on and is attached to the rear end of the vehicle. It comprises an open frame with a lower horizontal member, the object of which is to prevent a vehicle approaching from behind from driving under the vehicle on which the device is mounted. The known devices are fixedly attached to the vehicles and they have the additional problem that in preventing other vehicles from driving under the vehicle in question, the devices can cause great damage to the other vehicles and the collision could result in injury and often very serious injuries to the occupants of the other vehicles.

Volgens de uitvinding is voorzien in een onderrij-beschermingsinrichting die kan worden bevestigd aan de achterzijde van een voertuig, bestaande uit een freemwerk dat een horizontaal orgaan om-20 vat dat vast is bevestigd aan twee op onderlinge afstand hangende organen, en een montagemiddel dat tijdens bedrijf aan de achterzijde van het voertuig is bevestigd en het freemwerk met het voertuig verbindt, waarbij het horizontale orgaan nagenoeg dwars onder de achterzijde van het voertuig is geplaatst, met het kenmerk dat een veer-25 middel in de vorm van een torsiestaaf is verbonden met het montagemiddel hoofdzakeli'jk evenwijdig aan en boven het horizontale orgaan, dat een deel heeft dat verhinderd wordt ten opzichte van het montagemiddel te roteren en ten minste een ander deel dat vrij ten opzichte van het montagemiddel kan roteren en waarmee de afhangende organen 30 vast zijn verbonden.According to the invention, there is provided an underride protection device which can be attached to the rear of a vehicle, consisting of a frame comprising a horizontal member fixedly attached to two mutually suspended members, and a mounting means which operation is attached to the rear of the vehicle and connects the framework to the vehicle, the horizontal member being disposed substantially transversely below the rear of the vehicle, characterized in that a torsion bar spring means is connected to the mounting means mainly parallel to and above the horizontal member, which has a part which is prevented from rotating relative to the mounting means and at least another part which can rotate freely with respect to the mounting means and with which the hanging members 30 are fixed connected.

Door het veermiddel in de vorm van een torsiestaaf kan het horizontale orgaan gecontroleerd voorwaarts bewegen in het geval dat het orgaan wordt onderworpen aan een botsing met een voertuig dat van achter nadert. Wanneer het horizontale orgaan beweegt, wordt het 35 veermiddel getordeerd onder invloed van de botsingsbelasting overgebracht door de afhangende organen, waardoor de uitwerking van de botsing wordt verminderd. Aldus is de kans op grote schade aan het 7906651 ' 2 Λ botsende voertuig en op verwonding van de inzittenden van dat voertuig verminderd, terwijl op doelmatige wijze wordt verhinderd, dat het botsende voertuig onder het voertuig rijdt, waaraan de inrichting is bevestigd.The torsion bar shaped spring means allows the horizontal member to move forward in a controlled manner in case the member is subjected to a collision with a vehicle approaching from behind. When the horizontal member moves, the spring means is twisted under the influence of the impact load transmitted by the hanging members, thereby reducing the impact of the impact. Thus, the likelihood of major damage to the colliding vehicle and injury to the occupants of that vehicle is reduced, while effectively preventing the colliding vehicle from driving under the vehicle to which the device is attached.

5 Be uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een aanzicht in perspectief van de achterzijde van een voertuig toont, dat voorzien is van een onderrij-beschermings-inrichting volgens de uitvinding; 10 fig·. 2 een zijaanzicht voorstelt, waarin de beweging van de inrichting onder invloed van een botsing is aangegeven; fig. 3 een achteraanzicht van de helft van een onderrij-beschermingsinrichting illustreert; en fig. 4 ©en zijaanzicht van de inrichting volgens fig. 3 15 toont.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, in which: Fig. 1 shows a perspective view of the rear of a vehicle, which is provided with an underrun protection device according to the invention; 10 fig. 2 represents a side view showing the movement of the device under the influence of a collision; Fig. 3 illustrates a rear view of half of an underride protection device; and Fig. 4 © shows a side view of the device according to Fig. 3.

