NL7815059A

NL7815059A - Driving prefabricated pile into soil - by first inserting steel jacket sleeve then compact subsoil by forcing pile down after which sleeve is removed

Info

Publication number: NL7815059A
Application number: NL7815059A
Authority: NL
Original assignee: Ballast Nedam Groep Nv
Priority date: 1978-01-06
Filing date: 1978-07-10
Publication date: 1980-04-29

Abstract

The unit is intended for driving a pre-fabricated pile (1) in the soil (4). It involves making a shaft (5) in the soil by driving in a steel jacket sleeve (3), inserting the pile in the sleeve, compacting the subsoil (29) below the pile by pushing the pile downwards taking purchase on the sleeve, which is held down, and subsequently removing the sleeve, leaving the pile in situ. The subsoil may be compacted by a hydraulic cylinder actuator (96, 97) secured (136) to the sleeve and pressing down on the head (135) of the pile. The sleeve may be provided with external screw thread and driven into the soil by rotating it.

Description

__ 1 _ Μ Kon/ZFW, 180+1__ 1 _ Μ Kon / ZFW, 180 + 1

Ballast-Nedam Groep N.V. te Amsterdam Uitvinders: Tjako Aaldrik Wolters te Zeist, en Hendrik den Ouden te Hoofddorp Werkwijze en inrichting voor het in de grond brengen van een paal.________Ballast-Nedam Groep N.V. in Amsterdam Inventors: Tjako Aaldrik Wolters in Zeist, and Hendrik den Ouden in Hoofddorp Method and equipment for placing a pile in the ground .________

De uitvinding betreft een werkwijze voor het in de grond brengen van een geprefabriceerde paal, waarbij in de 'grond een schacht wordt gevormd door een stalen mantel in de ! ! 'grond te brengen, de geprefabriceerde paal in de mantel wordt 5 gebracht, en waarbij de mantel de paal in de grond achter- \ latend uit de schacht wordt verwijderd.The invention relates to a method for placing a prefabricated pile in the ground, wherein a shaft is formed in the ground by a steel jacket in the ground. ! To introduce soil, the prefabricated pile is introduced into the jacket, the jacket being removed leaving the pile in the soil from the shaft.

Een dergelijke werkwijze is bekend. Bij de bekendej werkwijze is het niet uitgesloten, dat na verwijdering van de mantel de paal wegens te weinig bodemweerstand naderhand te ; 10 diep in de grond wegzakt. i iSuch a method is known. In the known method it is not excluded that after removal of the jacket, the pile will be retrofitted due to insufficient soil resistance; 10 sinks deep into the ground. i i

De uitvinding heeft ten doel de paalondersteuning j te verbeteren, terwijl de paal met een betrekkelijk lichte en goed hanteerbare inrichting snel in de grond kan worden ge- ! bracht zonder groot gevaar te lopen, dat de paal wordt ver- ; 15 woest. Daartoe wordt bij een werkwijze volgens de uitvinding > de grond onder de paal verdicht door bij afzetting tegen de in de grond te houden mantel de paal neerwaarts te drukken en 'wordt eerst na het verdichten van de grond de mantel uit de \ schacht verwijderd. i 2u De uitvinding betreft en verbetert voorts een in- ; richting voor het onder toepassing van de werkwijze volgens ! de uitvinding in de grond brengen van een geprefabriceerde ! paal, omvattende een buisvormige mantel en een verplaatsbaar, leidfreem voorzien van aandrijfmiddelen voor het in de grond; 25 brengen van de mantel. Deze inrichting is gekenmerkt door j tussen de paal en de mantel op te stellen afzetmiddelen en | bekrachtigingsmiddelen voor het bekrachten van de afzetmid- j delen ten einde tijdens het verdichten van de grond door af- zetting van de paal tegen de in de grond te houden mantel de! paal neerwaarts te drukken en door van de afzetmiddelen ge- ; 7815059 ^ ! - λ ~ scheiden uithaalmiddelen voor het uit de grond halen van de j mantel.The object of the invention is to improve the pile support j, while the pile can be quickly driven into the ground with a relatively light and easy to handle device. brought the pile without being in great danger; 15 fierce. To this end, in a method according to the invention, the soil under the pile is compacted by pressing the pile downwards when deposited against the jacket to be held in the soil, and the jacket is only removed from the shaft after the soil has been compacted. The invention further relates to and improves an in-; direction for using the process of! grounding the invention of a prefabricated! pole, comprising a tubular jacket and a movable guide frame provided with ground driving means; 25 bringing the mantle. This device is characterized by depositing means to be arranged between the post and the jacket and | actuators for energizing the deposition means in order to compact the soil by depositing the pile against the casing to be held in the ground during compaction of the soil! pushing down the pile and using the pushing means; 7815059 ^! - λ ~ separate eviscerating means for removing the jacket from the ground.

De uitvinding betreft en verschaft tevens een paal, in de grond gebracht onder toepassing van de werkwijze 5 volgens de uitvinding, welke paal het kenmerk heeft, dat de i ,paal ten opzichte van de paalvoet is gefixeerd zonder j !tussenkomst van ter plaatse in de schacht gestort beton j middels vormvaste, op elkaar aangrijpende aansluitvlakken ! 'tussen paalvoet en paal.The invention also relates to and provides a pile, laid in the ground using the method according to the invention, which pile is characterized in that the pile is fixed with respect to the pile base without intervention on site in the pile. shaft poured concrete j by means of rigid, mutually engaging connecting surfaces! 'between the post foot and the post.

