NL2021576A - Tongspitsrol en daarmee uitgerust wissel van een treinbaan. - Google Patents

Abstract

Uitgevonden is een tongspitsrol aan de tongspits van een spoorwegwissel, welke tongspitsrol steunt op de glijdstoel. De tongspitsrol bevat een rollager dat is gevuld met lagervet zodat dit rollager het loopvlak duurzaam soepel draaibaar lagert. Separate ringen ter weerszijden van de tongspitsrol worden toegepast. Een langdurig onderhoudsvrije oplossing wordt hiermee geboden.

Description

Octrooicentrum Nederland © 2021576 © A OCTROOIAANVRAAG © Aanvraagnummer: 2021576 © Aanvraag ingediend: 6 september 2018 © Int. CL:

E01B 7/02 (2019.01)

© Voorrang:	© Aanvrager(s):
6 september 2017 NL 2019497	VolkerRail Nederland BV te Vianen.
© Aanvraag ingeschreven:	© Uitvinder(s):
11 maart 2019	Eugene Dupont te Vianen.
© Aanvraag gepubliceerd:
13 maart 2019	© Gemachtigde:
	ir. J.H.W. Assendelft te Lisse.

© Tongspitsrol en daarmee uitgerust wissel van een treinbaan.

57) Uitgevonden is een tongspitsrol aan de tongspits van een spoorwegwissel, welke tongspitsrol steunt op de glijdstoel. De tongspitsrol bevat een rollager dat is gevuld met lagervet zodat dit rollager het loopvlak duurzaam soepel draaibaar lagert. Separate ringen ter weerszijden van de tongspitsrol worden toegepast. Een langdurig onderhoudsvrije oplossing wordt hiermee geboden.

NL A 2021576

Deze publicatie komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

Tongspitsrol en daarmee uitgerust wissel van een treinbaan.

Deze uitvinding heeft betrekking op een tongspitsrol en een daarmee uitgerust wissel van een treinbaan voor personenof goederentransport met twee parallelle stalen spoorstaven voor het treinverkeer. De uitvinding is bedoeld voor nieuwbouw en ook voor ombouw van een bestaand systeem.

Met een tongspitsrol wordt de wrijving met de glijdstoel verlaagd. De tongspitsrol is op zich bekend, is voor verbetering vatbaar, teneinde wisselstoring te vermijden. De tongspitsrol bevindt zich in de buitenlucht en is onbeschermd tegen weersinvloeden en is bovendien zwaar belast en staat bloot aan metaalslijpsel van spoorstaaf, treinwiel en bovenleiding, menselijke uitwerpselen (van menig trein loost de wc rechtstreeks op de spoorbaan) en kent, afhankelijk van de locatie van het wissel, lange aaneengesloten stilstand perioden van meerdere dagen, weken of maanden (gedurende welke het wissel onafgebroken in dezelfde stand blijft). De nieuwe tongspitsrol kan worden gemonteerd aan een bestaande tongspits zonder deze te moeten modificeren.

Het doel van de uitvinding is veelzijdig en betreft, bijvoorbeeld, één of meer van: robuust; lange levensduur; onderhoudsvrij; goedkoop te maken en/of monteren; visueel duidelijk te onderscheiden van de bestaande tongspitsrol, ook nog minimaal een jaar na montage aan een wissel van een spoorbaan die in bedrijf is.

De tongspitsrol omvat een rollichaam (hierna ook rol genoemd) en bij voorkeur axiaal ter weerszijden daarvan (bij voorkeur bij type NSE) een separate afstands dichtingsring (hierna ook dichtingsring of ring genoemd). Het rollichaam bevat een rol- of wentellager, zoals kogelof naaldlager, bij voorkeur gesmeerd, waartoe het lager gevuld is met lagervet. De afstands dichtingsringen hebben aan de naar de rol gekeerde zijde een ringvormige verdieping die aan de radiale buitenzijde ervan een ringvormige schouder vormt welke zich bij voorkeur tot de radiale buitenzijde van de dichtingsring uitstrekt. De ringvormige verdieping en/of de ringvormige schouder hebben bij voorkeur één of meer van: een glad oppervlak; staan loodrecht op de axiale richting; een radiale afmeting van minimaal 2 of 3 of 4 of 7 of 8 of 9 millimeter en/of maximaal 5 of 6 of 7 of 11 of 12 of 15 millimeter; de verdieping heeft een radiale afmeting die is groter, bij voorkeur minimaal 1,5 of 2 of 2,25 keer groter en/of maximaal 3 of 4 of 5 keer groter, dan die van de schouder; de schouder vormt een afdichtvlak met de rol; de verdieping gaat sprongsgewijze en/of direct over in de schouder; de diepte van de verdieping is minimaal 0,2 of 0,3 en/of maximaal 0,8 of 1,0 of 1,5 of 2 millimeter.