In de fig. 1 en 2 is het achtereinde van een goederenvoertuig 1 getoond, in dit geval een scharnierende oplegger. Het chassis omvat langgerekte organen 2, 3 met een I-vormige respectievelijk U-vormige doorsnede, die door dwarsorganen en een dek 4 20 zijn verbonden. Het middengedeelte van een uniforme ronde buisvormige torsiestaaf 5 is door middel van bijvoorbeeld lassen of pennen bevestigd aan een steun 6, die onbeweegbaar onder een achterste dwarsorgaan van het chassis is bevestigd. De buitenuiteinden van de veer 5 zijn ondersteund in steunen 7 waarin zij vrij kunnen 25 roteren, welke steunen eveneens zijn bevestigd aan de onderzijde van het dwarsorgaan van het chassis. Aangrenzend aan de buitenuiteinden van de veer '5 zijn door middel van lassen of pennen in verticale richting hangende organen 8 , 9 bevestigd, aan de ondereinden waarvan een hoofdzakelijk horizontaal orgaan 10 van een vierkante 30 buis is bevestigd. Een buis of kanaal met een ronde doorsnede of elke andere geschikte doorsnede kan voor dit orgaan worden gebruikt.Figures 1 and 2 show the rear end of a freight vehicle 1, in this case a hinged trailer. The chassis comprises elongated members 2, 3 with an I-shaped and U-shaped cross-section, which are connected by transverse members and a deck 4. The center portion of a uniform round tubular torsion bar 5 is attached to a support 6, for example, by welding or pins, which is rigidly mounted under a rear transverse member of the chassis. The outer ends of the spring 5 are supported in supports 7 in which they can rotate freely, which supports are also attached to the underside of the cross member of the chassis. Adjacent to the outer ends of the spring 5, members 8, 9 are vertically suspended by welding or pins, at the lower ends of which a substantially horizontal member 10 of a square tube is attached. A round section tube or channel or any other suitable section may be used for this member.

Indien een ander voertuig in botsing komt met het orgaan 10, wordt de belasting overgebracht op de veer 5 via de organen 8, 9 die als hefbomen dienst doen om de veer 5 aan elk einde te spannen. 35 Het midden van de veer tordeert niet, omdat dit vast is bevestigd op de steun 6. De normale positie van het orgaan 10 en de positie waarin dit kan worden gebracht onder invloed van een botsing zijn in fig. 2 met getrokken respectievelijk onderbroken lijnen getoond. Het orgaan 10 verhindert dat het botsende voertuig onder het voer-^0 tuig 1 doorrijdt. Wanneer het orgaan 10 vrij is keert deze terug 7006651 % .3 naar zijn normale positie.If another vehicle collides with the member 10, the load is transferred to the spring 5 via the members 8, 9 which act as levers to tension the spring 5 at each end. The center of the spring does not twist, because it is fixedly attached to the support 6. The normal position of the member 10 and the position in which it can be brought under the influence of a collision are shown in Fig. 2 with drawn and broken lines, respectively. . The member 10 prevents the colliding vehicle from driving under the vehicle 1. When the member 10 is free, it returns 7006651% .3 to its normal position.

Een deel van of de gehele ruimte tussen de organen 8, 9 en de veer 5 en het orgaan 10 kunnen worden voorzien van panelen en kunnen achterlichten en signaleringsinrichtingen van het voertuig 5 ondersteunen. Indien dit het geval is, is het gewenst dat de inrichting in een uitsparing is opgenomen in de richting van de voorzijde van het voertuig, teneinde vrij te zijn van het botsingsgebied. Het zal duidelijk zijn dat bij een botsing de torsiestaafveer wordt "opgewonden" en de energie in de veer wordt opgeslagen, zodat het 10 orgaan 10 vrij.naar zijn normale positie kan terugkeren. Indien gewenst kan één of meer schok-absorbeerinriehtingen tussen de inrichting en het voertuig worden bevestigd, waaraan de inrichting is bevestigd, bijvoorbeeld tussen de organen 8,9 en de organen 3, zodat een gedeelte van de energie wordt gedissipeerd, wanneer een 15 botsing optreedt, in plaats dat deze in de veer wordt opgeslagen.Part or all of the space between the members 8, 9 and the spring 5 and the member 10 may be paneled and may support tail lights and signaling devices of the vehicle 5. If this is the case, it is desirable that the device be recessed toward the front of the vehicle so as to be clear of the collision area. It will be understood that upon impact, the torsion bar spring is "wound" and the energy is stored in the spring, so that the member 10 can freely return to its normal position. If desired, one or more shock absorbers can be attached between the device and the vehicle, to which the device is attached, for example between members 8,9 and members 3, so that a portion of the energy is dissipated when a collision occurs instead of being stored in the spring.

