NL7707704A - Werkwijze en inrichting voor ontstoring van een elektromagnetische detectieinrichting voorzien van een antenne met reflector. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor ontstoring van een elektromagnetische detectieinrichting voorzien van een antenne met reflector. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7707704A NL7707704A NL7707704A NL7707704A NL7707704A NL 7707704 A NL7707704 A NL 7707704A NL 7707704 A NL7707704 A NL 7707704A NL 7707704 A NL7707704 A NL 7707704A NL 7707704 A NL7707704 A NL 7707704A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- reflector
- phase
- level
- output signal
- phase change
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01S—RADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
- G01S7/00—Details of systems according to groups G01S13/00, G01S15/00, G01S17/00
- G01S7/02—Details of systems according to groups G01S13/00, G01S15/00, G01S17/00 of systems according to group G01S13/00
- G01S7/28—Details of pulse systems
- G01S7/2813—Means providing a modification of the radiation pattern for cancelling noise, clutter or interfering signals, e.g. side lobe suppression, side lobe blanking, null-steering arrays
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01Q—ANTENNAS, i.e. RADIO AERIALS
- H01Q15/00—Devices for reflection, refraction, diffraction or polarisation of waves radiated from an antenna, e.g. quasi-optical devices
- H01Q15/14—Reflecting surfaces; Equivalent structures
- H01Q15/148—Reflecting surfaces; Equivalent structures with means for varying the reflecting properties
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01Q—ANTENNAS, i.e. RADIO AERIALS
- H01Q3/00—Arrangements for changing or varying the orientation or the shape of the directional pattern of the waves radiated from an antenna or antenna system
- H01Q3/44—Arrangements for changing or varying the orientation or the shape of the directional pattern of the waves radiated from an antenna or antenna system varying the electric or magnetic characteristics of reflecting, refracting, or diffracting devices associated with the radiating element
- H01Q3/46—Active lenses or reflecting arrays
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01S—RADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
- G01S13/00—Systems using the reflection or reradiation of radio waves, e.g. radar systems; Analogous systems using reflection or reradiation of waves whose nature or wavelength is irrelevant or unspecified
- G01S13/02—Systems using reflection of radio waves, e.g. primary radar systems; Analogous systems
- G01S13/06—Systems determining position data of a target
- G01S13/42—Simultaneous measurement of distance and other co-ordinates
- G01S13/44—Monopulse radar, i.e. simultaneous lobing
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Radar, Positioning & Navigation (AREA)
- Remote Sensing (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Radar Systems Or Details Thereof (AREA)
- Aerials With Secondary Devices (AREA)
- Variable-Direction Aerials And Aerial Arrays (AREA)
Description
Thomson-CSF, Société Anonyme volgens Frans recht, Parijs, Frankrijk
Werkwijze en inrichting voor ontstoring von een elektromagnetische detectie- inrichting voorzien van een antenne met reflector.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het ontstoren van een ébktromagnetische detectie-inrichting voorzien van een antenne met reflector.
Het is bekend, dat verschillende soorten storingsbronnen de werking van elektromagnetische detectiestelsels kunnen hinderen. Deze storingsbronnen kunnen in het bijzonder zijn de bodemecho's, de beelden van doelen in de bodem, en gemetalliseerde banden bekend als "chaffs", uitgeworpen in het werkingsgebied van de elektromagnetische detectiestelsels, bekend onder de naam radar, teneinde daarvan de aanwijsorganen te verzadigen. Aktieve storingsbronnen zijn eveneens toegepast.
Op algemene wijze worden de radio-elektrische signalen, uitgezonden of gereflecteerd door deze storingsbronnen, opgenomen door de zijlussen van het stralingsdiagram van de antenne en/of eveneens maar in mindere mate, door de hoofdlus. In het geval van antennes met een reflector is het bestaan van de zijlussen in hoge mate het gevolg van de onregelmatigheid van het oppervlak van de reflector, van reflecties van signalen uitgezonden door naburige obstakels, en van het te veel aan straling van de primaire bron, op gebruikelijke wijze behorende bij de reflector.
Op bekende wijze wordt de ontvangst van uitwendige storingen of storingssignalen, veroorzaakt door de aanwezigheid van dergelijke storingsbronnen, sterk gedempt indien men In staat is nullen te vormen voor de secundaire lussen van het stralingsdiagram in de vooraf onbekende richtingen van de storingsbronnen.
