NL7810300A - Elektronische relaisinrichting. - Google Patents

Elektronische relaisinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL7810300A
NL7810300A NL7810300A NL7810300A NL7810300A NL 7810300 A NL7810300 A NL 7810300A NL 7810300 A NL7810300 A NL 7810300A NL 7810300 A NL7810300 A NL 7810300A NL 7810300 A NL7810300 A NL 7810300A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transistor
terminal
current
base
circuit
Prior art date
Application number
NL7810300A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL7810300A priority Critical patent/NL7810300A/nl
Priority to US06/079,020 priority patent/US4300018A/en
Priority to FR7924107A priority patent/FR2438944B1/fr
Priority to CA337,008A priority patent/CA1132220A/en
Priority to GB7925112A priority patent/GB2034157B/en
Priority to SE7908381A priority patent/SE440016B/sv
Priority to DE19792941085 priority patent/DE2941085A1/de
Priority to JP54131357A priority patent/JPS5815992B2/ja
Publication of NL7810300A publication Critical patent/NL7810300A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L25/00Baseband systems
    • H04L25/02Details ; arrangements for supplying electrical power along data transmission lines
    • H04L25/20Repeater circuits; Relay circuits
    • H04L25/26Circuits with optical sensing means, i.e. using opto-couplers for isolation
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L25/00Baseband systems
    • H04L25/02Details ; arrangements for supplying electrical power along data transmission lines
    • H04L25/20Repeater circuits; Relay circuits
    • H04L25/24Relay circuits using discharge tubes or semiconductor devices

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Electronic Switches (AREA)
  • Interface Circuits In Exchanges (AREA)
  • Optical Communication System (AREA)
  • Dc Digital Transmission (AREA)

Description

• & * PHN 9254 N.V. Philips'Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Elektronische relaisinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een elektronische relaisinrichting welke een door een overdrachts-keten galvanisch gescheiden ingangs- en uitgangsketen bevat, waarbij de ingangsketen een eerste en een tweede aan-5 sluitklem bevat voor het aansluiten van een telegrafielijn en de overdrachtsketen is gekoppeld met de ingangs- en uitgangsketen.
In de systemen voor gelijkstroomtelegrafie, en meer in het bijzonder de overdragers (Eng.: repeaters) 10 in dergelijke systemen, worden de vroeger algemeen gebruik te mechanische telegraafrelais thans meer en meer vervangen door elektronische telegraafrelais, die belangrijke voordelen bieden voor wat betreft levensduur, plaatsruimte en prijs. Bij toepassing van dergelijke telegraafrelais in de 15 enkelstroomtelegrafie dient het elektronische equivalent.
van een mechanisch unipolair relais tot stand gebracht te worden. Bij de dubbelstroomtelegrafie is daarentegen een polair relais noodzakelijk.
Een elektronische relaisinrichting van het 20 in de aanhef omschreven type is bekend uit het Duitse octrooischrift 1.800.33^. Deze inrichting is uitsluitend geschikt voor dubbelstroomtelegrafie en bevat een bi-stabiele trekkerschakeling zowel in de ingangs- als in de uitgangsketen welke door middel van een als transformator 25 uitgevoerde overdrachtsketen galvanisch zijn gescheiden.
Verder worden de ingangsketen en de uitgangsketen galvanisch gescheiden van elkaar gevoed. Door een polariteitswisseling in de binnenkomende dubbelstroom telegrafietekens wordt de bi-stabiele trekkerschakeling in de ingangsketen omgescha- 7810300 Λ - 2 - ι ΡΗΝ 925^______________________:_ f ! keld tengevolge waarvan de flux door de transformator van richting omkeert. Met de resulterende spanningsimpuls wordt de bi-stabiele trekkerschakeling in de uitgangsketen omgeschakeld. Een bezwaar van deze inrichting is dat de ingangs-5 keten een afzonderlijke, galvanisch van de voedingsbron van de uitgangsketen gescheiden, voedingsbron vereist. Een verder bezwaar is dat deze bekende inrichting slechts polariteitswisselingen detekteert en overdraagt waardoor de storingsgevoeligheid in ongunstige zin beïnvloed wordt., 10 De uitvinding beoogt in een elektronische relaisinrichting van het in de aanhef vermelde type te voorzien waarbij aan de genoemde bezwaren tegemoet wordt gekomen en met een eenvoudige schakeling een betrouwbare en weinig storingsgevoelige elektronische relaisinrichting 15 kan worden verwezenlijkt. De elektronische relaisinrich ting overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk, dat de ingangsketen een stroomschakelinrichting,bevat, waarvan een eerste klem gekoppeld is met de eerste aansluitklem, waarvan een tweede klem gekoppeld is met een stuuringang 20 van de overdrachtsketen en waarvan een uitgangsklem is ge koppeld met de tweede aansluitklem en de stroomschakelinrichting aanspreekt bij het overschrijden van een drempel-stroomwaarde en dat de stroomschakelinrichting zich in een eerste toestand bevindt bij een lijnstroomwaarde beneden 25 de drempelstroomwaarde en dat in een tweede toestand van de stroomschakelinrichting een stuursignaal aan de tweede klem wordt toegevoerd voor het doen vloeien van een stroom met een vooraf bepaalde konstante waarde door de overdrachtsketen.