Bij voorkeur is één of meer van het volgende van toepassing: de naar elkaar gekeerde zijden van de rol en de dichtingsring zijn in vorm nauwpassend aan elkaar aangepast zodat deze zijden nauwpassend op elkaar aansluiten; bij voorkeur steekt de rol axiaal in de dichtingsring uit in een radiaal naar binnen gelegen gebied; in een radiaal naar buiten gelegen gebied sluiten rol en dichtingsring met hun naar elkaar gekeerde en loodrecht op de axiale richting staande zijden vlak op elkaar aan en/of steunen tegen elkaar, bij voorkeur hebben deze afdichtend met elkaar samenwerkende oppervlakken een oppervlakteruwheid zodat deze oppervlakken, indien droog en vetvrij, iets aan elkaar kleven; rol en ring (indien aanwezig) worden door een axiale voorspankracht, geleverd door een voorspanmiddel zoals een verend middel, bijvoorbeeld een bevestigingsmiddel zoals een splitpen, tegen elkaar gedrukt gehouden; een dichtingsring of andere ring houdt met zijn gat geringe speling met de as waarop de tongspitsrol wordt gestoken; een dichtingsring of andere ring bevat geen wentel- of rollager en/of wordt radiaal gepositioneerd door de rol.

Eén of meer van het volgende is van metaal, zoals staal: de afstands dichtingsring; het loopvlak van het rollichaam; alle vormvaste delen van het rollichaam; het lagerhuis en/of de binnenbus en/of het lager van het rollichaam; de, bij voorkeur axiaal, tegen elkaar steunende of gedrukte vlakken van dichtingsring en rollichaam.

De dichtingsring heeft bij voorkeur één of meer van: een dikte van minimaal 5 of 6 of 7 of 8 of 8,5 of 9 millimeter en/of maximaal 10 of 10,5 of 11 of 11,5 of 12 of 15 of 20 millimeter; is massief, eventueel uitgezonderd het centrale gat voor de as van de tongspits; één of beide van de tegenover elkaar gelegen zijvlakken, zoals het van het rollichaam weg gekeerde zijvlak, is in hoofdzaak vlak en/of glad, eventueel uitgezonderd de eerder genoemde verdieping; het naar het rollichaam gekeerde steunvlak heeft een minimaal 10 of 15% grotere gladheid dan het van het rollichaam weg gekeerde zijvlak; de zijvlakken zijn wederzijds parallel.

Bij voorkeur is één of meer van het volgende van toepassing: de uitwendige diameter van één of meer van de dichtingsring, de eindring of het rollichaam bedraagt bij voorkeur minimaal 55 of 58 of 59 en/of maximaal 61 of 62 of 63 of 65 of 70 millimeter; de uitwendige diameter van de dichtingsring en/of de eindring is minimaal 0,5 of 1 of 1,5 en/of maximaal 2,5 of 3 of 3,5 of 5 millimeter kleiner dan die van het rollichaam; de uitwendige diameter van de eindring is minimaal 1 of 1,5 en/of maximaal 10 millimeter kleiner dan die van de dichtingsring; bij voltooid geassembleerd rollichaam is het lager en/of een onderdeel ervan, zoals de rol- of wentellichamen, van buitenaf zichtbaar.

Bij voorkeur is één of meer van het volgende van toepassing bij het rollichaam (bij voorkeur bij type EBI): het buitenoppervlak van het lagerhuis vormt het rol loopvlak, welke bij voorkeur cilindrisch of parallelepipedisch is; een naaldlager is toegepast maar ook een ander type glij-, rol- of wentellager is denkbaar; er is een enkel lagerhuis welke bevat minimaal of precies één of twee separate binnenbussen en minimaal of precies één of twee separate lagers, waarbij bij voorkeur een lager axiaal smaller is, bij voorkeur minimaal 2 of 4 of 5 of 6 en/of maximaal 10 of 11 of 12 millimeter dan de bijbehorende binnenbus of halve axiale lengte ervan; de ene of meer binnenbussen hebben samen een axiale lengte in hoofdzaak gelijk aan de axiale lengte van het lagerhuis of het rollichaam; de binnenbussen liggen vrijwel of geheel tegen elkaar en/of bevinden de lagers zich axiaal op afstand van elkaar, bijvoorbeeld op afstand gehouden door een inwendige, radiaal naar binnen uitstekende schouder van het lagerhuis; de axiale afstand tussen de lagers bedraagt minimaal 12 of 14 of 15 en/of maximaal 18 of 20 of 22 millimeter; lagerhuis, bus en lager zijn co-axiaal geplaatst; bus en/of lager bevindt zich axiaal los verschuifbaar in de tongspitsrol, bij voorkeur worden alleen door van de tongspitsrol separate componenten, bijvoorbeeld dichtingsringen of eindringen of een tegenhoudmiddel of aanslag aan de tongspits, tegen axiaal uit de tongspitsrol schuiven tegen gehouden; het rollichaam is zonder dichtingsringen gemonteerd op de as van de tongspits; de binnenbussen worden door de lagers op afstand gehouden van het lagerhuis, bij voorkeur ook op afstand van de eventuele inwendige schouder van het lagerhuis; het rollichaam steunt met zijn proximale zijvlak axiaal indirect via bijvoorbeeld een dichtingsring of rechtstreeks tegen het kopse einde van de tongspits (uit dit kopse einde steekt de axiale as waarop de tongspitsrol is gestoken); aan de zijde van het distale zijvlak van het rollichaam bevindt zich een eindring op de uit de tongspits axiaal uitstekende as en eventueel daartussen een dichtingsring; distaai van het rollichaam of de eindring bevindt zich aan de as van de tongspits een, bij voorkeur verend, voorspanmiddel dat het rollichaam naar het kopse einde van de tongspits voorspant; één of meer van één, twee of alle ringen en het rollichaam bevindt zich vrij draaibaar op de as van de tongspits; één, twee of alle ringen kunnen draaien ten opzichte van het rollichaam, bijvoorbeeld door over het contactvlak ermee te schuiven of glijden.