Het zoeken van een vermindering van de storing van uitwendige afkomst is het onderwerp van studie en uitvoeringen, in het bijzonder in het gebied van de sonar. Deze vermindering, gezocht door beïnvloeding van de amplitude of de fase van de uitzending volgens de wet van be- krachtiging van elementair· etralingselementen schijnt niet te hébben gevoerd tot bruikbare resultaten, in het bijzonder in het geval, dat men zoekt naar het vormen van diagramnullen in onbekende richtingen van de storingsbronnen.
Een doel van de uitvinding is het verkrijgen, voor de rtfLector, van een quasie optimale fasewet door een wijziging, op het niveau van gekozen punten van de constructie van de reflector en/of in zijn nabijheid, van de betreffende fase van het veld van het in deze punten gereflecteerde signaal.
Volgens de uitvindingen worden de nullen van de secundiare lussen van het stralingsdiagram in de onbekende richtingen van de storing-bronnen verkregen door een opeenvolgingswijziging, op het niveau van gekozen punten van de constructie van de reflector en/of zijn omgeving, van de overeenkomende fase van het veld van het in deze punten gereflecteerde signaal, waarbij deze wijziging voor de reflector het vormen veroorlooft van een quasie optimale fasewet waarvoor de storingsenergie is verminderd of onderdrukt, hetgeen een optimalisering meebrengt van het niveau van het uitgangssignaal van een ontvanger behorende bij de antenne.
De ontstoringswerkwijze voor een elektromagnetisch detec-tiestelsel voorzien van een antenne met reflector, bestaat volgens de uitvinding in het veroorzaken, opeenvolgend op het niveau van een aantal gekozen punten van de constructie van de reflector en/of zijn omgeving, van een wijziging van de fase van het veld van het in deze punten gereflecteerde signaal, waarbij de wijziging van de fase op het niveau van deze punten wordt gehandhaafd wanneer het niveau van het resulterende uitgangssignaal, vergeleken met het niveau van het uitgangssignaal voorafgaande aan de wijziging van de fase in een beschouwt punt, kleiner is.
De quasie optimale fasewet voor de reflector wordt verkregen door tussenkomst van een processor, behorende bij het besturen van faseverschuivingselementen, geplaatst in gekozen punten van de constructie van de reflector.
Volgens de uitvinding wordt de faseverschuiving, aangebracht door elk faseverschuivingselement, gewijzigd door tussenkomst van de processor voor elk of voor een deel van een of een aantal discrete waarden. De gezochte quasie optimale fasewet wordt verkregen wanneer het niveau van het uitgangssignaal, overeenkomend met een fasetoestand van elk faseverschuivingselement, minimaal is.
De werkwijze en inrichting volgens de uitvinding zijn met voordeel te gebruiken bij monöpulsvolgradar.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening in het volgende nader worden toegelicht.
Fig. 1 toont een algemeen schema van de inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont in perspectief de reflector van een antenne volgens de uitvinding.
Figuren 3, 4, 5 en 6 tonen een speciale uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Fig. 7 toont een uitvoeringsvorm van de uitvinding met betrekking tot monopulsvolgradar.
Volgens de schakeling van fig. 1 behoort de inrichting volgens de uitvinding bij een reflector 1 en een primaire bron 2, welk samenstel een antenne vormt, behorende bij een ontvanger 3. Volgens de uitvinding omvat de inrichting organen A voor opeenvolgingswijziging, op het niveau van een aantal gekozen punten in de nabijheid van de constructie van de reflector, van de fase van het in deze punten gereflecteerde veld. De inrichting omvat buitendien organen B voor vergelijking van het niveau van het uitgangssignaal, waarbij de organen B zijn verbonden aan de uitgang van de ontvanger, en organen C voor het handhaven van de fase-wijzisging op het niveau van de genoemde gekozen punten, wanneer het niveau van het resulterende uitgangssignaal, vergeleken met het niveau van het uitgangssignaal voor het wijzigen van de fase in een beschouwt punt, kleiner is dan dat. Een afneemketen 4 van het uitgangssignaal S van de ontvanger 3 is verbonden met de uitgang daarvan en levert aan een detectieketen 5 een deel van het vermogen van het uitgangssignaal, De detectieketen 5 omvat een laag doorlaatfliter en levert aan een ontsto-ringsprocessor of calculator 6 een videofrequentsignaal representatief voor het gemiddelde vermogen van het uitgangssignaal S. De processor zelf is via een aftakmatrix 7 verbonden met een aantal faseverschuivingsele-menten 8, aangebracht in gekozen punten van de constructie van de reflector.
