NL2018704B1 - Mat, combinatie van een verblijf voor het in het verblijf melken van vee en de mat en werkwijze voor het afgeven van een vloeistof aan de klauwen van vee - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een mat, omvattend: - een vloeistofdichte onderlaag; - een op de vloeistofdichte onderlaag geplaatste vloeistofdoorlatende laag; en - een aan de onderlaag aangebrachte vloeistofdichte omtreksrand, zodanig dat door de omtreksrand en de onderlaag een reservoir gevormd wordt, dat gevuld is met een vloeistof. De uitvinding heeft verder betrekking op een combinatie van een verblijf voor het in het verblijf melken van vee en de mat, en voorts op een een werkwijze voor het afgeven van een vloeistof aan de klauwen van vee.

Description

Octrooicentrum

© 2018704 © Aanvraagnummer: 2018704 © Aanvraag ingediend: 13 april 2017 © Int. CL:

A01K 13/00 (2017.01) A01L 15/00 (2017.01)

© Aanvraag ingeschreven:	© Octrooihouder(s):
24 oktober 2018	Flexxolutions GFS B.V. te Oldenzaal.
© Aanvraag gepubliceerd:
-	© Uitvinder(s):
	Christian Jan Hendrik Lansinkte Deurningen.
© Octrooi verleend:	Martin Gerard Bernhard Nieuwmeijer
24 oktober 2018	te Oldenzaal.
© Octrooischrift uitgegeven:
22 januari 2019	© Gemachtigde:
	ir. B.J. 't Jong te Enschede.

© Mat, combinatie van een verblijf voor het in het verblijf melken van vee en de mat en werkwijze voor het afgeven van een vloeistof aan de klauwen van vee © De uitvinding heeft betrekking op een mat, omvattend:

- een vloeistofdichte onderlaag;

- een op de vloeistofdichte onderlaag geplaatste vloeistofdoorlatende laag; en

- een aan de onderlaag aangebrachte vloeistofdichte omtreksrand, zodanig dat door de omtreksrand en de onderlaag een reservoir gevormd wordt, dat gevuld is met een vloeistof.

De uitvinding heeft verder betrekking op een combinatie van een verblijf voor het in het verblijf melken van vee en de mat, en voorts op een een werkwijze voor het afgeven van een vloeistof aan de klauwen van vee.

NL Bl 2018704

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

Mat, combinatie van een verblijf voor het in het verblijf melken van vee en de mat en werkwijze voor het afgeven van een vloeistof aan de klauwen van vee

De uitvinding heeft betrekking op een mat.

Voor diverse doeleinden kan het gewenst zijn om vloeistoffen toe te dienen aan de klauwen van vee, zoals melkvee. Om dit te doen zijn er op dit moment een aantal systemen bekend.

Een eerste bekend systeem omvat een sproeiinstallatie waarmee de klauwen van de dieren besproeid worden. Een dergelijk systeem is duur omdat het veel arbeid vereist om de klauwen van het vee te besproeien.

Een tweede bekend systeem bestaat uit een relatief ondiepe bak gevuld met de vloeistof, waardoor de dieren kunnen lopen om in aanraking te komen te vloeistof. Het is gebleken dat dieren angst hebben voor het lopen door dergelijke bakken, met name wanneer de vloeistoffen een voor dieren beangstigende kleur hebben, zoals bijvoorbeeld een reflecterende kleur. Bovendien ontstaat het risico dat de dieren over de rand van de bak struikelen, met letsel tot gevolg. Ook raken dergelijke systemen snel vervuild door ontlasting van de dieren welke in de bak terecht komt.

Het is nu een doel van de uitvinding om de bovengenoemde problemen te verminderen of zelfs te voorkomen.

Dit doel wordt bereikt met behulp van een mat, omvattend:

- een vloeistofdichte onderlaag;

- een op de vloeistofdichte onderlaag geplaatste vloeistofdoorlatende laag; en

- een aan de onderlaag aangebrachte vloeistofdichte omtreksrand, zodanig dat door de omtreksrand en de onderlaag een reservoir gevormd wordt, dat gevuld is met een vloeistof.

Bij de oplossing volgens de uitvinding wordt een mat geboden welke gevuld is met vloeistof, waarover het vee zoals koeien kunnen lopen. Op het moment dat het dier met zijn poten over de vloeistofdoorlatende (boven)laag loopt, dan zal deze laag vanuit een uitgangstoestand naar de onderlaag (bijvoorbeeld een bodemfolie) toegedrukt worden, waardoor de vloeistof door de vloeistofdoorlatende laag naar de klauwen van het dier vloeit.

