NL7903067A - Terugkaatsend markeringslint. - Google Patents

Description

*9 *

Ferro Corporation, te Cleveland, Ohio, Verenigde Staten van Amerika

Serugkaatsend narkeringslint.

De uitvinding heeft "betrekking op een terugkaatsend orgaan, dat kan -worden gebruikt wanneer het terugkaatsen van licht wenselijk is. Een hoofdtoepassing van het terugkaatsende orgaan is als een narkeringslint voor rijwegen, wegdekken, start- en landingsbanen van ' vliegvelden en dergelijke, en wordt derhalve met betrekking tot deze toepassing beschreven.

Terugkaatsende linten of stroken worden gemonteerd op het oppervlak van een rijweg, bijvoorbeeld volgens de hartlijn daarvan of langs de bermen voor het afbakenen van banen of lanen voor het verkeer ^ of op kruispunten voor het bepalen van stoplijnen of dwarsianen voor het verkeer, zowel voertuigen als voetgangers. Markeercrganen van deze soort worden op onderlinge afstanden gemonteerd, en dienen voor het leiden van verkeer bij het volgen of kruisen van een rijweg of bij het volgen van een bocht of helling in de rijweg. In het bijzonder om een bestuurder van een voertuig 's-nachts te helpen, hebben deze markeerorganen licht-terugkaatsende organen, die invallende lichtbundels van de koplampen van voertuigen vangen en terugleiden naar de bron van het licht. Omdat automobielen van. de laatste jaren betrekkelijk krachtige koplampen hebben, is de toepassing van markeringslinten veelomvattender geworden. Marks-^ ringslinten dragen tij aan de verkeersveiligheid, bijvoorbeeld wanneer vegen nat zijn van de regen. Onder bepaalde omstandigheden, zoals mist, kunnen lichtterugkaatsende wegmarkeringsmiddelen de enige manier zijn om een bestuurder opmerkzaam te maken op een verandert richting van een weg.

pc J Verschillende vormen van terugkaatsende markeringslinten zijn voorgesteld. Deze leiden aan êén of meer beperkingen, zoals het terugkaatser* van een te klein gedeelte van het invallende licht wanneer een naderend voertuig nog op een aanzienlijke afstand is of het boven- 7903067 I « 2 matig gevoelig zijn voor blootstelling aan bet weer, in bet bijzonder alleen regen of met een daaropvolgend vriezen. De praktijk bestaat uit het plaatsen van lichtterugkaatsende elementen bij of zelfs boven de bovenste hoogte van het wegmarkeringslint. Op deze plaats echter zijn de ^ lichtterugkaatsende eenheden niet alleen onderhevig aan slijtage en zelfs breken van het voertuigen- en voetgangsverkeer, maar ook aan erosie en de schadelijke inwerkingen als gevolg van het binnenkomen van water en dergelijke. Verder worden de nauwkeurigheid en de sterkte van het licht terugkaatsen van dergelijke markeringslinten veelal nadelig beïnvloed, wanneer 10 zij nat zijn door de regen.

Bijvoorbeeld in het Amerikaanse octrooischrift 3.587.^15 is een markeringslint geopenbaard, voorzien van een aantal op onderlinge afstanden liggende elementen, aangebracht op en gedeeltelijk gebed in de bovenkant van een grondstrook, welke elementen een samenstelling hebben met een aanzienlijke hoeveelheid microbolletjes voor het verschaffen van het terugkaatsen van licht.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.920.3½ openbaart een markeringsstrook, voorzien van op onderlinge afstanden liggende wiggen met in het midden daarin gebed een opwaarts gericht, terugkaatsend mate- PO · , . .

naai, zoals glazen kralen, m een rechthoekige stand met betrekking tot een rijweg. In een dergelijke constructie is geen poging ondernomen gebroken licht met het terugkaatsende materiaal zodanig te richten, dat een maximum terugkaatsing wordt verkregen. Ernstiger is nog dat indien een wig om een of andere reden zou breken, water en dergelijke afval gemakkelijk toegang heeft tot het terugkaatsende materiaal voor het vernietigen van de werkzaamheid daarvan.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.935*365 openbaart een lintmateriaal , voorzien van een twee-lagige constructie, die een onderste, betrekkelijk dunne, draaglaag bevat , en een bovenste, aanzienlijk 3® dikkere laag, bestaande uit een samenstelling met harde kristallijne deel tjes en lichtterugkaatsende deeltjes, die op verschillende hoogten daarin zijn gebed.

Het belangrijkste doel van de uitvinding is het in vel-vorm verschaffen van een terugkaatsend orgaan met een betrekkelijk een-35 voudig ontwerp, welk orgaan een doeltreffende terugkaatsing heeft, en in 7903067 » » 3 het bijzonder goed geschikt is om te worden gebruikt als een terugkaatsend markeringslint. Een verder doel is het verschaffen van een narkeringslint, waarbij de lichtterugkaatsende eenheden door het lint worden beschermd in plaats van te worden blootgesteld, zodat de eenheden zijn beschermd tegen 5 slijtage en vernietiging door de elementen, zoals regenwater.

Bij een uitvoeringsvorm is het terugkaatsende markerings-materiaal bij voorkeur vervaardigd uit een organische polyneerhars in de vorm van een vel met althans enige lichtdoorlatende gedeelten, met een lichtbrekend oppervlak op een zijde, en met een aantal drie-vlakkige licht-10 terugkaatsende eenheden, voorzien van drie onderling loodrechte facetten, aan de andere zijde, die kan worden gehecht aan een werkingsplaat. Als een vijziging kunnen lichtontvangende organen uitsteken boven een zijde van het vel en cp onderlinge afstanden liggen volgens een richting van het vel, waarbij echter in de onderhavige constructie de drie-vlakkige lichtterug-15 kaatsende eenheden zijn beschermd, doordat zij aan de andere zijde van het vel zijn geplaatst of op het tussenvlak tussen het vel en de lichtontvangende organen. De lichtterugkaatsende eenheden zijn bij voorkeur bekleed met metaal om te helpen bij de terugkaatsende werking daarvan, en kunnen met twee richtingen zijn uitgevoerd met betrekking tot brekend en 20 terugkaatsend licht.