Volgens een speciale uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de afneemketen 4 vein het uitgangssignaal S van de ontvanger 3 gevormd door een koppelingslus of opnemer, gevormd door een T-aftakking bijvoorbeeld, waardoor het mogelijk is een deel van het vermogen van het samengestelde uitgangssignaal af te nemen, gevormd door het bruikbare signaal en het storingssignaal. In dit geval wordt de quasie optimale fasewet voor de reflector verkregen wanneer het niveau van het samengestelde signaal of uitgangssignaal minimaal is.
Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding veroorlooft de afneemketen 4 van het uitgangssignaal S van de ontvanger 3 het afnemen van een deel van de energie van het enkele storingssignaal.
In dit geval wordt de afneemketen 4 bijvoorbeeld gevormd door een koppelingslus of opnemer, in serie verbonden met een poort, waarvan de geleiding wordt bestuurd aan het einde van de herhaling van het radarsignaal, waarbij het samengestelde signaal wordt verminderd op deze wijze tot de enkele aanwezigheid van het storingssignaal bij afwezigheid van het nuttige signaal.
De afneemketen 4 kan eveneens worden gevormd door een koppelingslus of opnemer, in serie verbonden met een smal bandfilter, gecentreerd cm een nul van het spektrum van het nuttige signaal. Het afgenomen storingssignaal in dit geval is dat, optredende voor de nul van het spektrum van het overeenkomende nuttige signaal.
De detectieketen 5 wordt gevormd door een keten met detectie door dioden op gebruikelijke wijze, samenwerkende met een laag door-laatfilter. De detectieketen 5 levert aan de processor 6 een videofrequent-signaal, representatief voor het gemiddelde vermogen van het uitgangssignaal S.
De aftakmatrix 7 wordt bijvoorbeeld gevormd door een matrix van dioden, waarvan de stuur- en ingangsklemmen zijn verbonden met de processor 6.
De werking van de inrichting volgens fig. 1 is als volgt.
Het signaal, afgencmen aan de uitgang van de ontvanger 3 door de afneemketen 4, wordt overgedragen naar de detectieketen 5. De detectieketen 5 transformeertiet uitgangssignaal van de ontvanger 3 in een videofrequent-signaal, representatief voor het gemiddelde vermogen van het uitgangssignaal. De processor 6 levert uitgaande van het aanvankelijke videofrequent-signaal een reeks faseverschuivingsbesturingssignalen. Deze faseverschui-vingsbesturingssignalen worden opvolgend overgedragen en respectievelijk afgegeven aan het betreffende faseverschuivingselement door de aftakmatrix 7 overeenkomstig een vooraf gevormde opeenvolging overeenkomende met de plaatsing van de faseverschuivingselementen-ορ de constructie van de reflector.
Aldus vergelijkt voor een gegeven zichtrichting van de antenne, de processor 6 voor elke fasewijzlging in elk van de gekozen punten van de reflector, het niveau van het videofrequentsignaal representatief voor het gemiddelde>vezmogen van het uitgangssignaal resulterend uit de genoemde fasewijziging, met het niveau van het zelfde signaal voorafgaand aan de wijziging. De fasewijziging tegengehouden en gehandhaafd op het niveau van een gegeven faseverschuivingselenent, is dfe, welke voor de bepaalde richting een zakste niveau van het videofrequentsignaal meebrengt. Hetzelfde proces wordt toegepast bij het niveau van elk fasever-schuivingselement, waarbij de aangelegde wijziging van de fase, welke het minimum niveau van het videofrequentsignaal meebrengt, alleen wordt vastgehouden. De wijziging van de fase van een bepaalt aantal of alle faseverschuivingsiementen veroorlooft het verkrijgen van een demping van de zijlussen in de richting van de storingsbronnen zonder dat de karakteristieken betreffende de hoofdlus van het stralingsdiagram worden ge-wijzigd. In feite hebben de plaatselijke wijzigingen van de fase op het niveau van de reflector betrekking op zwakke velden, van de orde van grootte van het niveau van de secundiare lussen en verstoren de hoofdlus niet op waarneembare wijze.