10 De genoemde en andere kenmerken van de uitvinding j 'zullen in de hierna volgende beschrijving aan de hand van j tekeningen worden verduidelijkt. ;The mentioned and other features of the invention will be elucidated in the following description with reference to drawings. ;

In de tekening stellen schematisch voor: figuren 1, 6, 10, 11, en 12 elk een langsdoorsnede.! i 15 door een mantel met paal tijdens het verdichten van de zich ! onder de paal bevindende grond, figuren 3, 4, 5 en 8 elk een langsdoorsnede door j het ondereinde van een mantel tijdens het in de grond brengen tIn the drawing schematically represent: figures 1, 6, 10, 11, and 12 each a longitudinal section. i 15 through a jacket with pole while compacting the! soil under the pile, figures 3, 4, 5 and 8 each have a longitudinal section through the lower end of a jacket during the insertion t

ervan, Iof it, I

20 figuren 2, 7 en 9 elk een langsdoorsnede door het'! ondereinde van een paal in de grond gebracht onder toepassing \ van de werkwijze getoond in de figuren 1, 6, respektievelijk1 8, ; figuur 13 een bovenaanzicht van een werkterrein j 2b tijdens het in de grond brengen van palen, i20 figures 2, 7 and 9 each have a longitudinal section through the '! lower end of a pile placed in the ground using the method shown in figures 1, 6 and 18, respectively; figure 13 shows a top view of a working area j 2b during the placing of piles in the ground, i

figuur 14 op grotere schaal detail XIY van figuur , 13, Ifigure 14 on a larger scale detail XIY of figure, 13, I.

figuur 15, een regelsysteem voor de in figuur 14 I getekende inrichting, j 30 figuur 1 6 op grotere schaal een doorsnede over de ' lijn XVI-XVI van figuur 14, i figuur 17 op grotere schaal een doorsnede over de lijn XVII-XVIII van figuur 16, j figuur 18 een zijaanzicht van detail XVIII van j 35 figuur 13, j figuur 19 een aanzicht volgens pijl XIX van i figuur 18, - ------- - - — - ---------! 7815059 .. 3 _ figuur 20 op grotere schaal detail XX van figuur 1 9, figuur 21 een doorsnede over de lijn XXI-XXI van figuur 20, 5 figuur 22 op grotere schaal detail XXII van figuur 20, ; figuur 23 een aanzicht over de lijn XXIII-XXIII van figuur 22, I figuur 24 een regelschema voor detail XXII van 10 (figuur 20, : figuur 25 een variant van figuur 19, figuur 26 op grotere schaal detail XXVI van j figuur 25, | figuur 27 op grotere schaal detail XXVII van 15 figuur 26, figuur 28 een regelschema van detail XXVII, ; figuren 29 en 30 een werkschema van het regel schema van figuur 28, figuur 31 een variant van detail XXVII van figuur 2U 26, ! figuur 32 een variant van de inrichting van j figuur 19, en j figuren 33, 34, 35, 36 en 37 een schema van de ; opeenvolgende bewegingsstadia tijdens het werken met de 25 inrichting van figuur 32. jFigure 15, a control system for the device shown in Figure 14 I, Figure 1 6, a larger scale, a section along the line XVI-XVI of Figure 14, i Figure 17, a larger scale, a section along the line XVII-XVIII, figure 16, j figure 18 a side view of detail XVIII of j 35 figure 13, j figure 19 a view according to arrow XIX of i figure 18, - ------- - - - - -------- -! 7815059 .. 3 figure 20 on a larger scale detail XX of figure 1 9, figure 21 a section along the line XXI-XXI of figure 20, 5 figure 22 on a larger scale detail XXII of figure 20,; figure 23 is a view on the line XXIII-XXIII of figure 22, figure 24 a control scheme for detail XXII of 10 (figure 20: figure 25 a variant of figure 19, figure 26 on a larger scale detail XXVI of figure 25, | figure 27 on a larger scale detail XXVII of figure 26, figure 28 a control scheme of detail XXVII, figures 29 and 30 a working diagram of the control scheme of figure 28, figure 31 a variant of detail XXVII of figure 2U 26, figure 32 a variant of the device of figure 19, and j figures 33, 34, 35, 36 and 37 a diagram of the successive stages of movement during operation with the device of figure 32. j

Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt een j geprefabriceerde, bijvoorbeeld gewapend betonnen paal 1 in dé t grond 4 gebracht. Daartoe wordt volgens de figuren 1 en 2 eeii schacnt 5 in de grond 4 gevormd door een stalen mantel 3 in j 30 de grond 4 te brengen. Eerst wordt een paal 1 met een daaraan vast aangevormde conische paalvoet 2 bovengronds in de mantel 3 gestoken. Dan wordt de mantel 3 tezamen met de daarin aanwezige paal 1 op de een of andere wijze in de grond 4 gebracht, waarna de grond 29 onder de paal 1 wordt verdicht 35 door bij afzetting tegen de in de grond 4 te houden mantel 3; de paal 1 neerwaarts te drukken. Dit kan geschieden middels ;In the method according to the invention, a prefabricated, for example reinforced concrete pile 1 is introduced into the soil 4. To this end, according to Figures 1 and 2, an egg 5 is formed in the ground 4 by placing a steel jacket 3 in the ground 4. First, a pile 1 with a conical pile base 2 which is firmly attached to it is inserted above ground into the jacket 3. Then the jacket 3, together with the pile 1 present therein, is somehow introduced into the ground 4, after which the soil 29 is compacted under the pile 1 by depositing against the jacket 3 to be kept in the ground 4; pressing the post 1 downwards. This can be done through;

--— — I- - I

een hydraulische cilinder. 96, waarvan-een. zuiger-9-7-o.p-de-kap 7815059 » * ' „4 ..a hydraulic cylinder. 96, of which one. piston-9-7-o.p-de-hood 7815059 »* '„ 4 ..