Bij voorkeur is één of meer van toepassing voor de eindring (bij voorkeur bij type EBI): heeft aan zijn van het rollichaam weg gekeerde axiale zijvlak een naar het andere axiale zijvlak lopende afschuining aan zijn radiale buitenrand; heeft een dikte van minimaal 2 of 3 of 3,5 en/of maximaal 4,5 of 5 of 6 of 7 millimeter; de afschuining maakt een hoek van minimaal 30 of 40 en/of maximaal 50 of 60 graden met de axiale richting; de afschuining heeft een radiale afmeting van minimaal 1,5 of 2 en/of maximaal 3 of 4 of 5 of 6 of 7 millimeter: is massief, eventueel uitgezonderd het centrale gat voor de as van de tongspits; één of beide van de tegenover elkaar gelegen zijvlakken, zoals het van het rollichaam weg gekeerde zijvlak, is in hoofdzaak vlak en/of glad, eventueel uitgezonderd de eerder genoemde afschuining.

Bij voorkeur is één of meer van het volgende van toepassing: de uitwendige diameter van het rollichaam bedraagt minimaal 51 of 52 of 53 en/of maximaal 54 of 55 of 56 of 60 millimeter; het rollichaam, bij voorkeur het lagerhuis, heeft aan één of beide van zijn axiale eindvlakken een omtreksuitsparing welke bij voorkeur aan het eindvlak een cilindrisch uitsteeksel verschaft met een uitwendige diameter kleiner, bij voorkeur minimaal 1 of 2 of 4 en/of maximaal 10 mm kleiner dan de uitwendige diameter van het rollichaam; het cilindrisch uitsteeksel steekt minimaal 1 of 1,5 en/of maximaal 2,5 of 3 of 4 of 5 millimeter uit en/of heeft een uitwendige diameter minimaal 2 of 4 of 5 of 6 en/of maximaal 10 of 12 of 14 millimeter kleiner dan de uitwendige diameter van het rollichaam; de axiale lengte van het rollichaam is minimaal 25 of 26 of 27 of 28 of 29 (NSE) of 48 of 49 of 50 of 51 (EBI) en/of maximaal 30,5 of 31 of 32 of 33 (NSE) of 52 of 53 of 54 of 55 (EBI).

De uitwendige diameter van de distale eindring en van het cilindrische uitsteeksel aan het lagerhuis zijn bij voorkeur gelijk of verschillen maximaal 1 mm.

Het centrale gat waarmee de dichtingsring, eindring of rollichaam wordt gestoken op de axiale as van de tongspits, heeft bij voorkeur een diameter van minimaal 28 of 29 en/of maximaal 31 of 33 of 35 millimeter, bijvoorbeeld 30 millimeter .

Eén of meer, bij voorkeur alle, van de elementen: kops einde van de tongspits, dichtingsring, rollichaam, eindring, splitpen, steunen axiaal rechtstreeks tegen elkaar.

Gebleken is dat het toepassen van dikke dichtingsringen en/of één of meer binnenbussen zorgt voor storingongevoeligheid, een lange levensduur en minimaal tot geen onderhoud.