Hoewel de lichtterugkaatsende eenheden drie-vlakkig moeten zijn en derhalve drie onderling loodrechte facetten omvatten, kan de afmeting van de facetten en de optische richting daarvan veranderlijk zijn. Dergelijke eenheden kunnen bijvoorbeeld hoeken zijn van een kubus of 25 rechthoekige parallellepipedums. Een voorkeursuitvoering is die van een piramide met een driehoekige basis, die zeer geschikt is voor toepassing bij het in twee richtingen terugkaatsen.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand·van de tekeing, waarin: 30 fig. 1 een ruimtelijk aanzicht is van een gedeelte van een rijweg, voorzien van twee uitvoeringsvormen van het daaraan gehechte, onderhavige, terugkaatsende narkeringslint, fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1, fig. 3 een doorsnede is volgens de lijn IÏI-ÏII in fig.1 .

35 fig. U een aan fig. 3 gelijke doorsnede is, waarbij 7903067 £ -4

U

lichtterugkaat sende eenheden in het tussenvlak van lichtontvangende organen en het lichaam van een markeringslint zijn weergegeven.

fig. 5 een aan fig. 3 gelijke doorsnede is, waarbij een andere gedaante een lichtontvangend orgaan, alsmede een andere plaats 5 van de lichtterugkaatsende eenheden is weergegeven, fig. 6 een aan fig. 3 gelijke doorsnede is, waarbij een uitvoeringsvorm is weergegeven die voor het in twee richtingen terugkaatser^ licht, fig. 7 een aan fig. 3 gelijke doorsnede is, waarbij de 10 toepassing is weergegeven van een veerkrachtig vervormbaar lichtontvangend orgaan, fig. 8 een doorsnedefvolgens de lijn VIII-VIII in fig. 7, fig. 9 een doorsnede is volgens de lijn IX-IX in fig. 10, waarbij het gebruik is weergegeven van de hoeken van een kubus als licht-15 terugkaatsende eenheden, fig. 10 een doorsnede is volgens de lijn X-X in fig. 9» fig. 11 een lengtedoorsnede toont van het onderhavige markeringslint, waarbij de toepassing is weergegeven van rechthoekige parallellepipedums als de lichtterugkaatsende eenheden, 20 fig. 12 een doorsnede volgens de lijn XII-XII in fig. 11 , fig. 13 een onderaanzicht is van het markeringslint, voorzien van piramiden met een drie-hoekige basis als lichtterugkaatsende eenheden, fig. 1U een doorsnede volgens de lijn XIV-XIV in fig. 13, 25 fig. 15 de doorsnede volgens de lijn XV-XV in fig. 13,en fig. 16 een ruimtelijk aanzicht is van lichtterugkaatsende eenheden in de vorm van een piramide met een drie-hoekige basis, waarbij de omtrekken van de bases van de piramiden bestaan uit gelijkzijdige driehoeken.

30 Verschillende uitvoeringsvormen van de algemene construc tie van het terugkaatsende markeringslint worden beschreven, waarna verschillende lichtterugkaatsende eenheden worden besproken, die elk kunnen worden gebruikt net een lint. Een willekeurige uitvoeringsvorm of wijziging kan worden toegepast bij een willekeurige andere uitvoeringsvorm of 35 wijziging.

790306? 5 s *

Zoals veergegeven in fig. 1 is een rijweg 10, die een •willekeurige bekende constructie kan hebben, voorzien van terugkaatsende markeringslinten 11 en 12, die daaraan zijn gehecht en tvee verschillende uitvoeringsvormen vertegenwoordigen, en vergroot in doorsnede zijn veerge-5 geven in de fig. 2 en 3. ken willekeurige uitvoeringsvorm van het lint kan in de vers van een rechte strook zijn, ononderbroken of onderbroken, of uitgevoerd in de vorm van cirkels, veelhoeken, pijlen, letters, symbolen en dergelijke. Het lint is bij voorkeur buigzaam voor het vergemakkelijken van het hanteren en het aanbrengen.

10 Zoals weergegeven in fig. 2 heeft het lint 11 een brekend oppervlak 13 en aan aantal drievlakkige lichtterugkaatsende eenheden 1U, voorzien van drie onderling loodrechte facetten aan de andere zijde. Sen plakmiddel 15 bevestigt het lint 11 aan de rijweg 10. De samenstellingen gebruikt voor het lint 11 en het plakmiddel 15, kunnen voor alle uitvoerings-15 vormen dezelfde zijn. Het lichaam van het lint 11 moet bijvoorbeeld althans en-keie gedeelten hebben, die lichtdoorlatend zijn en waardoorheen het licht de lichtterugkaatsende eenheden 1U bereikt, en kan zijn vervaardigd uit een willekeurig passend, duurzaam, weerbestendig materiaal, zoals een keramisch materiaal , glas of kunsthars materiaal, zoals polyvinyl chloride, 20 een polycarbanaat, zoals de polycarbcnaat van bisfenol A, en in het bijzon der een acrylaat, zoals polymethacrylaat en polymethylmethacrylaat harsen. Dergelijke samenstellingen kunnen,indien gewenst, zijn geglansd of voor zien var. pigment voor het verschaffen van kleuren.

Eet plakmiddel 15 kan bestaan uit een willekeurig passend 25 materiaal, dat voldoende plakkend is voor het vasthouden van het lint 11 met betrekking tot ae rijweg 10. Voorbeelden van passende plakmiddelen bevatten natuurlijke plakmiddelen, zoals gom en bitumen of kunsthars plakmiddelen, zoals epoxy, polyester en poiyurethaan harsen. Themohardende cementen, zoals rubber hydrochloride, kunnen ook worden gebruikt. Dog an-30 aere, bruikbare Plakmiddelen zijn beschreven in de genoemde Amerikaanse cctrcoischriften 3·5δ5·^15 en 3.935·365.