In het geval wanneer op het niveau van elk faseverschui-vingselement een fasewijziging wordt gebruikt met discrete waarden, zoals bijvoorbeeld een variatie van 0 tot 2 ir in stappen van */2, veroorlooft het opvolgend beproeven van vier faseverschuivingsstanden of fasetoestan-den */2, ir, 3 w/2, 2 r het vinden van een optimale werking. In dit geval en rekening houdende met de amplitude van de variatie van de fasever-schuiving, welke kan worden toegepast op het niveau van een faseverschui-vingselement, is het noodzakelijke aantal faseverschuivingselementen voor het verkrijgen van het minimum van het videofrequentsignaal beperkt, bijvoorbeeld tot tien faseverschuivingselementen.
in elk geval is het aantal faseverschuivingselementen, rekening houdende met de fasewijziging, welke kan worden aangebracht op hun niveau, gebonden aan de fijnheid van het gewenste resultaat en aan het aantal te elimineren «toringsbronnen. De opvolgende proeven op het niveau van de processor 6 van de verschillende fasetoestanden van de fase-verschuivingselementen veroorloven progressieve uitvoering van een optimale fasewet voor de reflector.
Volgens een variant van de uitvinding wordt de eventuele wijziging vein de fase op het niveau van elk faseverschuivingselement gekozen tussen twee tegengestelde waarden van geringe amplitude. In dit geval is een aantal faseverschuivingselementen geplaatst op het niveau van de constructie van de reflector op zodanige wijze dat ondanks de zwakke waarde van de fasevariatie op het niveau van een faseverschuivingselement, er tenminste een bestaan, waarvoor een vermindering of een nul van het niveau van het videofrequentsignaal wordt verkregen. In dit geval veroorloven opvolgende proeven door tussenkomst van de processor, van de algebraïsche waarde van de fasewijzing op het niveau van elk faseverschuivingselement eveneens de progressieve verwezenlijking van een optimale fasewet voor de reflector.
Fig. 2 toont een reflector als een "sinesappelschil". De reflector 1 van de antenne wordt gevormd door een rooster 21, gedragen door metalen staven 22, welke de draagconstructie vormen. De faseverschuivingselementen 8 zijn geplaatst in gaten, aangebracht in het rooster of aan de omtrek van de reflector of aan het buitengebied van de antenne.
De faseverschuivingselementen zijn daarbij bevestigd door metalen poten of staven 23 aan het achterste deel van de constructie van de antenne.
De faseverschuivingselementen of het grootste deel daarvan zijn bijvoorkeur geplaatst aan de omtrek van de reflector of in het buitengebied van de antenne, waarbij de wijziging of verstoring van de eigenschappen met betrekking tot de hoofdlus dan tot een minimum zijn beperkt.
De faseverschuivingselementen, geplaatst op het oppervlak van de reflector, zijn op willekeurige wijze verdeeld op het niveau van speciale punten daarvan, waarbij deze punten evengoed kunnen zijn geplaatst in gebieden waar het reflectoerende veld sterk is, als in die waar het gereflecteerde veld zwak is, rekening houdende met de karakteristieken van de reflector, waarbij een statistische studie heeft aangetoond, dat alleen het aantal faseverschuivers invloed heeft op de fijnheid van het te verkrijgen resultaat.
In het geval dat het oppervlak van de reflector bestaat uit gemetalliseerd plastic materiaal, zijn de faseverschuivingselementen op dezelfde wijze geplaatst in openingen aangebracht in het oppervlak of aan de omtrek daarvan. In dit geval zijn de faseverschuivingselementen bevestigd met behulp van metalen staven, ingebed in de plastic constructie.
Op algemene wijze zijn de faseverschuivingselementen, waarvan de afmeting is van de orde van grootte van de golflengte van de uitgezonden signalen van de antenne, geplaatst op het oppervlak van de reflector of in zijn onmiddellijke nabijheid. Op deze wijze onder steppen de fasevereschuivingselementen een veld, waarvan de waarde uitgestraald in de richting van de storingsbron, gelijk of kleiner is dan het veld, dat normaal heerst in deze richting.
Fig. 3 toont een speciale uitvoeringsvorm van de afneem-keten 4, voorzien van een opnemer, gevormd door een T-aftakking D3,waarbij deze opnemer is verbonden met een poort 131, waarvan de stuurklem 132 is verbonden met de ketens van besturing van de herhaling van het uit-zendsignaal van de radar 134, waarbij een impuls wordt afgeleverd, welke het geleiden van de poort 131 veroorzaakt aan het einde van de herhaling van het radarsignaal en waarvan de uitgang 135 is verbonden met de detec-tieketen 5.
De figuren 4, 5 en 6 geven speciale uitvoeringsvormen van faseverschuivingselementen volgens de uitvinding weer.