Hierna wordt de uitvinding verder toegelicht aan de hand van niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden waarbij wordt verwezen naar de tekening die toont in:

Fig. 1 een spoorweg in perspectief;

Fig. 2 een spoorwegwissel in perspectief;

Fig. 3 een spoorwegwissel in bovenaanzicht;

Fig. 4+5 een detailaanzicht kops en van boven;

Fig. 6 een detail bovenaanzicht;

Fig. 7 een detail kops aanzicht;

Fig. 8 een aanzicht in doorsnede van een rol;

Fig. 9 een perspectief, uiteengetrokken;

Fig. 10-12 een doorsnede, aanzicht en perspectief;

Fig. 13 een perspectief, uiteengetrokken van een rol;

Fig. 14-16 een doorsnede, aanzicht en doorsnede;

Fig. 17 + 18 een zijaanzicht en perspectief;

Fig. 19-26 foto's van tongspitsen met rol;

Fig. 27 een vergroting van fig. 5.

Fig. 8-12 betreffen rol type NSE, fig. 13-18 type EBI.

Fig. 1 toont een spoorweg met twee rijbanen naast elkaar en een bovenleiding ondersteund door bovenleidingportalen 26.

Fig. 2 toont een wissel, gezien vanaf de voorkant. De cirkel geeft het gebied aan waar de tongspits zich bevindt. Van de in de tekening rechter tongrail is de tongspits duidelijk zichtbaar.

Fig. 3-7 zijn bedoeld om de belangrijkste onderdelen van een wissel te verduidelijken. Van een enkele wissel, getoond in fig. 3, zijn de belangrijkste onderdelen: aanslagspoorstaaf 5; voorkant wissel 1; achterkant wissel 2; puntstuk 3; strijkregel of contrarail 4; worteleind 6; linker tong 7; rechter tong 8; tongspitsrol 9; hefrug 10; glijdstoel 11; tongoor 12 voor controlestang; tongoor 13 voor trekstang.

Fig. 4 toont een kops aanzicht, gezien vanaf de wissel voorkant en Fig. 5 toont het bovenaanzicht van fig.

.

De tong links of rechts vormt met de bijbehorende aanslagspoorstaaf de tongbeweging (links of rechts).

In fig. 3 is de rechter tong 7 de aanliggende en de linker tong 8 de afliggende tong. Door omleggen van het wissel verwisselt dit.

Om de beweging van de tong gemakkelijker te maken zijn onder de tong zgn. glijdstoelen aangebracht (zie fig. 4-7). Dit zijn vlakke stalen platen waar de aanslagspoorstaaf vast en onbeweeglijk op bevestigd is en de tong overheen kan schuiven. Deze glijdstoelen dienen voldoende schoon en ingevet te zijn om de glijdweerstand met de tong gering te houden. De tongen zijn aan de spitsen voorzien van een hefinrichting. Dit vermindert de wrijving van de tong op de glijdstoelen tijdens het omleggen en verzekert mede het op zijn plaats blijven van de tong tijdens het berijden van het wissel.

Het heffen van de tongen wordt gerealiseerd door aan de tongspits een rol te bevestigen door middel van een tapeind. Deze rol rolt over een hefrug die deel uit maakt van de bijbehorende glijdstoel. Alleen de glijdstoel die geassocieerd is met de tongspits is met een hefrug uitgerust.

Aan de tongspits zijn twee tongoren aangebracht (zie fig. 6) voor aangrijping van een controlestang nabij de tongspits respectievelijk een trekstang iets verder verwijderd van de tongspits.

Fig. 7 toont een schematisch kops aanzicht in doorsnede van het in fig. 2 omcirkelde detailgebied van het wissel met links de aanslagspoorstaaf 5, tegen de linker kant van de ziel waarvan een verwarmingselement 15 is geplaatst om het wissel vorstvrij te houden. Rechts bevindt zich de tongrail 7 die naar links en rechts kan schuiven (voorgesteld door de horizontale pijl). Onder de tongrail 7 bevindt zich de glijdstoel 11 waarop de tongrail 7 steunt.

Fig. 8+9 tonen in een zijaanzicht in doorsnede en een uiteengetrokken aanzicht in perspectief een voorbeeld van de rol 9 (type NSE) met integraal lager, en ter weerszijden een afstands dichtingsring 22. Deze ringen 22 kunnen identiek zijn of in dikte (de afmeting in axiale richting, met andere woorden in de richting van de as waar het lager omheen draait) verschillen. Bijvoorbeeld heeft men op voorraad ringen 22 van drie verschillende dikten waardoor, bij gelijke dikte/breedte (de axiale afmeting) van het samenstel van twee ringen 22 en één rol 9, drie verschillende samenstellingen kunnen worden gevormd om de rol 9 in drie verschillende axiale posities te kunnen zetten aan de tongspits. Bij voorkeur heeft men van rollen 9 slechts een enkele breedte (de afmeting in axiale richting) op voorraad. Bijvoorbeeld heeft de monteur een set bij zich die omvat een enkele rol 9, twee ringen 22 van identieke dikte, één dunnere ring 22 en een dikkere ring 22. Fig. 8 toont de doorsnede volgens lijn A-A van Fig. 9.

