NL2029524B1 - Werkwijze en inrichting voor het bestrijden van ongedierte middels co2 - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het bestrijden van ongedierte middels co2 Download PDF

Info

Publication number
NL2029524B1
NL2029524B1 NL2029524A NL2029524A NL2029524B1 NL 2029524 B1 NL2029524 B1 NL 2029524B1 NL 2029524 A NL2029524 A NL 2029524A NL 2029524 A NL2029524 A NL 2029524A NL 2029524 B1 NL2029524 B1 NL 2029524B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
goods
treatment chamber
pressure
temperature
gas
Prior art date
Application number
NL2029524A
Other languages
English (en)
Inventor
Van Uffelen José
Van Meijel Johan
Original Assignee
Descroes Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Descroes Bv filed Critical Descroes Bv
Priority to NL2029524A priority Critical patent/NL2029524B1/nl
Priority to PCT/IB2022/060283 priority patent/WO2023073575A1/en
Priority to AU2022374611A priority patent/AU2022374611A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2029524B1 publication Critical patent/NL2029524B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N59/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing elements or inorganic compounds
    • A01N59/04Carbon disulfide; Carbon monoxide; Carbon dioxide
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N25/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators, characterised by their forms, or by their non-active ingredients or by their methods of application, e.g. seed treatment or sequential application; Substances for reducing the noxious effect of the active ingredients to organisms other than pests
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01PBIOCIDAL, PEST REPELLANT, PEST ATTRACTANT OR PLANT GROWTH REGULATORY ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR PREPARATIONS
    • A01P7/00Arthropodicides
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23LFOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
    • A23L3/00Preservation of foods or foodstuffs, in general, e.g. pasteurising, sterilising, specially adapted for foods or foodstuffs
    • A23L3/34Preservation of foods or foodstuffs, in general, e.g. pasteurising, sterilising, specially adapted for foods or foodstuffs by treatment with chemicals
    • A23L3/3409Preservation of foods or foodstuffs, in general, e.g. pasteurising, sterilising, specially adapted for foods or foodstuffs by treatment with chemicals in the form of gases, e.g. fumigation; Compositions or apparatus therefor
    • A23L3/3418Preservation of foods or foodstuffs, in general, e.g. pasteurising, sterilising, specially adapted for foods or foodstuffs by treatment with chemicals in the form of gases, e.g. fumigation; Compositions or apparatus therefor in a controlled atmosphere, e.g. partial vacuum, comprising only CO2, N2, O2 or H2O

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Insects & Arthropods (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Inorganic Chemistry (AREA)
  • Nutrition Science (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding betreft een werkwijze voor het bestrijden van ongedierte zoals insecten en mijten in goederen zoals voedselproducten, waarbij de goederen in een gesloten systeem geplaatst worden en waarbij het gesloten systeem en de hierin geplaatste goederen gedurende een bepaalde behandelperiode blootgesteld worden aan 10 een C02 concentratie van minstens 60% en een temperatuur van minstens 20°C. De uitvinding betreft ook een inrichting voor het bestrijden van ongedierte.

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET BESTRIJDEN VAN ONGEDIERTE
MIDDELS CO:
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het bestrijden van ongedierte in goederen.
STAND DER TECHNIEK
Door de constante toename van geïmporteerde goederen zoals voedingsmiddelen, neemt ook de vraag naar doeltreffende werkwijzen en inrichtingen voor het bestrijden van ongedierte in deze goederen toe. Producten zoals rijst, maar ook peulvruchten en zaden zijn gevoelig voor de aanwezigheid van onder andere voorraadinsecten zoals rijstklanders of meelmotten. Dit ongedierte brengt vraatschade toe aan het product en onrechtstreeks (door hun uitwerpselen} ontstaat er vervuiling van het product, broei en de groei van schimmels. Het is dan ook evident dat hun aanwezigheid in voedingsmiddelen absoluut ongewenst is. Ook transportconiainers met niet- voedselgerelateerde goederen kunnen ongedierte bevatten en het bestrijden ervan is eveneens essentieel voor de kwaliteit en het uitzicht van deze goederen.
Hoewel er veel verschillende manieren zijn om ongedierte te bestrijden, zijn de meeste van de huidige bestrijdingsprocessen gebaseerd op het gebruik van chemicaliën.
Ongediertebestrijdingsmethoden die daarbij worden gebruikt kunnen doeltreffend zijn om ongedierteplagen te vernietigen of te beperken, maar zij hebben vaak aanzienlijke nadelen. De meeste chemicaliën die tegenwoordig worden gebruikt, zijn giftig voor de mens. Goederen die aan dergelijke toxische bestrijdingsmiddelen zijn blootgesteld, kunnen bijgevolg potentieel gevaarlijke chemische residuen bevatten, zodat verdere verwerking nodig is om deze residuen te verwijderen.