> 135 νώ de paal 1 drukt, terwijl de cilinder 96 middels bou-j ten 136 stevig aan de mantel 3 is bevestigd. Tijdens dit verj-dichten van de grond 29 rust op de cilinder 96 en daarmede op de mantel 3 nog het gewicht G, bijvoorbeeld een ballastge-5 wicht en/of het gewicht van een inrichting voor het in de grond 4 brengen van de mantel 3· Eerst na het extra verdich— | ten van de grond 29 op de boven aangegeven wijze wordt de j i mantel 3 de paal 1 in de grond 4 achterlatend uit de schacht; \5 verwijderd. Bij voorkeur zijn tijdens het in de grond 4 j 10 |brengen van de mantel 3 de paalvoet 2 en de mantel 3 - tegen i onderlinge rotatie geborgd - middels koppelmiddelen 6 met j elkaar gekoppeld. Dan'kan op de mantel 3 een torsiemoment j . worden gezet, dat wel op de paalvoet 2 wordt overgebracht, zonder dat de paal 1 zelf op torsie wordt belast. De koppel-lb middelen 6 bestaan bijvoorbeeld uit in de paal 1 bij de paal- i voet 2 ingebedde uitstekende, stalen spieën 7 die in aange- j paste, aan hun onderzijden open holten 8 van de mantel 3 j grijpen. De schacht 5 valt bij verwijderde mantel 3 vol met j grond en/of wordt zonodig van boven af met grond, beton of j 20 dergelijk opvulmateriaal opgevuld. Het inbrengen van de j mantel 3 kan geschieden door daarop neerwaarts te drukken en ; f door haar gelijktijdig een heen en weer gaande rotatie op te dringen. :> 135 νώ presses the post 1, while the cylinder 96 is firmly attached to the jacket 3 by means of bolts 136. During this sealing of the ground 29, the cylinder 96 and thus the casing 3 still bears the weight G, for example a ballast weight and / or the weight of a device for placing the casing 3 in the ground 4 · Only after the extra compaction from the ground 29 in the manner indicated above, the sheath 3 leaves the post 1 in the ground 4 out of the shaft; \ 5 removed. Preferably, during the introduction of the jacket 3 into the ground, the pile foot 2 and the jacket 3 - coupled against mutual rotation - are coupled to each other by means of coupling means 6. Then, on the jacket 3, a torsion moment j. that is transferred to the post foot 2 without the post 1 itself being subjected to torsion. The coupling means 6 consist, for example, of protruding steel wedges 7 embedded in the post 1 at the post foot 2, which, in adapted, grip open cavities 8 of the jacket 3j on their undersides. With the casing 3 removed, the shaft 5 is filled with soil and / or if necessary is filled from above with soil, concrete or such filling material. The insertion of the jacket 3 can be effected by pressing down on it and; f by simultaneously forcing it to reciprocate. :

Bij voorkeur wordt een in de figuren 1 en 2 gete— 25 kende paal 1 in de grond 4 gewerkt door deze tezamen met de! mantel 3 in de grond 4 te schroeven, waarbij de mantel 3 ; < 'neerwaarts wordt gedrukt en wordt geroteerd. Bij voorkeur is over de gehele lengte van de mantel 3 (zie figuur 1) of j anders slechts aan het ondereinde van de mantel 3 (zie figuur 30 3) een schroef 12 aangebracht, waarmee de mantel 3 eveneens j opwaarts wordt teruggeschroefd, terwijl de paal 1 in de grond 4 achterblijft. De paal 1 van figuur 4 heeft een aan de paal!-voet 2 aangevormde schroef 13 met een spoed z^ die gelijk is ; aan de spoed £ van de schroef 12. Bij de werkwijze van de < 35 figuren 5> 6 en 7 wordt eerst een mantel 3 zonder paal 1, j maar wel tezamen met een bijvoorbeeld stalen paalvoet 2 in de 'grond 4 geschroefd (figuur 5), Daarna wordt de paal 1 met een 7815059 _ 5 ...Preferably, a pile 1 shown in Figures 1 and 2 is worked into the ground 4 by working it together with the screw jacket 3 into the ground 4, the jacket 3; <'is pressed down and rotated. Preferably, a screw 12 is arranged along the entire length of the jacket 3 (see figure 1) or otherwise only at the lower end of the jacket 3 (see figure 30 3), with which the jacket 3 is also screwed back upwards, while the post 1 remains in the ground 4. The pile 1 of figure 4 has a screw 13 formed on the pile base 2 with a pitch z equal; at the pitch van of the screw 12. In the method of the <35 figures 5> 6 and 7, a casing 3 without post 1, j is first screwed into the ground 4 together with, for instance, a steel post foot 2 (figure 5 ), Then post 1 with a 7815059 _ 5 ...

