NL2022664B1 - Slotsysteem, sleutel en cilinderslot - Google Patents

Slotsysteem, sleutel en cilinderslot Download PDF

Info

Publication number
NL2022664B1
NL2022664B1 NL2022664A NL2022664A NL2022664B1 NL 2022664 B1 NL2022664 B1 NL 2022664B1 NL 2022664 A NL2022664 A NL 2022664A NL 2022664 A NL2022664 A NL 2022664A NL 2022664 B1 NL2022664 B1 NL 2022664B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lock
key
cylinder
pin
movable part
Prior art date
Application number
NL2022664A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Johannes Marinus Overbeeke Cornelis
Original Assignee
M & C Protect B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by M & C Protect B V filed Critical M & C Protect B V
Priority to NL2022664A priority Critical patent/NL2022664B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2022664B1 publication Critical patent/NL2022664B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B35/00Locks for use with special keys or a plurality of keys ; keys therefor
    • E05B35/003Locks for use with special keys or a plurality of keys ; keys therefor for keys with movable bits

Abstract

Slotsysteem omvattende sleutels die elk zijn voorzien van een beweegbaar deel, en cilindersloten die elk zijn voorzien van een slothuis, en een slotcilinder die in het slothuis is opgenomen. De slotcilinder is voorzien van een sleutelopneemruimte voor het daarin steken van een bij het cilinderslot behorende sleutel , en een cilinderstift voor het aangrijpen van het beweegbare deel van de sleutel. Het slotsysteem omvat verschillende type sleutels die zich onderscheiden door een lengte van het beweegbare deel. Bij elk type sleutel hoort een daarbij behorend type slotcilinder waarvan de cilinderstift die bij ingestoken sleutel aangrijpt op het beweegbare deel een lengte heeft die is afgestemd op de lengte van het beweegbare deel, zodanig dat een van het beweegbare deel afgekeerd cilinderstiftuiteinde strookt met een cilindrisch mantelvlak van de slotcilinder, zodat de cilinderstift rotatie van de slotcilinder rond een slotcilinderhartlijn niet blokkeert.