Als alternatief voor deze toxische chemicaliën beslaan er ook CO: drukbehandelingsprocessen voor het bestrijden van ongedierte in goederen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een afgesloten ruimte waaraan CO: bij een hoge druk (minstens 10 bar) wordt toegevoegd. Een dergelijke hoge druk veroorzaakt bijvoorbeeld het imploderen van insecteneitjes. Deze drukbehandelingsprocessen hebben echter het nadeel dat er door de hoge druk schade kan worden toegebracht aan de goederen.
Bovendien zijn de afmetingen van de ruimte die hiervoor gebruikt wordt, beperkt en kunnen bepaalde goederen met grotere afmetingen (bijvoorbeeld zeecontainers) niet behandeld worden met deze drukbehandelingsprocessen.
Er is nood aan een milieuvriendelijke werkwijze en inrichting voor het bestrijden van ongedierte in goederen waarbij bovendien geen schade wordt toegebracht aan de goederen.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor tenminste enkele van bovenvermelde problemen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het bestrijden van ongedierte zoals insecten en mijten in goederen zoals voedselproducten. in een eerste aspect betreft de uitvinding een werkwijze volgens conclusie 1. Meer in het bijzonder, de huidige uitvinding beschrijft een werkwijze voor het bestrijden van ongedierte zoals insecten en mijten in goederen zoals voedselproducten, waarbij de goederen in een gesloten systeem geplaatst worden en waarbij het gesloten systeem en de hierin geplaatste goederen gedurende een bepaalde behandelperiode blootgesteld worden aan een CO: concentratie van minstens 60% en een temperatuur van minstens 20°C. Voorkeursuitvoeringsvormen van deze werkwijze worden weergegeven in conclusies 2 tot en met 8.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een inrichting volgens conclusie 9. Meer in het bijzonder, de huidige uitvinding beschrijft een inrichting voor het bestrijden van ongedierte in goederen, de inrichting omvattende een gasdichte behandelkamer voor het plaatsen van goederen, een CO: inblaassysteem, sensoren voor het meten van de
CO2 concentratie, de temperatuur en de druk in de behandelkamer, aan- en afvoerleidingen gecontroleerd door kleppen voor het regelen van de CO: concentratie, de temperatuur en de druk in de behandelkamer en één of meerdere verwarmelementen gepositioneerd op één of meerdere zijwanden van de behandelkamer. Een voorkeursuitvoeringsvorm van deze inrichting wordt weergegeven in conclusie 10.
In een laatste aspect betreit de uitvinding een werkwijze volgens conclusie 11, waarbij voorgenoemde werkwijze wordt uitgevoerd middels voorgenoemde inrichting.
Het gebruik van de werkwijze en inrichting volgens huidige uitvinding is geheel biologisch en kent veel minder veiligheidsbeperkingen dan werkwijzen en inrichtingen die gebruik maken van de traditionele toxische middelen voor ongediertebestrijding.
Bovendien vereist de werkwijze en inrichting volgens huidige uitvinding niet het gebruik van een hoge druk, waardoor eventuele schade aan de goederen beperkt wordt.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 toont een inrichting volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding.
GEDETAI LLEERDE BESCHRIJVING
De uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het bestrijden van ongedierte zoals insecten en mijten in goederen zoals voedselproducten. De goederen worden in een gesloten systeem geplaatst en blootgesteld aan een CO: concentratie van minstens 60% en een temperatuur van minstens 20°C. Het gebruik van de werkwijze en inrichting volgens huidige uitvinding is geheel biologisch en kent veel minder veiligheidsbeperkingen dan werkwijzen en inrichtingen die gebruik maken van de traditionele toxische middelen voor ongediertebestrijding. Bovendien vereist de werkwijze en inrichting volgens huidige uitvinding niet het gebruik van een hoge druk, waardoor eventuele schade aan de goederen beperkt wordt.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding.
Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. “Een”, “de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.
De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
Door de constante toename van geïmporteerde goederen zoals voedingsmiddelen, neemt ook de vraag naar doeltreffende werkwijzen en inrichtingen voor het bestrijden van ongedierte in deze goederen toe. in een eerste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het bestrijden van ongedierte zoals insecten en mijten in goederen zoals voedselproducten, waarbij de goederen in een gesloten systeem geplaatst worden en waarbij het gesloten systeem en de hierin geplaatste goederen gedurende een bepaalde behandelperiode blootgesteld worden aan een CO: concentratie van minstens 60% en een temperatuur van minstens 20°C, bij voorkeur minstens 21°C, meer bij voorkeur minstens 22°C, meer bij voorkeur minstens 23°C, meer bij voorkeur minstens 24°C, meer bij voorkeur minstens 25°C, meer bij voorkeur minstens 26°C, meer bij voorkeur minstens 27°C, meer bij voorkeur minstens 28°C, meer bij voorkeur minstens 29°C, meer bij voorkeur minstens 30°C. in een uitvoeringsvorm omvatten deze goederen producten voor humane en/of dierlijke consumptie zoals voedingsmiddelen, diervoeders en voedselproducten zoals zaden (zowel voor humane als dierlijke consumptie). In een andere uitvoeringsvorm omvatten deze goederen niet-voedselgerelateerde natuurlijke producten, zoals tabak, natuurlijke vezels, wol, dierenhuiden, veren, etc.