De drievlakkige lichtterugkaatsende eenheden 1U hebben drie onderling loodrechte facetten en kunnen bestaan uit een van de hierna gedetaillsrder beschreven eenheden. Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 35 strekken de eenheden lh zich ononderbroken uit langs de onderzijde van het 7903067 6 * i lint 11. Als gevolg van het plaatsen van het markeringslint op een rijweg, dat wil zeggen aanzienlijk onder de gebruikelijke ooghoogte, moeten de eenheden 1¾ zijn gericht voor het terugkaatsen van licht, dat betrekkelijk grote invalshoeken heeft met betrekking tot het lint. Dit is in 5 fig, 2 weergegeven door een invallende lichtstraal 16, die het lint 11 raakt onder een invalshoek A, die bijna een afschamphoek wordt. De straal 16 wordt gebroken door het oppervlak 13, teruggekaatst door de eenheden 1U en teruggeleid in in hoofdzaak dezelfde richting, zoals weergegeven.

Zoals gebruikt in de beschrijving, is de optische as van een lichtterugkaatsende eenheid 1U de as van de drie-vlakkige gedaante, rond de eenheid een maximum terugkaatsing heeft. In het onderhavige lint zijn de optische assen van de eenheden 1¾ bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdig aan het licht, dat zij ontvangen, dat wil zeggen aan de richting, die de straal 16 neemt na te zijn gebroken door het oppervlak 13. Een 15 bevredigende werking kan echter ook worden bereikt indien de optische assen afwijken van de richting van het gebroken licht, bijvoorbeeld tot ongeveer 15°. Om te helpen bij de terugkaatsende werking daarvan, kunnen de lichtterugkaatsende eenheden en de eenheden van een willekeurige uitvoeringsvorm , zijn bekleed met metaal of op een bekende wijze zijn 20 gemetalliseerd voor het vormen van een metalen laag 17. Aluminium is het voorkeursmetaal voor dit doel, en kan door opdampen worden aangebracht.

Het plakmiddel 15 vult het volume tussen de onderste, gegroefde zijde van het lint 11 , voorzien van de lichtterugkaatsende eenheden 1U, en de rijweg 10 voor het daaraan bevestigen van het lint 11.

25 De afmeting van het lint is niet kritisch. In éên geval , is een markeringslint 10 cm breed en ongeveer 0,051 tot ongeveer 0,251+ mm dik. Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 , beschermt het lichaam van het lint 11 feitelijk de lichtterugkaatsende eenheden 11+ tegen slijtage en blootstelling aan de elementen. Het lint is werkzaam ongeacht of het nat 30 0f droog is.

De fig. 3-8 tonen gewijzigde uitvoeringen van het markeringslint , die het gebruik omvatten van lichtontvangende organen en het optisch plaatsen van de lichtterugkaatsende eenheden. Het valt binnen het kader van de uitvinding lichtontvangende organen op te nemen, die uitste-35 ken boven het lint en volgens een richting op onderlinge afstanden liggen.

7903067 t * 7

De lichtontvangende organen kunnen een willekeurige veelhoekige of bcl-vomige dwarsdoorsnede heDoen, en worden gebruikt voor het verzamelen van stralen invallend licht , en het helpen hij het focusseren daarvan naar de lichtterugkaatsende eenheden. Deze eenheden kunnen op verschillende plaat-^ sen zijn aangebracht onder de lichtontvangende organen en toch een geheel vorsen met het lint en zijn beschermd door een daaroverheen liggend segment van het lint.

In fig. 3 bijvoorbeeld heeft een lint 12 lichtontvangende organen 19» die uitsteken boven tussenliggende platte gebieden 20 en zo-doende in lengterichting van het lint op onderlinge afstanden liggen. De lichtontvangende organen 19 zijn in dwarsdoorsnede in de lengterichting van het lint 12 driehoekig. De lichtterugkaatsende eenheden 1U strekken zich ononderbroken uit langs de onderzijde van het lint 12, hoewel zij, indien dit de voorkeur verdient, zich slechtq&unnen uitstrekken langs het 15 gedeelte van de onderzijde, welk gedeelte zich in hoofdzaak tegenover de lichtontvangende organen 19 bevindt. Een plakmiddel 15 bevestigt het lint 12 aan de rijweg 10. Het gebruik van een iichtontvangend orgaan 19 maakt een iets andere gerichtheid mogelijk van de lichtterugkaatsende eenheden 1k bij het in lijn plaatsen van hun optische assen met betrekking tot de 20 richting van het gebroken licht. Een invallende lichtstraal 21 kan bij voorbeeld op de de in fig. 3 weergegeven wijze worden gebroken en teruggekaatst.

Het is mogelijk de lichtterugkaatsende eenheden in het tussenvlak te plaatsen van de lichtontvangende organen en het lichaam van 25 het lint. In dit geval kunnen de lichtontvangende organen afzonderlijk zijn vervaardigd en bevestigd aan het lichaam van het lint door een plakmiddel. Fig. k toont een driehoekig Iichtontvangend orgaan 23, voorzien van een aantal lichtterugkaatsende eenheden 2h gevormd door het aanbrengen van groeven in zijn platte onderkant. Een plakmiddel 25 vult de holte die 30 door de lichtterugkaatsende eenheden worden opengelaten, en bevestig; het lichtontvangende orgaan 23 aan een strook 26, die het markeringslint bepaalt, waarbij het plakmiddel 15 de strook 26 bevestigt aan de rijweg 10.

