NL2031330B1

NL2031330B1 - Liquid dosing dispenser and liquid container comprising said liquid dosing dispenser

Info

Publication number: NL2031330B1
Application number: NL2031330A
Authority: NL
Inventors: Gerrit Anton Gebbink Jeroen; Kristian Knutsen Rune
Original assignee: Smartseal As
Priority date: 2021-12-09
Filing date: 2022-03-18
Publication date: 2023-06-26

Claims

CONCLUSIES

1. Vloeistofdoseerafgever, omvattende: - een behuizing die een interne ruimte definieert die een eerste opening en een tweede opening omvat, waarbij de behuizing ingericht is om bevestigd te worden aan een houder, zodanig dat een eerste vloeistofstroomdoorgang gevormd wordt van de houder door de eerste opening naar in de interne ruimte; - een afgifte-eenheid die ingericht is om bevestigd te worden aan of een integraal deel te vormen met de behuizing. zodanig dat een tweede vloeistofstroomdoorgang gevormd wordt van de interne ruimte van de behuizing door de tweede opening naar een afgifte-uitlaat die buiten de behuizing gelegen is: - een eerste kleporgaan dat in de interne ruimte gerangschikt is en mgericht is om de eerste opening selectief te sluiten en te openen; - een sluiting die gerangschikt is in de interne ruimte tussen het eerste kleporgaan en de afgifte-eenheid, waarbij de sluiting ingericht is voor het selectief sluiten en openen van een derde vloeistofstroomdoorgang die zich uitstrekt van de eerste vloeistofstroomdoorgang naar de tweede vloeistofstroomdoorgang, waarbij de sluiting een tweede kleporgaan en een basis omvat. waarbij ten minste één van de basis en het tweede kleporgaan beweegbaar zijn in axiale richting tussen een rustpositie en een samengedrukte positie; - een samendrukbaar veerkrachtig element dat gerangschikt is 1n de interne ruimte tussen het eerste kleporgaan en het tweede kleporgaan van de sluiting en ingericht is om de ten minste één van de basis en het tweede kleporgaan van de samengedrukte positie naar de rustpositie te dringen; waarbij de afgifte-eenheid ingericht is om de ten minste één van de basis en het tweede kleporgaan van de rustpositie naar de samengedrukte positie te bewegen bij toepassing van een externe actuerende kracht op de afgifte-eenheid: en waarbij het tweede kleporgaan van de sluiting verder ingericht is om beweegbaar te zijn met betrekking tot de basis, voor het openen van de derde vloeistofdoorgang wanneer de ten minste één van de basis en het tweede kleporgaan bewogen wordt door de afgifte-eenheid van de rustpositie naar de samengedrukte positie en/of om de derde vloeistofdoorgang wanneer de ten minste één van de basis en het kleporgaan van de sluiting bewogen wordt door het samendrukbare veerkrachtige element van de samengedrukte positie naar de rustpositie.

2. Vloeistofdoseerafgever volgens conclusie 1, waarbij het eerste kleporgaan ingericht is voor het sluiten van de eerste opening wanneer het tweede kleporgaan bewogen wordt naar de rustpositie en voor het openen van de eerste opening wanneer het tweede kleporgaan bewogen naar de samengedrukte positie.

3. Vloeistofdoseerafgever volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste kleporgaan een eenrichtings-kleporgaan is.

4. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, die verder ingericht is voor het verhogen van de druk in de interne ruimte van de behuizing door de afgifte-cenheid de basis en ten minste een deel van het tweede kleporgaan in axiale richting te doen bewegen van de rustpositie richting de samengedrukte positie en het daardoor samendrukken van het samendrukbare veerkrachtige element en/of voor het verminderen van de druk in de interne ruimte van de behuizing door het samengedrukte veerkrachtige element de basis en ten minste een deel van het tweede kleporgaan in axiale richting te doen bewegen van de samengedrukte positie richting de rustpositie.

5. Vloeistofdoseerafgever volgens conclusie 4, die ingericht is om vloeistof uit de interne ruimte van de behuizing te dringen voor het binnengaan van de afgifte-eenheid wanneer de druk in de interne ruimte van de behuizing verhoogd wordt en/of vloeistof uit de houder te dringen voor het binnengaan van de interne ruimte van de behuizing wanneer de druk in de interne ruimte van de behuizing verlaagd wordt.

6. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het openen van de derde vloeistofdoorgang tussen de eerste vloeistofstroomdoorgang en tweede vloeistofstroomdoorgang het toelaten omvat van de druktoename in de interne ruimte die resulteert uit de beweging van de sluiting van de rustpositie naar de samengedrukte positie voor het relatief aan de basis bewegen van een centraal gedeelte van het tweede kleporgaan van een gesloten naar een open positie.

7. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het sluiten van de derde vloeistofdoorgang tussen de eerste vloeistofstroomdoorgang en tweede vloeistofstroomdoorgang het toelaten omvat van de drukverlaging in de interne ruimte die resulteert uit de beweging van de sluiting van de samendrukte positie naar de rustpositie voor het relatief aan de basis bewegen van een centraal gedeelte van het tweede kleporgaan van een open positie naar een gesloten positie.

8. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de richting van de relatieve beweging van een centraal gedeelte van de gesloten positie naar de open positie tegengesteld is aan de richting van de beweging van de basis van de rustpositie naar de gesloten positie en/of waarbij de richting van de relatieve beweging van een centraal gedeelte van de open positie naar de gesloten positie tegengesteld is aan de richting van de beweging van de basis van de samengedrukte positie naar de rustpositie.

9. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, die verder zodanig ingericht is dat wanneer er een actuerende kracht op de afgifte-eenheid toegepast wordt: de afgifte-eenheid de actuerende kracht overbrengt op het veerkrachtige element via de sluiting. voor het samendrukken van het veerkrachtige element: het formaat van de interne ruimte verkleind wordt, de vloeistofdruk in de behuizing verhogend; het eerste kleporgaan de eerste opening sluit: en het tweede kleporgaan relatief aan de basis axiaal buitenwaarts beweegt en/of vervormt, zodanig dat de sluiting ophoudt met het sluiten van de tweede opening.

10. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, die verder zodanig ingericht is dat wanneer er een actuerende kracht op de afgitte-eenheid wordt verwijderd of verminderd in de samengedrukte toestand: de afgever voert een opgaande slag uit naar de rusttoestand: druk wordt verlaagd in de behuizing voor het trekken van vloeistof uit de houder door de eerste opening naar de interne ruimte.

11. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, die verder zodanig ingericht is dat wanneer er een actuerende kracht op de afgifte-eenheid verwijderd of verminderd wordt: de actuerende kracht doe door de sluiting op het veerkrachtige element overgebracht wordt wordt verminderd of verwijderd. zodanig dat toegelaten wordt dat het veerkrachtige element zich uitstrekt; het formaat van de interne ruimte vergroot wordt, de vloeistofdruk in de behuizing verlagend: het tweede kleporgaan radiaal binnenwaarts beweegt relatief aan de basis en/of terug vervormt naar een rustvorm, zodanig dat de sluiting de tweede opening sluit; het eerste kleporgaan ophoudt met het sluiten van de eerste opening; en het veerkrachtige element de afgifte-eenheid buitenwaarts drukt vanuit de interne ruimte.

12. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende cen ringvormig behuizingsafdekking die gerangschikt is over de radiale buitenzijde van de tweede opening, voor het voorkomen dat de sluiting en het veerkrachtige element de interme ruimte verlaten, waarbij bij voorkeur, in de rusttoestand, de behuizingsafdekking de expansie van het veerkrachtige element tot een maximale mate beperkt.

13. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in zowel de rusttoestand als de samengedrukte toestand, die interne ruimte een respectievelijk vooraf bepaald formaat heeft, voor het verplaatsen van een vooraf bepaalde vloeistofdosis bij het bewegen naar de samengedrukte toestand.

14. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste kleporgaan een dun flexibel vel omvat, dat is ingericht voor het vervormen en/of voor het ten minste gedeeltelijk naar in de eerste opening bewegen voor het sluiten van de eerste opening.

15. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste kleporgaan gemonteerd is op of integraal gevormd met het samendrukbare veerkrachtige element.

