NL2023272B1 - Afsluiter voor plaatsing aan de buitenzijde van een vervormbare leiding, samenstel van een koppelstuk met afsluiter en werkwijze voor het gebruik van een dergelijke afsluiter - Google Patents
Afsluiter voor plaatsing aan de buitenzijde van een vervormbare leiding, samenstel van een koppelstuk met afsluiter en werkwijze voor het gebruik van een dergelijke afsluiter Download PDFInfo
- Publication number
- NL2023272B1 NL2023272B1 NL2023272A NL2023272A NL2023272B1 NL 2023272 B1 NL2023272 B1 NL 2023272B1 NL 2023272 A NL2023272 A NL 2023272A NL 2023272 A NL2023272 A NL 2023272A NL 2023272 B1 NL2023272 B1 NL 2023272B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- valve
- jacket
- coupling piece
- outer jacket
- inner jacket
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K7/00—Diaphragm valves or cut-off apparatus, e.g. with a member deformed, but not moved bodily, to close the passage ; Pinch valves
- F16K7/02—Diaphragm valves or cut-off apparatus, e.g. with a member deformed, but not moved bodily, to close the passage ; Pinch valves with tubular diaphragm
- F16K7/04—Diaphragm valves or cut-off apparatus, e.g. with a member deformed, but not moved bodily, to close the passage ; Pinch valves with tubular diaphragm constrictable by external radial force
- F16K7/07—Diaphragm valves or cut-off apparatus, e.g. with a member deformed, but not moved bodily, to close the passage ; Pinch valves with tubular diaphragm constrictable by external radial force by means of fluid pressure
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L55/00—Devices or appurtenances for use in, or in connection with, pipes or pipe systems
- F16L55/10—Means for stopping flow from or in pipes or hoses
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Lift Valve (AREA)
- Pipe Accessories (AREA)
Abstract
De uitvinding heeft betrekking op een afsluiter voor plaatsing aan de buitenzijde van een vervormbare leiding, zoals bijvoorbeeld een vloeibare mest doorvoerende leiding. De afsluiter is voorzien van een open vervormbare kokervormige binnenmantel, en een de binnenmantel tenminste gedeeltelijk omgrijpende open kokervormige buitenmantel, waarbij de vervormbaarheid van de binnenmantel groter is dan de vervormbaarheid van de buitenmantel, en waarbij tussen de binnenmantel en de buitenmantel een mediumdichte ruimte is gelegen waarop een fluïdum-doorvoer aansluit. De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een koppelstuk en een dergelijke om de buitenzijde van het koppelstuk geplaatste afsluiter.
Description
Afsluiter voor plaatsing aan de buitenzijde van een vervormbare leiding, samenstel van een koppelstuk met afsluiter en werkwijze voor het gebruik van een dergelijke afsluiter De uitvinding heeft betrekking op een afsluiter voor het afdichten van een vervormbare leiding, alsook op een samenstel van een segment van een vervormbare leiding en een om de buitenzijde daarvan geplaatste afsluiter. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het gebruik van een dergelijke afsluiter.
