NL2029716B1 - Verbeterde doseerinrichting voor een vormmachine voor het doseren van een eerste granulair materiaal aan het tweede granulair materiaal - Google Patents

Verbeterde doseerinrichting voor een vormmachine voor het doseren van een eerste granulair materiaal aan het tweede granulair materiaal Download PDF

Info

Publication number
NL2029716B1
NL2029716B1 NL2029716A NL2029716A NL2029716B1 NL 2029716 B1 NL2029716 B1 NL 2029716B1 NL 2029716 A NL2029716 A NL 2029716A NL 2029716 A NL2029716 A NL 2029716A NL 2029716 B1 NL2029716 B1 NL 2029716B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
granular material
dosing device
storage
dosing
toothed belt
Prior art date
Application number
NL2029716A
Other languages
English (en)
Inventor
Wiebe Goodijk Frank
Dirk Jan Wennemars Herman
Egbert Fix Mathijs
Original Assignee
Ferlin Trading B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ferlin Trading B V filed Critical Ferlin Trading B V
Priority to NL2029716A priority Critical patent/NL2029716B1/nl
Priority to EP22206016.2A priority patent/EP4180778B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2029716B1 publication Critical patent/NL2029716B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29BPREPARATION OR PRETREATMENT OF THE MATERIAL TO BE SHAPED; MAKING GRANULES OR PREFORMS; RECOVERY OF PLASTICS OR OTHER CONSTITUENTS OF WASTE MATERIAL CONTAINING PLASTICS
    • B29B7/00Mixing; Kneading
    • B29B7/30Mixing; Kneading continuous, with mechanical mixing or kneading devices
    • B29B7/58Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29B7/60Component parts, details or accessories; Auxiliary operations for feeding, e.g. end guides for the incoming material
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01GWEIGHING
    • G01G19/00Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups
    • G01G19/22Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups for apportioning materials by weighing prior to mixing them
    • G01G19/34Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups for apportioning materials by weighing prior to mixing them with electrical control means
    • G01G19/343Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups for apportioning materials by weighing prior to mixing them with electrical control means involving digital counting

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Processing And Handling Of Plastics And Other Materials For Molding In General (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)

Abstract

UlTTREKSEL De uitvinding heeft betrekking op een doseerinrichting bestemd voor een vormmachine voor het doseren van een eerste granulair materiaal aan een tweede granulair 5 materiaal. De doseerinrichting lost het probleem op dat de bekende doseerinrichtingen niet nauwkeurig genoeg wegen en er dus geen goede traceerbaarheid van materialen is. (Figuur 2)