30 Een voordeel van de elektronische relais inrichting volgens de uitvinding is dat de stroomschakelinrichting via de telegrafielijn gevoed wordt. Een verder voordeel is dat de voorafbepaalde konstante stroom door de overdrachtsketen een gedefinieerde voedingsstroom voor 35 een overdragend element in de overdrachtsketen (bijvoor beeld een licht-emitterende diode of een transformatorwik-keling) levert en de waarde van deze stroom. zodanig....(.laag)..
7810300 - 3 - *1 PHN 925A___________...._____________________________________ gekozen kan worden dat een lange levensduur van deze elementen gewaarborgd is. Een verder voordeel is dat de stroomschakelinrichting aanspreekt op de absolute waarde van de lijnstroom waardoor de stroomschakelinrichting po-5 lariteitsongevoelig is en derhalve niet alleen voor enkel- stroomtelegrafie maar tevens voor dubbelstroomtelegrafie geschikt is.
De uitvinding beoogt verder een stroomschakelinrichting te verschaffen welke een gering aantal kompo-10 nenten bevat, welke komponenten slechts een lage precisie : behoeven en waarmee desondanks een nauwkeurige en betrouwbare stroomdetektie en stroomschakeling tot stand wordt gebracht. Een stroomschakelinrichting voor toepassing in een elektronische relaisinrichting overeenkomstig de 15 uitvinding is daardoor gekenmerkt, dat de stroomschakel inrichting een eerste, een tweede en een derde transistor bevat, dat de emitter van de eerste transistor met de emitter van de tweede transistor, met de basis van de derde transistor en door een eerste weerstand met de uitgangs-20 klem is verbonden en de kollektor van de eerste transistor t met de eerste klem, door een eerste - in de richting van de basis-emitter-diode van de tweede transistor gepoolde -diode met de basis van de tweede transistor en door een tweede weerstand met de basis van de eerste transistor is 25 verbonden, dat de kollektor van de tweede transistor met de tweede klem en de basis van de tweede transistor door een derde weerstand met de uitgangsklem is verbonden en dat de emitter van de derde transistor met de uitgangsklem en de kollektor van de derde transistor met de basis van de 30 eerste transistor is verbonden.
Een elektronische relaisinrichting voor dubbelstroomtelegrafie heeft volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding het kenmerk, dat de stroomschakelinrichting in een diodebrug gelijkrichtschakeling 35 is opgenomen. Een voordeel hiervan is dat de drempelwaarde voor beide polariteiten van de lijnstroom identiek is, zonder dat preeisiekomponenten.....vereist.....zijn. .....................................
7810300 -b - PHN 92 54 ___________________________,
Een verdere uitvoeringsvorm van een elektronische relaisinrichting voor enkelstroomtelegrafie overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk, dat de over-drachtsketen een eerste klem bevat welke is gekoppeld met 5 de eerste aansluitklem van de lijn voor het betrekken van ; de genoemde stroom met de vooraf bepaalde konstante waarde van de in de lijn vloeiende stroom, en dat de genoemde stroom vloeit van de eerste aansluitklem door de over-drachtsketen en de stuuringang naar de tweede aansluit-10 klem. Een voordeel van deze maatregel is, dat voor de voe ding van de overdrachtsketen de in de telegrafielijn vloeiende stroom benut kan worden.
Een verdere uitvoeringsvorm van een elektronische relaisinrichting voor dubbelstroomtelegrafie 15 overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk, dat de overdrachtsketen een tweede klem bevat welke is gekoppeld met de tweede aansluitklem van de lijn voor het betrekken van de genoemde stroom met de vooraf bepaalde konstante waarde van de in de lijn vloeiende stroom waarvan de pola-20 riteit tegengesteld is aan de polariteit van de stroom door de eerste ingangsklem en dat de genoemde stroom vloeit van de tweede aansluitklem door de overdrachtsketen en de stuuringang naar de eerste aansluitklem. Een voordeel hiervan is dat de polariteit van de lijnstroom in de over-25 drachtsketen beschikbaar is en derhalve overgedragen kan worden. Een verder voordeel is dat de stuuringang van het overdrachtsnetwerk voor beide polariteiten gemeenschappelijk benut kan worden.
Aan de hand van de tekeningen zullen thans 30 uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding en hun voordelen nader worden toegelicht. Daarbij worden voor dezelfde of overeenkomstige elementen dezelfde verwijzingssymbolen gebruikt. Daarbij toont:
Fig. 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van 35 een elektronische relaisinrichting volgens de uitvinding;
Fig. 2 een uitvoeringsvoorbeeld van een st-roomschakelinrichting volgens de uitvinding; 7810300 “ " -5 - PHN 9254_______________________________________
Pig. 3 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van : een elektronische relaisinrichting overeenkomstig de uitvinding ;
Fig. 4 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van 5 een overdrachtsketen en een uitgangsketen voor toepassing in de elektronische relaisinrichting volgens Fig. 3»
Fig. 5 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een overdrachtsketen voor toepassing in de elektronische relaisinrichting volgens Fig. 4.