Vervormbare leidingen, zoals flexibele leidingen, worden op grote schaal gebruikt voor het transporteren van vloeistoffen en slurries zoals bijvoorbeeld uiteeniopende waterige oplossingen, vloeibare meststoffen, niet uitgehard cement, voedingsmiddelen, uiteenlopende halffabricaten, chemische producten, papierpulp maar ook allerlei andere vloeistof/vaste stof mengsels. Voor het reguleren van de doorstroming van zulke vervormbare leidingen worden verschillende soorten (regel)kleppen, ventielen en kranen toegepast. Dergelijke kleppen, ventielen en kranen worden daartoe samengebouwd met de vervormbare leiding. Een nadeel van dergelijke kleppen is dat deze in een volledig geopende toestand nog steeds (lokaal) een invloed kunnen uitoefenen op de doorstroming van de leiding. Ook kunnen de kleppen, ventielen en kranen in geopende toestand een obstakel! vormen voor vaste delen in de door de leiding gevoerde vloeistoffen en/of slurries. Doel van de onderhavige uitvinding is een eenvoudige oplossing te verschaffen voor het regelbaar afsluiten van een vervormbare leiding zonder de nadelen van de kleppen, ventielen en kranen volgens de stand der techniek. De uitvinding verschaft daartoe een afsluiter voor plaatsing aan de buitenzijde van een vervormbare leiding, in het bijzonder een vloeibare meststof doorvoerende leiding, omvattende: een open vervormbare kokervormige binnenmantel, en een open kokervormige buitenmantel, welke buitenmantel de binnenmantel tenminste gedeeltelijk omgrijpend met de binnenmantel is verbonden, waarbij de vervormbaarheid van de binnenmantel groter is dan de vervormbaarheid van de buitenmantel, en waarbij tussen de binnenmantel en de buitenmantel ten minste één mediumdichte ruimte is gelegen waarop een fluidum-doorvoer aansluit. De afsluiter wordt bij voorkeur zo gedimensioneerd dat de vervormbare leiding in een niet geactiveerde stand van de afsluiter niet wordt vervormd.
Met andere woorden; de binnenzijde van de kokervormige binnenmantel is zodanig groot dat deze de vervormbare leiding kan omgrijpen zonder deze te vervormen.
Aldus zal de afsluiter volgens de onderhavige uitvinding geen enkele belemmering vormen voor de doorstroming van de vervormbare leiding zolang de afsluiter niet is geactiveerd.
Voor de door de vervormbare leiding stromende vloeistof of slurry is de afsluiter in niet geactiveerde vorm immers volledig “onzichtbaar”. Nog een voordeel van de afsluiter volgens de onderhavige uitvinding is dat deze zonder beschadiging van de vervormbare leiding kan worden aangebracht; er is dus geen enkele kans op lekkages ten gevolge van de plaatsing van een afsluiter.
Nog een voordeel is dat de afsluiter op een gewenste locatie kan worden aangebracht rond de vervormbare leiding, en dat deze bovendien ook nadat deze is aangebracht op een specifieke locatie weer eenvoudig kan worden verplaatst, bijvoorbeeld door de afsluiter over de vervormbare leiding te verschuiven, Ook in bestaande apparatuur kan de afsluiter volgens de onderhavige uitvinding eenvoudig achteraf worden aangebracht.
Doordat de buitenmantel van de afsluiter bij voorkeur minder flexibel is dan de binnenmantel van de afsluiter zal bij het op druk brengen van de mediumdichte ruimte voornamelijk de binnenmantel naar binnen worden gedrongen, met als gevolg dat de afsluiter (de binnenmantel van de afsluiter) een druk uitoefent op de vervormbare leiding waar de afsluiter omheen is aangebracht.
Wanneer de druk van de binnenmantel op de vervormbare leiding voldoende groot is zal de vervormbare leiding vervormen tot maximaal een oriëntatie waarin de vervormbare leiding volledig is dichtgedrukt.
Het is echter ook mogelijk de vervormbare leiding in meer of mindere mate gedeeltelijk dicht te drukken waardoor de doorstroming van de vervormbare leiding wordt beperkt maar niet volledig wordt belemmerd.
Aldus kan de afsluiter worden gebruikt voor het doseren van de doorstroming (met andere worden als een regelklep.
Met de vervormbaarheid van de buitenmantel en de binnenmantel wordt in deze gedoeld op de mate van flexibiliteit of buigzaamheid van de buitenmantel en de binnenmantel, of - anders gezegd - het vermogen van de binnenmantel en de buitenmantel om vervormingen te kunnen ondergaan waarbij de betreffende mantel intact blijft.
In een uitvoeringsvariant van de afsluiter volgens de onderhavige uitvinding zijn de binnenmantel en de buitenmantel mediumdicht met elkaar verbonden zodanig dat de mediumdichte ruimte (direct) tussen de binnen- en buitenmantel is gelegen, op deze mediumdichte ruimte sluit ook de ten minste ene fluidum-doorvoer aan.