De vloeistofdoorlatende laag is bij voorkeur gemaakt van polyesterweefsel met een polyvinylchloride-coating aan de buitenzijde, maar andere materialen zijn ook denkbaar. Een dergelijke opbouw is slijtvast, hetgeen voordelig is in verband met het veelvuldig betreden van de mat met hoeven van de dieren.

De afmetingen van de mat sluiten bij voorkeur aan op de afmetingen van het dier waarvoor het gebruikt worden. Voordelige afmetingen zijn bijvoorbeeld een lengte tussen 1000 en 3000 millimeter en een breedte tussen 500 en 1000 millimeter, waarbij de lengterichting evenwijdig loopt aan de looprichting van het dier.

De mat is, zoals bijvoorbeeld langs de omtreksranden, bij voorkeur zacht en vrij van harde delen zoals bijvoorbeeld randen van metaal of hard kunststof, omdat deze het comfort voor het dier op de mat verminderen en/of het dier kunnen verwonden.

De onderlaag is aan de buitenzijde bij voorkeur stroef om een stabiele liggen van de mat op de ondergrond te waarborgen, bijvoorbeeld door een aan de buitenzijde aangebrachte opruwing.

De vloeistof kan bijvoorbeeld een vloeistof zijn om de poten van het dier te koelen bij hitte of te verwarmen bij kou, of om de poten af te spoelen, bijvoorbeeld om deze te ontdoen van ontlasting.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de mat is de vloeistof een klauwverzorgingsmiddel.

De mat is in het bijzonder geschikt om klauwverzorgingsmiddelen toe te dienen aan de klauwen van vee. Klauwverzorgingsmiddelen kunnen gebruikt worden om de klauwen of hoeven van de dieren gezond te houden, en om ontstekingen, infecties, wonden, beschadigingen en dergelijke te behandelen of te voorkomen.

Onder klauwverzorgingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld worden verstaan antibiotica of ontstekingsremmers, of een combinatie hiervan. Dergelijke middelen omvatten als functionele ingrediënten bij voorkeur kopersulfaat, zinksulfaat, quaternaire ammoniumzouten, zuren, hechtmiddelen en/of activatoren.

De vloeistofdichte laag en de omtreksrand zijn gemaakt van een materiaal dat bestand is tegen dergelijke klauwverzorgingsmiddelen.

In een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de mat is de vloeistofdoorlatende laag flexibel.

Onder flexibel wordt hierbij verstaan dat de mat de klauwen of de hoef van het dier omvloeit om een goed contact met de mat te bereiken en/of dat de mat terugkeert naar de uitgangstoestand, bijvoorbeeld als gevolg van de vloeistofdruk in het reservoir. Een flexibele laag verhoogt daarmee het comfort voor de dieren en verbetert het resultaat. Een vakman is in staat om op basis van deze vereisten een geschikt flexibel materiaal als vloeistofdoorlatende laag te selecteren.

In een derde voorkeursuitvoeringsvorm van de mat is in het reservoir een vloeistofabsorberende kernlaag aangebracht.

Door in het reservoir een vloeistofabsorberende kernlaag op te nemen welke de vloeistof zoals het klauwverzorgingsmiddel kan opnemen, blijft de vloeistof gelijkmatig verdeeld in de mat. Bovendien verhoogt een kernlaag, zoals bijvoorbeeld een schuimlaag, het comfort voor het dier bij het lopen over de mat. De vloeistofabsorberende kern is chemisch bestand tegen de gekozen vloeistof en kan de vloeistof afgeven bij indrukking vanaf de vloeistofdoorlatende laag.

In een vierde voorkeursuitvoeringsvorm van de mat is de kernlaag elastisch.

Een elastische kernlaag kan vanuit de uitgangstoestand ingedrukt worden tot een ingedrukte toestand doordat een dier op de vloeistofdoorlatende laag staat, maar zal bij het door het dier verlaten van het mat terugkeren naar de uitgangstoestand, en hiermee de vloeistofdoorlatende laag eveneens meenemen naar de uitgangstoestand. Hierdoor behoudt de mat van boven een gelijkmatig aanzicht.

