NL2022728B1

NL2022728B1 - Hanging conveyor

Info

Publication number: NL2022728B1
Application number: NL2022728A
Authority: NL
Inventors: Jacobus Van Dijk Willem
Original assignee: Railtechniek Van Herwijnen Bv
Priority date: 2019-03-12
Filing date: 2019-03-12
Publication date: 2020-09-18

Abstract

l4 UITTREKSEL Hangtransporteur voor voorwerpen, met een transportrail, een 5 aantal in de transportrail door transportrollen gelagerde en door een aandrijving in een door de transportrail gedefinieer— de transportrichting voortbeweegbare voorwerpdragers die in een zich door de transportrichting uitstrekkend verticaal vlak een schommelbeweging om hun respectievelijke transportrollen 10 kunnen uitvoeren, en met ten minste een in de nabijheid van de transportrail geplaatst bewerkingsstation voor het op de voor— werpen uitvoeren van een bewerking met ter plaatse van het ten minste ene bewerkingsstation aangebrachte, op de voorwerpdra— gers aangrijpende stabilisatiemiddelen voor het ter plaatse 15 daarvan in zo groot mogelijke mate, bij voorkeur volledig, voorkomen van de genoemde schommelbeweging van de voorwerpdra— gers.14 EXTRACT Hanging conveyor for objects, with a conveyor rail, a number of object carriers supported in the conveyor rail by conveyor rollers and movable by a drive in a conveyor rail defined by the conveyor rail, which in a vertical plane extending through the conveyance direction, rocking about their respective conveyor rollers. 10, and with at least one processing station placed in the vicinity of the transport rail for performing an operation on the objects, with stabilizing means arranged at the location of the at least one processing station and engaging on the object carriers for Prevent the said rocking movement of the object carriers to the greatest possible extent, preferably completely.

Description

NL29180-Vo/ID Hangtransporteur De uitvinding heeft betrekking op een hangtranspor- teur voor voorwerpen, van het type met een transportrail, een aantal in de transportrail door transportrollen gelagerde en door een aandrijving in een door de transportrail gedefinieer- de transportrichting voortbeweegbare voorwerp-dragers die in een zich door de transportrichting uitstrekkend verticaal vlak een schommelbeweging om hun respectievelijke transportrollen kunnen uitvoeren, en met ten minste één in de nabijheid van de transportrail geplaatst bewerkingsstation voor het op de voor- werpen uitvoeren van een bewerking.NL29180-Vo / ID Hanging conveyor The invention relates to a hanging conveyor for objects, of the type with a transport rail, a number of object carriers mounted in the transport rail by transport rollers and movable in a transport direction defined by the transport rail by a drive. which can perform a rocking movement about their respective conveyor rollers in a vertical plane extending through the conveying direction, and with at least one processing station placed in the vicinity of the conveyor rail for performing an operation on the objects.

In het algemeen is elke voorwerpdrager ter vereenvou- diging van de constructie van de hangtransporteur in de trans- portrail (die bijvoorbeeld uit een zogenaamde monorail kan be- staan) gelagerd via een enkele transportrol of meerdere, bij- voorbeeld twee, naast elkaar gelegen transportrollen met sa- menvallende rotatieassen, waardoor de voorwerpdrager de ge- noemde schommelbeweging om de betreffende transportrol of transportrollen kan uitvoeren (die bijvoorbeeld veroorzaakt kan worden door de beweging van de transportrollen in de transportrail, zoals het stoppen, het opnieuw starten en het doorlopen van bochten).In general, in order to simplify the construction of the overhead conveyor, each article carrier is mounted in the conveyor rail (which may consist of a so-called monorail, for example) via a single conveyor roller or several, for example two, conveyor rollers located next to each other. with coincident axes of rotation, allowing the object carrier to perform the said rocking movement about the respective transport roller or rollers (which can be caused, for example, by the movement of the transport rollers in the transport rail, such as stopping, restarting and cornering ).

Met behulp van een dergelijke hangtransporteur kunnen de voorwerpen door of langs het bewerkingsstation worden ge- transporteerd alwaar een gewenste bewerking op de voorwerpen wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld kunnen de voorwerpen timmerpro- ducten zoals kozijnen omvatten die ter plaatse van het bewer- kingsstation handmatig worden gespoten door een spuiter. Hier- bij vormt de mogelijke schommelbeweging van de voorwerpdrager en derhalve van de hierdoor gedragen voorwerpen (zoals kozij- nen) geen groot probleem omdat de spuiter tijdens het spuiten rekening kan houden met deze schommelbeweging.With the aid of such an overhead conveyor, the objects can be transported through or past the processing station, where a desired processing operation is performed on the objects. For example, the articles may include carpentry products such as frames that are manually sprayed by a painter at the machining station. The possible rocking movement of the object carrier and therefore of the objects carried by it (such as frames) does not pose a major problem here, because the painter can take this rocking movement into account during spraying.

