NL2019176B1

NL2019176B1 - Werkwijze en systeem voor het monitoren van de groei van kalveren

Info

Publication number: NL2019176B1
Application number: NL2019176A
Authority: NL
Inventors: Johannes Wilhelmus Schutte Jort; Sabri Romero Muller Roxie
Original assignee: N V Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap
Priority date: 2017-07-05
Filing date: 2017-07-05
Publication date: 2019-01-16
Also published as: US20200214265A1; EP3648577B1; EP3648577A1; WO2019009700A1

Abstract

Werkwijze en systemen voor het monitoren van de groei van kalveren waarbij de werkwijze omvat a. het samenbrengen van een veelvoud van kalveren in een ten minste een gezamenlijk gebied, zoals een hok of stalruimte, waarin de kalveren zich vrij kunnen verplaatsen; b. het verkrijgen van een 3D-beeld van een gebied binnen het ten minste ene hok met behulp van ten minste een 3D 3D-camera en/of een veelvoud van camera’s waarbij de kalveren zich binnen het gebied kunnen bevinden; c. het toevoeren van informatie over het 3D-beeld van het gebied, aan een signaalverwerkingseenheid; d. het met de signaalverwerkingseenheid volgens een eerste vooraf bepaalde algoritme herkennen van een kalf in het 3D-beeld; e. het bepalen van de identiteit van het kalf dat in stap d. is of wordt herkend; f. het met de signaalverwerkingseenheid aan de hand van een in stap c. verkregen toegevoerde 3D-beeld van het in stap d. herkende kalf, binnen het 3D-beeld van het gebied, volgens een tweede vooraf bepaalde algoritme ten minste schatten van een groeiparameter zoals een gewicht, een volume en/of een lengteparameter van het in stap d. herkende kalf; g. het herhalen van stap d.-f. wanneer het kalf weer in het beeld verschijnt; h. het met behulp van een eerste computer verzamelen van de informatie verkregen in stap d.-g. om inzicht te verkrijgen in de groei van het kalf in de tijd.

Description

Int. Cl.:

A01K 1/00 (2018.01) A01K 29/00 (2018.01)

0 Aanvraag ingeschreven:	© Octrooihouder(s):
16 januari 2019	N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek NEDAP
	te Groenlo.
0 Aanvraag gepubliceerd:
	© Uitvinder(s):
© Octrooi verleend:	Jort Johannes Wilhelmus Schutte te Groenlo.
16 januari 2019	Roxie Sabri Romero Muller te Groenlo.
© Octrooischrift uitgegeven:
9 mei 2019	© Gemachtigde:
	ir. C.M. Jansen c.s. te Den Haag.

54} Werkwijze en systeem voor het monitoren van de groei van kalveren

Werkwijze en systemen voor het monitoren van de groei van kalveren waarbij de werkwijze omvat a. het samenbrengen van een veelvoud van kalveren in een ten minste een gezamenlijk gebied, zoals een hok of stalruimte, waarin de kalveren zich vrij kunnen verplaatsen; b. het verkrijgen van een 3D-beeld van een gebied binnen het ten minste ene hok met behulp van ten minste een 3D 3D-camera en/of een veelvoud van camera’s waarbij de kalveren zich binnen het gebied kunnen bevinden; c. het toevoeren van informatie over het 3D-beeld van het gebied, aan een signaalverwerkingseenheid; d. het met de signaalverwerkingseenheid volgens een eerste vooraf bepaalde algoritme herkennen van een kalf in het 3D-beeld; e. het bepalen van de identiteit van het kalf dat in stap d. is of wordt herkend; f. het met de signaalverwerkingseenheid aan de hand van een in stap c. verkregen toegevoerde 3D-beeld van het in stap d. herkende kalf, binnen het 3D-beeld van het gebied, volgens een tweede vooraf bepaalde algoritme ten minste schatten van een groei pa ra meter zoals een gewicht, een volume en/of een lengteparameter van het in stap d. herkende kalf; g. het herhalen van stap d.-f. wanneer het kalf weer in het beeld verschijnt; h. het met behulp van een eerste computer verzamelen van de informatie verkregen in stap d.-g. om inzicht te verkrijgen in de groei van het kalf in de tijd.

NL B1 2019176

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

P114127NL00

Titel: Werkwijze en systeem voor het monitoren van cle groei van kalveren

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en systeem voor het monitoren van de groei van kalveren. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op het monitoren van een veelvoud kalveren in een gezamenlijk gebied-, zoals een hok of stalruimte.

Groei van een kalf is cruciaal in de kalver opfok. Vooral in de eerste drie maanden van leven wordt er alles aan gedaan om de juiste groeicurve in gang te zetten. De groei van een kalf wordt door veehouders dan ook nauwlettend in de gaten gehouden. Er zijn verschillende werkwijzen bekend waarbij een boer de groei van een kalf monitort. Veelal omvatten bekende werkwijzen het fysiek scheiden van een kalf van andere kalveren en het wegen van het kalf met behulp van een weegschaal. Hierop wordt vaak alleen het voorlijf gewogen. De boer vergelijkt dan het gewicht van de vorige meting met de nieuwe meting en leidt daaruit een bepaalde groei van het kalf af. De boer constateert dan aan de hand van de bepaalde groei of het kalf naar wens groeit, of dat er stagnatie of andere afwijldng in de groei is. Dergelijke werkwijzen zijn bijzonder tijdsintensief en moeten individueel worden uitgevoerd door de boer. Datapunten met betrekking tot de groei die door de boer verzameld worden zijn soms niet voldoende frequent wanneer de boer grote aantallen kalveren houdt. Verder kunnen de verzamelde datapunten meetonnauwkeurigheden bevatten die in of rond de zelfde orde van grootte liggen als de genieten groei. Met name de eerste acht weken na de geboorte van het kalf, en in het bijzonder de eerste twee weken, zijn bepalend voor de groei van een kalf. Het kan voorkomen dat het stagneren van de groei van een kalf later wordt onderkend dan de dag of het dagdeel waarin de stagnering van groei optreedt. Dit kan dan negatieve gevolgen hebben voor de toekomstige groei en het welzijn van het kalf.

