NL2024557B1

NL2024557B1 - PROCEDURE INSULATING A CONSTRUCTIVE SPACE PART OF A BUILDING, OUTDOOR FAADE PLATE AND INSULATION PLATE

Info

Publication number: NL2024557B1
Application number: NL2024557A
Authority: NL
Inventors: Henricus Maria Te Brake Andreas
Original assignee: Henricus Maria Te Brake Andreas
Priority date: 2019-12-23
Filing date: 2019-12-23
Publication date: 2021-09-02

Abstract

De aanvraag heeft betrekking op een werkwijze voor het isoleren van een constructief ruimtebegrenzingsonderdeel van een gebouw, omvattende de stappen: 5 - het verschaffen van een of meer plaatvormige elementen met een eerste kant en een tweede kant, waarbij de eerste kant bestand is tegen weersinvloeden; - het op afstand plaatsen van de eerste kant van een plaatvormig element op een vooraf bepaalde vaste afstand van een oppervlak van het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel, zodanig dat er één of meer vulruimtes overblijven 10 tussen het plaatvormig element en het oppervlak van het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel, en - het vastzetten van het plaatvormige element aan het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel door het vullen van de één of meer vulruimtes met een 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren. Met 15 deze werkwijze is het mogelijk om bestaande muur te voorzien van een nieuw buitenblad en een Iaag isolatiemateriaal zonder gaten en kieren.The application relates to a method for insulating a constructive space-defining part of a building, comprising the steps of: 5 - providing one or more plate-shaped elements with a first side and a second side, the first side being resistant to weather influences; - spacing the first side of a plate-shaped element at a predetermined fixed distance from a surface of the constructive space-delimiting part, such that one or more filling spaces remain between the plate-shaped element and the surface of the constructive space-delimiting part, and - securing the plate-shaped element to the structural space-delimiting member by filling the one or more filling spaces with a 2 or more components that react together to form a solid insulating foam. With this method it is possible to provide an existing wall with a new outer leaf and a layer of insulating material without holes and chinks.

Description

PROCEDURE INSULATING A CONSTRUCTIVE SPACE PART OF A BUILDING, OUTDOOR PLATE AND INSULATION PLATE

TECHNISCH GEBIED De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het isoleren van een constructief ruimtebegrenzingsonderdeel van een gebouw. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het isoleren van een constructieve muur van een bestaand gebouw. Verder heeft de uitvinding betrekking op een buitenplaat en isolatieplaat voor gebruik in genoemde werkwijze.TECHNICAL FIELD The invention relates to a method for insulating a structural space-limiting part of a building. In particular, the invention relates to a method for insulating a structural wall of an existing building. Furthermore, the invention relates to an outer plate and insulation plate for use in said method.

ACHTERGROND In gevallen waarin constructieve ruimtebegrenzingsonderdelen van gebouwen zoals de dragende muren van huizen, kantoorgebouwen of andere gebouwen waarin in een afgesloten ruimte is, aan de buitenzijde geïsoleerd dient te worden, worden aan de buitenzijde traditioneel de isolatieplaten aan de constructieve ondergronden van het onroerend goed verlijmd of vast geschroefd. Gewoonlijk bestaan de ruimtebegrenzingsonderdelen uit steenachtige materialen zoals beton, metselwerk, kalkzandsteen natuursteen, tegel- of stucwerk, maar kunnen mogelijk ook uit hout of staal bestaan. Indien op de isolatieplaat geen weerbestendig “Nieuw buitenblad” aanwezig is wordt aan de buitenzijde vaak een stuclaag of een laag steenstrips aangebracht. Ook kan er een nieuwe muur gemetseld worden om de isolatieplaat te beschermen tegen weersinvloeden, mechanische beschadiging. Dit alles ook vaak om een mooi aanblik of aanzicht van het gebouw te krijgen. De naden tussen de isolatieplaten worden gewoonlijk middels een bewapeningsnet dat op de isolatieplaten wordt verlijmd verstevigd, om scheurvorming in het nieuw aan te brengen stucwerk of tussen steenstrips te voorkomen. De kans op het ontstaan van kiervorming tussen de isolatieplaten blijft echter aanwezig door werking in de muur die ontstaat door de weersinvloeden. Deze traditionele werkwijze is arbeidsintensief en dus relatief kostbaar. Door kiervorming tussen isolatieplaten is het geheel niet luchtdicht. Dit bevordert convectie tussen de isolatieplaten waardoor er onnodig warmteverlies is. De schroeven met isolatiepluggen die voor de bevestiging gebruikt worden zijn vaak betere warmte/kou geleiders en daardoor veel slechter isolerend dan het aangebrachte isolatie materiaal waardoor er isolatiewaarde verloren gaat vanwege de zogenaamde koude bruggen dwars door de isolatielaag heen. De stevigheid van de bevestiging van de isolatieplaten op de constructieve ondergrond wordt beperkt tot het aantal schroeven dat wordt gebruikt of het aantal lijm punten die aangebracht worden op de isolatieplaat, waardoor bij hogere gebouwen er steeds meer schroeven of lijm punten gebruikt moeten worden om de invloeden van de wind te kunnen weerstaan. Het is ook mogelijk dat deze manier van isoleren niet meer is toegestaan boven een bepaalde hoogte omdat de wind op de panelen te veel kracht uitoefent waardoor deze los kunnen komen. De isolatieplaten worden vaak terplekke op maat gezaagd voor hoeken en uitsparingen zoals ramen en deuren. Hierdoor ontstaat bouwafval. Daar komt nog bij dat de aansluiting rondom kozijnen en uitsparingen die vaak uitgezaagd worden, meestal niet strak aansluiten waardoor luchtspleten ontstaan. Om toch een goede aansluiting te krijgen wordt vervolgens meestal gebruik gemaakt van andere isolatie materialen en afdicht materialen. Indien een nieuwe muur om de isolatie heen gemetseld wordt is gewoonlijk een verbreding en/of verzwaring van de fundering nodig. Hierdoor stijgen de kosten voor het isoleren van een muur.BACKGROUND In cases where structural space delimiting parts of buildings, such as the load-bearing walls of houses, office buildings or other buildings in which there is a closed space, have to be insulated on the outside, the insulation boards are traditionally glued to the structural substrates of the property on the outside. or screwed down. Usually the space-limiting parts consist of stone-like materials such as concrete, masonry, sand-lime stone, natural stone, tile or stucco, but may also consist of wood or steel. If there is no weather-resistant “New outer sheet” on the insulation board, a layer of plaster or a layer of brick slips is often applied on the outside. A new wall can also be built to protect the insulation board against weather influences and mechanical damage. All this often to get a nice view or view of the building. The seams between the insulation boards are usually reinforced by means of a reinforcement net that is glued to the insulation boards, in order to prevent cracks from forming in the newly installed stucco or between brick slips. However, the risk of gaps forming between the insulation boards remains due to action in the wall caused by the weather. This traditional method is labour-intensive and therefore relatively expensive. The whole is not airtight due to gaps between insulation boards. This promotes convection between the insulation boards, resulting in unnecessary heat loss. The screws with insulating plugs that are used for fastening are often better heat/cold conductors and therefore much less insulating than the applied insulating material, so that insulation value is lost due to the so-called cold bridges right through the insulation layer. The strength of the fastening of the insulation boards to the constructive substrate is limited to the number of screws that are used or the number of glue points that are applied to the insulation board, so that in higher buildings more and more screws or glue points have to be used to prevent the influences. to withstand the wind. It is also possible that this method of insulation is no longer allowed above a certain height because the wind exerts too much force on the panels, which can cause them to come loose. The insulation boards are often cut to size on site for corners and recesses such as windows and doors. This creates construction waste. In addition, the connection around frames and recesses that are often sawn out, usually do not fit tightly, causing air gaps. In order to get a good connection, other insulation materials and sealing materials are usually used. If a new wall is built around the insulation, a widening and/or reinforcement of the foundation is usually necessary. This increases the cost of insulating a wall.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Een doel van de uitvinding is te voorzien in een innovatieve werkwijze voor het isoleren van een constructief ruimtebegrenzingsonderdeel van een gebouw die ten minste één van de hiervoor genoemde tekortkomingen verhelpt. Volgens een aspect van de onderhavige technologie wordt dit doel bereikt door een werkwijze voor het isoleren van een constructief ruimtebegrenzingsonderdeel van een gebouw met de kenmerken van conclusie 1. Voordelige uitvoeringsvormen en verdere manieren om de huidige technologie uit te voeren kunnen worden bereikt door de maatregelen die worden genoemd in de afhankelijke conclusies.SUMMARY OF THE INVENTION An object of the invention is to provide an innovative method for insulating a structural space-limiting part of a building that overcomes at least one of the aforementioned shortcomings. According to one aspect of the present technology, this object is achieved by a method of insulating a structural space-confining member of a building having the features of claim 1. Advantageous embodiments and further ways of implementing the present technology can be achieved by the measures are mentioned in the dependent claims.