10 In Fig. 1 is een eerste uitvoeringsvorm van een elektronische relaisinrichting volgens de uitvinding weergegeven. Deze inrichting is geschikt voor enkelstroomtelegrafie. Een ingangsketen 10 bevat een stroomschakelinrichting 10' welke een eerste klem 15 11, een tweede klem 12 en een uitgangsklem 13 bevat. De eerste klem 11 is verbonden met een eerste aansluitklem 14 van een telegrafielijn 15· De uitgangsklem 13 is verbonden met een tweede aansluitklem 16 van een telegrafielijn 17· Een overdrachtsketen 18 bevat een eerste ingangsklem 19 20 welke verbonden is met de eerste aansluitklem 14 en bevat een stuuringang 20 welke verbonden is met de tweede klem 12 van de stroomschakelinrichting. Tussen de ingangsklem 19 en de stuuringang 20 van het overdrachtsnetwerk 18 is een licht emitterende halfgeleiderovergang 21 aangesloten. 25 De richting van de lijnstroom is van aansluitklem 14 naar aansluitklem 16.
De stroomschakelinrichting 10’ is in Fig. 2 weergegeven en bevat een eerste transistor 22, een tweede transistor 23 en een derde transistor 24. De emitter van 30 de eerste transistor 22 is verbonden met de emitter van de tweede transistor 23 en met de basis van de derde transistor 24. De emitter van de eerste transistor 22 is verder via een eerste weerstand 25 met de uitgangsklem 13 verbonden. De kollektor van de eerste transistor 22 is met de 35 eerste klem 11 door een eerste diode 26 met de basis van de tweede transistor 23 en door een tweede weerstand 27 met de basis van de eerste transistor 22 verbonden. De kol- 7810300 - 6 - % PHN 925^_______;_______________________ lektor van de tweede transistor 23 is verbonden met de tweede klem 12 van de stroomschakelinrichting 10'. De basis van de tweede transistor 23 is verder via een derde weerstand 28 met de uitgangsklem 13 verbonden. De emitter 5 van de derde transistor 2b is met de uitgangsklem verbon den en de kollektor van de derde transistor 2k is met de basis van de eerste transistor 22 verbonden. De basis van de tweede transistor 23 is door een tweede diode 29 met de kollektor van de derde transistor 2b verbonden.
10 De werking is als volgt (Fig. 1 en Fig. 2).;
Stel dat de lijnstroom welke vloeit tussen de aansluit-klemmen 14 en 16 toeneemt vanaf 0 mA. Indien de spanning tussen de eerste en de tweede aansluitklem 14 en 16 hoger is dan de basis-emitterspanning van de eerste transistor 15 22 dan zal een stroom door de eerste transistor 22 en door de eerste weerstand 2b vloeien. De basisstroom van de eerste transistor 22 vloeit via de tweede weerstand 27. De' stroom door de hoofdstroombaan van de eerste transistor 22 kan toenemen totdat, de spanning over de eerste weerstand 20 25 hoger wordt dan de basis-emitterspanning van de derde transistor 2b, Deze transistor zal dan in de geleidings-toestand komen waardoor de kollektorspanning van de derde transistor 2b daalt en daarmede de basisspanning van de eerste transistor 22. Het gevolg daarvan is dat de eerste 25 transistor 22 minder stroom zal geleiden waardoor de span ning over de eerste weerstand 25 zal afnemen. Het effekt is dat de stroom door de hoofdstroombaan van de eerste transistor 22 gestabiliseerd wordt door de "stroombron annex drempelinrichting" gevormd door de eerste transistor 30 22, de derde transistor 2b en de eerste weerstand 25. Deze stroomwaarde wordt gedefinieerd als de drempelstroomwaarde. Deze stroom is te vergelijken met de stroom welke nodig is om een mechanisch relais te laten aanspreken. De drempelstroomwaarde wordt in beide gevallen - mechanisch en 35 elektronisch relais - geïntroduceerd om een zekere mate van storingsonderdrukking te verkrijgen. Een voordeel is Hat de drempelstroomwaarde eenvoudig in te_stellen_is door.
7810300: f -7- PHN 9254___________________._______________________________.
aanpassing van de grootte van de eerste weerstand 25. Bij enkelstroomtelegrafie is voor een drempelstroomwaarde van 20 mA een weerstand van 30 Q vereist terwijl bij dubbel-stroomtelegrafie voor een drempelstroomwaarde van b mA een 5 weerstand van 150.Q vereist is.
Bij een verdere toename van de lijnstroom neemt de spanning over de aansluitklemmen 14 en 16 relatief snel toe totdat de tweede transistor 23 door een basis-stroom via de eerste diode 26 de stroom door de hoofdstroom-10 baan van de eerste transistor 22 kan overnemen. De stroom door de hoofdstroombaan van de tweede transistor 23 wordt door de "stroombron annex drempelinrichting" welke thans gevormd wordt door de tweede transistor 23, de derde transistor 2b en de eerste weerstand 25, eveneens op de drempel-15 stroomwaarde gestabiliseerd. Een voordeel hiervan is dat door de licht-emitterende diode 21 welke in de hoofdstroombaan van de tweede transistor 23 is opgenomen een konstante en gedefinieerde stroom vloeit. Het werkpunt van de licht-emitterende diode 21 is derhalve onveranderlijk terwijl de 20 levensduur van deze licht-emitterende diode 21 gunstig wordt beïnvloed door de lage stroom waarmee deze belast wordt.
