NL7905879A

NL7905879A - Mechanically operated pressure dispenser - has expansible bulb connected with accumulating chamber and dispensing nozzle, and having volume capacity several times greater than chamber

Info

Publication number: NL7905879A
Application number: NL7905879A
Authority: NL
Original assignee: Pauls Ltd James D
Priority date: 1979-07-31
Filing date: 1979-07-31
Publication date: 1981-02-03

Abstract

The mechanically operated dispenser has a rotatable actuator connected with at least one expansible chamber to effect operation of the latter to draw material to be dispensed from a container into the expansible chamber to then pressurise the material. An expansible bulb is connected with the chamber and with a dispensing nozzle, and has a volumetric capacity several times as great as the expansible chamber. Valves are associated with the bulb to control flow into and out of the bulb, whereby the rotatable actuator and expansible chamber are operative to repeatedly draw material from the container, pressurise it and transfer it under pressure into the bulb. The bulb expands as material is added to it, and the elasticity of the bulb acts to exert a substantial pressure on the material in the bulb. Subsequent operation of the dispensing nozzle releases the material from the expanded bulb, and the bulb returns to its normal, at-rest condition.

Description

-- v .- v.

. s 49 236/GB/MH _ 1 _. s 49 236 / GB / MH _ 1 _

James D. Pauls Ltd., Miami, Florida, Verenigde Staten van AmerikaJames D. Pauls Ltd., Miami, Florida, United States of America

Mechanisch bediende afgifte-inrichting met expandeerbare balg.Mechanically operated dispenser with expandable bellows.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op afgifte-inrichtingen en meer in het bijzonder op een aerosol afgifte-inrichting, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van chemische aandrijfmiddelen en dergelijke voor de af voer van het af te 5 geven produkt.The invention generally relates to dispensers and more particularly to an aerosol dispenser which does not use chemical propellants and the like for the discharge of the product to be dispensed.

Hoewel aerosol afgifte-inrichtingen bijzonder goede ver-stuivingsinrichtingen zijn en op grote schaal worden toegepast, daar zij slechts enkele verpakkingssystemen vereisen, bezitten zij ook vele nadelen. Zo zijn bijvoorbeeld met de hand bediende 10 sproeipompen niet in staat om een verstuivingsstroom af te geven overeenkomend met die van een aerosol-afgifte-inrichting. Verder zou volgens recente aanwijzingen de ozonlaag kunnen worden vernietigd door de aandrijfmiddelen gebruikt in aerosol verstuivingsinrichtingen en elk jaar vallen er vele doden ;en 15 worden vele personen ziek door het gebruik of het inhaleren van de chemische aandrijfmiddelen van dergelijke produkten. Verder vereist de verzending, hantering en opslag van de bekende onder druk staande houders speciale aandacht en de onder druk staande aerosol afgifte-inrichtingen vereisen speciale 20 . voorzieningen bij het wegwerpen ervan. Er moet aan strenge I eisen worden voldaan en er moeten bepaalde voorzieningen worden getroffen bij het vullen van aerosol afgifte-inrichtingen waarbij gebruik wordt gemaakt van chemische aandrijfmiddelen, : terwijl vele produkten niet in dergelijke inrichtingen kunnen 25 ; worden verpakt, daar zij chemisch onverdraagzaam zijn met het ; chemische aandrijfmiddel.While aerosol dispensers are particularly good sprayers and are widely used, since they require only a few packaging systems, they also have many drawbacks. For example, manually operated spray pumps are unable to deliver an atomizing flow similar to that of an aerosol dispenser. Furthermore, according to recent directions, the ozone layer could be destroyed by the propellants used in aerosol sprays and many people die each year, and many persons become ill from using or inhaling the chemical propellants of such products. Furthermore, the shipping, handling and storage of the known pressurized containers require special attention and the pressurized aerosol dispensers require special attention. arrangements for disposal. Strict requirements must be met and certain provisions must be made when filling aerosol dispensers using chemical propellants, while many products cannot be used in such devices; are packaged as they are chemically intolerant to it; chemical propellant.

i 7905879 . «** - 2 -i 7905879. «** - 2 -

Er zijn reeds vele pogingen gedaan ter oplossing van één of meer van de bovengenoemde moeilijkheden. Zo zijn bijv. pogingen gedaan ter ontwikkeling van met de hand bediende pompaf gif te-inrichtingen of trekkerinrichtingen, waarbij men niet 5 afhankelijk is van chemische aandrijfmiddelen voor het tot stand brengen van een onder druk afgifte van het produkt. Der-gelijke inrichtingen hebben echter de moeilijkheid van het verschaffen van ee.} veilige en effectieve afgifte-inrichting slechts gedeeltelijk opgelost. Zo ondervinden bijv. gebruikers 10 van met de hand bediende pomp- en trekkerinrichtingen vermoeidheid van de vinger en in verband met de kracht die bij het bedienen van dergelijke inrichtingen moet worden uitgeoefend is het voor de gebruiker moeilijk om steeds een nauwkeurig gerichte afgifte te verkrijgen. Verder kunnen dergelijke 15 inrichtingen geen langdurige versproeiing leveren en met uitzondering van enkele inrichtingen blijft de druk niet constant tijdens een afgif te-cyclusHoewel dus met dergelijke inrichtingen, een fijne verstuiving kan worden gebruikt gedurende het begin van een afgif·te-cyclus, kan bij het einde ervan de druk 20 snel afnemen, waardoor grovere of grote druppels in de afgege-ven stroom materiaal ontstaan.Many attempts have already been made to solve one or more of the above difficulties. For example, attempts have been made to develop manually operated pump dispensers or trigger devices, without relying on chemical propellants to effect pressurized delivery of the product. However, such devices have only partially solved the difficulty of providing a safe and effective delivery device. For example, users of hand-operated pump and trigger devices experience finger fatigue, and because of the force to be applied when operating such devices, it is difficult for the user to obtain accurately targeted delivery at all times. Furthermore, such devices cannot provide long-term spraying and with the exception of some devices, the pressure does not remain constant during a delivery cycle. Thus, although with such devices, fine atomization can be used during the start of a delivery cycle, at the end thereof, the pressure 20 decreases rapidly, causing coarser or large droplets in the delivered flow of material.

Er doen zich vele andere moeilijkheden voor bij de bestaande, door aandrijfmiddel bediende, aerosol afgifte-inrichtingen en eveneens bij inrichtingen bediend door middel van een pomp 25 of trekker. Wanneer bijv. chemische aandrijfmiddelen worden gebruikt kan het afgegeven produkt koud aanvoelen op de huid van de gebruiker en het ontwerp en de constructie van de houders wordt:: bepaald door de druk waaraan deze weerstand moeten biesden. Anderzijds zijn bepaalde, met de hand bediende pomp- en 30 trekkerinrichtingen niet in staat om een voldoende druk te ver-'schaffen voor het verkrijgen van een fijne mist of een geschikte ]verstuiving voor het gebruik van vele produkten, zoals produk-I ten voor de persoonlijke verzorging , nl. cosmetica, haar-!sproeimiddelen en dergelijke, terwijl de duur van de versproeiing . 35 |JLn vele gevallen beperkt wordt door de lengte van de slag van l _____- ------------- ------------------ .... ---------* 7905879 -3 - r· Ή de pomp of de trekker.Many other difficulties arise with the existing propellant operated aerosol delivery devices and also with devices operated by a pump or trigger. For example, when chemical propellants are used, the dispensed product may feel cold on the user's skin and the design and construction of the containers is determined by the pressure at which these resistors must bend. On the other hand, certain hand-operated pump and tractor devices are unable to provide sufficient pressure to obtain a fine mist or a suitable spray for the use of many products, such as products for personal care, namely cosmetics, hair sprays and the like, while the duration of the spray. 35 | JLn is limited in many cases by the length of the stroke of l _____- ------------- ------------------ .. .. --------- * 7905879 -3 - r · Ή the pump or the tractor.

De Amerikaanse octrooischriften 3.761.022 en 3.921.861 tonen enkele voorbeelden van de tot nu toe gedane pogingen de bovengenoemde moeilijkheden op te lossen. Verdere octrooi-5 schriften, die verschillende benaderingen aangeven voor het op lossen van de bovengenoemde moeilijkheden, zijn de Amerikaanse octrooischriften 3.746.260; 3.777.945; 3.790.034;,3.799.448;en 3.865.313 en het Duitse octrooischrift 2.315.467.U.S. Pat. Nos. 3,761,022 and 3,921,861 show some examples of efforts made hitherto to overcome the above-mentioned difficulties. Further patents, which indicate different approaches to solving the above difficulties, are U.S. Pat. Nos. 3,746,260; 3,777,945; 3,790,034, 3,799,448, and 3,865,313 and German Patent 2,315,467.

Al deze octrooischriften beschrijven inrichtingen die bij-10 zonder duur zijn en moeilijk te vervaardigen en/of die geen voldoende druk leveren voor het gewenste verstuivingspatroon en/of die geen voldoende duur van de verstuiving opleveren en/ of waarbij de gebruiker een vermoeide vinger krijgt en geen goede richting van de verstuiving kan worden verkregen bij 15 het gebruik van de inrichting.All of these patents describe devices that are inexpensive and difficult to manufacture and / or that do not provide sufficient pressure for the desired sputtering pattern and / or that do not provide a sufficient sputtering duration and / or where the user gets a tired finger and no good direction of the spray can be obtained when using the device.

De onderhavige uitvinding verschaft nu een constructie waardoor de bovengenoemde moeilijkheden, betrekking hebbend op de duur van de versproeiing en de druk, worden opgeheven, terwijl de inrichting toch economisch te vervaardigen is en 20 gemakkelijk in het gebruik. Verder kan de inrichting volgens de onderhavige uitvinding worden vervaardigd uit in de natuur af te breken materiaal of uit goedkoop recirculeerbaar aluminium. In principe kan zowel de inrichting als de daarmee ver-vonden houder worden vervaardigd uit goedkoop, recirculeerbaar 25 aluminium.The present invention now provides a construction by which the aforementioned difficulties relating to the duration of the spraying and the pressure are eliminated, while the device is still economical to manufacture and easy to use. Furthermore, the device according to the present invention can be made from material that can be broken down in nature or from inexpensive recyclable aluminum. In principle, both the device and the container found therewith can be manufactured from inexpensive, recyclable aluminum.

Het doel van de uitvinding is daarom het verschaffen van een economisch en gemakkelijk te vervaardigen afgifte-inrich-ting voor de afgifte van een groot aantal produkten onder een voldoende druk, voor het verkrijgen van een fijne verstuiving 30 daarvan.The object of the invention is therefore to provide an economical and easy-to-manufacture dispensing device for dispensing a large number of products under sufficient pressure to obtain a fine atomization thereof.