Door nu onder druk een fluidum zoals een gas (lucht/pneumatisch) of vloeistof
(hydraulisch) in de mediumdichte ruimte te voeren zal, vermits de druk voldoende hoog is (welk drukniveau afhankelijk van situationele omstandigheden), de afsluiter worden geactiveerd en de vervormbare leiding in meer of mindere mate worden “dichtgeknepen”. Als alternatief voor de door de binnenmantel en de buitenmantel gevormde mediumdichte ruimte is het ook mogelijk dat tussen de met elkaar verbonden binnenmantel en buitenmantel een de binnenmantel omgevende mediumdichte balg is gelegen, bijvoorbeeld een ringvormige balg, waarop de ten minste ene fluidum-doorvoer aansluit.
De verbinding van de binnenmantel en buitenmantel hoeft in deze situatie niet mediumdicht te zijn; slechts een mechanisch voldoende sterke verbinding volstaat indien ook een balg wordt toegepast.
Het is voordelig indien de binnenzijde van de kokervormige binnenmantel volledig vlak is, waarmee wordt bedoeld dat het binnen oppervlak van de kokervormige binnenmantel niet is voorzien van naar de binnenzijde uitkragende delen.
De vlakke vorm van de binnenzijde van de binnenmantel vormt een extra garantie dat de vervormbare leiding niet wordt vervormd als ook de afsluiter niet is geactiveerd omdat ook als de binnenmantel aanligt tegen de vervormbare leiding de eventuele (beperkte) druk die de afsluiter op de vervormbare leiding uitoefent over een groot vlak min of meer gelijkmatig zal worden verdeeld.
De kans op lokale piekbelastingen van de vervormbare leiding (met de kans op lokale vervorming) is hierdoor verkleind.
Om het materiaalverbruik voor de vervaardiging van de afsluiter te minimaliseren en om de inbouwmogelijkheden van de afsluiter zo groot mogelijk te maken is het wenselijk dat de buitenzijde van de binnenmantel en de binnenzijde van de buitenmantel nabij de kopse zijden van de binnenmantel en de buitenmantel met elkaar verbonden zijn.
Voor een extra solide koppeling van de binnenmantel en de buitenmantel kunnen deze aan weerszijden onder tussenkomst van een bus, bij voorkeur een minder makkelijk vervormbare bus zoals bijvoorbeeld een metalen bus, met elkaar zijn verbonden.
Afhankelijk van de materiaalkeuzen kunnen de binnenmantel en de buitenmantel bijvoorbeeld op zo een bus worden gevulkaniseerd.
De bussen bieden verder een goede aangrijpingsmogelijkheid voor de bevestiging/positionering van de afsluiter.
Doorgaans hebben de kokervorming binnenmantel en de kokervormige buitenmantel een cirkelvormige dwarsdoorsnede omdat dit het beste aansluit op een in dwarsdoorsnede cirkelvormige vervormbare leiding.
Om ervoor te zorgen dat de vervormbaarheid van de binnenmantel groter is dan de vervormbaarheid van de buitenmantel kan de wanddikte van de buitenmantel groter zijn dan de wanddikte van de binnenmantel.
Een andere maatregel die al dan niet in combinatie met de verschillende diktes van de mantels kan worden toegepast bestaat eruit de binnenmantel te vervaardigen uit een materiaal dat makkelijker vervormbaar is dan het materiaal waaruit de buitenmantel is vervaardigd, bijvoorbeeld door de buitenmantel te vervaardigen uit een vezel- versterkte kunststof.
De binnen- en/of buitenmantel kunnen voordelig worden vervaardig uit segmenten van in de reguliere handel verkrijgbare slangen.