Het plakmiddel 25 kan bestaan uit een van de hiervoor genoemde samenstellingen voor het plakmiddel 15· De afzonderlijke vervaardiging van het 35 lichtontvangende orgaan 23 en de strook 26 naakt het mogelijk, dat elk 7903061 4 » 8 dezer een ander kleurpigment bevat. De strook 26 kan bijvoorbeeld vit zijn gekleurd voor het bij daglicht markeren, vaarbij het lichtontvangende orgaan 23 rood of groen kan zijn getint of met nog een andere kleur. In dit geval behoeft alleen het lichtontvangende orgaan 23 lichtdoorlatend te 5 zijn.

Fig. 5 toont een lichtontvangend orgaan 27, voorzien van een vierzijdige dwarsdoorsnede, en ook een verdere wijziging doordat de brede onderzijde van het ontvangende orgaan 27 plat is. In dit geval zijn de licht terugkaatsende eenheden 28 gevormd in het bovenoppervlak 30 van de strook 31 door het lint bepaalt. Een plakmiddel 32 vult de holten van de lichtterugkaatsende eenheden 28 voor het aan elkaar bevestigen van het ontvangende orgaan 27 en de strook 31 , vaarbij het plakmiddel 15 de strook 31 bevestigt aan de rijweg 10. Omdat echter in dit geval het plakmiddel 32 de eenheden 28 vult en zich derhalve tussen het lichtontvangende orgaan 15 27 en de eenheden 28 bevindt , is het nodig, dat het plakmiddel 32 licht- doorlatend is. Lichtdoorlatende plakmiddelen, die voor dit doel kunnen worden gebruikt, zijn bekend, en omvatten doorzichtige epoxyharsen, doorzichtige polyurethanen , op een oplosmiddel gebaseerde kunstmatige rubbers en dergelijke. Bij de uitvoeringsvormen volgens de fig. ^ en 5 behoeven de 20 stroken 26 en 31 niet lichtdoorlatend te zijn, en kunnen zij ondoorzichtig zijn. Voor dit doel kunnen dergelijke stroken vit , rood, groen of met nog andere kleuren zijn gekleurd.

Het is ook mogelijk het markeringslint uit te voeren met twee lichtingen, dat wil zeggen voor het ontvangen en terugkaatsen van 25 licht uit elk der twee tegengestelde richtingen. Fig. 6 toont een uitvoeringsvorm hiervan in samenhang met een lichtontvangend orgaan, en het gebruik van lichtterugkaatsende eenheden, die slechts in hoofdzaak tegenover het lichtontvangende orgaan zijn aangebracht, hoewel deze constructieken-merken niet essentieel zijn voor het in twee richtingen terugkaatsen. Bij 30 de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 heeft een lint 33 een driehoekige vorm, lichtontvangend orgaan 3^ , waarbij lichtterugkaatsende eenheden door groeven zijn aangebracht langs de onderzijde van het lint, zoals bij de uit- zich .

voeringsvorm volgens fig. 3· In dit geval echter strekken de eenheden/uit langs de onderzijde over een afstand, die in het algemeen overeenkomt met 35 de lengte van het ontvangende orgaan 3^ langs het lint, en zijn zij verder 7903067 * m 9 gericht on in twee richtingen werkaan te zijn. De lichtterugkaatsende eenheden 35a aan de linkerzijde, gezien in fig. 6, zijn dus met hun optische assen bij voorkeur evenwijdig of net een afwijking van niet neer dan 15° ten opzichte van het licht, dat vanaf rechts in de figuur nadert opgesteld.

^ Eet terugkaatsen van een straal invallend licht 36 vindt derhalve plaats cp de in fig. 6 weergegeven wijze. Licht, dat van links nadert, ontvangt weinig terugkaatsing van de eenheden 35a* Omgekeerd zijn de lichtterugkaatsende eenheden 35h rechts in fig. 6 met hun optische assen hij voorkeur evenwijdig of met een afwijking van niet neer dan ongeveer 15° vanaf 10· licht, dat van links nadert opgesteld. Eet terugkaatsen van een straal invallend licht 37 vindt derhalve op de in fig. 6 weergegeven wijze plaats.

Van rechts naderend licht krijgt weinig terugkaatsing van de eenheden 35b.

Indien gewenst, kan het gedeelte van het lint , welk gedeelte de eenheden 35a bevat, zijn getint met een kleur, zoals groen, waarbij het gedeelte -5 van het lint, welk gedeelte de eenheden 35b bevat, kan zijn getint met een andere kleur, zoals rood.

Markeringslinten, en in het bijzonder de linten met opwaartse uitsteeksels, zoals de onderhavige lichtontvangende organen, zijn onderhevig aan zware slijtage en behandeling, omdat het voertuigverkeer, 20 * ....

zoals de banden van automobielen, sneeuwploegen en dergelijke, vrijwel onafgebroken daaroverheen rijden. In êén uitvoeringsvorm kan het licht-ontvangende orgaan van het markeringslint veerkrachtig vervormbaar zijn en derhalve in hoofdzaak kunnen terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand na het vervormen. Op deze wijze geeft het lichtontvangende orgaan veer- 2ς ' krachtig mee met het daaroverheen rollende voertuigverkeer, en verlengt zodoende zijn bruikbare levensduur. Na het vervormen keert het lichtontvangende orgaan evenwel direkt in hoofdzaak naar zijn oorspronkelijke stand, waarin het zoals daarvoor bruikbaar is. Voor dit doel kan het lichtontvangende orgaan zijn vervaardigd uit verschillende elastomeer kunstharsen.

50 .is

Polyvinvlchlcridefen dergelijke elastomeer die op deze wijze kan worden gebruikt.