16. Vloeistofdoseerafgever volgens conclusie 15, waarbij het eerste kleporgaan en het veerkrachtige element verbonden zijn op een veelvoud aan locaties die wezenlijk rond de gehele rand van de eerste opening zijn verspreid.

17. Vloeistofdoseerafgever volgens conclusie 15 of 16, waarbij het eerste kleporgaan en het veerkrachtige element verbonden zijn op een of meer locaties die zijn verdeeld zijn over één enkele helft van de rand van de eerste opening.

18. Vloeistofdoscerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de behuizing, het veerkrachtige element, het eerste kleporgaan, de sluiting en de afgifte-eenheid wezenlijk één enkel materiaal, bij voorkeur volledig één enkel materiaal omvatten, waarbij het enkele materiaal bij voorkeur een kunststof is, bij meer voorkeur polyethyleen,

PE.

19. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de conclusies 15-18, waarbij het eerste kleporgaan en het veerkrachtige element uitgevoerd zijn als één enkele component, bij voorkeur één enkele gespuitgiete component.

20. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede kleporgaan verschaft wordt met ten minste één extra aanvullend gat, bijvoorbeeld een aantal gaten op radiaal wezenlijk gelijke afstand, in een gedeelte grenzend aan de interne ruimte, om toe te staan de vloeistof een interne samendrukruimte van de sluiting tussen de basis en het tweede kleporgaan verlaat tijdens een neergaande slag.

21. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een centraal gedeelte van het tweede kleporgaan zich in axiale richting uitstrekt richting de afgifte-eenheid. waarbij het centrale gedeelte in wezen een cilindrische vorm heeft en/of het centrale gedeelte een veelvoud aan radiaal gerangschikte gaten omvat, waarbij het veelvoud aan radiaal gerangschikte gaten ingericht zijn om gepositioneerd te worden overeenkomstig samenhangende sluitgedeeltes van de basis voor het sluiten van de gaten wanneer het centrale gedeelte in de gesloten positie is en de sluiting in de rusttoestand is; waarbij het veelvoud aan radiaal gerangschikte gaten ingericht zijn om axiaal buiten de overeenkomstige sluitgedeeltes van de basis te zijn voor het openen van de gaten wanneer het centrale gedeelte in de open positie is en de sluiting in de gesloten toestand.

22. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de sluiting wordt verschaft met een aanvullend veerkrachtig element, bij voorkeur een veer die is gemaakt van een zelfde materiaal als andere componenten. die 1s gepositioneerd in een samendrukruimte van de sluiting tussen de basis en het tweede kleporgaan.

23. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij tijdens de beweging van de samengedrukte toestand naar de rusttoestand, het tweede kleporgaan vervormt, zijn rustvorm terug krijgend.

24. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het veerkrachtige element zich hoofdzakelijk rond de interne ruimte, langs de binnenwand van de behuizing uitstrekt.

25. Vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het veerkrachtige element een veer omvat, waarbij het veerkrachtige element bij voorkeur bestaat ui één enkel veerelement.

26. Systeem omvattende een houder en een vloeistofdoseerafgever volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de vloeistofdoseerafgever en de houder ingericht zijn om toe te staan dat de vloeistofdoseerafgever losmaakbaar verbonden wordt met de houder.

27. Werkwijze voor het exploiteren van een vloeistofdoseerafgever volgens een van de conclusies 1-25 of het exploiteren van een systeem volgens conclusie 26.

28. Werkwijze volgens conclusie 27, omvattende het afgeven van cen vooraf bepaalde dosis vloeistof door het verhogen van de druk in de interne ruimte van de behuizing door de afgifte-eenheid de basis en ten minste een deel van het tweede kleporgaan in axiale richting te doen bewegen van de rustpositie richting de samengedrukte positie en het daardoor samendrukken van het samendrukbare veerkrachtige element en/of omvattende het vullen van de behuizing met een vooraf bepaalde dosis vloeistof door het verminderen van de druk in de interne ruimte van de behuizing door het samendrukbare veerkrachtige element de basis en ten minste een deel van het tweede kleporgaan in axiale richting te doen bewegen van de samengedrukte positie richting de rustpositie.