Om in de praktijk een goede afdichtende afsluiter te realiseren in de toepassingen zoals bovenstaand beschreven wordt de afsluiter zo geconstrueerd dat de tussen de binnen- en buitenmantel gelegen mediumdichte ruimte en/of de mediumdichte balg een druk kan weerstaan die voldoende groot is om de binnenmantel zodanig te vervormen dat de vervormbare leiding kan worden dichtgedrukt, bijvoorbeeld bij gebruik van een vloeibaar drukmiddel een druk van ten minste 8 x 105 Pa, bij voorkeur van ten minste 10 x 105 Pa (waarbij 1 x 105 Pa = 1 bar = 10 N/cm2 = 1 Atm.). Het is echter ook mogelijk met het drukmiddel op nog veel hogere drukken te werken, bij voorbeeld een druk groter dan 100 x 105 Pa, of een druk groter dan 150 x 105 Pa.
De eenvoudige constructie van de afsluiter volgens de onderhavige uitvinding maakt het relatief eenvoudig mogelijk dit soort hoge drukken te weerstaan.
In een bijzondere uitvoeringsvariant is het ook mogelijk de tussen de binnen- en buitenmantel gelegen mediumdichte ruimte op te delen in meerdere mediumdicht van elkaar gescheiden compartimenten, waarbij op ieder afzonderlijk compartiment ten minste een fluidum-doorvoer aansluit.
Een afsluiter met meerdere 5 compartimenten vergroot de regelmogelijkheden en/of de betrouwbaarheid van de afsluiter.
De uitvinding verschaft tevens een samenstel van een koppelstuk voor leidingen, zoals bijvoorbeeld slangen, pijpen en buizen, en een om de buitenzijde van het koppelstuk geplaatste afsluiter zoals voorgaand beschreven, waarbij het koppelstuk ten minste een segment van een vervormbare leiding omvat en het segment van de vervormbare leiding in een niet op druk gebrachte toestand van de afsluiter niet wordt vervormd door de afsluiter.
Een koppelstuk voor (kunststof) leidingen, zoals bijvoorbeeld slangen, pijpen en buizen, wordt ook wel aangeduid als een tule en kan worden gebruikt om in een bestaand leidingsysteem op te nemen.
Een voordeel van de toepassing van het samenstel volgens de uitvinding is dat ook de vervormbaarheid van het koppelstuk waarop de afsluiter zijn druk uitoefent beheerst is.
Zo kan ongeacht de meer of minder vervormbaarheid van een te reguleren leiding een volledig beheersbare situatie worden verkregen.
Hierbij kan het koppelstuk zijn vervaardigd uit een flexibel buisdeel en kan het koppelstuk aan ten minste één kopse zijde zijn voorzien van een koppeling.
Zo een koppeling kan bijvoorbeeld worden gevormd door een verdikt uiteinde van het koppelstuk met een daarin aangebrachte boring, eventueel tevens voorzien van een slangkiem maar ook ander bestaande typen koppelingen kunnen worden toegepast.
Een alternatieve oplossing kan bestaan uit een tussen de binnenmantel en de buitenmantel van de afsluiter gelegen metalen bus die tot voorbij een uiteinde van het koppelstuk voert en aldus een koppeling vormt, waarbij additioneel de tot voorbij een uiteinde van het koppelstuk voerende metalen bus voor aansluiting op leidingen met variabele diameters ten minste gedeeltelijk conisch kan zijn uitgevoerd.
De uitvinding verchaft tevens een werkwijze voor het gebruik van de afsluiter volgens de onderhavige uitvinding zoals bovensgaand beschreven.
De afsluiter kan worden toegepast voor het discreet openen en sluiten van een medium doorvoerende leiding maar het is ook mogelijk de afsluiter toe te passen voor het regelen van een volumestroom door een medium doorvoerende leiding.
De afsluiter kan aldus op verschillende wijzen worden toegepast; alleen open/dicht of een meer continue regeling van een resterende doorvoer.
Een bijzonder toepassing is de distributie van vloeibare mest waarbij veelal gebruik gemaakt wordt van apparatuur met een groot aantal mest-doorvoerende slangen.