1 De schok-absorbeerinriehtingen kunnen eveneens dienen voor het regelen van de beweging van het orgaan 10 bij een hotsing en bij zijn terug-keerbeweging.1 The shock absorbers can also serve to control the movement of the member 10 upon impact and upon its return movement.

Aan de hand van de fig. 5 en 4 zal de gedetailleerde con-20 struetie van een onderrij-beschermingsinrichting thans worden beschreven. De inrichting is ontworpen als een eenheid voor de bevestiging aan elk uit een aantal verschillende voertuigen. Met deze doelstelling in gedachten is een huis 11 van een omgekeerde kanaalvorm aangebracht, waarvan de lengte in dezelfde orde van grootte ligt als 25 ie breedte van een klasse van voertuigen, waaraan de inrichting kan worden bevestigd. Twee ankerblokken 12 zijn in het huis door middel van bijvoorbeeld lassen bevestigd, één aan elke zijde van de dwarse middellijn 13 door het huis. Deze centrale lijn ligt op een mediaan-vlak in lengterichting door het voertuig wanneer de inrichting daarop 30 is bevestigd.The detailed construction of an underride protection device will now be described with reference to Figures 5 and 4. The device is designed as a unit for attachment to each of a number of different vehicles. With this objective in mind, an inverted channel housing 11 is provided, the length of which is of the same order of magnitude as the 25th width of a class of vehicles to which the device may be attached. Two anchor blocks 12 are secured in the housing by, for example, welding, one on each side of the transverse centerline 13 through the housing. This central line is on a longitudinal median plane through the vehicle when the device is mounted thereon.

De ankerblokken 12 hebben een nauwe passing in het huis, waarbij hun bovenhoeken zijn afgeschuind of uitgespaard zoals bij 14, teneinde te verzekeren dat zij de afgeronde hoeken van het kanaal niet onklaar maken. Elk blok heeft een centraal, niet-cirkelvormig 35 doorgaand gat 15· In deze uitvoeringsvorm is het gat vierkant met afgeronde hoeken, dat een nauw passend overeenkomstig gevormde einde 16 van een torsiestaaf 17 kan opnemen. De plaatsbepaling in lengterichting van de torsiestaaf 17 vindt plaats door een bout 18, die in •een van draad voorzien gat in het ankerblok is geschroefd. De bout 18 heeft een puntig uiteinde dat grijpt in een uitsparing in een vlak van 7906651 .. / 4 het einde 16 van de torsiestaaf. De bont is met een borgmoer 19 geborgd.The anchor blocks 12 have a snug fit in the housing with their top corners chamfered or recessed as at 14 to ensure they do not disable the rounded corners of the channel. Each block has a central, non-circular through-hole 15. In this embodiment, the hole is square with rounded corners, which can receive a closely fitting end 16 of a torsion bar 17. The longitudinal positioning of the torsion bar 17 is effected by a bolt 18, which is screwed into a threaded hole in the anchor block. The bolt 18 has a pointed end that engages a recess in a plane of 7906651 .. / 4 on the end 16 of the torsion bar. The fur is secured with a lock nut 19.

Aan elk einde van het huis zijn binnenste en buitenste ondersteuningsblokken 21, 22 bevestigd. De bovenste hoeken van elk 5 blok zijn afgeschuind of van een uitsparing voorzien zoals bij 23, teneinde te verzekeren dat zij niet botsen tegen afgeronde hoeken van het kanaal. Het blok 21 heeft een sleuf die zich in benedenwaartse richting van de bovenzijde af zich uitstrekt, waarvan de breedte enigszins groter is dan de diameter van de torsiestaaf 17· 10 De sleuf eindigt in een half cirkel vormig deel dat juist vrij is van het onder oppervlak van de torsiestaaf. Het blok is door bouten 24 bevestigd, die door elke zijflens van het huis. zich uitstrekken tot in van schroefdraad voorziene gaten in het blok.Inner and outer support blocks 21, 22 are attached to each end of the housing. The top corners of each block are chamfered or recessed as at 23 to ensure that they do not collide with rounded corners of the channel. The block 21 has a slot extending downwardly from the top, the width of which is slightly greater than the diameter of the torsion bar 17 · 10. The slot terminates in a semicircular portion just clear of the bottom surface of the torsion bar. The block is secured by bolts 24 passing through each side flange of the housing. extend into threaded holes in the block.