Het is een doel van de uitvinding om een werkwijze en een systeem te verschaffen waarbij een boer in staat wordt gesteld om de groei nauwkeurig en efficiënt, dat wil zeggen relatief weinig arbeidsintensief te bepalen. Hierdoor kan tijdig worden ingegrepen, in bijvoorbeeld de voeding van een kalf in een kritieke periode van de ontwikkeling van het kalf. Het is verder een doel van de uitvinding om een boer nauwkeurig inzicht te bieden in de groei van het kalf. Het is verder ook een doel om een verbeterde werkwijze en systeem te verschaffen voor het monitoren van de ontwikkeling van een kalf in de aanwezigheid van een groep kalveren.

Daartoe voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens conclusie 1 en systemen volgens conclusie 13 en 15. Dankzij de stappen a.-f. behoeven kalveren niet individueel op gemeten of gewogen te worden. De werkwijze omvat verder stap g. waarin de stappen d.-f. worden herhaald wanneer het kalf weer in het beeld verschijnt. Hierdoor kunnen een groot aantal metingen worden gedaan binnen een relatief korte tijdsperiode. De werkwijze omvat verder ook de stap h. om inzicht te verkrijgen in de groei van het kalf in de tijd.

Optioneel wordt de verzamelde informatie, bij voorkeur met de eerste computer, vergeleken met een vooraf bepaalde groeicurve. De groeicurve ziet bijvoorbeeld op een ontwikkeling van een groeiparameter van een kalf in de tijd, zoals een gewicht, volume en/of volumeparameter, zoals een hoogte, breedte of lengte van het kalf of van een lichaamsdeel van het kalf, zoals de torso. De groeicurve kan zich bijvoorbeeld uitstrekken over de eerste weken en/of maanden na de geboorte van een kalf. Optioneel is de vooraf bepaalde groeicurve een minimale verwachte groeicurve van een gezond kalf. Bij voorkeur wordt met de eerste computer een attentie-signaal gegenereerd wanneer de verzamelde informatie afwijkt van de groeicurve wanneer genoemde afwijking aan een vooraf bepaald criterium voldoet. Optioneel is een vooraf bepaald criterium dat de genoemde afwijking groter is dan een acceptabel verschil tussen verzamelde informatie en de groeicurve op een corresponderend moment in de tijd, zoals 5%, 10%, 15%, 20% of 25%, en waarbij de afwijking een mate van achterblijven in ontwikkeling van het kalf weerspiegeld. Een voordeel is dat afwijkende ontwikkelingen opgemerkt kunnen worden.

Optioneel is het vooraf bepaalde criterium dusdanig gekozen dat een attentie-signaal wordt gegenereerd wanneer een groei van het kalf achterblijft ten opzichte van de groeicurve. Bijvoorbeeld, wanneer een geschatte groeiparameter op een moment in de tijd lager is dan een zelfde groeiparameter volgens de vooraf bepaalde groeicurve op een corresponderend moment in de tijd. Bijvoorbeeld, wanneer de verandering van een geschatte groeiparameter op een bepaald moment in de tijd lager is dan de verandering van een zelfde groeiparameter volgens de vooraf bepaalde groeicurve op een corresponderend moment in de tijd. Een verandering van een geschatte groeiparameter kan bijvoorbeeld worden bepaald door een geschatte groeiparameter te vergelijken met een eerder geschatte groeiparameter.

Optioneel omvat de genoemde attentie de in stap e. bepaalde identiteit.

Optioneel wordt stap e. uitgevoerd met een lezer voor het draadloos uitlezen van de labels, waarbij de kalveren elk zijn voorzien van een label dat informatie over een identiteit van een kalf omvat. De lezer en het label zijn bij voorkeur van het type RFID en/of UHF. Een RFID label is een op zich bekend passief label dat zijn energie verkrijgt uit het ondervraagveld dat door de (RFID) lezer wordt uitgezonden. Een UHF label is voorzien een zender die uitzend op de UHF band om informatie aan de lezer over te dragen en is hiertoe voorzien van zijn eigen energiebron zoals een batterij.

Optioneel is de lezer dusdanig opgesteld dat in stap e. de identiteit van een kalf wordt bepaald dat zich op een dusdanige positie in het beeld bevindt dat dat kalf in stap d. wordt herkend in het beeld.

Optioneel is in stap b. het gebied slechts een deel van het totale gebied omvat waar de kalveren zich in het hok kunnen bevinden.

Optioneel heeft het gebied dusdanige afmetingen dat zich hierin een veelvoud van kalveren tegelijk kunnen bevinden. Bij voorkeur heeft het gebied een oppervlak dat in de range ligt van 10-400 m2, in het bijzonder 15-100 m2.

Optioneel geldt dat het gebied dusdanige afmetingen heeft dat zich hierin tegelijk A kalveren kunnen bevinden, waarbij A in de range ligt van 1-10000, in het bijzonder-1-1000, meer in het bijzonder 1-100, en nog meer in het bijzonder 1-50.