Volgens fig. 4 omvat een faseverschuivingselement een reflector 33, voor welke, rekening houdende met de voortplantingsrichting van de binnenvallende signalen aangegeven door de pijl F, een reeks ge-leiderdraden 34 is aangebracht, welke een dradennet vormen. Elke draad, voorzien van een of meer dioden 35 verbonden in serie, is verbonden met een besturingsketen 31. De besturingsketen 31 omvat polarisatieketens voor dioden 35, welke naar wens volgens de signalen voor besturing van de faseverschuiving geleverd aan de ingang 32 van de stuurketen 31 door de niet-getekende aftakmatrix 7, geleidend of niet-geleidend kunnen worden gemaakt. De reflector 33 van een faseverschuivingselement wordt reflecterend of gedeeltelijk doorlatend gemaakt door wijziging van de polarisatietoestand van de dioden 35. Overeenkomstig de doorlaatbaarheid, veroorzaakt door de besturingssignalen bij het betreffende faseverschuivingselement, verandert het equivalente reflectie-oppervlak van de signa- len van stand ten opzichte van het werkelijke reflectie-oppervlak van de re-flector 33, en de faseverschuiving, aangebracht aan het veld van de gereflecteerde signalen door de betreffende zone, wordt gewijzigd. De gemiddelde stand van het equivalente reflectie-oppervlak komt overeen met een fasewijziging nul van het veld van het gereflecteerde signaal op het niveau van het gebied van het betreffende faseverschuivingselement.
Figuren 5 en 6 tonen een speciale uitvoeringsvorm van deze faseverschuivingselementen. Deze worden gevormd door een dipool 41, welke kan worden kortgesloten in de nabijheid van zijn bekrachtiging door dioden 42 volgens fig. 5, of door een hoorn 51, welke eveneens dioden 52 overeenkomstig fig. 6 bevat. De dioden 42 of 52 zijn verbonden met een stuurketen (niet getekend) analoog aan de stuurketen 31 van fig. 4. De dipool of de hoorn, welke het faseverschuivingselement vormt, is aangebracht in een gat aangebracht in het oppervlak van de reflector, gevormd bijvoorbeeld door het rooster21 of aan de cm trek van de reflector.
Op algemene wijze en binnen het kader van de uitvinding kunnen de faseverschuivingselementen worden gevormd door elke inrichting, die geschikt is voor het leveren van een reflectiecoëfficiënt met modulus 1 en met een fase, welke tenminste twee waarden kan aannemen.
Volgens fig. 7 heeft de speciale uitvoeringsvorm van de uitvinding betrekking op een monopulsvolgradar. Deze is voorzien van een reflector 61, behorende bij de primaire bron 62, welke de antenne vormt. Deze reflector 61 is voorzien van faseverschuivingselementen 68, aangebracht op het oppervlak of aan de omtrek daarvan. De bron 62 is een mono-pulsbron en levert te ontvangkanalen voor de scm Σ en het verechil Δ naar de ontvangers 63 behorende bij elk scm- en verschilkanaal. De afneemke-tens 64 voor het uitgangssignaal van elk scmkanaal en verschilkanaal zenden naar de processor 66 een deel van het vermogen van het uitgangssignaal van elke ontvanger 63. In het bijzonder wordt het energie-deel van het uitgangssignaal van elk kanaal afgencmen door de ketens 64 aan het einde van de herhaling van het signaal bij de afwezigheid van het nuttige signaal. De bewerkingen van fasewijziging op het niveau van de faseverschuivingselementen en van de vergelijking van het energieniveau van het storingssignaal worden uitgevoerd bij afwezigheid van het nuttige signaal. Deze bewerkingen kunnen worden herhaald tijdens de opvolgende herhalingen tot aan het verkrijgen van het minimum van het energie niveSu van het storingssignaal. De ketens 65 zorgen voor de detectie en het filteren van de signalen, ontvangen in elk kanaal.
De afneemketens 64 van het uitgangssignaal worden bijvoorbeeld gevormd zoals in het voorgaande beschreven, door een koppellus of opnemer in serie verbonden met een schakelaar, waarvan het sluiten wordt bestuurd door het einde van de herhaling van het signaal. De detectie-ketens 65 bestaan uit een klassieke inrichting voor detectie door dioden welke via een laag-door-laatfilter voor elk kanaal een videofrequent-signaal leveren, representatief voor het gemiddelde vermogen van het storingssignaal.