cilindervormig uitsteeksel 14 in de mantel 3 neergelaten, waarbij het uitsteeksel 14 in een aangepaste holte 15 van dej paalvoet 2 dringt. Op deze wijze wordt de paal 1 ten opzichte van de paalvoet 2 gefixeerd zonder tussenkomst van ter j 5 plaatse van de schacht 5 gestort beton middels vormvaste, j tussen paalvoet 2 en paal 1 op elkaar aangrijpende aansluit-! vlakken van uitsteeksel 14 en holte 15· Eventueel kan het J uitsteeksel 14 van te voren met een lijm, kit of dergelijke j !stevige hechtlaag zijn ingesmeerd. . ! 10 | Bij de werkwijze van figuur 8 wordt een schacht 5 igevormd door een mantel 3 met een open einde in de grond 4 j te schroeven en door de in de mantel 3 dringende aarde 25 i opwaarts uit de mantel 3 te verwijderen, bijvoorbeeld middels een roterende en zo gravende, aangedreven transportschroef : lb 16. Daarna wordt de paal 1 met een daaraan bovengronds vast ! verbonden, bij voorkeur aangevormde paalvoet 2 in de mantel 3 neergelaten. Na extra verdichting van de grond 29 wordt de mantel 3 opwaarts getrokken. jcylindrical projection 14 is lowered into the jacket 3, the projection 14 penetrating into an adapted cavity 15 of the post foot 2. In this way, the pile 1 is fixed relative to the pile base 2 without the intervention of concrete poured at the location of the shaft 5 by means of form-retaining connecting pieces connecting each other between pile base 2 and pile 1! surfaces of protrusion 14 and cavity 15 · Optionally, the J protrusion 14 may be previously coated with an adhesive, sealant or the like with a strong adhesive layer. . ! 10 | In the method of Figure 8, a shaft 5 is formed by screwing an open-ended jacket 3 into the ground 4j and by removing the soil 25 i penetrating into the jacket 3 upwardly from the jacket 3, for example by means of a rotating and engraving driven driving screw like this: lb 16. After that the post 1 with an above ground is fixed! connected, preferably formed post foot 2 lowered into the jacket 3. After additional compaction of the soil 29, the jacket 3 is pulled upwards. j

Bij de werkwijze van figuur 10 wordt een mantel 3 ; 20 met een daarin opgenomen paal 1 in de grond 29 geschroefd, j terwijl de paalvoet 2 middels tapbouten 137 met een vooraf j bepaalde gezamenlijke treksterkte aan het ondereinde van de ! i mantel 3 is bevestigd. Ten einde de grond 29 extra te ver- j dichten, wordt de paal 1 gecomprimeerd door middel van de j ^5 hydraulische cilinder 96 die stevig verbonden is met het bo-j veneinde van de mantel 3· Vanneer de tapbouten 137, die te- ί zamen een verbreekbare verbinding vormen, breken, is de paal! 1 tot op een vooraf bepaalde mate gecomprimeerd. Bij het verbreken van die verbinding slaat de paal 1 neerwaarts op de j 3u grond 29, die daardoor extra wordt verdicht, terwijl de paalkop 135 zich afzet tegen de mantel 3· Deze afzetting' wordt op deze wijze verbeterd door de traagheid van de mantel 3 en het . eventueel daarop rustende gewicht. jIn the method of Figure 10, a jacket 3; 20 with a pile 1 received therein screwed into the ground 29, while the pile foot 2 is screwed to the lower end of the pile by means of stud bolts 137 with a predetermined joint tensile strength. i jacket 3 is attached. In order to additionally compact the soil 29, the pile 1 is compressed by means of the hydraulic cylinder 96 which is firmly connected to the top end of the jacket 3 When the tap bolts 137, which are Forming a breakable connection, breaking it, is the stake! 1 compressed to a predetermined degree. When this connection is broken, the pile 1 strikes downwards on the soil 29, which is thereby additionally compacted, while the pile head 135 settles against the jacket 3. This deposition is thus improved by the inertia of the jacket 3. and the . any weight resting thereon. j

Het is in plaats van de werkwijze volgens figuur 10 35 ook denkbaar, zij het niet met voorkeur, dat de paalvoet 2 j i niet met het ondereinde van de mantel 3 is verbonden en dat j de hydraulische cilinder _96_met breekbouten 138„met_hejfc_! 7815059 ~ I « 6 boveneinde van de mantel 3 is verbonden (zie figuur 11). Ter verdichting van de grond 29 wordt dan de paal 1 bij afzetting van zijn boveneinde tegen de in de grond 4 geschroefde mantel 3 gecomprimeerd tot op een door de breeksterkte van de b breekbouten 138 vooraf bepaalde mate, waarbij die afzetting , tegen de mantel 3 plotseling wordt opgeheven. Dan springt de paal 1 omhoog, waarbij hij zich tegen de grond 29 afzet en . deze daardoor extra verdicht.Instead of the method according to Fig. 10, it is also conceivable, albeit not preferentially, that the pile foot 2 is not connected to the lower end of the jacket 3 and that the hydraulic cylinder 96 is provided with shear bolts 138 with lifting bolts. 7815059-1 6 upper end of the jacket 3 is connected (see figure 11). In order to compact the soil 29, the pile 1 is then compressed to a degree predetermined by the breaking strength of the shear bolts 138 when the upper end is deposited against the jacket 3 screwed into the soil 4, wherein said deposit against the jacket 3 is suddenly Will be cancelled. Then the pole 1 jumps up, pushing against the ground 29 and. it is therefore extra compacted.