Er bestaat echter ook een behoefte om een dergelijke hangtransporteur uit te voeren met een geautomatiseerd bewer- kingsstation. In het hiervoor beschreven voorbeeld kan dan worden gedacht aan een spuitrobot ter vervanging van de spui- ter. Een dergelijke spuitrobot kan worden aangestuurd door een ter plaatse van het bewerkingsstation (of een ander daaraan voorafgaand bewerkingsstation) aangebrachte scanner die de ge- ometrie van het passerende, te spuiten voorwerp vaststelt en op basis van de vastgestelde geometrie de spuitrobot aan- stuurt. Een probleem hierbij vormt echter de eventuele schom- melbeweging van de voorwerpdrager met voorwerp, die het nage- noeg onmogelijk maakt om de spuitrobot op basis van de door de scanner bepaalde voorwerpgeometrie met voldoende precisie aan te sturen om het voorwerp op tevredenstellende wijze te spui- ten. Enerzijds kan immers de schommelbeweging het precies scannen bemoeilijken, terwijl anderzijds de schomnelbeweging {ook wanneer toch een precies scannen mogelijk was) het cor- rect aansturen van de spuitrobot onmogelijk maakt omdat de mo- mentane positie van een te spuiten voorwerp ten gevolge van de schommelbeweging onbepaald is.However, there is also a need to implement such an overhead conveyor with an automated processing station. In the example described above, it is then possible to envisage a spraying robot to replace the sprayer. Such a spraying robot can be controlled by a scanner arranged at the location of the processing station (or another processing station preceding it) which determines the geometry of the passing object to be sprayed and controls the spraying robot on the basis of the determined geometry. A problem here, however, is the possible rocking movement of the object carrier with object, which makes it virtually impossible to control the spraying robot with sufficient precision on the basis of the object geometry determined by the scanner to spray the object in a satisfactory manner. ten. After all, the rocking movement can make precise scanning more difficult, while on the other hand the rocking movement (even when precise scanning was possible) makes it impossible to correctly control the spraying robot because the current position of an object to be sprayed as a result of the rocking movement. is indefinite.

Met het oog op het voorgaande is het een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een verbeterde hangtranspor- teur te verschaffen.In view of the foregoing, it is an object of the present invention to provide an improved overhead conveyor.

Derhalve wordt de hangtransporteur volgens de uitvin- ding gekenmerkt door ter plaatse van het ten minste ene bewer- kingsstation aangebrachte, op de voorwerpdragers aangrijpende stabilisatiemiddelen voor het ter plaatse daarvan in zo groot mogelijke mate, bij voorkeur volledig, voorkomen van de ge- noemde schommelbeweging van de voorwerpdragers.The overhead conveyor according to the invention is therefore characterized by stabilizing means arranged at the location of the at least one processing station, which act on the object carriers and to prevent said rocking movement to the greatest possible extent, preferably completely, at that location. of the object carriers.

Door toepassing van deze stabilisatiemiddelen kan een bewerking ter plaatse van het betreffende bewerkingsstation op uitermate precieze en reproduceerbare wijze worden uitgevoerd. In het bovengenoemde voorbeeld kan het voorwerp ter plaatse van de scanner worden gestabiliseerd zodat op de eerste plaats een precies scannen en vaststellen van de geometrie van het voorwerp mogelijk is. Een dergelijke precieze vaststelling van de geometrie is van belang voor de aansturing van de spuitro-By using these stabilizing means, an operation at the respective processing station can be carried out in an extremely precise and reproducible manner. In the above example, the object can be stabilized at the location of the scanner so that, in the first place, a precise scanning and determination of the geometry of the object is possible. Such a precise determination of the geometry is important for the control of the spraying process.

bot, doch zou zijn waarde deels verliezen indien het voorwerp niet ook ter plaatse van de spuitrobot gestabiliseerd zou zijn.bone, but would partly lose its value if the object were not also stabilized at the location of the spraying robot.

Nu dat echter overeenkomstig de uitvinding ook het geval is, kan op basis van de door de scanner vastgestelde geometrie en de hieruit voortkomende aansturing van de spuitrobot het voorwerp op de tweede plaats uitermate precies worden gespo- ten.Now that this is also the case according to the invention, on the basis of the geometry determined by the scanner and the control of the spraying robot resulting therefrom, the object can be sprayed extremely precisely in the second place.

In dit voorbeeld is sprake van twee bewerkingen die in een en hetzelfde of in verschillende bewerkingsstations kunnen plaatsvinden en waarbij tijdens beide bewerkingen de stabilisatie plaatsvindt door betreffende stabilisatiemiddelen (die voor elk bewerkingsstation apart uitgevoerd kunnen zijn, doch ook gecombineerd kunnen zijn tot een enkel samenstel). De uitvinding is echter ook toepasbaar op situaties waarin slechts één bewerking wordt uitgevoerd (in één bewerkingssta- tion) of op situaties met meer dan één bewerking (en dus even- tueel meer dan één bewerkingsstation) waarbij niet voor het uitvoeren van elk van deze bewerkingen de genoemde stabilisa- tiemiddelen aanwezig zijn.In this example, there are two operations that can take place in one and the same or in different processing stations, whereby during both operations the stabilization takes place by the respective stabilizing means (which can be carried out separately for each processing station, but can also be combined into a single assembly). . However, the invention is also applicable to situations in which only one operation is performed (in one processing station) or to situations with more than one operation (and thus possibly more than one processing station) where one cannot perform each of these operations. said stabilizing agents are present.