Optioneel wordt met de ten minste ene 3D-camera en/of het veelvoud van camera’s respectievelijk gebieden van een veelvoud van hokken worden bestreken.

Optioneel maakt de signaalverwerkingseenheid deel uit van de eerste computer, waarbij optioneel de signaalverwerkingseenheid en/of de eerste computer zich in een cloud bevinden.

Optioneel is elk kalf voorts voorzien van sensoren voor het bepalen van het gedrag van het kalf van stap e. waarbij het gedrag bijvoorbeeld een toestand omvat, zoals lopen, liggen, vreten en herkauwen. Het gedrag kan verder informatie omvatten over wanneer bepaalde toestanden zich verspreid in de tijd voordoen. De met de sensoren verkregen informatie over het gedrag van het kalf kan door een boer worden gebruikt bij een analyse van het kalf in combinatie met de in stap h. verzamelde informatie met de vooraf bepaalde groeicurve.

Optioneel wordt de met de sensoren verkregen informatie over het gedrag van het kalf gebruikt om het vooraf bepaalde criterium aan te passen, bijvoorbeeld dusdanig dat ondergewicht van het kalf bij een kleinere afwijking wordt gedetecteerd wanneer reeds eerder uit het bepaalde gedrag blijkt dat het kalf relatief weinig of minder vaak eet en vice versa.

Optioneel is het systeem volgens de uitvinding verder voorzien van ten minste een identificatie-eenheid zoals een lezer voor het uitvoeren van stap e. De lezer is bij voorkeur van een RFID lezer en/of UHF lezer. Bij voorkeur is het systeem ook voorzien van een label van een type dat door betreffende lezer kan worden uitgelezen waardoor de identiteit van een kalf bepaald kan worden met de lezer. Optioneel is de eerste computer van het systeem ingericht om de verzamelde informatie te vergelijken met een vooraf bepaalde groeicurve. De eerste computer is verder ingericht om een attentie-signaal te genereren wanneer de verzamelde informatie afwijkt van de groeicurve waarbij de genoemde afwijking aan een vooraf bepaald criterium voldoet.

Optioneel is de eerste computer dusdanig ingericht dat een attentie-signaal wordt gegenereerd wanneer een groei van het kalf achterblijft ten opzichte van de groeicurve.

Optioneel omvat het genoemde attentie-signaal de met de identificatie-eenheid bepaalde identiteit. Het attentie-signaal kan diverse vormen aannemen zoals een elektronisch signaal, een draadloos zendsignaal, een audio signaal en een zichtbaar signaal.

Optioneel omvat de identificatie-eenheid een lezer. Het systeem is voorts voorzien van een veelvoud van labels waarbij de kalveren elk zijn voorzien van een label dat informatie over een identiteit van een kalf omvat. De lezer en het veelvoud van labels zijn bij voorkeur van het type RFID en/of UHF.

Optioneel is de identificatie-eenheid dusdanig opgesteld dat, in gebruik, de identiteit van een kalf wordt bepaald dat zich op een dusdanige positie in het beeld bevindt dat dat kalf met de signaalverwerkingsmiddelen, in gebruik, wordt herkend in het beeld.

Optioneel is de 3D-camera en/of is het veelvoud van camera’s dusdanig ingericht en/of opgesteld dat, in gebruik, het gebied slechts een deel van het totale gebied omvat waar de kalveren zich in het hok kunnen bevinden.

Optioneel heeft het gebied van het systeem dusdanige afmetingen dat zich hierin tegelijk een veelvoud van kalveren kunnen bevinden waarbij bij voorkeur het gebied een oppervlak heeft dat in de range ligt van 10-400 m2, in het bijzonder 15-100 m2.

Optioneel geldt dat het gebied dusdanige afmetingen heeft dat zich hierin tegelijk A kalveren kunnen bevinden, waarbij A in de range ligt van 1-10000, in het bijzonder van 1-1000, meer in het bijzonder van 1-100, nog meer in het bijzonder van 1-50.

Optioneel is en/of staat de ten minste ene 3D-camera en/of het veelvoud van camera’s dusdanig opgesteld dat respectievelijk gebieden van een veelvoud van hokken worden bestreken.

Optioneel maakt de signaalverwerkingseenheid deel uit van de eerste computer. Optioneel bevinden de signaalverwerkingseenheid en/of de eerste computer zich in een cloud.

Optioneel is het systeem voorts voorzien van gedragssensoren waarbij, in gebruik, elk kalf voorts is voorzien van ten minste een gedragssensor voor het bepalen van het gedrag van het kalf waarbij het gedrag bijvoorbeeld inhoud een toestand van het dier, zoals lopen, liggen, vreten en/of herkauwen waarin het kalf zich bevindt, en informatie over wanneer bepaalde toestanden zich verspreid in de tijd voordoen. De eerste computer is verder ingericht om, in gebruik, de met de sensoren verkregen informatie over het gedrag van het kalf te gebruiken bij het vergelijken van de verzamelde informatie met de vooraf bepaalde groeicurve.

Optioneel is de eerste computer ingericht om, in gebruik, de met de sensoren verkregen informatie over het gedrag van het kalf te gebruiken om het vooraf bepaalde criterium aan te passen, bijvoorbeeld dusdanig dat, in gebruik, ondergewicht van het kalf bij een kleinere afwijking wordt gedetecteerd wanneer reeds eerder uit het bepaalde gedrag blijkt dat het kalf relatief weinig of minder vaak eet en vice versa.

De uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de tekening. De gedetailleerde beschrijving verschaft voorbeelden van mogelijke toepassingsvormen van de uitvinding. Deze toepassingsvormen dienen niet te worden beschouwd als de enige mogelijke uitvoeringsvormen die onder de draagwijdte van de uitvinding vallen. De omvang van de uitvinding is gedefinieerd in de conclusies, en de beschrijving dient te worden beschouwd als zijnde illustratief zonder daarbij beperkend op de uitvinding.

Figuur 1 toont een schematisch systeem voor het monitoren van de groei van kalveren;

Figuur 2 toont een verder schematisch systeem voor het monitoren van de groei van kalveren;

Figuur 3 toont een verder schematisch systeem voor het monitoren van de groei van kalveren; en

Figuur 4 toont een schematische werkwijze voor het monitoren van de groei van kalveren.

Figuur 1 toont een schematisch systeem 1 voor het monitoren van de groei van kalveren 2.i. Het systeem 1 omvat ten minste een hok 3 waarin een veelvoud van kalveren 2.i (i=l, 2, 3, ,,„N) kan worden samengebracht. Het systeem 1 omvat verder een camerasysteem 5 voor het vormen van een 3D-beeld van een gebied 7 in het hok 3 waar de kalveren 2.i zich kunnen bevinden. Het camerasysteem 5 is in dit voorbeeld een 3D-camera, zoals een stereocamera, maar kan ook een veelvoud van 2D-camera’s zijn met elk een eigen behuizing die samen het 3D-beeld kunnen vormen. Het camerasysteem 5 kan eventueel ook een combinatie van de 3D-camera en het veelvoud van 2D-camera’s omvatten. Het systeem 1 omvat daarnaast ook een signaalverwerkingseenheid 9 voor het verwerken van informatie over het 3D-beeld van het gebied 7. De signaalverwerkingseenheid 9 is ingericht om volgens een eerste vooraf bepaalde algoritme een kalf 2.i te herkennen in het 3D-beeld van het gebied 7, zoals op een positie 8 in het 3Dbeeld van het gebied 7. Het systeem 1 omvat verder een identificatieeenheid 13 ingericht om een identiteit van het kalf 2.i dat door de signaalverwerkingseenheid 9 is herkend te bepalen, zoals op de positie 8 welke vooraf bepaald kan zijn. In dit voorbeeld is de identificatie-eenheid 13 uitgevoerd als lezer, zoals een RFID-lezer of UHF-lezer. Het systeem 1 omvat daarnaast een veelvoud van labels (niet weergegeven, maar gebruikelijk), zoals RFID-labels of UHF-labels. De kalveren 2.i zijn elk voorzien van een label van dit veelvoud van labels. Elk label omvat informatie over de identiteit van een corresponderend kalf. De signaalverwerkingseenheid 9 is verder ingericht om aan de hand van een verkregen 3D-beeld van het herkende kalf 2.i, binnen het verkregen 3Dbeeld van het gebied 7, volgens een tweede vooraf bepaalde algoritme ten minste één groeiparameter van het herkende kalf 2.i te schatten. De ten minste ene groeiparameter is in dit voorbeeld een gewicht van het kalf 2.i, maar dit kan daarnaast, of in plaats daarvan, ook een volume parameter of een lengte parameter zijn. Een lengte parameter representeert bijvoorbeeld een lengte of breedte of hoogte van het kalf 2.1. Het moge duidelijk zijn dat de tweede algoritme ook kan zijn uitgevoerd om lengte en/of volumeparameters te schatten op basis van de projectie van het kalf 2.i in het verkregen 3D-beeld van het gebied 7. Dit kan dan in plaats van of in combinatie met, het bepalen van het gewicht zijn. Het gewicht van het kalf

2.i kan dan worden afgeleid aan gemeten lengte en/of volumeparameters van het kalf, die dan worden gecombineerd met een vooraf bepaalde dichtheidsrelatie voor het verkrijgen van een gewicht van het kalf. Het systeem 1 omvat voorts een eerste computer 11.1 ingericht om informatie, verkregen over de ten minste ene groeiparameter van het geïdentificeerde herkende kalf 2.i, op verschillende tijdsmomenten te verzamelen om inzicht te krijgen in de groei van het herkende kalf 2.i in de tijd. In dit voorbeeld maakt de signaalverwerkingseenheid 9 deel uit van de eerste computer 11.1, maar dit is geheel optioneel. De eerste computer 11.1 is optioneel ook ingericht om de verzamelde informatie te vergelijken met een vooraf bepaalde groeicurve. Zo kan bijvoorbeeld de ten minste ene groeiparameter van het herkende kalf 2.i op een moment in de tijd vergeleken worden met ten minste een referentie-groeiparameter op een corresponderend moment in de tijd van de vooraf bepaalde groeicurve. De vooraf bepaalde groeicurve kan dan bijvoorbeeld representatief zijn voor een verwachte ontwikkeling in de groei, zoals een minimale verwachte ontwikkeling, van de ten minste ene groeiparameter van een gezond kalf over de tijd. De eerste computer 11.1 kan daarbij zijn ingericht om een attentie-signaal te genereren wanneer de verzamelde informatie dusdanig afwijkt van de vooraf bepaalde groeicurve dat aan een vooraf bepaald criterium voldaan wordt. Optioneel is een vooraf bepaald criterium dat de genoemde afwijking groter is dan een acceptabel verschil tussen verzamelde informatie en de groeicurve op een corresponderend moment in de tijd, zoals 5%, 10%, 15%, 20% of 25%, en waarbij de afwijking een negatieve afwijking is en dus een achterblijven in ontwikkeling van het kalf 2.i weerspiegeld.