»»

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een aerosol afgifte-inrichting waarbij geen gebruik wordt gemaakt van chemische aandrijfmiddelen voor het verkrijgen van ,een verstuiving onder druk van het produkt, terwijl toch een i 35 >lange duur van de verstuiving wordt verkregen bij een hoge 790 58 79 - 4 - verstuivingsdruk.A further object of the invention is to provide an aerosol dispenser which does not use chemical propellants to obtain a pressurized spray of the product, while still providing a long spray duration at a high 790 58 79 - 4 atomizing pressure.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een aerosol afgifte-inrichting waarbij gebruik wordt gemaakt van mechanische middelen om het af te geven produkt onder 5 druk te brengen, waarbij elk geschikt en gewenst materiaal kan worden gebruikt voor het vervaardigen van de houder voor het produkt en de houder kan worden vervaardigd in elke gewenste vorm zonder dat daarbij moet worden gelet op de sterkte of de # structurele eisen voor het onder druk brengen van de houder, 10 zoals dit noodzakelijk is bij de tot nu toe bekende inrichtingen werkend met chemische aandrijfmiddelen.A further object of the invention is to provide an aerosol dispenser using mechanical means to pressurize the product to be dispensed, using any suitable and desired material for manufacturing the container for the product and container can be manufactured in any desired shape without regard to the strength or structural requirements for pressurizing the container, as is necessary in the hitherto known chemical chemical devices drive means.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een mechanisch bediende afgifte-inrichting, waarmee een aanmerkelijke duur van de hoge druk verstuiving kan worden bereikt, 15 terwijl de afgifte-inrichting zelf geschikt is om te worden aangebracht op hetzij een nieuwe of bestaande houder.A further object of the invention is to provide a mechanically operated dispensing device capable of achieving a significant duration of the high pressure atomization, while the dispensing device itself is suitable for application to either a new or existing container .

Nog een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een aerosol afgifte-inrichting waarbij geen gebruik wordt gemaakt van chemische aandrijfmiddelen voor het verkrijgen 20 van een onder druk staande afvoer van het produkt, terwijl de' afgifte-inrichting kan worden aangepast op alle bekende zulgeren aerosol vulleidingen.Yet a further object of the invention is to provide an aerosol dispenser that does not use chemical propellants to provide pressurized discharge of the product, while the dispenser can be adapted to all known will aerosol fill lines.

Nog een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een aerosol afgifte-inrichting waarmee een hogedruk ver-25 stuiving van het produkt gedurende lange tijd kan worden verkregen en waarbij voldaan wordt aan alle eisen die kunnen worden gesteld aan dergelijke afgifte-inrichtingen.Yet a further object of the invention is to provide an aerosol dispenser with which a high-pressure spray of the product can be obtained for a long time and which meets all the requirements that can be imposed on such dispensers.

Nog een verder doel van de uitvinding is het Verschaffen ( van een aerosol afgifte-inrichting waarmee een hogedruk ver-20 j stuiving van het produkt gedurende lange tijd kan worden ver-; kregen en waarbij geen metalen onderdelen worden gebruikt bij , de vervaardiging van de afgifte-inrichting.Yet a further object of the invention is to provide (an aerosol dispenser with which a high-pressure spray of the product can be obtained for a long time and wherein no metal parts are used in the manufacture of the delivery device.

i Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van ; en aerosol afgifte-inrichting, die volledig kan worden ver-35 ï_vaardigd uit in de natuur af te breken materiaal en die indien 790 5 8 79 ♦ 1 - 5 - gewenst kan worden verbrand.A further object of the invention is to provide; and an aerosol dispenser, which can be completely manufactured from material that can be broken down in nature and which can be burned if desired.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een aerosol afgifte-inrichting voor het gedurende lange tijd onder druk afgeven van een produkt, wélke inrichting zodanig 5 is vervaardigd, dat het onder druk staande produkt daarin ge leidelijk teruglékt in de houder, zodat de inrichting niet met produkt kan worden gevuld en daarna onbewaakt kan blijven staan voor een volgende ongewenste afvoer zoals door een kind of dergelijke.A further object of the invention is to provide an aerosol dispensing device for dispensing a product under pressure for a long time, which device is manufactured in such a way that the pressurized product therein gradually returns into the container, so that the device cannot be filled with product and can then remain unattended for a subsequent undesired discharge, such as by a child or the like.

10 Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een aerosol afgifte-inrichting waarbij de vorm van de verstuiving niet wordt beïnvloed door de stand van de inrichting.A further object of the invention is to provide an aerosol delivery device in which the shape of the spray is not affected by the position of the device.

Verder doeleinden van de uitvinding zullen nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van uitvoerings-15 vormen van de inrichting volgens de uitvinding, weergegeven in de tekening, waarin : fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een houder voorzien van een afgifte-inrichting volgens de uitvinding; fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont van de verschil-20 lende uit elkaar genomen delen van de inrichting volgens de uitvinding? fig. 3 een zijaanzicht toont van de inrichting van fig. 2; fig. 4 een doorsnede toont, op vergrote schaal, van de inrichting van fig. 2;Further objects of the invention will be further elucidated with reference to the description of embodiments of the device according to the invention, shown in the drawing, in which: fig. 1 shows a perspective view of a container provided with a dispensing device according to the invention; fig. 2 shows a perspective view of the different disassembled parts of the device according to the invention? Fig. 3 shows a side view of the device of Fig. 2; FIG. 4 is an enlarged sectional view of the device of FIG. 2;

25 fig. 5 en 6 doorsneden tonen volgens resp. de lijn V-VFig. 5 and 6 show cross sections according to respectively. the line V-V

en VI-VI van fig. 4? fig. 7 een doorsnede toont, op vergrote schaal, over een afvoerklep, volgens de lijn VII-VII van fig. 6; fig. 8 een doorsnede toont, op vergrote schaal, over de 30 drukontlastklep volgens de lijn VIII-VIII van fig. 6; fig. 9 een doorsnede toont volgens de lijn IX-IX van fig.and VI-VI of fig. 4? FIG. 7 is an enlarged sectional view through a drain valve taken along line VII-VII of FIG. 6; FIG. 8 is an enlarged cross-sectional view of the pressure relief valve taken along line VIII-VIII of FIG. 6; fig. 9 shows a section according to the line IX-IX of fig.

5? fig. 10 een aanzicht toont, op vergrote schaal, van het ; verzamelorgaan gebruikt bij de inrichting volgens de onder-35 havige uitvinding ; i 7905879 - 6 - fig. 11, 12 en 13 resp. een zij- boven- en onderaanzicht tonen van het orgaan van fig. 10; fig. 14 een doorsnede toont volgens de lijn XIV-XIV van fig. 11; 5 fig. 15 een doorsnede toont, op vergrote schaal, van dat deel dat in fig. 10 met de cirkel XV is aangeduid; fig. 16 een perspectivisch aanzicht toont van de uit el- .1 kaar genomen delen van een gewijzigde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens c,a uitvinding, waarbij aanvullende onderde-10 len zijn toegepast voor het verkrijgen van een positieve sluiting aan het einde van een afgiftecyclus; fig. 17 een doorsnede en gedeeltelijk aanzicht toont van de inrichting van fig. 16; fig. 18 een doorsnede toont volgens de lijn XVIII-XVIII 15 van fig. 17; fig. 19 een onderaanzicht toont van het curve element van de handbediening, gebruikt bij de afgifte-inrichting volgens de uitvinding; fig. 20 een perspectivisch aanzicht toont van de uit el-20 kaar genomen delen van een derde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij een andere opstelling van veren en kleppen is gebruikt; fig. 21 een doorsnede toont over de inrichting van fig. 20; fig. 22 een doorsnede toont volgens de lijn XXIÏ-XXII 25 van fig, 21; fig. 23 een gedeeltelijk bovenaanzicht toont van de bedieningsinrichting van de afgifte-inrichting van fig. 21 en wel van een deel van de curvebaan en de zuigers in de bijbehorende cilinders van het verzamelorgaan ; 30 ; fig. 24 een doorsnede toont over het verzamelorgaan, de5? Fig. 10 shows an enlarged view of the; collecting member used in the device according to the present invention; 7905879-6 - fig. 11, 12 and 13 resp. show a side top and bottom view of the member of Fig. 10; FIG. 14 is a section on line XIV-XIV of FIG. 11; Fig. 15 shows a section, on an enlarged scale, of that part which is indicated by circle XV in Fig. 10; Fig. 16 shows a perspective view of the disassembled parts of a modified embodiment of the device according to c, a invention, in which additional parts have been used to obtain a positive closure at the end of a delivery cycle; Fig. 17 shows a sectional and partial view of the device of Fig. 16; Fig. 18 shows a section along the line XVIII-XVIII 15 of Fig. 17; Fig. 19 shows a bottom view of the curve element of the hand control used in the dispensing device according to the invention; Fig. 20 shows a perspective view of the disassembled parts of a third embodiment of the device according to the invention, using a different arrangement of springs and valves; fig. 21 shows a cross section of the device of fig. 20; Fig. 22 shows a section along line XXII-XXII 25 of Fig. 21; FIG. 23 is a partial plan view of the actuator of the dispenser of FIG. 21 of a portion of the cam track and the pistons in the associated cylinders of the collector; 30; fig. 24 shows a cross-section over the collecting member, the

:vasthouder en de expandeerbare balg, volgens de lijnXXTV-XXSV: retainer and expandable bellows, along line XXTV-XXSV

:van fig. 21; 5 i fig. 25 een doorsnede toont, op vergrote schaal, over een i ;beluchtingsklep volgens de lijn XXV-XXV van fig. 24; 35 j fig. 26 een doorsnede toont, op vergrote schaal, van een }— i___.______ 7905879 ' k -7 - eerste uitvoeringsvorm van een drukontlastklep volgens de lijn XXVI-XXVI van fig. 24; fig. 27 een doorsnede toont overeenkomstig fig. 26 maar van een gewijzigde drukontlastklep; 5 fig. 28 een doorsnede toont over een deel van het verza- melorgaan, de houder en de expandeerbare balg met dé laatste in geëxpandeerde toestand; fig. 29 een doorsnede toont overeenkomstig fig.28 maar met de balg in over·geëxpandeerde toestand, met de drukontlast- 10 klep geopend; fig. 30 een zijaanzicht toont van een deel van de afgifte-inrichting en wel van dat deel dat beschadiging en bediening door kinderen moet voorkomen en dat is verbonden met de kop of kap van de inrichting; 15 fig. 31 een gedeeltelijke doorsnede toont volgens de lijn XXXI-XXXI van fig. 30, waarbij de lip ter voorkoming van beschadiging zich in de werkzame stand bevindt als aangegeven met de getrokken lijn en is verwijderd in de stand als aangegeven met^streepstippellijn; 20 fig. 32 een perspectivisch aanzicht toont van een gewij zigde klepsteel en veerinrichting, voor gebruik bij verschillende uitvoeringsvormen van de uitvinding.: from fig. 21; Fig. 25 shows a cross-section, on an enlarged scale, over an aeration valve along the line XXV-XXV of Fig. 24; Fig. 26 shows a cross-section, on an enlarged scale, of a first embodiment of a pressure relief valve along the line XXVI-XXVI of Fig. 24; FIG. 27 is a sectional view similar to FIG. 26, but of a modified pressure relief valve; Fig. 28 shows a cross-section of a part of the collecting member, the holder and the expandable bellows with the latter in the expanded state; FIG. 29 is a sectional view similar to FIG. 28 but with the bellows in an expanded state, with the pressure relief valve open; Fig. 30 shows a side view of a part of the dispensing device, namely that part which is to prevent damage and operation by children and which is connected to the head or cap of the device; Fig. 31 is a partial sectional view taken on the line XXXI-XXXI of Fig. 30, with the damage prevention tab being in the operative position as shown by the solid line and removed in the position as shown by dashed line; Fig. 32 shows a perspective view of a modified valve stem and spring device for use in various embodiments of the invention.

