NL2026501B1 - Conveniently fixed roller blind and fixing device thereof - Google Patents
Conveniently fixed roller blind and fixing device thereof Download PDFInfo
- Publication number
- NL2026501B1 NL2026501B1 NL2026501A NL2026501A NL2026501B1 NL 2026501 B1 NL2026501 B1 NL 2026501B1 NL 2026501 A NL2026501 A NL 2026501A NL 2026501 A NL2026501 A NL 2026501A NL 2026501 B1 NL2026501 B1 NL 2026501B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- chamber
- opening
- embedding
- convex
- column
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/24—Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
- E06B9/40—Roller blinds
- E06B9/42—Parts or details of roller blinds, e.g. suspension devices, blind boxes
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/24—Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
- E06B9/40—Roller blinds
- E06B9/42—Parts or details of roller blinds, e.g. suspension devices, blind boxes
- E06B9/50—Bearings specially adapted therefor
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/56—Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor
- E06B9/60—Spring drums operated only by closure members
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
Claims (13)
1. Gemakkelijk vast te zetten rolgordijn (2), omvattend: een omhullingsbuis (3); een assamenstel (4), geïnstalleerd in één uiteinde van de omhullingsbuis (3); een vastzetinrichting (5), geïnstalleerd in een ander uiteinde van de omhullingsbuis (3) dat tegenover het assamenstel (4) is gelegen; een terugtrekbare inrichting (6), geïnstalleerd in de omhullingsbuis (3) en gelegen tussen het assamenstel (4) en de vastzetinrichting (5); twee vastzetsteunen (7), overeenkomstig gelegen ten opzichte van elkaar en vastgezet aan twee zijden boven een venster, en waarbij de twee vastzetsteunen (7) axiaal zijn verbonden met een derde vastzetkolom (41) van het assamenstel (4) respectievelijk de vastzetinrichting (5), waarbij ieder van de twee vastzetsteunen (7) een vastzetlichaam (71) omvat dat is geïnstalleerd aan een zijde boven het venster, en een verticaal lichaam (72) dat is verbonden met een benedenuiteinde van het vastzetlichaam (71), en waarbij het verticale lichaam (72) een doorgaand gat (724) omvat dat is verschaft om de derde vastzetkolom (41) en één uiteinde van de vastzetinrichting (5} daardoorheen te laten gaan en te doen positioneren; en een gordijndoek (8), gewikkeld rond een buitenomtrek van de omhullingsbuis (3) waarin de terugtrekbare inrichting (6) is geïnstalleerd; waarbij de vastzetinrichting (5) omvat: een ashuisbedekking (51), omvattend een bedekkingsflens (511) met een eerste opening (512), een convex verbindingsgedeelte (513) dat zich uitstrekt vanuit één zijde van de bedekkingsflens (511) en een tweede opening (514) omvat die communiceert met de eerste opening (512), ten minste twee snapgedeelten (515) die zich uitstrekken vanuit één zijde van de bedekkingsflens (511) en respectievelijk omvattend een elastisch snapbevestigingsorgaan dat verbinding maakt met een buitenomtrek van het convexe verbindingsgedeelte (513), een veelheid van eerste inbeddingsstaven (517) die op afstand van elkaar zijn gelegen en stuiten op een stuitlichaam (516) dat is gelegen op een binnenomtrek van het convexe verbindingsgedeelte (513), en waarbij ieder van de veelheid van de eerste inbeddingsstaven (517) een eerste inbeddingsgroef (518) omvat; een drukstomp (52), omvattend een eerste vastzetkolom (521) die zich uitstrekt door de ashuisbedekking (51) en is ingebracht in het doorgaande gat (724) om te worden gepositioneerd, een uitstekende staaf die zich uitstrekt vanuit de één uiteinde van de eerste vastzetkolom (521) en een derde opening (523) omvat en is gevormd met een eerste kamer (524) daarbinnen, en een veelheid van tweede inbeddingsstaven (525) die op afstand van elkaar zijn gelegen op een buitenomtrek van een achtergedeelte van de uitstekende staaf (522), waarbij een veelheid van tweede inbeddingsgroeven (526) voor inbedding met de veelheid van eerste inbeddingsstaven (517) respectievelijk is gevormd tussen de veelheid van tweede inbeddingsstaven (525) en respectievelijk stuit op het stuitlichaam (516);