Description

P121959NL00 Titel: Slotsysteem, sleutel en cilinderslot De uitvinding heeft betrekking op een slotsysteem omvattende sleutels en cilindersloten, en op een sleutel en een cilinderslot geschikt en bestemd voor gebruik in het slotsysteem.
ACHTERGROND Om ongeautoriseerd kopiëren van sleutels tegen te gaan, is het bekend een bewegend deel in de sleutel op te nemen. Uit FR2762345 (FR’345) 1s een slotsysteem bekend omvattende een sleutel die is voorzien van een beweegbaar deel (30), en een cilinderslot die 1s voorzien van een slothuis en een slotcilinder die in het slothuis is opgenomen. De slotcilinder 1s voorzien van een sleutelopneemruimte voor het daarin steken van de sleutel en een cilinderstift voor het aangrijpen van het beweegbare deel van de sleutel.
SAMENVATTING Om de beste bescherming tegen ongeautoriseerd kopiëren te blijven bieden, is het van belang de bescherming van een slotsysteem voortdurend te verbeteren. Er worden door fabrikanten van slotsystemen dan ook voortdurend nieuwe beveiligingselementen aan hun slotsystemen toegevoegd. Op deze wijze kunnen de fabrikanten mensen met onheuse bedoelingen een stap voor blijven. Het doel van de uitvinding 1s dan ook het verschaffen van een verbeterd slotsysteem dat de voordelen van het bekende slotsysteem behoudt, en de beveiliging verbetert. De uitvinding verschaft daartoe een slotsysteem volgens conclusie
1. Meer in het bijzonder verschaft de uitvinding een slotsysteem omvattende sleutels die elk zijn voorzien van een sleutellijf dat zich in hoofdzaak uitstrekt in een sleutellijfvlak en een in het sleutellijf opgenomen beweegbaar deel dat beweegbaar is ten opzichte van het sleutellijf langs een sleutellijfhartlijn die zich in hoofdzaak loodrecht op het sleutellijfvlak uitstrekt. Het slotsysteem omvat verder cilindersloten die elk zijn voorzien van een slothuis, en een slotcilinder die in het slothuis is opgenomen. De slotcilinder is voorzien van een sleutelopneemruimte en een cilinderstift. De sleutelopneemruimte is voor het daarin steken van een bij het cilinderslot behorende sleutel. Bij ingestoken sleutel, is de slotcilinder rond een slotcilinderhartlijn roteerbaar in het slothuis. De cilinderstift is loodrecht op de slotcilinderhartlijn beweegbaar in de slotcilinder opgenomen en grijpt bij ingestoken sleutel aan op het beweegbare deel van de sleutel. Het slotsyteem wordt volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het slotsysteem verschillende type sleutels omvat die zich onderscheiden door een lengte van het beweegbare deel. Bij elk type sleutel hoort een daarbij behorend type slotcilinder waarvan de cilinderstift die bij ingestoken sleutel aangrijpt op het beweegbare deel een lengte heeft die is afgestemd op de lengte van het beweegbare deel, zodanig dat bij ingestoken sleutel een van het beweegbare deel afgekeerd cilinderstiftuiteinde strookt met een cilindrisch mantelvlak van de slotcilinder, zodat de cilinderstift rotatie van de slotcilinder rond de slotcilinderhartlijn niet blokkeert.
In de bekende oplossing van FR’345 is het beweegbare deel dikker dan het sleutelblad. Dit maakt het voor een ongeautoriseerde kopieerder mogelijk de dikte van het beweegbare deel te bepalen en te kopiëren.
Doordat het slotsysteem volgens de uitvinding uit verschillende type sleutels omvat waarvan het beweegbare deel onderling verschillende lengtes hebben, is het kopiëren van sleutels verder bemoeilijkt. Het is namelijk niet eenvoudig om de lengte van het beweegbare deel vast te stellen. In de stand van de techniek heeft het beweegbare deel van de sleutel vaste afmetingen en dient deze derhalve niet als een coderend element met variabele afmetingen. Als het een ongeautoriseerd kopieerder al zou lukken één bepaald type te kopiëren, dan leert hij daaruit nog niets van de andere typen. Door het gebruik van het slotsysteem volgens de uitvinding wordt er derhalve een extra beveiligingselement ingebouwd.
De uitvinding verschaft tevens een sleutel en een cilinderslot geschikt en bestemd voor gebruik in het slotsysteem volgens de uitvinding.
Verder verschaft de uitvinding een sleutel voor een cilinderslot volgens conclusie 15. Meer in het bijzonder verschaft de uitvinding een sleutel voor gebruik in een cilinderslot, optioneel ten behoeve van een slotsysteem volgens de uitvinding. De sleutel is voorzien van sleutellijf dat zich in hoofdzaak uitstrekt in een sleutellijfvlak en een in het sleutellijf opgenomen beweegbaar deel dat beweegbaar is ten opzichte van het sleutellijf langs een hartlijn die zich in hoofdzaak loodrecht op het sleutellijfvlak uitstrekt. De sleutel wordt volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het beweegbare deel een cilindrisch middendeel omvat met aan een eerste uiteinde een eerste kop en aan een tweede uiteinde een tweede kop. Het sleutellijf is voorzien van een zich door het gehele lijf uitstrekkende, doorgaande kamer waarin het beweegbare deel 1s opgenomen. Een eerste einde van de kamer heeft een binnendiameter die kleiner is dan een buitendiameter van de eerste kop. Een opsluitring is in een tweede einde van de kamer klemmend opgenomen. Een binnendiameter van de opsluitring is kleiner dan een butendiameter van de eerste kop, zodanig dat het beweegbare deel beweegbaar in de kamer van het sleutellijf 1s opgenomen maar daaruit niet verwijderbaar is.