Description

VERBETERDE DOSEERINRICHTING VOOR EEN VORMMACHINE VOOR HET
DOSEREN VAN EEN EERSTE GRANULAIR MATERIAAL AAN HET TWEEDE
GRANULAIR MATERIAAL
De uitvinding heeft betrekking op een doseerinrichting bestemd voor een vormmachine voor het doseren van een eerste granulair materiaal aan een tweede granulair materiaal, omvattende: a). voorraadmiddelen omvattende een eerste opslag voor het opslaan van een eerste hoeveelheid van het eerste granulair materiaal en een eerste uitlaat voor het vrijgeven van het eerste granulair materiaal uit de voorraadmiddelen, waarin de eerste opslag is voorzien van een eerste inlaat voor het toevoeren van het eerste granulair materiaal aan de eerste opslag; b). transportmiddelen voor het transporteren van het vrijgegeven eerste granulair materiaal naar het tweede granulair materiaal; cc). weegmiddelen voor het bepalen van het gewicht van het naar het tweede granulair materiaal getransporteerde eerste granulair materiaal; d). besturingsmiddelen voor het aansturen van de doseerinrichting op basis van het bepaalde gewicht en een vooraf bepaalde gewichtsinstelling.
De vooraf bepaalde gewichtsinstelling kan zijn ingesteld middels de besturingsmiddelen of zijn afgeleid zijn uit andere variabelen, zoals bij voorbeeld een snelheidssignaal van een met de doseerinrichting samenwerkende extruder.
De doseerinrichting volgens de aanhef is bekend uit de stand der techniek.
Een eerste bekende doseerinrichting is beschreven in het Europees octrooi
EP1347870. Deze eerste bekende doseerinrichting gebruikt een schroef om de dosering van het eerste materiaal te regelen. De hellingshoek van het eerste materiaal, dat zich tussen de eerste uitlaat van de gewogen opslag en de schroef bevindt, verandert door onder andere trillingen. Hierdoor ontstaat een verstoord beeld ontstaat van het daadwerkelijke hoeveelheid gedoseerde eerste materiaal. De eerste bekende doseerinrichting is door zijn ontwerp niet in staat gebleken om real-time het werkelijk gedoseerde eerste materiaal te wegen, waardoor het gemeten en weergegeven eerste materiaal niet overkomt met het werkelijk gedoseerde materiaal.
Een tweede bekende doseerinrichting is beschreven in het Europees octrooi
EP1289839. In de tweede bekende doseerinrichting wordt de gehele doseerinrichting gemeten, waaronder het gewicht van de eerste opslag en de transportmiddelen. Bij een grote voorraad van het eerste granulair materiaal, waardoor de eerste opslag een hoog gewicht heeft, en transportmiddelen die omvangrijk en zwaar zijn, is het wegen van kleine afnames van eerste materiaal met de tweede bekende doseerinrichting niet goed mogelijk.
Een derde bekende doseerinrichting is beschreven in het Europees octrooi
EP3204737. Deze doseerinrichting maakt gebruik van een trilgoot om te doseren. Het doseergedrag is echter niet consistent, omdat de trilgoot zich afwisselt met veel of weinig materiaal vult. De derde bekende doseerinrichting bestaat uit een weegcel met daar op een elektromagneet en een ijzeren blok. Het ijzeren blok heeft enige bewegingsvrijheid doordat deze is gemonteerd aan metalen bladveren. De voorraadmiddelen en doseergoot zitten ook gemonteerd aan deze bladveren. Door de elektromagneet afwisselend te bekrachtigen gaat het ijzeren blok bewegen en begint de machine te trillen. De derde bekende doseerinrichting heeft door deze maatregelen ook een hoog eigen gewicht en is daardoor niet in staat om kleinere hoeveelheden eerste materiaal nauwkeurig te wegen.
Bij de bekende doseerinrichtingen is het vaak mogelijk om een doseertijd over te nemen van bij voorbeeld een spuitgietmachine of om deze doseertijd zelf in te stellen op de betreffende doseerinrichting. Ook is het mogelijk dat in de bekende doseerinrichtingen zijn aangestuurd middels een snelheidssignaal van bij voorbeeld een extruder. De doseertijd of het snelheidssignaal kan door de bekende doseerinrichting worden vertaald naar een te doseren gewicht.
De uitvinding heeft tot doel om te voorzien in een doseerinrichting volgens de aanhef waarin bovengenoemde nadelen zijn opgeheven.
Daartoe heeft de doseerinrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de voorraadmiddelen - een tweede opslag omvatten voor het opslaan van een tweede hoeveelheid van het eerste granulair materiaal, waarin de tweede hoeveelheid kleiner is dan de eerste hoeveelheid, - de tweede opslag is ingericht voor opname van het eerste granulair materiaal uit de eerste opslag; - de tweede opslag een tweede uitlaat omvat voor het vrijgeven van het eerste granulair materiaal aan de transportmiddelen; - de weegmiddelen zijn ingericht voor het bepalen van het gewicht van het naar het tweede granulair materiaal getransporteerde eerste granulair materiaal door het bepalen van de afname van het gewicht van de tweede opslag en de transportmiddelen.