In een vijfde voorkeursuitvoeringsvorm van de mat is de mat voorzien is van een slang, met een eerste uiteinde dat uitmondt tussen de onderlaag en de vloeistofdoorlatende laag, en met een tweede uiteinde dat aansluitbaar is op een vloeistoftoevoer, zoals een pomp.

Er zijn diverse manieren denkbaar om de mat van vloeistof te voorzien. Hoewel het binnen het bestek van de uitvinding valt om de mat te vullen door de vloeistofdoorlatende laag met een gieter te begieten, verdient het de voorkeur om deze automatisch bij te vullen, bijvoorbeeld door middel van een slang welke met een eerste uiteinde uitmondt in de mat, en welke met een tweede uiteinde aansluitbaar is op een buiten de mat aangebrachte vloeistoftoevoer zoals een pomp. De slang is daarbij bij voorkeur aan de mat bevestigd om de aansluiting op de vloeistoftoevoer te vereenvoudigen en betrouwbaarder te maken, om te voorkomen dat de slang losschiet.

In een zesde voorkeursuitvoeringsvorm van de mat mondt het eerste uiteinde van de slang uit in de kernlaag.

Wanneer het eerste uiteinde niet alleen uitmondt in het reservoir, maar ook in de kernlaag in dit reservoir, dan wordt de kernlaag op een efficiënte wijze gevuld met vloeistof, doordat de vloeistof direct in de kernlaag terecht komt.

In een zevende voorkeursuitvoeringsvorm van de mat heeft de mat een in hoofdzaak rechthoekig bovenoppervlak.

Een rechthoekig bovenoppervlak heeft als voordeel dat de mat makkelijk te plaatsen is op een route waarover een dier zal lopen zonder dat het dier eventueel langs de mat kan lopen.

In een achtste voorkeursuitvoeringsvorm van de mat ligt de poriegrootte van de waterdoorlatende laag tussen 0.5 en 2.0 millimeter.

De poriegrootte van de vloeistofdoorlatende laag is bij voorkeur zodanig gekozen dat vervuiling zoals ontlasting of mest van buiten de mat niet in het reservoir terecht kan komen, om zodoende vervuiling van de vloeistof te verminderen of te voorkomen. Het is gebleken dat juist bij een poriegrootte tussen de 0.5 en 2.0 millimeter enerzijds het gewenste door de vloeistofdoorlatende laag naar buiten treden van de vloeistof niet wordt gehinderd, maar dat tegelijkertijd wel het intreden van vervuiling in voldoende mate wordt geblokkeerd.

In een negende voorkeursuitvoeringsvorm van de mat ligt de dikte van de mat, dwars op de onderlaag, tussen 20 en 100 millimeter.

Een dikte kleiner dan 20 millimeter is onvoldoende in staat om een voldoende opslagcapaciteit te bieden en biedt tevens geen mogelijkheid om de gehele klauw of hoef van het dier te omvloeien. Een dikte groter dan 100 millimeter heeft als nadeel dat het dier angst zal hebben om op de mat te stappen.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een combinatie van een verblijf voor het in het verblijf melken van vee, welk verblijf voorzien is van een doorgangsopening, en een nabij of in de doorgangsopening aangebrachte mat volgens de uitvinding.

De mat volgens de uitvinding kan voordelig aangebracht worden in de doorgangsopening (zoals een ingang of uitgang) van een verblijf voor het in het verblijf melken van vee, zoals een melkstal of melkcarrousel. Het plaatsen van de mat op een dergelijke positie maakt het dat de reiniging op een voor het dier geschikt moment wordt aangeboden.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het afgeven van een vloeistof aan de klauwen van vee, omvattende de stappen van:

- het verschaffen van een mat volgens de uitvinding, of een combinatie met een mat volgens de uitvinding;

- het met de klauwen op de gevulde mat laten staan van een dier.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is de vloeistof klauwverzorgingsmiddel.

Deze en andere aspecten van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.

Figuur 1 toont in bovenaanzicht een mat volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van de mat volgens figuur 1 langs lijn I-I.

Figuur 3 toont een detail van figuur 2.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede van de mat volgens figuur 1 langs lijn II-II.

Figuur 5 toont een detail van figuur 4.

Figuur 6 toont schematisch een mat volgens de uitvinding in combinatie met een verblijf voor het in het verblijf melken van vee.