Een nog verdere toename van de lijnstroom wordt geleid via een tweede diode 29 en de derde transistor 25 2b. Voor stroomwaarden boven de drempelstroomwaarde wordt door de diode 29 een paralleltak geboden. Een voordeel hiervan is dat de spanning over de stroomschakelinrichting begrensd wordt.
Afhankelijk van de benodigde spannings-30 ruimte kan de eerste diode 26 uitgebreid worden met een of meerdere in serie met diode 26 geschakelde dioden.
Te dezer plaatse zij opgemerkt dat de stroomschakelinrichting 10' (Fig. 2) ook voor andere toepassing kan worden benut waarbij nd detektie van een be-35 paalde stroomwaarde deze stroom aan een belasting moet worden toegevoerd.
______Het door de licht-emitterende diode 21 uit-, 7810300 -8 - % PHN 925k__________________________ gezonden licht kan worden opgevangen door een fotogevoelig element zoals bijvoorbeeld een fototransistor. De in Fig. 1 weergegeven uitgangsketen 30 bevat een fototransistor 31 waarvan de emitter met de negatieve pool van een 5 gelijkspanningsbron 32 is verbonden en waarvan de kollek- tor via een vierde weerstand 33 met de positieve pool van de gelijkspanningsbron 32 is verbonden. De kollektor van de fototransistor is verbonden met de ingang van een NOT-poort 3^·· Bij belichting van de fototransistor 31 door 10 de licht-emitterende diode 21 gaat deze geleiden en wordt de NOT-poort geschakeld.· Hiermee wordt bereikt dat de in-gangsketen 10 waartoe de stroomschakelinrichting 10’ behoort galvanisch gescheiden is van de uitgangsketen 30.
Het door de logische poort jb afgegeven signaal is ge-15 schikt voor verdere digitale verwerking.
Bij het traag passeren van de drempelstroom-waarde zal ook de tweede transistor 23 langzaam de stroom van de eerste transistor 22 overnemen. De hoeveelheid licht welke de licht-emitterende diode 21 uitzendt kan 20 daardoor onvoldoende zijn om door de fototransistor 31 de logische NOT-poort 3b te aktiveren. Deze storingen kunnen optreden bij sterk gefilterde telegrafietekens. Door een weerstand op te nemen in de emitterverbinding van de eerste transistor 22 en de tweede transistor 23 en de basis van de 25 derde transistor 2b te verbinden met de emitter van de tweede transistor 23 kan de stroomschakelinrichting 10' een zekere mate van hysteresis gegeven worden. Een voordeel is dat de eerste transistor 22 stroom geleidt tot de drempelstroomwaarde is bereikt waarna de tweede transistor 30 23 de stroom snel overneemt.
v Bij enkelstroomtelegrafie komt het voor dat de drempelstroomwaarde (in het eerder gegeven voorbeeld 20 mA) hoger is dan wenselijk in verband met onder andere de levensduur van het overdragende element. Door het aan-35 sluiten van een weerstand tussen de eerste klem 11 en de uitgangsklem 13 parallel aan de stroomschakelinrichting 101 kan de stroom door de stroomschakelinrichting beperkt 78 1 0 3 0 0 - 9- f „EHN .9254_________1_____________________________________________________________ worden en de drempelstroomwaarde op een lager niveau gebracht worden,
In Fig. 3 is een uitvoeringsvorm van een elektronische relaisinrichting welke geschikt is voor 5 dubbelstroomtelegrafie weergegeven. De stroomschakelin- richting 10f is in een diodebrug gelijkrichtschakeling opgenomen waarbij de eerste klem 11 met een derde diode 35 met de eerste aansluitklem 14 en door een vierde diode 36 met de tweede aansluitklem 16 is verbonden. De uitgangs-10 klem 13 is door een vijfde diode 37 met de eerste aansluitklem 14 en door een zesde diode 38 met de tweede aansluitklem verbonden. Een voordeel hierbij is dat de stroorascha-kelinrichting voor de beide polariteiten van de lijnstroom benut kan worden en wat meer voor beide polariteiten op 15 exact dezelfde drempelstroomwaarde aanspreekt. De over- drachtsketen 18 bevat een tweede ingangsklem 39 welke met de tweede aansluitklem 16 is verbonden en door een serie-schakeling van een zevende diode 40 en een tweede licht-emitterende diode 41 met de stuuringang 20 is verbonden.
20 Tussen de eerste licht-emitterende diode 21 en de eerste ingangsklem 19 is een achtste diode 42 opgenomen.
De werking is als volgt. Indien de lijnstroom vloeit van de eerste aansluitklem 14 naar de tweede aansluitklem 16 zal, indien de lijnstroom de drempelstroom-25 waarde overschrijdt een stroom ter grootte van deze drem pels troom door de achtste diode 42, de eerste licht-emitterende diode 21 en de stuuringang 20 naar de tweede klem 12 van de stroomschakelinrichting 10' vloeien tengevolge van het aanspreken van de stroomschakelinrichting 10'. Met 30 het licht van de eerste licht-emitterende diode 21 wordt een eerste fototransistor 43 bestuurd.
Indien de stroom vloeit van de tweede aansluitklem 16 naar de eerste aansluitklem 14 zal, indien de lijnstroom de drempelstroomwaarde overschrijdt een 2^ stroom ter grootte van deze drempelstroom door de zevende diode 40, de tweede licht-emitterende diode 41 en de „stuuringang...2 CL naar de jtweede. klem 12 van. de. stroomscha-...