De bovengenoemde maatregelen hebben het effect, dat de verhouding tussen het gewicht van het gedeelte van de doseerinrichting en de voorraad eerste materiaal dat in gebruik van de doseerinrichting door de weegmiddelen bepaald wordt ten opzichte van het gedoseerde materiaal is verbeterd. Hierdoor worden de weegmiddelen met een lager gewicht belast en kunnen de weegmiddelen een hogere weegnauwkeurigheid bereiken.
De doseerinrichting lost het probleem op dat de bekende doseerinrichtingen niet nauwkeurig genoeg wegen en er dus geen goede traceerbaarheid van materialen is. Bij het vervaardigen van kunststofproducten worden vaak slechts enkele procenten aan additief toegevoegd. Bij een kleur additief is een dosering van ongeveer 2% redelijk standaard. De daadwerkelijk dosering is hierdoor vaak in de order grote van een tiende gram tot enkele grammen per shot. Bij een bekende doseerinrichting wordt de complete doseerinrichting op een weegcel van 20kg geplaatst. Doordat het bereik van een dergelijke weegcel zo groot is (20kg) kunnen deze doseerinrichting in veel gevallen de afname niet per shot met een nauwkeurigheid van 0.1 gram (in geval van spuitgietmachine) of per minuut {in geval van extruder) registreren. Pas na tientallen shots of tientallen minuten kan er een getal afgegeven worden van de gewichtsafname. De traceerbaarheid van materialen zal in de toekomst steeds belangrijker wordt. Het is bij voorbeeld het doel van de overheid om in 2050 een circulaire economie te hebben op het gebied van kunststoffen, waardoor steeds meer nadruk komt te liggen op het kunnen traceren van grondstoffen zodat deze in een later tijdstip beter te recyclen zijn. Daarnaast zijn bepaalde materiaalverhoudingen in een eindproduct gewenst (zoals bij voorbeeld medische producten), waarbij een product zal worden afgewezen als de dosering afwijkt.
Een product kan ook met voortschrijdend inzicht worden afgekeurd. Zo kan bij voorbeeld blijken dat een kunststof onderdeel van het interieur van een auto blijkt te versplinteren bij een botsing. De splinters vormen daarbij een gevaar voor de inzittenden. Uit onderzoek blijkt achteraf dat vanaf een bepaalde materiaalverhouding deze versplintering optreedt. Omdat met de inventieve doseerinrichting per onderdeel beter kan worden bijgehouden wat de exacte materiaalverhouding is, kunnen de betreffende auto’s waarin het kunststof onderdeel is toegepast, worden teruggeroepen.
In de inventieve doseerinrichting is het gewicht van de gewogen voorraad (tweede opslag) kleiner dan het gewicht van de gewogen voorraad in de bekende stand der techniek.
Het gevolg van een kleine voorraad is dat deze vaak moet worden bijgevuld. Dit levert enkele nadelen op, zoals: - grotere kans op leegloop van de gewogen voorraad - grote kans op vulling tijdens een meetmoment - vermindering van capaciteit van een centraal vacuüm transportsysteem - extra arbeid bij handmatige vulling.
Echter deze nadelen worden ruimschoots gecompenseerd door toepassen van een extra voorraad (eerste opslag) met de bedienbare eerste uitlaat, zoals een pneumatische schuif. De voordelen van deze extra voorraad (eerste opslag) zijn: - moment van vullen van de kleine gewogen voorraad (tweede opslag} kan zo worden gekozen dat dit geen of weinig effect heeft op meetmomenten. - voorraad schaalbaar zonder nadelig effecten
- eventuele op de eerste opslag verbonden aanvoermiddelen het geen invloed van op de nauwkeurigheid van de doseerinrichting.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de doseerinrichting volgens de uitvinding omvatten de weegmiddelen tenminste één weegcel, die het gewicht meten van de tweede opslag, de transportmiddelen en het zich in de transportmiddelen bevindende eerste granulair materiaal. Het gewicht van de tweede opslag zijn lager dan het gewicht van de eerste opslag waardoor de genoemde verhouding sterk is verbeterd.
In een verdere uitwerking van de voorkeursuitvoeringsvorm van de doseerinrichting volgens de uitvinding omvatten de transportmiddelen een elektrisch aangedreven tandriem.
De bekende doseerinrichtingen passen een doseerschroef toe voor het verplaatsen van het eerste granulaat. Een tandriem heeft echter in het algemeen een kleiner aandrijfkoppel dan een doseerschroef met een vergelijkbare transportcapaciteit, waardoor er een lichtere motor kan worden gebruikt om een gelijke hoeveelheid eerste materiaal te verplaatsen. Hierdoor wordt de genoemde verhouding sterk verbeterd en kunnen kleine doseringen veel nauwkeuriger worden gewogen. Daarnaast brengt het transport van korrels met een schroef wrijving en klemgevaar met zich mee. Om ervoor te zorgen dat een schroef niet stil komt te staan, moet deze in staat zijn een korrel te breken/vermalen. De bekende doseerinrichting is daarom relatief zwaar uitgevoerd en vaak worden (zware) metalen delen toegepast. De genoemde problemen bij een doseerschroef, zoals wrijving en klemgevaar, treden niet op bij transport van korrels met een transportband.