De buitenste ondersteuningsblokken 22 zijn gelijk, maar 15 hebben een centraal gat'waarin de uiteinden 17a van de torsiestaven 17 zijn opgenomen in plaats van de sleuven van de ondersteunings-. blokken 21. De blokken 22 zijn in het huis 11 op soortgelijke wijze door bouten 25 bevestigd.The outer support blocks 22 are equal, but 15 have a central hole in which the ends 17a of the torsion bars 17 are received instead of the slots of the support. blocks 21. The blocks 22 are similarly secured in the housing 11 by bolts 25.

Uabij zijn buitenste uiteinde heeft elke torsiestaaf 17 een 20 niet-cirkelvormig profiel bij 26 tussen de binnenste en buitenste steunblokken. Dit profiel kan hetzelfde zijn als dat van het einde 16, dat wil zeggen vierkant vormig met afgeronde hoeken. Het deel 26 wordt opgenomen in een gat van hetzelfde profiel in een ankerblok 27 dat door middel van lassen in het bovenste einde van een hangend 25 orgaan of arm 9 is bevestigd. De voorste bovenste hoek van het ankerblok 27 is afgeschuind zoals bij 30 is getoond, teneinde een mechanische aanslag te vormen om de voorwaartse beweging van de armen 8,9 onder invloed van een botsing te begrenzen door aanstoten tegen het oppervlak 30 tegen het huis 11, zoals bij 3OA is getoond.At its outer end, each torsion bar 17 has a non-circular profile at 26 between the inner and outer support blocks. This profile can be the same as that of the end 16, that is to say square-shaped with rounded corners. The part 26 is received in a hole of the same profile in an anchor block 27 which is welded in the upper end of a hanging member or arm 9. The front upper corner of the anchor block 27 is chamfered as shown at 30 to form a mechanical stop to limit the forward movement of the arms 8,9 under impact by impact against the surface 30 against the housing 11, as shown at 3OA.

30 De arm 9 heeft een kanaalvormige doorsnede en is in lengte richting op de torsiestaaf 17 geplaatst door middel van een bout 28 die door de basis van het kanaal en een van schroefdraad voorzien gaÏnanierblok 27 zich uitstrekt. De bout 28 heeft een punt aan zijn uiteinde, die samenwerkt met een uitsparing gevormd in één oppervlak 35 van het deel 26 van de torsiestaaf 17. De voorste hoeken van het ankerblok 27 zijn afgeschuind zoals aangegeven is bij 29.The arm 9 has a channel-shaped cross-section and is placed longitudinally on the torsion bar 17 by means of a bolt 28 extending through the base of the channel and a threaded gaiter block 27. The bolt 28 has a tip at its end which cooperates with a recess formed in one surface 35 of the portion 26 of the torsion bar 17. The front corners of the anchor block 27 are chamfered as indicated at 29.

Zoals in fig. 4 is get cond verlopen de zijden van de arm 9 taps over een centraal deel 3"* en aan het onderste einde 32 zijn de randen evenwijdig aan het basisdeel van het kanaal.As shown in Fig. 4, the sides of the arm 9 are tapered over a central portion 3 "* and at the bottom end 32 the edges are parallel to the base portion of the channel.

40 7906651 ♦ 540 7906651 ♦ 5

Een horizontaal orgaan of stootstaaf 10 is bijvoorbeeld, door lassen bevestigd tussen de onderste einden van de arm 9 en de overeenkomstige arm 8 aan het andere einde van het huis 11.For example, a horizontal member or push rod 10 is welded between the lower ends of the arm 9 and the corresponding arm 8 at the other end of the housing 11.

Be stootstaaf 10 is kanaalvormig, waarbij de zijden van 5 sleuven zijn voorzien om het onderste einde van elke arm 8,9 op teThe impact bar 10 is channel-shaped, the sides having 5 slots to accommodate the lower end of each arm 8.9

nemen. Plaatsteunen 33 zijn bijvoorbeeld door lassen bevestigd Jtake. Plate supports 33 are, for example, secured by welding J

tussen elke arm en de stootstaaf.between each arm and the impact bar.