7810300 « - 10- * PHN 9254______ -_______ 'kelinrichting 10* vloeien tengevolge van het aanspreken van de stroomschakelinrichting 10'. Met het door de tweede licht-emitterende diode 41 uitgezonden licht wordt een tweede fototransistor 44 bestuurd. Een voordeel van de 5 elektronische relaisinrichting volgens Fig. 3 is dat de polariteit van de lijnstroom wordt overgedragen zolang de lijnstroom de drempelwaarde overschrijdt. Na het optreden van storingen is derhalve de polariteit van het telegrafieteken weer eenduidig vast te stellen. De sto-10 ringsgevoeligheid is hierdoor verbeterd. Een verder voor deel is dat de elektronische relaisinrichting volgens Fig. 3 behalve als repeater ook als lxjnbewakingscircuit benut kan worden. Immers behalve een der beide polariteiten is ook het ontbreken van (voldoende) lijnstroom eenduidig 15 vast te stellen doordat dan geen der licht-emitterende diodes 21 en 41 geaktiveerd zijn.
De funktie van de zevende diode 40 en de achtste diode' 42 is de licht-emitterende diodes 21 en 41 te beschermen voor te hoge spanningen in de sperrichting.
20 De uitgangsketen 30 bevat een bi-stabiele trekkerschakeling waarvan de eerste fototransistor 43 en de tweede fototransistor 44 deel uitmaken. De emitter van de eerste fototransistor 43 is met de emitter van de tweede fototransistor 44 en met de negatieve pool van een 25 voedingsstroom 45 verbonden. De kollektor van de eerste fototransistor is door een vierde weerstand 46 met de positieve pool van de voedingsbron 45 en door een vijfde weerstand 47 met de basis van de tweede fototransistor 44 verbonden. De kollektor van de tweede fototransistor is door 30 een zesde weerstand 48 met de positieve pool van de voe dingsbron 45 en door een zevende weerstand 49 met de basis van de eerste fototransistor 43 verbonden en is verder met de uitgang 50 verbonden. De bi-stabiele trekkerschakeling wordt omgeschakeld door het in geleiding brengen van hetzij 35 fototransistor 43 hetzij fototransistor 44. Aan de uitgang 50 is derhalve een tweewaardig signaal beschikbaar. Met elke andere voor dit doel geschikte fotogevoelige bi-sta- 7810300 -11- jw 925k_____________.__________________________________; biele trekkerschakeling kan dit evenwel ook verwezenlijkt worden.
In Fig. 4 is een tweede uitvoeringsvorm van een overdrachtsketen 18 en een uitgangsketen 30 voor 5 toepassing in een elektronische relaisinrichting volgens
Fig. 3 weergegeven. De overdragende elementen zijn hier twee transformatoren waarvan de primaire wikkeling 51 van een eerste transformator en de primaire wikkeling 52 van de tweede transformator elk met een uiteinde met de stuur-10 ingang 20 zijn verbonden. De sekundaire wikkeling 53 van de eerste transformator en de sekundaire wikkeling 54 van de tweede transformator zijn in serie geschakeld en zijn gekoppeld met een bi-stabiele trekkerschakeling welke deel uitmaakt van de uitgangsketen 39· 0© eerste ingangsklem 19 13 van de overdrachtsketen 18 is door een serieschakeling van de diode 42 en een eerste trillingskring met de stuurin-gang 20 verbonden. De eerste trillingskring bevat een parallelschakeling van een eerste kondensator 55 en een serieschakeling van een eerste wisselspanningsbron 56 en 20 de primaire wikkeling* 51 * De tweede aansluitklem 39 is door een serieschakeling van de diode 4θ en een tweede trillingskring met de stuuringang 20 verbonden. De tweede trillingskring bevat een parallelschakeling van een tweede kondensator 57 en de serieschakeling van een tweede wissel-25 spanningsbron 58 en de primaire wikkeling 52· De eerste respektievelijk de tweede trillingskring worden door het vloeien van lijnstroom door de eerste respektievelijk de tweede ingangsklem (19 respektievelijk 39) aangestoten dan wel gedempt waardoor in de sekundaire wikkeling een span-30 ning geïnduceerd wordt. De trillingskringen bewerkstelligen in feite een omzetting van gelijkstroom naar wisselstroom. De in de sekundaire wikkelingen 53 en 54 geïnduceerde wisselspanning worden afhankelijk van de polariteit gelijkgericht door een negende diode 59 en een tiende diode 60.