Een ander nadeel van een doseerschroef of -buis is het inherente pulsatie effect. Een schroef is in de praktijk nooit voor 100 procent gevuld, wanneer hiermee vaste materialen worden gedoseerd. Het aanwezige materiaal verzamelt zich zo veel mogelijk in het onderste deel van de schroef. Hierdoor kan de gedoseerde hoeveelheid afhankelijk zijn van de hoekpositie van de schroef. Dit leidt tot variaties in de gedoseerde hoeveelheid. Het pulsatie-effect beïnvloedt de doseernauwkeurigheid van de systemen bij lage doseerhoeveelheden. Bij een tandriem treedt echter geen pulsatie-effect op, wat ten goede komt aan de doseernauwkeurigheid bij lage doseerhoeveelheden. Wanneer er voor 1 shot bijvoorbeeld maar 10 korrels granulaat gedoseerd hoeven te worden, maakt het veel uit of er 1 of 2 korrels te veel of te weinig gedoseerd wordt.
Het toepassen van een tandriem heeft ten slotte het voordeel dat de doseerrange is vergroot, waardoor er niet allerlei verschillende typen doseerschroeven of buizen noodzakelijk zijn.
Bij voorkeur omvatten de transportmiddelen een stappenmotor voor het aandrijven van de tandriem.
In een elegante uitvoeringsvorm van de doseerinrichting volgens de uitvinding zijn aan weerszijden van de tandriem schuin oplopende geleiders aangebracht. De schuin oplopende geleiders voorkomen brugvorming van het eerste materiaal op de tandriem, 5 waarbij korrels van het eerste materiaal tegen elkaar klemmen en een afdichting creëren, waardoor andere granulaatkorrels niet kunnen passeren. Door de geleiders kan het eerste materiaal gelijkmatig verdeeld worden op de tandriem. De dosering kan verder worden verbeterd als de geleiders zodanig zijn geplaatst dat het gedeelte van de tandriem waar het eerste materiaal is geplaatst, smaller wordt. Hierdoor bevinden zich minder korrels per mm zich op de tandriem, waardoor de dosering van het eerste materiaal nauwkeuriger wordt.
In een verdere uitvoeringsvorm van de doseerinrichting volgens de uitvinding omvat tweede uitlaat een schuine uitloop die afloopt in de bewegingsrichting van de tandriem. Door de schuine uitloop wordt een opstapeling bij de tweede uitloop voorkomen.
Bij voorkeur omvat in de doseerinrichting volgens de uitvinding de tweede uitlaat een flexibele scheiding voor het beperken van de uitstroom. Hierdoor wordt de uitstroomopening van de tweede uitlaat verkleind. Door de flexibele scheiding wordt in gebruik van de doseerinrichting klemming van het eerste materiaal voorkomen.
Bij voorkeur is in de doseerinrichting volgens de uitvinding het aantal stappen per rotatie van de stappenmotor elektronisch vergroot middels microstepping, waarin het aantal stappen per rotatie zodanig is gekozen dat de stappenmotor een zodanige trilling veroorzaakt waarin het eerste granulair materiaal op de tandriem blijft en zich verdeelt over de tandriem. Deze trillingen helpen om brugvorming te voorkomen. Het is gebleken dat er minder variatie is in het doseergedrag bij het toepassen van lichte trillingen dan er is bij het minimaliseren of maximaliseren van de trillingen. De lichte trillingen zorgen ervoor dat de korrels beter verdeeld over de tandriem liggen.
De doseerinrichting volgens de uitvinding is bij voorkeur voorzien van een schraapelement, die tegen de tandriem aanligt, waarin het schraapelement is ingericht voor het schrapen van stof op de tandriem.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin:
Figuur 1 een schematisch aanzicht toont van de doseerinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 2 een zijaanzicht toont van de voorkeursuitvoeringsvorm van de doseerinrichting 1 volgens Figuur 1;
Figuur 3 een geïsoleerd zijaanzicht toont van tandriem 10 en de tweede opslag 8.
Gelijke verwijzingscijfers in verschillende figuren duiden gelijke onderdelen aan.
Figuur 1 toont een schematisch aanzicht van de doseerinrichting 1 volgens de uitvinding. 1. De doseerinrichting 1 is bij voorkeur ingericht voor aansluiting op een verdere doseerinrichting 50 voor het doseren van een eerste granulair materiaal A aan een tweede granulair materiaal B. In de praktijk wordt het eerste materiaal aangeduid als additief. Het tweede materiaal wordt aangeduid als naturel.
De doseerinrichting 1 omvat voorraadmiddelen (2;3) omvattende een eerste opslag 2 voor het opslaan van een eerste hoeveelheid van het eerste granulair materiaal A. De inhoud van de eerste opslag 2 kan worden aangevuld met bekende vulmethoden, zoals een hopperloader of venturiloader 3. Daartoe is de eerste opslag 2 voorzien van een eerste inlaat 5 voor het toevoeren van het eerste granulair materiaal A aan de eerste opslag 2.