Een werkwijze voor het isoleren van een constructief ruimtebegrenzingsonderdeel van een gebouw omvat de stappen: - het verschaffen van een of meer plaatvormige elementen met een eerste kant en een tweede kant, waarbij de plaatvormige elementen zelfstandig ongeschikt zijn voor het bouwen van een constructief ruimtebegrenzingsonderdeel, de eerste kant gevormd wordt door een buitenbladlaag die bestand is tegen weersinvloeden; - het op afstand plaatsen van de eerste kant van een plaatvormig element op een vooraf bepaalde vaste afstand van een oppervlak van het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel, zodanig dat er één of meer vulruimtes overblijven tussen het plaatvormig element en het oppervlak van het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel, en - het vastzetten van het plaatvormige element aan het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel door het vullen van de één of meer vulruimtes met een 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren.A method for insulating a constructive space-delimiting part of a building comprises the steps: - providing one or more plate-shaped elements with a first side and a second side, wherein the plate-shaped elements are independently unsuitable for building a constructive space-delimiting part, the first side is formed by an outer leaf layer that is resistant to weather influences; - spacing the first side of a plate-shaped element at a predetermined fixed distance from a surface of the constructive space-delimiting part, such that one or more filling spaces remain between the plate-shaped element and the surface of the constructive space-delimiting part, and - the securing the plate-shaped element to the structural space-limiting member by filling the one or more filling spaces with 2 or more components which react together to form a solid insulating foam.

Het idee achter de uitvinding is om een bestaande buitenmuur te isoleren en te voorzien van een “nieuw” buitenblad zonder dat de fundering van de bestaande buitenmuur uitgebreid moet worden om het gewicht van het “nieuw” buitenblad te kunnen dragen. 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren worden gebruikt om een relatief licht en dun buitenblad stevig aan de constructieve muur of afgrenzing van een ruimte te binden. De isolatielaag van vast isolatieschuim en het “nieuw” buitenblad vormen één geheel met de constructieve muur. De isolatielaag kan uit één geheel bestaan en hecht aan een groot oppervlak van de bestaande muur en het element met het “nieuw” buitenblad, waardoor de kans op ontstaan van luchtspleten door het isolatiemateriaal heen aanzienlijk verminderd. De 2 of meer componenten worden tegelijkertijd in de vulruimtes gegoten of gespoten met een 2 of meer componenten spuit. Tijdens dit spuiten of gieten worden de componenten gemengd en gaan ze met elkaar reageren. Tijdens het reageren expandeert het mengsel en vult het mengsel alle open vulruimtes tussen de muur en het “nieuw” buitenblad. Tevens hecht het mengsel zich aan de wanden van de vulruimtes tussen de materialen. Bij goede toepassing van de 2 of meer componenten reageren de componenten in minder dan 60 seconden tot een vast isolatieschuim dat tevens zorgt dat de materialen stevig aan elkaar vast blijven zitten. Het contactoppervlak van het isolatieschuim met de muur en de andere materialen is relatief groot vergeleken met de toepassing van dotten lijm of ankers voor het vastzetten van platen. Hierdoor worden de trekkrachten die mogelijk werken op het buitenblad zeer goed verdeeld over de verbinding tussen het isolatiemateriaal in de vulruimten en het buitenblad. De verbindingssterkte per cm? tussen de muur en het “nieuw” buitenblad hoeft hierdoor minder te zijn dan wanneer gebruik gemaakt wordt van dotten lijm of ankers. Schroeven of andere lijmen zijn niet nodig om het “nieuw” buitenblad met voldoende sterkte te hechten aan het isolatie materiaal en muur.The idea behind the invention is to insulate an existing outer wall and provide it with a "new" outer leaf without having to expand the foundation of the existing outer wall to be able to bear the weight of the "new" outer leaf. 2 or more components that react together to form a solid insulating foam are used to firmly bond a relatively light and thin outer sheet to the structural wall or boundary of a space. The insulation layer of solid insulation foam and the "new" outer leaf form one whole with the constructive wall. The insulation layer can consist of one piece and adheres to a large surface of the existing wall and the element with the "new" outer leaf, which significantly reduces the risk of air gaps arising through the insulation material. The 2 or more components are simultaneously poured or injected into the filling spaces with a 2 or more component syringe. During this spraying or pouring, the components are mixed and they start to react with each other. During the reaction, the mixture expands and the mixture fills all open filling spaces between the wall and the “new” outer leaf. The mixture also adheres to the walls of the filling spaces between the materials. With proper application of the 2 or more components, the components react in less than 60 seconds to form a solid insulating foam that also ensures that the materials remain firmly attached to each other. The contact area of the insulating foam with the wall and other materials is relatively large compared to the use of dots of glue or anchors for fixing plates. As a result, the tensile forces that may act on the outer leaf are very well distributed over the connection between the insulating material in the filling spaces and the outer leaf. The connection strength per cm? This means that there is less need to be between the wall and the “new” outer leaf than when using dots of glue or anchors. Screws or other adhesives are not necessary to bond the “new” outer sheet with sufficient strength to the insulation material and wall.

Een uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat voor het op afstand plaatsen van de eerste kant van het plaatvormige element een of meer afstandhouders zijn verschaft tussen de buitenbladlaag van het plaatvormige element en het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel. Op deze wijze kan een plaatvormig element op een vooraf bepaalde afstand geplaatst worden van de muur, waardoor de vulruimtes een spleet vormen die breed genoeg zijn om de 2 of meer componenten tot aan het einde van de vulruimte te brengen en small genoeg om geheel uit te harden binnen een gespecificeerde tijd.One embodiment is characterized in that one or more spacers are provided between the outer leaf layer of the plate-shaped element and the structural space-delimiting member for spacing the first side of the plate-shaped element. In this way a plate-shaped element can be placed at a predetermined distance from the wall, whereby the filling spaces form a gap that is wide enough to bring the 2 or more components to the end of the filling space and narrow enough to extend completely. harden within a specified time.

Een uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat de tweede kant van de een of meer plaatvormige elementen de een of meer afstandhouders omvat. Dit heeft als voordeel dat de dimensies van de vulruimtes door het plaatvormig element wordt bepaald waardoor deze voldoen aan de eisen die gesteld worden om op een juiste manier de vulruimtes te vullen met het isolatieschuim. Wanneer het isolatieschuim niet op de juiste manier verhardt, dan is het mogelijk dat het isolatieschuim niet voor voldoende hechting zorgt.An embodiment is characterized in that the second side of the one or more plate-shaped elements comprises the one or more spacers. This has the advantage that the dimensions of the filling spaces are determined by the plate-shaped element, so that they meet the requirements set for filling the filling spaces in the correct manner with the insulating foam. If the insulating foam does not harden properly, it is possible that the insulating foam will not provide sufficient adhesion.

Een uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat elk van de plaatvormige elementen verder een isolatielaag omvat, waarbij de isolatielaag en de buitenbladlaag aan elkaar gehecht zijn en de isolatielaag de tweede kant vormt. Deze eigenschap maakt het mogelijk om een dikkere isolatie laag tussen de muur en de buitenbladlaag toe te passen.An embodiment is characterized in that each of the plate-shaped elements further comprises an insulating layer, wherein the insulating layer and the outer leaf layer are bonded to each other and the insulating layer forms the second side. This property makes it possible to apply a thicker insulation layer between the wall and the outer leaf layer.

Een uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat de afstandhouders van tegen elkaar liggende en geplaatste plaatvormige elementen elkaar niet raken. Wanneer de afstandhouders van twee tegen elkaar liggende elkaar wel zouden raken dan kan er een kier ontstaan door het isolatiemateriaal die loopt van de buitenbladlaag tot aan de muur. Nu dat niet het geval is, grenzen de vulruimtes aan alle afstand bepalende zijkanten van de afstandhouders en zullen na vullen het isolatiemateriaal aan alle zijkanten van de afstandhouders hechten.An embodiment is characterized in that the spacers of plate-shaped elements lying against and placed against each other do not touch each other. If the spacers of two lying against each other do touch each other, a gap can arise through the insulating material that runs from the outer leaf layer to the wall. Since this is not the case, the filling spaces adjoin all distance-determining sides of the spacers and after filling the insulating material will adhere to all sides of the spacers.

Een uitvoeringvorm heeft het kenmerk, dat de een of meer afstandhouders bestaan uit stevig isolatiemateriaal. Door deze eigenschap wordt 5 het ontstaan van koudebruggen door de isolatielaag tussen de buitenbladlaag en muur tegengegaan.An embodiment is characterized in that the one or more spacers consist of sturdy insulating material. Due to this property, the formation of cold bridges through the insulation layer between the outer leaf layer and wall is counteracted.

Een uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat de methode verder omvat: het vastzetten van de afstandhouders op het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel voor het op afstand plaatsen van een plaatvormig element. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat er minder ruimte nodig is om het materiaal dat nodig is om de muur te isoleren op te slaan.An embodiment is characterized in that the method further comprises: fixing the spacers on the structural space-delimiting member for spacing a plate-shaped element. This embodiment has the advantage that less space is required to store the material needed to insulate the wall.

Een voordelige uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren gebruikt wordt voor het vastzetten van de afstandhouders. Door gebruik te maken van isolatieschuim in plaats van dotten lijm krijgt de isolatielaag tussen de buitenbladlaag en muur een homogene isolatiewaarde en structuur.An advantageous embodiment is characterized in that 2 or more components that react together to form a solid insulating foam are used for fixing the spacers. By using insulation foam instead of dots of glue, the insulation layer between the outer leaf layer and wall gets a homogeneous insulation value and structure.

Een uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat de werkwijze verder omvat: het spuiten van één of meer lagen van 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren op het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel tussen de afstandhouders zodanig dat na plaatsing van het plaatvormig element, de één of meer lagen van 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageerden op afstand van de tweede kant van het plaatvormig element liggen om de één of meer vulruimtes vormen, waarbij de afstand bepaald wordt door de chemische eigenschappen van het 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren waarmee de één of meer vulruimtes gevuld worden. Deze eigenschap maakt het mogelijk om een dikkere isolatie laag tussen de muur en de buitenbladlaag toe te passen dan dat mogelijk is dan wanneer in één keer de vulruimtes gevuld worden.An embodiment is characterized in that the method further comprises: spraying one or more layers of 2 or more components that react together to form a solid insulating foam on the constructive space-limiting part between the spacers such that after placement of the plate-shaped element, the one or more multiple layers of 2 or more components that reacted together to form a solid insulating foam are spaced from the second side of the plate-shaped element to form the one or more filling spaces, the distance being determined by the chemical properties of the 2 or more components that together react to form a solid insulating foam with which the one or more filling spaces are filled. This property makes it possible to apply a thicker insulation layer between the wall and the outer leaf layer than is possible when the filling spaces are filled in one go.

Een uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat de afstandhouders tussenplaten zijn met aan beide kanten een oppervlak met uitstulpingen, voor het vormen van vulruimtes die begrensd worden door de tussenplaat en het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel en vulruimtes die begrensd worden door de tussenplaat en het plaatvormig element. Deze eigenschap maakt het ook mogelijk om een dikke isolatielaag tussen de muur en de buitenbladlaag aan te brengen om de isolatie waarde te verhogen zonder dat er afbreuk gedaan wordt aan de stevigheid waarmee de buitenbladlaag aan de muur verbonden is.An embodiment is characterized in that the spacers are intermediate plates having a surface with bulges on both sides, for forming filling spaces bounded by the intermediate plate and the structural space-limiting member and filling spaces bounded by the intermediate plate and the plate-shaped element. This property also makes it possible to apply a thick insulation layer between the wall and the outer leaf layer to increase the insulation value without compromising the strength with which the outer leaf layer is connected to the wall.

Een uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat de werkwijze verder omvat het plaatsen van een tussenplaat tegen het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel; het vastzetten van de tussenplaat aan het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel door het vullen van de vulruimtes tussen de tussenplaat en het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel met een 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren; waarbij de actie het op afstand plaatsen van de eerste kant van een plaatvormig element op een vooraf bepaalde vaste afstand van een oppervlak van het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel overeenkomt met het plaatsen van de tweede kant van het plaatvormige element tegen de tussenplaat; en het vastzetten van de het plaatvormige element aan de tussenplaat door het vullen van de vulruimtes tussen de tussenplaat en het plaatvormige element met een 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren.An embodiment is characterized in that the method further comprises placing an intermediate plate against the structural space-limiting member; securing the intermediate plate to the structural space-delimiting member by filling the filling spaces between the intermediate plate and the structural space-delimiting member with 2 or more components that react together to form a solid insulating foam; wherein the action of spacing the first side of a plate-shaped element a predetermined fixed distance from a surface of the structural space-limiting member corresponds to placing the second side of the plate-shaped element against the intermediate plate; and securing the plate-shaped element to the intermediate plate by filling the filling spaces between the intermediate plate and the plate-shaped element with 2 or more components that react together to form a solid insulating foam.

Hiermee is het mogelijk om een gelijkwaardige verbinding te krijgen tussen zowel de muur en de tussenplaat als de tussenplaat en de buitenbladlaag.This makes it possible to obtain an equivalent connection between the wall and the intermediate plate as well as the intermediate plate and the outer leaf layer.

Een uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat de tussenplaten een zijaanzicht hebben waarbij de tussenplaat naar de randen toe versmald, zodanig dat er na plaatsing van de tussenplaat tussen de randen van de tussenplaat en het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel en/of plaatvormig element een extra vulruimte ontstaat die zich vult wanneer de vulruimtes gevuld worden met 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren.An embodiment is characterized in that the intermediate plates have a side view in which the intermediate plate narrows towards the edges, such that after placing the intermediate plate between the edges of the intermediate plate and the constructive space-limiting part and/or plate-shaped element, an extra filling space is created which fills when the filling spaces are filled with 2 or more components that react together to form a solid insulating foam.

Hierdoor wordt voorkomen dat er een doorlopende luchtspleet tussen twee tegen elkaar liggende tussenplaten doorloopt van de buitenbladlaag naar de muur.This prevents a continuous air gap between two adjacent intermediate plates extending from the outer leaf layer to the wall.

Een uitvoeringsvorm heeft het kenmerkt, dat de plaatvormige elementen met hun smalle zijde tegen elkaar geplaatst worden met een messing- en groefverbinding.One embodiment is characterized in that the plate-shaped elements are placed with their narrow sides against each other with a tongue and groove connection.

Hierdoor kan het eerder geplaatste en vastgezette plaatvormig element dienen om een daarop of tegen geplaatst ander plaatvormig element aan een kant op de wenste afstand van de muur te zetten.The previously placed and fixed plate-shaped element can hereby serve to set another plate-shaped element placed thereon or against it at the desired distance from the wall on one side.

Een uitvoeringsvorm heeft het kenmerk dat, de werkwijze verder omvat:An embodiment is characterized in that the method further comprises:

- het aanbrengen van een of meer vastzetmiddelen voor een tijdelijk op afstand houden van de bovenkant van het plaatvormig element van het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel; - het vastzetten van het plaatvormige element aan het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel door het vullen van de één of meer vulruimtes met een 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren tot een niveau onder het vastzetmiddel: - het verwijderen van de een of meer vastzetmiddelen; en, - het afvullen van de één of meer vulruimtes met een 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren. Hierdoor is het mogelijk om een isolatielaag tussen de muur en de buitenbladlaag te krijgen die in zijn geheel bestaat uit vast isolatieschuim dat verkregen is door het opvullen van de ruimte tussen de muur en buitenbladlaag. Een uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat het 2 of meer componenten isolatieschuim na uitharden een warmtegeleidingscoéfficiént van minder dan 40 mW/m.K, in het bijzonder minder dan 30 mW/m.K, en een soortelijke massa van minder dan 75 kg/m?, in het bijzonder minder dan 60 kg/m? heeft. Volgens een tweede aspect van de onderhavige technologie wordt dit doel bereikt door buitengevelplaten omvattende alle technische kenmerken van een plaatvormig element hierboven beschreven toe te passen in bovenbeschreven uitvoeringsvormen van de werkwijze voor het isoleren van een constructief ruimtebegrenzingsonderdeel. Volgens een derde aspect van de onderhavige technologie wordt dit doel bereikt door isolatieplaten omvattende alle technische kenmerken van een tussenplaat hierboven beschreven toe te passen in bovenbeschreven uitvoeringsvormen van de werkwijze voor het isoleren van een constructief ruimtebegrenzingsonderdeel.- arranging one or more fixing means for temporarily keeping the top of the plate-shaped element of the constructive space-delimiting part at a distance; - securing the plate-shaped element to the structural space-delimiting member by filling the one or more filling spaces with 2 or more components that react together to form a solid insulating foam to a level below the fastening means: - removing the one or more fastening means; and, - filling the one or more filling spaces with 2 or more components which react together to form a solid insulating foam. It is hereby possible to obtain an insulation layer between the wall and the outer leaf layer, which in its entirety consists of solid insulating foam obtained by filling the space between the wall and the outer leaf layer. An embodiment is characterized in that the 2 or more component insulating foam, after curing, has a thermal conductivity coefficient of less than 40 mW/mK, in particular less than 30 mW/mK, and a specific mass of less than 75 kg/m 2 , in particular particularly less than 60 kg/m? has. According to a second aspect of the present technology, this object is achieved by applying exterior wall panels comprising all the technical features of a plate-shaped element described above in above-described embodiments of the method for insulating a structural space-delimiting element. According to a third aspect of the present technology, this object is achieved by applying insulation plates comprising all the technical features of an intermediate plate described above in the above-described embodiments of the method for insulating a structural space-limiting member.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Deze en andere aspecten, eigenschappen en voordelen van de uitvinding zullen hierna worden toegelicht op basis van de volgende beschrijving aan de hand van de tekeningen, waarbij gelijke verwijzingscijfers soortgelijke of vergelijkbare onderdelen aan duiden, en waarin: Fig. 1 schematisch een perspectief aanzicht van een moment van een werkwijze voor het isoleren van een constructief ruimtebegrenzingsonderdeel van een gebouw toont; Fig. 2 schematisch een bovenaanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze van isoleren toont; Fig. 3 schematisch een bovenaanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze van isoleren toont; Fig. 4 schematisch een perspectief aanzicht van de achterkant van twee op elkaar staande buitenbladen met afstandhouders toont; Fig. 5 schematisch een bovenaanzicht toont van een buitenblad getoond in Fig. 4 geplaatst tegen een muur toont; Fig. 6 schematisch een perspectief aanzicht van de achterkant van een buitenblad met alternatieve afstandhouders toont; Fig. 7 schematisch de toepassing van isolerende tussenplaten toont; Figuren. 8 — 10 schematisch een bovenaanzicht van toepassing van tussenplaten met verschillend profiel tonen; Fig. 11 schematisch een perspectief aanzicht van een tussenplaat met aan weerszijden afstandhouders toont; Fig. 12 schematisch een dwarsdoorsnede van buitenbladen met een messing- en groefprofiel toont; en Fig. 13 schematisch een dwarsdoorsnede van Fig. 8 toont.BRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS These and other aspects, features and advantages of the invention will be explained below on the basis of the following description with reference to the drawings, wherein like reference numerals designate like or like parts, and in which: FIG. 1 schematically shows a perspective view of a moment of a method for insulating a constructive space-limiting part of a building; fig. 2 shows schematically a top view of a first embodiment of the isolation method; fig. 3 shows schematically a top view of a second embodiment of the method of isolation; fig. 4 schematically shows a perspective view of the rear side of two superposed outer leaves with spacers; fig. 5 schematically shows a top view of an outer leaf shown in FIG. 4 placed against a wall; fig. 6 schematically shows a perspective view of the rear side of an outer leaf with alternative spacers; fig. 7 schematically shows the use of insulating intermediate plates; figures. 8 - 10 schematically show a top view of the application of intermediate plates with different profile; fig. 11 schematically shows a perspective view of an intermediate plate with spacers on both sides; fig. 12 schematically shows a cross-section of tongue-and-groove profile outer blades; and FIG. 13 is a schematic cross-section of FIG. 8 shows.

GEDETAILEERDE BESCHRIJVING VAN UITVOERINGSVORMEN Hieronder wordt een werkwijze beschreven voor het aanbrengen van een “nieuw” buitenblad op een bestaande muur en tegelijk isoleren van die muur. Met “Nieuw buitenblad” wordt in deze beschrijving bedoeld: de laag van een muur die wordt aangebracht ter bescherming van de nieuw aan te brengen isolatie tegen weersinvloeden, mechanische beschadiging en/of om een mooi aanblik te krijgen van de buitenkant van een gebouw. Een buitenblad bestaat gewoonlijk uit een laag steenachtige of harde materialen, materialen zoals beton, steenstrips, natuursteen, tegels, stucwerk, kunststofplaat, vezelcement en steenvezelplaat. Het is ook mogelijk dat het buitenblad reeds voorzien is van een laag isolatiemateriaal, waarbij de laag isolatiemateriaal en laag steenachtige of harde materialen aan elkaar zijn gehecht. In plaats van de laag steenachtige of harde materialen kan ook gebruik gemaakt worden van andere materialen die geschikt zijn en gemaakt zijn voor een weerbestendig buitenblad.DETAILED DESCRIPTION OF EMBODIMENTS A method is described below for applying a “new” outer leaf to an existing wall and at the same time insulating that wall. In this description, “new outer sheet” means: the layer of a wall that is applied to protect the new insulation to be installed against weather influences, mechanical damage and/or to obtain a beautiful appearance of the outside of a building. An outer leaf usually consists of a layer of stone-like or hard materials, materials such as concrete, stone slips, natural stone, tiles, stucco, plastic board, fiber cement and stone fiber board. It is also possible that the outer leaf is already provided with a layer of insulating material, wherein the layer of insulating material and the layer of stone-like or hard materials are bonded to each other. Instead of the layer of stone-like or hard materials, use can also be made of other materials that are suitable and made for a weather-resistant outer sheet.

Een eigenschap van het “nieuwe buitenblad” is dat het zelfstandig niet sterk genoeg om krachten, waarvan je redelijker wijs mag verwachten dat die krachten daar op uitgeoefend zullen gaan worden, te doorstaan zonder zelf beschadigd te worden of kapot te gaan. Wanneer het buitenblad gehecht is op een onderlaag dan is deze wel sterk genoeg om die krachten te weerstaan.A property of the "new outer leaf" is that it is not strong enough on its own to withstand forces, which you can reasonably expect to be exerted on it, without being damaged or broken itself. When the outer leaf is bonded to an underlayer, it is strong enough to withstand those forces.

Met constructief ruimtebegrenzingsonderdeel wordt in deze beschrijving bedoeld die delen van een bouwwerk die een begrenzing van een ruimte in het gebouw vormen en voldoende sterk zijn om andere delen van een bouwwerk zoals regelwerk, isolatie, ramen, nieuw buitenblad, vloeren, dakbedekkingen te dragen, inclusief de krachten die op dat deel van een bouwwerk komen en op de andere vast zittende delen van een bouwwerk komen, waarvan je redelijker wijs mag verwachten dat die krachten daar op uitgeoefend zullen gaan worden. Enkele voorbeelden van constructieve ruimtebegrenzingsonderdelen zijn: gemetselde muur, betonnen muur, houten e stalen wanden en dakbeschot die zelfstandig of d.m.v. verstevigingen voldoende sterk zijn om andere delen van een bouwwerk zoals regelwerk, isolatie, ramen, nieuw buitenblad, vloeren, dakbedekkingen te dragen.Structural space boundary element in this description means those parts of a structure that define a boundary of a space in the building and are sufficiently strong to support other parts of a structure such as battens, insulation, windows, new external leaf, floors, roof coverings, including the forces acting on that part of a structure and on the other stuck parts of a structure, of which you may reasonably expect that those forces will be exerted thereon. Some examples of constructive space boundary components are: masonry wall, concrete wall, wooden and steel walls and roof boarding that can be installed independently or by means of reinforcements are sufficiently strong to support other parts of a structure such as framework, insulation, windows, new outer leaf, floors, roof coverings.

Enkele voorbeelden van krachten die op het buitenblad kunnen worden uitgeoefend zijn: windkracht, menskracht en krachten die door lichte gebruiksvoorwerpen, die handmatig door mensen worden gebruikt, worden veroorzaakt.Some examples of forces that can be exerted on the outer leaf are: wind power, human power and forces caused by light utensils, which are manually used by people.

Fig. 1 toont schematisch een perspectief aanzicht van een moment van een werkwijze voor het isoleren van een constructief ruimtebegrenzingsonderdeel van een gebouw. In deze uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt een constructief ruimtebegrenzingsonderdeel 102 in de vorm van een bestaande muur van een gebouw geïsoleerd. Fig. 2 toont schematisch een bovenaanzicht toont van de eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze van isoleren. De werkwijze omvat de volgende stappen. Het verschaffen van een of meer plaatvormige elementen 104 met een eerste kant 104A en een tweede kant 104B.fig. 1 schematically shows a perspective view of a moment of a method for insulating a structural space-confining part of a building. In this embodiment of the method, a structural space boundary member 102 in the form of an existing wall of a building is insulated. fig. 2 is a schematic plan view of the first embodiment of the isolation method. The method comprises the following steps. Providing one or more plate-shaped elements 104 having a first side 104A and a second side 104B.

De eerste kant is in ieder geval bestand tegen weersinvloeden. Voorbeelden van plaatvormige element voor deze uitvoeringsvorm zijn niet beperkt tot: stenenplaten, marmerenplaten, betonplaten, metalenplaten en kunststofplaten en alle andere platen die geschikt zijn voor buitenblad van een gebouw. Wanneer de tweede kant over vrijwel zijn gehele oppervlak gehecht is aan een laag vast isolatiemateriaal is het plaatvormig element ook bestand tegen andere normale krachten die op de eerste kant uitgeoefend worden zoals hierboven beschreven.The first side is in any case resistant to weather influences. Examples of slab-shaped element for this embodiment are not limited to: stone slabs, marble slabs, concrete slabs, metal slabs and plastic slabs and all other slabs suitable for building exterior leaf. When the second side is bonded over almost its entire surface to a layer of solid insulating material, the plate-shaped element is also resistant to other normal forces exerted on the first side as described above.

In vakliteratuur wordt het plaatvormig element ook wel buitenblad van een muur genoemd. Op de buitenkant van het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel 102 worden balkvormige afstandhouders 106 bevestigd. De afstandhouders dienen om een vulruimte met een gedefinieerde afstand tussen de buitenkant van het ruimtebegrenzingsonderdeel en de tweede kant 104B te creëren wanneer het plaatvormig element 104 tegen de afstandhouders wordt geplaatst. De afstandhouders zijn bij voorkeur gemaakt van een vast isolatiemateriaal met een warmtegeleidingscoëfficiënt van minder dan 40 mW/m.K, in het bijzonder minder dan 30 mW/m.K. De afstandhouders worden aan de buitenkant van het ruimtebegrenzingsonderdeel bij voorkeur vastgezet met 2 of meer componenten die samen tot een isolatieschuim 202 reageren. Ze mogen ook vast gezet worden met lijm. De dotten lijm kunnen een gering negatief effect hebben op de isolatiewaarde van de uiteindelijke isolatielaag tussen het ruimtebegrenzingsonderdeel 102 en het plaatvormige element 104. Nadat de afstandhouders 106 tegen het ruimtebegrenzingsonderdeel 102 zijn geplaatst, kan de tweede kant 104B van het plaatvormig element 104 op een vooraf bepaalde afstand evenwijdig ten opzichte van een oppervlak van het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel geplaatst worden. Er ontstaan nu één of meer vulruimtes 108 tussen het plaatvormig element 104 en het oppervlak van het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel. Vervolgens worden 2 of meer componenten zijdelings in de een of meer vulruimten gespoten of gegoten om met elkaar te reageren tot een vast isolatieschuim. Met zijdelings wordt bedoeld dat de componenten vanaf de zijkant van de vulruimte die ligt tussen het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel en het plaatvormig element in de vulruimte gebracht wordt. Dit kan dus van bovenaf of via een verticale zijkant van de vulruimte. Er hoeft dus geen opening in het buitenblad gemaakt te worden om de componenten in de vulruimte te krijgen. In relatief korte tijd vormen in de vulruimten de 2 of meer componenten een vast isolatieschuim dat tevens gehecht is aan alle wanden van de vulruimte. Het isolatieschuim dient hiermee als een lijmlaag die het plaatvormig element 104 op een goede en stevige manier vastzet aan het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel 102. De plaatvormige elementen 104 hoeven dus niet doorboord te worden om het isolatieschuim aan te brengen in de vulruimtes. Doordat de vulruimtes 108 grenzen aan een zeer groot gedeelte van zowel de buitenkant van het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel 102 en de tweede kant 104B van het plaatvormig element ontstaat er een zeer goede en krachtige verbinding tussen beide die zeer homogeen is over het oppervlak van het plaatvormige element 104.In professional literature, the plate-shaped element is also referred to as the outer leaf of a wall. Beam-shaped spacers 106 are mounted on the outside of the structural space-delimiting member 102. The spacers serve to create a filling space with a defined distance between the outside of the space limiting member and the second side 104B when the plate-shaped element 104 is placed against the spacers. The spacers are preferably made of a solid insulating material with a thermal conductivity coefficient of less than 40 mW/m.K, in particular less than 30 mW/m.K. The spacers are preferably secured to the exterior of the space-confining member with 2 or more components that react together to form an insulating foam 202 . They may also be secured with glue. The dabs of glue may have a slight negative effect on the insulation value of the final insulating layer between the space-defining member 102 and the plate-shaped element 104. After the spacers 106 are placed against the space-delimiting element 102, the second side 104B of the plate-shaped element 104 can be placed on a predetermined a certain distance parallel to a surface of the structural space-delimiting member. One or more filling spaces 108 are now formed between the plate-shaped element 104 and the surface of the structural space-delimiting member. Subsequently, 2 or more components are injected or poured laterally into the one or more filling spaces to react with each other to form a solid insulating foam. By lateral is meant that the components are introduced into the filling space from the side of the filling space that lies between the constructive space-limiting part and the plate-shaped element. This can be done from above or via a vertical side of the filling space. So no opening has to be made in the outer leaf to get the components into the filling space. In a relatively short time the 2 or more components form a solid insulating foam in the filling spaces, which is also bonded to all walls of the filling space. The insulating foam hereby serves as an adhesive layer which fixes the plate-shaped element 104 in a good and firm manner to the constructive space-limiting part 102. The plate-shaped elements 104 therefore do not have to be pierced in order to apply the insulating foam in the filling spaces. Because the filling spaces 108 adjoin a very large part of both the outside of the constructive space-limiting part 102 and the second side 104B of the plate-shaped element, a very good and strong connection is created between the two, which is very homogeneous over the surface of the plate-shaped element 104. .

Het is bekend dat de meeste 2- of meer componenten die samen volledig reageren tot een vast isolatieschuim lagen schuim slechts een laag met een maximale dikte tot maximaal 5 cm gevormd kunnen worden. Dit zou betekenen dat de vulruimte tussen constructief ruimtebegrenzingsonderdeel niet breder dan 5 cm mag zijn. Fig. 3 toont schematisch een bovenaanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze van isoleren die een isolatielaag tussen constructief ruimtebegrenzingsonderdeel en plaatvormig element mogelijk maakt die dikker is dan 5cm. In deze uitvoeringsvorm worden balkvormige afstandhouders 306 in de gebruikt die hoger zijn dan 5cm. De balkvormige afstandhouders hebben bij voorkeur een warmtegeleidingscoëfficiënt die ongeveer overeenkomt met de aan te brengen isolatielaag. Allereerst worden de afstandhouders 306 aan het buitenoppervlak van het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel vastgezet. Vervolgens worden één of meer lagen van 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren op het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel tussen de afstandhouders gespoten. Met iedere aangebrachte laag zullen de afstandhouders minder ver boven het oppervlak van de aangebrachte laag isolatieschuim uitsteken. Dit wordt herhaald zolang de afstandhouders meer dan 5 cm uit de laag isolatieschuim steken. Wanneer de afstandhouders minder dan 5 cm uit de laag isolatieschuim steken zal er na plaatsing van een plaatvormig element 104 een vulruimte 308 ontstaan die smaller is dan 5 cm een zodoende in een keer gevuld kan worden met 2- of meer componenten die samen tot een isolatieschuim reageren. Dus na plaatsing van het plaatvormig element ligt het buitenoppervlak van het ontstane vast isolatieschuim van de één of meer lagen van 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageerden op een geschikte afstand van de tweede kant van het plaatvormig element liggen om de één of meer vulruimtes vormen die in één keer gevuld kunnen worden met 2- of meer componenten die samen tot een isolatieschuim reageren. Of de afstand geschikt is wordt bepaald door de chemische eigenschappen van de 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren waarmee de één of meer vulruimtes gevuld worden. De afstandhouders 306, het eerder aangebrachte isolatieschuim en het isolatieschuim waarmee de vulruimtes worden gevuld hebben bij voorkeur een vergelijkbare warmtegeleidingscoéfficiént.It is known that most 2 or more components that fully react together to form a solid insulating foam layers of foam only one layer with a maximum thickness of up to 5 cm can be formed. This would mean that the filling space between the constructive space-limiting part may not be wider than 5 cm. fig. 3 schematically shows a top view of a second embodiment of the method of insulating which allows an insulating layer between structural space-delimiting member and plate-shaped element which is thicker than 5 cm. In this embodiment, beam-shaped spacers 306 are used that are higher than 5cm. The beam-shaped spacers preferably have a coefficient of thermal conductivity which approximately corresponds to the insulating layer to be applied. First, the spacers 306 are secured to the outer surface of the structural space-confining member. Then, one or more layers of 2 or more components that react together to form a solid insulating foam are sprayed onto the structural space-limiting member between the spacers. With each layer applied, the spacers will protrude less far above the surface of the applied layer of insulating foam. This is repeated as long as the spacers protrude more than 5 cm from the insulating foam layer. When the spacers protrude less than 5 cm from the layer of insulating foam, after placing a plate-shaped element 104, a filling space 308 will be created that is narrower than 5 cm, so that it can be filled at once with 2 or more components that together form an insulating foam. respond. Thus, after placement of the plate-shaped element, the outer surface of the resulting solid insulating foam of the one or more layers of 2 or more components that reacted together to form a solid insulating foam is spaced a suitable distance from the second side of the plate-shaped element about the one or more form more filling spaces that can be filled in one go with 2 or more components that react together to form an insulating foam. Whether the distance is suitable is determined by the chemical properties of the 2 or more components that react together to form a solid insulating foam with which the one or more filling spaces are filled. The spacers 306, the previously applied insulating foam and the insulating foam with which the filling spaces are filled preferably have a comparable thermal conductivity coefficient.

In de hierboven beschreven wijze van isoleren waarbij het plaatvormig element alleen een buitenbladlaag omvat, is het meest voor de hand liggend om de vulruimte tussen het plaatvormige element en het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel vanaf de zijkant in te brengen. Het is echter ook mogelijk om de vulruimte te vullen via één of meer gaten dwars door het plaatvormig element. De gaten zullen in de meeste gevallen het uiterlijk van het buitenblad niet ten goede komen. Als er een brede voeg zit tussen naast elkaar liggende buitenbladen is het ook mogelijk om door die voeg heen de vulruimtes te vullen.In the above-described manner of insulation, wherein the plate-shaped element comprises only an outer leaf layer, it is most obvious to introduce the filling space between the plate-shaped element and the structural space-limiting member from the side. However, it is also possible to fill the filling space via one or more holes transversely through the plate-shaped element. The holes will in most cases not improve the appearance of the outer leaf. If there is a wide joint between adjacent outer leaves, it is also possible to fill the filling spaces through that joint.

Fig. 4 toont schematisch een perspectief aanzicht van de achterkant van twee op elkaar staande buitenbladen met afstandhouders. In deze uitvoeringsvorm zijn de afstandhouders 406 onderdeel van het plaatvormige element 400 dat het buitenblad van de muur gaan vormen. De afstandhouders zijn rechte ribben die schuin liggen op de rechthoekige plaatvormige elementen. Fig. 5 toont schematisch een bovenaanzicht toont van een buitenblad getoond in Fig. 4 geplaatst tegen een muur. Wanneer de vulruimten gevuld worden het de componenten voor het genereren van het isolatieschuim zal het schuim zo expanderen in de vulruimte dat het schuim op alle vlakken van de afstandhouders die loodrecht op het buitenblad zijn zal hechten. Hiermee wordt voorkomen dat er een luchtspleet kan ontstaan doe loopt tussen de afstandhouders van plaatvormige elementen die op elkaar staan of naast elkaar liggen. Het plaatvormige element 400 heeft twee lagen. Een buitenbladlaag 504 die het buitenblad gaat vormen en een isolatielaag 512 van isolatiemateriaal. De afstandhouders 406 zijn gevormd uit hetzelfde isolatiemateriaal en steken zover boven de isolatielaag 512 uit dat een vulruimte ontstaat die small genoegd is om in één keer te worden gevuld met 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren. In deze uitvoeringsvorm kan de buitenbladlaag 504 van het zelfde materiaal zijn als van de plaatvormig element gebruik in de uitvoeringsvormen beschreven aan de hand van de figuren 1 - 3. De buitenbladlaag kan nu ook een laag steenstrips zijn of kleine tegels zijn. Omdat er nu voegen zijn in het buitenblad tussen de steenstrips of tegels, kan een gat voor het vullen van de vulruimte op de plaatst van een voeg gemaakt worden om op die manier dwars door het plaatvormige element 400 heen de vulruimte 408 tussen het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel 102 en het plaatvormige element 400 te vullen. Het gat kan dan gedicht worden met voegmateriaal en daardoor vrijwel onzichtbaar weggewerkt worden.fig. 4 schematically shows a perspective view of the rear side of two superposed outer leaves with spacers. In this embodiment, the spacers 406 are part of the plate-shaped element 400 that will form the outer leaf of the wall. The spacers are straight ribs which lie obliquely on the rectangular plate-shaped elements. fig. 5 is a schematic plan view of an outer leaf shown in FIG. 4 placed against a wall. When the fill spaces are filled with the components for generating the insulating foam, the foam will expand in the fill space such that the foam will adhere to all faces of the spacers that are perpendicular to the outer sheet. This prevents an air gap from occurring between the spacers of plate-shaped elements standing on top of each other or lying next to each other. The plate-shaped element 400 has two layers. An outer leaf layer 504 that will form the outer leaf and an insulating layer 512 of insulating material. The spacers 406 are formed from the same insulating material and project so far above the insulating layer 512 that a filling space is created that is small enough to be filled at once with 2 or more components that react together to form a solid insulating foam. In this embodiment, the outer leaf layer 504 can be of the same material as the plate-shaped element used in the embodiments described with reference to figures 1 - 3. The outer leaf layer can now also be a layer of brick slips or small tiles. Because there are now joints in the outer leaf between the brick slips or tiles, a hole for filling the filling space can be made at the location of a joint in order in this way transversely through the plate-shaped element 400 to form the filling space 408 between the constructive space-limiting member 102. and filling the plate-shaped element 400. The hole can then be closed with joint material and thus concealed almost invisibly.

Fig. 6 toont schematisch een perspectief aanzicht van de achterkant van een plaatvormige element 600 met alternatieve afstandhouders. In deze uitvoeringsvorm zijn de afstandhouders 606 cirkelvormige schijven die uit het plaatvormige element steken. Bij deze uitvoeringsvorm kan de vulruimte van zowel de zijkant en bovenkant geheel gevuld worden en als het materiaal van de buitenbladlaag het toestaat door gaten in het plaatvormige element 600. Fig. 7 toont schematisch de toepassing van isolerende tussenplaten 714 voor het isoleren van een constructief ruimtebegrenzingsonderdeel 102. Figuur 8 toont een bovenaanzicht van een geïsoleerd constructief ruimtebegrenzingsonderdeel met een isolerende tussenplaat en een plaatvormig element 104 dat als buitenblad van het geïsoleerde ruimtebegrenzingsonderdeel zal dienen. In figuur 8 is duidelijk te zien dat de isolerende tussenplaat 714 een damwandprofiel heeft. Hierdoor ontstaan er vulruimtes die liggen tussen het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel 102 en de tussenplaat en vulruimtes die liggen of omsloten zijn door de tussenplaat en het plaatvormige buitenblad 104. Door de vulruimtes 708A te vullen met 2 of meer componenten die samen reageren tot een isolatieschuim zal het plaatvormige buitenblad stevig gehecht worden aan de tussenplaat 714. Door de vulruimtes 708B te vullen met 2 of meer componenten die samen reageren tot een isolatieschuim zal de tussenplaat stevig gehecht worden aan het constructie ruimtebegrenzingsonderdeel 102. Om te voorkomen dat er een luchtspleet ontstaat die loopt van plaatvormig element 104 en het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel 102, worden van de zijkant gezien de tussenplaten naar de randen toe steeds smaller. Hierdoor ontstaan er na plaatsing van de tussenplaat tussen de randen van de tussenplaat en het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel 102 en/of plaatvormig element 104 een extra vulruimte die zich vult wanneer de vulruimtes gevuld worden met 2 of meer componenten die samen tot een vast isolatieschuim reageren.fig. 6 is a schematic perspective view of the rear of a plate-shaped element 600 with alternative spacers. In this embodiment, the spacers 606 are circular disks projecting from the plate-shaped member. In this embodiment, the filling space of both the side and top can be completely filled and, if the material of the outer leaf layer allows it, through holes in the plate-shaped element 600. FIG. Figure 7 schematically illustrates the use of insulating spacer plates 714 for insulating a structural space boundary member 102. Figure 8 shows a top view of an insulated structural space boundary member having an insulating spacer plate and a plate-shaped element 104 which will serve as the outer leaf of the insulated space-delimiter member. In figure 8 it can be clearly seen that the insulating intermediate plate 714 has a sheet pile profile. This creates filling spaces that lie between the structural space-limiting member 102 and the intermediate plate and filling spaces that lie or are enclosed by the intermediate plate and the plate-shaped outer sheet 104. By filling the filling spaces 708A with 2 or more components that react together to form an insulating foam, the plate-shaped outer sheet can be firmly bonded to the intermediate plate 714. By filling the filling spaces 708B with 2 or more components that react together to form an insulating foam, the intermediate sheet will be firmly bonded to the structural space limiting member 102. To avoid creating an air gap that runs from plate-shaped element 104 and the structural space-limiting member 102, viewed from the side, the intermediate plates become increasingly narrow towards the edges. As a result, after placing the intermediate plate between the edges of the intermediate plate and the constructive space-delimiting part 102 and/or plate-shaped element 104, an extra filling space is created which fills when the filling spaces are filled with 2 or more components that react together to form a solid insulating foam.

Een dwarsdoorsnede van de geïsoleerde muur in figuur 8 wordt getoond in figuur 13. In figuur 13 zijn de extra vulruimtes 1316, 1318 gemaakt door afschuinen van de randen van de tussenplaten 1314. Voor de vakman is duidelijk dat de extra vulruimte langs de randen van de tussenplaat op ander manieren gemaakt kan worden door andere manieren dan afschuinen.A cross-section of the insulated wall in Figure 8 is shown in Figure 13. In Figure 13, the additional filling spaces 1316, 1318 have been made by chamfering the edges of the intermediate plates 1314. It is clear to the skilled person that the extra filling space along the edges of the intermediate plate can be made in other ways by means other than chamfering.

Er kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van afronden van de randen of een andere willekeurige vorm kan van verwijderd/opgelaten worden langs de randen.For example, rounding of the edges can be used or some other arbitrary shape can be removed/leaved along the edges.

Figuur 9 toont schematisch een tussenplaat met een golfprofiel en figuur 10 toont schematisch een tussenplaat met een sinusvormig profiel.Figure 9 schematically shows an intermediate plate with a wave profile and Figure 10 shows schematically an intermediate plate with a sinusoidal profile.

Fig. 11 toont schematisch een perspectief aanzicht van een tussenplaat met aan weerszijden ovaalvormige afstandhouders met een spitse boven- en onderkant.fig. 11 schematically shows a perspective view of an intermediate plate with oval-shaped spacers on both sides with a pointed top and bottom.

De tussenplaten hebben als voordeel dat de vulruimtes de juiste afmetingen hebben om in één keer gevuld te kunnen worden met 2 of meer componenten die reageren tot een isolatieschuim en tevens de gewenste dikte van isolatielaag tussen het buitenblad en het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel.The intermediate plates have the advantage that the filling spaces have the correct dimensions to be able to be filled in one go with 2 or more components that react to form an insulating foam and also the desired thickness of insulation layer between the outer sheet and the constructive space-delimiting part.

Fig. 12 toon schematisch een dwarsdoorsnede van een andere uitvoeringsvorm van plaatvormige elementen die voorzien zijn van een isolatielaag 1212 op het buitenblad 1204 die de gewenste dikte van isolatiemateriaal geeft.fig. 12 schematically shows a cross-section of another embodiment of plate-shaped elements provided with an insulating layer 1212 on the outer sheet 1204 which gives the desired thickness of insulating material.

De naar het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel gekeerde oppervlak heeft een sinusvormig oppervlak.The surface facing the structural space-limiting member has a sinusoidal surface.

De verlagingen tussen de toppen van de sinusvorm vormen de vulruimtes 1208 voor om te vullen met isolatiemateriaal en de hechting te maken met het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel 102. De smalle zijkanten zijn voorzien van een messing- (122) en groefprofiel (1222). Het messing en groef profiel maakt het mogelijk om de platen goed op elkaar aan te laten sluiten.The depressions between the crests of the sinusoidal shape predispose the fill spaces 1208 to be filled with insulating material and bonded to the structural space-defining member 102. The narrow sides are provided with a tongue (122) and groove profile (1222). The tongue-and-groove profile makes it possible to connect the plates to each other.

Tevens zorgt de messing en groef verbinding ervoor dat als een van twee tegen elkaar liggende plaatvormige elementen vast gemaakt is aan het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel het nog niet vastgemaakt plaatvormige element aan de aangrenzende kant op vast gezet wordt ten opzichte van het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel.Also, the tongue-and-groove connection ensures that when one of two abutting plate-shaped elements is fixed to the constructive space-delimiting part, the not yet attached plate-shaped element is fixed on the adjacent side with respect to the constructive space-delimiting part.

Om dat plaatvormige element in zijn geheel vast te zetten ten opzichte van het ruimtebegrenzingsonderdeel kan gebruik gemaakt worden van vastzetmiddelen voor het tijdelijk vastzetten van het plaatvormige element. Dit kan een beugel zijn die aan de bovenkant van het plaatvormig element vastgemaakt is aan het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel. Vervolgens worden de vulruimtes zover gevuld met 2 of meer componenten die samen tot een isolatieschuim reageren zodanig dat het isolatieschuim de vastzetmiddelen net niet bereikt. Hierdoor zal het plaatvormig element als geheel vastgemaakt zijn aan het constructief ruimtebegrenzingsonderdeel. Nu kunnen de vastzetmiddelen verwijderd worden en kan een volgende plaatvormig element tegen deze plaat gezet worden met de messing en groefverbinding en het vastzetmiddel om de bovenkant van deze plaat weer tijdelijk vast te zetten. Voor iedere nieuw plaatvormig element kan deze handeling herhaald worden.In order to fix said plate-shaped element in its entirety relative to the space-limiting part, fixing means can be used for temporarily fixing the plate-shaped element. This may be a bracket attached to the structural space-limiting member at the top of the plate-shaped element. Subsequently, the filling spaces are filled to such an extent with 2 or more components that react together to form an insulating foam such that the insulating foam just does not reach the fixing means. As a result, the plate-shaped element will be attached as a whole to the constructive space-delimiting part. Now the fixing means can be removed and a next plate-shaped element can be placed against this plate with the tongue and groove connection and the fixing means to temporarily fix the top of this plate again. This operation can be repeated for each new plate-shaped element.

De 2 of meer componenten die reageren tot een isolatieschuim worden bij voorkeur machinaal met minimaal 2 pompen en/of drukvaten in de vulruimtes gespoten of gegoten. De druk is hoger dan 2 MPa. Via een verwarmingselement worden de componenten op gewenste temperatuur gebracht om vervolgens d.m.v. spuiten (sprayen) of gieten in de vulruimtes te worden aangebracht. Bij inspuiten is de temperatuur 30 a 50°C.The 2 or more components that react to form an insulating foam are preferably injected or poured into the filling spaces mechanically with at least 2 pumps and/or pressure vessels. The pressure is higher than 2 MPa. The components are brought to the desired temperature via a heating element and then heated by means of a heating element. spraying or pouring into the filling spaces. When injecting, the temperature is 30 to 50°C.

Het 2 of meer componenten isolatieschuim heeft na uitharden een warmtegeleidingscoëfficiënt van bij voorkeur minder dan 40 mW/m.K, in het bijzonder minder dan 30 mW/m.K, en een soortelijke massa van minder dan 75 kg/m3, in het bijzonder minder dan 60 kg/m3.After curing, the 2 or more component insulating foam has a thermal conductivity coefficient of preferably less than 40 mW/mK, in particular less than 30 mW/mK, and a specific mass of less than 75 kg/m3, in particular less than 60 kg /m3.

Bovengenoemde werkwijze met de toepassing van een relatief dun buitenblad maar het mogelijk om een bestaande dragende buitenmuur van een bestaand gebouw te isoleren zonder dat het nodig is de fundering van het gebouw te verstevigen.The above method with the use of a relatively thin outer sheet but it is possible to insulate an existing load-bearing outer wall of an existing building without the need to reinforce the foundation of the building.

Voor de balken of strippen die gebruikt worden voor het op afstand zetten van het plaatvormige element van het constructieve ruimtebegrenzingsonderdeel, kan iedere harde isolatie gebruikt worden met een warmtegeleidingscoéfficiént van minder dan 40 mW/m.K, in het bijzonder minder dan 30 mW/m.K. Hierbij kan gedacht worden aan PUR (polyurethaan), PIR (polyisocyanuraat), EPS (Expanded polystyreen), of PiepschuimFor the beams or strips used for spacing the plate-shaped element from the structural space delimiting member, any rigid insulation having a thermal conductivity coefficient of less than 40 mW/m.K can be used, in particular less than 30 mW/m.K. Think of PUR (polyurethane), PIR (polyisocyanurate), EPS (Expanded polystyrene), or Styrofoam

De figuren 4, 5, 6 en 12 tonen uitvoeringsvormen van een buitengevelplaat die geschikt zijn voor de onderhavige technologie. Een gemeenschappelijke kenmerk van deze buitengevelplaten is dat deze een buitenbladlaag hebben met daaraan gehecht de afstandhouders. Tussen de afstandhouders kan optioneel een isolatielaag aan de buitenbladlaag gehecht zijn.Figures 4, 5, 6 and 12 show embodiments of an exterior wall panel suitable for the present technology. A common feature of these outer wall panels is that they have an outer leaf layer with the spacers attached thereto. Optionally, an insulating layer may be bonded to the outer leaf layer between the spacers.

Het zal duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. De maatregelen zoals hiervoor beschreven voor het uitvoeren van de uitvinding kunnen vanzelfsprekend afzonderlijk, parallel of in een andere combinatie worden uitgevoerd.It will be understood that the above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. The measures as described above for carrying out the invention can of course be carried out separately, in parallel or in another combination.

Hoewel de onderhavige technologie is beschreven met betrekking tot voorkeursuitvoeringsvormen, zal de vakman gemakkelijk begrijpen dat verschillende wijzigingen en / of modificaties kunnen worden aangebracht in de onderhavige technologie zonder af te wijken van de onderhavige technologie. De uitvinding is niet beperkt tot de geïllustreerde uitvoeringsvormen. Wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder af te wijken van de reikwijdte van de bijgevoegde conclusies.While the present technology has been described with respect to preferred embodiments, those skilled in the art will readily appreciate that various changes and/or modifications may be made to the present technology without departing from the present technology. The invention is not limited to the illustrated embodiments. Changes may be made without departing from the scope of the appended claims.

-O0-0-0-0-0--O0-0-0-0-0-0-

Claims

CONCLUSIONS:

A method for insulating a constructive space-delimiting part of a building, comprising the steps of: - providing one or more plate-shaped elements with a first side and a second side, wherein the plate-shaped elements are independently unsuitable for building a constructive space-delimiting part , the first side is formed by an outer leaf layer which is resistant to weather influences; - spacing the first side of a plate-shaped element at a predetermined fixed distance from a surface of the constructive space-delimiting part, such that one or more filling spaces remain between the plate-shaped element and the surface of the constructive space-delimiting part, and - the securing the plate-shaped element to the structural space-limiting member by filling the one or more filling spaces with 2 or more components which react together to form a solid insulating foam.

The method of claim 1, wherein for spacing the first side of the plate-shaped element, one or more spacers are provided between the outer leaf layer of the plate-shaped element and the structural space-defining member.

A method according to claim 2, wherein the second side of the one or more plate-shaped elements comprises the one or more spacers.

The method of claim 3, wherein each of the plate-shaped elements further comprises an insulating layer, wherein the insulating layer and the outer leaf layer are bonded to each other and the insulating layer forms the second side.

A method according to any one of claims 2 - 4, wherein the spacers of plate-shaped elements abutting and placed against each other do not touch each other.

The method of any one of claims 2 to 5, wherein the one or more spacers are comprised of a rigid insulating material.

The method of claim 2, wherein the method further comprises: securing the spacers to the structural space-confining member to space a plate-shaped element.

The method of claim 7, wherein 2 or more components that react together to form a solid insulating foam are used to secure the spacers.

A method according to any one of claims 7-8, the method further comprising: spraying one or more layers of 2 or more components that react together to form a solid insulating foam on the structural space limiting member between the spacers such that after placement of the plate-shaped element, the one or more layers of 2 or more components that reacted together to form a solid insulating foam are spaced from the second side of the plate-shaped element to form the one or more filling spaces, the distance being determined by the chemical properties of the 2 or more components that react together to form a solid insulating foam with which the one or more filling spaces are filled.

The method of claim 1, wherein the spacers are intermediate plates having a surface with bulges on both sides, for forming filling spaces defined by the intermediate plate and the structural space-limiting member and filling spaces defined by the intermediate plate and the plate-shaped element.

The method of claim 10, wherein the method further comprises: placing an intermediate plate against the structural space-limiting member; securing the intermediate plate to the structural space-delimiting member by filling the filling spaces between the intermediate plate and the structural space-delimiting member with 2 or more components that react together to form a solid insulating foam; wherein the action of spacing the first side of a plate-shaped element a predetermined fixed distance from a surface of the structural space-limiting member corresponds to placing the second side of the plate-shaped element against the intermediate plate; and securing the plate-shaped element to the intermediate plate by filling the filling spaces between the intermediate plate and the plate-shaped element with 2 or more components that react together to form a solid insulating foam.

A method according to any one of claims 10-11, wherein the intermediate plate has a cross-section with a profile selected from a group consisting of: wave profile, sheet pile profile, sinusoidal profile, zigzag-shaped profile and block profile.

A method according to any one of claims 10 to 12, wherein the intermediate plates have a side view in which the intermediate plate narrows towards the edges, such that after placing the intermediate plate between the edges of the intermediate plate and the constructive space-limiting member and/or plate-shaped element an extra filling space is created that fills when the filling spaces are filled with 2 or more components that react together to form a solid insulating foam.

A method according to any one of claims 1-13, wherein the plate-shaped elements are placed with their narrow sides against each other with a tongue and groove connection.

A method according to any one of claims 1 to 14, wherein the method further comprises: - arranging one or more fixing means for temporarily spaced apart the top of the plate-shaped element of the structural space-delimiting part; - securing the plate-shaped element to the structural space-delimiting member by filling the one or more filling spaces with 2 or more components that react together to form a solid insulating foam to a level below the fixing means; - removing the one or more securing means; and, - filling the one or more filling spaces with 2 or more components which react together to form a solid insulating foam.

A method according to any one of claims 1 to 15, wherein the 2 or more component insulating foam after curing has a thermal conductivity coefficient of less than 40 mW/mK, in particular less than 30mW/mK, and a specific gravity of less than 75 kg /m3, in particular less than 60 kg/m? has.

A method according to any one of claims 1 to 16, wherein the structural space boundary member is at least a portion of a wall of an existing building.

An exterior wall panel comprising all the technical features of a panel-shaped element according to any one of claims 3 to 6.

19. Insulating sheet of insulating material comprising all the technical features of an intermediate sheet according to any one of claims 10 —

13. -O0-0-0-0-0-