Op ieder van deze slangen zou een afsluiter volgens de uitvinding kunnen worden geplaatst om op momenten waarop er geen vloeibare mest uit een slang dient te komen {denk aan transportomstandigheden of op momenten dat een bepaald bodemdeel overmatig bemest dreigt te worden) maar het is ook mogelijk om afhankelijk van de omstandigheden (denk bijvoorbeeld aan mestcondities, rijsnelheid, en (lokale) bodemomstandigheden) de mestdoorvoer groter of kleiner te laten zijn.
De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden.
Hierin toont: figuur 1A een dwarsdoorsnede door een samenstel van een afsluiter volgens de onderhavige uitvinding en een koppelstuk; figuur 1B een aanzicht op een in onderdelen uiteengenomen samenstel van de afsluiter en het koppelstuk getoond in figuur 1A; figuur 2A en 2B een dwarsdoorsnede door het samenstel van de afsluiter en het koppelstuk in een niet op druk gebrachte — geopende — toestand en een op druk gebrachte — afdichtende — toestand; figuur 3A een aanzicht op een in onderdelen uiteengenomen alternatieve uitvoeringsvariant van een samenstel van een afsluiter volgens de onderhavige uitvinding en een koppelstuk; figuur 3B een dwarsdoorsnede door het geassembleerde samenstel getoond in figuur 3A; en figuur 3C een perspectivische buitenaanzicht het geassembleerde samenstel getoond in de figuren 3A en 3B.
Figuur 1A toont een koppelstuk 1 waarmee twee leidingen 2, 3 met elkaar verbindbaar zijn.
De leidingen 2, 3 kunnen bijvoorbeeld onderdeel uitmaken van een leidingsysteem waarmee vloeistoffen of slurries worden getransporteerd of gedistribueerd.
Het koppelstuk 1 is tussen de kopse uiteinden vervormbaar zodanig dat het koppelstuk 1 tussen de kopse uiteinden samendrukbaar is waardoor de doorstroming ervan wordt voorkomen of ten minste wordt belemmerd.
Om het koppelstuk 1 is een afsluiter 4 geplaatst die is opgebouwd uit een vervormbare kokervormige binnenmantel 5 waar omheen een kokervormige buitenmantel 6 is aangebracht.
De kokervormige binnenmantel 5 en de kokervormige buitenmantel 6 zijn aan de uiteinden mediumdicht met elkaar verbonden waardoor er een tussenruimte 7 wordt gevormd.
Op de tussenruimte 7 sluit een fluidum-doorvoer 8 aan.
Daar waar de kokervormige binnenmantel 5 en de kokervormige buitenmantel 6 met elkaar zijn verbonden zijn aan weerszijden bussen 9 tegen de binnenmantel
5 aangebracht.
De figuur toont tevens dat één uiteinde van het koppelstuk 1 is voorzien van een tule 10 waarin de ring 11 is geplaatst voor het opnemen van de leiding 2. Voor een solide bevestiging van de leiding 2 aan het koppelstuk 1 is er verder voorzien in een slangklem 12. Overigens is ook aan de van de tule 10 overliggende zijde van het koppelstuk 1 een slangklem 12 aangebracht.
De afsluiter 4 kan in axiale richting eventueel over het koppelstuk 1 worden verschoven.
Dit maakt het ook mogelijk om de afsluiter 4 direct om een willekeurige vervormbare leiding aan te brengen en aldus zonder beschadiging van de vervormbare leiding een externe afsluiter aan te brengen (en indien gewenst weer te verwijderen). Een bijkomend voordeel daarbij is dat de kans op lekkages ten gevolge van de aanwezigheid van de afsluiter 4 uiterst gering is.
Voor een gedetailleerde beschrijving van de werking van de afsluiter 4 wordt verwezen naar de figuren 2A en 2B.
In figuur 1B worden de afzonderlijke onderdelen van de afsluiter 4 en het koppelstuk 1 zoals reeds beschreven aan de hand van figuur 1A in een uiteengenomen toestand getoond.
In figuur 2A bevindt de afsluiter 4 zich in een niet op druk gebrachte — geopende — toestand.
Het vervormbare koppelstuk 1 wordt in deze situatie niet vervormd en een vloeistof of slurry kan onbelemmerd door het koppelstuk 1 stromen.