Bij de werkwijze van figuur 12 wordt de grond 29 10 eerst extra verdicht met een constante druk van een kleine cilinder 143 door toevoer van vloeistof vanaf een pomp 139 via een geopende afsluiter 140 en een centrale, door een grote cilinder 144 gevoerde toevoerbuis 145· De zuiger 146 grijpt via een muts 147 op de stalen buisvormige paal 1 aan. 15 De muts 147 is middels slappe trekveren 148 met de cilinder 143 verbonden. De kleine cilinder 143 is vast verbonden met de grote cilinder 144, waarvan een differentiaalzuiger 149 om de toevoerbuis 145 ook in de kleine cilinder 143 reikt. De kamer 150 van de cilinder 144 staat via een draaigland 152, 20 een ruime toevoerleiding 151 en via een afsluiter 141 in verbinding met een drukvat 142, dat via een vrij bewegende zuiger 153 onder druk wordt gebracht met olie van een pomp 154· Nadat eerst de grond 29 verdicht is met een bepaalde constante belasting ten gevolge van een druk in de kleine cilinder 25 143 en nadat een vooraf bepaalde druk in het drukvat 142 heerst, die met een manometer 155 is gemeten, wordt met een hefboom 156 een pal 157 weggenomen,, waardoor de afsluiter 141 plotseling wordt geopend, doordat de klep 158 daarvan tegen een slappe veer 159 in door de lucht wordt weggeblazen. De 30 grote cilinder 144 belast dan volgens een drukstoot via de paal 1 de grond 29, waarbij wederom wordt afgezet tegen de in de grond 4 geschroefde mantel 3· De cilinder 144 is gelast aan een ring 57 die bevestigd is aan een schroefwiel 66 met behulp waarvan de schroefbeweging van de mantel 3 wordt aan-. 35 gedreven. Verder is boven de grond 4 om de mantel 3 een trechter 160 opgesteld, waarin aarde 161 terecht komt, wan-| neer de mantel 3 in de grond 4 wordt geschroefd met een hoger 7815059 * l * 7 toerental dan gelet op de spoed van de schroef 12 voor het in de grond 4 schroeven van de mantel 3 vereist zou zijn. Dan werkt de schroef 12 als transportschroef, die losse aarde tot in de trechter 160 verplaatst. Tijdens het uit de grond 4 5 schroeven van de mantel 3 glijdt deze losse aarde vanuit dé trechter 160 weer terug naar de schroef 12, die het dan tot in de grond 4 terug "brengt. 'In the method of Figure 12, the soil 29 is first additionally compacted with a constant pressure of a small cylinder 143 by supplying liquid from a pump 139 via an opened valve 140 and a central supply pipe 145 passing through a large cylinder 144. piston 146 engages steel tubular post 1 via a cap 147. The cap 147 is connected to the cylinder 143 by slack extension springs 148. The small cylinder 143 is fixedly connected to the large cylinder 144, a differential piston 149 of which extends around the supply tube 145 also in the small cylinder 143. The chamber 150 of the cylinder 144 communicates via a pivot land 152, 20 a large supply line 151 and via a shut-off valve 141 to a pressure vessel 142, which is pressurized with oil from a pump 154 via a free-moving piston 153. the ground 29 is compacted with a certain constant load as a result of a pressure in the small cylinder 25 143 and after a predetermined pressure prevails in the pressure vessel 142, which is measured with a manometer 155, a ratchet 157 is removed with a lever 156 whereby the valve 141 is suddenly opened, because the valve 158 thereof is blown away by air against a slack spring 159. The large cylinder 144 then loads the ground 29 according to a pressure shock via the pile 1, again being pushed against the jacket 3 screwed into the ground 4. The cylinder 144 is welded to a ring 57 which is attached to a screw wheel 66 by means of of which the screwing movement of the jacket 3 is initiated. 35 driven. Furthermore, a funnel 160 is placed above ground 4 around mantle 3, into which earth 161 enters, when down the jacket 3 is screwed into the ground 4 at a higher speed of 7815059 * 7 * than in view of the pitch of the screw 12 for screwing the jacket 3 into the ground 4 would be required. Then the screw 12 acts as a transport screw, which moves loose earth into the funnel 160. When the casing 3 is unscrewed from the ground 45, this loose soil slides from the funnel 160 back to the screw 12, which then "returns" it to the ground 4. "

Volgens de figuren 13-23 worden de palen 1 in de grond 4 gebracht op de plaatsen 30 met "behulp van een 10 schroefwerktuig 31, dat van de in figuur 12 getekende middelen is voorzien. ,According to figures 13-23, the posts 1 are placed in the ground 4 at the places 30 with the aid of a screw-driving tool 31, which is provided with the means shown in figure 12.