Gebruik van de ringen 22 en de rol 9 zorgt voor een minimum aantal onderdelen. Een ring 22 zou echter in twee of meer dunnere, separate ringen kunnen worden onderverdeeld.

Fig. 10-12 tonen in een zijaanzicht in doorsnede, een vooraanzicht en een perspectief een voorbeeld van de ring 22. Fig. 10 toont de doorsnede volgens lijn A-A van Fig. 11. De zijde met de verdieping (in dit voorbeeld met diepte 0,4 mm) wordt naar de rol 9 gekeerd toegepast. De ringvormige schouder 16 die de verdieping aan de radiale buitenzijde omgeeft, verschaft een afdichtingsvlak voor afdichtend samenwerken met het corresponderende ringvormige gebied van de rol 21. Dit waarborgt een goede afdichting op en/of een goede centrering aan de rol 21. De rol 9 heeft een bijpassende axiaal uitstekende schouder die nauwpassend in de verdieping van de ring 22 grijpt. De ring 22 houdt met zijn gat geringe speling met de as waarop de tongspitsrol wordt gestoken. Zodoende draait de ring 22 wrijvingsarm op deze as die zich aan de tongspits bevindt en kan ook in enige mate over deze as glijden en daarop eventueel inslijten. De tongspits overlapt met de tongrail en is daaraan gemonteerd.

Fig. 13-16 tonen een alternatief voorbeeld van het rollichaam 9 (EBI-type). Fig. 16 toont de doorsnede volgens lijn A-A van Fig. 15. Het buitenoppervlak van het lagerhuis 9 vormt het rol loopvlak, welke bij voorkeur cilindrisch of parallelepipedisch is. Bij voorkeur is een naaldlager 23 toegepast maar ook een ander type glij-, rol- of wentellager is denkbaar. Bij geassembleerd rollichaam 9 zijn de naaldlagers van buitenaf zichtbaar.

Bij voorkeur (en zoals getoond) is er een enkel lagerhuis 9 welke bevat minimaal of precies één of twee binnenbussen 24 en minimaal of precies één of twee lagers 23, waarbij bij voorkeur de lagers 23 axiaal smaller zijn dan de binnenbussen. Bij voorkeur liggen de binnenbussen 24 vrijwel of geheel tegen elkaar en/of bevinden de lagers 23 zich op afstand van elkaar, bijvoorbeeld op afstand gehouden door een inwendige, radiaal naar binnen uitstekende schouder van het lagerhuis 9. Lagerhuis 9, bus 24 en lager 23 zijn bij voorkeur co-axiaal geplaatst.

De binnenbussen 24 worden door de lagers 23 op afstand gehouden van het lagerhuis, bij voorkeur ook op afstand van de eventuele inwendige schouder van het lagerhuis 9.

Vanuit de positie zoals getoond in fig. 13 kunnen de bussen 24 en lagers 23 axiaal vrij naar binnen in het lagerhuis worden geschoven en worden tegen weer axiaal naar buiten schuiven tegen gehouden door bijvoorbeeld de ringen 22 of 25.

Fig. 14 toont het lagerhuis in doorsnede, met voorkeursafmetingen, fig. 15 het voltooid geassembleerde rollichaam 9 in kops aanzicht en fig. 16 in doorsnede van opzij. Cijfer 17 verwijst naar een omtreksuitsparing welke aan het eindvlak een cilindrisch uitsteeksel verschaft aan het lagerhuis met een diameter ongeveer 5 mm kleiner dan de uitwendige diameter van het lagerhuis.

Dit rollichaam van EBI-type kan zonder dichtingsringen worden gemonteerd op de as van de tongspits.

Fig. 17 + 18 tonen een voorbeeld van de distale eindring 25. Fig. 17 toont de doorsnede volgens lijn A-A van Fig. 18. De ring 25 is type D48x4. Het rollichaam 9, met eventueel aan de proximale en/of distale zijde ervan een dichtingsring 23, wordt tegen gehouden door deze eindring 25 die bij voorkeur door een borgmiddel op zijn plaats wordt gehouden. Het borgmiddel spant bij voorkeur de distale eindring in de axiale richting naar het kopse einde van de tongspits voor.

De uitwendige diameter van de distale eindring 25 en van het cilindrische uitsteeksel aan het lagerhuis 9 zijn gelijk.

Bij toepassing van de eindring 25 bij de tongspitsrol 9 van fig. 13-16 komt het contactvlak 16 te steunen tegen het longitudinaal kopse eindvlak van het door de omtreksuitsparing 17 begrensde cilindrische uitsteeksel.

Fig. 19-26 tonen foto's van belichamingen van de uitvinding bij wijze van voorbeeld. Fig. 19-25 betreffen rol type NSE, fig. 26 betreft rol type EBI.

Fig. 19-22 tonen het vrije uiteinde van een tongspits met een tongspitsrol in diverse stadia van de assemblage.

Fig. 19 toont hoe de proximale afstands dichtingsring en het lager op de zich aan de tongspits bevindende as zijn gestoken. Merk op dat het distale deel van de as is verjongd.

Fig. 20 toont hoe vervolgens de distale afstands dichtingsring op de as is gestoken en tot aan het verjongde deel van de as komt. De radiale positionering van de distale afstands dichtingsring en de as is goed te zien.

Fig. 21 toont hoe vervolgens de ring D48x4 (sluitring) geplaatst is. Distaai (met andere woorden rechts) van de sluitring is het dwarsgat voor de in de as te steken borgpen zichtbaar.

Fig. 22 toont hoe de splitpen in het dwarsgat in de as is gestoken en de ring ervan omgeklapt is zodat het lager zit geborgd aan de tongspits. Een stabiele eenheid is gevormd.

Fig. 23-25 tonen een voorbeeld van de tongspitsrol, ingebouwd in een wissel op locatie in een spoorbaan.

Fig. 23 toont een foto van een in het wissel ingebouwde tongspitsrol, de tongrail staat dicht. De aanslagspoorstaaf bevindt zich rechts. De as waarop de tongspitsrol is gestoken loopt evenwijdig met de lengterichting van de tongrail. Zichtbaar is hoe deze as aan de tongspits is gemonteerd.

Fig. 24 toont een foto van hetzelfde wissel, aan de open kant. De aandrijving bevindt zich rechts boven, de aanslagspoorstaaf bevindt zich links (alleen de railvoet is zichtbaar). De tongspitsrol loopt over het bekende profiel (zgn. heuvelstoel), zodat, beginnend vanuit de ene of de andere uiterste stand, de rol bij bewegen naar de tegengestelde uiterste stand, over een oplopend en vervolgens aflopend oppervlak van het profiel loopt om vervolgens in de tegengestelde uiterste stand te komen.

Fig. 25 toont een detail van de rol en zijn nabije omgeving van de voorgaande twee foto's (fig. 23-24). Tussen de splitpen en het kopse einde van de tongspits bevinden zich op de as van de tongspits het rollichaam met axiaal aan de ene zijde een dichtingsring en aan de andere zijde een dichtingsring en nabij de splitpen een eindring. Deze elementen steunen rechtstreeks tegen elkaar.

De foto van fig. 26 toont in een met de voorgaande foto (fig. 25) vergelijkbare weergave een alternatieve tongspitsrol (type EBI).

De in fig. 26 getoonde tongspitsrol bestaat uit een rollichaam en een eindring 25 (zie fig. 18), beide gestoken op de as van de tongspits. De splitpen steunt rechtstreeks tegen de eindring, die steunt rechtstreeks tegen het rollichaam, dat steunt rechtstreeks tegen het kopse einde van de tongspits.

Fig. 27 toont ene vergroting van fig. 5 voor het verduidelijken van de tongspits 30, het axiaal uit de tongspits 30 stekende aslichaam 28, het distale uiteinde 29 van het aslichaam 28 en het tegenhoudmiddel 27 dat afneembaar is aangebracht aan het distale uiteinde 28 en waarmee de tongspitsrol 9 en de bijbehorende ringen 22 en 25 op hun plaats worden gehouden.

In de tekening aangegeven maten zijn in millimeter, tenzij anders aangegeven. Eén of meer van deze maten kunnen 10 of 20% en/of 1 of 2 of 3 of 4 of 5 of 6 of 7 of 8 of 9 of 10 millimeter hoger of lager zijn.

Aldus betreft de uitvinding, bijvoorbeeld, een tongspitsrol voor montage aan een tongspits van een wissel, eventueel samengesteld uit ringen en daartussen een rol; een wissel, uitgerust met de inventieve tongspitsrol die is gestoken op een axiaal uit de tongspits stekende as; een wissel waarbij de tongspitsrol rechtstreeks of onder tussenkomst van een op de as van de tongspits gestoken ring is afgesteund tegen het kopse einde van de tongspits, uit welk kopse einde axiaal uitsteekt de as waarop de tongspitsrol is gestoken; een wissel met aan de as van de tongspits aan de van de tongspits weg gekeerde axiale zijde ervan een borg- en/of voorspanmiddel, zoals een splitpen, welke de tongspitsrol axiaal met de tongspits opsluit en/of naar de tongspits voorspant; een wissel en tussen het borgof voorspanmiddel, zoals splitpen, en de tongspitsrol (1) bevinden zich één of meer ringen die op de as van de tongspits zijn gestoken; een set van een tongspitsrol en ringen in verschillende dikten, bijvoorbeeld drie verschillende dikten, voor de tongspitsrol of het wissel van de uitvinding.