In plaats van het koppelstuk 1 kan de afsluiter 4 op identieke wijze om een vervormbare leiding zijn aangebracht.
De tussenruimte 7’ is in deze toestand slechts beperkt van omvang.
In figuur 2A bevindt de afsluiter 4 zich in een op druk gebrachte — afdichtende — toestand.
Hiertoe is ten opzichte van de toestand zoals weergegeven in figuur 2A er door de fluidum-doorvoer 8 onder druk een drukmiddel in de tussenruimte 7” gebracht met als gevolg dat de omvang van de tussenruimte 7“ aanzienlijk is toegenomen in omvang.
De resultante hiervan is dat de kokervormige binnenmantel 5 door de fluidumdruk in de tussenruimte 7” naar binnen wordt gedrongen, en omdat de druk in de tussenruimte 7” in ieder geval groter is dan de druk in het vervormbare koppelstuk 1 kan het koppelstuk 1 zelfs volledig worden dichtgedrukt.
Aldus wordt voorkomen dat een vloeistof of slurry door het koppelstuk
1 kan stromen.
Figuur 3A toont een aanzicht op een in onderdelen uiteengenomen alternatieve uitvoeringsvariant van een samenstel van een afsluiter 11 en een koppelstuk 12. Het koppelstuk 11 is tussen de kopse uiteinden vervormbaar waardoor het tussen de kopse uiteinden samendrukbaar is.
De afsluiter 11 kan om het koppelstuk 12 worden geplaatst, zoals zal worden getoond in de figuren 3B en 3C.
De afsluiter 11 bestaat uit een vervormbare kokervormige binnenmantel 13 waar omheen een kokervormige buitenmantel 14 wordt geplaatst.
De kokervormige binnenmantel 13 en buitenmantel 14 worden ook in deze variant aan de uiteinden mediumdicht met elkaar verbonden waardoor een expandeerbare tussenruimte wordt gevormd.
Op de tussenruimte sluit een fluidum-doorvoer 15 aan.
Daar waar de kokervormige binnenmantel 13 en buitenmantel 14 met elkaar verbonden kunnen worden zijn aan een zijde een bus 16 en aan de overliggende zijde een bus met verloopstuk 17 voorzien, Afwijkend van de uitvoeringsvariant zoals getoond in de voorgaande figuren is het verloopstuk 17 zo uitgevoerd dat deze niet alleen tussen het koppelstuk 12 en de binnenmantel 13 geplaatst kan worden, maar deze omgrijpt tevens een kopse uiteinde van het koppelstuk 12. Zoals in dwarsdoorsnede ook in figuur 3B zichtbaar is kraagt er een afgeschuind toelopend deel 18 van het verloopstuk 17 uit tot voorbij het koppelstuk 12. Op dit afgeschuind toelopend deel
18 van het verloopstuk 17 sluit - aan de van het koppelstuk afgekeerde zijde - ook nog een cilindrisch eindstuk 19 aan.
Met dit verloopstuk kan een te koppelen buis 20 (zie figuur 3B) eenvoudig op het verloopstuk 17 worden geschoven om dan vervolgens met een slangkoppeling 21 te worden vastgezet.
Aan de andere zijde van het koppelstuk kan bijvoorbeeld op eenvoudige wijze een passend pijpdeel 22
(zie figuur 3B) in het koppeldeel 12 worden gestoken om vervolgens met een slangkoppeling 23 vastgezet te worden.
Als alternatief is het natuurlijk ook mogelijk om aan weerszijden van het koppelstuk 12 verloopstukken 17 met afgeschuind toelopende delen 18 te plaatsen.
Alle aan de hand van figuur 3A beschreven onderdelen zijn ook getoond in de dwarsdoorsnede van de afsluiter 11 en het koppelstuk 12 in figuur 3B.
Hierin is tevens een expandeerbare tussenruimte 24 zichtbaar die zich tussen de binnenmantel 13 en buitenmantel 14 bevindt.