33 De kathode van diode 39 is met de basis van een vierde transistor 61 en de kathode van diode 60 is met de basis van een vijfde transistor 62 verbonden. De transistoren 61 78 1 0 3 0 0 ~ ~ * - 12- PHN 9214__________________„_________ en 62 maken deel uit van een bi-stabiele trekkerschakeling, De emitter van de vierde transistor 61 is met de emitter van de vijfde transistor 62 en met een gemeenschappelijk aansluitpunt van de sekundaire wikkelingen 53 54 ver- 5 bonden. Dit punt is verder met de negatieve pool van een voedingsbron 63 verbonden. De kollektor van de vierde transistor 61 is door een achtste weerstand 64 met de positieve pool van de voedingsbron 63 en door een negende weerstand 65 met de basis van de vijfde transistor 62 verbon-10 den. De kollektor van de vijfde transistor 62 is door een ; tiende weerstand 66 met de positieve pool van de voedingsbron 63 en door een elfde weerstand 67 met de basis van de vierde transistor 61 verbonden. De basis en de emitter van de vierde transistor 61 zijn door een derde kondensator 68 15 met elkaar verbonden en de basis en de emitter van de vijf de transistor 62 zijn door een vierde kondensator 69 met elkaar verbonden. De werking van de uitgangsketen 30 is als volgt. Stel dat op een bepaald tijdstip transistor 61 geleidend en transistor 62 gesperd is. Indien de basis-20 spanning van transistor 62 verhoogd wordt zal stroom gaan vloeien door transistor 62 waardoor de kollektorspanning van deze transistor daalt. Deze afname wordt via de weerstand 67 overgebracht op de basis van de transistor 61 waardoor de stroom door transistor 61 afneemt. Dit zal een 25 verdere toename van de stroom door transistor 62 tengevolge hebben immers de som der emitterstromen is konstant. Het gevolg is dat uiteindelijk transistor 61 gesperd en transistor 62 geleidend is. De verdere spanningspulsen tengevolge van het gelijkrichten van de geïnduceerde wissel-30 spanning over de sekundaire wikkelingen 53 en 5^ hebben indien ze dezelfde polariteit hebben als de spanningspuls waarmee de bi-stabiele trekkerschakeling is omgeschakeld naar de laatst beschreven toestand geen gevolgen voor de toestand van de bi-stabiele trekkerschakeling.
35 In Fig. 5 is een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een overdrachtsketen 18 voor toepassing in de elektronische relaisinrichting volgens Fig. 4 weergegeven._ Een _ 78 1 0 3 0 0 -13- PHN 9254___;_______________________________, eerste aktieve LC-trillingskring is opgenomen tussen de zevende diode 42 en de stuuringang 20 en een tweede aktieve LC-trillingskring is opgenomen tussen de achtste diode 40 en de stuuringang 20. In de eerste aktieve LC-trillings-5 kring is de primaire wikkeling 51 van de eerste transforma tor in twee delen verdeeld, 51' en 51”· De kollektor van een transistor J0 is door het eerste deel 51' niet de kathode van diode 42 verbonden. De basis van transistor 70 is door een parallelschakeling van een kondensator 71 10 en een weerstand 72 eveneens met de kathode van diode 42 verbonden. De emitter van transistor 71 is door het tweede deel 51” niet de stuuringang 20 verbonden. De stuuringang is door een weerstand 73 met de basis van transistor 70 en door de kondensator 55 met de kathode van diode 42 15 verbonden.
In de tweede aktieve LC-trillingskring is de primaire wikkeling 52 van de tweede transformator in twee delen verdeeld: 52' en 52”. De kathode van de diode 40 is door het eerste deel 52' met de kollektor van een 20 transistor 74 verbonden ,door een parallelschakeling van een kondensator 75 en een weerstand j6 met de basis van transistor 74 en door de kondensator 57 met de stuuringang 20 verbonden, De emitter van transistor 74 is door het tweede deel 52” met de stuuringang 20 verbonden. De basis 25 van transistor 74 is door een weerstand 77 met de stuurin gang 20 verbonden.
De funktie van de overdrachtsketen 18 overeenkomstig Fig. 5 is gelijk aan die welke beschreven werd bij de overdrachtsketen volgens Fig. 4. Een voordeel van 30 de trillingskring volgens Fig. 4 en Fig. 5 is dat de oscil lator gedempt wordt bij een waarde van de stroom welke iets onder de drempelstroomwaarde ligt. Dit houdt in dat de overdrager volgens Fig. 4 en Fig. 5 geschikt is om een lijnbewaking tot stand te brengen welke op ongeveer de-35 zelfde drempelwaarde reageert als de stroomschakelinrich- ting.
7810300

Claims (11)

1. Elektronische relaisinrichting bevattende een met een ingangs- en uitgangsketen gekoppelde over-drachtsketen voor de galvanische scheiding van ingangs- en uitgangsketen, waarbij de ingangsketen een eerste en een 5 tweede aansluitklem bevat voor het aansluiten van een tele- grafielijn, met het kenmerk, dat de ingangsketen een stroom-schakelinrichting bevat, waarvan een eerste klem gekoppeld is met de eerste aansluitklem, waarvan een tweede klem gekoppeld is met een stuuringang van de overdrachtsketen 10 en waarvan een uitgangsklem is gekoppeld met de tweede aan sluitklem en de stroomschakelinrichting aanspreekt bij het overschrijden van een drempelstroomwaarde en dat de stroomschakelinrichting zich in een eerste toestand bevindt bij een lijnstroomwaarde beneden de drempelstroomwaarde en dat 15 in een tweede toestand van de stroomschakelinrichting een stuursignaal aan de tweede klem wordt toegevoerd voor het doen vloeien van een stroom met een vooraf bepaalde kon-stante waarde door de overdrachtsketen.