Een dergelijke sleutel is moeilijker te kopiëren doordat de lengte van het beweegbare deel ook variabel is. De coderende werking van de sleutel wordt derhalve niet alleen gevormd door groeven en boringen in het sleutellijf, maar tevens door de lengte van het beweegbare deel dat in het lijf 1s opgenomen. Bovendien is het voor een persoon die een sleutel wenst te kopiëren moeilijk vast te stellen welke lengte het beweegbare deel heeft. Hij zal derhalve zeer waarschijnlijke meerdere kopieën moeten maken waarbij elke kopie een beweegbaar deel heeft met een andere lengte. Hierdoor wordt het kopiëren kostbaarder en zal de neiging daartoe afnemen.
De verdere effecten en voordelen van de sleutel en het cilinderslot zijn hetzelfde als de effecten en de voordelen van het slotsysteem. Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna aan de hand van een voorbeeld, onder verwijzing naar de figuren, nader worden verduidelijkt
KORTE FIGUURBESCHRIJVING Fig. 1 toont een perspectiefaanzicht van een voorbeeld van opengewerkt slot met sleutel volgens de uitvinding; Fig. 2 toont een tweede perspectiefaanzicht van het in figuur 1 weergegeven voorbeeld; Fig. 3 toont detail III wit figuur 2; Fig. 4 toont een voorbeeld van een cilinderstift die aangrijpt op het beweegbare deel van de sleutel; Fig. 5 toont vooraanzicht van een voorbeeld van de sleutel; Fig. 6 toont een doorsnede-aanzicht over lijn VI-VI wit figuur 5; Fig. 7 toont een doorsnede-aanzicht door een slot met een slotcilinder uit het voorbeeld van figuur 1 zonder ingestoken sleutel ter hoogte van de cilinderstift die aangrijpt op het beweegbare deel van de sleutel; en Fig. 8 toont een soortgelijk doorsnede-aanzicht als weergegeven in figuur 7 met een ingestoken sleutel.
GEDETAILLEERDER FIGUURBESCHRIJVING In de volgende gedetailleerde figuurbeschrijving wordt met behulp van verwijzingscijfers verwezen naar het voorbeeld dat is weergegeven in de figuren. De uitvoeringsvormen die in de gedetailleerde beschrijving worden beschreven zijn echter niet beperkt tot het voorbeeld dat is getoond in de figuren maar kunnen ook op andere wijze zijn uitgevoerd dan getoond in het voorbeeld. De in de gedetailleerde beschrijving beschreven uitvoeringsvormen dienen derhalve ook zonder de verwijzingscijfers te worden gelezen en begrepen. De diverse, hierna te beschrijven uitvoeringsvormen kunnen in combinatie met elkaar of onafhankelijk van elkaar worden toegepast.
5 In meest algemene zin verschaft de uitvinding een slotsysteem 10 omvattende sleutels 12 die elk zijn voorzien van een sleutellijf 13 dat zich in hoofdzaak uitstrekt in een sleutellijfvlak 70 en een in het sleutellijf opgenomen beweegbaar deel 16 dat beweegbaar is ten opzichte van het sleutellijf langs een sleutellijfhartlijn (Lp) die zich in hoofdzaak loodrecht op het sleutellijfvlak 70 witstrekt. Het slotsysteem omvat tevens cilindersloten 14 die elk zijn voorzien van een slothuis 18, en een slotcilinder 20 die in het slothuis 18 is opgenomen. De slotcilinder 20 is voorzien van een sleutelopneemruimte 22, en een cilinderstift 24. De sleutelopneemruimte 22 1s voor het daarin steken van een bij het cilinderslot behorende sleutel 12.
Bij mgestoken sleutel 12, is de slotcilinder 20 rond een slotcilinderhartlijn Le roteerbaar in het slothuis 18. De cilinderstift 24 is loodrecht op de slotcilinderhartlijn Lc beweegbaar in de slotcilinder 20 opgenomen en grijpt bij ingestoken sleutel 12 aan op het beweegbare deel 16 van de sleutel 12.
Het slotsysteem 10 omvat verschillende type sleutels 12 die zich onderscheiden door een lengte 26 van het beweegbare deel 16. Bij elk type sleutel 12 hoort een daarbij behorend type slotcilinder 20 waarvan de cilinderstift 24 die bij ingestoken sleutel 12 aangrijpt op het beweegbare deel 16 een lengte 28 heeft die is afgestemd op de lengte 26 van het beweegbare deel 16, zodanig dat bij ingestoken sleutel 12 een van het beweegbare deel 16 afgekeerd cilinderstiftuiteinde 30 strookt met een cilindrisch mantelvlak 32 van de slotcilinder 20, zodat de cilinderstift 25 rotatie van de slotcilinder 20 rond de slotcilinderhartlijn Le niet blokkeert.
De effecten en voordelen van het slotsysteem zijn reeds in de samenvatting beschreven en deze effecten en voordelen worden hier door aanhaling geacht te zijn ingevoegd.
In een uitvoeringsvorm heeft het beweegbare deel 16 van een bepaalde type sleutel 12 één van drie verschillende lengten 26. Door verschillende lengtes te gebruiken worden er meer beveiligingselementen aan het slotsysteem toegevoegd.