een veer (53), waarbij één uiteinde van de veer (53) is ingebracht in de eerste kamer (524) en is gelegen aan een bovenuiteinde van de eerste kamer (5624), en de veer (53) uitzet en samentrekt binnen de eerste kamer (524); een veerdempingshuls (54), omvattend een buitenhuls (541) die is samengebouwd aan een uiteinde van de drukstomp (52) en een vierde opening (542) omvat, en een tweede kamer (545) die communiceert met de vierde opening (542), waarbij een uiteinde van de tweede kamer (545) is verschaft voor het ontvangen van een ander uiteinde van de veer (53), en een veelheid van derde inbeddingsstaven (548) is gelegen op een binnenomtrek van de tweede kamer (545) op intervallen om te worden ingebed met de veelheid van tweede inbeddingsgroeven (526), en een veelheid van derde inbeddingsgroeven (547) respectievelijk is gevormd tussen de veelheid van derde inbeddingsstaven (548) om te worden ingebed met de veelheid van tweede inbeddingsstaven (525), en een convex stuitgedeelte (543) zich uitstrekt vanuit een uiteinde van de buitenhuls (541), en een tweede vastzetkolom (544) grenst aan het convexe stuitgedeelte (543) en zich uitstrekt in een tegengestelde richting ten opzichte van het uiteinde van de buitenhuls (541); een dempingsring (55) die is vastgezet op een buitenomtrek van het convexe stuitgedeelte (543) en stuit op het uiteinde van de buitenhuls (541), en waarbij de dempingsring (55) een afdichting vormt met een inwendig benedenuiteinde van een veiligheidsstomp-ashuis (56); en waarbij het veiligheidsstomp-ashuis (56) een convex stoporgaan (561) omvat, samengebouwd aan één uiteinde van de veerdempingshuls (54) en omvattend een vijfde opening (562), en een as-buitenhuls (563) die zich uitstrekt van één uiteinde van het convexe stoporgaan (561) waarbij het convexe stoporgaan (561) is gevormd met een derde kamer (564) vanuit de vijfde opening (582) en als een huls om de bedekkingsflens (511) is gelegen, een eerste stuitgedeelte (565) gevormd vanaf een benedenuiteinde van de derde kamer (564) om de bedekkingsflens (511) daarop te laten stuiten, en een veelheid van snapgroeven (5651), ingericht op intervallen en gevormd op het eerste stuitgedeelte (665) om in aangrijping te zijn met de snapgedeelten (515), en waarbij de buiten-ashuls (563) een vierde kamer (566) omvat, waarbij een tweede stuitgedeelte (567) is gevormd vanuit een uiteinde van de vierde kamer (566), en een zesde opening (568) zich uitstrekt vanaf een uiteinde van het tweede stuitgedeelte (567), en waarbij een vierde kamer (566) communiceert met de vijfde opening (562), en het convexe verbindingsgedeelte (513) is geplaatst in de vierde kamer (566) om de snapgedeelten (515) en de snapgroeven (5651) met elkaar in aangrijping te laten komen, en de bedekkingsflens (511) te laten inbedden in de derde kamer (564) en te stuiten tegen het eerste stuitgedeelte (565), en de dempingsring (55) stuit tussen het tweede stuitgedeelte (567) en één uiteinde van de buitenhuls (541) teneinde een toestand van nauwe sluiting te verkrijgen, en de zesde opening (568) is verschaft om het convexe stuitgedeelte (543) en de tweede vastzetkolom (544) daardoorheen te laten gaan, en de drukstomp (52) door de veer (53) heen en weer wordt bewogen binnen de tweede kamer (545), en op de drukstomp (52) druk worden uitgeoefend om het gemakkelijk vast te zetten rolgordijn (2) te kunnen samenbouwen en vastzetten door middel van de twee vastzetsteunen (7).