De goederen kunnen verpakt worden in eender welke verpakking gekend uit de stand der techniek, zoals big bags of verpakkingen vervaardigd uit jute of karton.
Bij voorkeur is de temperatuur in het gesloten systeem gelegen tussen 25°C en 35°C, meer bij voorkeur gelegen tussen 28°C en 32°C, zoals bijvoorbeeld 30°C.
Door de goederen te plaatsen in een gesloten systeem bij een temperatuur van minstens 20°C vertoont het aanwezige ongedierte in de goederen de hoogste activiteit en zal de hoge CO: concentratie optimaal zijn werk kunnen doen. Experimenten hebben aangetoond dat een concentratie van minstens 60% CO: (gemeten bij een atmosferische druk of bij een druk die maximaal 0,5 bar afwijkt van de atmosferische druk) in het gesloten systeem noodzakelijk is om een voldoende hoog percentage aan ongedierte binnen een aanvaardbare tijdspanne af te doden. In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt minstens 99%, meer bij voorkeur minstens 99,5% van het ongedierte in het gesloten systeem afgedood.
De duur van de noodzakelijke behandelperiode is afhankelijk van de temperatuur in het gesloten systeem. Hoe hoger de temperatuur, des te korter de noodzakelijke behandelperiode. 5 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de temperatuur in het gesloten systeem tijdens de behandeling gelegen tussen 20°C en 42°C en is de duur van de behandelperiode gelegen tussen 24 uren en 336 uren.
Experimenten hebben aangetoond dat blootstelling aan een concentratie van minstens 60% CO: voor minstens 24 uren bij een temperatuur van 40°C in het gesloten systeem in staat is om een voldoende hoog percentage aan ongedierte af te doden. Deze temperatuur is voor veel goederen echter te hoog. in een voorkeursuitvoeringsvorm worden de goederen gedurende een behandelperiode van minstens 72 uren blootgesteld aan een concentratie van minstens 60% CO: bij een temperatuur gelegen tussen 28°C en 32°C, zoals 30°C. in een andere uitvoeringsvorm worden de goederen gedurende een behandelperiode van minstens 120 uren blootgesteld aan een concentratie van minstens 60% CO: bij eeniemperaiuur van 25°C. Vaak is een langere behandelperiode vanuit een economisch standpunt ongewenst. in een andere uitvoeringsvorm worden de goederen gedurende een behandelperiode van minstens 336 uren blootgesteld aan een concentratie van minstens 60% CO: bij een temperatuur van 20°C.
Doordat de goederen geplaatst worden bij een temperatuur van minstens 20°C, bij voorkeur een temperatuur tussen 25°C en 35°C, vertoont het aanwezige ongedierte in de goederen de hoogste activiteit en zal de hoge CO: concentratie optimaal zijn werk kunnen doen. Hierdoor is het niet nodig om het aanwezige ongedierte te bestrijden op basis van hoge druk. De druk in het gesloten systeem is bij voorkeur dan ook lager dan 2 bar, meer bij voorkeur gelegen tussen atmosferische druk en 2 bar, meer bij voorkeur gelijk aan de atmosferische druk of een druk die maximaal 0,5 bar afwijkt hiervan. Een dergelijke druk in het gesloten systeem is optimaal, aangezien er bij deze drukrange geen schade optreedt aan de goederen.
in een uitvoeringsvorm wordt CO: in vloeibare vorm verdampt middels een warmtewisselaar en wordt het aldus bekomen gasvormige CO: middels leidingen naar het gesloten systeem aangevoerd.
Het vloeibare CO: wordt met speciale tankauto’s diepgekoeld geleverd en in een daartoe bestendigde tank overgepompt en opgeslagen. De druk in de tank blijft daarbij constant, zodat ook tijdens het bijvullen zonder problemen gas kan worden afgenomen.
Het vloeibare gas wordt vervolgens door een warmtewisselaar weer in gasvorm gebracht en middels een gasdistributiesysteem naar het gesloten systeem gebracht.
De warmtewisselaar kan eender welke geschikte warmtewisselaar gekend uit de stand der techniek zijn. In een uitvoeringsvorm is de warmtewisselaar een verdamper, zoals een atmosferische verdamper of een elektrische verdamper.