De hierin geopenbaarde maatregelen kunnen individueel in ieder andere denkbare combinatie en permutatie worden samen genomen om een alternatief voor de uitvinding te verschaffen. Omvat zijn ook technische equivalenten en genussen of generalisaties van de geopenbaarde maatregelen. Een maatregel van een voorbeeld is ook algemeen toepasbaar binnen het kader van de uitvinding. Een hierin geopenbaarde maatregel, bijvoorbeeld van een voorbeeld, kan zonder meer veralgemeniseerd worden voor opname in een algemene definitie van de uitvinding, bijvoorbeeld te vinden in een octrooiconclusie.

Claims (6)

1. CONCLUSIES

   1. Wissel van een door twee met tussenruimte parallelle spoorstaven gevormde spoorweg die is uitgerust met een door portalen (26) ondersteunde bovenleiding voor de voeding van de voortstuwing van de trein voor personen- en goederenvervoer, welk wissel is uitgerust met een stalen glijdstoel (11) die is voorzien van een stalen hefrug (10); een stalen puntstuk (3); een stalen contrarail (4); een stalen aanslagspoorstaaf (5); een tegen en weg van de aanslagspoorstaaf (5) verplaatsbare, en daarmee het wissel omleggende, stalen tongrail (7, 8) met een tongspits (30) aan zijn longitudinaal vrije uiteinde, welke tongspits (30) star voorzien is van een axiaal uit zijn vrije longitudinale uiteinde uitstekend star stalen aslichaam (28); een stalen tongspitsrol (9) die is gestoken op het axiale aslichaam (28) waarvan het longitudinaal vrije uiteinde (29) axiaal voorbij de tongspitsrol (9) uitsteekt en aan dat vrije uiteinde (29) een afneembaar tegenhoudmiddel (27) voor de tongspitsrol (9) draagt, welk tegenhoudmiddel (27) de tongspitsrol axiaal naar de tongspits (30) toe voorspant; en aan de tongrail (7, 8) tongoren (12, 13) voor de controle- en trekstang voor het tussen twee uiterste standen omleggen van het wissel, waarbij de tongspitsrol (9) steunt op de glijdstoel (11) en het wissel is ingericht zodat tijdens omleggen van het wissel de tongspitsrol (9) over de hefrug (10) loopt en daardoor de tongrail (7, 8) heft terwijl in de uiterste standen van het omleggen van het wissel de tongspitsrol (9) zich opzij van de hefrug (10) bevindt en met de hefrug (10) samenwerkt om de tongrail (7, 8) tijdens het berijden van het wissel op zijn plaats te borgen, waarbij de tongspitsrol (9) een rollager bevat dat is gevuld met lagervet, welk rollager co~axiaal is met het zich radiaal naar binnen ervan bevindende en uit de tongspits (30) axiaal uitstekende aslichaam (28), waarop de tongspitsrol (9) is gestoken, en dit aslichaam (28) volledig radiaal rondom omgeeft, en welk rollager co-axiaal is met het zich radiaal naar buiten ervan bevindende stalen loopvlak van de tongspitsrol (9) dat over de hefrug (10) loopt, zodat dit rollager dit loopvlak duurzaam soepel draaibaar om het aslichaam (28) lagert;

   tussen de tongspitsrol (9) en het tegenhoudmiddel (27) is een separate massief stalen ring (22, 25) opgenomen die door de axiale voorspankracht, die wordt geleverd door het tegenhoudmiddel (27), rechtstreeks tegen het naar de ring (22, 25) gekeerde axiale eindvlak van de tongspitsrol wordt gedrukt gehouden, welke ring (22, 25) met zijn gat geringe speling houdt met het aslichaam (28) waarop de ring (22, 25) is gestoken en welke ring (22, 25) alleen een glijlagering heeft met het aslichaam (28);

   de uitwendige diameter van de ring (22, 25) is minimaal 1 millimeter kleiner dan die van de tongspitsrol (9) welke een uitwendige diameter heeft van minimaal 50 en maximaal 65 millimeter;

   de tongspitsrol (9) en de ring (22, 25) hebben wederzijds een ringvormig, vlak en glad en loodrecht op de axiale richting georiënteerd contactvlak (16) met een radiale breedte van minimaal 2 millimeter en maximaal 6 millimeter dat co-axiaal is met het zich radiaal naar binnen daarvan bevindende rollager de tongspitsrol (9) wordt tegen axiaal naar de tongspits (7, 8) toe verplaatsen, door de axiale voorspanning van het tegenhoudmiddel (27) tegen gehouden door een aanslag aan de tongspits waarbij de tongspitsrol zich axiaal tussen het tegenhoudmiddel (27) en deze aanslag bevindt.
2. 2. Wissel volgens conclusie 1, van de tongspitsrol (9) wordt het met het contactvlak (16) aan de ring (25) samenwerkende contactvlak (16) aan de radiale buitenzijde ervan begrensd door een omtreksuitsparing (17) zodat dit contactvlak een cilindrisch axiaal uitsteeksel vormt aan de tongspitsrol met een uitwendige diameter die tussen 3 en 6 millimeter kleiner is dan de uitwendige diameter van de tongspitsrol (9), terwijl van de ring (25), die 4 millimeter dik is, het contactvlak (16) aan de radiale binnenzijde wordt begrensd door het gat waar het aslichaam (28) doorheen steekt en de ring (25) heeft aan zijn van de tongspitsrol (9) weg gekeerde axiale vlak een naar het aan de tegenover gelegen zijde zich bevindende contactvlak (16) lopende afschuining van 45 graden en een radiale afmeting van 2,5 millimeter.
3. 3. Wissel volgens conclusie 1, van de tongspitsrol (9) zijn de beide axiale eindvlakken identiek geprofileerd en tegen elk steunt rechtstreeks een separate ring (22), axiaal daartegen voorgespannen door het tegenhoudmiddel ( en het contactvlak (16) van de ring (22) wordt aan de radiale binnenzijde begrensd door een verdieping met diepte 0,4 mm die aan de radiale binnenzijde wordt begrensd door het gat waarin het aslichaam (28) steekt en van de tongspitsrol (9) heeft ieder axiaal eindvlak een bij de verdieping van de ring (22) bijpassende axiaal uitstekende schouder die nauwpassend in de verdieping van de ring (22) grijpt en het contactvlak (16) van de tongspitsrol (9) aan de radiale binnenzijde begrenst, zodat de schouder aan de tongspitsrol (9) en de verdieping aan de ring (22) de contactvlakken (16) op elkaar gecentreerd houden en de tongspitsrol (9) is opgesloten tussen deze twee ringen (22) waarvan het naar de tongspitsrol gekeerde oppervlak wederzijds identiek is geprofileerd en de ringen zijn tussen 9 en 10 millimeter dik en bevinden zich axiaal tussen en worden axiaal tegen gehouden door het tegenhoudmiddel (27) en de aanslag aan de tongspits (7, 8).
4. 4. Wissel volgens conclusie 3, tussen het tegenhoudmiddel (27) en de ring (22) aan de zijde van de tongspitsrol (9) die naar het tegenhoudmiddel (27) toe is gekeerd, bevindt zich een op het aslichaam (28) gestoken eindring die rechtstreeks tegen de betreffende ring (22) steunt en door het tegenhoudmiddel (27) naar die ring toe axiaal is voorgespannen.
5. 5. Wissel volgens één van conclusies 1-4, de tongspitsrol (9) bevat een enkel lagerhuis welke bevat precies twee coaxiale en axiaal in het verlengde van elkaar gelegen binnenbussen (24) van gelijke diameter en axiale lengte en precies twee co-axiale en axiaal in het verlengde van elkaar gelegen naaldlagers (23) van gelijke diameter en axiale lengte, waarbij de naaldlagers (23) axiaal kleiner zijn dan de binnenbussen (24) en een binnenbus (24) radiaal is opgenomen in een naaldlager (23) en daarmee een set vormt en de binnenbussen (24) steunen axiaal rechtstreeks tegen elkaar en de naaldlagers (23) steunen axiaal indirect tegen elkaar onder tussenkomst van en wederzijds axiaal op afstand gehouden door een inwendige, radiaal naar binnen uitstekende schouder van het lagerhuis, waarbij lagerhuis, binnenbussen (24) en naaldlagers (23) co-axiaal geplaatst zijn, de binnenbussen (24) worden door de naaldlagers (23) radiaal op afstand gehouden van het lagerhuis en van de inwendige schouder die de naaldlagers (23) axiaal op afstand houdt en de binnenbussen (24) en de naaldlagers (23) maken met hun axiale kopse einden deel uit van de axiale kopse einden van de tongspitsrol (9) en bevinden zich axiaal los verschuifbaar in de tongspitsrol (9) en worden alleen door het tegenhoudmiddel (27) de aanslag aan de tongspits en de separate ringen, indien aanwezig, tegen axiaal uit de tongspitsrol (9) schuiven tegen gehouden.
6. 6. Set van een tongspitsrol (9) en ringen (22) in verschillende dikten, bijvoorbeeld drie verschillende dikten, zodat een in axiale lengte variërend samenstel van tongspitsrol (9) en axiaal aan weerszijden een ring (22) kan worden gevormd, voor verschaffen van het wissel volgens één van conclusies 1-5.

   Fig. 1