Zo is het denkbaar dat in het bo- vengenoemde voorbeeld de scanner in staat is om de geometrie van het voorwerp voldoende precies vast te stellen ondanks een schommelbeweging, zodat alleen ter plaatse van de spuitrobot een stabilisatie vereist is.For instance, it is conceivable that in the above-mentioned example the scanner is able to determine the geometry of the object with sufficient precision despite a rocking movement, so that stabilization is only required at the location of the spraying robot.

De stabilisatiemiddelen kunnen eenvoudig achteraf worden toegevoegd aan een bestaande hangtransporteur van het in de aanhef beschreven type, zodat de investeringen tot een minimum beperkt kunnen blijven.The stabilizing means can easily be added afterwards to an existing overhead conveyor of the type described in the preamble, so that the investments can be kept to a minimum.

Een andere manier om tot een stabilisatie te komen zou bijvoorbeeld het gebruik van een hangtransporteur met tandemtransportrollen (in de transport- richting achter elkaar geplaatste transportrollen) kunnen om- vatten, maar enerzijds zou dit een aanzienlijke constructieve aanpassing van een bestaande hangtransporteur of de toepassing van een volledig nieuwe hangtransporteur met daarmee samenhan- gende hoge kosten vergen, terwijl anderzijds de mate van sta- bilisatie van de voorwerpdragers nog steeds niet optimaal zou zijn.Another way of achieving stabilization could include, for example, the use of an overhead conveyor with tandem conveyor rollers (conveyor rollers placed one behind the other in the direction of conveyance), but on the one hand this would involve a considerable structural modification of an existing overhead conveyor or the application of require a completely new overhead conveyor with associated high costs, while on the other hand the degree of stabilization of the object carriers would still not be optimal.

In een uitvoeringsvorm van de hangtransporteur defi- nieert elke voorwerpdrager een zich over enige afstand in de transportrichting uitstrekkend plat vlak en bestaan de stabi- lisatiemiddelen uit een zich over enige afstand in de trans- portrichting uitstrekkend aangrijpmiddel dat is geplaatst en uitgevoerd voor aangrijping op het genoemde platte vlak van een passerende voorwerpdrager.In one embodiment of the overhead conveyor, each article carrier defines a flat plane extending some distance in the direction of transport and the stabilizing means consists of an engaging means extending some distance in the direction of transport, which is positioned and configured for engaging the said flat surface of a passing object carrier.

Op deze wijze wordt gebruik gemaakt van de vorm van de bij een hangtransporteur van het betreffende type reeds aanwezige voorwerpdrager om tot een goede stabilisatie te ko- men. Het platte vlak van de voorwerpdrager verschaft immers een uitermate effectief gedeelte om samen te werken met het aangrijpmiddel.In this way, use is made of the shape of the object carrier already present with an overhead conveyor of the type in question in order to achieve a good stabilization. After all, the flat surface of the object carrier provides an extremely effective portion for cooperating with the engaging means.

In een verdere uitwerking van deze uitvoeringsvorm van de hangtransporteur wordt het aangrijpmiddel gevormd door meerdere in de transportrichting achter elkaar geplaatste sta- bilisatierollen.In a further elaboration of this embodiment of the overhead conveyor, the engaging means is formed by a plurality of stabilization rollers placed one behind the other in the conveying direction.

Deze stabilisatierollen kunnen zeer effectief samen- werken met (aangrijpen op) het platte vlak van de voorwerpdra- ger om deze te stabiliseren en de schommelbeweging te verhin- deren. Opgemerkt wordt dat ook andere, een overeenkomstige werking verschaffende, middelen in plaats van de stabilisatie- rollen toepasbaar zijn, zoals een lage wrijving bezittende glijblokken of dergelijke.These stabilization rollers can very effectively cooperate with (engage) the flat surface of the article carrier to stabilize it and prevent the rocking motion. It is noted that other means providing a corresponding effect can also be used instead of the stabilizing rollers, such as sliding blocks having low friction or the like.

Verder is het denkbaar {en in de meeste gevallen ook de meest normale situatie) dat de hangtransporteur zodanig is uitgevoerd, dat het platte vlak een horizontaal vlak is en de stabilisatierollen bij voorkeur horizontale, dwars op de transportrichting geplaatste rotatieassen bezitten.It is further conceivable (and in most cases also the most normal situation) that the overhead conveyor is designed such that the flat surface is a horizontal plane and the stabilizing rollers preferably have horizontal axes of rotation arranged transversely to the direction of transport.

Bij voorkeur is het platte vlak aan de onderzijde van de voorwerpdrager gevormd en is het aangrijpmiddel {zoals bij- voorbeeld de stabilisatierollen) zodanig geplaatst en uitge- voerd dat een voorwerpdrager er boven langs kan passeren. Maar ook een plat vlak aan de bovenzijde van de voorwerpdrager met een daarboven geplaatst aangrijpmiddel is denkbaar, alsmede een zijdelings vanaf de voorwerpdrager uitstekend vlak.Preferably, the flat surface is formed on the underside of the article carrier and the gripping means (such as, for example, the stabilization rollers) is placed and configured such that an article carrier can pass above it. However, a flat surface on the top side of the object carrier with an engaging means placed above it is also conceivable, as is a surface projecting laterally from the object carrier.