Een atmosterische verdamper bestaat bijvoorbeeld uit aluminium buizen met ribben in de lengterichting en werkt door warmte-uitwisseling met de omgevingslucht. Op deze manier verdampt het vloeibare gas en wordt het nagenoeg op omgevingstemperatuur gebracht.
Bij een elektrische verdamper gaat het gas door buizen en worden deze buizen verwarmd door een vloeistof die elektrisch verwarmd wordt.
In een uitvoeringsvorm worden er meerdere verdampers in groep geschakeld. In een uitvoeringsvorm wordt een atmosferische verdamper en een elektrische verdamper gecombineerd. Dit is bijvoorbeeld voordelig in de winterperiode, wanneer de capaciteit van de atmosferische verdamper sterk kan terugvallen en er aanvullend een elektrische verdamper kan worden ingezet. in een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze wordt de temperatuur in het gesloten systeem verhoogd tot minstens 20°C, bij voorkeur minstens 25°C, alvorens de
CO2 concentratie wordt verhoogd tot minstens 60%. Op deze manier vertoont het ongedierte reeds een optimale hoge activiteit wanneer de CO: concentratie wordt verhoogd. Hierdoor wordt het ongedierte sneller afgedood en wordt het CO: verbruik geoptimaliseerd. in een voorkeursuitvoeringsvorm worden de CO: concentratie, de temperatuur en de druk in het gesloten systeem geregeld via een centraal controlemechanisme. Dit controlemechanisme kan bijvoorbeeld een lokale computer, een lokale server, een remote computer, een remote server of een netwerk omvatten. in een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de CO: concentratie, de temperatuur en de druk in het gesloten systeem gemeten middels sensoren. Deze sensoren kunnen eender welke geschikte sensoren gekend uit de stand der techniek zijn. In een uitvoeringsvorm wordt CO: gemeten middels een chemische sensor. In een andere uitvoeringsvorm wordt CO: gemeten middels een infrarood (iR) sensor.
Drukmeters, ook wel manometers, zijn instrumenten om de druk van een gas of vloeistof in een systeem te meten. Het meten van druk is belangrijk om de kwaliteit van het proces te bewaken, maar ook om lekken of drukopbouw te kunnen zien. In een uitvoeringsvorm is de manometer een analoge manometer. In een andere uitvoeringsvorm is de manometer een digitale manometer. Digitale drukmeters maken gebruik van druksensoren om de druk om te zetten in een elektronisch signaal. Er bestaan verschillende soorten druksensoren, maar de meest gebruikte is een piëzoresistieve druksensor. Deze sensor bestaat uit een membraan dat voorzien is van piëzoresistieve elementen. De mediumdruk zorgt ervoor dat het membraan afbuigt, deze afbuiging veroorzaakt een verandering in de doorsnede van de piëzoresistieve elementen die direct gekoppeld is aan de elektrische weerstand. in een voorkeursuitvoeringsvorm worden de signalen van de sensoren gebruikt om de condities in het gesloten systeem te monitoren en bij te sturen door het centrale controlemechanisme. Wanneer bijvoorbeeld de concentratie aan CO: daalt in het gesloten systeem kan het centrale controlemechanisme de CO: toevoer verhogen totdat deze weer het gewenste percentage bedraagt. Hetzelfde geldt voor de regulatie van de temperatuur en de druk in het gesloten systeem. In een uitvoeringsvorm wordt de aanvoer en afvoer van CO:, druk en warmte geregeld via aan- en afvoerleidingen gecontroleerd door kleppen. In een uitvoeringsvorm worden de kleppen van deze leidingen gecontroleerd door het centrale controlemechanisme. In een uitvoeringsvorm wordt CO: in het gesloten systeem binnengebracht via een CO: inblaassysteem. Dit inblaassysteem kan elk systeem gekend uit de stand der techniek zijn en kan op eender welke positie in het gesloten systeem geplaatst worden. In een uitvoeringsvorm bestaat het inblaassysteem uit meerdere inblaasunits die op verschillende posities langsheen de wanden van het gesloten systeem gepositioneerd zijn. In een uitvoeringsvorm wordt warm water aangevoerd via een leiding gecontroleerd door een klep. In een uitvoeringsvorm komt het warme water vervolgens terecht in één of meerdere verwarmelementen gepositioneerd in het gesloten systeem. In een uitvoeringsvorm bevinden de één of meerdere verwarmelementen zich op een zijwand van het gesloten systeem. Deze verwarmelementen kunnen eender welke verwarmelementen gekend uit de stand der techniek zijn. In een uitvoeringsvorm bestaat het verwarmelement uit één of meerdere warmtewisselaars met buizen waardoor verwarmd water stroomt en uit één of meerdere ventilators die de omgevingslucht in het gesloten systeem langsheen de warme buizen blaast en voor warmte uitwisseling zorgt. Deze één of meer warmtewisselaar en één of meer ventilators kunnen eender waar in het gesloten systeem gepositioneerd zijn, zoals bijvoorbeeld ter hoogte van de zijwanden van het gesloten systeem.
Bij het inbrengen van het gasvormige CO: in het gesloten systeem of door het uitzetten van de lucht in het gesloten systeem door verwarming kan er overdruk in het gesloten systeem ontstaan. Dit is echter ongewenst aangezien dit schade aan de goederen kan toebrengen. In een uitvoeringsvorm wordt de overdruk in het gesloten systeem afgevoerd. Dit kan via eender welk afvoersysteem gekend uit de stand der techniek. In een voorkeursuitvoeringvorm bestaat het afvoersysteem uit een mechanische en een pneumatische component, met name een mechanische overdrukklep gepositioneerd aan de bovenkant van het gesloten systeem en een pneumatische klep. Bij overdruk in het gesloten systeem zal eerst de overdrukkiep openen. Deze klep zal automatisch terug sluiten door middel van de zwaartekracht wanneer het gesloten systeem opnieuw drukloos is. Wanneer de overdruk in het gesloten systeem onvoldoende weggewerkt kan worden door de overdrukklep, zal de overdruk geregistreerd worden door de aanwezige manometer en zal de pneumatische klep geopend worden teneinde de overdruk weg te werken.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het gesloten systeem ontgast na de behandelperiode. Na ontgassing van het gesloten systeem kunnen de goederen op een veilige manier hieruit gehaald worden. In een voorkeursuitvoeringsvorm worden de goederen nadien geschoond ten einde het dode ongedierte te verwijderen uit de goederen. De werkwijze volgens onderhavige uitvinding doodt het ongedierte af, maar verwijdert deze niet. Daarom volgt na de behandeling een zogenaamde schoningsstap. in een uitvoeringsvorm wordt hiervoor een gespecialiseerde machinelijn gebruikt die de restanten van het aigedode ongedierte kan verwijderen. In een verdere uitvoeringsvorm kan de zuiverheid van de goederen verhoogd worden. Mocht een partij goederen bijvoorbeeld ook vervuild zijn met takjes, steentjes, glas of grond dan kunnen ook deze eruit geschoond worden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat het ongedierte uit geleedpotigen, ook gekend als Arthropoda. Geleedpotigen zijn koudbloedige, ongewervelde dieren met een uitwendig skelet en meerdelige poten. Tot de geleedpotigen behoren verschillende groepen zoals insecten, spinachtigen, duizendpotigen en kreeftachtigen. In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat het ongedierte uit insecten {klasse Insecta) en/of spinachtigen (klasse Arachnida), zoals mijten. Dit ongedierte kan vraatschade toebrengen aan de goederen en onrechtstreeks (door hun uitwerpselen) kan er vervuiling van het product, broei en de groei van schimmels ontstaan. Dit kan ondermeer leiden tot schade aan de goederen en waardeverlies ervan. Bovendien kan dit ongedierte ziektes overbrengen en verspreiden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de werkwijze specifiek geschikt voor het bestrijden van voorraadaantasters. Voorraadaantasters leven van opgeslagen (voedsel)}voorraden.
Dit kunnen volwassen dieren zijn, maar het kan ook voorkomen dat het de larven zijn die de voorraden aantasten. Voorraadaantasters kunnen onder andere kakkerlakken, kevers, mijten, motten en vliegen zijn. Voorraadaantastende kevers zijn bijvoorbeeld de broodkever, de diefkever, de gehoornde meelkever, de getande graan- en notenkever, de khaprakever, klanders, de meeltor, de rijstmeelkever, de stambonenkever, de tabakskever, de tropische schimmelkever. Voorraadaantastende mijten zijn bijvoorbeeld de meelmijt, de kaasmijt, de schimmelmijt, de confiturenmijt, de hooimijt. Voorraadaantastende motten zijn bijvoorbeeld de cacaomot, de vruchtmot of de meelmot. Voorraadaantastende vliegen zijn bijvoorbeeld de fruitvlieg, de grauwe vleesvlieg, de blauwe vleesvlieg, de groene aasvlieg. Kenmerkend voor dit ongedierte in het algemeen is de gebondenheid aan producten. Ondanks dat hun namen verwijzen naar specifieke producten zoals cacao, rijst en mals, vinden ze veelal meerdere producten aantrekkelijk. De meelmot bijvoorbeeld treffen we niet alleen aan in meel, maar ook andere producten zoals boekweit, havermout en allerlei andere granen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de werkwijze volgens onderhavige uitvinding in staat om alle levensstadia van de geleedpotigen af te doden.
In een volgend aspect betreft de uitvinding een inrichting voor het bestrijden van ongedierte in goederen, de inrichting omvattende een gasdichte behandelkamer voor het plaatsen van goederen, een CO: inblaassysteem, sensoren voor het meten van de
CO2 concentratie, de temperatuur en de druk in de behandelkamer, aan- en afvoerleidingen gecontroleerd door kleppen voor het regelen van de CO: concentratie, detemperatuur en de druk in de behandelkamer en één of meerdere verwarmelementen gepositioneerd op een zijwand van de behandelkamer.
De gasdichte behandelkamer kan eender welke afmetingen hebben. De afmetingen van de behandelkamer zijn ondermeer afhankelijk van het type goederen, de omvang en het volume van de goederen en de gewenste duur van de behandelperiode. In een uitvoeringsvorm is de oppervlakte van de behandelkamer voldoende groot om een zeecontainer (12m x 2,3m x 2,4 m) met goederen hierin te plaatsen en te behandelen.
Om een CO: concentratie van minstens 60% te garanderen is het essentieel dat de behandelkamer gasdicht is. De CO: concentratie, de temperatuur en de druk in de behandelkamer worden gemeten middels sensoren. Deze sensoren kunnen eender welke geschikte sensoren gekend uit de stand der techniek zijn. In een uitvoeringsvorm is de CO: een chemische sensor. In een andere uitvoeringsvorm is de CO: sensor een infrarood (IR) sensor. In een uitvoeringsvorm is de manometer een analoge manometer.
In een andere uitvoeringsvorm is de manometer een digitale manometer. In een uitvoeringsvorm wordt de temperatuut gemeten met één of meerdere temperatuursensoren. Deze temperatuursensoren kunnen bijvoorbeeld los bekabelde sensoren zijn die in de goederen geplaatst worden of een thermometer die de omgevingslucht meet.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting verder voorzien van een centraal controlemechanisme om de condities in de behandelkamer te monitoren en bij te sturen. in een uitvoeringsvorm wordt de aanvoer en afvoer van CO:, druk en warmte geregeld via aan- en afvoerleidingen gecontroleerd door kleppen. In een uitvoeringsvorm worden de kleppen van deze leidingen gecontroleerd door het centrale controlemechanisme.
CO: wordt in de behandelkamer binnengebracht via een CO: inblaassysteem. Dit inblaassysteem kan eender welk systeem gekend uit de stand der techniek zijn. In een uitvoeringsvorm bestaat het inblaassysteem uit meerdere inblaasunits die op verschillende posities langsheen de wanden van de behandelkamer gepositioneerd zijn. in een uitvoeringsvorm worden CO: en O»: afgevoerd via een leiding gecontroleerd door een klep. In een uitvoeringsvorm wordt warm water aangevoerd via een leiding gecontroleerd door een klep en komt dit warme water vervolgens terecht in één of meerdere verwarmelementen gepositioneerd op een zijwand van de behandelkamer.
Deze verwarmelementen kunnen eender welke verwarmelementen gekend uit de stand der techniek zijn. In een uitvoeringsvorm wordt de overdruk in de behandelkamer afgevoerd. Dit kan via eender welk afvoersysteem gekend uit de stand der techniek. In een uitvoeringsvorm wordt de druk in de behandelkamer mechanisch gereguleerd middels een overdrukklep. In een uitvoeringsvorm wordt de druk in de behandelkamer pneumatisch gereguleerd middels een pneumatische klep. In een uitvoeringsvorm wordt de druk in de behandelkamer gereguleerd middels een mechanische en een pneumatische component, zoals een overdrukklep en een pneumatische klep. in een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting verder een tank voor de opslag van vloeibaar CO2 en een warmtewisselaar voor het omzetten van het vloeibaar CO: naar gasvormig CO:. in een voorkeursuitvoeringsvorm bevindt de tank zich buiten de behandelkamer. In een voorkeursuitvoeringsvorm bevindt de warmtewisselaar zich buiten de behandelkamer.
Het vloeibare CO: wordt met speciale tankauto’s diepgekoeld geleverd en in een daartoe bestendigde tank overgepompt en opgeslagen. Het vloeibare gas wordt vervolgens door een warmtewisselaar weer in gasvorm gebracht en middels een gasdistributiesysteem naar de behandelkamer gebracht.
De warmtewisselaar kan eender welke geschikte warmtewisselaar gekend uit de stand der techniek zijn. In een uitvoeringsvorm is de warmtewisselaar een verdamper, zoals een atmosferische verdamper of elektrische verdamper. In een uitvoeringsvorm worden er meerdere verdampers in groep geschakeld. In een uitvoeringsvorm wordt een atmosferische verdamper en een elektrische verdamper gecombineerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de wand van de behandelkamer voor minstens 60 minuten brandwerend. in een voorkeursuitvoeringsvorm is de behandelkamer voorzien van één of meerdere toegangsopties, zoals een deur of een (rol)poort. In een uitvoeringsvorm kan de behandelkamer worden afgesloten middels een vergrendeling op de één of meerdere toegangsopties van de behandelkamer. In een uitvoeringsvorm wordt deze vergrendeling handmatig bediend. In een andere uitvoeringsvorm wordt deze vergrendeling elektrisch bediend. In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat de vergrendeling uit klemmen. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de behandelkamer voorzien van één of meerdere deuren die vergrendeld kunnen worden middels klemmen.
Deze klemmen zorgen ervoor dat de behandelkamer stevig wordt afgesloten en vergrendeld. Teneinde de behandelkamer gasdicht te maken, wordt in een voorkeursuitvoeringsvorm de gehele omtrek van de deur voorzien van een opblaasbare rubberen voorziening. Deze rubberen voorziening wordt opgeblazen bij vergrendeling van de behandelkamer en zorgt voor het gasdicht maken van de behandelkamer. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de behandelkamer aan de buitenzijde voorzien van een lichtindicator. In een voorkeursuitvoeringsvorm geeft de lichtindicator een signaal wanneer de behandeling bezig is.
In een laatste aspect betreft de uitvinding een werkwijze zoals hierboven beschreven die uitgevoerd wordt middels voorgenoemde inrichting. in wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
FIGUURBESCHRIJVING
FIGUUR 1: toont een inrichting 10 volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding. De inwendige afmetingen van de gasdichte behandelkamer 1 bedragen: 16,200 meter lengte; 4,610 meter breedte en 4,700 meter hoogte.
De CO: concentratie, de temperatuur en de druk in de behandelkamer worden gemeten middels sensoren, namelijk een infrarood (IR) CO: sensor 2, temperatuursensoren 3 a,b en een manometer 4. Deze temperatuursensoren bestaan uit los bekabelde sensoren 3a die in de goederen (niet getoond) geplaatst kunnen worden en uit een thermometer 3b die de omgevingslucht in de behandelkamer meet. Ook de vochtigheidsgraad in de behandelkamer wordt gemeten middels een sensor 5. De inrichting is verder voorzien van een centraal controlemechanisme (niet getoond) om de condities in de behandelkamer te monitoren en bij te sturen. De aanvoer van CO: wordt geregeld via aanvoerleidingen 6 gecontroleerd door kleppen 7. De kleppen 7 van deze leidingen worden gecontroleerd door het centrale controlemechanisme. CO: wordt in de behandelkamer binnengebracht via een CO: inblaassysteem (niet getoond). Warm water wordt aangevoerd via een leiding 12 gecontroleerd door een klep 7 en komt vervolgens terecht in een warmtewisselaar 13 gepositioneerd op een zijwand 10a van de behandelkamer 1. Een afvoerleiding 11 voert het water uit de warmtewisselaar 13 af.
Vier ventilatoren 8a, 8b, 8c, 8d die op verschillende posities langsheen de wanden 10a, 10b van de behandelkamer 1 gepositioneerd zijn brengen de verwarmde lucht in beweging, waardoor een snelle en juiste warmte uitwisseling met de te behandelen goederen optreedt. Hierdoor zullen deze te behandelen goederen snel de juiste temperatuur krijgen en zal het aanwezige ongedierte geactiveerd worden, waardoor het ongedierte snel en doeltreffend geëlimineerd kan worden. De overdruk in de behandelkamer 1 kan pneumatisch middels een pneumatische klep 14 en mechanisch middels een overdrukklep 15 worden afgevoerd. De behandelkamer is afgesloten middels een vergrendeling op basis van klemmen 16. Wanneer de behandeling in voortgang is, wordt dit weergegeven door middel van lichtindicator 17 aan de buitenzijde van de behandelkamer 1.

Claims (10)

CONCLUSIES
1. Werkwijze voor het bestrijden van ongedierte zoals insecten en mijten in goederen zoals voedselproducten, waarbij de goederen in een inrichting (10) omvattende een gasdichte behandelkamer (1) volgens één der conclusies 9-10 geplaatst worden, met het kenmerk, dat de gasdichte behandelkamer (1) en de hierin geplaatste goederen gedurende een bepaalde behandelperiode blootgesteld worden aan een CO: concentratie van minstens 60% en een temperatuur van minstens 20°C, waarbij de duur van de behandelperiode gelegen is tussen 24 uren en 336 uren.
2. De werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de temperatuur in de gasdichte behandelkamer (1) tijdens de behandeling gelegen is tussen 20°C en 42°C.
3. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-2, waarbij de druk in de gasdichte behandelkamer (1) lager is dan 2 bar.
4, De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-3, waarbij CO: in vloeibare vorm wordt verdampt middels een warmtewisselaar (13) en waarbij het aldus bekomen gasvormige CO: middels leidingen (6) naar de gasdichte behandelkamer (1) wordt aangevoerd.
5. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-4, waarbij de temperatuur in de gasdichte behandelkamer (1) wordt verhoogd tot minstens 20°C alvorens de CO: concentratie wordt verhoogd tot minstens 60%.
6. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-5, waarbij de CO: concentratie, de temperatuur en de druk in de gasdichte behandelkamer (1) worden gemeten middels sensoren (2,3,4).
7. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-6, waarbij de gasdichte behandelkamer (1) ontgast wordt na de behandelperiode.
8. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-7, waarbij het ongedierte geleedpotigen zijn.
9. Inrichting voor het bestrijden van ongedierte in goederen, de inrichting (10) omvattende een gasdichte behandelkamer (1) voor het plaatsen van goederen, een CO: inblaassysteem, sensoren voor het meten van de CO: concentratie (2), de temperatuur (3a,3b) en de druk in de behandelkamer (4), aan- (6) en afvoerleidingen (11) gecontroleerd door kleppen (7) voor het regelen van de CO: concentratie, de temperatuur en de druk in de behandelkamer (1) en één of meerdere verwarmelementen gepositioneerd op één of meerdere zijwanden (10a,10b) van de behandelkamer (1}.
10. Inrichting (10) volgens conclusie 9, verder omvattende een tank voor de opslag van vloeibaar CO: en een warmtewisselaar (13) voor het omzetten van het vloeibaar CO: naar gasvormig COs.
NL2029524A 2021-10-27 2021-10-27 Werkwijze en inrichting voor het bestrijden van ongedierte middels co2 NL2029524B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2029524A NL2029524B1 (nl) 2021-10-27 2021-10-27 Werkwijze en inrichting voor het bestrijden van ongedierte middels co2
PCT/IB2022/060283 WO2023073575A1 (en) 2021-10-27 2022-10-26 Method and device for pest control by means of co2
AU2022374611A AU2022374611A1 (en) 2021-10-27 2022-10-26 Method and device for pest control by means of co2

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2029524A NL2029524B1 (nl) 2021-10-27 2021-10-27 Werkwijze en inrichting voor het bestrijden van ongedierte middels co2

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2029524B1 true NL2029524B1 (nl) 2023-05-25

Family

ID=86425574

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2029524A NL2029524B1 (nl) 2021-10-27 2021-10-27 Werkwijze en inrichting voor het bestrijden van ongedierte middels co2

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2029524B1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Beckett et al. Disinfestation of stored products and associated structures using heat.
Navarro The use of modified and controlled atmospheres for the disinfestation of stored products
Navarro et al. The mechanics and physics of modern grain aeration management
Hagstrum et al. Modern stored-product insect pest management
Granella et al. Effect of drying and ozonation process on naturally contaminated wheat seeds
SE507856C2 (sv) Värmesanering av fröer
Ridley et al. Phosphine fumigation of silo bags
Athanassiou et al. Efficacy of low temperatures for the control of all life stages of Plodia interpunctella and Liposcelis bostrychophila
Hammond Heat treatment for insect control: developments and applications
Hashem et al. Comparative effectiveness of different modified atmospheres enriched with carbon dioxide and nitrogen on larval instars of almond moth Ephestia cautella (Walker)(Lepidoptera: Pyralidae)
Niakousari et al. Fumigation characteristics of ozone in postharvest treatment of kabkab dates (Phoenix dactylifera L.) against selected insect infestation
Bell Pest control of stored food products: insects and mites
NL2029524B1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bestrijden van ongedierte middels co2
BE1029885B1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bestrijden van ongedierte middels co2
Aulicky et al. Efficacy and limitations of phosphine" spot-fumigation" against five coleoptera species of stored product pests in wheat in a grain store-short note.
EP3127432A1 (en) Method for disinfesting foodstuffs stored in sacks and/or loose
JPH04507342A (ja) ホスフィン燻蒸方法及び装置
Rojas Influence of different factors on desiccation survival and thermal resistance of Salmonella and radiofrequency pasteurization of low-moisture foods
US5403597A (en) Low concentration phosphine fumigation method
Williams et al. Grain size and grain depth restrict oxygen movement in leaky hermetic containers and contribute to protective effect
Ingabire et al. Management of pulse beetle, Callosobruchusmaculatus (F) population by nitrogen based modified atmosphere
AU2022374611A1 (en) Method and device for pest control by means of co2
Navarro et al. Advances in insect pest management in postharvest storage of cereals: Use of controlled atmosphere and temperature control
Steponavičienė et al. Modelling the ozone penetration in a grain layer
Soderstrom et al. Controlled atmospheres for the preservation of tree nuts and dried fruits