Vanaf een palenmagazijn 32 wordt telkens met behulp van een hefwerktuig 36 een paal 1 op een serie rollen 33 van een paleninsteker 34 gelegd. Terwijl in lijn een mantel 3 op 15 vaste steunen 35 van de paleninsteker 34 ligt, wordt de paal 1 in liggende stand tot in de mantel 3 geschoven met behulp van een aandrijfwagen 37 die met een bedieningsorgaan 38 re-gelschuiven 39 in een stand brengt, waarbij de telkens een rol 33 ondersteunende hydraulische cilinder 40 omlaag wordt 20 bewogen voor het doen passeren van de aan de paal 1 aangevormde paalvoet 2. Wanneer de paalvoet 2 tegen het ondereinde van de mantel 3 stuit, wordt de paal 1 middels de kleminrich-ting 41 van de figuren 12, 16 en 17 aan de mantel 3 vastgeklemd. Die kleminrichting 41 bestaat uit drie wiggen 42 die 25 elk middels een hydraulische cilinder 43 in hun klemstand worden getrokken en door veren 44 uit die klemstand worden gedrongen bij ontkrachtiging van de cilinders 43, waarbij zij elk middels een daaraan bevestigd langwerpig orgaan 46 langs een pen 45 van een schuifgeleiding 47 van de paal 1 af worden 3U geleid. De mantel 3 met de erin geschoven en vastgeklemde paal 1 wordt middels de hefwagen 36 op een wagen 48 gelegd, wordt naar de plaatsen 30 gereden en wordt middels heikabels 49 van het schroefwerktuig 31 in vertikale stand geheven en ; i opgesteld langs een makelaar 50 met rails 51, waarbij de man-35 tel 3 in een support 52 wordt gestoken, dat met leidorganen 53 langs de rails 51 wordt geleid. Bij het insteken worden nokken 54 van de mantel 3 door uitsparingen 56 van een mid- 7815059 ö dels een hydraulische cilinder 55 verdraaibare ring”57 gesto-ken, welke ring 57 met klemmen 58 stevig op het voornoemde in een leger 162 roteerbaar schroefwiel 66 van het ringvormige support 52 wordt vastgehouden, terwijl een onderring 60 van 5 de mantel 3 tegen het schroefwiel 66 steunt. Tijdens het in de grond 4 schroeven van de mantel 3 wordt de vertikale snelheid van de mantel 3 gekoppeld aan de rotatiesnelheid daarvan in overeenstemming met de spoed y; en de spoed js van de aan de mantel 3 en/of de paalvoet 2 aangebrachte schroef 12 respek-1U tievelijk schroef 13 (zie figuur 24)·From a pile magazine 32, a pile 1 is placed on a series of rollers 33 of a pile cutter 34 with the aid of a lifting tool 36. While in line a jacket 3 rests on 15 fixed supports 35 of the pile driver 34, the pile 1 in the horizontal position is pushed into the jacket 3 by means of a drive carriage 37 which adjusts slide 39 with an actuator 38, wherein the hydraulic cylinder 40, each supporting a roller 33, is lowered to pass the pile foot 2 formed on the pile 1. When the pile foot 2 abuts the lower end of the jacket 3, the pile 1 is clamped by means of the clamping device 41 of Figures 12, 16 and 17 are clamped to the jacket 3. Said clamping device 41 consists of three wedges 42, each of which is pulled into their clamping position by means of a hydraulic cylinder 43 and is forced out of that clamping position by springs 44 upon de-energisation of the cylinders 43, each of which by means of an elongated member 46 attached thereto along a pin. 45 are guided 3U away from a sliding guide 47 of the post 1. The jacket 3 with the post 1 pushed in and clamped is placed on the trolley 48 by the lifting trolley 36, is driven to the places 30 and is lifted into vertical position by means of piling cables 49 of the screw tool 31; Arranged along a broker 50 with rails 51, inserting the count 3 into a support 52, which is guided with rails 53 along the rails 51. On insertion, cams 54 of the casing 3 are inserted through recesses 56 of a hydraulic cylinder 55 rotatable ring "57, which ring 57 with clamps 58 is firmly fixed on the aforementioned rotary screw wheel 66 of the annular support 52 is held, while a lower ring 60 of 5 supports the casing 3 against the screw wheel 66. During the screwing of the jacket 3 into the ground 4, the vertical speed of the jacket 3 is coupled to the rotational speed thereof in accordance with the pitch y; and the pitch js of the screw 12 and 1-1U screw 13, respectively, attached to the casing 3 and / or the pole foot 2 (see figure 24)

Een elektromotor 59 drijft met groot vermogen een tandwiel 61 langs een vertikale tandheugel 62, terwijl een andere elektromotor 63 via een schroefwiel 64 het voornoemde schroefwiel 66 doet roteren. De snelheid van de elektromotor 15 63 en daarmee de rotatiesnelheid van de mantel 3 wordt geme ten met een snelheidsmeter 67, terwijl de snelheid van de motor 59 en daarmee de vertikale snelheid van de mantel 3 gemeten wordt met een snelheidsmeter 68. De snelheidsmeters 67 en 68 geven een signaal 69 respektievelijk 70 aan een ver-20 gelijker 71 respektievelijk 72, die beide ingesteld worden door een gemeenschappelijk instelorgaan 65 en die elk een regelorgaan 73 respektievelijk 74 voor het regelen van de elektromotoren 63 respektievelijk 59 besturen. Het vermogen van de motoren 63 en 59 is zo groot, dat een vertikale belas-2b ting op de mantel 3 wordt gezet die de som van de mantelwrij-ving en de paalvoetweerstand overtreft. Middels het beschreven schroefwerktuig 31 wordt de mantel 3 volgens een continu doorgaande beweging in de grond 4 geschroefd.An electric motor 59 drives a gear wheel 61 along a vertical gear rack 62 with great power, while another electric motor 63 rotates the aforementioned screw wheel 66 via a screw wheel 64. The speed of the electric motor 15 and thus the rotational speed of the jacket 3 is measured with a speedometer 67, while the speed of the motor 59 and thus the vertical speed of the jacket 3 is measured with a speedometer 68. The speedometers 67 and 68 give a signal 69 and 70, respectively, to a comparator 71 and 72, both of which are set by a common adjustment means 65 and each control a control means 73 and 74 for controlling the electric motors 63 and 59, respectively. The power of the motors 63 and 59 is so great that a vertical load 2b is applied to the casing 3 which exceeds the sum of the casing friction and the pile foot resistance. The jacket 3 is screwed into the ground 4 by means of the screwdriver 31 described.