Voor het vrijgeven van het eerste granulair materiaal A uit de eerste opslag 2 is onder een opening 6 aan een, bij voorkeur trechtervormige, onderzijde van de eerste opslag 2 een, bij voorkeur pneumatisch, bedienbare eerste uitlaat 7 geplaatst.
De doseerinrichting 1 omvat een tweede opslag 8 voor het opslaan van een tweede hoeveelheid van het eerste granulair materiaal A, waarin de tweede hoeveelheid kleiner is dan de eerste hoeveelheid. De tweede opslag 8 is daartoe onder de bedienbare afsluiter 7 geplaatst. De tweede opslag 8 omvat een tweede uitlaat 9 voor het vrijgeven van het eerste granulair materiaal A. Als het eerste materiaal A in de tweede opslag 8 op dreigt te raken, wordt deze bijgevuld uit de eerste opslag 2 door de luchtcilinder van de bedienbare afsluiter 7 aan te sturen.
De doseerinrichting 1 is verder voorzien van een tandriem 10, die onder de tweede uitlaat 9 is geplaatst. De tandriem 10 wordt aangedreven door een stappenmotor. In gebruik van de doseerinrichting 1 valt het uit de tweede opslag 8 vrijgegeven eerste materiaal A op de tandriem 10 en wordt door de tandriem 10 in de richting van het tweede granulair materiaal B getransporteerd.
De doseerinrichting 1 omvat daarnaast weegmiddelen 11 voor het bepalen van het gewicht van het naar het tweede granulair materiaal B getransporteerde eerste granulair materiaal A door het bepalen van de afname van het gezamenlijke gewicht van de tweede opslag 8 en de tandriem en het in de tweede opslag 8 en op de tandriem bevindende eerste granulair materiaal A. De weegmiddelen 11 omvatten een loadcell. Door gebruik te maken van een tandriem en een kleine gewogen voorraad in de tweede opslag 8 is de doseerinrichting 1 zeer licht. Er kan dus een loadcell met een lage capaciteit worden gebruikt (in de praktijk 3 kg). Hierdoor kunnen kleine afnames veel nauwkeuriger worden gewogen.
De doseerinrichting 1 is bij voorkeur verbonden aan een verdere doseerinrichting 50,
welke verdere doseerinrichting 50 is ingericht voor het doseren van het tweede granulair materiaal B. De tandriem 10 is hierbij zodanig geplaatst dat het eerste granulair materiaal A naar het tweede granulair materiaal B wordt getransporteerd.
De verdere doseerinrichting 50 is bij voorkeur ingericht voor samenwerking met een vormmachine 100. Het in de verdere doseerinrichting 50 gemengde eerste en tweede materiaal A;B zal in gebruik van de doseerinrichtingen 1;50 worden aangeboden aan de vormmachine 100.
Ten slotte omvat de doseerinrichting 1 besturingsmiddelen voor het aansturen van de bedienbare eerste uitlaat 7 en de tandriem 10, bij voorkeur op basis van het bepaalde gewicht en een vooraf ingestelde gewichtsinstelling of tijdsinstelling. De besturingsmiddelen zijn tevens ingericht voor samenwerking met de verdere doseerinrichting 50. De besturingsmiddelen zijn niet getoond.
De inventieve doseerinrichting 1 lost het probleem op dat de bekende doseerinrichtingen niet nauwkeurig genoeg wegen en er dus geen goede traceerbaarheid van materialen is. De traceerbaarheid van grondstoffen wordt met de inventieve doseerinrichting 1 verbeterd, omdat de dosering van het additief exacter bekend is. Omdat een loadcell met een veel kleinere weegcapaciteit kan worden toegepast, is het wegen van kleinere afnames mogelijk geworden. De meetnauwkeurigheid van de doseerinrichting 1 is immers direct gerelateerd aan de maximale capaciteit van de loadcell. Bij toepassing van dezelfde klasse loadcell, zoals bijvoorbeeld OIML R 60 C3, als bij de bekende doseerinrichtingen, kan bij de inventieve doseerinrichting 1 (met een loadcell van een capaciteit van 3 kg) met zekerheid een bepaalde gewichtsafname worden gemeten, terwijl bij de bekende doseerinrichtingen (loadcell met capaciteit 20 kg) de afname 6,7 groter moet zijn om met zekerheid de afname te kunnen detecteren. Hierdoor kan de inventieve doseerinrichting 1 vaker en beter aangeven hoeveel additief er precies in een kunststofproduct zit.
Bij het vervaardigen van kunststofproducten worden vaak slechts enkele procenten aan additief toegevoegd. Een juiste dosering is hierdoor zeer belangrijk.
Figuur 2 toont een zijaanzicht van de voorkeursuitvoeringsvorm van de doseerinrichting 1 volgens Figuur 1, die is gekoppeld aan een verdere doseerinrichting 50.
Zowel de eerste opslag 2 als de tweede opslag 8 zijn bij voorkeur algemeen trechtervormig.
De figuur toont aan dat de tweede opslag 8 aanmerkelijk kleiner is dan de eerste opslag 2.
De weegmiddelen 11, die in deze uitvoeringsvorm gevormd zijn door een loadcell, wegen alleen de tweede opslag 8, de tandriem en het in deze middelen bevindende eerste materiaal A. De looprichting van de tandriem 10 verloopt in de richting van de verdere doseerinrichting 50. De doseerinrichting 50 is voorzien van een opening 51 voor gedeeltelijke opname van de tandriem 10 van de doseerinrichting 1, zodat in gebruik het eerste materiaal