In de tekening zijn overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. Een houder C is voorzien 25 van een afgifte-inrichting D met een draaibaar bedieningselement A en met een afgiftekop H daarop.In the drawing, corresponding parts are designated with the same reference numerals. A container C is provided with a dispensing device D with a rotatable operating element A and with a dispensing head H thereon.

Zoals blijkt uit fig. 2 omvat de afgifte-inrichting D slechts elf onderdelen: de kop H, een klepbedieningssteel S; een gecombineerde veer en vasthouder SR; een kleppakking G; 30 . een draaibaar bedieningselement of nok A; een uit één stuk be staand verzamelorgaan M; zuigers P; een balg B; een balgvast-houder R eneen dompelbuis T. Al deze onderdelen kunnen worden ;vervaardigd uit niet-metallische materialen, zoals rubber en/ •of kunststof indien dit gewenst is en zij kunnen worden ver- t 35 :vaardigd door spuit- of blaasgieten of door mechanische be- ï 790 5 8 79 -8- werking al naar dat dit gewenst is.As shown in Fig. 2, the dispenser D comprises only eleven parts: the head H, a valve actuating stem S; a combined spring and retainer SR; a valve gasket G; 30. a rotatable control element or cam A; a one-piece collector M; pistons P; a bellows B; a bellows retainer R and an immersion tube T. All of these parts can be made of non-metallic materials such as rubber and / or plastic if desired and they can be manufactured by injection or blow molding or by mechanical operation as desired.

De afzonderlijke, op geschikte wijze vervaardigde onderdelen van de afgifte-inrlchting· D als boven aangegeven, kunnen verder worden beschouwd als omvattende vier basissamenstellen,.The separate suitably manufactured parts of the delivery device D as indicated above may further be considered as comprising four basic assemblies.

5 namelijk! een afvoerkopsamenstel 10 bestaande uit de kop H, de steel S, de veer/vasthouder SR en de afvoerkleppakking G; een bedieningssamenstel 20 bestaande uit het curve-element A; een vulkamersamenstel 30 bestaande uit het.verzamelorgaan M en de zuigers P; en een verzamelkamersamenstel 40 bestaande 10 uit de expandeerbare balg B , de balgvasthouder R en de dompel-buis T.5 namely! a discharge head assembly 10 consisting of the head H, the stem S, the spring / retainer SR and the discharge valve gasket G; an operating assembly 20 consisting of the curve element A; a filling chamber assembly 30 consisting of the collecting member M and the pistons P; and a collection chamber assembly 40 consisting of the expandable bellows B, the bellows retainer R and the dip tube T.

Het vulkamersamenstel 30 en meer in het bijzonder het verzamelorgaan M, omvat het basisframe waaraan de verdere onderdelen worden vastgezet. Het verzamelorgaan M omvat daartoe 15 een centraal deel 50 met daarop aangebrachte eerste en tweede cilinders 51 resp. 52, waarin de zuigers P heen en weer kunnen worden verplaatst, welke zuigers de vulmiddelen vormen. Een radiaal vergrote, ongeveer cirkelvormige wand 53 is aangebracht op het bodemeinde van het centrale deel 50 en voorzien van een 20 naar beneden toe stekende mantel 54 langs de omtrek daarvan, met eerste en tweede axiaal op afstand van elkaar staande en radiaal naar binnen toe stekende ribben 55 en 56. Zoals blijkt uit de figuren 4 en 5 is de rib 55 bestemd om samen te werken met de balgvasthouder R , om de balgvasthouder op zijn plaats 25 in de mantel 54 vast te houden, terwijl de rib 56 samen kan werken met een complementair onderdeel van een houder C, om het verzamelorgaan en daardoor de afgifte-inrichting D op de houder vast te zetten.The filling chamber assembly 30, and more particularly the collecting member M, comprises the base frame to which the further parts are fixed. For this purpose, the collecting member M comprises a central part 50 with first and second cylinders 51 and 5 mounted thereon. 52, in which the pistons P can be moved back and forth, which pistons form the fillers. A radially enlarged, approximately circular wall 53 is provided on the bottom end of the central portion 50 and provided with a downwardly projecting sheath 54 along its periphery, with first and second axially spaced and radially inwardly projecting ribs 55 and 56. As shown in Figures 4 and 5, the rib 55 is designed to cooperate with the bellows retainer R to retain the bellows retainer in place in the jacket 54, while the rib 56 can cooperate with a complementary part of a container C for securing the collecting member and thereby the dispenser D on the container.

Zoals in het bijzonder blijkt uit de figuren 4 en 13 is 30 .een zich radiaal uitstrekkend kanaal 57 gevormd in de onderzijde van de bodemwand 53. Bij zijn radiaal binneneinde staat dit 'kanaal in verbinding met een axiaal lopend kanaal 58 en bij zijn radiaal buiteneinde.met een vergrote kamer of klepuitspa-.ring 59. Het vulkanaal 58 staat bij zijn boveneinde in verbinding 35 ;met het midden van de kamer gevormd door de cilinders 51 en 52.As is particularly apparent from Figures 4 and 13, a radially extending channel 57 is formed in the underside of the bottom wall 53. At its radial inner end, this channel communicates with an axially running channel 58 and at its radial outer end with an enlarged chamber or valve recess ring 59. The fill channel 58 communicates at its top end 35 with the center of the chamber formed by the cylinders 51 and 52.

L------—----r—--——-: 7905879 - 9 -L ------—---- r —--——-: 7905879 - 9 -

Een axiaal lopend afvoerkanaal 60 is aangebracht in het centrale deel 50 van het verzamelorgaan M en loopt bij zijn boveneinde door het onderoppervlak van de bodemwand 53 heen en staat bij zijn ondereinde in verbinding met een radiale üit-5 sparing 61, gevormd in de onderzijde van de bodemwand 53 van het verzamelorgaan M. Het boveneinde van het kanaal 60 loopt door het boveneinde van-het verzamelorgaan heen.An axially running drain channel 60 is disposed in the central portion 50 of the collector M and extends at its upper end through the lower surface of the bottom wall 53 and communicates at its lower end with a radial outlet 61 formed in the bottom of the bottom wall 53 of the collecting member M. The top end of the channel 60 extends through the top end of the collecting member.

Bij zijn ondereinde staat het afvoerkanaal 60 eveneens in verbinding met het ene einde van een gebogen kanaal 62, ge-10 vormd in het onderoppervlak van de bodemwand 53 van het verzamelorgaan, terwijl het andere einde van het gebogen kanaal 62 in verbinding staat met een cirkelvormige uitsparing 63, aangebracht in het onderoppervlak van de wand 53.At its bottom end, the discharge channel 60 also communicates with one end of a curved channel 62 formed in the bottom surface of the bottom wall 53 of the collector, while the other end of the curved channel 62 communicates with a circular recess 63 provided in the bottom surface of the wall 53.

Een naar beneden toe stekend verdikt deel 64 is aangebracht 15 op de onderzijde van de wand 53 tussen de kanalen 58 en 60 en het verdikte deel 64 heeft in dwarsdoorsnede ongeveer de vorm van een zandloper.A downwardly thickened portion 64 is provided on the underside of the wall 53 between channels 58 and 60 and the thickened portion 64 is approximately hourglass in cross section.

Een naar boven toe stekende ongeveer cilindrische bovenconstructie 65 is aangebracht op het boveneinde van het cen-20 trale deel 50 van het verzamelorgaan en is voorzien van een open boveneinde, waarin een paar in hoofdzaak diametraal tegenover elkaar aangebrachte gebogen uitsparingen 66 en 67 zijn gevormd. Een verder paar uitsparingen of insnijdingen 68 en 69 is gevormd in de bovenconstructie 65 bij zijn onder-25 einde aan diametraal tegenover elkaar liggende zijden ervan en bij voorkeur aan dezelfde zijde van de bovenconstructie als de insnijdingen 66 en 67, hoewel de insnijdingen 68 en 69 over 90° verplaatstkunnen worden ten opzichte van de insnijdingen 66 en 67.An upwardly projecting approximately cylindrical superstructure 65 is mounted on the top end of the central portion 50 of the collector and includes an open top end in which a pair of substantially diametrically opposed curved recesses 66 and 67 are formed. A further pair of recesses or cuts 68 and 69 are formed in the superstructure 65 at its bottom end on diametrically opposed sides thereof and preferably on the same side of the superstructure as the cuts 66 and 67, although the cuts 68 and 69 can be moved through 90 ° with respect to cuts 66 and 67.

30 Een serie ringvormige ribben en kanalen 70 en 71 zijn aan gebracht op het inwendige oppervlak van de bovenconstructie ;65 bij zijn ondereinde en het inwendige bodemeinde van de bogenconstructie wordt gevormd door een plat, naar boven toe ) 1 gericht oppervlak 72. Het buitenste bodemvlak van de boven-35 jconstructie 65 levert een ringvormige, naar beneden toe ge- 7905879 - 10- rich te kraag 73.A series of annular ribs and channels 70 and 71 are provided on the interior surface of the superstructure, 65 at its lower end and the interior bottom end of the arcs construction is formed by a flat, upwardly facing surface 72. The outer bottom surface of the superstructure 65 provides an annular collar 73, which is downwardly oriented 7905879-10.

Het centrale deel van het bodemoppervlak 72 van de bovenconstructie is uitgehold waardoor een kamer 74 wordt gevormd en het axiale kanaal 60 staat hiermee in verbinding via een 5 kort zijdelings lopend kanaal 75, dat zich bevindt tussen het boveneinde van het axiale kanaal 60 en de kamer 74.The central portion of the bottom surface 72 of the superstructure is hollowed to form a chamber 74 and the axial channel 60 communicates with it through a short lateral channel 75 located between the upper end of the axial channel 60 and the chamber 74.