De fig. 7 en 8 tonen hun markeringslint, voorzien van een veerkrachtig vervormbaar lichtontvangend orgaan , alsmede een aanpassing van deze vorm voor het terugkaatsen van licht in twee richtingen. Eet

•3C

lichtontvangende orgaan is bij voorkeur hol, waarbij de lichtterugkaatsende 7903067 * '* 10 eenheden langs een binnenzijde van het lichtontvangende orgaan zijn aangebracht. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm heeft een markeringslint 71 een lichtontvangend orgaan 72 met een driehoekige dwarsdoorsnede in de lengterichting van het lint. Het lichtontvangende orgaan 72 is hol, en kan 5 vanaf de onderzijde van het lint 71 open zijn, zoals weergegeven. Het plakmiddel 15 bevestigt het lint 71 aan de rijweg 10. De lichtterugkaatsen-de eenheden zijn op gebruikelijke wijze gevormd langs een binnenzijde van het lichtontvangende orgaan 72.

De weergegeven uitvoeringsvorm kaatst terug in twee ^ richtingen. De lichtterugkaatsende eenheden 73a en 73b zijn langs tegen over elkaar liggende binnenzijden van lichtontvangende 72 gevormd. Een invallende lichtstraal 'jh, die van links in fig. 7 nadert, wordt dus gebroken door de linkerzijde van het driehoekvormige licht ontvangende orgaan 72, en teruggekaatst door de lichtterugkaatsende eenheden 73a, zoals ^5 weergegeven. Een invallende lichtstraal 75, die van rechts nadert, wordt gebroken door de rechterzijde van het driehoekige lichtontvangende orgaan 72, en teruggekaatst door de lichtterugkaatsende eenheden 73b. Tijdens gebruik kan het lichtontvangende orgaan 72 plat worden gedrukt en onmiadellijk terugveren naar zijn oorspronkelijke toestand. Ook kan het holle lichten ontvangende orgaan 72 zijn gevuld met een samendrukbaar materiaal, zoals een elastomeer schuim, dat in de holte, gevormd door het lichtontvangende orgaan 72 is vastgezet en/of aan de rijweg 10.

De lichtterugkaatsende eenheden, zoals de eenheden 1U, 2ks 28, 35§., 35Ï 73a en 73b zijn beschreven als drievlakkige lichtterug- 25 kaatsende eenheden met drie onderling loodrechte facetten. De figuren 9-16 tonen enkele gedaanten, die dergelijke drievlakkige eenheden kunnen aannemen. Deze kunnen worden samengevat als de hoeken van een kubus, rechthoekige parallellepipedums, afgeknotte rechthoekige paralellepipedums en afgeknotte hoeken van een kubus. In al deze figuren is het duidelijk, dat 30 de lichtterugkaatsende eenheden sterk overdreven m afmeting zijn weergegeven voor het vergemakkelijken van het beschrijven daarvan.

De fig. 9 en 10 tonen lichtterugkaatsende eenheden, die bestaan uit hoeken van een kubus, soms aangeduid als drievoudige terug- kaatsorganen, waarbij de lichtterugkaatsende eenheid drie vierkante vlak-35 ken omvat, die onderling loodrecht zijn. tvaar de zijden vierkant zijn en 7903067 11 dezelfde afïaeting hebben, en dus lijken op een kubus, wordt een dergelijke terugkaatsende eenheid thans een (kubushoek) genoemd. In de fig. 9 en 10 zijn de sanenwerkende zijden van een enkele kubushoek eenheid weergegeven bij 39» Ho en Hl. Een dergelijke eenheid is herhaald voor het vormen van 5 een rij h2, waarbij deze rijen eveneens op evenwijdikwijze zijn herhaald voor het vormen van een lichtterugkaatsende opstelling langs de onderzijde van een markeringslint 63. Door de eigen aard van de kubushoeken is het moeilijk, zoniet onnogelijk, optisch niet werkende banden of blinde plekken ΠΠ (fig. 10) te voorkenen bij het door pennen vormen van de kubushoe-^ 3ten. Bij een commerciële produktie zijn rijen van dergelijke pennen enigs zins in lengterichting onderling verspringend , waardoor onvermijdelijk optisch niet werkzame banden kh worden gevormd in de lichtterugkaatsende opstelling. Deze banden vertegenwoordigen een verlies aan terugkaatsend gebied, en verminderen derhalve de doelmatigheid en de lichtterugkaatsende ^5 sterkte van de opstelling. Hoewel een kubushoek constructie een bevredigen de terugkaatsing verschaft voor licht, dat loodrecht tegen een opstelling of strook van kubushoeken aankomt» dat wil zeggen in het algemeen evenwijdig aan de assen van de kubushoeken, neemt bovendien de werking daarvan betrekkelijk snel af wanneer invallend licht de opstelling raakt onder 2- hoeken op afstand van de loodlijn op het oppervlak van de kubushoek op stelling.

Een meer de voorkeur verdienende drievlakkige lichtterugkaatsende eenheid is weergegeven in de fig. 11 en 12, en wordt een rechthoekig parallellepipedum genoemd. Indien een veelvlak een lichaam is, be-25 grenst door vlakken, en een prisma een veelvlak is , waarvan twee vlakken congruente veelhoeken zijn in evenwijdige vlakken, en de andere paralleic-gramnen zijn met twee van hun zijden in de twee evenwijdiklakken, kan een parallellepipedum in het algmeen worden bepaald als een prisma, waarvan de bases parallellogrammen zijn. Een recht parallellepipedum is der-30 halve een parallellepipedum met randen, loodrecht op de bases. De uitdruk king (rechthoekig parallellepipedum) kan een recht parallellepipedum betekenen, waarvan de bases of zijden rechthoeken zijn. Bepaalde kenners bepalen echter een rechthoek in het algemeen ais een parallellogram, waarvan de '.der hoeken bestaan uit rechthoeken. Deze definitie bevat in het 35 algemeen een vierkant ais een rechthoek. Althans twee van de drie recht- 7903067 * « 12 hoekige vlakken, die het onderhavige rechthoekig parallellepipedun in de vorm van de lichtterugkaatsende eenheid vormen, kunnen niet vierkant zijn.