Het attentie-signaal is optioneel een digitale berichtgeving over het voldoen aan een vooraf bepaald criterium dat kan worden waargenomen via een human interface zoals een computer, tablet of mobiele telefoon (niet weergegeven, maar gebruikelijk). Het attentie-signaal omvat optioneel de identiteit van het herkende kalf 2.i. In dit voorbeeld is de identificatieeenheid 13 dusdanig op gesteld dat het kalf 2.i dat geïdentificeerd wordt ook herkend wordt in het 3D beeld en vice-versa. Het camerasysteem 5 is verder dusdanig ingericht dat het gebied 7 slechts een deel van het totale gebied omvat waar de kalveren zich in het hok kunnen bevinden 3. Het gebied 7 heeft in dit voorbeeld dusdanige afmetingen dat zich hierin tegelijk A kalveren kunnen bevinden. Hierbij ligt A in de range van 1-10000, bij voorkeur 1-1000, bij verder voorkeur 1-100, en nog verder bij voorkeur 1-50. In dit voorbeeld is N kleiner of gelijk aan A. Het gebied 7 heeft een oppervlak dat in de range ligt van 10-400 m², in het bijzonder in de range van 15-100 m². De signaalverwerkingseenheid 9 en de eerste computer 11.1 bevinden zich in een cloud 17, zoals virtueel op een verre server. Dit is echter geheel optioneel en aangegeven met een stippellijn.

Figuur 2 toont een verder schematisch systeem 1’ voor het monitoren van de groei van kalveren 2.i. In Figuur 1 en Figuur 2 zijn met elkaar overeenkomende onderdelen van een zelfde referentienummer voorzien. Hierna zullen alleen de verschillen van het systeem 1’ van Figuur 2 ten aanzien van het systeem 1 van Figuur 1 worden besproken. In dit voorbeeld is het camerasysteem 5 dusdanig opgesteld dat respectievelijk gebieden van een veelvoud van hokken 3.1, 3.2 worden bestreken door het gebied 7. Het veelvoud van hokken 3.1, 3.2 bedraagt in dit voorbeeld twee hokken, maar dit kunnen er ook meer zijn. De signaalverwerkingseenheid 9 is ingericht om volgens een eerste vooraf bepaalde algoritme kalveren te kunnen herkennen in ten minste elk van de hokken 3.1, 3.2, zoals op een eerste positie 8.1 in het eerste hok 3.1 en een tweede positie 8.2 in het tweede hok 3.2. In dit voorbeeld is de identificatie-eenheid 13 ingericht om een identiteit van het kalf 2.i dat door de signaalverwerkingseenheid 9 is herkend te bepalen, wanneer het dier zich op de eerste positie 8.1 of de tweede positie

8.2 bevindt.

Figuur 3 toont een verder schematisch systeem 1” voor het monitoren van de groei van kalveren 2.i. In Figuur 1 en Figuur 3 zijn met elkaar overeenkomende onderdelen van een zelfde referentienummer voorzien. Hierna zullen alleen de verschillen van het systeem 1” van Figuur 3 ten aanzien van het systeem 1 van Figuur 1 worden besproken. In dit voorbeeld is het systeem 1” voorts voorzien van gedragssensoren 19.i. Elk kalf 2.i draagt een van de gedragssensoren 19.i voor het bepalen van het gedrag van een corresponderend kalf. Het gedrag omvat bijvoorbeeld een toestand waarin het kalf 2.i zich bevindt, zoals lopen, liggen, vreten en/of herkauwen en/of informatie over wanneer bepaalde toestanden zich verspreid in de tijd voordoen. De eerste computer 11.1 is verder ingericht om, in gebruik, de met de gedragssensor 19.i verkregen informatie over het gedrag van het kalf 2.i te gebruiken bij het vergelijken van de verzamelde informatie met de vooraf bepaalde groeicurve. De gedragssensoren 19.i en de eerste computer 11,1 zijn ingericht om communicatief verbonden te zijn via bijvoorbeeld een draadloos netwerk i. In dit voorbeeld bevindt de eerste computer 11.1 zich niet in de cloud 17 (weergegeven in Figuur 1), maar dit is wel mogelijk. De eerste computer 11.1 is ingericht om, in gebruik, de met de gedragssensor 19.i verkregen informatie over het gedrag van het kalf 2,i te gebruiken om het vooraf bepaalde criterium aan te passen, bijvoorbeeld dusdanig dat, in gebruik, ondergewicht van het kalf 2,i bij een kleinere afwijking wordt gedetecteerd wanneer reeds eerder uit het bepaalde gedrag blijkt dat het kalf relatief weinig of minder vaak eet en vice versa. Dit zou bereikt kunnen worden door het genoemde acceptabele verschil te verlagen wanneer reeds wordt op gemerkt uit het gedrag van het kalf 2.i dat het kalf relatief weinig of minder vaak eet.

Figuur 4 toont een schematische werkwijze 100 voor het monitoren van de groei van kalveren. De systemen 1, 1’, 1” van Figuren 1, 2, 3 zijn elk ingericht voor het uitvoeren van de werkwijze stappen van Figuur 4.

In een eerste stap 101 wordt het veelvoud van kalveren 2,i samengebracht in het ten minste ene gezamenlijke hok 3 (figuur 1, 3), 3.1 (figuur 2), 3.2 (figuur 2) waarin de kalveren 2,i zich vrij kunnen verplaatsen. De eerste stap 101 leidt tot een tweede stap 102.