2. Elektronische relaisinrichting volgens 20 conclusie 1, met het kenmerk, dat de overdrachtsketen een eerste ingangsklem bevat, welke gekoppeld is met de eerste aansluitklem van de lijn voor het betrekken van de genoemde stroom met de vooraf bepaalde konstante waarde van de in de lijn vloeiende stroom en dat de genoemde stroom vloeit 25 van de eerste aansluitklem door de overdrachtsketen en de stuuringang naar de tweede aansluitldem.
3. Elektronische relaisinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de waarde van de voorafbepaalde konstante stroom gelijk is aan de drempelstroom- 30 waarde. h. Elektronische relaisinrichting volgens con clusie 3, met het kenmerk, dat de stroomschakelinrichting een eerste, een tweede en een derde transistor bevat, dat de emitter van de eerste transistor met de emitter van de 35 tweede transistor, met de basis van de derde transistor en dooj: een eerste weerstand met de uitgangsklem is. ver-______ 7810300 * .-15- _ΡΗΝ 925.^________________________________—___ bonden en de kollektor van de eerste transistor met de eerste klem, door een eerste - in de richting van de basis-emitter-diode van de tweede transistor gepoolde - diode met de basis van de tweede transistor en door een tweede 5 weerstand met de basis van de eerste transistor is ver bonden, dat de kollektor van de tweede transistor met de tweede klem en de basis van de tweede transistor door een derde weerstand met de uitgangsklem is verbonden en dat de emitter van de derde transistor met de uitgangsklem en 10 de kollektor van de derde transistor met de basis van de eerste transistor is verbonden.
5. Elektronische relaisinrichting volgens conclusie k, met het kenmerk, dat de basis van de tweede transistor door een tweede - in tegengestelde richting van 15 de kollektor-basis-diodë van de derde transistor gepoolde - diode met de kollektor van de derde transistor is verbonden voor het in de tweede toestand van de stroomschakelin-richting doen vloeien van het deel van de lijnstroom welk de drempelstroom te boven gaat van de eerste klem naar 20 de uitgangsklem.
6. Elektronische relaisinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stroomschakelinrich-ting in een diodebrug gelijkrichtschakeling is opgenomen.
7. Elektronische relaisinrichting volgens 25 conclusie 6 en één der conclusies 2 tot en met 5» met het kenmerk, dat de overdrachtsketen een tweede ingangsklem bevat welke gekoppeld is met de tweede aansluitklem voor het betrekken van de genoemde stroom met de voorafbepaalde konstante waarde van de in de lijn vloeiende stroom waar-30 van de polariteit tegengesteld is aan de polariteit van de stroom door de eerste ingangsklem, en waarbij de genoemde stroom vloeit van de tweede aansluitklem door de overdrachts-keten en de stuuringang naar de eerste aansluitklem.
8. Elektronische relaisinrichting volgens 33 conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de eerste klem door een derde diode met de eerste aansluitklem en door een vTerde diode met de_tweede aansluitklem van_.de lijn is. ver- 7810300 -16 - PHN 9254_______________________ bonden en de uitgangsklem van de stroomschakelinrichting '[ door een vijfde diode met de eerste aansluitklem en door een zesde diode met de tweede aansluitklem is verbonden.
9· Elektronische relaisinrichting volgens één 5 der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de over- drachtsketen ten minste één met de ingangsketen gekoppeld stralingsemitterend element en tenminste één met de uit-gangsketen gekoppeld stralingsgevoelig element bevat.
10. Elektronische relaisinrichting volgens één 10 der conclusies 1 tot en met 8 waarbij de overdrachtsketen een eerste transformator bevat welke een met de ingangsketen gekoppelde primaire wikkeling en een met de uitgangs-keten gekoppelde secundaire wikkeling bevat, met het ken- ; merk, dat de overdrachtsketen een tweede transformator 15 bevat welk een met de ingangsketen gekoppelde primaire wikkeling en een met de uitgangsketen gekoppelde secundaire wikkeling bevat en dat de primaire wikkeling van de eerste transformator deel uitmaakt van een eerste LC-trillingskring en de primaire wikkeling van de tweede 20 transformator deel uitmaakt van een tweede LC-trillings- kring.
11. Stroomschakelinrichting voor toepassing in een elektronische relaisinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stroomschakelinrichting een eerste, 25 een tweede en een derde transistor bevat, dat de emitter van de eerste transistor met de emitter van de tweede transistor, met de basis van de derde transistor en door een eerste weerstand met de uitgangsklem is verbonden en de kollektor van de eerste transistor met de eerste klem, 30 door een eerste - in de richting van de basis-emitter- diode van de tweede transistor gepoolde - diode met de basis van de tweede transistor en door een tweede weerstand met de basis van de eerste transistor is verbonden, dat de kollektor van de tweede transistor met de tweede klem 33 en de basis van de tweede transistor door een derde weer stand met de uitgangsklem is verbonden en dat de emitter _van de_derde transistormet deuitgangsklem en de kollektor 78 1 0 3 0 0 - 17- PHN 925¾_______' _______________________________ van de derde transistor met de basis van de eerste transistor is verbonden,
12. Stroomschakelinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de basis van de tweede transistor 5 door een tweede - in tegengestelde richting van de kollek- tor-basis-diode van de derde transistor gepoolde - diode met de kollektor vein de derde transistor is verbonden voor het in de tweede toestand van de stroomschakelinrichting doen vloeien van het deel van de lijnstroom welk de 10 drempelstroom te boven gaat van de eerste klem naar de uitgangsklem. 78 1 03 0 0 “ “
NL7810300A 1978-10-13 1978-10-13 Elektronische relaisinrichting. NL7810300A (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7810300A NL7810300A (nl) 1978-10-13 1978-10-13 Elektronische relaisinrichting.
US06/079,020 US4300018A (en) 1978-10-13 1979-09-26 Electronic relay arrangement
FR7924107A FR2438944B1 (nl) 1978-10-13 1979-09-27
CA337,008A CA1132220A (en) 1978-10-13 1979-10-04 Electronic relay arrangement
GB7925112A GB2034157B (en) 1978-10-13 1979-10-10 Electronic relay arrangement eg for electrical isolation in telegraphy circuits
SE7908381A SE440016B (sv) 1978-10-13 1979-10-10 Elektronisk releanordning
DE19792941085 DE2941085A1 (de) 1978-10-13 1979-10-10 Elektronische relaisschaltung
JP54131357A JPS5815992B2 (ja) 1978-10-13 1979-10-13 電子継電器

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7810300A NL7810300A (nl) 1978-10-13 1978-10-13 Elektronische relaisinrichting.
NL7810300 1978-10-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7810300A true NL7810300A (nl) 1980-04-15

Family

ID=19831712

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7810300A NL7810300A (nl) 1978-10-13 1978-10-13 Elektronische relaisinrichting.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4300018A (nl)
JP (1) JPS5815992B2 (nl)
CA (1) CA1132220A (nl)
DE (1) DE2941085A1 (nl)
FR (1) FR2438944B1 (nl)
GB (1) GB2034157B (nl)
NL (1) NL7810300A (nl)
SE (1) SE440016B (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3429982A1 (de) * 1984-08-16 1986-02-27 Philips Patentverwaltung Gmbh, 2000 Hamburg Schaltungsanordnung zum uebertragen von binaeren signalen
DE4420216C2 (de) * 1994-06-06 1998-12-17 Siemens Ag Anordnung zum Übertragen von Binärsignalen über eine Signalleitung
US6384946B1 (en) * 1995-12-22 2002-05-07 Thomson Licensing S.A. Electrical isolation between IR receiver and further electronic circuits

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3867567A (en) * 1973-10-11 1975-02-18 Gte Automatic Electric Lab Inc Electronic data terminal interface
CH567350A5 (en) * 1974-08-20 1975-09-30 Contraves Ag Signalling transfer cct for teleprinter - has limiter to allow only signalling currents above given value to reach receiver
US4004091A (en) * 1975-06-26 1977-01-18 Motorola, Inc. Bidirectional line driver
US4000364A (en) * 1975-11-24 1976-12-28 Western Union Teleprocessing, Inc. Regulated pulsed current telegraph adapter
US4031417A (en) * 1976-05-10 1977-06-21 Sperry Rand Corporation Apparatus for coupling a digital data generator to a digital data readout device with electrical isolation therebetween

Also Published As

Publication number Publication date
CA1132220A (en) 1982-09-21
GB2034157B (en) 1983-01-06
FR2438944B1 (nl) 1983-04-29
SE7908381L (sv) 1980-04-14
JPS5553944A (en) 1980-04-19
JPS5815992B2 (ja) 1983-03-29
GB2034157A (en) 1980-05-29
US4300018A (en) 1981-11-10
DE2941085A1 (de) 1980-04-30
SE440016B (sv) 1985-07-08
FR2438944A1 (nl) 1980-05-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4158150A (en) Solid state relay with zero crossover feature
KR890003107A (ko) 저가의 비교기 히스테리시스를 갖는 모터 기동회로
SE410670B (sv) Anordning for reglering av en elektromagnet
US3372328A (en) Scr temperature control circuit
KR880013286A (ko) 비상상태가 극성 반전으로 표시되는 비상 d.c. 전원공급기
CA1203569A (en) Optically coupled input circuit for digital control
NL7810300A (nl) Elektronische relaisinrichting.
SE9303073L (sv) Anordning i en likströmskrets för överflyttning av en ström från en strömbana till en annan samt för styrning av spänning i strömkretsen
US3780318A (en) Zero crossing scr firing circuit network
US3430127A (en) Voltage regulator and switching system
US4423292A (en) Detector circuit for communication lines
US4685120A (en) Electronic trigger switch for maintenance termination unit
US3388317A (en) Voltage limiting circuit for regulated power supply
US3268742A (en) Electronic switch, having one control input, providing bidirectional current control
US3315090A (en) Switching circuits utilizing opposite conductivity transistors
KR910006288B1 (ko) 원격제어 스위칭 시스템
SU648967A1 (ru) Источник посто нного напр жени с защитой от перегрузок
US3011065A (en) High frequency steering circuit
JPH01140848A (ja) 交流信号受信装置
GB1240760A (en) Switching arrangements for alternating current
JPH0614080B2 (ja) 負荷断線検出装置
JPS6329286B2 (nl)
SU364902A1 (ru) Устройство для контроля отклонений постоянных напряжений
SU1457110A1 (ru) Устройство дл управлени симистором
JP2696168B2 (ja) 交流2線式無接点スイッチ

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed