NL2023424B1

NL2023424B1 - Kopppelinrichting voor het koppelen van cilindrische fluïdumleidingdelen

Info

Publication number: NL2023424B1
Application number: NL2023424A
Authority: NL
Inventors: Bruin Johannes
Original assignee: B B A Participaties B V
Priority date: 2019-07-02
Filing date: 2019-07-02
Publication date: 2021-02-02
Also published as: WO2021002751A9; WO2021002751A1; EP3994383A1

Abstract

Koppelinrichting voor het koppelen van een eerste cilindrisch leidingdeel (11, 18) van een fluidumleiding met een tweede cilindrisch leidingdeel (12) van die fluidumleiding, omvattend een aan een paar tegenoverliggende scharnierpunten (14) op het eerste leidingdeel (11) om dat eerste leidingdeel aan te brengen ring (1, 2), welke ring (1, 2) op een paar tegenoverliggende punten is voorzien van een sokkel (8) voor een daaraan te bevestigen met het tweede leidingdeel (12) samenwerkend klemorgaan (15, 16), en is samengesteld uit twee samenstelbare ringdelen (1, 2) die elk afzonderlijk voorafgaand aan het samenstellen aan een respectief scharnierpunt (14) op het eerste leidingdeel (11) zijn aan te brengen.

Description

KOPPPELINRICHTING VOOR HET KOPPELEN VAN CILINDRISCHE

FLUÏDUMLEIDINGDELEN De uitvinding betreft een koppelinrichting voor het koppelen van een eerste cilindrisch leidingdeel van een fluidumleiding met een tweede cilindrisch leidingdeel van die fluidumleiding, omvattend een aan een paar tegenoverliggende scharnierpunten op het eerste leidingdeel om dat eerste leidingdeel aan te brengen ring, welke ring op een paar tegenoverliggende punten is voorzien van een sokkel voor een daaraan te bevestigen met het tweede leidingdeel samenwerkend klemorgaan.

Een dergelijke koppelinrichting is bekend, en wordt bijvoorbeeld toegepast als een snelkoppeling die permanent om een recht of een L-vormig leidingdeel is aangebracht. De ring van de bekende koppelinrichting is bijvoorbeeld vervaardigd uit een metalen ring, die is voorzien van twee tegenoverliggende inwaarts gerichte stompen, die corresponderen met twee tegenoverliggende metalen U-vormige opname-elementen op het leidingdeel.

Bij het aanbrengen van de ring om het leidingdeel worden de nokken in de U-vormige opname-elementen geschoven, waarna de ring wordt geborgd door het samenknijpen van de benen van de U-vormen. Vervolgens wordt het leidingdeel met de snelkoppeling gegalvaniseerd, en worden de klemorganen, bijvoorbeeld een klauw en een klauw met bedienhendel, aan de ring bevestigd.

Aan de bekende koppelinrichting is het bezwaar verbonden dat de productie ervan arbeidsintensief is, en waarvan de bevestiging aan een leidingdeel fysiek bijzonder belastend is, Het is een doel van de uitvinding een koppelinrichting te verschaffen die op snelle en eenvoudige wijze geproduceerd kan worden, en die op ergonomisch verantwoorde wijze aan een leidingdeel bevestigd kan worden.

Dit doel wordt bereikt, en andere voordelen worden behaald, met een koppelinrichting van de het de aanhef genoemde type, waarvan de ring overeenkomstig de uitvinding is samengesteld uit twee samenstelbare ringdelen die elk afzonderlijk voorafgaand aan het samenstellen aan een respectief scharnierpunt op het eerste leidingdeel zijn aan te brengen.

Door de ringdelen eerst aan te brengen aan een respectief scharnierpunt en deze vervolgens samen te stellen wordt het aantal manipulaties met een relatief zwaar leidingdeel beperkt.

In een uitvoeringsvorm zijn de ringdelen elk aan een eerste uiteinde voorzien van een zich ten opzichte van het respectieve scharnierpunt tangentieel uitstrekkende grendel en aan een tweede uiteinde voorzien van een zich ten opzichte van het respectieve scharnierpunt tangentieel uitstrekkende opnamesleuf, waarbij de grendel van een eerste ringdeel door een draaiing van dat ringdeel om een eerste scharnierpunt opneembaar is in de opnamesleuf van een tweede ringdeel, en simultaan de grendel van he tweede ringdeel door een draaiing van dat ringdeel om een tweede scharnierpunt opneembaar is in de opnamesleuf van het eerste ringdeel.

De ringdelen zijn hierbij bijvoorbeeld voorzien van borgmiddelen voor het borgen in een toestand waarbij de grendel van het eerste respectievelijk het tweede ringdeel is opgenomen in de opnamesleuf van het tweede respectievelijk het eerste ringdeel, of zijn door verlijmen in een toestand te borgen waarbij de grendel van het eerste respectievelijk het tweede ringdeel is opgenomen in de opnamesleuf van het tweede respectievelijk het eerste ringdeel.

In een voordelige uitvoeringsvorm zijn de samenstelbare ringdelen identiek.

De voordelen van een ring die is samengesteld uit identieke ringdelen komen in het bijzonder tot uitdrukking in een Uitvoeringsvorm waarin die ringdelen zijn vervaardigd volgens een spuitgietproces.

De ringdelen kunnen bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit aluminium of uit een kunststof materiaal, wat het voordeel biedt dat daarmee een ring kan worden samengesteld die aanmerkelijk lichter is dan een stalen ring volgens de stand der techniek.

In een volgende uitvoeringsvorm zijn de ringdelen vervaardigd uit gietstaal.

In weer een uitvoeringsvorm zijn de ringdelen vervaardigd volgens een werkwijze voor 3D-printen.

In een koppelinrichting volgens de uitvinding is bijvoorbeeld ten minste één klemorgaan samengesteld uit een met het tweede leidingdeel samenwerkend klemdeel en een bedienhendel, bij gebruik waarvan een eerste en tweede leidingdeel snel en eenvoudig zijn te koppelen.

In een eenvoudig aan een leidingdeel te bevestigen uitvoeringsvorm zijn de ringdelen elk voorzien van een zich ten opzichte van het eerste leidingdeel in radiale richting inwaarts uitstrekkende nok voor opname in een zich vanaf dat leidingdeel in radiale richting buitenwaarts uitstrekkende en in omtrekrichting gesloten opnamerib.

De nok vertoont hierbij bijvoorbeeld in een dwarsdoorsnede een langwerpige omtrek met een boogvormige eerste korte zijde en een daar tegenoverliggende wigvorm.

Een nok met een dergelijke vorm biedt het voordeel dat de koppelinrichting tijdens het koppelen van twee leidingdelen gemakkelijk manoeuvreerbaar is, terwijl deze in gekoppelde toestand relatief zwaar belastbaar is.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een leidingdeel voor een cilindrische fluidumleiding, dat op twee tegenoverliggende plaatsen is voorzien van een zich in radiale richting buitenwaarts uitstrekkende en in omtrekrichting gesloten opnamerib voor het daarin opnemen van een nok van een koppelinrichting volgens de laatste uitvoeringsvorm.

De uitvinding zal in het volgende worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekeningen.

In de tekeningen tonen Fig. 1 in perspectivisch beeld een uitvoeringsvorm van een ringdeel voor een koppelinrichting volgens de uitvinding, gezien op de naar een leidingdeel te richten binnenzijde, Fig. 2 in perspectivisch beeld het in Fig. 1 getoonde ringdeel, gezien op de buitenzijde, Fig. 3 in perspectivisch beeld een uit twee ringdelen volgens Fig. 1 samengestelde ring, Fig. 4 in perspectivisch beeld een in Fig. 3 getoonde ring, voorzien van klemorganen en aangebracht om een eerste uitvoeringsvorm van een leidingdeel, Fig. 5 in perspectivisch beeld een in Fig. 1 getoond eerste ringdeel, aangebracht aan een leidingdeel, Fig. 6 in perspectivisch beeld het in Fig. 5 getoonde leidingdeel met het eerste ringdeel en een tweede in Fig. 1, getoond ringdeel, in een toestand waarin de ringdelen worden samengesteld, Fig. 7 in een doorsnede door een perspectivisch beeld een detail van het in Fig. 6 getoonde leidingdeel met de ringen, gezien onder een verschillende hoek, Fig. 8 in perspectivisch beeld een tweede uitvoeringsvorm van een te koppelen leidingdeel, en Fig. 9 in perspectivisch beeld een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een uit twee identieke ringdelen samengestelde ring.

In de figuren zijn overeenkomstige onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzingsgetallen.

Fig. 1 toont een ringdeel 1, dat wordt gevormd door een halve ring met aan zijn binnenzijde een zich radiaal inwaarts (aangeduid door pijl r) uitstrekkende nok 3, die in een dwarsdoorsnede een langwerpige omtrek met een boogvormige eerste korte zijde en een daar tegenoverliggende wigvorm vertoont. De nok 3 is ontworpen om te worden aangebracht in een scharnierpunt van een leidingdeel (getoond in Figs. 4-8). Het ringdeel 1 is aan een eerste uiteinde voorzien van een zich ten opzichte het scharnierpunt, en daarmee van ten opzichte van de nok 3 tangentieel (aangeduid door gekromde pijl t) uitstrekkende grendel 4, en aan een tweede uiteinde van een zich ten opzichte van het respectieve scharnierpunt tangentieel uitstrekkende (aangeduid door gekromde pijl t) opnamesleuf 5. Positionering en vorm van de grendel 4 en de opnamesleuf 5 zijn zodanig gekozen dat de grendel 4 van het ringdeel 1 door een draaiing van het ringdeel om een eerste 5 scharnierpunt opneembaar is in de opnamesleuf 5 van een tweede ringdeel 2 (getoond in Fig. 3), en simultaan de grendel 4 van het tweede ringdeel 2 door een draaiing van dat ringdeel om een tweede scharnierpunt opneembaar is in de opnamesleuf 5 van het eerste ringdeel 1. De grendel 4 en de sleuf 5 zijn voorzien van corresponderende boringen 6 voor het opnemen van een bout, om het eerste ringdeel 1 in gekoppelde toestand met een corresponderend tweede ringdeel 2 te borgen. De figuur toont voorts aan de buitenzijde van het ringdeel 1 een sokkel 7 met een boring 8 voor het daaraan bevestigen van een klemorgaan, en aan de binnenzijde een verstevigingsrib 9.

Fig. 2 toont het in Fig. 1 afgebeelde ringdeel 1, gezien op de buitenzijde. Als gevolg van de hierboven beschreven positionering en afmetingen van de grendel 4 en de opnamesleuf 5 kan een eerste ringdeel 1 met een tweede identiek exemplaar worden samengesteld tot een koppelring waarvan het eerste ringdeel 1 identiek is aan het tweede ringdeel 2.

Fig. 3 toont een uit twee identieke ringdelen 1, 2 samengestelde ring, waarbij de delen 1, 2 zijn geborgd met bouten 13.

Fig. 4 toont een koppelinrichting 10, samengesteld uit identieke ringdelen 1, 2, waarvan de respectieve nokken 3 (niet zichtbaar) elk zijn aangebracht tussen respectieve op het leidingdeel 11 gelaste metalen klemdelen, die zijn samengeknepen om de respectieve nok 3 en die aldus een scharnierpunt 14 vormen. Aan de sokkels 7 aan de ring 1, 2 zijn klauwen 15 bevestigd, waarvan er één is voorzien van een bedienhendel 16, voor aangrijping achter een omtrekrand 17 om een tweede leidingdeel 12.

Fig. 5 toont een eerste leidingdeel 11 met twee paar klemdelen 14, in één waarvan een eerste ringdeel 1 met de nok

3 is bevestigd.

Fig. 6 toont het eerste leidingdeel 11 van Fig. 5, in een toestand waarin een tweede ringdeel 2 met zijn nok 3 in het tweede paar klemdelen 14 is aangebracht, waarbij het eerste 1 en het tweede ringdeel 2 zodanig naar elkaar zijn toegedraaid dat de grendel 4 van het eerste ringdeel 1 zich juist voor de opnamesleuf 5 van het tweede ringdeel 2 bevindt, en de grendel 4 van het tweede ringdeel 2 zich juist voor de opnamesleuf 5 van het eerste ringdeel 2 bevindt Fig. 7 toont een detail van Fig. 6, met het eerste leidingdeel 11 met klemdelen 14, het eerste ringdeel 1 met grendel 14 en de opnamesleuf 15 van het tweede ringdeel 2. Te zien is hoe de in de getoonde situatie onderste zijde van grendel 4 en de daarmee corresponderende bovenste zijde van de opnamesleuf 5 zich ten opzichte van de klemdelen 14, die een scharnierpunt vormen, tangentieel uitstrekken (aangeduid door gekromde pijlen t), op zodanige wijze dat de grendel 4 van een eerste ringdeel 1 door een draaiing van dat ringdeel om het scharnierpunt 14 opgenomen kan worden in de opnamesleuf 5 van een tweede ringdeel.

Fig. 8 toont een leidingdeel 18 voor een cilindrische fluidumleiding, dat op twee tegenoverliggende plaatsen is voorzien van een zich in radiale richting buitenwaarts uitstrekkende en in omtrekrichting gesloten opnamerib 15 voor het daarin opnemen van een nok 3 van een hierboven beschreven koppelinrichting 10.

Fig. 3 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de in Fig. 3 getoonde ring, waarbij de respectieve grendels 4 en opnamesleuven 5 van de ringdelen 1, 2 vrij zijn van boringen voor het opnemen van een borgbout, en de ringdelen 1, 2 in samengestelde toestand zijn geborgd door verlijming van de grendels 4 in de corresponderende opnamesleuven 5.

Claims

CONCLUSIES

1. Koppelinrichting (10) voor het koppelen van een eerste cilindrisch leidingdeel (11, 18) van een fluidumleiding met een tweede cilindrisch leidingdeel (12) van die fluidumleiding, omvattend een aan een paar tegenoverliggende scharnierpunten (14) op het eerste leidingdeel (11) om dat eerste leidingdeel aan te brengen ring (1, 2), welke ring (1, 2) op een paar tegenoverliggende punten 1s voorzien van een sokkel (8) voor een daaraan te bevestigen met het tweede leidingdeel (12) samenwerkend klemorgaan (15, 16), met het kenmerk, dat de ring is samengesteld uit twee samenstelbare ringdelen (1, 2) die elk afzonderlijk voorafgaand aan het samenstellen aan een respectief scharnierpunt (14) op het eerste leidingdeel (11) zijn aan te brengen.

2. Koppelinrichting (10) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ringdelen (1, 2) elk aan een eerste uiteinde zijn voorzien van een zich ten opzichte van het respectieve scharnierpunt (14) tangentieel uitstrekkende grendel (4) en aan een tweede uiteinde zijn voorzien van een zich ten opzichte van het respectieve scharnierpunt (14) tangentieel uitstrekkende opnamesleuf (5), waarbij de grendel (4) van een eerste ringdeel (1) door een draaiing van dat ringdeel om een eerste scharnierpunt (14) opneembaar is in de opnamesleuf (5) van een tweede ringdeel (2), en simultaan de grendel (4) van het tweede ringdeel (2) door een draaiing van dat ringdeel om een tweede scharnierpunt (14) opneembaar is in de opnamesleuf (5) van het eerste ringdeel (1).

3. Koppelinrichting (10) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ringdelen (1, 2) zijn voorzien van borgmiddelen (6, 13) voor het borgen in een toestand waarbij de grendel (4) van het eerste (1) respectievelijk het tweede ringdeel (2) is opgenomen in de opnamesleuf (5) van het tweede (2) respectievelijk het eerste ringdeel (1).

4. Koppelinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ringdelen (1, 2) door verlijmen in een toestand zijn te borgen waarbij de grendel (4) van het eerste (1) respectievelijk het tweede ringdeel (2) is opgenomen in de opnamesleuf (5) van het tweede (2) respectievelijk het eerste ringdeel (1).

5. Koppelinrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de samenstelbare ringdelen (1, 2) identiek zijn.

6. Koppelinrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de samenstelbare ringdelen (1, 2) zijn vervaardigd volgens een spuitgietproces.

7. Koppelinrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de samenstelbare ringdelen (1, 2) zijn vervaardigd uit aluminium.

8. Koppelinrichting (10) volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de samenstelbare ringdelen (1, 2) zijn vervaardigd uit een kunststof materiaal.

9. Koppelinrichting (10) volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de samenstelbare ringdelen (1, 2) zijn vervaardigd uit gietstaal.

10. Koppelinrichting (10) volgens een der conclusies 1- 5, met het kenmerk, dat de samenstelbare ringdelen (1, 2) zijn vervaardigd volgens een werkwijze voor 3D-printen.

11. Koppelinrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één klemorgaan is samengesteld uit een met het tweede leidingdeel (2) samenwerkend klemdeel (15) en een bedienhendel (10).

12. Koppelinrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ringdelen (1, 2) elk zijn voorzien van een zich ten opzichte van het eerste leidingdeel (1) in radiale richting inwaarts uitstrekkende nok (3) voor opname in een zich vanaf dat leidingdeel (1) in radiale richting buitenwaarts uitstrekkende en in omtrekrichting gesloten opnamerib (15).

13. Koppelinrichting (10) volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de nok (3) in een dwarsdoorsnede een langwerpige omtrek met een boogvormige eerste korte zijde en een daar tegenoverliggende wigvorm vertoont.

14. Leidingdeel (18) voor een cilindrische fluidumleiding, welk leidingdeel (18) op twee tegenoverliggende plaatsen is voorzien van een zich in radiale richting buitenwaarts uitstrekkende en in omtrekrichting gesloten opnamerib (15) voor het daarin opnemen van een nok (3) van een koppelinrichting (10) volgens een der conclusies 9-10.