In de tweede stap 102 wordt een 3D-beeld van een gebied 7 verkregen binnen het ten minste ene hok 3, 3.1, 3.2 met behulp van het camerasysteem 5, waarbij de kalveren zich binnen het gebied kunnen bevinden. De tweede stap 102 leidt tot een derde stap 103.

In de derde stap 103 wordt informatie over het 3D-beeld van het gebied 7 aan de signaalverwerkingseenheid 9 toegevoerd. De derde stap 103 leidt tot een vierde stap 104.

In de vierde stap 104 wordt met de signaalverwerkingseenheid 9 volgens het eerste vooraf bepaalde algoritme, het kalf 2.i in het 3D-beeld herkend. De vierde stap 104 leidt tot een vijfde stap 105.

In de vijfde stap 105 wordt de identiteit van het kalf 2.i in het 3Dbeeld bepaald. Het kalf 2.i, dat in het 3D-beeld wordt herkendis hetzelfde kalf dat geïdentificeerd wordt en vice versa. De vijfde stap 105 leidt tot een zesde stap 106.

In de zesde stap 106 wordt het met de signaalverwerkingseenheid 9 aan de hand van een in de derde stap 103 verkregen toegevoerde 3D-beeld van het in het vierde stap 104 herkende kalf 2.i, binnen het 3D-beeld van het gebied 7, volgens het tweede vooraf bepaalde algoritme de ten minste ene groeiparameter geschat. De zesde stap 106 leidt tot een zevende stap 107 en een achtste stap 108.

In de zevende stap 107 wordt bepaald dat het herkende en geïdentificeerde kalf 2.i opnieuw weer in het 3D-beeld van het gebied 7 is verschenen. De zevende stap leidt 107 tot de eerste stap 101.

In de achtste stap 108 wordt met behulp van de eerste computer 11.1 de informatie verkregen in de vierde stop 104 tot en met de zevende stap 107 verzameld om inzicht te verkrijgen in de groei van het kalf 2.i in de tijd. In deze werkwijze 100 kan bij voorkeur met de eerste computer 11.1 de verzamelde informatie worden vergeleken met een vooraf bepaalde groeicurve. Bij voorkeur, leidt de achtste stap 108 tot een optionele negende stap 109.

In de optionele negende stap 109 wordt met de eerste computer 11.1 een attentie-signaal gegenereerd wanneer de verzamelde informatie afwijkt van de groeicurve wanneer genoemde afwijking aan het vooraf bepaalde criterium voldoet. Het moge duidelijk zijn dat de stappen zoals hierboven beschreven niet noodzakelijkerwijs in deze zelfde volgorde hoeven plaats te vinden. Ook kunnen andere stappen plaatsvinden.

In het geval dat elk kalf 2.i voorzien is van sensoren 19.i voor het bepalen van het gedrag van elk kalf 2.i waarvan in de vijfde stap 105 de identiteit is bepaald , dan kan met de sensor 19.i verkregen informatie over het gedrag van het kalf 2.i worden gebruikt bij het vergelijken van de in de achtste stap 108 verzamelde informatie met de vooraf bepaalde groeicurve. De informatie over het gedrag van het kalf 2.i kan daarbij gebruikt worden om het vooraf bepaalde criterium aan te passen. Een vooraf bepaald criterium is optioneel dat de genoemde afwijking absoluut gezien groter is dan een acceptabel verschil tussen verzamelde informatie en de groeicurve op een corresponderend moment in de tijd, zoals 5%, 10%, 15%, 20% of 25%, en waarbij de afwijking zo is dat de informatie negatief afwijkt ten opzichte van de groeicurve. Het aanpassen van het vooraf bepaalde criterium zou bijvoorbeeld kunnen door het acceptabele verschil te verkleinen. Dit kan bijvoorbeeld dusdanig dat ondergewicht van het kalf 2.i bij een kleinere afwijking wordt gedetecteerd wanneer reeds eerder uit het bepaalde gedrag blijkt dat het kalf 2.i relatief weinig of minder vaak eet en vice versa.

Omwille van de duidelijkheid en beknoptheid van de beschrijving zijn hier kenmerken beschreven als onderdeel van dezelfde of van afzonderlijke uitvoeringsvormen. Het zal voor de deskundige duidelijk zijn dat binnen de beschermingsomvang van de uitvinding ook uitvoeringsvormen vallen die combinaties van alle of sommige van de beschreven kenmerken omvatten. Binnen het vermogen van de deskundige, zijn er veranderingen mogelijk die binnen de omvang van de bescherming geacht worden te liggen. Zo kunnen de kalveren zich in plaats van een hok ook in een stalruimte bevinden waarin ze zich vrij kunnen bewegen. Andere gebieden zoals een hokken vallen dus ook binnen het kader van de uitvinding. Eveneens zijn alle kinematische omkeringen binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding begrepen. Uitdrukkingen, zoals “bestaand uit”, wanneer gebruikt in deze beschrijving of de bijgaande conclusies, moeten niet als een uitputtende opsomming, maar eerder in een inclusieve betekenis van ten minste bestaand uit, worden op gevat. Aanduidingen zoals een of één mogen niet worden opgevat als een beperking tot slechts een enkel exemplaar, maar hebben de betekenis van minstens een enkel exemplaar en sluiten een veelvoud niet uit. Uitdrukkingen zoals: middel voor... moeten worden gelezen als: component ingericht voor... of element geconstrueerd om... en dienen te worden opgevat alle equivalenten voor de beschreven constructies mede te omvatten. Het gebruik van uitdrukkingen als: kritisch, voordelig, bij voorkeur, gewenst enz., is niet bedoeld om 5 de uitvinding te beperken. Bovendien kunnen ook eigenschappen die niet specifiek of uitdrukkelijk worden beschreven of vereist in de constructie volgens de uitvinding, maar die wel binnen het bereik van de deskundige liggen, mede worden omvat zonder dat wordt afgeweken van de beschermingsomvang, zoals bepaald door de conclusies.