Het afvoerkopsamenstel 10 is samengesteld door het ondereinde 76 van de steel S te voeren door de centrale opening 77 aangebracht in het veervasthoudelement SR, terwijl de klep-10 pakking G aangebracht wordt over het ondereinde van de steel onder het veer/vasthoudelement SR. Het ondereinde van de steel S is voorzien van een ringvormig kanaal 78 van waaraf radiale kanalen 79 zich naar binnen toe uitstrekken naar een langgerekt kanaal 80, dat naar boven toe loopt door de steel S heen 15 en uitmondt bij het boveneinde daarvan, De steel heeft een radiaal vergrote ringvormige kraag of flens 81, ongeveer halverwege tussen het boven- en het ondereinde ervan en wanneer de steel S, de veer/vasthouder SR en de kleppakking G worden geassembleerd zoals boven beschreven, zal de flens 81 naar 20 boven toe op afstand liggen van het element SR wanneer de kleppakking G aangebracht wordt tegen de onderzijde van het element SR. Het veer/vasthoudelement SR is voorzien van een paar integraal ermee gevormde, veerkrachtige, naar hoven toe stekende en diametraal tegenover elkaar liggende veerelementen 25 82 en 83, die boven het bovenoppervlak van het element SR uit steken en aanligggen tegen de onderzijde van de flens 81 van de steel S, zodat de steel S naar boven toe wordt gedrukt en de kleppakking G. vlak aangedrukt wordt tegen de onderzijde van het element SR, Wanneer de onderdelen zich in deze stand be-The discharge head assembly 10 is assembled by passing the lower end 76 of the stem S through the central opening 77 provided in the spring retaining element SR, while the valve gasket G is placed over the lower end of the stem below the spring / retaining element SR. The lower end of the stem S is provided with an annular channel 78 from which radial channels 79 extend inwardly to an elongated channel 80, which extends upwardly through the stem S and debouches at the upper end thereof. a radially enlarged annular collar or flange 81 approximately halfway between its top and bottom ends and when the stem S, the spring / retainer SR and the valve gasket G are assembled as described above, the flange 81 will be spaced upwardly of the element SR when the valve gasket G is fitted against the underside of the element SR. The spring / retaining member SR includes a pair of integrally resilient, upwardly projecting and diametrically opposed spring members 25 82 and 83 projecting above the top surface of the member SR and abutting the underside of the flange 81 of the stem S, so that the stem S is pressed upwards and the valve gasket G. is pressed flat against the underside of the element SR, When the parts are in this position

.. . I... I

30 Ivinden zal het binnenste ringvormige oppervlak van de klep-!pakking G nauw opgenoraen zijn in het kanaal 78 voor het afsluiten van de radiale kanalen 79.Inwardly, the inner annular surface of the valve gasket G will be closely incorporated into the channel 78 to seal the radial channels 79.

| Het buitenste cilindrische oppervlak van het element SR jis voorzien van een aantal ribben en kanalen 84 en 85, die i 35 |complementair zijn ten opzichte van de ribben en kanalen 70 i ï-----*------- ---—---- 7905879 * -lien 71 op het binnenoppervlak van de bovenconstructie 65. Wanneer het samenstel van klepsteel, veer/vasthouder en kleppak-king aangebracht wordt in het open boveneinde van de bovenconstructie zullen de in elkaar grijpende ribben en kanalen 5 70,71 en 84,85 de onderdelen in de geassembleerde toestand houden met de kleppakking G vastgeklemd tussen de onderzijde ^an de veer/vasthouder SR en met het oppervlak 72 bij de bodem van de cilindrische bovenconstructie 65.| The outer cylindrical surface of the element SR j is provided with a number of ribs and channels 84 and 85, which are complementary to the ribs and channels 70 i ï ----- * ------- - --—---- 7905879 * -lien 71 on the inner surface of the superstructure 65. When the valve stem, spring / retainer and valve gasket assembly is installed in the open top end of the superstructure, the interlocking ribs and channels 70,71 and 84,85 hold the parts in the assembled state with the valve gasket G clamped between the bottom of the spring / retainer SR and with the surface 72 at the bottom of the cylindrical superstructure 65.

De kop H is voorzien van een paar naar buiten toe stekende 10 ribben 86 en 87, die vallen in de uitsparingen 68 en 69 in de bovenconstructie 65 wanneer de kop H naar beneden toe wordt gedrukt in het open boveneinde van de vonstructie 65, Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 4 is de kop H voorzien van een naar beneden toe gerichte cilindrische naaf 88 waarin het 15 boveneinde van de steel S wordt opgenomen, terwijl het bovenste binneinde van de naaf - 88 bij 89 is weggesneden zodat bij het boveneinde van de steel een vrije ruimte ontstaat waardoor produkt dat naar boven toe stroomt via het afvoerkanaal 80 in de steel via het uitgesneden deel 89 kan stromen naar het 20 mondstuk 90 voor de afvoer van het produkt.The head H includes a pair of outwardly projecting ribs 86 and 87 which fall into the recesses 68 and 69 in the superstructure 65 when the head H is pressed down into the open top end of the spark assembly 65, As in In particular, as shown in FIG. 4, the head H is provided with a downwardly directed cylindrical hub 88 in which the upper end of the stem S is received, while the upper inner end of the hub - 88 is cut at 89 so that at the upper end of the stem creates a free space through which product which flows upwards via the discharge channel 80 in the stem can flow via the cut-out part 89 to the nozzle 90 for the discharge of the product.

De expandeerbare balg B van het verzamelkamersamenstel 40 omvat een uit een deel bestaand, geïntegreerd expandeerbaar reservoir 91 en een in hoofdzaak schijfvormige klepplaat of schijf 92. Het expandeerbare reservoir 91 is excentrisch aan-25 gebracht ten opzichte van de schijf 92 en is bij zijn boveneinde 93 open via de klepschijf 92. Een in hoofdzaak half cirkelvormige rib 94 vormt êën geheel met de schijf 92 en steekt gedeeltelijk in het open boveneinde 93 van het expandeerbare reservoir 91. Zoals blijkt uit de figuren 4,5 en 6 zal in sa-30 , mengestelde toestand het verdikte deel 64 van het verzamelor- gaan M naar beneden toe steken in het open boveneinde 93 van het reservoir 91 en de rib 94 steekt in de holte aan de ene jzijde van het verdikte deel 64 (zie fig. 6). Verder is een \ gebogen in hoofdzaak halfcirkelvormige sleuf 95 aangebracht 35 in de klepschijf 92 nabij de buitenomtrek ervan op een zoda- 79058 79 -12- nige plaats dat hij samenvalt met het ondersneden deel of wel; de holte 59 in de bodemwand 53 van het verzamelorgaan M en de sleuf vormt een kleplip 96. De lippen 94 en 96 vormen terugslagkleppen, die dienen voor het regelenrvan de stroming van-5 , af de houder naar de cilinders 51 en 52 tijdens een aanzuig- slag en vanaf de cilinders 51 en 52 naar het expandeerbare reservoir 91 bij een compressieslag van de zuigers.The expandable bellows B of the collection chamber assembly 40 includes a one-piece, integrated expandable reservoir 91 and a substantially disc-shaped valve plate or disc 92. The expandable reservoir 91 is eccentrically mounted with the disc 92 and is at its top end 93 open via the valve disc 92. A substantially semicircular rib 94 forms one piece with the disc 92 and partially inserts into the open top end 93 of the expandable reservoir 91. As will be seen from Figures 4.5 and 6, in conjunction with In the assembled state, insert the thickened portion 64 of the collector M downwardly into the open top end 93 of the reservoir 91 and the rib 94 inserts into the cavity on one side of the thickened portion 64 (see FIG. 6). Furthermore, a curved substantially semicircular slot 95 is provided in the valve disc 92 near its outer circumference at a location such that it coincides with the undercut portion; the cavity 59 in the bottom wall 53 of the collector M and the slot forms a valve lip 96. The lips 94 and 96 form check valves which serve to control the flow of -5 from the container to the cylinders 51 and 52 during a suction stroke and from the cylinders 51 and 52 to the expandable reservoir 91 at a compression stroke of the pistons.

De klepschijf 92 heeft eveneens een verdikt deel 97 waarin een opening 98 is gevormd voor het verkrijgen van een overdruk-10 ontlastklep, die samenvalt met het ondersneden deel 63 en met het kanaal 62 wanneer de delen worden geassembleerd (zie fig. 8).The valve disc 92 also has a thickened portion 97 in which an opening 98 is formed to obtain an overpressure relief valve, which coincides with the undercut portion 63 and with the channel 62 when the portions are assembled (see FIG. 8).

De balg B wordt ten opzichte van het verzamelorgaan vastgehouden door middel van de vasthouder R en, zoals het duide-15 lijkst blijkt uit de figuren 4 en 5, is de vasthouder voorzien van een radiaal naar buiten toe stekende flens 99, die valt achter de rib 55 in de cilindrische mantel 54 van het verzamelorgaan M. De vasthouder R heeft een excentrisch aangebrachté opening 100 waardoorheen het expandeerbare reservoir 91 vast 20 wordt opgenomen, terwijl een naar boven toe gerichte ringvormige rib of lip 101 wordt gevormd op de. vasthouder R rond de opening 100 om samen te werken met een kanaal, verkregen door een complementair gevormde, naar beneden toe stekende rib of lip 102 op de onderzijde van de klepschijf 92, concentrisch 25 ten opzichte van het expandeerbare reservoir 91, waardoor een blokkerend effect wordt verkregen tussen de vasthouder en het expandeerbare reservoir. Verder dient hierbij het verdikte deel 64 als een inwendig verstijvingselement of aanslag, wel-j ke samenwerkt met de opening 100 van de vasthouder R, voor het 30 | ondersteunen van het materiaal van de balg B, zodat verplaat- » sing van de balg wordt voorkomen wanneer deze wordt gevuld met I onder druk gebracht materiaal.The bellows B is held relative to the collector by means of the retainer R and, as is most apparent from Figures 4 and 5, the retainer is provided with a radially outwardly projecting flange 99, which falls behind the rib 55 in the cylindrical shell 54 of the collecting member M. The retainer R has an eccentrically arranged opening 100 through which the expandable reservoir 91 is fixedly received, while an upwardly directed annular rib or lip 101 is formed on the. retainer R around the opening 100 to cooperate with a channel obtained by a complementary shaped downwardly extending rib or lip 102 on the underside of the valve disc 92 concentric with the expandable reservoir 91, thereby providing a blocking effect is obtained between the retainer and the expandable reservoir. Furthermore, the thickened part 64 serves as an internal stiffening element or stop, which cooperates with the opening 100 of the retainer R, for the purpose of supporting the material of the bellows B, so that displacement of the bellows is prevented when it is filled with pressurized material.

| Een naar benden toe stekend deel 103 is aangebracht op de i j onderzijde van de vasthouder R zijdelings ten opzichte van de * 35 'opening 100 en voorzien van een holte 104 voor het opnemen 1_____,_____._; 790 58 79 - 13- van het boveneinde van de buis T. Een axiaal lopend kanaal 105 staat in verbinding met het boveneinde van de holte 104 en dus met de buis T en de stroming daar doorheen word geregeld door de klep 96.| A downwardly projecting portion 103 is disposed on the underside of the retainer R laterally to the * 35 'opening 100 and having a recess 104 for receiving 1 _____, _____._; 790 58 79-13 of the top end of the tube T. An axially running channel 105 communicates with the top end of the cavity 104 and thus with the tube T and the flow therethrough is controlled by the valve 96.

5 Zoals blijkt uit fig. 8 is de overdrukontlastklep 97,98 zodanig aangebracht dat hij naar beneden toe kan worden gedrukt wanneer de druk in het kanaal 62 en de holte 63 stijgt boven een vooraf bepaalde waarde. Om het mogelijk te maken dat de klep op deze wijze naar beneden toe beweegt, is de vasthou-der R voorzien van een uitsparing 106. Een kanaal 107.is aangebracht in de vasthouder R en staat in verbinding met de uitsparing 106, zodat materiaal dat via de overdrukontlastklep wordt afgevoerd terugkeert naar de houder.As can be seen from Figure 8, the relief valve 97.98 is arranged so that it can be pressed down when the pressure in the channel 62 and the cavity 63 rises above a predetermined value. To allow the valve to move downward in this manner, the retainer R is provided with a recess 106. A channel 107 is provided in the retainer R and communicates with the recess 106 so that material is discharged via the pressure relief valve and returns to the container.