2. Gemakkelijk vast te zetten rolgordijn (2) volgens conclusie 1, waarbij de eerste inbeddingsgroeven (518) respectievelijk communiceren met de tweede opening (514), en een binnendiameter van de tweede opening (514) groter is dan een binnendiameter van de eerste opening (512).
3. Gemakkelijk vast te zetten rolgordijn (2) volgens conclusie 1, waarbij de eerste vastzetkolom (521) een vierkante kolom is, en de eerste vastzetkolom {521) en een voorgedeelte van de uitstekende staaf (522) door de tweede opening (514) gaan teneinde de eerste opening (512) te bereiken, en de derde vastzetkolom (41) een vierkante kolom is, en de doorgaande gaten (724) van de twee vastzetsteunen (7) vierkante gaten zijn overeenkomstig de vormen van de eerste vastzetkolom (521) en de derde vastzetkolom (41).
4. Gemakkelijk vast te zetten rolgordijn (2) volgens conclusie 1, waarbij een uiteinde van de tweede kamer (545) van de buitenhuls (541) is voorzien van een uitstekend gedeelte (5451) en een ringvormige groef (5452) is gelegen op een buitenomtrek van het uitstekende gedeelte (5451) en een ander uiteinde van de veer (53) wordt ontvangen in de ringvormige groef (5452) en vastgezet op de buitenomtrek van het uitstekende gedeelte (5451), en de tweede vastzetkolom (544) is voorzien van een tweede perforatie (548) voor een daarin in te brengen vastzetorgaan.
5. Gemakkelijk vast te zetten rolgordijn (2) volgens conclusie 1, waarbij een buitendiameter van de buitenhuls (541) kleiner is dan een buitendiameter van het convexe stoporgaan (561), een binnendiameter van de vierde kamer (566) kleiner is dan een binnendiameter van de derde kamer (564), en een binnendiameter van het tweede stuitgedeelte (567) kleiner is dan een binnendiameter van de vierde kamer (566).
6. Gemakkelijk vast te zetten rolgordijn (2) volgens conclusie 1, waarbij een eerste perforatie (527) is verschaft op een buitenomtrek van een voorgedeelte van de uitstekende staaf (522), en de vastzetinrichting (5) verder een veiligheidspen (57) omvat die een elastisch gedeelte (571) omvat dat men terugtrekt en inbrengt in de eerste perforatie (527) en dan laat terugveren, een terugtrekbaar gedeelte (572) dat elastisch is en is gebogen vanaf een bovenuiteinde van het elastische gedeelte (571) en gepositioneerd, en een vastzetring (573) die is gelegen aan een ander uiteinde van het elastische gedeelte (571), en waarbij het terugtrekbare gedeelte (572) is gebogen in een driehoekige vorm en een uiteinde omvat dat in staat is terugtrekbaar te worden ingebracht in een hol gedeelte aan de bovenuiteinde van het elastische gedeelte (571) om te worden gepositioneerd, en een breedte tussen een bovenuiteinde en een benedenuiteinde van de driehoekige vorm van het terugtrekbare gedeelte (572) groter is dan een buitendiameter van het elastische gedeelte (571), en de vastzetring (573) is verschaft om een trekring (574) daardoorheen te laten gaan en te doen vastzetten.
7. Gemakkelijk vast te zetten rolgordijn (2) volgens conclusie 1, waarbij het vastzetlichaam (71) van ieder van de twee vastzetsteunen (7) is voorzien van een loodrecht orgaan (711) dat een veelheid van vastzetgaten (712, 713) omvat op een horizontaal gedeelte en een longitudinaal gedeelte daarvan, en het loodrechte orgaan (711) binnenwaarts is gebogen aan een benedenuiteinde van het longitudinale gedeelte, en het verticale lichaam (72) is voorzien van een verbindingsgedeelte (721) dat is verbonden met het benedenuiteinde van het longitudinale gedeelte van het loodrechte orgaan (711), en een geleidegedeelte (722) dat zich benedenwaarts uitstrekt vanaf een benedenuiteinde van het verbindingsgedeelte (721) en het geleidegedeelte (722) verdiept is met twee groeven (723) respectievelijk aan beide zijden nabij een benedenuiteinde teneinde mogelijk te maken dat het gemakkelijk vast te zetten rolgordijn (2) tijdelijk wordt geplaatst, en het geleidegedeelte (722) is voorzien van het doorgaande gat (724) tussen de twee groeven (723), en het doorgaande gat (724) is verschaft om de eerste vastzetkolom (521) en de derde vastzetkolom (41) daardoorheen te laten gaan en te doen positioneren, en het geleidegedeelte (722) is voorzien van een geleidegroef (725) die buitenwaarts is gebogen aan het benedenuiteinde daarvan teneinde mogelijk te maken dat de eerste vastzetkolom (521) en de derde vastzetkolom (41) vanuit de geleidegroef (725) naar het doorgaande gat (724) worden geleid om te worden gepositioneerd.
8. Vastzetinrichting (5), omvattend: een ashuisbedekking (51), omvattend een bedekkingsflens (511) met een eerste opening (512), een convex verbindingsgedeelte (513) dat zich uitstrekt vanaf één zijde van de bedekkingsflens (511) en omvattend een tweede opening (514) die communiceert met de eerste opening (512), ten minste twee snapgedeelten (515) die zich uitstrekken vanaf één zijde van de bedekkingsflens (511) en respectievelijk omvatten: een elastisch snapbevestigingsorgaan dat verbinding maakt met een buitenomtrek van het convexe verbindingsgedeelte (513), een veelheid van eerste inbeddingsstaven (517), die op afstand van elkaar gelegen en stuiten op een stuitlichaam (516) dat is gelegen op een binnenomtrek van het convexe verbindingsgedeelte (513), en waarbij ieder van de veelheid van eerste inbeddingsstaven (517) een eerste inbeddingsgroef (518) omvat; een drukstomp (52), omvattend een eerste vastzetkolom (521) die door de ashuisbedekking (51) gaat, een uitstekende staaf (522) die zich uitstrekt vanuit één uiteinde van de eerste vastzetkolom (521) en een derde opening (523) omvat en is gevormd met een eerste daarbinnen gelegen kamer (524), en een veelheid van tweede inbeddingsstaven (525) die op afstand van elkaar zijn gelegen op een buitenomtrek van een achtergedeelte van de uitstekende staaf, waarbij een veelheid van tweede inbeddingsgroeven (526) voor inbedding met de veelheid van eerste inbeddingsstaven (517) respectievelijk is gevormd tussen de veelheid van tweede inbeddingsstaven (525) en respectievelijk stuit op het stuitlichaam (516); een veer (53), waarbij één uiteinde van de veer (53) is ingebracht in de eerste kamer (524) en is gelegen aan een bovenuiteinde van de eerste kamer (524), en de veer (53) uitzet en samentrekt binnen de eerste kamer (524); een veerdempingshuls (54), omvattend een buitenhuls (541) die is samengebouwd aan een uiteinde van de drukstomp (52) en die een vierde opening (542) en een tweede kamer (545) die communiceert met de vierde opening (542) omvat, waarbij een uiteinde van de tweede kamer (545) is verschaft voor het ontvangen van een ander uiteinde van de veer (53), en een veelheid van derde inbeddingsstaven (548) is gelegen op een binnenomtrek van de tweede kamer (545) op intervallen om met de veelheid van tweede inbeddingsgroeven (5286) te zijn ingebed, en een veelheid van derde inbeddingsgroeven (547) respectievelijk is gevormd tussen de veelheid van derde inbeddingsstaven (546) om met de veelheid van tweede inbeddingsstaven (525) te zijn ingebed, en een convex stuitgedeelte (543) zich uitstrekt vanaf een uiteinde van de buitenhuls (541), en een tweede vastzetkolom (544) grenst aan het convexe stuitgedeelte (543) en zich uitstrekt in een tegengestelde richting ten opzichte van het uiteinde van de buitenhuls (541); een dempingsring (55) is vastgezet op een buitenomtrek van het convexe stuitgedeelte (543) en stuit op het uiteinde van de buitenhuls (541), en waarbij de dempingsring (55) een afdichting vormt met een inwendig benedenuiteinde van een veiligheidsstomp-ashuis (56); en waarbij het veiligheidsstomp-ashuis (56) een convex stoporgaan (561) omvat dat is samengebouwd aan één uiteinde van de veerdempingshuls (54) en een vijfde opening (582) omvat, en een as-buitenhuls (583) die zich uitstrekt vanaf één uiteinde van het convexe stoporgaan (561), waarbij het convexe stoporgaan (561) is gevormd met een derde kamer (564) vanuit de vijfde opening (562) en als een huls om de eerste bedekkingsflens (511) is gelegen, een eerste stuitgedeelte (565) gevormd vanaf een benedenuiteinde van de derde kamer (564) om de bedekkingsflens (511) daarop te laten stuiten, en een veelheid van snapgroeven (5651), ingericht op intervallen en gevormd op het eerste stuitgedeelte (665) om in aangrijping te zijn met de snapgedeelten (515), en waarbij de as-buitenhuls (583) omvat: een vierde kamer (5686), een tweede stuitgedeelte (567) dat is gevormd vanuit een uiteinde van de vierde kamer (566), en een zesde opening (568) die zich uitstrekt vanaf een uiteinde van het tweede stuitgedeelte (567), en waarbij de vierde kamer (566) communiceert met de vijfde opening (562), en het convexe verbindingsgedeelte (513) is geplaatst in de vierde kamer (566) teneinde mogelijk te maken dat de snapgedeelten (515) en de snapgroeven (5651) met elkaar in aangrijping worden gebracht, en mogelijk te maken dat de bedekkingsflens (511) wordt ingebed in de derde kamer (564) en stuit tegen het eerste stuitgedeelte (565), en de dempingsring (55) stuit tussen het tweede stuitgedeelte (567) en één uiteinde van de buitenhuls (541) teneinde een toestand van nauwe sluiting te verkrijgen, en de zesde opening (568) is verschaft om het convexe stuitgedeelte (543) en de tweede vastzetkolom (544) daardoorheen te laten gaan.
9. Vastzetinrichting (5) volgens conclusie 8, waarbij de eerste inbeddingsgroeven (518)
respectievelijk communiceren met de tweede opening (514), en een binnendiameter van de tweede opening (514) groter is dan een binnendiameter van de eerste opening (512).
10. Vastzetinrichting (5) volgens conclusie 8, waarbij de eerste vastzetkolom (521) een vierkante kolom is, en de eerste vastzetkolom (521) en een voorgedeelte van de uitstekende staaf (522) door de tweede opening (514) gaan teneinde de eerste opening (512) te bereiken.
11. Vastzetinrichting (5) volgens conclusie 8, waarbij een uiteinde van de tweede kamer (545) van de buitenhuls (541) is voorzien van een uitstekend gedeelte (5451) en een ringvormige groef (5452) die gelegen is op een buitenomtrek van het uitstekende gedeelte (5451), en een ander uiteinde van de veer (53) wordt ontvangen in de ringvormige groef (5452) en vastgezet op de buitenomtrek van het uitstekende gedeelte (5451) en de tweede vastzetkolom (544) is voorzien van een tweede perforatie (548) voor een daarin in te brengen vastzetorgaan.
12. Vastzetorgaan (5) volgens conclusie 8, waarbij een buitendiameter van de buitenhuls (541) kleiner is dan een buitendiameter van het convexe stoporgaan (561), een binnendiameter van de vierde kamer (566) kleiner is dan een binnendiameter van de derde kamer (564), en een binnendiameter van het tweede stuitgedeelte (567) kleiner is dan een binnendiameter van de vierde kamer (566).
13. Vastzetinrichting (5) volgens conclusie 8, waarbij een eerste perforatie (527) is verschaft op een buitenomtrek van een voorgedeelte van de uitstekende staaf, en de vastzetinrichting (5) verder een veiligheidspen (57) omvat die een elastisch gedeelte (571) omvat dat men terugtrekt en inbrengt in de eerste perforatie (527) en dan laat terugveren, een terugtrekbaar gedeelte (572) dat elastisch is en is gebogen vanaf een bovenuiteinde van het elastische gedeelte (571) en gepositioneerd, en een vastzetring (573), die is gelegen aan een ander uiteinde van het elastische gedeelte (571), en het terugtrekbare gedeelte (572) is gebogen in een driehoekige vorm en een uiteinde omvat dat in staat is terugtrekbaar te worden ingebracht in een holgedeelte aan het bovenuiteinde van het elastische gedeelte (571) om te worden gepositioneerd, en een breedte tussen een bovenzijde en een benedenzijde van de driehoekige vorm van het terugtrekbare gedeelte (572) groter is dan een buitendiameter van het elastische gedeelte (571), en de vastzetring (573) is verschaft om een trekring (574) daardoorheen te laten gaan en te doen vastzetten.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2026501A NL2026501B1 (en) | 2020-09-18 | 2020-09-18 | Conveniently fixed roller blind and fixing device thereof |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2026501A NL2026501B1 (en) | 2020-09-18 | 2020-09-18 | Conveniently fixed roller blind and fixing device thereof |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2026501B1 true NL2026501B1 (en) | 2022-05-23 |
Family
ID=81707823
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2026501A NL2026501B1 (en) | 2020-09-18 | 2020-09-18 | Conveniently fixed roller blind and fixing device thereof |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2026501B1 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US20220025699A1 (en) * | 2020-07-27 | 2022-01-27 | Eastern Metal Supply Inc. | Torsion spring adjuster |
-
2020
- 2020-09-18 NL NL2026501A patent/NL2026501B1/en active
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US20220025699A1 (en) * | 2020-07-27 | 2022-01-27 | Eastern Metal Supply Inc. | Torsion spring adjuster |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US11371283B2 (en) | Conveniently fixed roller blind and fixing device thereof | |
US9816300B2 (en) | Sash window restrictor | |
CA2244352C (en) | Lock and tilt latch for sliding windows | |
NL2026501B1 (en) | Conveniently fixed roller blind and fixing device thereof | |
US9157274B2 (en) | Window covering | |
US20190078382A1 (en) | Retractable Safety Gate | |
US10012020B2 (en) | Bi-directional clutch with return feature | |
TW202204758A (zh) | 方便固定的捲簾及其固定裝置 | |
JP2010510408A (ja) | ブラインド及びそれの構成要素 | |
US8136568B2 (en) | Retractable arched window covering | |
US7765741B2 (en) | Movable light latch | |
KR200389392Y1 (ko) | 개폐식 방충망의 핸들 잠금장치 | |
GB2598928A (en) | Conveniently fixed roller blind and fixing device thereof | |
CA3093593C (en) | Draw bar and brake arrangement for a draw bar | |
CN114059908B (zh) | 方便固定的卷帘及其固定装置 | |
US4601319A (en) | Installation hardware for venetian blind in a van window frame | |
US20160090778A1 (en) | Endless loop cord safety device | |
JP4047196B2 (ja) | シャッター装置の施錠装置 | |
KR101234386B1 (ko) | 일체로 개/폐가능하게 연동되는 미서기 창호의 이중창 구조 | |
CN107719247A (zh) | 一种无缝可折叠遮物帘的锁舌固定机构 | |
NL2033300B1 (en) | Roll-up control device for roller shade | |
FR2978189A1 (fr) | Serrure automatique, pene rotatif | |
US2830465A (en) | Lock type connector for storm sash | |
TWI657187B (zh) | 彈簧式窗扇定位裝置 | |
KR20130114878A (ko) | 방범 및 방충 창호 |