Claims

CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het monitoren van de groei van kalveren omvattend:

a. Het samenbrengen van een veelvoud van kalveren in een ten minste een gezamenlijk gebied, zoals een hok of stalruimte, waarin de kalveren zich vrij kunnen verplaatsen;

b. het verkrijgen van een 3D-beeld van een gebied dat ten minste voor een deel binnen het ten minste ene hok ligt met behulp van ten minste een 3D-camera en/of een veelvoud van camera’s zoals een veelvoud van 2D camera’s waarbij de kalveren zich binnen het gebied kunnen bevinden;

c. het toevoeren van informatie over het 3D-beeld aan een signaalverwerkingseenheid;

d. het met de signaalverwerkingseenheid aan de hand van de in stap c. toegevoerde informatie over het 3D-beeld volgens een eerste vooraf bepaalde algoritme herkennen van een kalf in het 3D-beeld;

e. het bepalen van de identiteit van het kalf dat in stap d. is of wordt herkend;

f. het met de signaalverwerkingseenheid aan de hand van de in stap c. toegevoerde informatie over het 3D-beeld , volgens een tweede vooraf bepaalde algoritme ten minste schatten van een groeiparameter zoals een gewicht, een volume en/of een lengteparameter van het in stap d. herkende kalf;

g. het herhalen van stap d.-f. wanneer het kalf weer in het beeld verschijnt;

h. het met behulp van een eerste computer verzamelen van de informatie verkregen in stap d.-g. om inzicht te verkrijgen in de groei van het kalf in de tijd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verzamelde informatie, bij voorkeur met de eerste computer, wordt vergeleken met een vooraf bepaalde groeicurve waarbij, bij voorkeur met de eerste computer een attentie-signaal wordt gegenereerd wanneer de verzamelde informatie afwijkt van de groeicurve waarbij de afwijking aan een vooraf bepaald criterium voldoet.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het vooraf bepaalde criterium dusdanig is gekozen dat een attentie-signaal wordt gegenereerd wanneer een groei van het kalf achterblijft ten opzichte van de groeicurve.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het genoemde attentie-signaal de in stap e. bepaalde identiteit omvat.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat stap e. wordt uitgevoerd met een lezer waarbij de kalveren elk zijn voorzien van een label dat informatie over een identiteit van een kalf omvat en dat draadloos door de lezer kan worden uitgelezen, waarbij bij voorkeur de lezer en het label van het type RFID en/of UHF zijn.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de lezer dusdanig is opgesteld dat in stap e. de identiteit van een kalf wordt bepaald dat zich op een dusdanige positie in het 3D-beeld van het gebied bevindt dat dat het kalf in stap d. wordt herkend in het 3D-beeld van het gebied.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in stap b. het gebied slechts een deel van het totale gebied omvat waar de kalveren zich in het ten minste ene hok kunnen bevinden.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het gebied dusdanige afmetingen heeft dat zich hierin tegelijk een veelvoud van kalveren kunnen bevinden waarbij het gebeid een oppervlakte heeft die bij voorkeur ligt in de range van 10-400 m2, in het bijzonder 15-100 m2 en/of dat het gebied dusdanige afmetingen heeft dat hierin tegelijk zich A kalveren kunnen bevinden, waarbij A in de range ligt van 1-10000, in het bijzonder van 1-1000, meer in het bijzonder van 1-100, nog meer in het bijzonder van 1-50.
9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat het gebied dat wordt bestreken met de ten minste ene 3D-camera en/of het veelvoud van camera’s respectievelijk gebieden van een veelvoud van hokken omvat.
10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de signaalverwerkingseenheid deel uitmaakt van de eerste computer waarbij optioneel de signaalverwerkingseenheid en/of de eerste computer zich in een cloud bevinden.
11. Werkwijze volgens ten minste conclusie 3, met het kenmerk, dat elk kalf voorts is voorzien van sensoren voor het bepalen van het gedrag van het kalf van stap e. waarbij het gedrag bijvoorbeeld inhoud het bepalen van een toestand, zoals lopen, liggen, vreten en herkauwen waarin het kalf zich bevindt, en informatie over wanneer bepaalde toestanden zich verspreid in de tijd voordoen waarbij de met de sensoren verkregen informatie over het gedrag van het kalf wordt gebruikt bij het vergelijken van de in stap h. verzamelde informatie met de vooraf bepaalde groeicurve.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de met de sensoren verkregen informatie over het gedrag van het kalf wordt gebruikt om het vooraf bepaalde criterium aan te passen, bijvoorbeeld dusdanig dat ondergewicht van het kalf bij een kleinere afwijking wordt gedetecteerd wanneer reeds eerder uit het bepaalde gedrag blijkt dat het kalf relatief weinig of minder vaak eet en vice versa.
13. Systeem voor het uitvoeren van een werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het systeem het ten minste ene hok omvat en de ten minste ene 3D-camera en/of het veelvoud van camera’s voor het verkrijgen van het 3D-beeld van het gebied alsmede de signaalverwerkingseenheid die is ingericht voor het uitvoeren van stappen d. en f. en de eerste computer die is ingericht voor het uitvoeren van stap h.
14. Systeem volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het systeem verder is voorzien van ten minste een identificatie-eenheid zoals een lezer voor het uitvoeren van stap e volgens conclusie 5, waarbij bij voorkeur de lezer een RFID-lezer en/of UHF-lezer is.
15. Systeem voor het monitoren van de groei van kalveren omvattend ten minste een hok waarin een veelvoud van kalveren kunnen worden samen gebracht, ten minste een 3D-camera en/of een veelvoud van camera’s zoals een veelvoud van 2D camera’s voor het verkrijgen van een 3D-beeld van een gebied dat ten minste voor een deel binnen het ten minste ene hok ligt waar de kalveren zich kunnen bevinden, een signaalverwerkingseenheid voor het verwerken van informatie over het 3D-beeld, een eerste computer, en een identificatie-eenheid, waarbij de signaalverwerkingseenheid is ingericht om volgens een eerste vooraf bepaalde algoritme aan de hand van de informatie over het 3D beeld een kalf te herkennen in het 3D-beeld, waarbij de identificatie-eenheid is ingericht om de identiteit van het kalf dat door de signaalverwerkingseenheid is of wordt herkend te bepalen en waarbij de signaalverwerkingseenheid verder is ingericht om aan de hand van de informatie over het 3D-beeld volgens een tweede vooraf bepaalde algoritme ten minste een groeiparameter zoals een gewicht, een volume en/of een lengteparameter van het herkende kalf te schatten waarbij de eerste computer is ingericht om informatie verkregen over de groeiparameter van kalf op verschillende tijdsmomenten te verzamelen om inzicht te verkrijgen in de groei van het kalf in de tijd.
16. Systeem volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de eerste computer is ingericht om de verzamelde informatie te vergelijken met een vooraf bepaalde groeicurve waarbij de eerste computer verder is ingericht om een attentie-signaal te genereren wanneer de verzamelde informatie afwijkt van de groeicurve en waarbij de afwijking aan een vooraf bepaald criterium voldoet.
17. Systeem volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de eerste computer dusdanig is ingericht dat een attentie-signaal wordt gegenereerd wanneer een groei van het kalf achterblijft ten opzichte van de groeicurve.
18. Systeem volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat het genoemde attentie-signaal de met de identificatie-eenheid bepaalde identiteit omvat.
19. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 15-18, met het kenmerk, dat de identificatie-eenheid een lezer omvat waarbij het systeem voorts is voorzien van een veelvoud van labels waarbij de kalveren elk zijn voorzien van een van de labels die elk informatie over een identiteit van een kalf omvatten waarbij ten minste de identiteit van het dier draadloos door de lezer uit een label kan worden gelezen, waarbij bij voorkeur de lezer en het veelvoud van labels van het type RFID of UHF zijn.
20. Systeem volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de identiiicatie-eenheid dusdanig is opgesteld dat, in gebruik, de identiteit van een kalf wordt bepaald dat zich op een dusdanige positie in het 3D-beeld bevindt dat dat kalf met de signaalverwerkingseenheid, in gebruik, wordt herkend in het 3D-beeld.
21. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 15-20, met het kenmerk, dat de 3D-camera en/of het veelvoud van camera’s dusdanig zijn ingericht en/of opgesteld clat, in gebruik, het gebied slechts een deel van het totale gebied omvat waar de kalveren zich in het ten minste ene hok kunnen bevinden.
22. Systeem volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het gebied dusdanige afmetingen heeft dat zich hierin tegelijk een veelvoud van kalveren kunnen bevinden, waarbij bij voorkeur het gebied een oppervlak heeft dat in de range ligt van 10-400 m2, in het bijzonder 15-100 m2 en/of dat het gebied dusdanige afmetingen heeft dat hierin tegelijk zich A kalveren kunnen bevinden, waarbij A in de range ligt van 1-10000, meer in het bijzonder van 1-1000, meer in het bijzonder van 1-100, nog meer in het bijzonder van 1-50.
23. Systeem volgens een der conclusies 15-22 met het kenmerk, dat de ten minste ene 3D-camera en/of het veelvoud van camera’s dusdanig is en/of staat op gesteld dat het gebied respectievelijk gebieden van een veelvoud van hokken worden bestrijkt.
24. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 15-23, met het kenmerk, dat de signaalverwerkingseenheid deel uitmaakt van de eerste computer waarbij optioneel de signaalverwerkingseenheid en/of de eerste computer zich in een cloud bevinden.
25. Systeem volgens ten minste conclusie 16, met het kenmerk, dat het systeem voorts is voorzien van gedragssensoren waarbij, in gebruik, elk kalf voorts is voorzien van ten minste een gedragssensor voor het bepalen van het gedrag van het kalf waarbij het gedrag bijvoorbeeld inhoud een toestand van het dier, zoals lopen, liggen, vreten en/of herkauwen waarin het kalf zich bevindt, en informatie over wanneer bepaalde toestanden zich verspreid in de tijd voordoen, waarbij de eerste computer verder is ingericht om, in gebruik, de met de gedragssensoren verkregen informatie over het gedrag van het kalf te gebruiken bij het vergelijken van de verzamelde informatie met de vooraf bepaalde groeicurve.
26. Systeem volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de eerste computer is ingericht om, in gebruik, de met de sensoren verkregen informatie over het gedrag van het kalf te gebruiken om het vooraf bepaalde criterium aan te passen, bijvoorbeeld dusdanig dat, in gebruik, ondergewicht van het kalf bij een kleinere afwijking wordt gedetecteerd wanneer reeds eerder uit het bepaalde gedrag blijkt dat het kalf relatief weinig of minder vaak eet en vice versa.