Als alternatief zou de voorwerpdrager een (in de dwarsrichting) schuin geplaatst plat vlak kunnen bezitten waarop het (eventueel eveneens schuin geplaatste) aangrijpmid- del (bijvoorbeeld stabilisatierollen) kan aangrijpen. Het is 5 zelfs denkbaar dat de voorwerpdrager twee V-vormig op elkaar aansluitende, tegengesteld schuine platte vlakken bezit met bijbehorende aangrijpmiddelen. Doch ook andere vormgevingen met ten minste één plat vlak zijn denkbaar.As an alternative, the article carrier could have a flat surface that is inclined (in the transverse direction) on which the (optionally also inclined) engaging means (for example stabilizing rollers) can engage. It is even conceivable for the object carrier to have two mutually adjoining V-shaped, oppositely inclined flat surfaces with associated engaging means. However, other designs with at least one flat surface are also conceivable.

In een uitvoeringsvorm van de hangtransporteur bezit de voorwerpdrager aan zijn onderzijde een centrale voorziening voor het dragen van het voorwerp en zijn twee aangrijpmiddelen (bijvoorbeeld telkens bestaande uit de genoemde stabilisatie- rollen) toegepast voor het aan weerszijden van de centrale voorziening aangrijpen op de onderzijde van de voorwerpdrager.In one embodiment of the overhead conveyor, the object carrier has on its underside a central provision for carrying the object and two gripping means (for instance each consisting of the said stabilization rollers) are used for engaging the underside of the central provision on either side of the central provision. the object carrier.

Hierdoor kan de voorwerpdrager met daaraan opgehangen voorwerp de aangrijpmiddelen {zoals stabilisatierollen}) passe- ren zonder hierdoor te worden gehinderd.As a result, the object carrier with the object suspended thereon can pass the gripping means (such as stabilization rollers}) without being hindered by this.

Verder kan het de voorkeur genieten dat de aangrijp- middelen zodanig zijn geplaatst dat het gewicht van een voor- werpdrager met hierdoor gedragen voorwerp ter plaatse van de aangrijpmiddelen ten minste voor het grootste deel wordt ge- dragen door de transportrail, en slechts voor een kleiner deel door het (de) aangrijpmiddel (en).It may further be preferred that the gripping means are placed such that the weight of an object carrier with an object carried by it is carried at least for the most part by the transport rail at the location of the gripping means, and only for a smaller part. part by the gripping means (s).

De achterliggende gedachte is dat de transportrail oorspronkelijk reeds is geconstrueerd met het oog op het dra- gen van het genoemde gewicht, en dat ook in de gewijzigde uit- voering van de hangtransporteur volgens de uitvinding zo veel mogelijk gebruik moet worden gemaakt van dit draagvermogen. De aangrijpmiddelen kunnen dan relatief licht en goedkoop worden uitgevoerd.The underlying idea is that the conveyor rail was originally already constructed with a view to carrying the said weight, and that this bearing capacity must also be used as much as possible in the modified embodiment of the overhead conveyor according to the invention. The gripping means can then be of relatively light and inexpensive design.

De plaatsing kan zelfs zodanig worden gekozen dat een voorwerpdrager die zich volledig in rust (zonder het uitvoeren van een schommelbeweging) ter plaatse van het (de) aangrijp- middel (en) zou bevinden, zich net buiten aangrijping daarmee bevindt en pas hierdoor wordt aangegrepen op het moment dat een schommelbeweging dreigt op te treden.The placement can even be chosen such that an object carrier that is completely at rest (without performing a rocking movement) at the location of the engaging means (s) is just out of engagement therewith and is only engaged by it. when a rocking movement threatens to occur.

Wanneer het aangrijpmiddel ter vorming van een in- voergeleiding ten minste een stroomopwaarts uiteinde bezit met een zich in de transportrichting geleidelijk dichter naar een passerende voorwerpdrager toe bewegende vorm, kan het in aan- grijping komen van de voorwerpdrager met het aangrijpmiddel zeer geleidelijk plaatsvinden, zodat schokvormige belastingen op de voorwerpdrager (en dus ook op het voorwerp) kunnen wor- den voorkomen.When the engaging means for forming an input guide has at least one upstream end with a shape gradually moving closer to a passing object carrier in the conveying direction, the engaging of the object carrier with the engaging means can take place very gradually, so that shock-like loads on the object carrier (and therefore also on the object) can be prevented.

Op corresponderende wijze is het mogelijk dat het aangrijpmiddel ter vorming van een uitvoergeleiding tevens een stroomafwaarts uiteinde bezit met een zich in de transport- richting geleidelijk verder van een passerende voorwerpdrager af bewegende vorm.In a corresponding manner, it is possible for the engaging means to form an output guide also have a downstream end with a shape gradually moving further away from a passing object carrier in the direction of transport.