Elk van de althans twee vlakken moet rechthoekig zijn onder de algemener gebruikte definitie, dat twee aangrenzende randen van een rechthoek onge-^ lijk zijn. Zoals in de beschrijving en de conclusie gebruikt, betekent de uitdrukking (rechthoekig parallellepipedum) een recht parallellepipedum, waarvan althans twee vlakken of facetten rechthoeken zijn in de betekenis, dat elk dezer rechthoeken twee aangrenzende, oneven randen heeft.

Het volgens de uitvinding voorziene rechthoekige parallelle-^ pipedum kan worden beschouwd als het volume, ingenomen door een doos met zes facetten, die alle een vierhoek zijn met vier rechte hoeken. In een feitelijke lichtterugkaatsende eenheid, zijn slechts drie van de facetten, die in een punt elkaar ontmoeten, feitelijk blootgesteld aan de onderzijde van het lint, waarbij althans twee van deze facetten rechthoekig zijn, ^ waarin twee aangrenzende randen van elk der twee rechthoekige facetten ongelijk zijn. De twee rechthoekige facetten, zoals bepaald, zijn bij voorkeur in afmeting of gebied gelijk, waarbij het derde facet een vierkant is. De drie facetten van het rechthoekige parallellepipedum kunnen dus worden beschouwd als de zijden van een drievlakshoek, waarbij twee ^ facetten rechthoekig zijn, zoals bepaald.

Zoals weergegeven in de fig. 11 en 12 heeft een marke-ringslint 1+5 een aantal lichtterugkaatsende eenheden 1+6 langs zijn onderzijde, welke eenheden drie onderling loodrechte facetten 1+7, 1+8 en 1+9 omvatten, die een drievlakshoek bepalen van een rechthoekig parallellepipe-^5 dum, zoals beschreven. De facetten 1+7 en 1+8 snijden elkaar in een richting naar het brekingsoppervlak 51 van het lint 1+5 voor het vormen van een snijlijn 52, en bepalen de twee rechthoekige facetten van het hiervoor beschreven rechthoekige parallellepipedum. Het facet 1+9 is bij de voorkeursuitvoeringsvorm een vierkant. Een lichtterugkaatsende eenheid 1+6 is bij voorkeur zodanig geplaatst met betrekking tcthet brekingsvlak 51, dat een lichaamsdiagonaal van het rechthoekige parallellepipedum, welke diagonaal ook zijn optische as is, bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdig is aan invallend licht, gebroken door het oppervlak 51 , hoewel de lichaamsdiagonaal daarvan kan afwijken tot ongeveer 15°. Een lichaamsdiagonaal, die 35 tegenover elkaar liggende hoeken verbindt van het rechthoekige parallelle- 7903067 * « 13 pipedun vac. een eenheid hè·, is hij 53 in fig. 12 weergegeven. 3ij de vccrkeursuitvoeringsvorm , snijden de facetten U7 en U8 facetten van aangrenzende liehtterugkaatsende eenheden b6 in een richting vanaf het brewings oppervlak 51 voor het vormen van een tweede snijlijn 5^· Deze lijn 5 is niet alleen in hoofdzaak evenwijdig aan de eerstgenoemde snijlijn 52, maar ligt bij de weergegeven uitvoeringsvorm in hoofdzaak in lijn met de snijlijn 52 van een aangrenzende rij.

De tot heden best gebleken liehtterugkaatsende eenheid voor het markeringslint is die van een piramide met een driehoekige basis, 'J zoals weergegeven xn de fxg. 13, 1* en 15· Deze eenhexd is zeer geschikt voor licht, dat grote invalshoeken heeft (afschampinvalling), hetgeen nodig is in een markeringslint, waarbij de eenheid dankzij zijn gedaante gemakkelijk met andere soortgelijke eenheden in elkaar kan worden geplaatst voor het verschaffen van het terugkaatsen in twee richtingen. Heer in het '2 bijzonder bestaat deze soort eenheid uit een afgeknot , rechthoekig paral lellepipedum, dat een asymmetrische piramide met driehoekige basis vormt.

De drie onderling loodrechte facetten zijn de facetten, die de driehoekige basis ontmoeten, waarbij een van de facetten een veel kleiner gebied heeft dan de andere twee. Bergelijke piramides kunnen bijvoorbeeld worden 22 gevormd door het snijden van drie evenwijdige stellen groeven op bepaalde onderlinge afstanden en onder bepaalde hoeken, zie fig. 13. De breedte en diepte van de groeven kan worden veranderd in afhankelijkheid van de gewenste terugkaatsing. Elke groef vormt twee aangrenzende facetten van twee verschillende piramides. Het verkregen terugkaatsende orgaan heeft 25 twee optische assen en is derhalve in twee richtingen werkzaam bij het terugkaatsen van licht, waarbij elke as onder dezelfde hoek staat ten opzichte van de loodlijn op het oppervlak, maar in tegengestelde azimut richtingen.

Zoals weergegeven in de fig. 13-15 heeft een markerings-32 lint 5c een aantal liehtterugkaatsende eenheden 57· Elke eenheid 57 heeft drie onderling loodrechte facetten 58, 59 en 60. De facetten 58 en 59 convergeren in fig. 13 naar een snijlijn 61, en staan loodrecht cp het facet cö. De piramide van de drie facetten 58, 59 en 6θ bepaalt een eenheid 57» die uitsteekt vanuit het vlak van de bodem van de onderzijde var. het 35 lint 56, zodat de basis van de piramide, vanwaar de facetten 58, 59 en 60 7903067

1U

zich uitstrekken, feitelijk ineenvloeit met het lichaam van het lint 56.

De driehoekige bases van de piramides kunnen derhalve zijn opgenomen ii een denkbeeldig vlak, dat in de fig. en 15 is weergegeven bij 62, welk vlak in hoofdzaak evenwijdig is aan een brekingsonnervlak 63 van het lint 5 56.