Figuur 3C toont een perspectivische buitenaanzicht op het geassembleerde samenstel van de afsluiter 11, het koppelstuk 12, buis 20 en pijpdeel 22 zoals getoond in de figuren 3A en 3B.
Claims (18)
1. Afsluiter voor plaatsing aan de buitenzijde van een vervormbare leiding, in het bijzonder een vloeibare meststof doorvoerende leiding, omvattende: - een open vervormbare kokervormige binnenmantel, en - een open kokervormige buitenmantel, welke buitenmantel de binnenmantel tenminste gedeeltelijk omgrijpend met de binnenmantel is verbonden, waarbij de vervormbaarheid van de binnenmantel groter is dan de vervormbaarheid van de buitenmantel, en waarbij tussen de binnenmantel en de buitenmantel ten minste één mediumdichte ruimte is gelegen waarop een fluïdum-doorvoer aansluit.
2. Afsluiter volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de binnenmantel en de buitenmantel mediumdicht met elkaar zijn verbonden zodanig dat de mediumdichte ruimte tussen de binnen- en buitenmantel is gelegen.
3. Afsluiter volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat tussen de met elkaar verbonden binnenmantel en buitenmantel een de binnenmantel omgevende mediumdichte balg is gelegen waarop de ten minste ene fluidum-doorvoer aansluit.
4. Afsluiter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de binnenzijde van de kokervormige binnenmantel volledig vlak is.
5. Afsluiter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de buitenzijde van de binnenmantel en de binnenzijde van de buitenmantel nabij de kopse zijden van de binnenmantel en de buitenmantel met elkaar verbonden zijn.
6. Afsluiter volgens “en der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de binnenmantel en de buitenmantel aan weerszijden onder tussenkomst van een bus met elkaar zijn verbonden.
7. Afsluiter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de kokervorming binnenmantel en/of de kokervormige buitenmantel een cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft.
8. Afsluiter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat wanddikte van de buitenmantel groter is dan de wanddikte van de binnenmantel.
9. Afsluiter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de binnenmantel is vervaardigd uit een materiaal flexibeler is dan het materiaal waaruit de buitenmantel is vervaardigd.
10. Afsluiter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de buitenmantel is vervaardigd uit een vezel-versterkte kunststof is.
11. Afsluiter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tussen de binnen- en buitenmantel gelegen mediumdichte ruimte en/of de mediumdichte balg een druk kan weerstaan die voldoende groot is om de binnenmantel zodanig te vervormen dat de vervormbare leiding kan worden dichtgedrukt, bijvoorbeeld een druk van ten minste 8 x 105 Pa, bij voorkeur van ten minste 10 x 105 Pa.
12. Afsluiter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tussen de binnen- en buitenmantel gelegen mediumdichte ruimte is opgedeeld in meerdere mediumdicht van elkaar gescheiden compartimenten en op ieder afzonderlijk compartiment ten minste een fluidum-doorvoer aansluit.
13. Samenstel van een koppelstuk voor medium doorvoerende leidingen, zoals bijvoorbeeld slangen, pijpen en buizen, en een om de buitenzijde van het koppelstuk geplaatste afsluiter volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het koppelstuk ten minste een segment van een vervormbare leiding omvat en het segment van de vervormbare leiding in een niet op druk gebrachte toestand van de afsluiter niet wordt vervormd door de afsluiter.
14. Samenstel van een koppelstuk en daaromheen geplaatste afsluiter volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het koppelstuk is vervaardigd uit een flexibel buisdeel.
15. Samenstel van een koppelstuk en daaromheen geplaatste afsluiter volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk dat het koppelstuk aan ten minste één kopse zijde is voorzien van een koppeling.
16. Samenstel van een koppelstuk en daaromheen geplaatste afsluiter volgens een der conclusies 13 - 15, met het kenmerk dat een tussen de binnenmantel en de buitenmantel van de afsluiter gelegen metalen bus tot voorbij een uiteinde van het koppelstuk voert en aldus een koppeling vormt.
17. Samenstel van een koppelstuk en daaromheen geplaatste afsluiter volgens conclusie 16, met het kenmerk dat de tot voorbij een uiteinde van het koppelstuk voerde metalen bus ten minste gedeeltelijk conisch is gevormd.
18. Werkwijze voor het gebruik van de afsluiter volgens een der conclusies 1 — 12, met het kenmerk dat de afsluiter wordt toegepast voor het discreet openen en sluiten van een medium doorvoerende leiding.
19, Werkwijze voor het gebruik van de afsluiter volgens een der conclusies 1 — 12, met het kenmerk dat de afsluiter wordt toegepast voor het regelen van een volumestroom door een medium doorvoerende leiding.
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE102018113566.1A DE102018113566A1 (de) | 2018-06-07 | 2018-06-07 | Absperrvorrichtung zur Platzierung an der Außenseite einer verformbaren Leitung, System aus einem Kopplungsstück mit einer Absperrvorrichtung, und Verfahren zur Verwendung einer derartigen Absperrvorrichtung |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2023272A NL2023272A (nl) | 2019-12-10 |
NL2023272B1 true NL2023272B1 (nl) | 2022-07-26 |
Family
ID=68652018
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2023272A NL2023272B1 (nl) | 2018-06-07 | 2019-06-07 | Afsluiter voor plaatsing aan de buitenzijde van een vervormbare leiding, samenstel van een koppelstuk met afsluiter en werkwijze voor het gebruik van een dergelijke afsluiter |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE102018113566A1 (nl) |
NL (1) | NL2023272B1 (nl) |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE202017001292U1 (de) * | 2017-03-09 | 2017-04-04 | Arthur Mix | Gülleausbringvorrichtung mit veränderbarer Arbeitsbreite sowie veränderbarem Reihenabstand |
-
2018
- 2018-06-07 DE DE102018113566.1A patent/DE102018113566A1/de active Pending
-
2019
- 2019-06-07 NL NL2023272A patent/NL2023272B1/nl active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE102018113566A1 (de) | 2019-12-12 |
NL2023272A (nl) | 2019-12-10 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4268005A (en) | Pinch valve | |
US2843349A (en) | Pressure fluid operated blowout preventer | |
US4013097A (en) | Apparatus and method for damming a pipeline | |
US6363566B1 (en) | Drain valve and pipe blockage clearing device | |
KR102229522B1 (ko) | 비스듬한 파이프에 의해 공급되는 후방 챔버를 구비한 유체 전달 커플러 | |
US20040025951A1 (en) | Lined pipe wherein the liner comprises a one-way valve | |
US10760689B2 (en) | Multipurpose flow control arrangement | |
US5110160A (en) | High pressure port fitting system | |
US4778204A (en) | Pipeline connector for plastic instruments | |
NL2023272B1 (nl) | Afsluiter voor plaatsing aan de buitenzijde van een vervormbare leiding, samenstel van een koppelstuk met afsluiter en werkwijze voor het gebruik van een dergelijke afsluiter | |
US20160044878A1 (en) | Valve | |
US20140034860A1 (en) | Industrial valve | |
EP0053110A1 (en) | SEPARABLE CONNECTION. | |
US4146059A (en) | Plastic member having a reinforcing element at the mouth of a flow aperture thereof | |
US3335742A (en) | Device for joining branches to operating gas or hydraulic pipelines | |
US3212520A (en) | Swing type check valve with internal relief valve | |
US354560A (en) | Pipe-coupling | |
SE441546B (sv) | Ventilanordning for reglering av ett flode inuti en rorledning | |
US20150369416A1 (en) | Line Stop Adapter For Mechanical Joint Outlet | |
US2302244A (en) | Pipe coupling and sealing device | |
US3550899A (en) | Collapsible tube | |
FI81893B (fi) | Stryporgan foer nedsaettning av trycket i roerledningar. | |
US603720A (en) | Pipe-coupling | |
US571337A (en) | Expansion or telescopic joint for pipes containing fluid under pressure | |
US1406158A (en) | Liquid conveyer |