Figuur 1 toont een mat 1 met een vloeistofdoorlatende bovenlaag 2 en een in de mat 1 aangebrachte slang 3, welke met een eerste uiteinde 4 uitmondt in de mat 1, en welke met een tweede uiteinde 5 bevestigbaar is aan een vloeistoftoevoer zoals een pomp. Deze slang 3 is via bevestigingsmiddelen 6 in de mat 1 bevestigd.

Een eerste dwarsdoorsnede van de mat 1 langs de lijn

I- I, parallel aan de breedterichting van de mat 1 is te zien in figuur 2. Tussen de vloeistofdoorlatende bovenlaag 2 en de vloeistofdichte onderlaag 7 is een reservoir 8 gevormd waarin een vloeistofabsorberende kern 9 is aangebracht welke tegen de lagen 2, 7 aanligt, en welke gevuld is met een vloeistof. Aan de uiteinden zijn twee dezelfde afsluitingen 10 aangebracht, waarvan één afsluiting 10 in detail is getoond in figuur 3. Hieruit blijkt dat bovenlaag 2 door een folielaag 11 om door vloeistofdichte onderlaag 7 wordt omsloten.

Een eerste dwarsdoorsnede van de mat 1 langs de lijn

II- II, parallel aan de lengterichting van de mat 1 en de looprichting van een dier over de mat 1 is te zien in figuur

4. Hieruit blijken dezelfde details als in figuur 2, maar hierbij zijn aan de uiteinden 12 vormgegeven zoals in detail weergegeven in figuur 5.

Op de hoekpunten 13 gaan de overgangen 11, 12 in elkaar over zodat reservoir 8 afgesloten is.

Figuur 6 toont de mat 1 met een daarop in looprichting L lopende koe 100. Doordat de koe 100 met de poten 101 op de mat 1 loopt wordt de mat 1 samengedrukt, waardoor in de kern 9 aanwezige vloeistof door de vloeistofdoorlatende bovenlaag 2 naar boven komt en de poten 101 bereikt. De mat 1 omvloeit daarbij poten 101. De mat is aangebracht grenzend aan de ingang van niet verder in detail getoonde melkstal 200, zodanig dat de koe 100 bij het ingaan en uitgaan van melkstal 200 noodzakelijkerwijs met poten 101 over mat 1 moet lopen.

een vloeistofdichte onderlaag;

Claims (13)

1. Conclusies

   1. Mat, omvattend:

   - een op de vloeistofdichte onderlaag geplaatste vloeistofdoorlatende laag; en

   - een aan de onderlaag aangebrachte vloeistofdichte omtreksrand, zodanig dat door de omtreksrand en de onderlaag een reservoir gevormd wordt, dat gevuld is met een vloeistof.
2. 2. Mat volgens conclusie

   1, waarbij de vloeistof een klauwverzorgingsmiddel is.
3. 3. Mat volgens conclusie

   1 of 2, waarbij de vloeistofdoorlatende laag flexibel is.
4. 4. Mat volgens conclusie

   1, 2 of 3, waarbij in het reservoir een vloeistofabsorberende kernlaag is aangebracht.
5. 5. Mat volgens conclusie 4, waarbij de kernlaag elastisch is.
6. 6. Mat volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de mat voorzien is van een slang, met een eerste uiteinde dat uitmondt tussen de onderlaag en de vloeistofdoorlatende laag, en met een tweede uiteinde dat aansluitbaar is op een vloeistoftoevoer, zoals een pomp.
7. 7. Mat volgens conclusie 4 of 5, en conclusie 6, waarbij het eerste uiteinde van de slang uitmondt in de kernlaag.
8. 8. Mat volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de mat een in hoofdzaak rechthoekig bovenoppervlak heeft.
9. 9. Mat volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de poriegrootte van de waterdoorlatende laag ligt tussen 0.5 en 2.0 millimeter.
10. 10. Mat volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de dikte van de mat, dwars op de onderlaag, ligt tussen 20 en 100 millimeter.
11. 11. Combinatie van een verblijf voor het in het verblijf melken van vee, welk verblijf voorzien is van een doorgangsopening, en een nabij of in de doorgangsopening

    5 aangebrachte mat volgens een van de voorgaande conclusies.
12. 12. Werkwijze voor het afgeven van een vloeistof aan de klauwen van vee, omvattende de stappen van:

    - het verschaffen van een mat volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 10, of een combinatie met

    10 een mat volgens conclusie 11;

    - het met de klauwen op de gevulde mat laten staan van een dier.
13. 13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij de vloeistof klauwverzorgingsmiddel is.

    1/2

    2/2