In een uitvoeringsvorm is de slotcilinder 20 verder is voorzien van een kerncilinderstift 34 die bij ingestoken sleutel 12 aangrijpt op de sleutel 12 en die een lengte heeft, zodanig dat een van de sleutel 12 afgekeerd kerncilinderstiftuiteinde 35 strookt met het cilindrisch mantelvlak 32 van de slotcilinder 20. De cilinderstift 24 is voorzien van een hulsdeel 36 dat is voorzien van het, van het beweegbare deel (16) afgekeerde cilinderstiftuiteinde 30, waarbij de kerncilinderstift 34 binnen het hulsdeel 36 langs een kerncilinderstifthartlijn Lkc beweegbaar is.
In deze uitvoeringsvorm vormen de cilinderstift 24 en de kerncilinderstift 34 een zogenaamde stift-in-stift combinatie.
Hierdoor zijn twee beveiligingselementen op min of meer dezelfde plaats in het cilinderslot 14 ingebouwd.
Dit zorgt ervoor dat er meer beveiligingselementen ingebouwd kunnen worden.
In een nadere uitvoeringsvorm omvat de cilinderstift 24 een uitsteekdeel 38 (e. protruding part) dat vast is verbonden met het hulsdeel 36 en dat is voorzien van een op het beweegbare deel 16 aangrijpend tweede cilinderstiftuiteinde 40. Het tweede cilinderstiftuiteinde 40 bevindt zich naast de kerncilinderhartlijn Lkc (e. is offset relative tot he core cylinder axis). Doordat het tweede cilinderstiftuiteinde 40 de sleutel 12 naast de kerncilinderhartliyjn Lkc aangrijpt, grijpt de cilinderstift de sleutel 12 op een andere plaats aan dan de kerncilinderstift 34. Hierdoor kan de cilinderstift 24 het beweegbare deel 16 van de sleutel 12 aangrijpen en de kerncilinderstift 34 een ander deel van de sleutel.
In een uitvoeringsvorm is de slotcilinder 20 voorzien van een cilinderveer 42 voor het in de richting van het cilindrisch mantelvlak 32 duwen van het beweegbare deel 16 van de mgestoken sleutel 12. Hierdoor drukt het beweegbare deel 16 tegen de cilinderstift 24 aan, waardoor het cilinderstiftuiteinde 30 kan gaan stroken met het cilindrisch mantelvlak 32. In een uitvoeringsvorm is de slotcilinder 20 verder voorzien van meerdere volgende cilinderstiften 44 voor het aangrijpen van de sleutel 12. Elke volgende cilinderstift 44 heeft een zodanige lengte dat bij ingestoken sleutel 12 een van de sleutel 12 afgekeerd volgend cilinderstiftuiteinde 46 strookt met het cilindrisch mantelvlak 32 van de slotcilinder 20. Ten minste één volgende cilinderstift 44 van de meerdere volgende cilinderstiften 44 kan zijn voorzien aan eenzelfde zijde van de sleutelopneemruimte 22 als de cilinderstift 24. Ten minste één volgende cilinderstift 44 van de meerdere cilinderstiften 44 kan zijn voorzien aan een andere zijde van de sleutelopneemruimte 22 als de cilinderstift.
Ook kan aan drie verschillende zijden van de sleutelopneemruimte 22 ten minste één volgende cilinderstift 44 van de meerdere volgende cilinderstiften 44 zijn aangebracht.
In een nadere uitvoeringsvorm heeft de sleutelopneemruimte 22 een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede in een vlak dat zich loodrecht op de slotciinderhartlijn Le uitstrekt. Aan elk van de vier verschillende zijden van de sleutelopneemruimte 22 is ten minste één volgende cilinderstift 44 van de meerdere volgende cilinderstiften 44 aangebracht.
Elke volgende cilinderstift 44 zorgt voor een extra beveiligingselement. Door de volgende cilinderstiften 44 te verdelen en aan meerdere zijden van de sleutelopneemruimte 22 te plaatsen kunnen er zo veel mogelijk beveiligingselementen in het cilinderslot 14 worden ingebouwd.
In een utvoeringsvorm omvat elk cilinderslot 20 verder een slothuisstift 48 met een eerste slothuisstiftuiteinde 50 en een tweede slothuisstiftuiteinde 52, en een slothuisstiftveer 54 die aangrijpt op het eerste slothuisstiftuiteinde 50. De slothuisstift 48 is in het slothuis 18 opgenomen en is voorzien van een slothuisstifthartlijn Lsh die zich loodrecht uitstrekt op de slotcilinderhartlijn Le. De slothuisstiftveer 54 duwt de slothuisstift 48 in de richting van de slotcilinder 20. Het cilinderstiftuiteinde 30 ligt tegen het tweede slothuisstiftuiteinde 52 aan. De cilinderstift 24 duwt, bij ingestoken sleutel 12, de slothuisstift 48 tegen veerwerking in van de slotcilinderhartlijn Lc weg.
Bij een niet ingestoken sleutel 12 duwt de cilinderstift 24 de sluithuisstift 48 niet tegen de veerwerking in. De sluithuwsstift 48 zal dan de cilinderstift 24 wegduwen en in de slotcilinder 20 steken. De sloteilinder 20 1s dan niet roteerbeer in het slothuis en het slot zit ‘op slot’.
In een nadere uitvoeringsvorm is in de slothuisstift 48 een kernstift 56 opgenomen. De kernstift 56 word door een kernstiftveer 58 die in de slothuisstift 48 is opgenomen in de richting van de sleutelopneemruimte 22 geduwd. Door de kernstift 56 in se slothuisstift 48 op te nemen worden twee beveiligingselementen heel compact gecombineerd.
In een uitvoeringsvorm omvat het beweegbare deel 16 een cilindrisch middendeel 60 met aan een eerste wteinde een eerste kop 62 en aan een tweede uiteinde een tweede kop 64. Het sleutellijf is 13 voorzien van een zich door het gehele lijf 13 uitstrekkende, doorgaande kamer 66 waarin het beweegbare deel 16 is opgenomen. Een eerste einde van de kamer 66 heeft een binnendiameter die kleiner is dan een buitendiameter van de eerste kop 62. Een opsluitring 68 is klemmend in een tweede einde van de kamer 66 opgenomen. Een binnendiameter van de opsluitring 68 is kleiner dan een buitendiameter van de eerste kop 62, zodanig dat het beweegbare deel 16 beweegbaar in de kamer 66 van het sleutellijf 13 is opgenomen maar daaruit niet verwijderbaar is.
Doordat de eerste kop 62 een grotere diameter heeft dan de binnendiameter van het eerste einde van de kamer 16, kan de eerste kop 62 niet langs het eerste einde van de kamer 66. Doordat de eerste kop 62 een grotere diameter heeft dan de binnendiameter van de opsluitring 68 kan de eerste kop 62 ook niet langs de opsluitring 68 en wordt de eerste kop 62 en daarmee het bewegende deel 16 vastgehouden. Dit verschaft eenvoudige constructie die met gebruikelijke machines goed te maken is.
In een uitvoeringsvorm is de diameter van de tweede kop 64 slechts in geringe mate kleiner dan de binnendiameter van de opsluitring 68, zodanig dat opsluitring 68 een geleiding vormt die aangrijpt op de tweede kop 68 voor de beweging van het beweegbare deel 16. De geleiding zorgt ervoor dat het beweegbare deel 16 langs de sleutellijnhartlijn Lp kan bewegen en daarvan niet afwijkt.
De uitvinding verschaft tevens een sleutel 12 geschikt en bestemd voor gebruik in het slotsysteem 10 volgens de uitvinding. De voordelen van de sleutel 12 zijn reeds in de samenvatting beschreven en deze effecten en voordelen worden hier door aanhaling geacht te zijn ingevoegd.
De uitvinding verschaft daarnaast een sleutel 12 voor gebruik in een cilinderslot, optioneel ten behoeve van het slotsysteem volgens de uitvinding. De sleutel 12 is voorzien van sleutellijf 13 dat zich in hoofdzaak uitstrekt in een sleutellijfvlak 70 en een in het sleutellijf opgenomen beweegbaar deel 16 dat beweegbaar is ten opzichte van het sleutellijf langs een hartlijn Lp die zich in hoofdzaak loodrecht op het sleutellijfvlak 70 utstrekt. Het beweegbare deel 16 omvat een cilindrisch middendeel 60 met aan een eerste uiteinde een eerste kop 62 en aan een tweede wteinde een tweede kop 64. Het sleutellijf 13 is voorzien van een zich door het gehele lijf 13 witstrekkende, doorgaande kamer 66 waarin het beweegbare deel 16 is opgenomen. Een eerste einde van de kamer 66 heeft een binnendiameter die kleiner is dan een buitendiameter van de eerste kop 62. Een opslutring 68 is klemmend in een tweede einde van de kamer 66 opgenomen. Een binnendiameter van de opsluitring 68 1s kleiner dan een buitendiameter van de eerste kop 62, zodanig dat het beweegbare deel 16 beweegbaar in de kamer 66 van het sleutellijf 13 is opgenomen maar daaruit niet verwijderbaar is.
De voordelen van de sleutel 12 zijn reeds in de samenvatting beschreven en deze effecten en voordelen worden hier door aanhaling geacht te zijn ingevoegd.
In een uitvoeringsvorm vormt het beweegbare deel 16 een coderend element van de sleutel 12, doordat het beweegbare deel 16 verschillende lengtes 26 kan hebben. Door verschillende lengtes te gebruiken worden er meer beveiligingselementen aan de sleutel toegevoegd.
In een uitvoeringsvorm is de diameter van de tweede kop 64 slechts in geringe mate kleiner dan de binnendiameter van de opsluitring 68, zodanig dat opsluitring 68 een geleiding vormt die aangrijpt op de tweede kop 68 voor de beweging van het beweegbare deel 16. De geleiding zorgt ervoor dat het beweegbare deel 16 langs de sleutellijnhartlijn Lp kan bewegen en daarvan niet afwijkt.
De uitvinding verschaft eveneens een cilinderslot 14 geschikt en bestemd voor gebruik in het slotsysteem 10 volgens de uitvinding. De voordelen van het cilinderslot 14 zijn reeds in de samenvatting beschreven en deze effecten en voordelen worden hier door aanhaling geacht te zijn ingevoegd.
Legenda 10 — slotsysteem 12 — sleutel 13 — sleutellijf
14 — cilinderslot 16 — beweegbaar deel 18 — slothuis 20 — slotcilinder
22 — sleutelopneemruimte 24 — cilinderstift 26 — lengte van het beweegbare deel 28 — lengte van de cilinderstift 30 — cilinderstiftuiteinde
32 —cilindrisch mantelvlak 34 — kerncilinderstift 35 — kerncilinderstiftuiteinde 36 — hulsdeel 38 — uitsteekdeel
40 — tweede cilinderstiftuiteinde 42 — cilinderveer 44 — volgende cilinderstiften 46 — volgend cilinderstiftuiteinde 48 — slothuisstift
50 — eerste slothuisstiftuiteinde 52 — tweede slothuisstiftuiteinde 54 — slothuisstiftveer 56 — kernstift 58 — kernstifveer
60 — cilindrisch middeldeel
62 — eerste kop 64 — tweede kop 66 — doorgaande kamer 68 — opsluitrmg 70 — sleutellijfvlak Le — sloteilinderhartlijn Lkc — kerncilinderstifthartlijn Lp — sleutellijfhartlijn Lsh — slothuisstifthartlijn

Claims (18)

  1. CONCLUSIES l.
    Slotsysteem (10) omvattende ° sleutels (12) die elk zijn voorzien van een sleutellijf (13) dat zich in hoofdzaak uitstrekt in een sleutellijfvlak (70) en een in het sleutellijf opgenomen beweegbaar deel (16) dat beweegbaar is ten opzichte van het sleutellijf langs een sleutellijfhartlijn (Lp) die zich in hoofdzaak loodrecht op het sleutellijfvlak (70) uitstrekt; en ° cilindersloten (14) die elk zijn voorzien van: o een slothuis (18); en o een slotcilinder (20) die in het slothuis (18) is opgenomen, waarbij de slotcilinder (20) is voorzien van:
    - een sleutelopneemruimte (22) voor het daarin steken van een bij het cilinderslot behorende sleutel (12), waarbij, bij ingestoken sleutel (12), de slotcilinder (20) rond een sloteilinderhartlijn (Lc) roteerbaar is in het slothuis (18); en
    - een cilinderstift (24) die loodrecht op de slotcilinderhartlijn (Lc) beweegbaar in de slotcilinder (20) is opgenomen en die bij ingestoken sleutel (12) aangrijpt op het beweegbare deel (16) van de sleutel (12),
    gekenmerkt doordat het slotsysteem (10) verschillende type sleutels (12) omvat die zich onderscheiden door een lengte (26) van het beweegbare deel (16), waarbij bij elk type sleutel (12) een daarbij behorend type slotcilinder (20) hoort waarvan de cilinderstift (24) die bij ingestoken sleutel (12) aangrijpt op het beweegbare deel (16) een lengte (28) heeft die is afgestemd op de lengte (26) van het beweegbare deel (16), zodanig dat bij ingestoken sleutel (12) een van het beweegbare deel (16) afgekeerd cilinderstiftuiteinde (30) strookt met een cilindrisch mantelvlak (32) van de slotcilinder (20),
    zodat de cilinderstift (24) rotatie van de slotcilinder (20) rond de slotcilinderhartlijn (Lc) niet blokkeert.
  2. 2. Het slotsysteem volgens conclusie 1, waarbij het beweegbare deel (16) van een bepaalde type sleutel (12) één van drie verschillende lengten kan hebben.
  3. 3. Het slotsysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de slotcilinder (20) verder is voorzien van een kerncilinderstift (34) die bij ingestoken sleutel (12) aangrijpt op de sleutel (12) en die een lengte heeft, zodanig dat een van de sleutel (12) afgekeerd kerncilinderstiftuiteinde (35) strookt met het cilindrisch mantelvlak (32) van de slotcilinder (20), waarbij de cilinderstift (24) 1s voorzien van een hulsdeel (36) dat 1s voorzien van het, van het beweegbare deel (16) afgekeerde cilinderstiftuiteinde (30), waarbij de kerncilinderstift (34) binnen het hulsdeel (36) langs een kerncilinderstifthartlijn (Lkc) beweegbaar is.
  4. 4. Het slotsysteem volgens conclusie 3, waarbij de cilinderstift (24) een uitsteekdeel (38) (e. protruding part) omvat dat vast is verbonden met het hulsdeel (36) en dat 1s voorzien van een op het beweegbare deel (16) aangrijpend tweede cilinderstiftuiteinde (40), waarbij het tweede cilinderstiftuiteinde (40) zich naast de kerncilinderhartlijn (Lkc) (E. is offset relative to the core cylinder axis) bevindt.
  5. 5. Het slotsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de slotcilinder verder is voorzien van een cilinderveer (42) voor het in de richting van het cilindrisch mantelvlak (32) duwen van het beweegbare deel (16) van de ingestoken sleutel (12).
  6. 6. Het slotsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de slotcilinder (20) verder is voorzien van meerdere volgende cilinderstiften (44) voor het aangrijpen van de sleutel (12), waarbij elke volgende cilinderstift (44) een zodanige lengte heeft dat bij ingestoken sleutel (12) een van de sleutel (12) afgekeerd volgend cilinderstiftuiteinde (46) strookt met het cilindrisch mantelvlak (32) van de slotcilinder (20).
  7. 7. Het slotsysteem volgens conclusie 6, waarbij ten minste één volgende cilinderstift (44) van de meerdere volgende cilinderstiften (44) is voorzien aan eenzelfde zijde van de sleutelopneemruimte (22) als de cilinderstift (24).
  8. 8. Het slotsysteem volgens conclusie 6 of 7, waarbij ten minste één volgende cilinderstift (44) van de meerdere cilinderstiften (44) is voorzien aan een andere zijde van de sleutelopneemruimte (22) als de cilinderstift.
  9. 9. Het slotsysteem volgens één van de conclusies 5-7, waarbij de sleutelopneemruimte (22) een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede heeft in een vlak dat zich loodrecht op de slotcilinderhartlijn (Lc) uitstrekt, waarbij aan elk van de vier verschillende zijden van de sleutelopneemruimte (22) ten minste één volgende cilinderstift (44) van de meerdere volgende cilinderstiften (44) is aangebracht.
  10. 10. Het slotsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elk cilinderslot (20) verder omvat: e een slothuisstift (48) met een eerste slothuisstiftuiteinde (50) en een tweede slothuisstiftuiteinde (52), waarbij de slothuisstift (48) in het slothuis (18) is opgenomen en is voorzien van een slothuisstifthartlijn (Lsh) die zich loodrecht uitstrekt op de slotcilinderhartlijn (Lc); en
    ° een slothuisstiftveer (54) die aangrijpt op het eerste slothuisstiftuiteinde (50), welke slothuisstiftveer (54) de slothuisstift (48) in de richting van de slotcilinder (20) duwt, waarbij het cilinderstiftuiteinde (30) aanligt tegen het tweede slothuisstiftuiteinde (52), waarbij de cilinderstift (24), bij ingestoken sleutel (12), de slothuisstift (48) tegen veerwerking in van de slotcilinderhartlijn (Le) wegduwt.
  11. 11. Het slotsysteem volgens conclusie 10, waarbij in de slothuisstift (48) een kernstift (56) is opgenomen die door een kernstiftveer (58) die in de slothuisstift (48) is opgenomen in de richting van de sleutelopneemruimte (22) wordt geduwd.
  12. 12. Het slotsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het beweegbare deel (16) een cilindrisch middendeel (60) omvat met aan een eerste uiteinde een eerste kop (62) en aan een tweede uiteinde een tweede kop (64), waarbij het sleutellijf (13) is voorzien van een zich door het gehele lijf wtstrekkende, doorgaande kamer (66) waarin het beweegbare deel (16) is opgenomen, waarbij een eerste einde van de kamer (66) een binnendiameter heeft die kleiner is dan een buitendiameter van de eerste kop (62), waarbij een opsluitring (68) in een tweede einde van de kamer (66) klemmend is opgenomen, waarbij een binnendiameter van de opsluitring (68) kleiner is dan een buitendiameter van de eerste kop (62), zodanig dat het beweegbare deel (16) beweegbaar in de kamer (66) van het sleutellijf (13) is opgenomen maar daaruit niet verwijderbaar is.
  13. 13. Het slotsysteem volgens conclusie 12, waarbij de diameter van de tweede kop (64) slechts in geringe mate kleiner is dan de binnendiameter van de opsluitring (68), zodanig dat opsluitring (68) een geleiding vormt die aangrijpt op de tweede kop (68) voor de beweging van het beweegbare deel (16).
  14. 14. Een sleutel (12) geschikt en bestemd voor gebruik in het slotsysteem (10) volgens één van de voorgaande conclusies.
  15. 15. Een sleutel (12) voor gebruik in een cilinderslot, optioneel ten behoeve van een slotsysteem volgens één van de conclusies 1-13, waarbij de sleutel (12) is voorzien van sleutellijf (13) dat zich in hoofdzaak uitstrekt in een sleutellijfvlak (70) en een in het sleutellijf opgenomen beweegbaar deel (16) dat beweegbaar is ten opzichte van het sleutellijf langs een hartlijn (Lp) die zich in hoofdzaak loodrecht op het sleutellijfvlak (70) uitstrekt, gekenmerkt doordat het beweegbare deel (16) een cilindrisch middendeel (60) omvat met aan een eerste uiteinde een eerste kop (62) en aan een tweede uiteinde een tweede kop (64), waarbij het sleutellijf is (13) voorzien van een zich door het gehele lijf (13) uitstrekkende, doorgaande kamer (66) waarin het beweegbare deel (16) is opgenomen, waarbij een eerste einde van de kamer (66) een binnendiameter heeft die kleiner is dan een buitendiameter van de eerste kop (62), waarbij een opsluitring (68) in een tweede einde van de kamer (66) klemmend is opgenomen, waarbij een binnendiameter van de opslutring (68) kleiner 1s dan een buitendiameter van de eerste kop (62), zodanig dat het beweegbare deel (16) beweegbaar in de kamer (66) van het sleutellijf (13) is opgenomen maar daaruit niet verwijderbaar is.
  16. 16. De sleutel volgens conclusie 15, waarbij het beweegbare deel (16) een coderend element vormt van de sleutel (12), doordat het beweegbare deel (16) verschillende lengtes (26) kan hebben.
  17. 17. De sleutel volgens conclusie 15 of 16, waarbij de diameter van de tweede kop (64) slechts in geringe mate kleiner is dan de binnendiameter van de opsluitring (68), zodanig dat opsluitring (68) een geleiding vormt die aangrijpt op de tweede kop (68) voor de beweging van het beweegbare deel (16).
  18. 18. Een cilinderslot (14) geschikt en bestemd voor gebruik in het slotsysteem (10) volgens één van de conclusies 1-13.
NL2022664A 2019-03-01 2019-03-01 Slotsysteem, sleutel en cilinderslot NL2022664B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2022664A NL2022664B1 (nl) 2019-03-01 2019-03-01 Slotsysteem, sleutel en cilinderslot

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2022664A NL2022664B1 (nl) 2019-03-01 2019-03-01 Slotsysteem, sleutel en cilinderslot

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2022664B1 true NL2022664B1 (nl) 2020-09-15

Family

ID=66286888

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2022664A NL2022664B1 (nl) 2019-03-01 2019-03-01 Slotsysteem, sleutel en cilinderslot

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2022664B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0605932A2 (en) * 1993-01-08 1994-07-13 Mul-T-Lock Ltd. Locking apparatus
FR2762345A1 (fr) 1997-04-22 1998-10-23 Thirard Ets Clef plate
CN106088821A (zh) * 2016-07-11 2016-11-09 陈志和 一种防盗钥匙及其装配方法
CN105064799B (zh) * 2015-08-31 2018-01-16 陈志和 一种锁具

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0605932A2 (en) * 1993-01-08 1994-07-13 Mul-T-Lock Ltd. Locking apparatus
FR2762345A1 (fr) 1997-04-22 1998-10-23 Thirard Ets Clef plate
CN105064799B (zh) * 2015-08-31 2018-01-16 陈志和 一种锁具
CN106088821A (zh) * 2016-07-11 2016-11-09 陈志和 一种防盗钥匙及其装配方法

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6526791B2 (en) High security cylinder lock and key
US8336350B2 (en) Key and lock assemblies
US6708539B1 (en) Lock with removable core
US7234330B2 (en) Lock with an improved configuration
USRE39364E1 (en) Cylinder lock and key
US10745937B2 (en) Modular lock plug
US10435914B2 (en) Interchangeable core lock assemblies
CN112673143B (zh) 具有钥匙和锁芯的锁系统
US7574882B2 (en) Tubular radial pin tumbler lock
NL2022664B1 (nl) Slotsysteem, sleutel en cilinderslot
US11603680B2 (en) Interchangeable core lock assemblies
US4267717A (en) Disc cylinder lock
US20200018099A1 (en) Padlock
NL8103635A (nl) Veer- of pennenslot.
JP7278265B2 (ja) ロック装置
LV12483B (en) CYLINDRICAL SWITCH
Syed Decomposing definiteness: Arguments for a split D-domain in Bangla
US1224021A (en) Lock.
RU2229575C1 (ru) Замок
IL278474B (en) Locking device with activation of a protection device and a key
GB2314582A (en) Key-operated locks and lock keys
RU2514861C1 (ru) Замок
RU2247819C1 (ru) Замок
JP2002155647A (ja) シリンダ錠
GB2159564A (en) Improved pin-tumbler lock