A afkomstig vanuit de eerste en tweede opslag (3;8) in de tweede doseerinrichting 50 valt.
Figuur 3 toont een geïsoleerd zijaanzicht van tandriem 10 en de tweede opslag 8. Het toepassen van een tandriem 10 in combinatie met een stappenmotor is een niet voor de hand liggende keuze in het vakgebied van de inventieve doseerinrichting. De aanvrager heeft veel ontwikkelingswerk verricht om tot een goed werkende doseerinrichting te komen.
Het meest uitdagend is het nauwkeurig doseren van kleine hoeveelheden. Hiervoor is het wenselijk zo weinig mogelijk materiaal gelijkmatig verdeeld op de tandriem 10 te hebben.
Hoe minder korrels er vallen per millimeter verplaatsing van de tandriem 10, hoe beter het doseren te regelen is. Een voor de hand liggende optie is om geleiders 12 boven de tandriem 10 erg dicht op elkaar te plaatsen. Zo ontstaat er een smalle baan waar maar weinig granulaat korrels aanwezig kunnen zijn. In de praktijk blijkt echter dat er bij bepaalde additieven snel brugvorming optreedt. Daarbij klemmen de korrels tussen de geleiders 12 boven de band of tandriem 10. Hierdoor stopt af en toe het doseren, wat zeer onwenselijk is.
Brugvorming treedt vaker op in de kunststofindustrie. Granulaatkorrels vormen dan een “brug” boven bijvoorbeeld een (te kleine) uitstroomopening. De korrels klemmen tegen elkaar aan en creëren zo een afdichting waar andere granulaat korrel ook niet langs kunnen.
Een deel van de oplossing om zo weinig mogelijk materiaal A op de tandriem 10 te hebben zonder dat er brugvorming optreedt is gevonden in het toepassen van schuin oplopende geleiders 12. Het effect van deze maatregel is dat er wel een smalle baan ontstaat, maar dat brugvorming wordt voorkomen. Korrels van het granulair materiaal A kunnen namelijk uitwijken op de schuin oplopende geleiders 12, waardoor op inventieve wijze wordt voorkomen dat ze gaan klemmen tussen de geleiders 12 en de tandriem 10.
De tweede uitlaat 9 van de tweede opslag 8 omvat bij voorkeur een schuine uitloop, waardoor het ontstaan van meerdere lagen korrels op de tandriem 10 wordt voorkomen.
Deze opstapeling neemt over de loop van de tandriem wel enigszins af doordat een deel van de korrels wordt afgeremd door contact met de schuin oplopende zijkanten. Door de schuine uitloop van de tweede uitlaat 9 wordt de opstapeling van korrels bij de uitgang van de trechtervormige opslag 8 deels voorkomen. De korrels liggen als ware te wachten op de schuine uitloop tot ze worden meegenomen door de tandriem 10.
Als alternatief kan om de opstapeling van korrels bij de uitlaat 9 te voorkomen een flexibele scheiding bij de uitlaat 9 worden toegepast, die de uitstroomopening verkleind. De optimale lengte en stijfheid van deze flap of scheiding is afhankelijk van het de transporteren eerste materiaal A. Als bijvoorbeeld de korrels van het eerste materiaal A glad en rond zijn, hebben de korrels minder grip op de tandriem 10 en drukt het een flap of scheiding moeilijker opzi.
Het toepassen van een stappenmotor voor het aandrijven van de tandriem 10 heeft als bijkomend effect dat de trillingen die deze motor veroorzaakt, bijdragen aan het streven om zo weinig mogelijk eerste materiaal A gelijkmatig verdeeld over de tandriem 10 te krijgen.
Een stappenmotor maakt steeds kleine stappen, waarbij bij voorkeur de gekozen stappenmotor 200 stappen per rotatie maakt. Op lagere snelheden zorgt dit ervoor dat er veel en relatief harde trillingen ontstaan vanwege de massatraagheid van de motor en het tandriemsysteem 10. Door een stappenmotor zodanig aan te sturen, waarin het aantal stappen per rotatie elektronisch is vergroot middels microstepping, kan de frequentie van de trillingen die de stappenmotor veroorzaakt worden beïnvloedt. Bij meer stappen per rotatie wordt de impact van de trillingen ook minder doordat de stappen kleiner zijn en snel opvolgend zijn.
Deze trillingen helpen om brugvorming te voorkomen. Met een laag aantal stappen per rotatie zijn de trillingen echter zo heftig dat de korrels op de tandriem 10 omhoogkomen en los van de tandriem 10. Hierdoor is er minder grip van de tandriem 10 op de korrels van het eerste materiaal A en wordt de variatie in het doseergedrag verhoogd. Uit praktijktesten is gebleken dat lichte trillingen voor minder variatie in doseergedrag zorgen dan zo weinig mogelijk trillingen. De lichte trillingen lijken ervoor te zorgen dat de korrels beter verdeeld over de tandriem 10 liggen.
De uitvinding is uitdrukkelijk niet beperkt tot de beschreven en getoonde voorkeursuitvoeringsvormen, maar strekt zich uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang, zoals gedefinieerd in de conclusies en bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen.