Zoals weergegeven in fig. 7 is eveneens een opening 109 15 aangebracht in de klepschijf 92, op een plaats op afstand liggend van de kleppen 97,98 en 95 en deze opening dient voor het toelaten van lucht naar het inwendige van de houder om het daaruit afgevoerd produkt te vervangen . Tot dit doel is een opening 108 aangebracht in de bodemwand 53 van het verzamel-20 orgaan M en wel versprongen ten opzichte van de opening 109 door de klepschijf 92, terwijl een uitsparing 110 is aangebracht in de vasthouder R onder de klepschijf 92 in lijn met de openingen 108 en 109, terwijl vanaf de uitsparing 110 een kanaal 111 loopt naar het inwendige van de houder C. Wanneer nu materiaal uit de houder door de afgifte-inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt afgevoerd en de druk in de houder daalt tot onder de atmosferische druk, zal de klepschijf 92 naar benden toe worden gedrukt in de uitsparing 110, waardoor de openingen 108 en 109 in verbinding met elkaar 30 s komen en lucht naar het inwendige van de houder wordt toegevoerd via de openingen 108,109 en 111.As shown in Fig. 7, an opening 109 is also provided in the valve disc 92 spaced from the valves 97, 98 and 95 and this opening serves to allow air to enter the interior of the container therefrom replace waste product. For this purpose, an opening 108 is provided in the bottom wall 53 of the collector M staggered relative to the opening 109 by the valve disc 92, while a recess 110 is provided in the retainer R under the valve disc 92 in line with the openings 108 and 109, while a channel 111 runs from the recess 110 to the interior of the container C. Now when material is discharged from the container by the dispensing device according to the present invention and the pressure in the container drops below the atmospheric pressure, the valve disc 92 will be pressed down into the recess 110, whereby the openings 108 and 109 communicate with each other for 30 seconds and air is supplied to the interior of the container through the openings 108, 109 and 111.

Het bedieningselement A omvat een in hoofdzaak vlakke bovenwand 12 met een centrale naar boven toe stekende cilindri-.sche bus 113 en een cilindrische naar beneden toe stekende 35 mantel 114, die is verbonden met de wand 112 door een afgeknot 3 _________ 790 5 8 79 - 14- kegelvormig kraagdeel 115. Zoals in het bijzonder blijkt uit de figuren 5 en 19 zijn op de onderzijde van de bovenwand 112 van het bedieningselement A een paar in hoofdzaak evenwijdig met elkaar lopende naar beneden toe stekende wanden 116,117 5 aangebracht, zodanig dat daartussen een golfvormig kanaal of wel curvebaan 118 ontstaat.The operating element A comprises a substantially flat top wall 12 with a central upwardly projecting cylindrical sleeve 113 and a cylindrical downwardly projecting jacket 114, which is connected to the wall 112 by a truncated 790 5 8 79 Conical collar part 115. As can be seen in particular from Figures 5 and 19, a pair of substantially parallel downwardly projecting walls 116, 117 are arranged on the underside of the top wall 112 of the operating element A. a wavy channel or curve path 118 is created.

Een ringvormige, radiaal naar binnen toe stekende flens of blokkeringsring 119 is aangebracht op het bedieningselement ‘A bij de bodem van de naar boven toe stekende cilindrische 10 wand of bus 113 voor een blokkerende samenwerking onder de kraag 73 gevormd op het verzamelorgaan M,An annular, radially inwardly extending flange or blocking ring 119 is mounted on the actuating element "A" at the bottom of the upwardly projecting cylindrical wall or sleeve 113 for a blocking engagement under the collar 73 formed on the collector M,

De zuigers P zijn bij hun buiteneinde voorzien van naar boven toe stekende kolommen 119 en 120, die worden opgenomen in de curvebaan 118, zodat bij verdraaiing van het bedienings-15 element A door de gegolfde vorm van de curvebaan 118 de zuigers naar elkaar toe en van elkaar af worden verplaatst in de cilinders 51 en 52 voor het eerst aanzuigen van. materiaal naar boven toe via de dompelbuis T,langs de klep 96, door het kanaal 57 en het kanaal 58 tot in de kamer gevormd door de cilinders 20 en het daarna, bij het naar elkaar toegaan van de zuigers, doen wegstromen van het materiaal naar beneden toe door het kanaal 58,langs de klep 94 en door de ruimte gevormd tussen het verdikte deel 64 het expandeerbare reservoir 91 tot in dit reservoir.The pistons P are provided at their outer ends with upwardly projecting columns 119 and 120, which are received in the cam track 118, so that when the operating element A is rotated by the corrugated shape of the cam track 118, the pistons face each other and are moved away from each other in the cylinders 51 and 52 for the first suction. material upwards through the dip tube T, past the valve 96, through the channel 57 and the channel 58 into the chamber formed by the cylinders 20 and then, as the pistons approach each other, drain the material to down through the channel 58, along the valve 94 and through the space formed between the thickened portion 64, the expandable reservoir 91 into this reservoir.

25 Langgerekte geleidingskanalen 121 en 122 zijn gevormd in de bodems van de naar achteren toe stekende delen van de cilinders 51 en 52 en naar beneden toe stekende geleidingskolommen 123 en 124 op de zuigers P zijn verschuifbaar daarin opgenomen en deze geleidingskolommen werken samen met naar buiten 30 |toe gerichte flenzen 125 en 126 op de zuigers, die schuiven * over de bovenoppervlakken van de halfcilindrische achtereindde-ilen van de cilinders 51 en 52, om te voorkomen dat de zuigers jp in hun cilinders gaan draaien, zodat de kolommen 119 en 120 iin de bijbehorende delen van de curvebaan 118 worden gehouden.Elongated guide channels 121 and 122 are formed in the bottoms of the rearwardly projecting parts of the cylinders 51 and 52 and downwardly projecting guide columns 123 and 124 on the pistons P are slidably received therein and these guide columns cooperate with outwardly flanges 125 and 126 on the pistons, which slide * over the top surfaces of the semi-cylindrical rear ends of the cylinders 51 and 52, to prevent the pistons from turning jp in their cylinders so that the columns 119 and 120 the associated parts of cam track 118 are held.

35 } Wanneer de onderdelen op de bovenbeschreven wijze zijn i ....35} When the parts are as described above i ....

j___,____________ 790 5 8 79 - 15- samengesteld worden de onderdelen vanhet afvóerkopsamenstel 10 , van het verzamelkamersamenstel 40 en van het bedienings-elementsamenstel 20 aangebracht op het verzamelorgaan voor het verkrijgen van de afgifte-inrichting D en deze inrichting wordt 5 dan aangebracht op de houder C zodanig dat het expandeerbare reservoir 91 naar beneden toe steekt in de houder terwijl het ondereinde van de mantel 114 van het bedienings elanent A zich dicht nabij de bovenste zijrand van de zijwand van de houder C bevindt zodat een zeer compacte, economische gemakkelijk 10 te bedienen agfifte-inrichting wordt verkregen.j ___, ____________ 790 5 8 79 - 15- assembled, the parts of the drain head assembly 10, of the collection chamber assembly 40 and of the operating element assembly 20 are mounted on the collection member to obtain the dispensing device D and this device is then mounted on the container C such that the expandable reservoir 91 projects downwardly into the container while the lower end of the jacket 114 of the actuating member A is close to the upper side edge of the side wall of the container C so that a very compact, economical easy Agfifte device to be operated is obtained.

BedieningService

Bij het gebruik wordt het bedieningselement A linksom of rechtsom verdraaid of afwisselend'in beide richtingen om een heen en weer beweging van de zuigers P te verkrijgen,waardoor 15 materiaal naar boven toe uit de houder wordt gezogen door de dompelbuis T, langs de klep 96 en in de kamer gevormd door de zuigers en cilinders en van daaruit naar beneden toe door het kanaal 58, langs het verdikte deel 64 tot in het expandeerbare reservoir 91. De verdraaiende beweging in een enkele of in 2Ö afwisselende richtingen van het bedieningselement A wordt voortgezet voor het aanzuigen van materiaal vanuit de houder en de afgifte daarvan aan het expandeerbare reservoir 91 totdat de gewenste hoeveelheid materiaal in dit reservoir is gebracht. Indien de bediening van het roterende bedieningselement 25 wordt voortgezet uitgaande boven de capaciteit van het expandeerbare reservoir 91 zal de overdrukontlastklep 97,98 opengaan zodat overmaat materiaal in de houder terugstroomt. Met de gewenste hoeveelheid materiaal in het expandeerbare reservoir 91 kan de kop H met de vinger naar beneden toe worden ge-30 ‘drukt, waardoor de klepsteel S naar beneden toe beweegt tegen de werking van de veren 82 en 83 in, zodat de kleppakking G .naar beneden toe wordt uitgebogen, naar de stand zoals deze 'met streepstippellijnen is weergegeven in fig. 4. Hierbij iwordt het inwendige omtreksoppervlak van de kleppakking G weg-35 'getrokken van het oppervlak van het kanaal 78, waardoor de ka- 7905879 _ 16_ nalen 79 worden blootgesteld aan de druk in het expandeerbare reservoir 91 via het kanaal .60, de opening 75 en de kamer 74, zodat de onder druk gebrachte'inhoud van het expandeerbare reservoir wordt afgevoerd door het mondstuk 90, terwijl de na-5 tuurlijke veerkracht of elasticiteit van het expandeerbare re- : servoir zorgt voor vereiste druk om de gewenste afvoer van materiaal tot stand te brengen.In use, the actuator A is rotated counterclockwise or clockwise or alternately in both directions to provide reciprocation of the pistons P, drawing material upwardly out of the container through the dip tube T, along the valve 96 and in the chamber formed by the pistons and cylinders and from there down through the channel 58, along the thickened portion 64 into the expandable reservoir 91. The twisting movement in a single or in 2O alternating directions of the operating element A is continued for aspirating material from the container and delivering it to the expandable reservoir 91 until the desired amount of material is introduced into this reservoir. If the operation of the rotary actuator 25 is continued beyond the capacity of the expandable reservoir 91, the overpressure relief valve 97.98 will open to allow excess material to flow back into the container. With the desired amount of material in the expandable reservoir 91, the head H can be pressed downwards with the finger, causing the valve stem S to move downwards against the action of the springs 82 and 83, so that the valve gasket G is bent downward, to the position as shown by dashed-dotted lines in Fig. 4. The inner circumferential surface of the valve gasket G is drawn away from the surface of the channel 78, whereby the pipe 7905879 16 needles 79 are exposed to the pressure in the expandable reservoir 91 through the channel 60, the opening 75 and the chamber 74, so that the pressurized contents of the expandable reservoir are discharged through the nozzle 90, while the Natural resilience or elasticity of the expandable reservoir provides the pressure required to achieve the desired material evacuation.

Zoals aangegeven met 127 en 127a in fig. 4 kunnen zeer kleine afvoerkanalen zijn aangebracht langs de kleppen 94 en 10 96, zodat de onder druk gebrachte inhoud van het expandeerbare reservoir 91 langzaam terug zal stromen naar de houder wanneer het reservoir is gevuld met materiaal en onbewaakt blijft staan zonder dat daaruit materiaal wordt afgevoerd. Dit verschaft een zekere veiligheid, daar wordt voorkomen, dat het 15 reservoir wordt gevuld en naderhand een ongewilde afvoer plaats- .As indicated by 127 and 127a in Fig. 4, very small discharge channels may be provided along the valves 94 and 96, so that the pressurized contents of the expandable reservoir 91 will slowly flow back to the container when the reservoir is filled with material and remains unattended without material being removed from it. This provides a certain safety, since the reservoir is prevented from being filled and an unintentional discharge subsequently takes place.

vindt door een kind of ook een volwassene, daar de grootte van de kanalen 127 en 127a zodanig is gekozen, dat de inhoud van het reservoir gedurende een relatief korte tijdsperiode teruglekt in de houder, terwijl toch gedurende een zekere tijds-20 periode een afgifte-bewerking kan plaatsvinden, welke tijdsperiode langer is dan normaal wordt toegepast bij de afgifte van materiaal. ’by a child or also an adult, since the size of channels 127 and 127a is selected such that the contents of the reservoir leak back into the container for a relatively short period of time, while a discharge is still produced for a certain period of time. processing can take place, which time period is longer than normally used in material delivery. "

Bij toepassing van de boven beschreven constructie kan de afgifte-inrichting D volgens de onderhavige uitvinding worden 25 gebruikt bij bekende vulleidingen, waarbij slechts geringe wijzigingen daarvan behoeven te worden toegepast, terwijl de inrichting aangebracht kan worden op bestaande houders door middel van de snap- of krimppassing als aangegeven in fig.When using the above-described construction, the dispensing device D according to the present invention can be used with known filling lines, whereby only minor modifications thereof have to be applied, while the device can be applied to existing containers by means of the snap or shrink fit as shown in fig.