Zoals weergegeven in fig. 13 zijn de lichtterugkaatsende eenheden 57 geplaatst in naast elkaar liggende rijen 6U, waarbij elke rij dwars is geplaatst op de richting van terug te kaatsen licht. Elke rij 6h bestaat uit piramidale eenheden, die in afwisselende volgorde zijn opge-^ steld, zodat de dwarsgeplaatste facetten 6ö en 60a van twee aangrenzende piramiden zijn gescheiden door een punt 65 van een tussenliggende derde piramide. Deze afwisselende plaatsing maakt het mogelijk, dat de opstelling eenheden 57 in twee richtingen werkzaam is. Gezien in de fig. 13 en 1U, ontvangen de facetten 58, 59 en 60 van een lichtterugkaatsende eenheid, ^5 en de facetten 58a, 59a en 60a van een andere soortgelijk geplaatste licht terugkaatsende eenheid en nog andere op soortgelijke wijze geplaatste eenheden, het van rechts komende licht, en kaatsen dit terug. In tegenstelling ontvangen de facetten 67, 68 en 69 van een lichtterugkaatsende eenheid, en de facetten 67a, 68a en 69a van een andere lichtterugkaatsende eenheid 20 alsmede andere op soortgelijke wijze geplaatste eenheden, van links komend licht en kaatsen dit terug. Elke rij ik gedraagt zich optisch gelijk.

Wanneer de piramidale eenheden 57 bestaan uit afgeknotte rechthoekige parallelle pipedums, zijn de omtrekken van de driehoekige bases van de uitstekende piramides, gelijkbenige driehoeken. Wanneer de 25 piramidale eenheden bestaan uit afgeknotte kubushoeken, bestaan de omtrekken van de driehoekige basés van de uitstekende piramides , uit gelijkzijdige driehoeken. Als een verdere lei-draad bij het weergeven van de piramidale soort lichtterugkaatsende eenheid, toont fig. 16 een ruimtelijk aanzicht van afgeknotte rechthoekige parallellepipedums, Fig. 16 is genomen 30 in het denkbeeldige vlak 62 van fig. 1^.

In fig. 16 bevat bijvoorbeeld het vlak van de tekening de driehoekige bases van de piramidale lichtterugkaatsende eenheden 57·

De punten A, B en C liggen dus in het vlak van de tekening, waarbij het punt D onder het vlak van de tekening ligt. De piramide, bepaalt door de 35 punten ABCD is een afgeknot rechthoekig parallelepipedum, waarbij de omtrek 7903067

Claims (25)

15 CONCLUSIES 1. ferugkaatsende narkeringsnateriaal, gekenmerkt door een vel, voorzien van althans bepaalde lichtdoorlatende gedeelten, van een lichtbrekend oppervlak aan een zijde, en van een aantal drievlakkige 20 lichtterugkaatsende eenheden met drie onderling loodrechte facetten aan de andere zijde, welke eenheden zijn gericht voor het terugkaatsen van licht, dat het vel onder betrekkelijk grote invalshoeken raakt, en aan een werkplaats kunnen worden gehecht.

2. Materiaal volgens conclusie 1 , met het kenmerk, dat 25 de ene zijde van het vel lichtontvangende organen heeft , die uitsteken boven die zijde en op onderlinge afstanden liggen volgens een richting van het vei, waarbij de drievlakkige lichtterugkaatsende eenheden zich aan de andere zijde van het vel in hoofdzaak tegenover de lichtontvangende organen bevinden.

3. Materiaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de lichtontvangende organen een driehoekige doorsnede hebben in de genoemde ene richting van het vel.

4. Materiaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de lichtontvangende organen een vierzij digs doorsnede hebben. in de genoemde 35 enerienting van het vei. 7903057

5. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ene zijde van het vel lichtontvangende organen heeft, die uitsteken hoven deze zijde en op onderlinge afstanden liggen volgens een richting van het vel, waarbij de drievlakkige lichtterugkaatsende eenheden zich 5 aan de andere zijde van het vel in hoofdzaak tegenover de lichtontvangende organen bevinden, vanwelke drievlakkige lichtterugkaatsende eenheden bepaalde zodanig zijn geplaatst , dat zij licht terugkaatsen in een richting, en waarvan bepaalde andere zodanig zijn geplaatst, dat zij licht terugkaatsen in de tegengestelde richting, waardoor het markeringsmateriaal met 10 betrekking tot het terugkaatsen van licht twee richtingen heeft.

6. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ene zijde van het vel lichtontvangende organen heeft , die uit steken boven deze zijde en op onderlinge afstanden liggen volgens een richting van het vel, welke lichtontvangende organen veerkrachtig vervormbaar zijn 15 en na vervorming kunnen terugkeren naar in hoofdzaak hun oorspronkelijke standen.

7. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ene zijde van het vel lichtontvangende organen heeft, die uitsteken boven deze zijde en op onderlinge afstanden liggen volgens een richting van 20 het vel, welke lichtontvangende organen hol zijn en bestaan uit veerkrach tig vervormbaar materiaal, dat in hoofdzaak kan terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand na vervorming , waarbij de lichtterugkaatsende eenheden langs een binnenzijde van de holle lichtontvangende organen zijn aangebracht.

8. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 25 de ene zijde van het vel lichtontvangende organen heeft, die uitsteken boven die zijde en op onderlinge afstanden liggen volgens een richting van het vel, welke lichtontvangende organen hol zijn en vanaf de andere zijde van het vel open, en bestaan uit veerkrachtig vervormbaar materiaal, dat na vervorming in hoofdzaak kan terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand, 30 waarbij de lichtterugkaatsende eenheden langs tegenover elkaar liggende binnenzijden van de lichtopnemende organen zijn aangebracht voor het in twee richtingen werkzaam maken daarvan met betrekking tot het terugkaatsen van licht.

9. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat/le 35 drievlakkige lichtterugkaatsende eenheden zodanig zijn geplaatst, dat hun 7903067 optische assen binnen 15° lopen ten opzichte van de richting van het gebroken licht.

10. Materiaal volgens conclusie 1 .net het kenmerk, dat de drievlakkige liehtterugkaatsende eenheden zodanig zijn geplaatst, dat 5 hun assen in hoofdzaak evenwijdig zijn aan de richting van het gebroken licht.

11. Materiaal volgens conclusie 1, net het kenmerk, dat de liehtterugkaatsende eenheden zijn gemetalliseerd.

12. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 de drievlakkige liehtterugkaatsende eenheden bestaan uit kubushoeken.

13· Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drievlakkige liehtterugkaatsende eenheden bestaan uit rechthoekige parallellepipedums. 1U. Materiaal volgens conclusie 1 , met het kenmerk, dat 15 de drievlakkige liehtterugkaatsende eenheden bestaan uit piramides met een driehoekige basis.

15. Materiaal volgens conclusie 14 , met het kenmerk, dat de ontrekken van de bases van de piramides gelijkdelige driehoeken zijn.

16. Materiaal volgens conclusie 1^, met het kenmerk, dat de omtrekken van de bases van de piramides gelijkzijdige driehoeken zijn.

17. Materiaal volgens conclusie 1 , met het, kenmerk, dat het vel bestaat uit een lint , dat kan worden bevestigd aan een rijweg.

18. Terugkaatsend markeringslint, gekenmerkt door een .— lichtdoorlater.de strook, waarvan éên zijde is voorzien van lichtontvanger.de O organen die boven die zijde uitsteken en op onderlinge afstanden liggen in lengterichting van de strook, waarbij liehtterugkaatsende eenheden zijn gevormd in het tussenvlak van de lichtopvangende organen en de ene zijde van de snrcok, en de andere zijde van de strook kan worden gehecht aan een werkplaats. 3\j

19· Lint volgens conclusie 18 , met het kenmerk, dat de liehtterugkaatsende eenheden zijn gevormd in een lichtontvangend orgaan, waarbij een plakmiddel in hoofdzaak de eenheden vult en het lichtontvangende ergaar. hecht aan de ene zijde van de strook.

20. Lint volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de 35 liehtterugkaatsende eenheden zijn gevormd in de ene zijde var. de strook, 7903067 waarbij een lichtontvangend orgaan zich bevindt boven de lichterugkaatsen-de eenheden, en een lichtdoorlatend plakmiddel de lichtterugkaatsende eenheden vult en het lichtontvangende orgaan en de ene zijde van de strook aan elkaar hecht.

21. In twee richtingen werkzaam terugkaatsend orgaan, gekenmerkt door een lichtdoorlatend lichaam, voorzien van een lichtbrekend oppervlak en van een aantal lichtterugkaatsende eenheden , welke eenheden door dit oppervlak gebroken licht kunnen ontvangen en terugkaatsen, en bestaan uit naast elkaar geplaatste rijen eenheden, die dwars zijn opge-10 steld op de richting van het terug te kaatsen licht, waarbij elke rij eenheden piramides omvat met drie facetten en een driehoek als basis, welke drie facetten onderling loodrecht zijn, welke piramides in afwisselende volgorde zijn geplaatst zodat de dwars opgestelde facetten van twee piramides zijn gescheiden door de punt van een tussenliggende derde piramide, 15 vanwelke piramides de bases ineenvloeien met en deel uitmaken van het lichaam van het terugkaatsende orgaan.

22. Eendelig terugkaatsend lint voor het markeren van wegen den dergelijke, welk lint zowel nat als droog werkzaam is, gekenmerkt door een lichtdoorlatende strook, voorzien van een lichtbrekend 20 oppervlak aan een zijde , en van een aantal drievlakkige lichtterugkaatsende eenheden aan de andere zijde, die kan worden gehecht aan een werkplaats, welke drievlakkige lichtterugkaatsende eenheden naast elkaar geplaatste rijen eenheden omvatten, die dwars zijn opgesteld op de richting van het terug te kaatsen licht, waarbij elke rij eenheden piramides omvat met drie 25 facetten en een driehoek als basis , welke drie facetten onderling lood recht zijn, welke piramides in afwisselende volgorde zijn geplaatst, zodat de dwars opgestelde facetten van twee naburige piramides zijn gescheiden door de punt van tussenliggende derde piramide.

23. Lint volgens conclusie 22, net het kenmerk, dat de 30 ene zijde van de strook licht-ontvangende organen heeft , die uitsteken boven die zijde en op onderlinge afstanden liggen in lengterichting van de strook, waarbij de piramidale lichtterugkaatsende eenheden zich aan de andere zijde van de strook in hoofdzaak tegenover de lichtontvangende organen bevinden, vanwelke piramide de bases ineenvloeien net en deel uit 35 maken van de strook. 7903067 2k. Lint volgens conclusie 22, net het kenmerk, dat de ene zijde van de strook licht ontvangende organen heeft .die uitsteker, boven deze ene zijde en op onderlinge afstanden liggen in lengterichting van de strook, waarbij de piramidale lichtterugkaatsende eenheden zijn 5 gevormd in het tussenvlak van de lichtontvangende organen aan de ene zijde van de strook.

25· Lint volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de piramidale lichtterugkaatsende eenheden zijn gemetalliseerd. 2o. Lint volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de 10 omtrekken van de bases van de piramides bestaan uit gelijkdelige driehoeken.

27· Lint volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de omtrekken van de bases van de piramides bestaan uit gelijkzijdige driehoeken.

28. Markeringsmateriaal in hoofdzaak zoals in de beschrij ving beschreven en in de tekening weergegeven. 29. lerugkaatsend markeringslint in hoofdzaak zoals in' de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 7903067