De ketens 65 zijn verbonden met een weegketen 69, welke uitgaande van het voorafgaande videofrequentsignaal een foutsignaal levert, representatief voor het energieniveau van het storingssignaal, uitgaande waarvan de processor 66, verbonden met de uitgang van de weegketen 69, via een aftakmatrix 67 de opvolgende besturingswerkingen uitvoert voor het wijzigen van de fase, toegepast op de faseverschuivingselementen 68 aangebracht op het niveau van de constructie van de reflector, van vergelijking van het niveau van het foutsignaal, geleverd door de weegketen na besturing van wijziging van de fase, op het niveau van een fase-verschuiver met het niveau van het foutsignaal voordat de besturing van de wijziging van de fase is uitgevoerd, en het handhaven van de betreffende fasewijziging wanneer het niveau van het foutsignaal na de fase-wijziging kleiner is dan het niveau van het foutsignaal voorafgaand aan deze wijziging.
Op algemene wijze kan de processor 66 bestaan uit een calculator of rekentuig, voorzien van middelen voor het vergelijken van het niveau van het verkregen videofrequentsignaal na detectie van het deel vein het signaal afgenomen aan de uitgang van de ontvanger of het niveau van het foutsignaal afgeleverd door de weegketen 69, en discrimi-natiemiddelen voor de niveau's van de videofrequentsignalen behorende bij de middelen voor het handhaven van de besturing van de faseverschuiving op het niveau van elk faseverschuivingselement.
Aldus zijn een werkwijze en een inrichting voor ontstoring van een radarstelsel voorzien van een antenne met reflector beschreven, welke zijn toe te passen bij het gebruik van monopulsvolgradar.
Claims (15)
1. Werkwijze voor het ontstoren van een elektromagnetisch detectiestelsel voorzien van een antenne met reflector, werkende met optimalisering van het niveau van het signaal verkregen aan de uitgang van een ontvanger behorende bij de antenne, met het kenmerk, dat opeenvolgend op het niveau van een aantal gekozen punten in de nabijheid van de constructie van de reflector een fasewijziging wordt uitgevoerd van het gereflecteerde veld in deze punten, waarbij de fasewijziging op het niveau van deze punten wordt gehandhaafd wanneer het niveau van het resulterende uitgangssignaal vergeleken met het niveau van het uitgangssignaal voorafgaand aan de genoemde fasewijziging in een betreffend punt, kleiner is dan dat.
2. werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het resulterende uitgangssignaal vergeleken met het uitgangssignaal voorafgaande aan de fasewijziging irijeen betreffende punt een deel is van de energie van het storingssignaal bij afwezigheid van het nuttige signaal.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de fasewijziging van het gereflecteerde veld wordt uitgevoerd bij een begrenst aantal punten van de constructie van de reflector door variabele waarden tussen 0 en 2 pi met behulp van discrete waarden.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de discrete waarden van variatie van de fasewijziging in een punt van de constructie van de reflector veelvouden van W/2 zijn.
5. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat het vergelijken van het niveau van het resulterende uitgangssignaal van de fasewijziging op het niveau van een van de bepaalde punten van de reflector wordt uitgevoerd voor een zelfde punt voor elke discrete waarde van de toegepaste faseverschuiving.
6. Inrichting voor ontstoring van een elektromagnetisch detectiestelsel voorzien van een mflector met een primaire bron en met een ontvanger welke een uitgangssignaal,levert, met het kenmerk, dat organen voor opeenvolgende wijziging aanwezig zijn op het niveau van een aantal gekozen punten in de nabijheid van de constructie van de reflector, voor de fase van het gereflecteerde veld in deze punten, middelen voor het vergelijken van het niveau van dit uitgangssignaal waarbij deze middelen zijn verbonden met de uitgang van de ontvanger, middelen voor het handhaven van de fasewijziging op het niveau van deze gekozen punten wanneer het niveau van het resulterende uitgangssignaal vergeleken met het niveau van het uitgangssignaal voorafgaande aan de fasewijziging in een betreffend punt, kleiner is dan dat.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat organen aanwezig zijn voor het afnemen van het uitgangssignaal welke organen zijn verbonden met de genoemde uitgang voor het leveren van een deel van het vermogen van het uitgangssignaal, cmzetorganen voor het uitgangssignaal van de ontvanger tot een videofrequentsignaal dat het gemiddelde vermogen van het uitgangssignaal weergeeft, middelen voor het opwekken van een reeks fasewijzigingsbesturingssignalen waarbij de cmzetorganen van het uitgangssignaal het videofrequentsignaal leveren naar de middelen voor het opwekken van een reeks van fasewijzigingsbesturingsignalen, middelen voor het opvolgend overdragen volgens een vooraf bepaalde opeenvolging, van de reeks van fasewijzigingsbesturingssignalen, en een aantal faseverschuivingselementen verdeeld over de gekozen punten op de constructie van de reflector, waarbij de middelen voor het opwekken van een reeks van fasewijzigingsbesturingssignalen zijn verbonden met het aantal faseverschuivingselementen via de organen voor opvolgende overdracht volgens een vooraf bepaalde opeenvolging van de reeks van fasewijzigingsbestu-ringssignalen, waarbij deze opeenvolging overeenkomt met de opstelling van de faseverschuivingselementen op de constructie van de reflector.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een afneemketen (4) van het uitgangssignaal van de ontvanger is verbonden met een processor (6) via een detectieketen (5) en aan deze processor een signaal levert dat representatief is voor het gemiddelde vermogen van het uitgangssignaal van de ontvanger, terwijl de uitgang van de processor (6) is verbonden met een aantal faseverschuivingselementen (8) aangebracht in gekozen punten in de nabijheid van de constructie van de reflector via een aftakmatrix (7).