Het huis kan worden verstijfd door het bevestigen van sluitplaten zoals 34» 35 in de open onderste zijde. De stootstaaf 10 kan worden verstijfd door het bevestigen van een sluitplaat 36 langs zijn open voorzijde en de armen 8,9 kunnen worden verstijfd door het bevestigen van de sluitplaten zoals 37 langs hun voorste open zijden.The housing can be stiffened by attaching closing plates such as 34 »35 in the open bottom side. The impact bar 10 can be stiffened by attaching a closure plate 36 along its open front, and the arms 8,9 can be stiffened by attaching the closure plates such as 37 along their front open sides.

Bij een uitvoeringsvorm is een voorziening getroffen voor 15 het bevestigen van een stootstaaf aan de armen 8,9 door middel van bijvoorbeeld bouten. Hierdoor kan een beschadigde stootstaaf gemakkelijk worden vervangen. Ook zal daardoor de mogelijkheid aanwezig zijn een stootstaaf toe te passen van versterkt kunststofmateriaal, waardoor een aanzienlijke gewichtsbesparing kan worden bereikt.In one embodiment, provision is made for attaching a push rod to the arms 8,9 by means of, for example, bolts. This makes it easy to replace a damaged push rod. It will therefore also be possible to use a push rod of reinforced plastic material, whereby a considerable weight saving can be achieved.

20 Het kunststofmateriaal kan een thermo-hardende hars zijn, zoals polyester, vinylester of polyamide, of een thermoplastische hars van bijvoorbeeld de nylon-familie of een polypropeên of copolymeer daarvan. Versterking van het kunststofmateriaal kan bijvoorbeeld geschieden door glas en/of koolstofvezels, of vezels die bekend 25 staan onder de naam KEVLAH (geregistreerd handelsmerk).The plastic material can be a thermosetting resin, such as polyester, vinyl ester or polyamide, or a thermoplastic resin of, for example, the nylon family or a polypropylene or copolymer thereof. Reinforcement of the plastic material can for instance be effected by glass and / or carbon fibers, or fibers known under the name KEVLAH (registered trademark).

De stand van de inrichting na een botsing en alvorens de terugkeer onder invloed van de torsiestaaf is in fig. 4 gestippeld getekend.The position of the device after a collision and before the return under the influence of the torsion bar is shown in dotted lines in fig.

Bij de opbouw van de beschermingsinrichting worden de 30 stootstaaf samen met de sluitplaat en de plaatsteunen gemonteerd aan de armen 8,9, waarbij de blokken 27 en ook de sluitplaten zijn bevestigd.In the construction of the protection device, the impact bar together with the closing plate and the plate supports are mounted on the arms 8,9, wherein the blocks 27 and also the closing plates are attached.

De ankerblokken 12 worden in het huis bevestigd en de sluitplaten 34» 35 aangebracht. De stootstaaf en de armsamenstelling 35 wordt gebracht tot aan het huis, zodat de gaten in de ankerblokken 12 en de blokken 27 in lijn liggen. De torsiestaven worden daarna ingestoken en door de bouten 18, 28 en hun borgmoeren op hun plaats gehouden. De binnenste onderstéuningsblokken 21 worden in het huis gestoken om de torsiestaven en met behulp van bouten 24 op hun plaats 40bevestigd. Tenslotte worden de buitenste ondersteuningsblokken 22 7906651 6 over de buitenste uiteinden van de torsiestaven aangebracht en met bouten 25 bevestigd.The anchor blocks 12 are fixed in the housing and the closing plates 34 »35 are fitted. The impact bar and arm assembly 35 is brought up to the housing so that the holes in the anchor blocks 12 and blocks 27 are aligned. The torsion bars are then inserted and held in place by bolts 18, 28 and their locknuts. The inner support blocks 21 are inserted into the housing about the torsion bars and secured in place 40 by bolts 24. Finally, the outer support blocks 22 7906651 6 are placed over the outer ends of the torsion bars and fastened with bolts 25.