Claims (9)

CONCLUSIES
1. Doseerinrichting (1) bestemd voor samenwerking met een verdere doseerinrichting (1) voor het doseren van een eerste granulair materiaal (A) aan een tweede granulair materiaal (B), omvattende:
a). voorraadmiddelen (2;3) omvattende een eerste opslag (2) voor het opslaan van een eerste hoeveelheid van het eerste granulair materiaal (A) en een eerste uitlaat (7) voor het vrijgeven van het eerste granulair materiaal (A) uit de voorraadmiddelen (2;3), waarin de eerste opslag (2) is voorzien van een eerste inlaat (5) voor het toevoeren van het eerste granulair materiaal (A) aan de eerste opslag (2);
b). transportmiddelen (10) voor het transporteren van het vrijgegeven eerste granulair materiaal (A) naar het tweede granulair materiaal (B);
c). weegmiddelen (11) voor het bepalen van het gewicht van het naar het tweede granulair materiaal (B) getransporteerde eerste granulair materiaal (A);
d). besturingsmiddelen voor het aansturen van de doseerinrichting (1) op basis van het bepaalde gewicht en een vooraf bepaalde gewichtsinstelling; met het kenmerk, dat de voorraadmiddelen (2;3) - een tweede opslag (8) omvatten voor het opslaan van een tweede hoeveelheid van het eerste granulair materiaal (A), waarin de tweede hoeveelheid kleiner is dan de eerste hoeveelheid, - de tweede opslag (8) is ingericht voor opname van het eerste granulair materiaal (A) uit de eerste opslag (2); - de tweede opslag (8) een tweede uitlaat (9) omvat voor het vrijgeven van het eerste granulair materiaal (A) aan de transportmiddelen (10); - de weegmiddelen (11) zijn ingericht voor het bepalen van het gewicht van het naar het tweede granulair materiaal (B) getransporteerde eerste granulair materiaal (A) door het bepalen van de afname van het gewicht van de tweede opslag (8) en de transportmiddelen (10).
2. Doseerinrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de weegmiddelen (11) tenminste één weegcel (11) omvatten, die het gewicht meten van de tweede opslag (8), de transportmiddelen (10) en het zich in de transportmiddelen (10) bevindende eerste granulair materiaal (A).
3. Doseerinrichting {1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de transportmiddelen (10) een elektrisch aangedreven tandriem (10) omvatten.
4. Doseerinrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de transportmiddelen (10) een stappenmotor omvatten voor het aandrijven van de tandriem (10).
5. Doseerinrichting (1) volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat aan weerszijden van de tandriem (10) schuin oplopende geleiders (12) zijn aangebracht.
6. Doseerinrichting (1} volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de tweede uitlaat (8) een schuine uitloop omvat die afloopt in de bewegingsrichting van de tandriem (10).
7. Doseerinrichting (1) volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de tweede uitlaat (9) een flexibele scheiding omvat voor het beperken van de uitstroom.
8. Doseerinrichting (1) volgens één der conclusies 4 tot en met 7, waarin het aantal stappen per rotatie van de stappenmotor elektronisch is vergroot middels microstepping, waarin het aantal stappen per rotatie zodanig is gekozen dat de stappenmotor een zodanige trilling veroorzaakt waarin het eerste granulair materiaal op de tandriem (10) blijft en zich verdeelt over de tandriem (10).
9. Doseerinrichting (1) volgens één der conclusies 4 tot en met 8, waarin de doseerinrichting (1) is voorzien van een schraapelement, die tegen de tandriem (10) aanligt, waarin het schraapelement is ingericht voor het schrapen van stof op de tandriem (10).
NL2029716A 2021-11-11 2021-11-11 Verbeterde doseerinrichting voor een vormmachine voor het doseren van een eerste granulair materiaal aan het tweede granulair materiaal NL2029716B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2029716A NL2029716B1 (nl) 2021-11-11 2021-11-11 Verbeterde doseerinrichting voor een vormmachine voor het doseren van een eerste granulair materiaal aan het tweede granulair materiaal
EP22206016.2A EP4180778B1 (en) 2021-11-11 2022-11-08 Improved dosing device for a forming machine for dosing a first granular material to a second granular material

