NL2027396B1 - Composite wing panels and fabrication method - Google Patents

Claims (49)

CONCLUSIES

1. Inrichting voor het vervaardigen van vleugelpanelen, omvattende: — een productielijn; — een veelvoud aan mandrels gekoppeld met de productielijn; — een productielijn-aandrij ving die is ingericht voor het door de productielijn bewegen van de mandrels; — een veelvoud aan werkstations langs de productielijn voor het uitvoeren van werk op de mandrels, bevattende ten minste een vleugelhuid lamineer werkstation; en — een besturing die is gekoppeld met de productielijn-aandrijving en ingericht voor het aansturen van beweging van de mandrels langs de productielijn.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de veelvoud aan werkstations een veelvoud aan lamineer werkstations bevat die elk zijn ingericht voor het opleggen van ten minste een sectie van een vleugelhuid op elk van de mandrels.

3, Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het ten minste een vleugelhuid lamineer werkstation een veelvoud aan lamineerders bevat die elk zijn ingericht voor het opleggen van ten minste een deel van een sectie van een composiet vleugelhuid op elk van de mandrels.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het veelvoud aan werkstations ten minste één stringer plaatsingswerkstation bevat, waarbij elk van het ten minste één stringer plaatsingswerkstation is ingericht voor het plaatsen van composiet stringers op de composiet vleugelhuid.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het ten minste één stringer plaatsingswerkstation ten minste één geautomatiseerde oppak- en plaatsingsinrichting bevat die is ingericht voor het oppakken en plaatsen van secties van de composiet stringers op de composiet vleugelhuid.

6. Inrichting volgens conclusie 4, verder omvattende een veelvoud aan stringer aanvoerlijnen die elk zijn ingericht voor het vervaardigen van composiet stringers en het aanvoeren van de composiet stringers naar één van de stringer plaatsingswerkstations.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de besturing is ingericht voor het synchroniseren van het werk dat wordt uitgevoerd op elk van de mandrels met beweging van de mandrels door de productielijn, waarbij de synchronisatie bij voorkeur takt tijden gebruikt die resulteren in een gewenste vleugelpaneel productiesnelheid.

$. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een veelvoud aan aanvoerlijnen die zijn gesynchroniseerd met beweging van de mandrels in de productielijn en die zijn ingericht voor het aanvoeren van materialen naar ten minste enkele van de werkstations volgens takt tijden die resulteren in een gewenste vleugelpaneel productiesnelheid.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij elk van de aanvoerlijnen is ingericht voor het aanvoeren van de materialen naar de ten minste enkele werkstations, precies-op-tijd (‘just-in- time’).

10. Systeem voor het vervaardigen van vleugelpanelen, omvattende: — een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies; — een veelvoud aan aanvoerlijnen respectievelijk ingericht voor het aanvoeren van onderdelen naar ten minste enkele van de werkstations; — een besturingssysteem dat is ingericht voor het controleren van gepulseerde beweging van de mandrels door de productielijn, en voor het gepulseerd aanvoeren van onderdelen van de aanvoerlijnen naar de werkstations; en waarbij elk werkstation is ingericht voor het vervaardigen van een deel van het composiet vleugelpaneel.

11. Systeem volgens conclusie 10, waarbij het besturingssysteem een besturing omvat die is ingericht voor het aansturen van de gepulseerde beweging en de gepulseerde aanvoer op basis van takt tijden die resulteren in gewenste vleugelpaneel productiesnelheid.

12. Systeem volgens conclusie 10 of 11, waarbij het besturingssysteem een besturing bevat die is ingericht voor het synchroniseren van de gepulseerde beweging van de mandrels met de gepulseerde aanvoer van de onderdelen.

13. Systeem volgens één der conclusies 19 — 12, waarbij elk van de mandrels werkinstructies bevat die het uit te voeren werk op een mandrel op elk van de werkstations definieert.

14. Systeem volgens één der conclusies 10 — 13, waarbij het besturingssysteem ten minste één positioneringssensor in elk van de werkstations bevat die is ingericht voor het detecteren van de positie van de mandrels bij de werkstations.

15. Werkwijze voor het vervaardigen van vleugelhuid en/of composiet vleugelpanelen voor vliegtuigen, omvattende: — het bewegen van een veelvoud aan mandrels door de productielijn; — het opleggen van composiet vleugelhuid op de mandrels bij een lamineer werkstation in de productielijn; — het plaatsen van composiet stringers op de composiet vleugelhuid op een stringer plaatsingswerkstation in de productielijn: en — het bewegen van de mandrels in de productielijn door het lamineer werkstation en het stringer plaatsingswerkstation volgens de takt tijden dat resulteert in een gewenste vleugelpaneel productiesnelheid.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het bewegen van de mandrels door het veelvoud van werkstations wordt uitgevoerd door het continu bewegen van de mandrels door de prodactielijn.

17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, waarbij het bewegen van de mandrels door het lamineer werkstation en door het stringer plaatsingswerkstation incrementeel wordt uitgevoerd.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij het incrementeel bewegen van de mandrels het gepulseerd bewegen van de mandrels in de productielijn bevat.

19, Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij het opleggen van de vleugelhuid en het plaatsen van de stringers tussen de pulsen gedurende het pulseren wordt uitgevoerd.

20. Werkwijze volgens één der conclusies 15 — 19, waarbij het opleggen van de composiet vleugelhuiden op de mandrels in het lamineer werkstation het opleggen van verschillende secties van de composiet vleugelhuiden bevat met respectievelijk gebruik van afzonderlijke lamineerders in het Jamineer werkstation.

21. Werkwijze volgens één der conclusies 15 — 20, waarbij het opleggen van de composiet vleugelhuiden in afzonderlijke lamineer werkstations in de productielijn wordt uitgevoerd.

22. Werkwijze volgens één der conclusies 15 — 21, waarbij het plaatsen van de composiet stringers op de composiet vleugelhuiden in afzonderlijke stringer plaatsingswerkstations in de productielijn wordt uitgevoerd.

23. Werkwijze volgens één der conclusies 15 — 22, waarbij het plaatsen van de composiet stringers op de composiet plaatsingswerkstations het gebruik van meerdere plaatsingsinrichtingen bevat voor het plaatsen van de secties van de composiet stringers op de composiet vleugelhuiden.

24. Werkwijze volgens één der conclusies 15 — 23, verder omvattende: — het vervaardigen van composiet stringers in een aanvoerlijn; en — het aanvoeren van de composiet stringers van de stringer aanvoerlijn naar het stringer plaatsingswerkstation, precies-op-tijd.

25. Werkwijze volgens één der conclusies 15 — 24, bevattende het indexeren van de mandrels aan het lamineer werkstation en aan het stringer plaatsingswerkstation zodat de composiet vleugelhuiden op indexposities op de mandrels worden opgelegd en de composiet stringers op indexposities op de composiet vleugelhuiden worden geplaatst.

26. Werkwijze volgens één der conclusies 15 — 25, waarbij het indexeren bevat: — het plaatsen van ten minste één indexkenmerk op ten minste één van de mandrels en de composiet vleugelhuiden; en — het detecteren van het indexkenmerk.

27. Werkwijze volgens één der conclusies 25 — 26, omvattende: — het synchroniseren van het bewegen van de mandrels in het lamineer werkstation met het opleggen van de composiet vleugelhuiden met gebruik van het indexeren van de mandrels in het lamineer werkstation; — het synchroniseren van het bewegen van de mandrels in het stringer plaatsingswerkstation met het plaatsen van de composiet stringers op de composiet vleugelhuiden met gebruik van het indexeren van de mandrels in het stringer plaatsingswerkstation.

28. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende: — het bewegen van de mandrels in de productielijn naar een autoclaaf; en — het uitharden van de composiet vleugelhuiden en de composiet stringers in de autoclaaf voor een uithardingsperiode;

waarbij de takt tijden niet groter is dan de uithardingstijd.

29. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het opleggen van de composiet vleugelhuiden bevat: — het gebruik van een lamineerder voor het opleggen van composiet materiaal op één van de mandrels in het lamineer werkstation; — het koppelen van de lamineerder met de mandrel in het lamineer werkstation als de mandrel het lamineer werkstation inkomt; — het gezamenlijk bewegen van de lamineerder en de mandrel in het lamineer werkstation als de lamineerder het composiet materiaal op de mandrel legt; en — het ontkoppelen van de lamineerder van de mandrel nadat de lamineerder het opleggen van het composietmateriaal heeft afgerond.

30. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende: — het koppelen van een inrichting met één van de mandrels; — het bewegen van de mandrel en de inrichting door een veelvoud aan werkstations in de productielijn; — het met gebruik van de inrichting uitvoeren van werk op de composiet vleugelhuid op de mandrel; en — het van de mandrel ontkoppelen van de inrichting nadat de mandrel door het veelvoud aan werkstations is bewogen.

31. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende: — het vervaardigen van een veelvoud aan composiet stringer in een stringer aanvoerlijn; — het bewegen van het veelvoud aan mandrels in de productielijn door een stringer plaatsingswerkstation; en — het aanvoeren van de composiet stringers van de stringer aanvoerlijn naar het stringer plaatsingwerkstation.

32. Werkwijze volgens conclusie 31, verder omvattende: — het van op de stringer aanvoerlijn vervaardigde reeksen van composiet stringers associëren met respectievelijke composiet vleugelhuiden; en — waarbij het aanvoeren van de composiet vleugelhuiden zodanig wordt uitgevoerd dat de reeksen van composiet stringers precies-op-tijd voor plaatsing op de stringer plaatsingswerkstations aan het stringer plaatsingswerkstation worden gevoerd.

33. Werkwijze volgens conclusie 31 of 32, waarbij: — het vervaardigen van het veelvoud aan composiet stringers het vormen van bladen op de composiet stringers bevat; en — het plaatsen van de composiet stringers het zodanig plaatsen van de composiet stringers bevat dat de bladen in hoofdzaak parallel zijn.

34. Werkwijze volgens één der conclusies 31 — 33, verder omvattende: — het synchroniseren van het bewegen van de mandrels door het stringer plaatsingswerkstation met het aanvoeren van de composiet stringers van de stringer aanvoerlijn naar het stringer plaatsingswerkstation, waarbij het synchroniseren bij voorkeur bevat: — het van de stringer aanvoerlijn naar het stringer plaatsingswerkstation aanvoeren van de composiet stringers; en — het volgens de takt tijden uitvoeren van door het stringer plaatsingswerkstation bewegen van de mandrel en aanvoeren van de composiet stringers.

35. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende: — het in de productielijn door ten minste twee stringer plaatsingswerkstations bewegen van de mandrels; — het op de composiet vleugelhuiden plaatsen van de composiet stringers als de mandrels door elk van de stringer plaatsingswerkstations bewegen; en — het naar elk van de ten minste twee stringer plaatsingswerkstation aanvoeren van de composiet stringers.

36. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het plaatsen van de composiet stringers het op de composiet vleugelhuiden plaatsen van secties van de composiet stingers en het met elkaar verbinden van de secties bevat.

37. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het plaatsen van de composiet stringers wordt uitgevoerd met behulp van oppak- en plaatsingsinrichtingen.

38. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de stringers stringers voorvormen zijn.

39. Werkwijze volgens conclusie 38, waarbij het plaatsen van de stringer voorvormen bevat:

— het simultaan op de composiet vleugelhuiden plaatsen van alle stringer voorvormen in het stringer plaatsingswerkstation in de productielijn; of — het op de composiet vleugelhuiden plaatsen van een deel van de stringer voorvormen in een veelvoud aan stringer plaatsingswerkstations in de productielijn; of — het op de composiet vleugelhuiden plaatsen van secties van de stringer voorvormen in een veelvoud aan stringer plaatsingswerkstations in de productielijn.

40. Werkwijze volgens conclusie 39, waarbij het plaatsen van de stringer voorvormen het opvolgend op de composiet vleugelhuiden plaatsen van de stringer voorvormen in een langs- asrichting van de composiet vleugelhuid of een spanrichting van de composiet vleugelhuid bevat.

41. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de stringers reeksen van stringers of stringer voorvormen op een stringer aanvoerlijn zijn, waarbij elk van de reeksen van stringer voorvormen met één van de verschillende vleugelhuiden geassocieerd is, waarbij het naar een stringer plaatsingswerkstation in de prodactielijn aanvoeren van de reeksen van stringer voorvormen zodanig is dat de reeksen van stringer voorvormen precies-op-tijd voor het op een composiet vleugelhuid plaatsen aankomen bij het stringer plaatsingswerkstation.

42. Werkwijze volgens conclusie 41, waarbij het aanvoeren van de reeksen van stringer voorvormen het serieel in een vooraf bepaalde volgorde langs de aanvoerlijn aanvoeren van de reeksen van de stringer voorvormen bevat zodat de reeksen van stringer voorvormen in een vooraf bepaalde volgorde bij het stringer plaatsingswerkstation aankomen.

43. Werkwijze volgens conclusie 41, waarbij het plaatsen van de reeksen van stringer voorvormen het individueel of simultaan plaatsen van de stringer voorvormen in elk van de reeksen bevat.

44. Werkwijze volgens één der conclusies 38 — 43, waarbij elk van de stringer voorvormen een base heeft die is ingericht voor het overeenkomen met een contour van de composiet vleugelhuid, en waarbij het plaatsen van een eerste groep van composiet stringer voorvormen het oppakken van elk van de composiet stringers en het plaatsen van de basis van de composiet stringer voorvorm op de composiet vleugelhuid bevat.

45. Vleugelpaneel voor een vliegtuig, omvattende: — een paar composiet vleugelhuiden; en

— een veelvoud aan composiet stringers die geplaatst zijn tussen en verbonden zijn met de composiet vleugelhuiden, waarbij de composiet stringers stringerbladen bevatten die zich in hoofdzaak parallel aan elkaar uitstrekken.

46. Vleugelpaneel volgens conclusie 45, waarbij: — de composiet vleugelhuiden in een spanrichting van het vleugelpaneel een lengte hebben, en waarbij de composiet stringers zich in hoofdzaak over de lengte van de composiet vleugelhuiden uitstrekken; en/of — de composiet vleugelhuiden in een langs-asrichting van het vleugelpaneel een breedte hebben, en de composiet stringers zich in hoofdzaak over de breedte van de composiet vleugelhuiden uitstrekken.

47. Vleugelpaneel volgens conclusie 45 of 46, waarbij ten minste een deel van de composiet stringers een veelvoud aan met elkaar verbonden secties bevat die zich in de spanrichting van het vleugelpaneel uitstrekken.

48. Vleugelpaneel volgens conclusie 45 — 47, waarbij: — de composiet vleugelhuiden een contour bevatten; — de composiet stringers een basis bevatten die overeenkomt met de contour, en — een blad, waarbij de bladen zich in hoofdzaak parallel aan elkaar uitstrekken,

49. Vleugelhuid of vleugelpaneel voor een vliegtuig vervaardigd met werkwijze volgens één van de conclusies 15 — 44.