Bij een andere uitvoeringsvorm van het samenstelleïi wordt het bevestigen van de sluitplaten 34 aan het huis uitgesteld tot 5 nadat de uiteinden van de torsiestaven zijn- ingebracht in de ankerblokken 12. Bit vergemakkelijkt het bevestigen van de torsiestaven. Bij deze werkwijze moet ervoor worden gezorgd, dat een beschadiging aan de torsiestaaf wordt vermeden, bijvoorbeeld door lasspatten tijdens het bevestigen van de sluitplaat.In another embodiment of the assembly slate, the attachment of the closure plates 34 to the housing is postponed until 5 after the ends of the torsion bars are inserted into the anchor blocks 12. Bit facilitates the attachment of the torsion bars. In this method, care must be taken to avoid damage to the torsion bar, for example, by welding spatter while attaching the strike plate.

10 Het huis 11 kan worden voorzien van montageateunen voor het bevestigen aan een voertuig, of kan worden bevestigd aan het huis ten tijde van het bevestigen van de inrichting aan een voertuig.The housing 11 may be provided with mounting brackets for attachment to a vehicle, or may be attached to the housing at the time of attachment of the device to a vehicle.

Het huis 11 kan worden gevormd, door een niet-cirkelvormig buisvormig orgaan, waarvan delen zijn uitgesneden om het bevestigen 15 van. een ankerblok of blokken en de ondersteuningsblokken en armen te vergemakkelijken.The housing 11 can be formed by a non-circular tubular member, parts of which are cut to fix the 15. an anchor block or blocks and facilitate the support blocks and arms.

Het is duidelijk dat het huis een deel van de constructie van een voertuig kan vormen in plaats van een toevoeging aan de constructie daarvan.Obviously, the house can form part of a vehicle's construction rather than an addition to its construction.

20 Het zal eveneens duidelijk zijn dat hoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van uitvoeringsvormen, waarbij de armen 8,9 in de rustperiode in verticale richting hangen, zoals in de fig. 2 en 4 is getoond, de armen indien gewenst schuin achterwaarts ten opzichte van het voertuifpslaan, wanneer deze zich in de rustpositie 25 bevinden. Boor zulk een opstelling zal de stoorstaaf een grotere beweging kunnen uitvoeren, alvorens zijn beweging wordt beëindigd door een mechanisch aanslagorgaan en derhalve wordt daardoor een botsend voertuig aan een lagere vertraging onderworpen. Bit kan gemakkelijk worden bereikt door geschikte oriëntatie van de gaten 30 in de ankerblokken 27 in de armen 8,9 en indien nodig het wegnemen van de achterste hoeken 30B van de ankerblokken 27 en de armen 8,9 teneinde te. voorzien in een ruimte binnen het huis.It will also be clear that although the invention has been described with reference to embodiments in which the arms 8,9 hang vertically during the rest period, as shown in Figs. 2 and 4, the arms are tilted backwards if desired. with respect to the vehicle tilt when they are in the rest position 25. Drilling such an arrangement will allow the jamming rod to execute a greater movement before its movement is terminated by a mechanical stop and therefore a collision vehicle is thereby subjected to a lower deceleration. Bit can be easily achieved by appropriately orienting the holes 30 in the anchor blocks 27 in the arms 8,9 and, if necessary, removing the rear corners 30B of the anchor blocks 27 and the arms 8,9 in order to. provide a space within the house.

79066517906651

Claims (10)