Het schroefwerktuig 31 van de figuren 25-27 heeft 30 een hydraulische schroefinrichting 76 met twee de mantel 3 aangrijpende klemmen 77T en 77R die elk van een hydraulische cilinder 78T respektievelijk 78R zijn voorzien ter bekrachtiging van de op de mantel 3 aangrijpende klembekken 79T respektievelijk 79R· De klemmen 77T en 77R zijn ten opzichte van 3 5 een draaitafel 89 vertikaal verplaatsbaar middels hydraulische cilinders 81T respektievelijk 81R. Een elektromotor 82 drijft volgens figuur 28 via een drijfwerk 83 en een gemeenschappelijke aandrijfas 84 de identieke pompen 85T, 85R en 86 7815059 "9 “ aan. De pómp 86’~drijft via een hydraulische motor 87 en een j rondsel 88 de draaitafel 89 aan, die roteerbaar om een verti^- kale aslijn 90 in het freem 80 is gelegerd. Tevens drijft een elektromotor 94 een pomp 93 voor het bekrachtigen van de hy-j 5 draulische cilinders 78T en 78R aan. Elke pomp 85T, 86, 85R j ♦ en 93 is van een regelschuif 91T, 92, 91R respektievelijk 95| 'voorzien, die elk door bekrachtiging van de bijbehorende re-j lais 101-114 naar het betreffende relais toe worden getrok-j •ken.The screw tool 31 of Figs. 25-27 has a hydraulic screwing device 76 with two clamps 77T and 77R engaging the jacket 3, each of which is provided with a hydraulic cylinder 78T and 78R, respectively, for actuating the clamping jaws 79T and 79R respectively. The clamps 77T and 77R are vertically displaceable relative to a turntable 89 by means of hydraulic cylinders 81T and 81R, respectively. According to Figure 28, an electric motor 82 drives the identical pumps 85T, 85R and 86 7815059 "9" via a gear 83 and a common drive shaft 84. The pump 86 'drives the turntable 89 via a hydraulic motor 87 and a pinion 88. which is mounted rotatably about a vertical axis 90 in the frame 80. An electric motor 94 also drives a pump 93 for energizing the hydraulic cylinders 78T and 78R Each pump 85T, 86, 85R j And 93 are provided with a control slide 91T, 92, 91R and 95 | respectively, each of which is pulled towards the respective relay by energizing the associated relay 101-114.

t 10 t In de figuren 29 en 30 zijn de bekrachtigingssche- [ma‘s van de relais tegen de tijd jb met gearceerde balken uitgezet voor het in de grond 4 schroeven respektievelijk het j ! 'eruit trekken van een mantel 3· De pompen, hydraulische ei- \ linders, motor 87 en rondsel 88 zijn zodanig gedimensioneerd, dat de vertikale snelheid van de mantel 3 die hydraulisch j gekoppeld is aan de rotatiesnelheid van de mantel 3 overeen-! i stemt met de spoed £ en/of z. jt 10 t In FIGS. 29 and 30 the energizing diagrams of the relays are plotted with hatched bars against time jb for screwing into the ground and j! Pulling out a casing 3. The pumps, hydraulic cylinders, motor 87 and pinion 88 are dimensioned such that the vertical speed of the casing 3, which is hydraulically coupled to the rotational speed of the casing 3, corresponds to the rotational speed of the casing 3. I voted urgently £ and / or z. j

Figuur 31 toont een andere klem 77, waarbij elke j hydraulische cilinder 81 verbonden is met een ketting 98 die) 20 middels een zich tegen de andere hydraulische cilinder 81 j afzettende hydraulische cilinder 78 wordt gespannen. |Figure 31 shows a different clamp 77, each hydraulic cylinder 81 being connected to a chain 98 which is tensioned by means of a hydraulic cylinder 78 pushing against the other hydraulic cylinder 81. |

Het schroefwerktuig 31 van figuur 32 wijkt in zo- ! • t verre af van de eerder beschreven schroefwerktuigen 31, door-J-dat het een om een as 99 met een hefkabel 100 opzwenkbare j 25 giek 120 heeft met twee klemmen 121 die elk een vaste klembek t 122 en twee zwenkbare klembekken 123 hebben. jThe screw tool 31 of Figure 32 deviates in this way. Far from the previously described screw tools 31, in that it has a jib 120 pivotable about an axis 99 with a lifting cable 100, with two clamps 121 each having a fixed clamping jaw 122 and two pivoting clamping jaws 123. j

In figuur 33 wordt een lege mantel 3 door zwenking: volgens pijl 124 van de klemmen 121 om de giek 120 vervangen! ^ j door een met een paal 1 gevulde mantel 3· Wanneer deze op I 30 zijn plaats voor de makelaar 50 in de niet getekende schroef-inrichting van het schroefwerktuig 31 is vastgezet, wordt j deze mantel 3 in figuur 34 losgelaten door de volgens pijl 125 zwenkende klembek 123, waarna de giek 120 in figuur 35 volgens pijl 126 neerzwenkt, terwijl tevens de klemmen 121 -35 volgens pijl 127 zwenken. jIn figure 33, an empty jacket 3 is replaced by pivoting: according to arrow 124 of the clamps 121 around the boom 120! ^ by means of a jacket 3 filled with a pile 1 · When this has been secured at I30 for the broker 50 in the screwing device of the screw tool 31 (not shown), this jacket 3 in figure 34 is released by the arrow 125 pivoting clamping jaw 123, after which the boom 120 in figure 35 pivots down according to arrow 126, while also the clamps 121 -35 pivoting according to arrow 127. j