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2029716A NL2029716B1 (nl) 2021-11-11 2021-11-11 Verbeterde doseerinrichting voor een vormmachine voor het doseren van een eerste granulair materiaal aan het tweede granulair materiaal

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2029716B1 true NL2029716B1 (nl) 2023-06-08

Family

ID=84421420

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2029716A NL2029716B1 (nl) 2021-11-11 2021-11-11 Verbeterde doseerinrichting voor een vormmachine voor het doseren van een eerste granulair materiaal aan het tweede granulair materiaal

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP4180778B1 (nl)
NL (1) NL2029716B1 (nl)

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1015439C2 (nl) 2000-06-14 2001-12-17 E H Klijn Beheer B V Doseerinrichting.
US20020084293A1 (en) 2001-01-02 2002-07-04 Liad Weighing And Control Systems Ltd. System for feeding portions of material to an injection molding machine
IL235016A0 (en) 2014-10-06 2015-01-29 Eli Margalit Weighing and feeding system

Also Published As

Publication number Publication date
EP4180778A1 (en) 2023-05-17
EP4180778B1 (en) 2024-06-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3977483A (en) Material handling apparatus and method
US9174364B2 (en) Pellet dosing apparatus
US6799684B2 (en) Multi-head portioning system
JPS61217421A (ja) 細長い物品の処理装置及びその方法
US6640158B1 (en) Filling apparatus with feed diverter
NL2029716B1 (nl) Verbeterde doseerinrichting voor een vormmachine voor het doseren van een eerste granulair materiaal aan het tweede granulair materiaal
US4540082A (en) Vibratory distribution system
US4610322A (en) Weight measuring apparatus for elongated articles
NL9101043A (nl) Verpakkingsinrichting.
US5646374A (en) Conveyor for a combination weigher or the like
EP0650038B1 (en) Bucket lift distribution system
US3797633A (en) Weighing apparatus
US6814108B1 (en) Precision filling apparatus
US6182718B1 (en) Pass-through dispenser system with aligned feeder troughs
JP2003214936A (ja) 組合せ計量装置
US3239108A (en) Feeder pan and gate for packaging machines
EP3507586B1 (en) A measuring device for analysis of particles and method of analyzing particles using the measuring device
CN112478267B (zh) 定时料斗及组合计量装置
GB2310729A (en) Material weighing method and apparatus
US4399931A (en) Dry material dispenser
JPS60218214A (ja) 流動可能な品物の配量装置
JPH0344253B2 (nl)
JP3445745B2 (ja) 粉粒体定量供給搬出装置
FI58464B (fi) Doseringsanordning foer drageformigt material saosom soetsaker eller motsvarande
JP3283929B2 (ja) 粉粒体計量装置