5. Ook kan het verzamelorgaan zodanig zijn uitgevoerd, dat 30 | het samen kan werken met de schroefdraad van houders, zodat ; de inrichting D volgens de onderhavige uitvinding aangebracht 'kan worden op houders van elke uitvoeringsvorm en type.5. The collecting member can also be designed such that 30 | it can cooperate with the screw thread of holders, so that; the device D according to the present invention can be applied to containers of any embodiment and type.

| Alternatieve uitvoeringsvormen van de 'uitvinding.| Alternative Embodiments of the Invention.

I Een gewijzigde uitvoeringsvorm van de uitvinding, ten op-'.' 35 j zichte van de vorm weergegeven in de figuren 2 t/m 15, is in ' l . · i - " !U " ----- -------- —- — .................................... — ι,..π .Mln ld r.u 790 5 8 79 - 17- fig. 16 aangeduid met D' en omvat een afgiftekopsamenstel 10', een bedieningssamenstel 20, een vulkamersamenstel 30'en een verzamelkamersamenstel 40. Het principiële verschil tussen deze en de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen is gelegen in het 5 afvoerkopsamenstel 10’, waarbij een positieve afsluitklep 128 is aangebracht voor samenwerking met een gewijzigde steel S1, die is voorzien van een vergroot cilindrisch boveneinde 129, voor het afsluiten van de stroming door het afvoerkopsamenstel wanneer de druk daalt beneden een bepaalde minimum waarde 10 waarbij een bevredigende verstuiving wordt verkregen tijdens de afvoercyclus.A modified embodiment of the invention, in respect of "." The view of the shape shown in Figures 2 to 15 is in 1. · I - "! U" ----- -------- —- - ........................... Fig. 16, denoted by D ', comprises a delivery head assembly 10', an operating assembly 20, a filling chamber assembly 30 'and a filling chamber assembly 30'. collection chamber assembly 40. The principal difference between these and the above-described embodiments lies in the discharge head assembly 10 ', wherein a positive shut-off valve 128 is arranged to cooperate with a modified stem S1, which has an enlarged cylindrical top end 129, for shut-off of flow through the discharge head assembly when the pressure drops below a certain minimum value 10, thereby achieving satisfactory atomization during the discharge cycle.

Een veerelement 130, omvattende een bovenste kopelement 131 en een onderste kopelement 132 verbonden door een paar schroeflijnvormige, veerkrachtige veerelementen 133 en 134, 15 is opgenomen tussen het klepelement 128 en de binnenzijde van de kop H', voor het normaal naar beneden toe drukken van de klep 128 zoals weergegeven in fig. 18. Geschikte door-stromingsmiddelen, aangeduid als ribben 135, zijn gevormd op het ondereinde van de klep 128 ofwel in de steel S', zodanig 20 dat normaal een stroming mogelijk is langs de klep 128 naar het inwendige van de naar beneden toe stekende cilindrische wand 88' in de kop Hf toe. Een paar axiaal op afstand van elkaar staande afdichtingsringen of ruggen 136 en 137 zijn gevormd op het boveneinde van de klep 128 voor afdichtende aan-25 ligging tegen het binnenste cilindrische oppervlak van de wand 88’ en wanneer de klep 128 zich in zijn laagste stand bevindt, als gezien in fig. 18, bevinden deze afdichtingsringen zich op tegenoverliggende zijden van een uitlaat of afvoerkanaal 138, verbonden met het mondstuk 90', waardoor stroming 30 .via het afvoerkopsamenstel wordt voorkomen. Wanneer echter de kop H' naar beneden toe wordt gedrukt voor het openen van de kanalen 79, zoals beschreven bij de eerste uitvoeringsvorm , en medium onder hoge druk binnentreedt in de klepsteel onder ide klep 128 zal de druk van het medium de klep 128 naar boven ï 35 ;toe drukken, terwijl de afdichtingsring 137 zich dan bevindt 790 5 8 79 -18- boven het afvoerkanaal 138, waardoor een materiaalstroom tot stand wordt gebracht via het mondstuk 90'. Wanneer echter de druk van het af te voeren medium daalt onder de waarde die noodzakelijk is om de veerkracht van de elementen 133 en 134 5 te overwinnen, zullen deze elementen de klep 128 naar beneden toe drukken, waardoor de afdichtingsring 137 onder het kanaal 138 terecht zal komen en de stroming zal worden Onderbroken.A spring element 130, comprising an upper head element 131 and a lower head element 132 connected by a pair of helical, resilient spring elements 133 and 134, 15 is received between the valve element 128 and the inside of the head H ', for normally pressing down the valve 128 as shown in Fig. 18. Suitable flow-through means, referred to as ribs 135, are formed on the lower end of the valve 128 or in the stem S 'such that normal flow is possible along the valve 128 to the interior of the downwardly projecting cylindrical wall 88 'in the head Hf. A pair of axially spaced sealing rings or ridges 136 and 137 are formed on the upper end of the valve 128 for sealing engagement against the inner cylindrical surface of the wall 88 'and when the valve 128 is in its lowest position as seen in Fig. 18, these sealing rings are located on opposite sides of an outlet or drain 138, connected to the nozzle 90 ', thereby preventing flow 30 through the drain head assembly. However, when the head H 'is pressed downward to open the channels 79, as described in the first embodiment, and high pressure medium enters the valve stem below the valve 128, the pressure of the medium will lift the valve 128 up while the sealing ring 137 is then located 790 5 8 79 -18- above the discharge channel 138, thereby creating a material flow through the nozzle 90 '. However, when the pressure of the fluid to be discharged falls below the value necessary to overcome the resilience of the elements 133 and 134, these elements will push the valve 128 downward, causing the sealing ring 137 to pass under the channel 138 will come and the flow will be interrupted.

Om de extra klep 128 en de veer 130 daarvan op te nemen is het verzamelorgaan M' voorzien van een langer naar boven toe stekend cilindrisch deel 65' dan bij de eerste uitvoeringsvorm .To receive the additional valve 128 and its spring 130, the collecting member M 'is provided with a longer upwardly extending cylindrical portion 65' than in the first embodiment.

Zoals reeds opgemerkt heeft de steel S' een vergroot cilindrisch boveneinde 129, dat met het smallere ondereinde 76 een naar beneden toe gerichte kraag 139 vormt waartegen de veerelementen 82 en 83 in de veer/vasthouder SR aanliggen om normaal de steel S' in zijn opwaartse stand te houden, zoals weergegeven in fig. 18, met de kleppakking G gesloten tegen de kanalen 79. Terwijl bij de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding de cilindrische wand 88 in de klepkop H zich naar 20 beneden toe uitstrekt rondom het boveneinde van de steel S wordt bij de tweede uitvoeringsvorm de wand 88' opgenomen binnen het bovenste cilindrische einde 129 van de steel S',As already noted, the stem S 'has an enlarged cylindrical top end 129, which with the narrower bottom end 76 forms a downwardly facing collar 139 against which the spring elements 82 and 83 abut in the spring / retainer SR to normally extend the stem S' in its upward as shown in Fig. 18, with the valve gasket G closed against the channels 79. While in the first embodiment of the invention, the cylindrical wall 88 in the valve head H extends downwardly around the top of the stem S in the second embodiment, the wall 88 'is received within the upper cylindrical end 129 of the stem S',

In alle verdere opzichten is deze uitvoeringsvorm van de uitvinding identiek met de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm. 25 Een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding is in het al gemeen aangeduid met D* ' in de figuren 20-25 en omvat een af-voerkopsamenstel 10' *, een bedieningssamenstel 20' , een vul-kamersamenstel 30' en een verzamelkamersamenstel 40*.In all further respects, this embodiment of the invention is identical to the above-described embodiment. A third embodiment of the invention is generally designated D * 'in Figures 20-25 and includes a discharge head assembly 10' *, an actuation assembly 20 ', a fill chamber assembly 30', and a collection chamber assembly 40 *.

Het afvoerkopsamenstel 10'' komt in hoofdzaak overeen met 30 jhet samenstel 10' van fig. 16, met uitzondering daarvan,dat 1 in plaats van de uit één stuk bestaande veer/vasthouder SR, jeen afzonderlijke veer 141, zoals een metalen schroefveer of ; jdergelijke, wordt, gebruikt met een afzonderlijke vasthouder 140.The discharge head assembly 10 '' substantially corresponds to the assembly 10 'of Figure 16, except that 1 instead of the one-piece spring / retainer SR, a separate spring 141, such as a metal coil spring or; Similarly, it is used with a separate retainer 140.

35 _ Verder heeft het verzamelorgaan M' * een naar boven tóe 790 5879 -19- stekende, relatief korte cilindrische wand 142, die naar binnen toe op afstand ligt van de cilindrische bovenconstructie 65, terwijl geschikte uitsteeksels zoals ribben en kanalen, zoals de hiervoor beschrevene, zijn aangebracht op het binnenopper-5 vlak van de wand 142 en op het buitenoppervlak van de vasthou der 140 om deze op zijn plaats te houden. Het open ondereinde van de kop H' is zodanig aangebracht dat het naar beneden toe kan bewegen in de ruimte tussen de bovenconstructie 65 en de naar boven toe stekende cilindrische wand 142.Furthermore, the collector M '* has an upwardly projecting, relatively short, cylindrical wall 142 spaced inwardly from the cylindrical superstructure 65, while suitable projections such as ribs and channels, such as those previously disclosed on the inner surface of the wall 142 and on the outer surface of the holder 140 to hold it in place. The open bottom end of the head H 'is arranged to move downwardly in the space between the superstructure 65 and the upwardly projecting cylindrical wall 142.

10 Het bedieningssamenstel 20' omvat een iets anders uitge voerd bedieningsorgaan A' met een bovenwand 112 met een grotere diameter en een nagenoeg continue, iets gebogen, in hoofdzaak cilindrische mantel 114’, die van deze wand 112 afsteekt.The actuator assembly 20 'includes a slightly differently designed actuator A' with a larger diameter top wall 112 and a substantially continuous, slightly curved, substantially cylindrical shell 114 'that protrudes from this wall 112.

Het centrale deel 50' van het verzamelorgaan M'1 omvat 15 een deelwand of schot 143 tussen de cilinders 51 en 52, zoals blijkt uit fig. 22, terwijl geschikte kleplippen 144 en 145 zijn aangebracht voor het regelen van de stroming naar de respectievelijke cilinders toe en daarvanaf bij verplaatsing van de zuigers daarin, in de naar binnen en naar buiten toe 20 gaande richting toe. Zoals blijkt is de curvebaan 118’ zodanig aangebracht, dat wanneer de ene zuiger naar binnen toe beweegt tijdens een compressieslag, de andere zuiger naar buiten toe beweegt tijdens een aanzuigslag. Natuurlijk kunnen de zuigers ook zodanig worden aangebracht dat zij naar elkaar toe en van 25 elkaar af bewegen zoals dit het geval is bij de eerst beschreven uitvoeringsvormen.The central portion 50 'of the collecting member M'1 comprises a dividing wall or bulkhead 143 between the cylinders 51 and 52, as shown in Fig. 22, while suitable valve lips 144 and 145 are provided for controlling flow to the respective cylinders and therefrom when the pistons are moved therein, in the inward and outward direction. As can be seen, cam track 118 is arranged such that when one piston moves inward during a compression stroke, the other piston moves outward during a suction stroke. Of course, the pistons can also be arranged to move towards and away from each other as is the case with the first described embodiments.

Zoals bij de voorafgaand beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding staat een kanaal 58' in verbinding met de cilinders 51 en 52 bij zijn boveneinde en met een radiaal lopend 30 kanaal 57 in de onderzijde van de bodemwand 53 van het verzamelorgaan M'1. In plaats van de klepschijf 92 en het expan-deerbare reservoir 91 is nu een afzonderlijke klepschijf 92' :aangebracht tegen de onderzijde van de bodemwand 53, voor het !regelen van de stroming vanuit de houder naar de cilinders en 35 ivanaf de cilinders naar het expandeerbare reservoir 91' toe 4_ _____________ i 790 5 8 79 _ 20_ en uiteindelijk vanuit het reservoir naar het afvoerkopsamen-stel. De bodemwand 53 heeft een relatief korte naar beneden toe stekende cilindrische mantel 54', met een geschikte uitsparing 561 om samen te werken met een houder voor het vast-5 zetten daarop van de afgifte-inrichting D'', terwijl een twee de cilindrische naar beneden toe stekende wand 146 radiaal op afstand ligt van de mantel 54’ en is voorzien, van een kanaal 55' om samen te werken met een rib 147 op de buitenomtrek van een gewijzigde vasthouder R', die op zijn plaats kan snap-10 pen binnen de naar beneden toe stekende cilindrische wand 146, om de klepschijf 92' vast op zijn plaats te houden. Verder heeft de vasthouder R' een naar beneden toe stekend deel 103 voor het aanbrengen van de dompelbuis T zoals hiervoor beschreven en hij is verder voorzien van een naar beneden toe steken-15 de cilindrische wand 148, concentrisch met een naar beneden toe stekend deel 64'. Het bodem oppervlak van de naar beneden toe stekende wand 148 is voorzien van een kanaal 149 om samen te werken met een vasthoudring 150, die aangrijpt onder de cirkelvormige flens 151 en de naar beneden toe stekende lip 20 102 van de balg B', om deze op zijn plaats vast te houden.As in the previously described embodiments of the invention, a channel 58 'communicates with the cylinders 51 and 52 at its upper end and with a radially running channel 57 in the bottom of the bottom wall 53 of the collector M'1. Instead of the valve disc 92 and the expandable reservoir 91, there is now a separate valve disc 92 'mounted against the underside of the bottom wall 53 for regulating flow from the container to the cylinders and from the cylinders to the Expandable Reservoir 91 '4 4 _____________ 790 5 8 79 _ 20_ and finally from the Reservoir to the Drain Head Assembly. The bottom wall 53 has a relatively short downwardly projecting cylindrical jacket 54 ', with a suitable recess 561 to cooperate with a holder for securing the dispenser D' 'thereon, while a second cylindrical to downwardly extending wall 146 is radially spaced from the jacket 54 'and includes a channel 55' to cooperate with a rib 147 on the outer circumference of a modified retainer R 'which can snap-in place within the downwardly projecting cylindrical wall 146 to securely hold the valve disc 92 'in place. Further, the retainer R 'has a downwardly projecting portion 103 for mounting the dip tube T as described above, and further includes a downwardly projecting cylindrical wall 148 concentric with a downwardly projecting portion 64 ". The bottom surface of the downwardly projecting wall 148 includes a channel 149 to cooperate with a retaining ring 150 which engages under the circular flange 151 and the downwardly projecting lip 20 102 of the bellows B 'to hold it in place.

De vasthoudring 150 is zodanig uitgevoerd, dat een toenemende druk binnen de balg, waardoor de balg van de vasthouder R' zou worden afgedrukt, een klemkracht uitoefent op het materiaal van de balg B' tegen het deel 64' om de balg op zijn plaats 25 te houden.The retaining ring 150 is configured so that increasing pressure within the bellows, which would push the bellows from the retainer R ', exerts a clamping force on the material of the bellows B' against the portion 64 'to secure the bellows in place. to keep.

Om een te grote druk in het expandeerbare reservoir 91' te voorkomen is een kanaal 152 aangebracht in de vasthouder R', beginnend in een punt op een zekere afstand boven het ondereinde van het deel 64' en doorlopend tot aan de bodem van 30 jde cilindrische mantel 148. Zoals blijkt uit de figuren 21 en 28, waarin de balg resp, is weergegeven in zijn niet-geëx-ipandeerde toestand en in een normale geëxpandeerde toestand, jblijft het binnenoppervlak van het bovenste einddeel van het |expandeerbare reservoir 91' afdichtend aanliggen tegen het 35 j_ononderbroken ondereinde van het deel 64', zodat de onder druk i__________—.........- . ’ 790 5 8 79 _ 2 Ιέ taande inhoud in de balg is opgesloten. Wanneer echter de druk stijgt boven een vooraf bepaalde waarde wordt het binnen-oppervlak van het expandeerbare reservoir 91T weggetrokken van het ondereinde van het deel 64', zoals weergegeven in fig.To prevent excessive pressure in the expandable reservoir 91 ', a channel 152 is provided in the retainer R' beginning at a point some distance above the lower end of the portion 64 'and continuing to the bottom of the 30th cylindrical sheath 148. As shown in Figures 21 and 28, in which the bellows, respectively, are shown in its unexpanded state and in a normal expanded state, the inner surface of the upper end portion of the expandable reservoir 91 'remains seated against the uninterrupted lower end of section 64 ', so that the under pressure i __________ — .........-. 790 5 8 79 _ 2 Ιέ the contents in the bellows are locked up. However, when the pressure rises above a predetermined value, the inner surface of the expandable reservoir 91T is pulled away from the lower end of the portion 64 'as shown in FIG.

5 29, waardoor de overmaatdruk af kan vloeien via het kanaal 152 terug in de houder C.5 29, whereby the excess pressure can flow through the channel 152 back into the container C.

De beluchting 109 voor de toevoer van lucht naar de houder wanneer daaruit produkt wordt afgevoerd, is weergegeven in fig. 25 en is identiek met de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, 10 waarbij de beluchting 109 werd gevormd in de integrale klep-schijf 92 van de balg B. Bij deze uitvoeringsvorm van de uitvinding is de beluchtingsklep 109 aangebracht in de afzonderlijke klepschijf 92'.The aeration 109 for the supply of air to the container when product is discharged therefrom is shown in Fig. 25 and is identical to the above-described embodiment, the aeration 109 being formed in the integral valve disc 92 of the bellows B In this embodiment of the invention, the aeration valve 109 is mounted in the separate valve disc 92 '.

Fig. 26 toont een gewijzigde klep 153 voor de afvoer van 15 overmaatdruk vanuit het expandeerbare reservoir 91', welke klep een opening 154 in de vasthouder R' afsluit.Fig. 26 shows a modified valve 153 for discharging excess pressure from the expandable reservoir 91 ', which valve closes an opening 154 in the retainer R'.

Een verdere gewijzigde overdrukontlastklep 155 is weergegeven in fig. 27, waarbij de klep 155 is gevormd in de klepschijf 92* en niet afzonderlijk daaraan is bevestigd zoals 20 weergegeven in fig. 26, of aangebracht in de vorm van een kanaal in de vasthouder zoals volgens fig. 21. De overdrukontlastklep 155 werkt op identieke wijze als de overdrukontlastklep 97,98, beschreven bij de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.A further modified relief pressure relief valve 155 is shown in Fig. 27, wherein the valve 155 is formed in the valve disc 92 * and is not separately attached thereto as shown in Fig. 26, or arranged in the form of a channel in the retainer as shown in FIG. Fig. 21. The relief valve 155 operates in an identical manner to the relief valve 97.98 described in the first embodiment of the invention.

25 Een nog verdere gewijzigde uitvoeringsvorm van de steel is aangegeven met S,r in fig. 32 en deze uitvoeringsvorm van de uitvinding komt in hoofdzaak overeen met die weergegeven in de figuren 16 en 20, doordat de steel een ondereinddeel 76 met verkleinde diameter omvat, voorzien van het kanaal 78 en 50 ‘de openingen 79, en een vergroot cilindrisch boveneinddeel 129.A still further modified embodiment of the stem is indicated by S, r in Fig. 32 and this embodiment of the invention substantially corresponds to that shown in Figs. 16 and 20 in that the stem comprises a lower end portion 76 of reduced diameter, provided with channels 78 and 50 'the openings 79, and an enlarged cylindrical top end portion 129.

In plaats van de afzonderlijke veren, gebruikt bij de eerdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, zijn een paar schroeflijn-\ vormig lopendè flexibele armen of veerelementen 156 en 157 \ als ëën geheel gevormd met de steel S'', zodat de steel normaal i 35 ; in opwaartse richting wordt gedrukt om in afsluitende aanra- t - Ϊ------------ 790 5 8 79 - 22- king te komen met de klepppakking G in het kanaal 78 voor het. afsluiten van de openingen 79.Instead of the separate springs used in the previous embodiment of the invention, a pair of helically running flexible arms or spring elements 156 and 157 are integrally formed with the stem S 'so that the stem is normally; is pressed upwards to come in a final touch - Ϊ ------------ 790 5 8 79 - 22- with the valve gasket G in the channel 78 in front of the. closing the openings 79.

De kop H en de bovenconstructie 65 kunnen bij de beschreven uitvoeringsvormen worden voorzien van een beveiligings-5 constructie tegen beschadiging zoals in het algemeen aangeduidIn the described embodiments, the head H and the superstructure 65 can be provided with a protection structure against damage as generally indicated

met 158 in de figuren 30 en 31. De beveiligingsconstructie omvat een rondom lopende sleuf 159, gevormd in de zijwand van de bovenconstructie 65 en voorzien van een paar naar boven toe lopende uitsparingen of insnijdingen 160 en 161 bij de tegen-10 over liggende einden daarvan en een naar beneden toe lopende uitsparing 162 bij het ene einde, waarin een breekbare lip 163 normaal is opgenomen totdat de afgifte-inrichting gereed is voor gebruik. De kop H heeft een radiaal lopende lip 164, die naar buiten toe steekt in de sleuf 159 en voorafgaand aan 15 het gebruik van de inrichting wordt bediening van de kop H158 in Figures 30 and 31. The security structure includes an all-round slot 159 formed in the side wall of the superstructure 65 and provided with a pair of upwardly extending recesses or cuts 160 and 161 at its opposite ends and a downwardly extending recess 162 at one end, in which a breakable lip 163 is normally received until the dispenser is ready for use. The head H has a radially extending lip 164 which projects outwardly into the slot 159 and prior to the use of the device, operation of the head H

voorkomen door de breekbare lip 163, die is aangebracht in de naar beneden toe lopende insnijding 162. Wanneer het gewenst is de afgifte-inrichting te gebruiken, wordt de lip 163 verwij— derd uit de sleuf 162 en de kop H wordt verdraaid tot dat de 20 radiaal naar buiten toe stekende rib 164 daarvan zich vertikaal in lijn bevindt met sleuf 162, waarna de kop H kan worden ingedrukt voor het afgeven van materiaal dat uit de houder ________ waarmee de afgifte-inrichting is verbonden. Waneer het gewenst is de afgifte-inrichting op te slaan wordt de kop H verdraaid 25 om de lip 164 in lijn te brengen met de insnijding 160 en in deze stand kan de kop H niet worden bediend voor het afgeven van materiaal vanuit de houder. Door deze beveiligingsconstructie wordt voorkomen dat een kind de afgifte-inrichting zal bedienen, daar de kop H eerst moet worden verdraaid om de lip 30 j164 in lijn te brengen met de sleuf 162, voordat de inrichting ! kan worden bediend om materiaal vanuit de houder af te geven.prevented by the frangible lip 163, which is provided in the downward slit 162. When it is desired to use the dispenser, the lip 163 is removed from the slot 162 and the head H is rotated until the 20 radially outwardly extending rib 164 thereof is vertically aligned with slot 162, after which the head H can be depressed to dispense material from the container ________ to which the dispenser is connected. When it is desired to store the dispenser, the head H is rotated to align the lip 164 with the incision 160, and in this position, the head H cannot be operated to deliver material from the container. This security construction prevents a child from operating the delivery device, since the head H must first be rotated to align the lip 30 j164 with the slot 162 before the device! can be operated to deliver material from the container.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de weergegeven uitvoeringsvormen, maar dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte 35 te vallen. : _____' - C o n c I u s' 1 é s '- 790 5 8 79It will be clear that the invention is not limited to the embodiments shown, but that many changes can be made without departing from the inventive idea. : _____ '- C o n c I u s' 1 é s' - 790 5 8 79

Claims

1. Mechanically operated dispensing device, characterized by: a collecting member provided with means for securing it to a container; a first expandable chamber supported by the collector; manually operable means carried by the collector and connected to the first expandable chamber for operation thereof; a second expandable chamber supported by the collecting member and comprising an elastomeric bellows adapted to receive and store an amount of material under pressure, which pressure is provided by the elasticity of the bellows; and valve means connected to the collecting member and to the first and second expandable chambers for controlling the flow from a container connecting the dispenser to the first expandable chamber, from this chamber to the second expandable chamber for storage of an amount of material to be delivered, and from the second expandable chamber to a point of use.

2. Device as claimed in claim 1, characterized in that the collecting member comprises a middle part, a? Top part and a bottom part, to which bottom part the elastomeric bellows is connected while the first expandable chamber is carried by the middle part.

3. Device as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the first and the second expandable chamber, the operating means and the collecting member provide an assembly which can be fixed on a holder.

Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the means on the collecting member 30 = for securing it to a container comprise means - which can cooperate with the known container constructions, whereby the dispensing device can be secured on a known container without having to be changed. i ______ 790 5 8 79 -24-

5. Device as claimed in any of the claims 2-4, characterized in that the operating means comprise a rotatable, ring-shaped element, which is carried by the collecting member and is arranged covering with respect to the 5; middle part of the collector.

6. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the collecting member consists of one piece and the first expandable chamber comprises piston and cylinder means, which cylinder means are integral with the collecting member.

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the valve means comprise a number of non-return valves arranged between the container and the first expandable chamber and between the first expandable chamber and the second expandable chamber, while a manually operated discharge valve is placed between the second expandable chamber and a delivery nozzle.

8. Device according to claim 7, characterized in that the manually operable discharge valve comprises a reciprocating valve element which is movable between a closed and an open position and resilient means whereby the valve element is normally moved to its closed position is pressed.

Device according to claim 8, characterized in that a dispensing atomizing head is connected to the reciprocating valve element and can be operated manually to move the valve element to its open position.

10. Device according to any one of claims 7-9, characterized in that the elastomeric bellows and the check valves consist of an integrally formed construction, the check valves being arranged in a radially enlarged, substantially circular valve disc, which integral whole • forms with the bellows. 35 L_____; 790 5 8 79 -25-

11. Device as claimed in any of the claims 2-10, characterized in that the top part of the collecting member comprises an upwardly projecting cylindrical superstructure, wherein the discharge valve means, the spray head and the spring means are carried by and received within the superstructure.

12. Device as claimed in claims 10 and 11, characterized in that the bottom part of the collecting member comprises a substantially circular bottom wall with a cylindrical, annular jacket protruding downwards from it, wherein channels are formed in the bottom surface of the bottom wall while the valve disc is mounted and held against the bottom surface of the bottom wall of the collector and cooperates with the channels to form flow passages, while the check valves are provided at the end of the channels for flow control through it.

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that an overpressure relief valve is connected to the bellows in 9 Π and is opened by pressure in the bellows above a predetermined maximum value for allowing excess medium to flow back from the bellows into the holder.

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that a slow return opening communicates with the bellows for slowly releasing pressurized medium from the bellows into the container to prevent the bellows from becoming pressurized with medium and remains pressurized for long periods without being emptied.

15. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that an overpressure relief valve communicates with the bellows and can be opened when the pressure in the bellows rises above a certain maximum value for * 790 5879. »*” 26 - allowing excess medium to flow back from the bellows into the container.

16. Device as claimed in claim 15, characterized in that a slow return opening communicates with the bellows for slowly releasing pressurized medium from the bellows into the container to prevent the bellows is filled with pressurized medium and pressurized for long periods without being emptied.

Device according to claim 1, characterized in that the collecting member forms a one-piece construction and consists of a top part, a middle part and a bottom part, the first expandable chamber comprising a pair of diametrically opposed pistons, which reciprocate are again movable in cylinders which form an integral whole,. through the center section while the bellows is carried and protrudes downwardly from the bottom section while the valve means comprise check valves for controlling flow from the container to the cylinders and from the cylinders to the bellows when operating the pistons and a manually operated drain valve is provided which is carried by the top portion for discharging pressurized medium from the bellows.

Device according to claim 17, characterized in that the bellows has an open and a closed end and at the open end carries a radially enlarged, substantially circular valve disc which forms an integral part with the bellows, while the check valves are fitted in 2Q j the valve disc.

: 19. Device according to claim 17 or 18, m e t h e t | characterized in that the top part of the collecting member comprises an upwardly projecting cylindrical superstructure with | an open top end, while the drain valve includes a reciprocating valve element mounted within the top con 5 L · ------—----------- 790 5 8 79 f £ -27 - structure, in which resilient means abut the valve element to normally push it upwardly to a closed position, while a manually operated discharge spray head abuts the valve element to push it downwardly against the force of the resilient means to open the valve member.

20. Device as claimed in any of the claims 17-19, characterized in that an annular bellows retaining element is arranged on the bottom end of the collecting member and the valve disc is clamped between the retaining element and the bottom surface of the bottom end of the collecting member, the bellows protrudes through an opening in the holding member.

21. Device according to any one of claims 17-20, characterized in that the discharge valve element comprises an elongated tubular stem, which is open at its top end and closed at its bottom end and is provided with an axial channel extending from the bottom end through its open 2Q top end, the stem having an annular recess in the bottom end and at least one radial channel extending between the annular channel and the axial passage, a flexible annular valve member having an inner circumference and an outer circumference, wherein the inner circumference is received in the annular channel in the stem to seal the radial channel therein while the outer circumference of the annular valve member is secured in the superstructure at its lower end, a downward movement of the stem causing deflection of the annular valve element and opening of the radial channel in the stem for causing material to flow from the bellows outward through a discharge nozzle.

22. Device according to claim 21, characterized in that an annular retainer is mounted in the upper construction at the lower end thereof while the outer circumference of the annular valve element is clamped between the retainer and the lower inner end surface of the superstructure.

23. Device as claimed in claim 21 or 22, characterized in that the stem has an annular, radially enlarged and downwardly directed collar between its ends, wherein the resilient means bear against this collar.

24. Device according to claim 23, characterized in that the stem has a substantially constant diameter along its length and the collar is arranged on the underside of a radially enlarged annular flange which forms an integral part with the stem, while the spray head has a has a cylindrical casing that is fitted around the top end of the stem and abuts at its bottom end against the top surface of the flange.

25. Device as claimed in claim 23 or 24, characterized in that the resilient means form an integral whole with the annular retainer.

26. Device according to claim 23, characterized in that the stem has a small diameter bottom end and a larger diameter top end, the collar being formed at the location where the smaller and larger diameter parts come together. 25

27. Device according to claim 26, characterized in that the resilient means consist of a coil spring which is arranged between the retainer and the collar.

28. Device according to one or more of the preceding claims, characterized in that a discharge nozzle with a spray nozzle is carried by the collecting member and a normally closed, positive shut-off valve is arranged between the bellows and the nozzle, which shut-off valve can be opened by a predetermined pressure of the medium in the bellows 35 and can be pushed to a closed position below a certain pressure of the medium in the bellows, so that a predetermined pressure range is necessary is for effecting a delivery operation whereby a satisfactory spraying of the medium is obtained during a discharge cycle.

29. Container for a product to be dispensed a mechanically operated dispensing device carried by the container, characterized in that the dispensing device is a collection device. means with mounting means thereon for securing the dispenser to the container; a dispensing nozzle 10 carried by the collecting member and comprising a spray nozzle and a manually operable discharge valve; a first expandable chamber carried by the collecting member and designed such that material can be sucked in alternately from the container, after which this material is pressurized; a second expandable chamber carried by the collector for receiving and storing pressurized material from the first expandable chamber and for discharging material to the discharge valve, the second expandable chamber comprising an elastomeric bellows having a closed and a open end and with a flange at the open end, while retaining means are connected to the collecting member to drop over the flange to retain the bellows on the collecting member, the elasticity of the bellows exerting pressure on the material stored therein so that when opening the discharge valve, the material is discharged from the bellows under pressure.

30. Device according to claim 29, characterized in that a positive shut-off valve is arranged between the spray nozzle and the bellows, which shut-off valve is normally used; locks and can be opened by pressure in the bellows above a certain value, whereby flow through the nozzle occurs only when the pressure in the bellows is at least as great as this value, so that a satisfactory spraying of material is achieved during a discharge cycle. 35 - 79 058 79 -30-

31. Device according to claim 30, characterized in that a number of non-return valves are arranged between the container and the first expandable chamber and between the first expandable chamber and the second expandable chamber for controlling the flow to and from the first and second expandable chambers.

32. Device according to claim 31, characterized in that a valve disc is integrally formed with the bellows and the non-return valves are formed in the valve disc. 10

33. An apparatus according to claim 31, characterized in that a flat valve disc is carried by the collecting member and the non-return valves are formed in the valve disc.

Device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the collecting member is formed as a whole.

35. Device as described and / or shown in the drawing. 20 “I ™ I“ I ™ · I “J i i i i ί i i 1_ j_ · 79058 79