In figuur 36 wordt de lege mantel 3 op een wagen j 128 gelegd, terwijl een met_een_paal 1 gevulde mantel 3 daar-· 7815059 _.lö .In figure 36 the empty jacket 3 is placed on a carriage 128, while a jacket 3 filled with a pile 1 is there 7815059.lö.

van af wordt genomen door zwenking van de klembekken 123 volj-gens pijlen 129, respektievelijk 130, waarna de giek 120 weer wordt opgeheven volgens pijl 131 en volgens pijl 132 tegen j een lege mantel 3 van figuur 37 wordt gezwenkt, wanneer deze.is taken off by pivoting the clamping jaws 123 according to arrows 129 and 130, respectively, after which the boom 120 is raised again according to arrow 131 and is pivoted against an empty jacket 3 of figure 37 according to arrow 132, when this.

5 uit de grond 4 is geschroefd. Dan begint de volgende cyclus in figuur 33. Bij deze werkwijze is de verwisseltijd van eeni i lege mantel 3 door een gevulde zeer kort. Daarmede kunnen het grote vermogen en de daarvoor benodigde middelen voor het inj korte tijd in en uit de grond 4 schroeven van de mantel 3 ! lu jefficient worden benut. j i ! I i i i i t j } i i ! f » f t i * t * ♦ ! ! i * i \ 78 1 50 59 ~ '5 is screwed out of the ground 4. Then the next cycle starts in figure 33. In this method, the exchange time of an empty jacket 3 by a filled one is very short. The large power and the means required for this can screw the jacket 3 in and out of the ground 4 for a short time. be used efficiently. j i! I i i i i t j} i i! f »f t i * t * ♦! ! i * i \ 78 1 50 59 ~ '

Claims

1. Method for placing a! prefabricated pile, in which a shaft becomes in the ground; i formed by inserting a steel sheath into the ground, the j. prefabricated pile is introduced into the sheath, and wherein the sheath leaving the pile in the ground is removed from the shaft j, characterized in that the ground under the pile, is compacted by pushing the pile downwards against the casing to be held in the ground and that the casing only emerges from the shaft after compacting the soil; 10 removed. . ,

Method according to claim 1, characterized in; that during compaction of the soil and thereby depositing it against the mantle held in the ground, this mantle with weight is taxed. j li>

Method according to claim 1 or 2, characterized in that during the compaction of the soil, the pile is compressed to a predetermined degree during deposition of its top end against the jacket screwed into the ground, the deposit being the cloak is suddenly lifted '20. !

Method according to claim 1, 2, or 3, characterized in that: the pile foot is connected to the jacket by means of a breakable connection, and at the same time is introduced into the soil with the jacket and in that the soil is placed under the pile j 25 compacted by first breaking the breakable connection, j when the pile against the jacket is compressed to a predetermined degree. ·

A method according to claim 1 or 2, characterized in that during the compaction of the soil, the pile 30 is deposited against the jacket via a short push of pressure; providing printing agents. j

Method according to one of the preceding claims, characterized in that the jacket is screwed into the ground; is becoming. --------- .- ------------------- * v · 7815059. 1 -12 9

7. A method according to any one of the preceding claims, characterized in that the pile is inserted above ground into the jacket with a fixed "dog post base" and that the jacket, together with the pile present therein, is inserted into the J 5. land is brought. j

8. Method according to claim 7, characterized in that the pile is turned into the jacket held in a lying position brought. j

9. Method according to any one of claims 1-6, characterized in that the pile is compared to the pile base! fixed without intervention of concrete poured on site in the shaft by means of rigid, mutually engaging connecting surfaces between pile base and pile. j

10. A method according to any one of the preceding claims, characterized in that the jacket according to an in. Mainly continuous continuous movement is screwed into the ground. j

11. Device for applying a prefabricated pile into the ground using the J method according to any one of the preceding claims, comprising a tubular jacket and a movable guide frame; of drive means for inserting the! jacket, characterized by being placed between the post and the jacket! terminate deposition means and actuating means for applying the deposition means during compaction of the soil by depositing the pile against the soil in the soil. jacket to press the pile downwards and eviscerating means separated from the depositing means for removing the jacket from the ground. | i

12. Device as claimed in claim 11, characterized by a pile inserter for being in a horizontal position in the | sheathing a pole. !

Device as claimed in claim 11 or 12, J characterized by drive means which drive the jacket in a continuous screw movement. ; J 7815059 -13- «1

Pile, driven into the ground using the method according to claim 9, characterized in that the pile is fixed relative to the pile base without intervention of concrete poured into the shaft on the spot by means of form-retaining, abutting contact surfaces j between pile base and pile. j

Post, characterized by a post foot with coupling means for the releasable coupling to a jacket. j

Post according to claim 15, characterized in that the coupling comprises a connection that can be broken at a predetermined load. \ i: i: i *! t l f i j i! i i (i · <t * j ί V i i! i * i * i! i '··? /> 7815059'