In andere uitvoeringsvormen van de hangtransporteur is het denkbaar dat ter plaatse van het ten minste ene bewer- kingsstation tevens tegenover elkaar geplaatste dwarsaangrijp- middelen zijn aangebracht die zijn bedoeld voor het aangrijpen op tegenover gelegen zijdes van een voor-werpdrager, voor het ter plaatse daarvan in zo groot mogelijke mate, bij voorkeur volledig, voorkomen van een schommelbeweging van de voorwerp- dragers dwars op de trans-portrichting.In other embodiments of the overhead conveyor it is conceivable that at the location of the at least one processing station, opposite transverse engaging means are also provided, which are intended for engaging opposite sides of an article carrier, for the purpose of the at the location thereof. Prevent as much as possible, preferably completely, a rocking movement of the object carriers transverse to the transport direction.

De werking en uitvoering van dergelijke dwarsaan- grijpmiddelen kan, in zoverre niet tegengesproken door hetgeen hierna wordt beschreven, in sterke mate overeenkomen met het- geen met betrekking tot het aangrijpmiddel is besproken, met dien verstande dat hun werking is gericht op het, bij voorkeur volledig, voorkomen van een (dwarse) schommelbeweging van de voorwerpdragers dwárs op de transportrichting, in tegenstel- ling tot in de transportrichting.The operation and design of such transverse gripping means, insofar as not contradicted by what is hereinafter described, may be very similar to what has been discussed with respect to the gripping means, provided that their operation is directed towards the, preferably complete, prevention of a (transverse) rocking movement of the object carriers transversely to the conveying direction, as opposed to in the conveying direction.

Aldus is het bijvoorbeeld opnieuw mogelijk dat de dwarsaangrijpmiddelen worden gevormd door meerdere in de transportrichting achter elkaar geplaatste dwarsstabilisatie- rollen met bij voorkeur verticale, dwars op de transportrich- ting geplaatste rotatieassen (waarbij de tegenovergelegen zij- des van de voorwerpdrager waarop ze aangrijpen, platte vlakken definiëren).It is thus again possible, for example, for the transverse gripping means to be formed by a plurality of transverse stabilization rollers placed one behind the other in the conveying direction, preferably having vertical axes of rotation arranged transversely to the conveying direction (whereby the opposite sides of the object carrier on which they engage, are flat). defining planes).

In een uitvoeringsvorm van de hangtransporteur omvat de aandrijving een zich evenwijdig aan de transportrail uit- strekkende aandrijfrail met daarin voortbeweegbare aandrijfs- ledes, waarbij elke aandrijfslede is voorzien van een in hoofdzaak in de richting van de transportrail uitstekende mee- nemer die kan aangrijpen op een voorwerpdrager, op een trans- portrol of op een een voorwerpdrager met een bijbehorende transportrol verbindend element.In one embodiment of the overhead conveyor, the drive comprises a drive rail extending parallel to the conveyor rail and having drive slides movable therein, each drive carriage being provided with a catcher projecting substantially in the direction of the transport rail which can engage a carrier. object carrier, on a conveyor roller or on an object carrier connecting element to an associated conveyor roller.

Verder is het mogelijk dat de voorwerpdrager aan zijn onderzijde een centrale voorziening bezit bestaande uit twee flexibele langwerpige verbindingselementen, zoals kettingen, kabels of touwen, voor het dragen van een voorwerp en waarbij deze twee flexibele langwerpige verbindingselementen bij aan- wezigheid van een voorwerp niet evenwijdig aan elkaar lopen.It is further possible for the object carrier to have a central provision on its underside consisting of two flexible elongated connecting elements, such as chains, cables or ropes, for carrying an object and wherein these two flexible elongated connecting elements are not parallel in the presence of an object. run together.

Door het niet-evenwijdig lopen van deze flexibele verbindingselementen volstaat in hoofdzaak een stabilisatie van de voorwerpdrager reeds om een schommelbeweging van het voorwerp te voorkomen.Due to the non-parallel running of these flexible connecting elements, stabilization of the object carrier is essentially sufficient to prevent a rocking movement of the object.

Hierna wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van de tekening waarin een uitvoeringsvorm van de hang- transporteur volgens de uitvinding is weergegeven.The invention is explained in more detail below with reference to the drawing, which shows an embodiment of the overhead conveyor according to the invention.

Hierin toont: Figuur 1 een schematisch zijaanzicht van een hang- transporteur volgens de uitvinding; Figuur 2 op schematische wijze een doorsnede volgens II- II in figuur 1, en Figuur 3 een gedeelte van een met figuur 2 vergelijk- bare doorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm.Herein: Figure 1 shows a schematic side view of an overhead conveyor according to the invention; Figure 2 schematically shows a cross-section according to II-II in figure 1, and Figure 3 shows a part of a cross-section comparable with figure 2 of an alternative embodiment.