1. Onderrij-beschermingsinriehting voor het bevestigen aan de achterzijde van een voertuig omvattende een freemwerk dat bestaat uit een horizontaal orgaan bevestigd aan twee op onderlinge afstand 5 gelegen afhangende organen, en een montagemiddel dat tijdens bedrijf aan de achterzijde van het voertuig is bevestigd en het freemwerk met het voertuig verbindt, waarbij het horizontale orgaan hoofdzakelijk dwars onder de achterzijde van het voertuig is geplaatst, met het kenmerk, dat een veermiddel de vorm van een 10 torsiestaaf (5» 17) met het montagemiddel (6, 11, 12) is verbonden hoofdzakelijk evenwijdig aan en boven het horizontale orgaan (10), waarvan een deel (l6) niet kan roteren ten opzichte van het montagemiddel (6, 11, 12) en dat ten minste een ander deel (26) heeft dat vrij kan roteren ten opzichte van het montagemiddel (6, 11, 12) en 15 waaraan de afhangende organen (8, 9) vast zijn verbonden.1. Underrun protection device for securing to the rear of a vehicle comprising a frame consisting of a horizontal member attached to two spaced apart suspension members, and a mounting means attached to the rear of the vehicle during operation and the joins the frame with the horizontal member positioned substantially transversely below the rear of the vehicle, characterized in that a spring means is in the form of a torsion bar (5 »17) with the mounting means (6, 11, 12) connected mainly parallel to and above the horizontal member (10), part of which (16) cannot rotate relative to the mounting means (6, 11, 12) and which has at least another part (26) that can rotate freely relative to the mounting means (6, 11, 12) and 15 to which the hanging members (8, 9) are firmly attached. 2. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat het montagemiddel bestaat uit een huis (11) waarin een ankereenheid (12) is bevestigd, waaraan het deel (16) .van het veermiddel (5» 17) is bevestigd. 20Device according to claim 1, characterized in that the mounting means consists of a housing (11) in which an anchor unit (12) is mounted, to which the part (16) of the spring means (5 »17) is attached. 20 3· Inrichting volgens conclusie 1,met het ken merk, dat het veermiddel bestaat uit een enkele torsiestaaf (5) waarvan het centrale gedeelte (16) niet kan roteren ten opzichte van het montagemiddel (6) en waarvan de twee einddelen vrij kunnen roteren ten opzichte van het montagemiddel (6), waarbij de afhangen— 25 4e organen (8,9) daaraan zijn bevestigd.Device according to claim 1, characterized in that the spring means consists of a single torsion bar (5), the central part (16) of which cannot rotate relative to the mounting means (6) and the two end parts of which can rotate freely. relative to the mounting means (6), the hanging members (8,9) being attached thereto. 4. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat het veermiddel bestaat uit twee in eikaars verlengde gelegen torsiestaven (17)> waarvan de aan elkaar grenzende binnenste einddelen (16) zijn bevestigd aan het montagemiddel (11, 12) 50 en ten opzichte daarvan niet kunnen roteren, waarbij met de op afstand gelegen buitenste einddelen (26) van de torsiestaven (17) de afhangende organen (8,9) vast zijn verbonden.Device according to claim 1, characterized in that the spring means consists of two mutually elongated torsion bars (17)> of which the adjacent inner end parts (16) are fastened to the mounting means (11, 12) 50 and cannot rotate, the hanging members (8,9) being fixedly connected to the spaced outer end parts (26) of the torsion bars (17). 5. Inrichting volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat aangrenzend aan de afhangende 55 organen (8,9) steunen (21, 22) zijn bevestigd, die roteerbaar samenwerken met het veermiddel^» 17) en een ondersteuning leveren voor het veermiddel (5»17) ten aanzien van daarop uitgeoefende buigbelast ingen.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that supports (21, 22) are mounted adjacent to the suspended 55 members (8, 9), which rotatably co-act with the spring means (17) and provide a support for the spring means (5 »17) with respect to bending loads exerted thereon. 6. Inrichting volgens één van de voorafgaande conclusies, 40 met het kenmerk, dat een aanslagmiddel (30) aanwezig is 7906651 • .Ir * . 8 * · dat de mate van beweging van het horizontale orgaan (10) in voorwaartse richting van het voertuig om het veermiddel (5>17) begrenst.Device according to one of the preceding claims, 40, characterized in that a stop means (30) is present. 7906651.Ir *. 8 * · that limits the amount of movement of the horizontal member (10) in the forward direction of the vehicle around the spring means (5> 17). 7· Inrichting volgens conclusie 6,met het kenmerk, dat het aanslagmiddel bestaat uit een deel (30) dat met 5 elk afhangende orgaan (8,9) beweegbaar is en dat kan aanstoten tegen het oppervlak (30A) van het montagemiddel (11), wanneer het horizontale orgaan (10) over een voorafbepaalde afstand om het veermiddel (5>17) is bewogen.Device according to claim 6, characterized in that the stop means consists of a part (30) which is movable with each hanging member (8,9) and which can abut against the surface (30A) of the mounting means (11) when the horizontal member (10) has moved a predetermined distance around the spring means (5> 17). 8» Inrichting volgens één van de voorafgaande conclusies, 10. e t het kenmerk, dat het horizontale orgaan (10) bestaat uit een buisvormig orgaan vervaardigd van een versterkt kunststof-materiaal.8. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the horizontal member (10) consists of a tubular member made of a reinforced plastic material. 9· Voertuig voorzien van een onderrij-beschermingsinrichting volgens één van de voorafgaande conclusies.Vehicle provided with an underride protection device according to one of the preceding claims. 10. Voertuig volgens conclusie 9, 1 e t h e t ken merk, dat het montagemiddel (6, 11, 12) van de beschermings-inrichting deel uitmaakt van de constructie van het voertuig. 7906651Vehicle according to claim 9, 1, characterized in that the mounting means (6, 11, 12) of the protection device forms part of the construction of the vehicle. 7906651
NL7906651A 1978-09-08 1979-09-05 PROTECTION DEVICE FOR A VEHICLE. NL7906651A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB7836089 1978-09-08
GB7836089 1978-09-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7906651A true NL7906651A (en) 1980-03-11

Family

ID=10499529

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7906651A NL7906651A (en) 1978-09-08 1979-09-05 PROTECTION DEVICE FOR A VEHICLE.

Country Status (5)

Country Link
BE (1) BE878504A (en)
DE (1) DE2935334A1 (en)
GB (1) GB2030083B (en)
IT (1) IT7950212A0 (en)
NL (1) NL7906651A (en)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2311498A (en) * 1996-03-29 1997-10-01 Kenneth James Dufty Impact absorbing bull bar
FR2801554B1 (en) * 1999-11-30 2002-02-01 Anf Ind DEVICE FOR CONTROLLED DEFORMATION UNDER EFFORTS OR FOR ENERGY ABSORPTION BY DEFORMATION, IN PARTICULAR OBSTACLE DEFLECTOR FOR RAIL VEHICLE
CN106476735B (en) * 2016-11-23 2019-02-19 安徽江淮汽车集团股份有限公司 Vehicle rear protecting
DE202017100737U1 (en) * 2017-02-13 2018-05-15 Kögel Trailer GmbH & Co. KG Commercial vehicle, in particular for a rail-loading semi-trailer, and transport system

Also Published As

Publication number Publication date
DE2935334A1 (en) 1980-03-27
BE878504A (en) 1979-12-17
GB2030083B (en) 1983-01-06
IT7950212A0 (en) 1979-09-07
GB2030083A (en) 1980-04-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3261521A (en) Gun rack
EP1753641B1 (en) Arrangement for a vehicle side fairing, and a vehicle comprising such a side fairing
US4624619A (en) Retractable ramp assembly for pick-up truck
EP3877222B1 (en) Wheel chock handling unit
US9555755B2 (en) Rear guard assembly
EP0017620B1 (en) Foldable vehicle loading platform or tailboard with reflectors or warning flashlights
NL7906651A (en) PROTECTION DEVICE FOR A VEHICLE.
NL8702358A (en) ATTACHING THE DEMONTABLE CARRIER TO A TOWBAR DEVICE.
EP1741602B1 (en) Lorry under ride barrier
DE102018007249B4 (en) Mounting device for transport boxes
DE102010054459B4 (en) Multi-part, also suitable for skis transport container, which is mounted in the transverse direction of a motor vehicle on the back of the same on two side rails
US11305713B2 (en) Vehicle side underride guard
DE102019129401B4 (en) Bicycle rack attachment device, motor vehicle and motor vehicle trailer
DE69816043T2 (en) RESTRAINT SYSTEM FOR TRUCKS AND TRAILER WHEELS
DE3335238A1 (en) Trolley
US4864939A (en) Work table assembly mountable on a panel transporting vehicle
DE20015318U1 (en) Transport trailer with a device for vertical transport
US3073641A (en) Vehicle fender and mounting assembly
DE102006036932A1 (en) Transport and storage frame for automotive body panels in hanging position
US10391959B1 (en) Selectively deployable school bus bumper
US20050280272A1 (en) Articulating vehicle trailer
AU2001100179A4 (en) Towbar mounted transport storage unit
DE20313915U1 (en) Water and beer crate trailers
CA2806865A1 (en) Bumper mounted step assembly
EP4124547A1 (en) Commercial vehicle with side collision device

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed