NL2027931B1 - Rail support for an operating mechanism in a greenhouse or department store - Google Patents
Rail support for an operating mechanism in a greenhouse or department store Download PDFInfo
- Publication number
- NL2027931B1 NL2027931B1 NL2027931A NL2027931A NL2027931B1 NL 2027931 B1 NL2027931 B1 NL 2027931B1 NL 2027931 A NL2027931 A NL 2027931A NL 2027931 A NL2027931 A NL 2027931A NL 2027931 B1 NL2027931 B1 NL 2027931B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- rail support
- wall portion
- clamping
- along
- edge
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/24—Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
- A01G9/241—Arrangement of opening or closing systems for windows and ventilation panels
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16C—SHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
- F16C29/00—Bearings for parts moving only linearly
- F16C29/005—Guide rails or tracks for a linear bearing, i.e. adapted for movement of a carriage or bearing body there along
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16C—SHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
- F16C2350/00—Machines or articles related to building
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Connection Of Plates (AREA)
Abstract
Een railsteun (40) voor een bedieningsmechaniek met een langwerpig aandrijforgaan (38) dat in langsrichting (X) transleerbaar is ten opzichte van een kas- of warenhuisconstructie. De railsteun omvat een behuizing (42) met zijwanden (44, 45) die in beide dwarsrichtingen (Y) 5 een doorgang (48) omsluiten, waardoorheen het aandrijforgaan (38) transleerbaar is, en met een koppelorgaan (51) voor het vastzetten van de railsteun aan de constructie. De zijwanden (44, 45) hebben hoofdwanddeIen (52, 53) die zich hoofdzakelijk in de eerste en derde richtingen (X, Z) uitstrekken en die bevestigingsmiddelen (54, 56) hebben voorgeleidingsorganen (55, 57), zodanig dat de gemonteerde geleidingsorganen in beide hoogterichtingen (Z) de doorgang (48) 10 omsluiten en het aandrijforgaan (38) afsteunen en geleiden. De eerste zijwand (44) heeft een rand (66) die bij de doorgang (48) buitenwaarts ten opzichte van het eerste hoofdwanddeel (52) en weg naarde tweede richting (Y) toe gekromd uitloopt. [FIG. 3] 15A rail support (40) for an operating mechanism with an elongated drive member (38) which is translatable in longitudinal direction (X) relative to a greenhouse or warehouse construction. The rail support comprises a housing (42) with side walls (44, 45) enclosing in both transverse directions (Y) a passage (48) through which the driver (38) is translatable, and with a coupling member (51) for securing the rail support to the structure. The side walls (44, 45) have main wall portions (52, 53) extending mainly in the first and third directions (X, Z) and the fasteners (54, 56) have front guide members (55, 57) such that the mounted guide members enclose the passage (48) in both height directions (Z) and support and guide the drive member (38). The first side wall (44) has an edge (66) which at the passageway (48) curves outwardly from the first main wall portion (52) and away to the second direction (Y). [FIG. 3] 15
Description
-1- Railsteun voor een Bedieningsmechaniek in een Kas of Warenhuis Technisch Vakgebied-1- Rail support for an Operating Mechanism in a Greenhouse or Warehouse Technical Field
[9001] De uitvinding heeft betrekking op een railsteun voor een bedieningsmechaniek in een kas of warenhuis, en op een kas of warenhuis voorzien van een dergelijke railsteun. Verder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke railsteun. Stand van de TechniekThe invention relates to a rail support for an operating mechanism in a greenhouse or greenhouse, and to a greenhouse or greenhouse provided with such a rail support. The invention furthermore relates to a method for manufacturing such a rail support. State of the art
[0002] Bekende kassen zijn doorgaans voorzien van een kapconstructie met doorzichtige panelen, bijvoorbeeld glazen ramen, waarvan een of meerdere geopend en gesloten kunnen worden. Hiertoe is een dergelijke kas vaak voorzien van een aandrijfmechaniek met een bedieningsstang of -rail die aangedreven kan worden om de luchtramen te openen en sluiten. Aan elk luchtraam zijn opdrukbuizen bevestigd die neerwaarts naar elkaar toe lopen richting een gemeenschappelijk scharnierpunt aan de bedieningsstang. Door het langs de hartlijn heen en weer bewegen van de stang wordt het luchtraam via de opdrukbuizen geopend of gesloten. Een dergelijke bedieningstang wordt doorgaans ondersteund door een reeks achter elkaar geplaatste railsteunen, die zijn ingericht om de beweging van de bedieningsstang langs de gewenste hartlijn- richting te geleiden, en tegelijkertijd eventuele dwarsuitwijkingen van deze stang te minimaliseren. Aangezien de opdrukbuizen schuin omhoog lopen naar het luchtraam, wordt de stang tijdens de verplaatsingsbewegingen vrij zwaar belast. De belasting op de stang heeft niet alleen een component langs de hartlijn van de stang, maar ook componenten die dwars op de hartlijn zijn gericht, en in het bijzonder langs de verticale richting. Deze verticale component heeft een groot effect op de railhuizen, daar deze dwarsbelasting op de stang via de railhuizen worden overgedragen naar de kasconstructie. Dergelijke dwarsbelastingen kunnen fluctueren en hoog oplopen, soms tot enkele honderden kilo's (kg). De railsteunen moeten daarom een hoge mechanische weerstand tegen deze dwarsbelastingen bezitten. Daarnaast moeten de behuizing van de railsteun een grote stijfheid hebben om te verzekeren dat de daarin opgenomen rolorganen binnen nauwe marges ten opzichte van elkaar uitgelijnd blijven, zodat de geleiding van de translerende strang vloeiend verloopt, zonder dat de stang tussen de rolorganen wordt ingeklemd of juist bovenmatige spelingsruimte krijgt.Known greenhouses are generally provided with a roof construction with transparent panels, for instance glass windows, one or more of which can be opened and closed. To this end, such a greenhouse is often provided with a drive mechanism with an operating rod or rail that can be driven to open and close the ventilation windows. Push-up tubes are attached to each vent and converge downwards towards a common pivot point on the control bar. By moving the rod back and forth along the center line, the vent is opened or closed via the pusher tubes. Such an operating rod is generally supported by a series of rail supports placed one behind the other, which are adapted to guide the movement of the operating rod along the desired centerline direction, while at the same time minimizing any transverse deflections of this rod. Since the push-up tubes run obliquely upwards to the vent, the rod is subjected to quite heavy loads during the displacement movements. The load on the bar not only has a component along the axis of the bar, but also components directed transverse to the axis, and in particular along the vertical direction. This vertical component has a major effect on the rail houses, as this transverse load on the bar is transferred via the rail houses to the greenhouse structure. Such transverse loads can fluctuate and run high, sometimes up to several hundred kilograms (kg). The rail supports must therefore have a high mechanical resistance to these transverse loads. In addition, the housing of the rail support must have a high degree of rigidity to ensure that the roller members accommodated therein remain aligned with respect to each other within narrow margins, so that the guiding of the translating strand runs smoothly, without the rod being wedged between the roller members or, conversely, excessive leeway.
[9003] Uit Nederlands octrooidocument NL1040197 is een railsteun voor een kapconstructie bekend die op efficiënte wijze uit plaatmateriaal kan worden gevormd.[9003] From Dutch patent document NL1040197 a rail support for a roof construction is known which can be efficiently formed from sheet material.
[0004] Het is wenselijk om een railsteun te verschaffen die voorziet in een optimale geleiding van de aandrijfstang.It is desirable to provide a rail support that provides optimum guidance of the drive rod.
Korte Beschrijving van de UitvindingBrief Description of the Invention
[0005] Volgens een eerste aspect van de uitvinding is daartoe voorzien in een railsteun voor een bedieningsmechaniek in een kas of warenhuis zoals gedefinieerd in conclusie 1. Het bedieningsmechaniek heeft een langwerpig aandrijforgaan dat langs een nominale as in een 40 eerste richting transleerbaar is ten opzichte van een constructie van de kas of het warenhuis. De[0005] According to a first aspect of the invention, a rail support for an operating mechanism in a greenhouse or warehouse as defined in claim 1 is provided for this purpose. The operating mechanism has an elongate drive member which can be translatable along a nominal axis in a first direction with respect to of a construction of the greenhouse or department store. The
-2- railsteun omvat een behuizing die is voorzien van eerste en tweede zijwanden. Deze zijwanden omsluiten aan twee kanten langs een tweede richting een doorgang waardoorheen het aandrijforgaan langs de nominale as transleerbaar is. De railsteun is voorzien van een koppelorgaan voor het vastzetten van de railsteun aan de constructie. De zijwanden omvatten respectieve eerste en tweede hoofdwanddelen die zich hoofdzakelijk in de eerste en derde richtingen uitstrekken. De zijwanden zijn voorzien van bevestigingsmiddelen voor het monteren van twee geleidingsorganen, zodanig dat de geleidingsorganen in gemonteerde toestand aan twee verdere kanten langs de derde richting de doorgang omsluiten om het aandrijforgaan af te steunen en te geleiden. De eerste zijwand heeft een eerste rand die ten minste ter plaatse van de doorgang buitenwaarts ten opzichte van het eerste hoofdwanddeel en weg van de nominale as naar de tweede richting toe gekromd uitloopt.-2- rail support includes a housing having first and second side walls. These side walls enclose on two sides along a second direction a passage through which the drive member can be translated along the nominal axis. The rail support is provided with a coupling member for securing the rail support to the construction. The side walls include respective first and second main wall portions extending substantially in the first and third directions. The side walls are provided with fastening means for mounting two guide members, such that the guide members in mounted condition enclose the passage on two further sides along the third direction in order to support and guide the drive member. The first side wall has a first edge which, at least at the location of the passageway, flares outwardly of the first main wall part and away from the nominal axis in the second direction.
[0006] Aandrijforganen die worden toegepast in bedieningsmechanieken van kassen en warenhuizen hebben vaak een aanzienlijke lengte, die minstens een factor 100 groter is dan de dwarsafmetingen van het aandrijforgaan. Een dergelijk aandrijforgaan kan bijvoorbeeld zijn samengesteld uit aaneengeschakelde massieve stangen, holle buizen, of langwerpig profielen, die mechanisch met elkaar zijn verbonden door bijvoorbeeld insteekhulzen of axiale schroef- of knelfittingen. In de huidige context kan een dergelijk langwerpig aandrijforgaan ook worden aangeduid met de term "rail". De buitenwaarts gekromde rand van de railsteun ter plaatse van de doorgang vormt een zoekril, die de kans verkleint dat eventuele uitsteeksels aan het buitenoppervlak van het aandrijforgaan {zoals een opstaande rand van een dergelijke schroef- of knelfitting) tijdens transversale verplaatsing van het aandrijforgaan vastlopen tegen de zijwand van de railsteun.Drive members used in operating mechanisms of greenhouses and greenhouses often have a considerable length, which is at least a factor of 100 greater than the transverse dimensions of the drive member. Such a driving element can for instance be composed of concatenated solid rods, hollow tubes or elongate profiles, which are mechanically connected to each other by means of insert sleeves or axial screw or compression fittings. In the present context, such an elongate driver can also be referred to by the term "rail". The outwardly curved edge of the rail support at the location of the passage forms a locating groove, which reduces the chance that any protrusions on the outer surface of the driver (such as a raised edge of such a screw or compression fitting) will jam against the driver during transverse movement of the driver. the side wall of the rail support.
[0007] De hierin beschreven railsteun kan bijvoorbeeld onderdeel vormen van een raambedieningsmechaniek van een luchtingssysteem met luchtramen in een kas of warenhuis, in het bijzonder (maar niet beperkt tot) een kas of warenhuis van het Venlo-type, van het breedkap- type, of van het boogkap-type. Het raambedieningsmechaniek zelf kan op verschillende manieren zijn vormgegeven, bijvoorbeeld als een spantrailmechaniek zoals beschreven in octrooidocument NL8400364 of als een schommelmechaniek zoals beschreven in octrooidocument NL7808213.The rail support described herein can, for example, form part of a window operating mechanism of a ventilation system with skylights in a greenhouse or greenhouse, in particular (but not limited to) a greenhouse or greenhouse of the Venlo type, of the wide-span type, or of the bow cap type. The window operating mechanism itself can be designed in various ways, for instance as a truss rail mechanism as described in patent document NL8400364 or as a rocking mechanism as described in patent document NL7808213.
[0008] De behuizing van de railsteun kan uitgevoerd zijn als een beugel, dat wil zeggen een in hoofdzaak U-vormige structuur. Deze beugel kan bijvoorbeeld zijn gevormd uit een plaatmateriaal met een hoge buigstijfneid en vloeigrens, en gemaakt van bijvoorbeeld metaal, een metaallegering, of een vezel-versterkt kunststof. In een voorbeeld kan de behuizing zijn gevormd uit verzinkt plaatstaal van één tot enkele millimeters dikte.The housing of the rail support can be designed as a bracket, i.e. a substantially U-shaped structure. This bracket can, for instance, be formed from a sheet material with a high bending stiffness and yield strength, and made from, for instance, metal, a metal alloy, or a fibre-reinforced plastic. In an example, the housing may be formed from galvanized sheet steel of one to several millimeters in thickness.
[0009] De tweede zijwand van de railsteun kan een tweede rand hebben die ten minste ter plaatse van de doorgang buitenwaarts ten opzichte van het tweede hoofdwanddeel en weg van de nominale as naar de negatieve tweede richting toe uitloopt, op gelijkvormige manier als de eerste rand maar langs de tweede richting en ten opzichte van de doorgang gespiegeld. Hierbij kan de behuizing met divergerende randen in hoofdzaak spiegelsymmetrisch gevormd zijn ten opzichte van een sagittaal vlak dat de doorgang langs de eerste en derde richtingen doormidden 40 snijdt. De eerste zijwand kan tevens een derde rand hebben die in de eerste richting tegenover deThe second side wall of the rail support may have a second edge which at least at the location of the passage flares outwardly of the second main wall portion and away from the nominal axis in the negative second direction, similarly to the first edge but mirrored along the second direction and with respect to the passage. Here, the housing with diverging edges can be formed substantially mirror-symmetrically with respect to a sagittal plane which bisects the passageway along the first and third directions. The first sidewall may also have a third edge facing the first direction in the first direction
-3- eerste rand is gelegen, en die ten minste ter plaatse van de doorgang buitenwaarts ten opzichte van het eerste hoofdwanddeel en weg van de nominale as naar de tweede richting toe uitloopt. Evenzo kan de tweede zijwand een vierde rand hebben die in de eerste richting tegenover de tweede rand is gelegen, en die ten minste ter plaatse van de doorgang buitenwaarts ten opzichte van het tweede hoofdwanddeel en weg van de nominale as naar de negatieve tweede richting toe uitloopt, op gelijkvormige manier als de derde rand maar langs de tweede richting en ten opzichte van de doorgang gespiegeld. Zo kan de behuizing voorzien zijn van vier divergerende voor- en achterranden, en kan de behuizing bovendien spiegelsymmetrisch gevormd zijn ten opzichte van zowel de eerste richting als de tweede richting.-3- the first edge is located, and which at least at the position of the passage extends outwardly with respect to the first main wall part and away from the nominal axis in the second direction. Likewise, the second sidewall may have a fourth edge, which is opposite the second edge in the first direction, and flares outwardly of the second main wall portion and away from the nominal axis toward the negative second direction at least at the passageway. , similar to the third edge but mirrored along the second direction and with respect to the passage. For instance, the housing can be provided with four diverging front and rear edges, and the housing can moreover be mirror-symmetrical with respect to both the first direction and the second direction.
[0010] In een uitvoeringsvorm is de railsteun aan of nabij een gesloten uiteinde van de behuizing voorzien van een dwarsverbinding, die de eerste en tweede zijwanden onderling verbindt. In deze uitvoering loopt de eerste rand buitenwaarts gekromd uit langs een volledige afstand tussen de dwarsverbinding en het koppelorgaan.In one embodiment, the rail support is provided at or near a closed end of the housing with a cross connection, which mutually connects the first and second side walls. In this embodiment, the first edge curves outwardly along a full distance between the cross-link and the coupling member.
[0011] De over de volledige afstand tussen de dwarsverbinding en het koppelorgaan buitenwaarts gekromde rand verschaft de behuizing extra geometrische stijfheid, waardoor de kans op verbuiging van de behuizing in de tweede richting ten gevolge van hoge krachtbelasting door het aandrijforgaan langs de tweede en/of derde richtingen op de behuizing wordt verminderd. Deze verhoogde buigingsweerstand van de doorlopende gekromde rand is tevens wenselijk in uitvoeringen van de railsteun waarin de zijwanden verbuigbaar zijn om de dwarsafmeting van een klemgebied binnen het koppelorgaan in dwarsrichting te verstellen (bijvoorbeeld door axiale verstelling van de bevestigingsmiddelen gevormd als schroef-, bout-, of as-verbindingen), aangezien de zijwanden dan ook bestand zullen zijn tegen hogere dwarsbelasting ten gevolge van inklemming van het koppelorgaan.The outwardly curved edge over the entire distance between the cross-link and the coupler provides the housing with additional geometric rigidity, reducing the possibility of deflection of the housing in the second direction due to high force loading by the driver along the second and/or third directions on the housing is reduced. This increased bending resistance of the continuous curved edge is also desirable in embodiments of the rail support in which the side walls are bendable to transversely adjust the transverse dimension of a clamping area within the coupling member (e.g. by axial adjustment of the fasteners formed as screw, bolt, or shaft connections), since the side walls will then also be able to withstand higher transverse loads as a result of clamping of the coupling member.
[0012] Volgens een uitvoeringsvorm is de behuizing als één geheel gevormd uit een zelfdragend plaatmateriaal dat hoofdzakelijk door buigen of vouwen is gevormd tot een U-profiel met de genoemde zijwanden. De buitenwaarts gekromde eerste rand en eventueel de verdere buitenwaarts gekromde randen kunnen dan in dit U-profiel zijn aangebracht door glad gekromde divergerende verbuiging{en) langs de genoemde plaatrand(en).[0012] According to one embodiment, the housing is integrally formed from a self-supporting sheet material which has been formed mainly by bending or folding into a U-profile with said side walls. The outwardly curved first edge and optionally the further outwardly curved edges can then be arranged in this U-profile by smoothly curved divergent bending(s) along said plate edge(s).
[9013] Door de (bij voorkeur beugelvormige) behuizing geheel uit plaatmateriaal te vormen kan aan de vereiste sterkte- en stijfheidseigenschappen voor goede ondersteuning van het aandrijforgaan worden voldaan, en kunnen tegelijkertijd de fabricagekosten beperkt blijven. Door de behuizing te vormen uit relatief dun plaatmateriaal met een hoge buigingsweerstand, kan de benodigde hoeveelheid materiaal klein blijven. De één of meer divergerende randen kunnen bijvoorbeeld in het plaatmateriaal worden aangebracht door verdere verbuiging (of andersoortige plastische vervorming) van het U-profiel.[9013] By forming the (preferably bracket-shaped) housing entirely from sheet material, the required strength and stiffness properties for good support of the drive member can be met, and at the same time the manufacturing costs can remain limited. By forming the housing from relatively thin sheet material with a high bending resistance, the required amount of material can remain small. The one or more diverging edges can for instance be arranged in the plate material by further bending (or other plastic deformation) of the U-profile.
[0014] Door in een railsteun van plaatmateriaal één of meer van de randen langs de volledige afstand/hoogte buitenwaarts gekromd te laten uitlopen, kan voldoende buigstijfheid worden gecreëerd. Hierdoor kan de railsteun met een relatief korte lengte langs eerste richting worden uitgevoerd, bijvoorbeeld in de orde van enkele centimeters lang. Een dergelijke korte railsteun, 40 indien toegepast bovenin een kas of warenhuis met transparant kapconstructie, zal een kleinere[0014] Sufficient bending stiffness can be created by having one or more of the edges curve outwards along the full distance/height in a rail support made of plate material. As a result, the rail support can be designed with a relatively short length along the first direction, for instance in the order of a few centimeters long. Such a short rail support, if used at the top of a greenhouse or warehouse with a transparent roof construction, will be smaller
-4- schaduw werpen. Dit is zeer gewenst in kassen of warenhuizen waarin de hoeveelheid invallend buiten-/zonlicht gemaximaliseerd dient te worden.-4- cast shadow. This is highly desirable in greenhouses or warehouses where the amount of incident outside/sunlight needs to be maximized.
[0015] In het U-profiel kunnen één of meer van bovengenoemde buitenwaarts uitlopende randen zijn aangebracht. Verder kan de U-vorm van de behuizing/beugel extra vormeigenschappen hebben, zoals bijvoorbeeld in tweede richting inwaarts en/of uitwaarts lopende wanddelen, klemwanddelen, en/of klemranden.One or more of the above-mentioned outwardly flared edges can be arranged in the U-profile. Furthermore, the U-shape of the housing/bracket can have additional shape properties, such as for instance wall parts, clamping wall parts and/or clamping edges running inwardly and/or outwardly in the second direction.
[9016] In uitvoeringsvormen waarin de railsteun aan of nabij het gesloten uiteinde van de behuizing is voorzien van de dwarsverbinding, kan de behuizing een gekromde concave vorm hebben met krommings-as langs de eerste richting, en kunnen de doorgang en het klemgebied samen een aaneengesloten ruimte vormen (zonder door een partitiewand gescheiden te zijn). Bij voorkeur is het koppelorgaan voorzien aan of nabij een open uiteinde van de behuizing dat tegenover het gesloten uiteinde van de behuizing is gelegen.[9016] In embodiments in which the rail support is provided with the cross connection at or near the closed end of the housing, the housing may have a curved concave shape with axis of curvature along the first direction, and the passageway and clamping area may together form a contiguous form a space (without being separated by a partition wall). Preferably, the coupling member is provided at or near an open end of the housing which is located opposite the closed end of the housing.
[0017] De hoofdwanddelen van de twee zijwanden kunnen bijvoorbeeld nagenoeg evenwijdig aan elkaar zijn georiënteerd, en de dwarsverbinding kan bijvoorbeeld onder een in wezen rechte hoek ten opzichte van de hoofdwanddelen zijn georiënteerd.The main wall parts of the two side walls can be oriented, for example, substantially parallel to each other, and the cross-connection can, for example, be oriented at a substantially right angle to the main wall parts.
[0018] De behuizing kan in hoofdzaak spiegelsymmetrisch zijn gevormd ten opzicht van zowel de eerste richting als de tweede richting. Door deze symmetrie is het mogelijk om de railsteun over 180° rondom de derde richtings-as te draaien, zonder dat dit effect heeft op de uitlijning van de railsteun met het aandrijforgaan, wat de montage van de railsteun aan de constructie van de kas of het warenhuis vergemakkelijkt.The housing may be formed substantially mirror-symmetrically with respect to both the first direction and the second direction. This symmetry makes it possible to rotate the rail support through 180° about the third direction axis, without affecting the alignment of the rail support with the driving member, which would impede the mounting of the rail support to the greenhouse or greenhouse construction. department store easier.
[0019] In een uitvoeringsvorm omvat de eerste zijwand een uitwaarts wanddeel dat zich hoofdzakelijk in de tweede richting buitenwaarts ten opzichte van het hoofdwanddeel en van de doorgang uitstrekt, zodanig dat het uitwaartse wanddeel een strookvormige oppervlak vormt. Daarnaast kan de tweede zijwand voorzien zijn van een soortgelijk uitwaarts wanddeel, dat gespiegeld ten opzichte van de tweede richting is gevormd. Het ten minste ene uitwaartse wanddeel vormt een oplegvlak dat dient om de railsteun in de derde richting op een dwarsligger van de constructie af te steunen tegen langs de negatieve derde richting gerichte belastingen van het aandrijforgaan. De uitwaartse wanddelen kunnen voorzien zijn van wrijvingvergrotende oppervlaktestructuren, bijvoorbeeld geprofileerde/geribbelde oppervlakken, zodanig dat de grip van de railsteun op de dwarsligger wordt vergroot. De kans op significante verschuiving van de behuizing ten opzichte van de constructie, ten gevolge van belasting door het bedienings- mechaniek, wordt hierdoor verkleind of zelfs geëlimineerd.In one embodiment, the first side wall includes an outward wall portion extending substantially in the second direction outwardly of the main wall portion and of the passageway, such that the outward wall portion forms a strip-shaped surface. In addition, the second side wall can be provided with a similar outward wall part, which is formed in a mirror image with respect to the second direction. The at least one outward wall part forms a support surface which serves to support the rail support in the third direction on a sleeper of the structure against loads of the driving member directed along the negative third direction. The outward wall parts can be provided with surface structures that increase friction, for instance profiled/ribbed surfaces, such that the grip of the rail support on the sleeper is increased. This reduces or even eliminates the risk of significant displacement of the housing relative to the structure as a result of loading by the operating mechanism.
[0020] Volgens een verdere uitvoeringsvorm omvat de eerste zijwand een klemwanddeel dat bijna evenwijdig loopt aan het hoofdwanddeel, en dat langs de tweede richting een klemgebied insluit voor het inklemmen van een dwarsligger van de constructie. In deze uitvoering lopen het uitwaartse wanddeel en het klemwanddeel in elkaar door, en maken gezamenlijk deel uit van het koppelorgaan. Het uitwaartse wanddeel en het klemwanddeel vormen hier samen een L-vormige opnameruimte die is ingericht om vanuit de tweede en derde richtingen aan te grijpen op de dwarsligger, zodat de behuizing ten opzichte van de dwarsligger wordt gestabiliseerd tegen deAccording to a further embodiment, the first side wall comprises a clamping wall part which runs almost parallel to the main wall part and which along the second direction encloses a clamping area for clamping a cross girder of the construction. In this embodiment the outward wall part and the clamping wall part continue into each other and jointly form part of the coupling member. The outward wall part and the clamping wall part together here form an L-shaped receiving space which is adapted to engage on the cross beam from the second and third directions, so that the housing is stabilized against the cross beam relative to the cross beam.
5. door het aandrijforgaan uitgeoefende dwarsbelastingen. De tweede zijwand kan voorzien zijn van een soortgelijk klemwanddeel, dat gespiegeld ten opzichte van de tweede richting is gevormd.5. transverse loads exerted by the driver. The second side wall can be provided with a similar clamping wall part, which is formed mirrored with respect to the second direction.
[9021] In nog een verdere uitvoeringsvorm is het uitwaartse wanddeel onder een eindige hoek a> 0° in de derde richting naar het koppelorgaan toe georiënteerd. Bij voorkeur ligt de hoek a in een bereik van 45° of minder, bijvoorbeeld tussen 5° en 25°, of bijvoorbeeld tussen 10° en 20°, zoals bijvoorbeeld ongeveer 15°.In yet a further embodiment, the outward wall portion is oriented at a finite angle α > 0° in the third direction towards the coupling member. Preferably, the angle α is in a range of 45° or less, for example between 5° and 25°, or for example between 10° and 20°, such as for example about 15°.
[06022] Dwarsliggers in een kas of warenhuis zijn vaak gevormd door balken of buisprofielen met een hoge draagkracht en buigweerstand, en die een hoofdzakelijk rechthoekige dwarsdoorsnedevorm met afgeronde ribben/hoekranden hebben. De kromtestraal van deze afgeronde hoekranden kan echter tussen dwarsliggers verschillen. Door het uitwaartse wanddeel onder een eindige hoek a te plaatsen kan het koppelorgaan dwarsliggers met uiteenlopende kromtestralen voor de hoekranden inklemmen, zonder in te boeten op de robuustheid van de klemverbinding. De waarde van hoek a kan zodanig worden gekozen dat dwarsliggers met een gewenst bereik van waarden voor de kromtestraal in de L-vormige opnameruimte kunnen worden opgenomen. Zo kan bijvoorbeeld een eindige hoek a tussen 10° en 20° het mogelijk maken om dwarsliggers met uiteenlopende randkromtestralen tussen 0 millimeter en 5 millimeter adequaat in te klemmen.Sleepers in a greenhouse or greenhouse are often formed by beams or tube profiles with a high bearing capacity and bending resistance, and which have a substantially rectangular cross-sectional shape with rounded ribs/corners. However, the radius of curvature of these rounded corner edges can differ between sleepers. By placing the outward wall part at a finite angle α, the coupling member can clamp sleepers with varying radii of curvature in front of the corner edges, without compromising the robustness of the clamp connection. The value of angle a can be chosen such that sleepers with a desired range of values for the radius of curvature can be accommodated in the L-shaped receiving space. For example, a finite angle α between 10° and 20° can make it possible to adequately clamp sleepers with varying edge radii of curvature between 0 millimeters and 5 millimeters.
[9023] Volgens een verdere uitvoeringsvorm buigt de buitenwaarts kromming van de uitlopende eerste rand ter plaatse van de het uitwaartse wanddeel vloeiend om in een schuine rand van het uitwaartse wanddeel. Hierbij kan ook deze schuine rand buitenwaarts ten opzichte van het corresponderende uitwaartse wanddeel naar de derde richting toe gekromd uitlopen.[9023] According to a further embodiment, the outward curvature of the flared first edge smoothly bends into an oblique edge of the outward wall part at the location of the outward wall part. This oblique edge can herein also end in a curved shape towards the third direction relative to the corresponding outward wall part.
[0024] Deze gekromde schuine rand verhoogt de weerstand tegen verbuiging van het corresponderende uitwaartse wanddeel, zodat het koppelorgaan beter bestand is tegen dwarsbelasting langs de tweede richting. De buigingsweerstand wordt verder vergroot als de buitenwaartse kromming van de eerste rand zich langs de volledige afstand tussen dwarsverbinding en het koppelorgaan uitstrekt en vervolgens ononderbroken doorloopt in de buitenwaarts gekromde schuine rand. Echter, in een alternatieve uitvoering kunnen de schuine randen in hetzelfde vlak liggen als het corresponderende uitwaartse wanddeel.This curved beveled edge increases the resistance to bending of the corresponding outward wall portion, so that the coupling member is more resistant to transverse loading along the second direction. The bending resistance is further increased as the outward curvature of the first edge extends the full distance between the cross-link and the coupling member and then continues unbroken into the outwardly curved bevel. However, in an alternative embodiment, the sloping edges may be in the same plane as the corresponding outward wall portion.
[9025] Volgens verdere uitvoeringsvormen heeft de eerste zijwand een inwaarts wanddeel dat tussen het hoofdwanddeel en het uitwaartse wanddeel in ligt, en die hoofdwanddeel en uitwaarts wanddeel met elkaar verbindt. Dit inwaartse wanddeel kan hoofdzakelijk in de derde richting maar onder een kleine hoek B in de tweede richting naar de doorgang toe georiënteerd zijn. Bij voorkeur ligt de hoek B in een bereik van 1° tot 11°, bijvoorbeeld ongeveer 6°.According to further embodiments, the first side wall has an inward wall portion that lies between the main wall portion and the outward wall portion, connecting the main wall portion and outward wall portion. This inward wall part can be oriented mainly in the third direction but at a small angle B in the second direction towards the passage. Preferably, the angle B is in a range from 1° to 11°, for example about 6°.
[9026] Door toevoeging van zowel de inwaartse wanddelen als de uitwaartse wanddelen kan de behuizing goed op/om de dwarsligger worden afgesteund/geklemd, maar kan een dwarsafmeting AY1 van de doorgang bij benadering gelijk blijven aan een dwarsafmeting AY2 van het klemgebied langs de tweede richting, bijvoorbeeld binnen een bereik van 4: AY2 < AY1 < AY2.[9026] By adding both the inward wall parts and the outward wall parts, the housing can be properly supported/clamped on/around the crossbeam, but a transverse dimension AY1 of the passage can remain approximately equal to a transverse dimension AY2 of the clamping area along the second direction, for example within a range of 4: AY2 < AY1 < AY2.
[0027] In verdere uitvoeringsvormen kunnen de bevestigingsmiddelen voor de geleidingsorganen axiaal verstelbare schroef-, bout-, of as-verbindingen omvatten, die door 40 openingen in de zijwanden heen steken en die zich in de tweede richting door de doorgang heen[0027] In further embodiments, the mounting means for the guide members may comprise axially adjustable screw, bolt, or shaft connections, which pass through openings in the side walls and extend through the passageway in the second direction.
-6- uitstrekken, bij voorkeur parallel aan elkaar. Hier kunnen de zijwanden ten opzichte van elkaar en in de tweede richting buigbaar zijn ten gevolge van een axiale verstelling van de schroef-, bout, of as-verbindingen, zodanig dat de dwarsafmeting AY2 van het klemgebied in de tweede richting ook wijzigt.-6- extend, preferably parallel to each other. Here the side walls can be bendable relative to each other and in the second direction as a result of an axial adjustment of the screw, bolt or shaft connections, such that the transverse dimension AY2 of the clamping area also changes in the second direction.
[0028] Volgens verdere uitvoeringsvormen heeft het klemwanddeel van de zijwanden een gekromde concave vorm, met een holte die inwaarts naar het klemgebied toe gericht is en met een krommings-as die in hoofdzaak is uitgelijnd langs de derde richting.According to further embodiments, the clamping wall portion of the side walls has a curved concave shape, with a cavity facing inwardly towards the clamping area and with an axis of curvature generally aligned along the third direction.
[0029] Deze inwaarts concave vorm verschaft een geometrische stijfheid aan het klemwanddeel die de kans op verbuiging van het klemwanddeel langs de tweede richting verkleint, en geeft het klemwanddeel een uitwaarts gebold buitenoppervlak waartegen omliggende lijnvormige flexibele structuren beter aan kunnen sluiten. Gebruikelijk zijn in kassen of warenhuizen tevens klimaatschermen aanwezig, die bevestigd zijn aan en/of tijdelijk aansluiten op dezelfde dwarsliggers als waaraan de railsteunen zijn gemonteerd. Eventuele sluitrubbers aan profielen van dergelijke klimaatschermen kunnen beter aansluiten op de uitwaarts gebolde vorm van de klemwanddelen, zonder aanzienlijke licht- of luchtkieren te creëren.This inwardly concave shape provides a geometric rigidity to the clamping wall portion that reduces the chance of bending of the clamping wall portion along the second direction, and gives the clamping wall portion an outwardly convex outer surface against which surrounding linear flexible structures can better engage. Usually, climate screens are also present in greenhouses or warehouses, which are attached to and/or temporarily connect to the same crossbeams on which the rail supports are mounted. Any closing rubbers on profiles of such climate screens can better connect to the outwardly convex shape of the clamping wall parts, without creating significant light or air gaps.
[0030] Een railsteun met ten minste één dergelijke inwaarts concaaf gekromd klemwanddeel kan als een verbetering op zichzelf worden beschouwd. Een onafhankelijke claim met dit kenmerk, maar zonder de buitenwaarts gekromd lopende rand(en) in de zijwand{en), kan het onderwerp vormen van een afgesplitste aanvraag. Alle andere in deze aanvraag beschreven elementen kunnen daarbij afzonderlijk of in combinatie met elkaar worden samengesteld tot nieuwe volgconclusies.A rail support with at least one such inwardly concavely curved clamping wall part can be regarded as an improvement in itself. An independent claim with this feature, but without the outwardly curved edge(s) in the side wall(s), may be the subject of a divisional application. All other elements described in this application can be put together separately or in combination with each other to form new subclaims.
[0031] In verdere uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de huidige uitvinding loopt het klemwanddeel door in een klemrand die onder een hoek staat met het klemwanddeel, en die langs de derde richting het klemgebied insluit en deel uitmaakt van het koppelorgaan. Het uitwaartse wanddeel, het klemwanddeel, en de klemrand kunnen gezamenlijk een U-vormige opnameruimte definiëren die is ingericht om vanuit de tweede en beide derde richtingen aan te grijpen op de dwarsligger. Daarnaast kan de tweede zijwand voorzien zijn van een soortgelijke klemrand. Indien het koppelorgaan is ingericht voor het inklemmen van dwarsliggers met rechthoekige doorsnedevorm, is de hoek tussen de klemrand en het klemwanddeel bij voorkeur een rechte hoek, en heeft de opnameruimte bij voorkeur een hoekige U-vorm.In further embodiments of the first aspect of the present invention, the clamping wall part continues into a clamping edge which is at an angle to the clamping wall part, and which along the third direction encloses the clamping area and forms part of the coupling member. The outward wall part, the clamping wall part and the clamping edge can jointly define a U-shaped receiving space which is adapted to engage the crossbeam from the second and both third directions. In addition, the second side wall can be provided with a similar clamping edge. If the coupling member is designed for clamping transverse beams with a rectangular cross-section, the angle between the clamping edge and the clamping wall part is preferably a right angle, and the receiving space preferably has an angular U-shape.
[0032] Externe krachten werkend op het aandrijforgaan van het bedieningsmechaniek kunnen onder bepaalde omstandigheden resulteren in belastingen die dwars ten opzichte van de nominale as op de railsteun werken. Zo kunnen in een bedieningsmechaniek dat verbonden is met luchtramen, de ramen onderhavig zijn aan wind die in tijd fluctueert en/of ongelijkmatig op beide oppervlakken van de open ramen inwerkt. Dergelijke ongelijkmatige windbelastingen genereren opwaartse en/of zijwaartse krachten op delen van het aandrijforgaan en op de railsteunen. Aangezien de raamopdrukbuizen en de railsteunen op discrete en ruimtelijk gescheiden punten aangrijpen op het aandrijforgaan, kunnen de dwars-gerichte piekbelastingen grillig variëren. De één of meer klemranden vangen deze opwaartse en zijwaartse belastingen opExternal forces acting on the actuating mechanism actuator may under certain circumstances result in loads acting on the rail support transverse to the nominal axis. For example, in an operating mechanism connected to skylights, the windows may be subject to wind that fluctuates in time and/or acts unevenly on both surfaces of the open windows. Such uneven wind loads generate upward and/or lateral forces on parts of the driver and on the rail supports. Since the window pusher tubes and rail supports engage the driver at discrete and spatially separated points, transverse peak loads can vary erratically. The one or more clamping edges absorb these upward and lateral loads
-7- en voorkomen dat de railsteun in de derde richting van de dwarsligger wordt losgetrokken of in eerste en tweede richtingen wordt omgeduwd.-7- and prevent the rail support from being pulled loose from the sleeper in the third direction or pushed over in the first and second directions.
[0033] Mogelijk zijn een of meer van de wanddelen in het koppelorgaan voorzien van een wrijvingvergrotende oppervlaktestructuur, bijvoorbeeld geprofileerde/geribbelde oppervlakken, voor het vergroten van grip van de railsteun op de dwarsligger. Afhankelijk van de locatie en oriëntatie van deze structuren wordt de weerstand tegen verplaatsing van de railsteun langs één of meerdere van de drie richtingen verhoogd.One or more of the wall parts in the coupling member may be provided with a friction-increasing surface structure, for instance profiled/ribbed surfaces, for increasing the grip of the rail support on the sleeper. Depending on the location and orientation of these structures, the resistance to displacement of the rail support along one or more of the three directions is increased.
[0034] In uitvoeringsvormen vormen de geleidingsorganen deel van de railsteun. Deze geleidingsorganen zijn door de bevestigingsmiddelen tussen de zijwanden en in de doorgang opgehangen, zodanig dat de geleidingsorganen aan twee kanten langs de derde richting de doorgang omsluiten om het aandrijforgaan af te steunen en te geleiden. De bevestigingsmiddelen kunnen doorlopende gaten omvatten die in de zijwanden zijn voorzien, en die paarsgewijs ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd. De bevestigingsmiddelen kunnen verder schroef-, bout-, of asverbindingen omvatten die in de doorlopende gaten zijn opgehangen. Deze geleidingsorganen kunnen gevormd zijn als geleidingsrollen die met zich in de tweede richting uitstrekkende schroef- , bout-, of asverbindingen tussen de zijwanden zijn bevestigd, zodanig dat geleidingsrollen om respectieve nominale draaihartlijnen ten opzichte van de behuizing en roteerbaar zijn. Bij voorkeur zijn de geleidingsrollen onafhankelijk van elkaar roteerbaar. Als alternatief kunnen de geleidingsorganen zijn gevormd door stationaire geleidingsblokken, die tussen de twee zijwanden zijn vastgezet. Dergelijke geleidingsrollen of -blokken kunnen eventueel voorzien zijn van een zadelvormige holte die naar de doorgang toe is gericht, en die de dwarsdoorsnedevorm van het langwerpig aandrijforgaan deels omsluit. De geleidingsrollen of -blokken kunnen bijvoorbeeld gemaakt zijn van slijtvast kunststof of metaal (bijvoorbeeld messing). Merk op dat de schroef-, bout-, of asverbindingen reeds een deel kunnen zijn van de geleidingsrollen of -blokken, en dus niet noodzakelijk deel hoeven uit te maken van de bevestigingsmiddelen in de railsteun.In embodiments, the guide members form part of the rail support. These guide members are suspended between the side walls and in the passage by the fastening means, such that the guide members enclose the passage on two sides along the third direction to support and guide the drive member. The fasteners may include through holes provided in the side walls aligned in pairs with respect to each other. The fastening means may further comprise screw, bolt or shaft connections suspended in the through holes. These guide members may be formed as guide rollers secured between the side walls with screw, bolt or shaft connections extending in the second direction, such that guide rollers are rotatable about respective nominal axes of rotation relative to the housing. The guide rollers are preferably rotatable independently of each other. Alternatively, the guide members may be formed by stationary guide blocks secured between the two side walls. Such guide rollers or blocks may optionally be provided with a saddle-shaped cavity directed towards the passage and which partially encloses the cross-sectional shape of the elongate drive member. The guide rollers or blocks can, for example, be made of wear-resistant plastic or metal (for example brass). Note that the screw, bolt or shaft connections may already be part of the guide rollers or blocks, and thus do not necessarily have to be part of the fasteners in the busbar support.
[0035] Volgens een tweede aspect, en in overeenstemming met de hierboven beschreven voordelen en effecten, voorziet de uitvinding in een kas of warenhuis voorzien van een railsteun volgens het eerste aspect.According to a second aspect, and in accordance with the advantages and effects described above, the invention provides a greenhouse or greenhouse provided with a rail support according to the first aspect.
[0036] Volgens een derde aspect wordt voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een railsteun volgens het eerste aspect. De werkwijze omvat: - het verschaffen van een aanvankelijk vlakke plaatvorm; - het buigen en/of vouwen van de plaatvorm tot een ontwikkelbaar oppervlak in de vorm van een behuizing die eerste en tweede zijwanden heeft, en die aan twee kanten langs een tweede richting een doorgang omsluiten waardoorheen het aandrijforgaan langs de nominale as transleerbaar is; - het aanbrengen van een koppelorgaan aan een open uiteinde van de behuizing, voor het vastzetten van de railsteun aan een stationaire constructie van een kas of warenhuis; - het aanbrengen van bevestigingsmiddelen in respectieve hoofdwanddelen van de zijwanden van de behuizing, ingericht voor het monteren van twee geleidingsorganen zodanig dat deAccording to a third aspect, a method of manufacturing a rail support according to the first aspect is provided. The method comprises: - providing an initially flat sheet shape; - bending and/or folding the sheet form into a developable surface in the form of a housing having first and second side walls and enclosing on two sides along a second direction a passage through which the actuator is translatable along the nominal axis; - arranging a coupling member at an open end of the housing for fixing the rail support to a stationary construction of a greenhouse or greenhouse; - arranging fasteners in respective main wall parts of the side walls of the housing, designed for mounting two guide members such that the
-8- geleidingsorganen in gemonteerde toestand aan twee verdere kanten langs de derde richting de doorgang omsluiten teneinde het aandrijforgaan af te steunen en te geleiden, en - het verbuigen van een eerste rand van de eerste zijwand, ten minste ter plaatse van de doorgang, of mogelijk zelf langs een volledige afstand tussen enerzijds het koppelorgaan en anderzijds een dwarsverbinding nabij een gesloten uiteinde van de behuizing, zodanig dat de eerste rand uitwaarts gekromd weg van de nominale as en naar de tweede richting toe uitloopt.-8- when mounted, guide members enclose the passage on two further sides along the third direction in order to support and guide the drive member, and - bending a first edge of the first side wall, at least at the location of the passage, or possibly even along a full distance between the coupling member on the one hand and a transverse connection near a closed end of the housing on the other, such that the first edge curves outwardly away from the nominal axis and flares out towards the second direction.
[0037] In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder het vormen van de behuizing als één geheel uit een zelfdragend plaatmateriaal, door buigen of vouwen van het plaatmateriaal tot een U-vormig profiel waarvan de zijwanden deel vormen, en waarin de buitenwaarts gekromde eerste rand wordt gecreëerd.In one embodiment, the method further comprises forming the housing integrally from a self-supporting sheet material, by bending or folding the sheet material into a U-shaped profile of which the side walls form part, and into which the outwardly curved first edge is formed. created.
[0038] In aanvullende werkwijzestappen die tegelijkertijd op opeenvolgend worden uitgevoerd kan de railsteun worden voorzien van extra kenmerken, zoals verdere buitenwaarts gekromde randen, in de tweede richting inwaarts en/of uitwaarts lopende wanddelen, klemwanddelen, klemranden, schuine randen, een verdieping in een dwarsverbinding, borgorganen, en/of inwaarts gerichte groefprofielen. Korte Beschrijving van de FigurenIn additional method steps that are performed simultaneously or successively, the rail support can be provided with additional features, such as further outwardly curved edges, wall parts running inwardly and/or outwardly in the second direction, clamping wall parts, clamping edges, sloping edges, a depression in a cross connection, locking members, and/or inwardly directed groove profiles. Brief Description of the Figures
[0039] Vervolgens zullen uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding uitsluitend bij wijze van voorbeeld worden beschreven aan de hand van de begeleidende schematische tekeningen. In de figuren zijn corresponderende onderdelen door corresponderende verwijzingssymbolen aangegeven. Meerdere exemplaren van een onderdeel kunnen aangegeven zijn met een additionele letter in hun verwijzingssymbool. Zo kunnen twee exemplaren van een bepaald onderdeel “166” worden aangegeven met “166a” en “166b". Het verwijzingssymbool kan gebruikt worden zonder de additionele letter (bijv. “166") om algemeen te verwijzen naar een ongespecificeerd exemplaar of naar alle exemplaren van dat onderdeel, terwijl het verwijzingssymbool een additionele letter zal bevatten (bijv. “166a”) om te verwijzen naar een specifiek exemplaar van het onderdeel.Next, exemplary embodiments of the invention will be described by way of example only with reference to the accompanying schematic drawings. In the figures, corresponding parts are indicated by corresponding reference symbols. Multiple instances of a part may be indicated with an additional letter in their reference symbol. For example, two instances of a given part “166” may be indicated by “166a” and “166b". The reference symbol can be used without the additional letter (e.g., “166") to refer generically to an unspecified instance or to all instances of that part, while the reference symbol will contain an additional letter (e.g. “166a”) to refer to a specific instance of the part.
[0040] Figuren 1a en 1b tonen gedeeltelijke doorsneden in zijaanzicht door een kas met een luchtraamconstructie volgens een uitvoeringsvorm;Figures 1a and 1b show partial cross-sections in side view through a greenhouse with a skylight construction according to an embodiment;
[0041] Figuur 2 toont een perspectivische aanzicht van deel van een bedieningsmechaniek voor luchtramen in een kas volgens figuren 1a-b;Figure 2 shows a perspective view of part of an operating mechanism for skylights in a greenhouse according to figures 1a-b;
[9042] Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een railsteun volgens een uitvoeringsvorm, die is bevestigd aan een dwarsligger en waarin een deel van een aandrijfstang is opgenomen;Figure 3 shows a perspective view of a rail support according to one embodiment, which is attached to a sleeper and which includes part of a driving rod;
[9043] Figuren 4a en 4b tonen een perspectivisch aanzicht en een vooraanzicht van een beugel of railsteun volgens een andere uitvoeringsvorm, enFigures 4a and 4b show a perspective view and a front view of a bracket or rail support according to another embodiment, and
[0044] Figuren 4c en 4d tonen dwarsdoorsneden in bovenaanzicht van een beugel of railsteun volgens een uitvoeringsvorm.Figures 4c and 4d show top cross-sections of a bracket or rail support according to one embodiment.
[0045] De tekeningen zijn slechts bedoeld voor illustratieve doeleinden, en dienen niet ter 40 beperking van de beschermingsomvang die wordt gedefinieerd door de conclusies.[0045] The drawings are for illustrative purposes only, and are not intended to limit the scope of protection defined by the claims.
-9- Beschrijving van Uitvoeringsvormen-9- Description of Embodiments
[0046] Figuren 1a en 1b tonen schematisch gedeeltelijke doorsneden in zijaanzicht door een kas 10 met een luchtraamconstructie volgens een uitvoeringsvorm. De kas 10 omvat een stationaire frameconstructie die is opgebouwd uit verticale kolommen 12 met daartussen bevestigd spanten 14 die onder andere gevormd zijn uit balkvormige dwarsliggers 16.Figures 1a and 1b schematically show partial cross-sections in side view through a greenhouse 10 with a skylight construction according to an embodiment. The greenhouse 10 comprises a stationary frame construction that is built up from vertical columns 12 with trusses 14 fixed therebetween, which are formed, among other things, from beam-shaped sleepers 16.
[0047] De in figuren 1a-b weergegeven kas 10 heeft een kapconstructie 20 met nokken 24, goten 18, en roeden 22 met daartussen opgenomen panelen 286. In de kapconstructie 20 bevinden zich luchtramen 28 die in figuur 14 in de gesloten stand zijn weergegeven, en die in figuur 1b in (deels) geopende stand zijn weergegeven. De kapconstructie 20 rust op de liggers 16 die op hun beurt zijn ondersteund door de kolommen 12. Op de getoonde dwarsligger 16 zijn railsteunen 40 gemonteerd, die een aandrijfstang 38 voor de luchtramen 28 zodanig ondersteunen dat de aandrijfstang 38 langs de eigen langsrichting heen-en-weer en ten opzichte van het kasframe transleerbaar is. De aandrijfstang 38 is aandrijfbaar door een verder niet getoonde, op zich bekende aandrijfinrichting met bijvoorbeeld een tandwiel/heugel en elektromotor, handlier, of zuiger/cilinderinrichting. Tussen de aandrijfstang 38 en elk luchtraam 28 strekken zich op bekende wijze opdrukbuizen 32 uit, die enerzijds door een eerste scharnier 34 zijn verbonden aan de rail aandrijfstang 38, en anderzijds door een tweede scharnier 36 zijn verbonden aan een onderzijde van het luchtraam 28. De luchtramen 28 zelf zijn door een (niet aangegeven) scharnierophanging verbonden met de kapconstructie 20.The greenhouse 10 shown in Figures 1a-b has a roof construction 20 with ridges 24, gutters 18, and bars 22 with panels 286 included therebetween. , and which are shown in figure 1b in (partially) open position. The roof construction 20 rests on the girders 16, which in turn are supported by the columns 12. Rail supports 40 are mounted on the cross girder 16 shown, which support a drive rod 38 for the vents 28 in such a way that the drive rod 38 moves back and forth along its own longitudinal direction. - can be translatable again and in relation to the greenhouse frame. The drive rod 38 is drivable by a drive device, not further shown, known per se, with for instance a gear/rack and electric motor, hand winch, or piston/cylinder device. Push-up tubes 32 extend in a known manner between the drive rod 38 and each vent 28, which are connected to the rail drive rod 38 by a first hinge 34 on the one hand and are connected to an underside of the vent 28 by a second hinge 36 on the other hand. skylights 28 themselves are connected to the roof construction 20 by a (not shown) hinged suspension.
[0048] Zoals getoond in figuur 1b leidt een lineaire verplaatsing van de aandrijfstang 38 langs de positieve eerste richting X ertoe dat de opdrukbuizen 32 om hun eerste scharnieren 34 opwaarts roteren, wat via de tweede scharnieren 36 wordt omgezet in een opwaartse draaibeweging van de luchtramen 28.As shown in Figure 1b, linear movement of the actuator rod 38 along the positive first direction X causes the pusher tubes 32 to rotate upwardly about their first hinges 34, which is converted via the second hinges 36 into an upward pivoting movement of the vents. 28.
[0049] Figuur 2 toont een perspectivische aanzicht van deel van een bedieningsmechaniek 30 voor de luchtramen 28 in de kas 10 uit figuren 14-b. In dit voorbeeld is elk van de getoonde railsteunen 40 samengesteld uit een behuizing die gevormd is als een beugel 42, met daarin draaibaar opgenomen een tweetal rollen. Tussen deze rollen strekt zich een doorgang 48 uit, die is uitgelijnd ten opzichte van de hartlijn A van de aandrijfstang 38. Elk van de railsteunen 40 omsluit een bijbehorende doorgang 48 in tweede en derde richtingen Y, Z. De aandrijfstang 38 steekt door deze doorgangen 48 heen, zodanig dat de aandrijfstang 38 langs haar nominale as A in de eerste richting X heen-en-weer transleerbaar is ten opzichte van de stationaire constructie 12, 14, 16 van de kas 10. Elk van de railsteunen 40 is aan een onderuiteinde voorzien van een koppelorgaan 51 dat een klemgebied 50 omsluit waartussen de dwarsligger 16 is geklemd, zodat de railsteun 40 is vastgezet aan de constructie van de kas 10.Figure 2 shows a perspective view of part of an operating mechanism 30 for the vents 28 in the greenhouse 10 of figures 14-b. In this example, each of the rail supports 40 shown is composed of a housing shaped like a bracket 42, with two rollers rotatably accommodated therein. Extending between these rollers is a passageway 48 aligned with the axis A of the drive rod 38. Each of the rail supports 40 encloses an associated passageway 48 in second and third directions Y, Z. The drive rod 38 extends through these passageways. 48 such that the drive rod 38 is translatable back and forth along its nominal axis A in the first direction X with respect to the stationary structure 12, 14, 16 of the greenhouse 10. Each of the rail supports 40 is at a lower end provided with a coupling member 51 enclosing a clamping area 50 between which the cross beam 16 is clamped, so that the rail support 40 is secured to the structure of the greenhouse 10.
[0050] De railsteunen 40 zijn ingericht om de transversale verplaatsing van de aandrijfstang 38 langs de nominale as A en in positieve en negatieve eerste richting £X te vergemakkelijken, maar tegelijkertijd om transversale verplaatsingen van de aandrijfstang 38 in de tweede en derde positieve en negatieve richtingen +Y, £Z — als gevolg van translatie en/of rotatie van de 40 aandrijfstang 38 in dwarsrichtingen weg van de as A — zoveel mogelijk te beperken.The rail supports 40 are arranged to facilitate the transverse movement of the drive rod 38 along the nominal axis A and in the positive and negative first direction £X, but at the same time to facilitate transverse movement of the drive rod 38 in the second and third positive and negative directions. directions +Y, £Z — due to translation and/or rotation of the drive rod 38 in transverse directions away from the axis A — as much as possible.
-10--10-
[0051] Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een enkele railsteun 40 uit figuur 2. De railsteun 40 is bevestigd aan een dwarsligger 16. Door de doorgang 48 binnen de railsteun 40 steekt een (deel van) de aandrijfstang 38.Figure 3 shows a perspective view of a single rail support 40 from figure 2. The rail support 40 is attached to a sleeper 16. A (part of) the drive rod 38 protrudes through the passage 48 within the rail support 40.
[0052] De railsteun 40 omvat een beugel 42 die als één geheel gevormd is uit een zelfdragend plaatstaal, dat hoofdzakelijk door buigen of vouwen tot een U-profiel is omgevormd. Deze U-vorm heeft een gekromde concave vorm met een krommingsas langs de eerste richting X, en die rondom de doorgang 48 en het klemgebied 50 ligt, zodanig dat doorgang 48 en klemgebied 50 samen een aaneengesloten ruimte vormen. In dit voorbeeld is het U-profiel in hoofdzaak spiegelsymmetrisch gevormd ten opzicht van zowel de eerste richting X als de tweede richting Y.The rail support 40 comprises a bracket 42 formed integrally from a self-supporting sheet steel, which has been formed into a U-profile mainly by bending or folding. This U-shape has a curved concave shape having an axis of curvature along the first direction X, and surrounding the passageway 48 and clamping region 50 such that passageway 48 and clamping region 50 together form a contiguous space. In this example, the U-profile is formed substantially mirror-symmetrically with respect to both the first direction X and the second direction Y.
[0053] De beugel 42 is voorzien van twee zijwanden 44, 45 die naast elkaar zijn geplaatst en in de tweede richting Y de tussenruimte 48 en het klemgebied 50 insluiten. Aan een gesloten uiteinde van de beugel 42 is een dwarsverbinding 48 voorzien, die de eerste en tweede zijwanden 44, 45 onderling verbindt. Het koppelorgaan 51 bevindt zich aan een open uiteinde van de beugel 42 die tegenover het gesloten uiteinde met de dwarsverbinding 46 ligt. In figuur 3 is verder met het symbool r een kromtestraal van een hoekrand/ribbe van de dwarsligger 16 aangeduid.The bracket 42 is provided with two side walls 44, 45 placed next to each other and enclosing the interspace 48 and the clamping area 50 in the second direction Y. At a closed end of the bracket 42, a cross connection 48 is provided, which interconnects the first and second side walls 44, 45. The coupling member 51 is located at an open end of the bracket 42 which is opposite the closed end with the cross connection 46. In Figure 3, the symbol r further indicates a radius of curvature of a corner edge/rib of the sleeper 16.
[0054] Elk van de zijwanden 44, 45 definieert een bijbehorend hoofdwanddeel 52, 53 dat zich hoofdzakelijk in de eerste en derde richtingen X, Z uitstrekt, en dat voorzien is van gaten 72-76 voor het bevestigen van as-bouten 54, 56 waarop de draaibare geleidingsrollen 55, 57 worden gemonteerd.Each of the side walls 44, 45 defines an associated main wall portion 52, 53 extending substantially in the first and third directions X, Z and having holes 72-76 for mounting axle bolts 54, 56 on which the rotatable guide rollers 55, 57 are mounted.
[0055] In dit voorbeeld zijn de hoofdwanddelen 52, 53 nagenoeg evenwijdig aan elkaar georiënteerd, en is de dwarsverbinding 46 onder een in wezen rechte hoek ten opzichte van de hoofdwanddelen 52, 53 georiënteerd.In this example, the main wall parts 52, 53 are oriented substantially parallel to each other, and the transverse connection 46 is oriented at a substantially right angle to the main wall parts 52, 53.
[0056] De eerste zijwand 44 heeft een voorrand 66 die ter plaatse van de doorgang 48 buitenwaarts ten opzichte van het eerste hoofdwanddeel 52 en weg van de nominale as A naar de tweede richting Y toe gekromd uitloopt. Ook de tweede zijwand 45 heeft een voorrand 87 die ter plaatse van de doorgang 48 buitenwaarts ten opzichte van het tweede hoofdwanddeel 53 en weg van de nominale as A naar de negatieve tweede richting -Y toe uitloopt, met een vorm vergelijkbaar met de voorrand 66 maar dan langs de tweede richting Y gespiegeld.The first side wall 44 has a leading edge 66 which, at the location of the passageway 48, flares outwardly of the first main wall portion 52 and away from the nominal axis A toward the second direction Y. The second side wall 45 also has a leading edge 87 which, at the location of the passage 48, flares outwardly of the second main wall portion 53 and away from the nominal axis A towards the negative second direction -Y, with a shape similar to the leading edge 66 but then mirrored along the second direction Y.
[9057] Figuur 4a toont een perspectivisch aanzicht van een beugel 142 in een railsteun 140 volgens een alternatieve uitvoeringsvorm. Figuur 4b toont een vooraanzicht van deze beugel 142. Figuren 4c en 4d tonen dwarsdoorsneden in bovenaanzicht van deze beugel 142, ongeveer ter hoogte van de dwarsafmetingpijlen AY1 resp. AY2 in figuur 4b. Elementen en eigenschappen van de hierboven beschreven railsteun 40 en beugel 42 (figuren 1-3) kunnen ook aanwezig zijn in de beugel 142 in figuren 4a-4d, en worden hier niet opnieuw besproken. Vergelijkbare elementen worden aangegeven met soortgelijke referentiecijfers voorafgegaan door een 100-tal om de uitvoeringsvormen te onderscheiden.Figure 4a shows a perspective view of a bracket 142 in a rail support 140 according to an alternate embodiment. Figure 4b shows a front view of this bracket 142. Figures 4c and 4d show cross-sections in top view of this bracket 142, approximately at the height of the transverse dimension arrows AY1 and AY1, respectively. AY2 in Figure 4b. Elements and features of the rail support 40 and bracket 42 (Figures 1-3) described above may also be present in the bracket 142 in Figures 4a-4d, and are not discussed again here. Similar elements are indicated by like reference numerals preceded by 100 to distinguish the embodiments.
[9058] Deze globaal gezien U-vormige beugel 142 heeft extra vormeigenschappen, waaronder in de tweede richtingen £Y inwaarts en uitwaarts lopende wanddelen 158, 159, 160, 161 die een verjongd tussengebied vormen tussen de doorgang 148 en het klemgebied 150 in, en waaronder[9058] This generally U-shaped bracket 142 has additional shape features, including in the second directions Y inwardly and outwardly extending wall portions 158, 159, 160, 161 that form a tapered intermediate region between the passageway 148 and the clamping region 150, and among which
-11 - klemwanddelen 162, 163 en inwaartse randen 164, 165 die deel uitmaken van het koppelorgaan-11 - clamping wall parts 162, 163 and inward edges 164, 165 forming part of the coupling member
151.151.
[0059] De hoofdwanddelen 152, 153 van de zijwanden 144, 145 zijn voorzien van gaten 172- 175 voor het bevestigen van as-bouten (54, 56 in figuur 3) waarop de draaibare geleidingsrollen (55, 57 in figuur 3) worden gemonteerd. Deze gaten 172-175 zijn paarsgewijs langs de tweede richting Y en langs twee nominale assen B, C uitgelijnd. Hierdoorheen kunnen de as-bouten 54, 56 worden gestoken, zodanig dat deze as-bouten 54, 56 langs positieve en negatieve derde richting +Z de doorgang 148 omsluiten en de gemonteerde geleidingsrollen 55, 57 de aandrijfstang 38 robuust af kunnen steunen en translatiebeweging van de stang 38 vloeiend kunnen geleiden. In dit voorbeeld heeft de beugel 142 een verder paar uitgelijnde gaten 176 om de bovenste as-bout 54 op een iets andere hoogte te kunnen bevestigen. Het eerste hoofdwanddeel 152 is nabij de gaten 172, 174 voorzien van uitgesneden opstaande lippen, die borgmiddelen 178, 180 vormen voor het verhinderen van verdraaiing van de boutverbindingen.The main wall parts 152, 153 of the side walls 144, 145 are provided with holes 172-175 for fixing axle bolts (54, 56 in figure 3) on which the rotatable guide rollers (55, 57 in figure 3) are mounted . These holes 172-175 are aligned in pairs along the second direction Y and along two nominal axes B, C. The shaft bolts 54, 56 can be inserted through this, in such a way that these shaft bolts 54, 56 enclose the passage 148 along positive and negative third direction +Z and the mounted guide rollers 55, 57 can robustly support the drive rod 38 and prevent translational movement of to guide the rod 38 smoothly. In this example, the bracket 142 has a further pair of aligned holes 176 to allow the top axle bolt 54 to be mounted at a slightly different height. Near the holes 172, 174, the first main wall part 152 is provided with cut-out upright lips, which form locking means 178, 180 for preventing rotation of the bolt connections.
[0080] De eerste zijwand 144 heeft een inwaarts wanddeel 158 dat tussen het hoofdwanddeel 152 en het uitwaartse wanddeel 160 in ligt, en deze met elkaar verbindt. Het inwaartse wanddeel 158 is hoofdzakelijk in de derde richting Z maar onder een kleine hoek B in de tweede richting Y naar de doorvoerruimte 148 toe georiënteerd. De tweede zijwand 145 heeft een soortgelijk inwaarts wanddeel 159 onder een kleine hoek -B , dat gespiegeld ten opzichte van de tweede richting Y is gevormd. De hoek B is in dit voorbeeld ongeveer 6°.The first side wall 144 has an inward wall portion 158 that lies between the main wall portion 152 and the outward wall portion 160, connecting them together. The inward wall part 158 is oriented mainly in the third direction Z but at a small angle B in the second direction Y towards the passage space 148 . The second side wall 145 has a similar inward wall portion 159 at a small angle -B, which is mirrored to the second direction Y. The angle B in this example is approximately 6°.
[0081] Figuur 4a toont verder dat de eerste zijwand 144 niet alleen een divergerend omgebogen voorrand 1664 heeft, maar ook een omgebogen achterrand 166b heeft die langs de eerste richting X gezien tegenover de eerste rand 166a ligt. Ook deze rand 166b divergeert ter plaatse van de doorgang 148 buitenwaarts ten opzichte van het eerste hoofdwanddeel 152 en weg van de nominale as A naar de tweede richting Y toe.Figure 4a further shows that the first sidewall 144 not only has a divergently bent leading edge 1664, but also has a bent trailing edge 166b opposite the first edge 166a as viewed along the first direction X. This edge 166b also diverges outwardly from the first main wall portion 152 at the position of the passage 148 and away from the nominal axis A towards the second direction Y.
[90682] Op soortgelijke wijze heeft de tweede zijwand 145 naast de divergerend omgebogen voorrand 167a ook een omgebogen achterrand 167b die langs de eerste richting X gezien tegenover de tweede rand 167a ligt, en die ter plaatse van de doorgang 148 buitenwaarts ten opzichte van het tweede hoofdwanddeel 153 en weg van de nominale as A naar de negatieve tweede richting -Y toe divergeert.Similarly, the second side wall 145, in addition to the divergently bent leading edge 167a, also has a bent trailing edge 167b, which is opposite the second edge 167a as seen along the first direction X, and which at the location of the passage 148 is outwardly relative to the second main wall portion 153 and diverges away from the nominal axis A toward the negative second direction -Y.
[0083] De eerste zijwand 144 heeft verder een uitwaarts wanddeel 160 dat zich hoofdzakelijk in de tweede richting Y buitenwaarts ten opzichte van het hoofdwanddeel 152 en van de doorvoerruimte 148 uitstrekt, zodanig dat het uitwaartse wanddeel 160 een strookvormig oplegvlak vormt. De tweede zijwand 145 heeft een uitwaarts wanddeel 161, dat gelijkvormig is aan het uitwaartse wanddeel 160 maar langs de tweede richting Y gespiegeld is gevormd. Deze uitwaartse wanddelen 160, 161 zijn onder kleine hoeken xa van ongeveer 15° in de derde richting Z naar het koppelorgaan 151 toe georiënteerd.The first side wall 144 further has an outward wall portion 160 that extends substantially in the second direction Y outwardly of the main wall portion 152 and of the passage space 148, such that the outward wall portion 160 forms a strip-shaped bearing surface. The second side wall 145 has an outward wall portion 161, which is similar in shape to the outward wall portion 160 but is mirrored along the second direction Y. These outward wall parts 160, 161 are oriented at small angles xa of about 15° in the third direction Z towards the coupling member 151 .
[9084] In dit voorbeeld heeft elk van de divergerende (voor- en achter-)randen 166, 167 een uitwaarts gekromde uitloop, die langs een volledige afstand AZ2 tussen de dwarsverbinding 146 en het corresponderende uitwaartse wanddeel 160, 161 doorloopt {figuur 4b). Ter plekke van de 40 uitwaartse wanddelen 160, 181 lopen de divergerende randen 166, 187 vloeiend krommend over[9084] In this example, each of the diverging (leading and trailing) edges 166, 167 has an outwardly curved flare, which continues along a full distance AZ2 between the cross-joint 146 and the corresponding outward wall portion 160, 161 {Figure 4b) . At the location of the 40 outward wall parts 160, 181, the diverging edges 166, 187 smoothly curve over
-12 - in de schuine randen 168, 169 van de uitwaartse wanddelen 160, 161. In deze beugel 142 is elk van de schuine randen 168, 169 buitenwaarts gebogen ten opzichte van het corresponderende uitwaartse wanddeel 160, 161 en opwaarts in de derde richting Z. Vergelijk dit met de beugel 42 uit figuur 3, waarin de schuine randen evenwijdig blijven lopen aan het corresponderende uitwaartse wanddeel 60, 81.-12 - in the slanted edges 168, 169 of the outward wall portions 160, 161. In this bracket 142, each of the slanted edges 168, 169 is bent outward with respect to the corresponding outward wall portion 160, 161 and upward in the third direction Z Compare this with the bracket 42 of figure 3, in which the bevelled edges remain parallel to the corresponding outward wall part 60, 81.
[0065] Verder zijn de zijwanden 144, 145 voorzien van respectieve klemwanddelen 162, 163, die langs de tweede richting Y het klemgebied 150 insluiten. Elk uitwaarts wanddeel 160, 161 loopt vloeiend door in een corresponderend klemwanddeel 162, 163. Elk klemwanddeel 162, 163 loopt weer vloeiende door in een corresponderende inwaarts randdeel 164, 185 die het klemgebied 150 aan de onderzijde begrenst, en die eindigt in een van de twee tegenover elkaar liggende randen die een langsopening 147 aan de onderzijde van de beugel 142 begrenzen. De uitwaartse wanddelen 160, 161, de klemwanddelen 162, 163, en de inwaartse randen 164, 165 vormen gezamenlijk het koppelorgaan 151. De klemwanddelen 182, 183 lopen grotendeels evenwijdig aan de hoofdwanddelen 152, 153, maar iets inwaarts naar de langsopening 147 toe.Furthermore, the side walls 144, 145 are provided with respective clamping wall parts 162, 163, which enclose the clamping area 150 along the second direction Y. Each outward wall part 160, 161 continues smoothly into a corresponding clamping wall part 162, 163. Each clamping wall part 162, 163 continues smoothly into a corresponding inward edge part 164, 185 which bounds the clamping area 150 at the bottom and which ends in one of the two opposing edges defining a longitudinal opening 147 on the underside of the bracket 142. The outward wall parts 160, 161, the clamping wall parts 162, 163, and the inward edges 164, 165 together form the coupling member 151. The clamping wall parts 182, 183 run largely parallel to the main wall parts 152, 153, but slightly inwards towards the longitudinal opening 147.
[0086] In dit voorbeeld is de beugel 142 enigszins flexibel, en worden de as-bouten 54, 56 langs de tweede richting Y door de openingen 172-176 in de zijwanden 144, 145 heen gestoken en vastgeschroefd. Dit vastschroeven veroorzaakt dat de zijwanden 144, 145 in de tweede richting Y naar elkaar toe buigen, zodanig dat de dwarsafmeting AY2 van het klemgebied 150 in de tweede richting Y kleiner wordt. Door deze verstelmogelijkheid kunnen de klemwanddelen 162, 163 de dwarsligger 116 stevig inklemmen.In this example, the bracket 142 is somewhat flexible, and the axle bolts 54, 56 are inserted along the second direction Y through the openings 172-176 in the side walls 144, 145 and screwed tight. This screwing causes the side walls 144, 145 to bend toward each other in the second direction Y, such that the transverse dimension AY2 of the clamping area 150 in the second direction Y decreases. This adjustment option enables the clamping wall parts 162, 163 to clamp the cross beam 116 firmly.
[0087] Figuur 4a toont dat in dit voorbeeld de klemwanddelen 162, 163 aan de binnenzijde voorzien zijn van lijnvormige ribbelpatronen 187 die zich langs de derde richting Z uitstrekken. Evenzo zijn de inwaartse randdelen 164, 164 aan de binnenzijde voorzien van lijnvormige ribbelpatronen 184, 185 die zich langs de eerste richting X uitstrekken. Deze ribbelprofielen 184, 185, 187 vergroten de grip op de dwarsligger 18 die in het binnengebied 150 wordt ingeklemd. De verticale ribbelpatronen 187 vergroten de weerstand tegen verschuiving van de beugel 142 in de eerste richting X ten opzichte van de dwarsligger 16. De ribbelpatronen 184, 185 vergroten de weerstand tegen verschuiving langs de tweede richting Y, en verkleinen daarmee de kans dat de beugel rondom de dwarsligger 18 verdraait.Figure 4a shows that in this example the clamping wall parts 162, 163 are provided on the inside with linear ribbed patterns 187 extending along the third direction Z. Likewise, the inward edge portions 164, 164 are provided on the inside with linear ribbing patterns 184, 185 extending along the first direction X. These ribbed profiles 184, 185, 187 increase the grip on the crossbeam 18, which is clamped in the inner area 150. The vertical ribbing patterns 187 increase the resistance to displacement of the stirrup 142 in the first direction X relative to the crossbeam 16. The ribbing patterns 184, 185 increase the resistance to displacement along the second direction Y, thus reducing the chance that the stirrup will bend all around. the crossbeam 18 rotates.
[0068] In dit voorbeeld hebben de klemwanddelen 162, 163 een licht concave vorm, met een holte die inwaarts naar het klemgebied 150 toe is gericht en met een krommings-as die langs de derde richting Z loopt. Zoals uit een vergelijking tussen de doorsneden in figuren 4c en 4d blijkt is de krommingsrichting van de klemwanddelen 162, 163 tegengesteld gericht aan de krommingsrichting van de hoofdwanddelen 152, 153 met divergerende randen 166, 167.In this example, the clamping wall members 162, 163 have a slightly concave shape, with a cavity facing inwardly towards the clamping area 150 and with an axis of curvature running along the third direction Z. As appears from a comparison between the cross-sections in figures 4c and 4d, the direction of curvature of the clamping wall parts 162, 163 is directed opposite to the direction of curvature of the main wall parts 152, 153 with diverging edges 166, 167.
[0089] In dit voorbeeld is in de dwarsverbinding 146 een langs de eerste richting X lopende, geulvormige verdieping 182 aangebracht, waar de aandrijfstang 38 tijdelijk in kan worden gelegd tijdens het installeren van het bedieningsmechaniek 30.In this example, a trench-shaped recess 182 running along the first direction X is provided in the cross connection 146, into which the drive rod 38 can be temporarily placed during the installation of the operating mechanism 30.
[0070] Het zal duidelijk zijn dat de hierboven beschreven uitvoeringsvormen slechts beschreven zijn bij wijze van voorbeeld en niet in enige begrenzende betekenis, en datIt is to be understood that the embodiments described above have been described by way of example only and not in any limiting sense, and that
-13- verschillende wijzigingen en aanpassingen mogelijk zijn zonder buiten de omvang van de uitvinding te komen en dat de reikwijdte slechts bepaald wordt door de bijgevoegde conclusies.-13- various changes and modifications are possible without departing from the scope of the invention and that its scope is determined only by the appended claims.
-14- Lijst van Verwijzingstekens Vergelijkbare verwijzingscijfers die in de beschrijving worden gebruikt om gelijksoortige elementen aan te duiden (maar enkel verschillen in honderdtallen) zijn weggelaten uit de onderstaande lijst maar worden geacht impliciet inbegrepen te zijn. kas 12 kolom 14 spant 16 dwarsligger 18 goot 10 20 kapconstructie 22 roede 24 nokprofiel 26 paneel 28 luchtraam 30 bedieningsmechaniek 32 opdrukbuis 34 eerste scharnier 36 tweede scharnier 38 aandrijforgaan (bijv. stang) 40 railsteun 42 behuizing (bijv. beugel) 44 eerste zijwand 45 tweede zijwand 46 dwarsverbinding 48 doorgang 50 klemgebied 51 koppelorgaan 52 eerste hoofdwanddeel 53 tweede hoofdwanddeel 54 eerste asbout 55 eerste geleidingsrol 56 tweede asbout 57 tweede geleidingsrol 66 eerste divergerende rand 67 tweede divergerende rand 147 langsopening 158 eerste inwaartse wanddeel 159 tweede inwaartse wanddeel 160 eerste uitwaartse wanddeel 40 161 tweede uitwaartse wanddeel-14- List of Reference Signs Similar reference numerals used in the description to indicate like elements (but only differing in hundreds) are omitted from the list below but are deemed to be implied. greenhouse 12 column 14 truss 16 transom 18 gutter 10 20 roof construction 22 rod 24 ridge profile 26 panel 28 ventilation window 30 operating mechanism 32 push-up tube 34 first hinge 36 second hinge 38 drive element (e.g. rod) 40 rail support 42 housing (e.g. bracket) 44 first side wall 45 second side wall 46 transverse connection 48 passage 50 clamping area 51 coupling member 52 first main wall part 53 second main wall part 54 first axle bolt 55 first guide roller 56 second axle bolt 57 second guide roller 66 first diverging edge 67 second diverging edge 147 longitudinal opening 158 first inward wall section 159 second inward wall section 160 first outward wall section 40 161 second outward wall part
-15- 162 eerste klemwanddeel 163 tweede klemwanddeel 164 eerste inwaartse rand 165 tweede inwaartse rand 168 eerste schuine rand-15- 162 first clamping wall part 163 second clamping wall part 164 first inward edge 165 second inward edge 168 first oblique edge
169 tweede schuine rand 170 eerste klemrand 171 tweede klemrand 172 eerste opening169 second beveled edge 170 first clamping edge 171 second clamping edge 172 first opening
173 tweede opening 174 derde opening 175 vierde opening 176 vijfde opening 178 eerste borgorgaan173 second opening 174 third opening 175 fourth opening 176 fifth opening 178 first locking member
180 tweede borgorgaan 182 verdieping 184 eerste groefprofiel 185 tweede groefprofiel 187 verder groefprofiel180 second locking member 182 recess 184 first groove profile 185 second groove profile 187 further groove profile
X eerste richting (axiale richting) Y tweede richting {transversale richting) Zz derde richting (verticale richting) AY1 eerste dwarsafmeting AY2 tweede dwarsafmetingX first direction (axial direction) Y second direction {transverse direction) Zz third direction (vertical direction) AY1 first cross dimension AY2 second cross dimension
AZ1 as-afstand AZ2 verdere afstand r kromtestraal A nominale langs-as B eerste rotatie-asAZ1 axis distance AZ2 further distance r radius of curvature A nominal longitudinal axis B first axis of rotation
Cc tweede rotatie-as a eerste hoek B tweede hoekCc second axis of rotation a first angle B second angle
Claims (16)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2027931A NL2027931B1 (en) | 2021-04-07 | 2021-04-07 | Rail support for an operating mechanism in a greenhouse or department store |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2027931A NL2027931B1 (en) | 2021-04-07 | 2021-04-07 | Rail support for an operating mechanism in a greenhouse or department store |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2027931B1 true NL2027931B1 (en) | 2022-10-20 |
Family
ID=76523411
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2027931A NL2027931B1 (en) | 2021-04-07 | 2021-04-07 | Rail support for an operating mechanism in a greenhouse or department store |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2027931B1 (en) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP4403021A1 (en) * | 2023-01-20 | 2024-07-24 | Alcomij Beheer B.V. | Greenhouse having a roof with ventilating windows |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1090087A (en) * | 1965-04-09 | 1967-11-08 | Herman Rudolf Zeidler | Shaft supporting devices |
NL8400364A (en) | 1984-02-06 | 1985-09-02 | Kombi Kassen Bv | Green-house window operating drive - has rack and pinion drive with support guide block |
BE902751A (en) * | 1984-07-04 | 1985-12-30 | Bom P L J Beheer Bv | DRIVE DEVICE FOR A SCREEN OR WINDOW. |
NL1040197C2 (en) | 2013-05-03 | 2014-11-04 | Valk Systemen Bvvd | RAIL SUPPORT, HOUSE AND PLANO THEREFORE AND A CASH CONSTRUCTION WITH SUCH A RAIL SUPPORT. |
-
2021
- 2021-04-07 NL NL2027931A patent/NL2027931B1/en active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1090087A (en) * | 1965-04-09 | 1967-11-08 | Herman Rudolf Zeidler | Shaft supporting devices |
NL8400364A (en) | 1984-02-06 | 1985-09-02 | Kombi Kassen Bv | Green-house window operating drive - has rack and pinion drive with support guide block |
BE902751A (en) * | 1984-07-04 | 1985-12-30 | Bom P L J Beheer Bv | DRIVE DEVICE FOR A SCREEN OR WINDOW. |
NL1040197C2 (en) | 2013-05-03 | 2014-11-04 | Valk Systemen Bvvd | RAIL SUPPORT, HOUSE AND PLANO THEREFORE AND A CASH CONSTRUCTION WITH SUCH A RAIL SUPPORT. |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP4403021A1 (en) * | 2023-01-20 | 2024-07-24 | Alcomij Beheer B.V. | Greenhouse having a roof with ventilating windows |
NL1044525B1 (en) * | 2023-01-20 | 2024-07-30 | Alcomij Beheer B V | Greenhouse having a roof with ventilating roof windows |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2027931B1 (en) | Rail support for an operating mechanism in a greenhouse or department store | |
US5910084A (en) | Reinforcing structure for vertical frame member of sash frame | |
US6427410B1 (en) | Device for fixing facing slabs | |
CN110446825B (en) | Rolling shutter door | |
JP7393134B2 (en) | window stay | |
US8539943B2 (en) | Method for supporting a stretched membrane solar trough collector | |
EP2472026A1 (en) | A window system having a frame and sash structure of a slender design | |
US6161606A (en) | Hurricane strut for garage doors | |
EP1281314A2 (en) | Ventilation device for hothouse | |
EP2700524A2 (en) | Sunroof device | |
EP2397791A1 (en) | Frame for mounting solar panels | |
US6560931B1 (en) | Hatch assembly with modular installation construction and hatch cover lift assembly | |
NL2002047C (en) | FACADE PANEL. | |
US20090188161A1 (en) | Roof construction for a greenhouse | |
US11674299B2 (en) | Cross beam of canopy | |
NL2008366C2 (en) | CONSTRUCTION. | |
CN216007440U (en) | Light curtain wall | |
JP6184055B2 (en) | Roof structure | |
RU63785U1 (en) | RAILWAY HATCH COVER (OPTIONS) | |
KR20110096252A (en) | Fixing assembly for sign board | |
GB2374882A (en) | Roof support | |
NL2000698C2 (en) | Greenhouse or department store with outside screen. | |
BE1026695A1 (en) | Roll-up winding system | |
NL9400333A (en) | Skylight construction. | |
NL2028623B1 (en) | Screen device with suspension for a greenhouse or department store |