De in figuur 1 in een schematisch zijaanzicht getoon- de hangtransporteur voor voorwerpen 1, zoals bijvoorbeeld ko- zijnen, is voorzien van een transportrail 2 en een aantal voorwerpdragers 5 die door in de transportrail 2 opgenomen transportrollen 3 in de transportrail zijn gelagerd.The hanging conveyor for objects 1, such as for instance frames, shown in figure 1 in a schematic side view, is provided with a transport rail 2 and a number of object carriers 5 which are journalled in the transport rail by transport rollers 3 received in the transport rail 2.

De ver- binding tussen de voorwerpdragers 5 en de transportrollen 3 vindt plaats door middel van een draagstang 9. De transport- rollen 3 zijn door een aandrijving 6 (hier een, bijvoorbeeld in een niet-getoonde aandrijfrail lopende, aandrijfketting 7 met door niet-getoonde aandrijfsledes gedragen meenemers 8) in een door de transportrail 2 gedefinieerde transportrichting 4 voortbewsegbaar. Elke voorwerpdrager 5 is bedoeld voor het dragen van een voorwerp 1 en bezit hiertoe in de getoonde uit- voeringvorm aan zijn onderzijde een centrale voorziening be- staande uit twee flexibele langwerpige verbindingselementen 10, zoals kettingen, kabels of touwen, voor het dragen van het betreffende voorwerp 1. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld lopen deze twee flexibele langwerpige verbindingselementen 10 bij aanwezigheid van een voorwerp 1 niet evenwijdig aan el- kaar, Door de manier waarop een voorwerpdrager 5 door mid- del van de transportrollen 3 in de transportrail 2 is gela- gerd, kan deze in een zich door de transportrichting 4 uit- strekkend verticaal vlak (het vlak van de tekening) een schom- melbeweging 11 om zijn respectievelijke transportrollen 3 (in het bijzonder om de rotatieas 12 daarvan) uitvoeren, zodat ook het voorwerp 1 een corresponderende schommelbeweging uitvoert die het op het voorwerp uitvoeren van bewerkingen (bijvoor- beeld ter plaatse van een slechts schematisch aangeduid bewer- kingsstation 13) kan bemoeilijken of zelfs onmogelijk kan ma- ken. Dergelijke bewerkingen kunnen bijvoorbeeld het scannen van het voorwerp 1 en het, gebaseerd daarop, door een spuitro- bot spuiten van het voorwerp omvatten.The connection between the object carriers 5 and the transport rollers 3 takes place by means of a support rod 9. The transport rollers 3 are connected by a drive 6 (here a drive chain 7 running for example in a drive rail (not shown) with through drive carriages 8) are supported and can be moved along in a conveying direction 4 defined by the conveyor rail 2. Each object carrier 5 is intended for carrying an object 1 and to this end, in the embodiment shown, has at its underside a central provision consisting of two flexible elongated connecting elements 10, such as chains, cables or ropes, for carrying the respective object. object 1. In the exemplary embodiment shown, these two flexible elongated connecting elements 10 do not run parallel to each other in the presence of an object 1. Due to the way in which an object carrier 5 is mounted in the transport rail 2 by means of the transport rollers 3 , it can perform a rocking movement 11 about its respective transport rollers 3 (in particular about the axis of rotation 12 thereof) in a vertical plane (the plane of the drawing) extending through the conveying direction 4, so that the object 1 also has a performs corresponding rocking motion that performs operations on the object (for example, at the location of a schematic can complicate or even make impossible processing station 13). Such operations may include, for example, scanning the object 1 and, based thereon, spraying the object through a spraying robot.

Voor het uitvoeren van de bewerking of bewerkingen kan één of een aantal bewerkingsstations 13 in de nabijheid van de transportrail 2 zijn toegepast en de hierna te be- schrijven stabilisatiemiddelen kunnen bij slechts éen bewer- kingsstation of bij meerdere bewerkingsstations in het gewens- te aantal toegepast zijn.For performing the machining or machining operations, one or more machining stations 13 may be provided in the vicinity of the conveyor rail 2, and the stabilizing means to be described below may be used at only one machining station or at several machining stations in the desired number. to be.

Ter plaatse van het getoonde, ten minste ene bewer- kingsstation 13 zijn stabilisatiemiddelen toegepast die zijn bedoeld om op de passerende voorwerpdragers 5 aan te grijpen en aldus in zo groot mogelijke mate, bij voorkeur volledig, de genoemde schommelbeweging 11 van de voorwerpdragers 5 te voor- komen.At the location of the at least one processing station 13 shown, stabilizing means are used which are intended to act on the passing object carriers 5 and thus prevent the aforementioned rocking movement 11 of the object carriers 5 to the greatest possible extent, preferably completely. - come.

De stabilisatiemiddelen bestaan in de getoonde uit- voeringsvorm uit meerdere in de transportrichting 4 achter el- kaar geplaatste stabilisatierollen 14 die als het ware een zich over enige afstand in de transportrichting uitstrekkend aangrijpmiddel definiëren dat aangrijpt op een plat vlak 15 dat in dit geval wordt gevormd door de onderzijde van de voor- werpdrager 5 en dat zich over enige afstand in de transport- richting 4 uitstrekt. In dit geval is het platte vlak 15 een horizontaal vlak (zie in het bijzonder figuur 2) en bezitten de stabilisatierollen 14 bij voorkeur horizontale, dwars op de transportrichting geplaatste rotatieassen 16. De stabilisatie- rollen 14 zijn bevestigd aan een slechts schematisch en ge- deeltelijk weergegeven draagconstructie 27. omdat het platte vlak 15 aan de onderzijde van de voorwerpdrager 5 is gevormd, is het door de stabilisatierollen 14 gedefinieerde aangrijpmiddel zodanig geplaatst en uitge- voerd dat een voorwerpdrager 5 er boven langs kan passeren en door de stabilisatierollen 14 op de gewenste manier kan worden gestabiliseerd ter voorkoming van de schommelbeweging 11. Om de aan de onderzijde van de voorwerpdrager 5 ge- vormde centrale voorziening voor het dragen van het voorwerp 1 {in het bijzonder de verbindingselementen 10) te kunnen laten passeren, zijn twee telkens door betreffende stabilisatierol- len 14 gevormde aangrijpmiddelen toegepast voor het aan weers- zijden van de centrale voorziening aangrijpen op de door het platte vlak 15 gevormde onderzijde van de voorwerpdrager 5, zoals duidelijk zichtbaar is in figuur 2. De stabilisatierollen 14 bezitten aan de stroomop- waartse en stroomafwaartse uiteinden van de daardoor gevormde aangrijpmiddelen (ter vorming van een invoergeleiding respek- tievelijk een uitvoergeleiding voor een voorwerpdrager 5) een zich in de transportrichting 4 geleidelijk dichter naar een passerende voorwerpdrager 5 toe respektievelijk geleidelijk verder van een passerende voorwerpdrager 5 af gelegen positie, zoals duidelijk zichtbaar is in het zijaanzicht volgens figuurIn the embodiment shown, the stabilizing means consist of a plurality of stabilizing rollers 14 placed one behind the other in the conveying direction 4 which, as it were, define an engaging means extending some distance in the conveying direction which engages on a flat surface 15 which is formed in this case. through the underside of the article carrier 5 and which extends some distance in the conveying direction 4. In this case, the flat surface 15 is a horizontal plane (see in particular Figure 2) and the stabilization rollers 14 preferably have horizontal axes of rotation 16 placed transversely to the direction of conveyance. The stabilization rollers 14 are attached to a schematic and illustrated diagram. partly shown support structure 27.Because the flat surface 15 is formed on the underside of the article carrier 5, the engaging means defined by the stabilization rollers 14 is arranged and configured such that an article carrier 5 can pass above it and through the stabilization rollers 14 on the can be stabilized as desired in order to prevent the rocking movement 11. In order to allow the central provision formed on the underside of the object carrier 5 for carrying the object 1 (in particular the connecting elements 10) to pass, two respective stabilization rollers 14, engaging means formed on either side of d The central feature engages the underside of the article carrier 5 formed by the flat surface 15, as is clearly visible in Figure 2. The stabilization rollers 14 have at the upstream and downstream ends of the engagement means formed thereby (to form an input guide respec - an output guide for an object carrier 5) in a position gradually closer in the conveying direction 4 to a passing object carrier 5 or gradually further away from a passing object carrier 5, respectively, as is clearly visible in the side view according to figure.

1.1.

De getoonde hangtransporteur bezit ter plaatse van het ten minste ene bewerkingsstation 13 tevens tegenover el- kaar geplaatste dwarsaangrijpmiddelen die worden gevormd door meerdere in de transportrichting 4 achter elkaar geplaatste dwarsstabilisatierollen 17 met bij voorkeur verticale, dwars op de transportrichting geplaatste rotatieassen 18, die zijn bedoeld voor het aangrijpen op tegenover gelegen zijdes 19 van een voorwerpdrager 5, voor het ter plaatse daarvan in zo groot mogelijke mate, bij voorkeur volledig, voorkomen van een dwarsschommelbeweging van de voorwerpdragers dwars op de transportrichting 4. Dergelijke dwarsstabilisatierollen 17 kunnen naar keuze worden toegepast wanneer de genoemde dwars- schommelbeweging moet worden vermeden.At the location of the at least one processing station 13, the overhead conveyor shown also has transverse gripping means placed opposite each other, which means are formed by a plurality of transverse stabilization rollers 17 placed one behind the other in the conveying direction 4, with preferably vertical axes of rotation 18 placed transversely to the conveying direction. for engaging opposite sides 19 of an object carrier 5, for preventing a transverse rocking movement of the object carriers transversely to the direction of conveyance to the greatest possible extent, preferably completely, at that location 4. Such transverse stabilization rollers 17 can optionally be used when the said transverse rocking movement should be avoided.