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de afneemketen (4) is voorzien van een opnemer gevormd door een T-aftak-king (133) waarbij de opnemer is verbonden met een poort (131) waarvan de stuurklem (132) is verbonden met de ketens (134) voor het besturen van de herhaling van het zendsignaal van de radar en waarvan de uitgang (135) is verbonden met de detectieketen (5).
10. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de faseverschuivingselementen (8) zijn aangebracht enerzijds aan het oppervlak van de reflector (1) en anderzijds aan de ontrek van deze reflector of in het buitengebied daarvan.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de faseverschuivingselementen (8) zijn voorzien van een reflector (33) waarvoor een reeks geleiderdraden (34) is aangebracht elk voorzien van een of meer dioden (35) in serie verbonden, terwijl elk van de draden is verbonden met een stuurketen (31) waarvan de ingang (32) is verbonden met de aftakmatrix (7).
12. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de faseverschuivingselementen (8) zijn gevormd door een dipool (41) welke is voorzien van dioden (42) in de nabijheid van zijn bekrachtiging.
13. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de faseverschuivingselementen (8) worden gevormd door een hoorn (51) voorzien van dioden (52) in de nabijheid van zijn bekrachtiging.
14. Inrichting vdfcfens conclusie 8, met het kenmerk, dat in het geval vein een monopulsradar de som- en verschilkanalen zijn voorzien van een afneemketen (64) van het stoorsignaal verbonden via een detectie-keten (65) met een weegketen (69) waarbij deze weegketen aan een processor (66) een foutsignaal levert representatief voor het energieniveau van het storingssignaal, waarbij de processor is verbonden met een aantal faseverschuivingselementen (68) aangebracht in gekozen punten van de constructie van de reflector (61) via een aftakmatrix (67).
15. Werkwijze en inrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FR7621400A FR2646924B1 (fr) | 1976-07-13 | 1976-07-13 | Procede et dispositif d'antibrouillage d'un equipement de detection electromagnetique comportant une antenne a reflecteur, antenne et equipement ainsi obtenus |
FR7621400 | 1976-07-13 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7707704A true NL7707704A (nl) | 1990-09-03 |
Family
ID=9175657
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7707704A NL7707704A (nl) | 1976-07-13 | 1977-07-11 | Werkwijze en inrichting voor ontstoring van een elektromagnetische detectieinrichting voorzien van een antenne met reflector. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5008677A (nl) |
DE (1) | DE2731485C1 (nl) |
FR (1) | FR2646924B1 (nl) |
GB (1) | GB1605327A (nl) |
IT (1) | IT1224057B (nl) |
NL (1) | NL7707704A (nl) |
Families Citing this family (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2697949B1 (fr) * | 1992-11-06 | 1995-01-06 | Thomson Csf | Antenne pour radar notamment de désignation et de trajectographie. |
US5319373A (en) * | 1992-11-13 | 1994-06-07 | Maxwell Robert M | Method and apparatus for determining ship position in a television image |
FR2705498B1 (fr) * | 1993-05-14 | 1996-09-20 | Henri Sadones | Antenne de faisceau hertzien à direction de rayonnement commutable. |
US5590031A (en) * | 1994-07-27 | 1996-12-31 | Mead, Jr.; Franklin B. | System for converting electromagnetic radiation energy to electrical energy |
FR2725075B1 (fr) * | 1994-09-23 | 1996-11-15 | Thomson Csf | Procede et dispositif d'elargissement du diagramme de rayonnement d'une antenne active |