Indien inderdaad zowel een schommelbeweging in de lengterichting alsmede een dwarsschommelbeweging in de dwars- richting moet worden voorkomen, is ook een uitvoeringsvorm mo- gelijk waarin de voorwerpdrager 5, zoals duidelijk is getoond in figuur 3, aan zijn onderzijde twee V-vormig op elkaar aan- sluitende, tegengesteld schuine platte vlakken 22 bezit met bijbehorende, eveneens schuin geplaatste stabilisatierollen 20 met schuin geplaatste rotatieassen 21. Ook andere combinaties tussen normale stabilisatierollen 14, dwarsstabilisatierollen 17 en schuin geplaatste stabilisatierollen 20 met bijpassende vlakken op de voorwerpdrager 5 zijn denkbaar, al naar gelang de te wensen stabilisatie en optredende krachten. Dit geldt ook wanneer de stabilisatierollen 14 en/of de schuin ge- plaatste stabilisatierollen 20 zijn geplaatst en uitgevoerd ter aangrijping op een bovenzijde van de voorwerpdrager 5 (of op een ander met de voorwerpdrager 5 verbonden vlak, zoals bijvoorbeeld een zijdelings vanaf de voorwerpdrager 5 uitste- kend vlak), De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaan- de beschreven uitvoeringsvormen die binnen het kader van de door de conclusies bepaalde uitvinding op diverse manieren kunnen worden gevarieerd.If indeed both a rocking movement in the longitudinal direction as well as a transverse rocking movement in the transverse direction is to be prevented, an embodiment is also possible in which the object carrier 5, as is clearly shown in figure 3, is arranged in a V-shape on its underside. - closing, oppositely inclined flat surfaces 22 with associated, likewise obliquely placed stabilization rollers 20 with oblique rotation axes 21. Other combinations between normal stabilization rollers 14, transverse stabilization rollers 17 and oblique stabilization rollers 20 with matching surfaces on the object carrier 5 are also conceivable, depending on depending on the desired stabilization and forces. This also applies when the stabilization rollers 14 and / or the inclined stabilization rollers 20 are placed and designed to engage an upper side of the article carrier 5 (or another surface connected to the article carrier 5, such as, for example, a lateral side from the article carrier 5 projection), The invention is not limited to the foregoing described embodiments which can be varied in various ways within the scope of the claimed invention.

Claims

CONCLUSIONS

1. Hanging conveyor for objects, with a conveyor rail, a number of object carriers supported in the conveyor rail by conveyor rollers and movable by a drive in a conveying direction defined by the conveyor rail, which object carriers in a vertical plane extending through the conveying direction have a rocking movement about their respective can carry out conveyor rollers, and with at least one processing station placed in the vicinity of the conveyor rail for performing an operation on the objects, characterized by stabilizing means arranged at the location of the at least one processing station for engaging on the object carriers. at its location to the greatest possible extent, preferably completely, prevent the said rocking movement of the object carriers.

2. Overhead conveyor according to claim 1, wherein each article carrier defines a flat plane extending some distance in the direction of conveyance and wherein the stabilizing means consists of an engaging means extending some distance in the direction of conveyance and arranged for engaging with said flat surface of a passing article carrier.

Hanging conveyor according to claim 2, wherein the gripping means is formed by a plurality of stabilization rollers placed one behind the other in the conveying direction.

4. Overhead conveyor according to claim 3, wherein the flat plane is a horizontal plane and wherein the stabilizing rollers preferably have horizontal axes of rotation arranged transversely to the direction of transport.

5. Overhead conveyor according to any one of claims 2-4, wherein the flat surface is formed on the underside of the article carrier and wherein the gripping means is placed and designed such that an article carrier can pass above it.

6. Hanging conveyor according to claim 5, wherein the object carrier has a central provision on its underside for carrying the object and wherein two gripping means are used for engaging the underside of the object carrier on either side of the central provision.

Hanging conveyor according to claim 5 or 6, wherein the gripping means are placed such that the weight of an object carrier with the object carried by it is carried at least for the most part by the transport rail at the location of the gripping means, and only for a smaller part. by the gripping means (s).

8. Overhead conveyor according to any one of claims 2-7, wherein the engaging means for forming an infeed guide has at least one upstream end with a shape gradually moving closer to a passing object carrier in the conveying direction.

Hanging conveyor according to claim 8, wherein the engaging means for forming an output guide also has a downstream end with a shape gradually moving further away from a passing article carrier in the direction of transport.

Suspended conveyor according to any one of the preceding claims, wherein at the location of the at least one processing station, opposite transverse gripping means are also provided, which means are intended for engaging opposite sides of an article carrier, for the purpose thereof. Prevent as much as possible, preferably completely, a rocking movement of the object carriers transverse to the direction of transport.

11. Overhead conveyor according to claim 10, wherein the transverse gripping means are formed by a plurality of transverse stabilization rollers placed one behind the other in the conveying direction, with rotation axes preferably placed vertically transversely to the conveying direction.

Suspended conveyor according to any one of the preceding claims, wherein the drive comprises a drive rail extending parallel to the conveyor rail and having drive carriages movable therein, each drive carriage being provided with a catch which engages substantially in the direction of the conveyor rail. on an object carrier, on a transport roller or on an object carrier connecting element to an associated transport roller.

Hanging conveyor according to any one of the preceding claims, wherein the article carrier has on its underside a central arrangement consisting of two flexible elongated connecting elements, such as chains, cables or ropes, for carrying an object and wherein these two flexible elongated connecting elements not parallel to each other in the presence of an object.