FR2812457B1 (fr) | 2000-07-28 | 2004-05-28 | Thomson Csf | Reflecteur hyperfrequence actif a bi-polarisation, notamment pour antenne a balalyage electronique |
US6697009B2 (en) * | 2001-06-15 | 2004-02-24 | Lockheed Martin Corporation | Adaptive digital beamforming architecture for target detection and angle estimation in multiple mainlobe and sidelobe jamming |
EP3097607B1 (en) * | 2014-01-22 | 2021-02-24 | Evolv Technology, Inc. | Beam forming with a passive frequency diverse aperture |
CN112731309B (zh) * | 2021-01-06 | 2022-09-02 | 哈尔滨工程大学 | 一种基于双线性高效神经网络的有源干扰识别方法 |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3189900A (en) * | 1959-09-18 | 1965-06-15 | Litton Systems Inc | Airborne radar with sea clutter suppression |
US3882503A (en) * | 1960-08-17 | 1975-05-06 | Gte Sylvania Inc | Wave detection apparatus |
GB1389817A (en) * | 1969-11-27 | 1975-04-09 | Emi Ltd | Radar systems |
GB1486902A (en) * | 1974-10-21 | 1977-09-28 | Marconi Co Ltd | Radar aerial arrangements |
US4070675A (en) * | 1976-10-21 | 1978-01-24 | Motorola Inc. | Power rejection apparatus using a null-constrained subarray for MTI radar applications |
-
1976
- 1976-07-13 FR FR7621400A patent/FR2646924B1/fr not_active Expired - Lifetime
-
1977
- 1977-07-05 GB GB28136/77A patent/GB1605327A/en not_active Expired
- 1977-07-07 IT IT25472/77A patent/IT1224057B/it active
- 1977-07-07 US US05/816,280 patent/US5008677A/en not_active Expired - Lifetime
- 1977-07-11 NL NL7707704A patent/NL7707704A/nl not_active Application Discontinuation
- 1977-07-12 DE DE2731485A patent/DE2731485C1/de not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB1605327A (en) | 1991-03-13 |
US5008677A (en) | 1991-04-16 |
IT1224057B (it) | 1990-09-26 |
FR2646924A1 (fr) | 1990-11-16 |
DE2731485C1 (de) | 1991-02-28 |
FR2646924B1 (fr) | 1991-10-25 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3148370A (en) | Frequency selective mesh with controllable mesh tuning | |
US5272484A (en) | Recirculating delay line true time delay phased array antenna system for pulsed signals | |
US10698101B2 (en) | Compressive coded antenna/meta-antenna | |
US3305867A (en) | Antenna array system | |
US4344077A (en) | Adaptive spatial microwave filter | |
CN102023295B (zh) | 用于辐射和接收具有光栅波瓣的电波的雷达装置 | |
NL7707704A (nl) | Werkwijze en inrichting voor ontstoring van een elektromagnetische detectieinrichting voorzien van een antenne met reflector. | |
KR19980042636A (ko) | 멀티 빔 차량 레이더 시스템 | |
US5874917A (en) | Method and apparatus for extracting target information from a radar signal | |
IL105279A (en) | Increased radar cross-section by show-linked attack signals | |
JP2021005861A (ja) | フェーズドアレイアンテナを用いた高速空間探索 | |
DE112020001327T5 (de) | Radar-Vorrichtung | |
US3484784A (en) | Antenna array duplexing system | |
US4599622A (en) | Phase only adaptive nulling in a monopulse antenna | |
US3828349A (en) | Stacked beam radar | |
US4724438A (en) | Radar apparatus | |
US3308465A (en) | Antenna system | |
CN110579756A (zh) | 一种分布式光传输波控系统 | |
US3521288A (en) | Antenna array employing beam waveguide feed | |
WO2017199125A1 (en) | Range-independent resolution radar | |
US5202701A (en) | Low radar cross section reflector antenna | |
US3149292A (en) | Frequency modulator for magnetron pulses utilizing variably phase shifted reflectionfrom mismatch to pull magnetron frequency | |
US3478359A (en) | Electronic scanning antennas used in electromagnetic detection | |
US3530475A (en) | Active zone plate lens antenna | |
Holzman | A different perspective on taper efficiency for array antennas |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1C | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |