NL2018069B1 - EXCAVATOR - Google Patents

EXCAVATOR Download PDF

Info

Publication number
NL2018069B1
NL2018069B1 NL2018069A NL2018069A NL2018069B1 NL 2018069 B1 NL2018069 B1 NL 2018069B1 NL 2018069 A NL2018069 A NL 2018069A NL 2018069 A NL2018069 A NL 2018069A NL 2018069 B1 NL2018069 B1 NL 2018069B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
excavating
excavating means
bridge
row
framework
Prior art date
Application number
NL2018069A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Lanser Jan
Original Assignee
Carpdredging Ip B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Carpdredging Ip B V filed Critical Carpdredging Ip B V
Priority to NL2018069A priority Critical patent/NL2018069B1/en
Priority to US16/470,654 priority patent/US20190376256A1/en
Priority to EP17828793.4A priority patent/EP3559353A1/en
Priority to PCT/NL2017/050871 priority patent/WO2018117840A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2018069B1 publication Critical patent/NL2018069B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/90Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
    • E02F3/92Digging elements, e.g. suction heads
    • E02F3/9212Mechanical digging means, e.g. suction wheels, i.e. wheel with a suction inlet attached behind the wheel
    • E02F3/9225Mechanical digging means, e.g. suction wheels, i.e. wheel with a suction inlet attached behind the wheel with rotating cutting elements
    • E02F3/9237Suction wheels with axis of rotation in transverse direction of the longitudinal axis of the suction pipe
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/8808Stationary installations, e.g. installations using spuds or other stationary supports
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/8833Floating installations
    • E02F3/885Floating installations self propelled, e.g. ship
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/8858Submerged units
    • E02F3/8866Submerged units self propelled
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F5/00Dredgers or soil-shifting machines for special purposes
    • E02F5/28Dredgers or soil-shifting machines for special purposes for cleaning watercourses or other ways
    • E02F5/282Dredgers or soil-shifting machines for special purposes for cleaning watercourses or other ways with rotating cutting or digging tools

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een graafinstallatie omvattende ontgravingsmiddelen waarbij meer dan één ontgravingsmiddel naast elkaar staan opgesteld in een rij van ontgravingsmiddelen. Meerdere van deze rijen van ontgravingsmiddelen staan achter elkaar opgesteld. De ontgravingsmiddelen van een rij staan ten opzichte van de ontgravingsmiddelen van een daarnaast liggende rij versprongen opgesteld.The invention relates to an excavating installation comprising excavating means in which more than one excavating means are arranged next to each other in a row of excavating means. Several of these rows of excavators are arranged behind each other. The excavating means of a row are staggered relative to the excavating means of an adjacent row.

Description

Figure NL2018069B1_D0001

OctrooicentrumPatent center

Nederland (21) Aanvraagnummer: 2018069 © Aanvraag ingediend: 23/12/2016 © 2018069The Netherlands (21) Application number: 2018069 © Application submitted: 23/12/2016 © 2018069

BI OCTROOI (51) Int. CL:BI PATENT (51) Int. CL:

E02F 3/00 (2017.01) E02F 5/28 (2017.01)E02F 3/00 (2017.01) E02F 5/28 (2017.01)

Aanvraag ingeschreven: Application registered: (73) Octrooihouder(s): (73) Patent holder (s): 02/07/2018 02/07/2018 CARPDREDGING IP B.V. te Papendrecht. CARPDREDGING IP B.V. in Papendrecht. (43) Aanvraag gepubliceerd: (43) Application published: - - (72) Uitvinder(s): (72) Inventor (s): Jan Lanser te Papendrecht. Jan Lanser in Papendrecht. Octrooi verleend: Patent granted: 02/07/2018 02/07/2018 (74) Gemachtigde: (74) Agent: (45) Octrooischrift uitgegeven: (45) Patent issued: ir. M. Cramwinckel te Steenwijk. ir. M. Cramwinckel in Steenwijk. 10/07/2018 10/07/2018

(54) GRAAFINSTALLATIE © De uitvinding heeft betrekking op een graafinstallatie omvattende ontgravingsmiddelen waarbij meer dan één ontgravingsmiddel naast elkaar staan opgesteld in een rij van ontgravingsmiddelen. Meerdere van deze rijen van ontgravingsmiddelen staan achter elkaar opgesteld. De ontgravingsmiddelen van een rij staan ten opzichte van de ontgravingsmiddelen van een daarnaast liggende rij versprongen opgesteld.(54) EXCAVATION INSTALLATION © The invention relates to an excavating installation comprising excavating means in which more than one excavating means are arranged next to each other in a row of excavating means. Several of these rows of excavators are arranged behind each other. The excavating means of a row are staggered relative to the excavating means of an adjacent row.

NL BI 2018069NL BI 2018069

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.This patent has been granted regardless of the attached result of the research into the state of the art and written opinion. The patent corresponds to the documents originally submitted.

GRAAFI NSTALLATIEGRAAFI INSTALLATION

De uitvinding heeft betrekking op een graafi nstallatie omvattende ontgravingsmiddelen.The invention relates to an excavation installation comprising excavating means.

Graafinstallaties omvattende ontgravingsmiddelen zijn bekend uit bijvoorbeeldExcavating installations comprising excavating means are known from, for example

US octrooi nummer 4084334. Deze publicatie beschrijft een snijkopzuiger voor het baggeren van een waterbodem. Hiertoe wordt een vaartuig middels ankers gepositioneerd. Op het vaartuig is een ladder zwenkbaar verbonden waarbij aan het eind van de ladder een snijkop is geplaatst. Deze snijkop kan de waterbodem onder ïo het schip afgraven. Het probleem welke wordt opgelost volgens deze publicatie is de volgende. In onrustig water deint het vaartuig teveel op de golven. Dit resulteert in dat de druk waarmee de snijkop op de waterbodem rust te veel varieert. Voorts is het moeilijk om de voorgeschreven baan te baggeren. Ten laatste bestaat het gevaar dat de snijkop beschadigd. Deze nadelen worden in deze octrooipubiicatie geadresseerd door de ladder in langsrichting in lengte te laten kunnen variëren. Hierdoor blijft de snijkop met een nagenoeg constante stand op de waterbodem rusten terwijl het vaartuig op en neer en/of voor en achterwaarts beweegt.US patent number 4084334. This publication describes a cutter suction dredger for dredging a water bottom. To this end, a vessel is positioned by means of anchors. A ladder is pivotally connected to the vessel, a cutting head being placed at the end of the ladder. This cutting head can excavate the water bottom below the ship. The problem that is solved according to this publication is the following. In troubled water, the vessel crashes too much on the waves. This results in that the pressure with which the cutting head rests on the water bottom varies too much. Furthermore, it is difficult to dredge the prescribed course. Finally, there is a risk that the cutting head is damaged. These disadvantages are addressed in this patent publication by allowing the ladder to vary in length in the longitudinal direction. As a result, the cutting head remains resting on the water bottom at a virtually constant position while the vessel moves up and down and / or forwards and backwards.

Een nadeel van de hierboven beschreven bekende snijkopzuiger is dat de capaciteit van de graafi nstallatie voor verbetering vatbaar is.A drawback of the known cutter suction dredger described above is that the capacity of the digging installation can be improved.

De volgende graafi nstallatie heeft een dergelijk nadeel niet.The following excavation installation does not have such a disadvantage.

Graafi nstallatie omvattende ontgravingsmiddelen waarbij meer dan één ontgravingsmiddel naast elkaar staan opgesteld in een rij van ontgravingsmiddelen en waarbij meerdere van deze rijen van ontgravingsmiddelen achter elkaar staan opgesteld en waarbij de ontgravingsmiddelen van een rij versprongen staan opgesteld ten opzichte van de ontgravingsmiddelen van een daarnaast liggende rij.Excavation installation comprising excavating means in which more than one excavating means are arranged next to each other in a row of excavating means and wherein a plurality of these rows of excavating means are arranged one behind the other and wherein the excavating means of a row are staggered relative to the excavating means of an adjacent row .

Met de graafinstallatie volgens de uitvinding is het mogelijk meerdere ontgravingsmiddelen tegelijkertijd in te zetten en zo een groter oppervlak van een waterbodem te ontgraven. De graafinstallatie wordt in gebruik verplaatst over de waterbodem in een richting die haaks ligt op de richting van de rijen van ontgravingsmiddelen. Door het verspringen van de ontgravingsmiddelen in een rij ten opzichte van de daarnaast gepositioneerde rij wordt zo efficiënt mogelijk een waterbodem afgegraven. Stukken waterbodem welke zich tussen ontgravingsmiddelen bevinden en hierdoor niet efficiënt kunnen worden afgegraven door desbetreffende rij ontgravingsmiddelen worden nu door de ontgravingsmiddelen van de daarnaast liggende rij afgegraven.With the excavating installation according to the invention it is possible to use several excavating means at the same time and thus to excavate a larger surface of a water bottom. In use, the excavator is moved over the water bottom in a direction that is perpendicular to the direction of the rows of excavation means. By spreading the excavating means in a row relative to the adjacent row, a water bottom is excavated as efficiently as possible. Pieces of water bottom which are located between excavating means and therefore cannot be efficiently excavated by the relevant row of excavating means, are now excavated by the excavating means of the adjacent row.

In deze beschrijving zullen termen worden gebruikt als horizontaal, verticaal, longitudinaal, boven en onder voor het beschrijven van de uitvinding en zijn voorkeursuitvoeringen. Hierbij gaat men uit van de uitvinding in zijn positie bij normaal gebruik. Bijvoorbeeld in het gebruik om een horizontale waterbodem te ontgraven. Met waterbodem wordt verstaan elk oppervlak van een vaste stof welke zich onder water bevindt. Dit kan de zeebodem zijn of een bodem in een meer. Met longitudinaal wordt verstaan de richting waarin de rijen van graafmiddelen over een waterbodem worden verplaatst. Met de term dwars, dwarskracht of dwarsrichting wordt een richting bedoeld die haaks staat op de longitudinale richting en in het horizontale vlak. Met de term afzinkbaar wordt bedoeld dat een afzinkbaar constructie element kan afzinken naar de waterbodem en ook weer kan opstijgen naar het wateroppervlak.In this description, terms such as horizontal, vertical, longitudinal, above and below will be used to describe the invention and its preferred embodiments. This is based on the invention in its position in normal use. For example, when used to excavate a horizontal water bottom. The term "water bottom" means any surface of a solid that is submerged in water. This can be the seabed or a bottom in a lake. The longitudinal is understood to mean the direction in which the rows of digging means are moved over a water bottom. By the term transverse, transverse force or transverse direction is meant a direction that is perpendicular to the longitudinal direction and in the horizontal plane. By the term sinkable is meant that a sinkable structural element can sink to the water bottom and can also rise back to the water surface.

De ontgravingsinstallatie kan worden gebruikt om een gedeelte van een waterbodem af te graven, teneinde bijvoorbeeld om de waterdiepte te vergroten en/of om grond of delfstoffen te winnen.The excavation installation can be used to excavate a part of a water bottom, for example to increase the water depth and / or to extract soil or minerals.

Het aantal rijen van ontgravingsmiddelen kan op zich groot zijn. Bij voorkeur staan er drie en met meer voorkeur twee rijen ontgravingsmiddelen achter elkaar opgesteld. De achter elkaar opgestelde rijen van ontgravingsmiddelen staan parallel opgesteld. Een rij ontgravingsmiddelen omvat bij voorkeur minimaal 2, bij voorkeur minimaal 3 en bij meer voorkeur minimaal 4 ontgravingsmiddelen. Het maximum aantal ontgravingsmiddelen per rij zal afhangen wat mechanisch nog mogelijk is. Bij voorkeur is dit maximum 50 ontgravingsmiddelen per rij en bij meer voorkeur 30 ontgravingsmiddelen per rij. Voorbeelden van geschikte ontgravingsmiddelen zijn graafwielen, cutters, drumcutters, sleepkoppen en/of ploegen. De voordelen van de uitvinding worden met name bereikt als de ontgravingsmiddelen roterende graafelementen zijn waarbij de graafmiddelen wielen omvatten welke roteren om een ongeveer horizontale as. Voorbeelden van dergelijke graafmiddelen zijn graafwielen en drumcutters. Deze roterende assen van de graafmiddelen zullen in de dwarsrichting zijn gepositioneerd. Nog met meer voorkeur zijn de assen van deze inrichtingen welke zich in één rij bevinden co-axiaal gepositioneerd. Met nog meer voorkeur zijn dergelijke roterende ontgravingsmiddelen paarsgewijs in een rij opgesteld. De ontgravingsmiddelen omvatten bij voorkeur wielen welke roteren om een ongeveer horizontale as, waarbij de ontgravingsmiddelen in paren van twee in een rij staan opgesteld en waarbij het roterende wiel van het eerste ontgravingsmiddel van een paar in gebruik een tegengestelde rotatierichting heeft ten opzichte van de rotatierichting van het roterende wiel van het tweede ontgravingsmiddel van het paar.The number of rows of excavating means can in itself be large. Preferably, three and more preferably two rows of excavating means are arranged one behind the other. The rows of excavation equipment arranged one behind the other are arranged in parallel. A row of excavating means preferably comprises at least 2, preferably at least 3 and more preferably at least 4 excavating means. The maximum number of excavators per row will depend on what is still possible mechanically. This maximum is preferably 50 excavating means per row and more preferably 30 excavating means per row. Examples of suitable excavation means are digging wheels, cutters, drum cutters, drag heads and / or plows. The advantages of the invention are achieved in particular if the excavating means are rotating digging elements, the excavating means comprising wheels which rotate about an approximately horizontal axis. Examples of such excavators are excavator wheels and drum cutters. These rotating axes of the excavating means will be positioned in the transverse direction. Even more preferably, the shafts of these devices located in one row are co-axially positioned. Even more preferably, such rotary excavating means are arranged in pairs in a row. The excavating means preferably comprise wheels which rotate about an approximately horizontal axis, wherein the excavating means are arranged in pairs of two in a row and wherein the rotating wheel of the first excavating means of a pair in use has an opposite direction of rotation with respect to the direction of rotation of the rotating wheel of the second excavator of the pair.

De rotatierichting van een wiel van het ontgravingsmiddel in een dergelijk paar is bij voorkeur tegengesteld aan de rotatierichting van het wiel van het andere ontgravingsmiddel van dat paar. Bij voorkeur omvatten de ontgravingsmiddelen van een dergelijk paar een combinatie van een ondersnijdend en bovensnijdend graafwiel. Een dergelijke uitvoering heeft als voordeel dat het relatief grote buigende moment per graafwiel ter plaatse van de stijve constructie wordt opgevangen door het tegengestelde moment van het andere graafwiel van het paar. Voorts is de benodigde kracht om een rij met dergelijke paren van in gebruik zijnde ontgravingsmiddelen over de waterbodem in longitudinale richting te verplaatsen relatief klein in vergelijking met een situatie waarbij alle wielen in dezelfde richting zouden bewegen.The direction of rotation of a wheel of the excavating means in such a pair is preferably opposite to the direction of rotation of the wheel of the other excavating means of that pair. The excavation means of such a pair preferably comprise a combination of an undercutting and upper cutting excavator wheel. Such an embodiment has the advantage that the relatively large bending moment per excavating wheel at the location of the rigid construction is absorbed by the opposite moment of the other excavating wheel of the pair. Furthermore, the force required to move a row of such pairs of excavating means in use along the water bottom in the longitudinal direction is relatively small in comparison with a situation where all wheels would move in the same direction.

De rijen van ontgravingsmiddelen zullen deel uitmaken van een graafinstallatie.The rows of excavation equipment will be part of an excavation installation.

Bij voorkeur zijn de ontgravingsmiddelen verbonden met een stijve constructie, welke stijve constructie is gepositioneerd verticaal boven de ontgravingsmiddelen. De stijve constructie kan een doosconstructie zijn en bij voorkeur een vakwerkconstructie. De ontgravingsmiddelen zijn bij voorkeur middels een verende verbinding verbonden met deze stijve constructie om de verticale stootbelasting op het individuele ontgravingsmiddel op te vangen en door te leiden naar de stijve constructie. Dit heeft als voordeel dat onnauwkeurigheden van de waterbodem worden opgevangen door deze constructie. Hierdoor kunnen de verschillende ontgravingsmiddelen van de graafinstallatie op een vergelijkbare verticale aandrukkracht opereren waardoor per ontgravingsmiddel een vergelijkbare productie plaatsvindt. De graafmiddelen zelf kunnen ook voorzien zijn van middelen welke een lokale oneffenheid van de waterbodem doorgeeft aan een individuele graafmiddel. Dit graafmiddel kan dan onafhankelijk van de andere graafmiddelen in een opwaartse richting verplaatsen. Op deze wijze wordt een lokale oneffenheid omzeild zonder dat de gehele rij ontgravingsmiddelen in longitudinale verplaatsingsrichting wordt geblokkeerd. Een dergelijke bodemtalud-compensator kan voordelig worden toegevoegd aan elk ontgravingsmiddel. Roterende ontgravingsmiddelen, zoals graafwielen en drumcutters, zijn bij voorkeur uitgevoerd met een bodemtalud compensator omvattende een bolvormig scherm dat middels lagers draaibaar is om de rotatie as van het wiel van het ontgravingsmiddel en verend is opgesteld ten opzichte van de stijve constructie, waardoor het ontgravingsmiddel in het geval van relatief grote/extreme obstakels in het bodemtalud omhoog wordt gelicht. Een andere mogelijkheid om grote en/of extreme obstakels van de waterbodem te omzeilen is door de graafmiddelen draaibaar om een as in dwarsrichting en/of om een as in longitudinale richting met de stijve constructie te verbinden. Bij voorkeur zijn de draaibare verbindingen voorzien van torsieveren om de graafmiddelen weer in hun oorspronkelijke positie terug te brengen. Indien de ontgravingsmiddelen paarsgewijs staan opgesteld zoals hierboven beschreven is het voordelig als de paren van ontgravingsmiddelen per paar zijn verbonden met een stijve constructie welke stijve constructie is gepositioneerd verticaal boven de ontgravingsmiddelen en verbonden middels een verende verbinding met de paren van ontgravingsmiddelen om de verticale stootbelasting en de continue variërende en fluctuerende belasting op het paar van ontgravingsmiddelen op te vangen en door te leiden naar de stijve constructie.The excavating means are preferably connected to a rigid construction, which rigid construction is positioned vertically above the excavating means. The rigid construction can be a box construction and preferably a lattice construction. The excavating means are preferably connected to this rigid construction by means of a resilient connection in order to absorb the vertical impact load on the individual excavating means and to pass it on to the rigid construction. This has the advantage that inaccuracies of the water bottom are absorbed by this construction. As a result, the various excavation means of the excavation installation can operate at a comparable vertical pressing force, so that a comparable production takes place per excavation means. The excavating means itself can also be provided with means which passes on a local unevenness of the water bottom to an individual excavating means. This excavating means can then move in an upward direction independently of the other excavating means. In this way a local unevenness is bypassed without the entire row of excavating means being blocked in the longitudinal direction of movement. Such a bottom slope compensator can advantageously be added to any excavating agent. Rotary excavating means, such as digging wheels and drum cutters, are preferably provided with a bottom mud compensator comprising a spherical screen which is rotatable by means of bearings about the axis of rotation of the wheel of the excavating means and is resiliently arranged with respect to the rigid construction, whereby the excavating means in the case of relatively large / extreme obstacles in the bottom slope is raised. Another possibility to circumvent large and / or extreme obstacles of the water bottom is to rotatably connect the excavating means about an axis in the transverse direction and / or around an axis in the longitudinal direction with the rigid structure. The rotatable connections are preferably provided with torsion springs to return the excavating means to their original position. If the excavating means are arranged in pairs as described above, it is advantageous if the pairs of excavating means per pair are connected to a rigid structure, which rigid structure is positioned vertically above the excavating means and connected by means of a resilient connection to the pairs of excavating means around the vertical impact load and to absorb the continuously varying and fluctuating load on the pair of excavators and to guide them to the rigid construction.

De uitvinding is ook gericht op een graafinstallatie omvattende een rij van roterende ontgravingsmiddelen die paarsgewijs in de rij staan opgesteld en waarbij de ontgravingsmiddelen van een paar in gebruik een tegengestelde rotatierichting hebben zoals hierboven en in de figuren verder in detail wordt beschreven. Deze roterende ontgravingsmiddelen zijn bij voorkeur graafwielen of drumcutters.The invention is also directed to an excavating installation comprising a row of rotating excavating means arranged in pairs in the row and wherein the excavating means of a pair of in use have an opposite direction of rotation as described above in detail and in the figures. These rotating excavating means are preferably digging wheels or drum cutters.

De ontgravingsmiddelen zijn bij voorkeur demonteerbaar verbonden met de stijve constructie. Op deze wijze kan eenvoudig een minder goed functionerend graafmiddel worden vervangen door een beter functionerend graafmiddel. Tevens is het mogelijk om bijvoorbeeld de graafwielen door drumcutters te vervangen of drumcutters door graafwielen. De graafwielen of drumcutters kunnen ook worden vervangen door sleepkoppen en andersom.The excavating means are preferably demountably connected to the rigid structure. In this way a less well-functioning excavator can easily be replaced by a better-functioning excavator. It is also possible, for example, to replace the digging wheels with drum cutters or drum cutters with digging wheels. The digging wheels or drum cutters can also be replaced with drag heads and vice versa.

De draaiende wielen van de graafwielen en drumcutters zijn bij voorkeur demonteerbaar verbonden met de aandrijving/aandrijfas. Op deze wijze kunnen eenvoudig minder goed functionerende wielen van de graafwielen of drumcutters worden vervangen. Ook kunnen deze wielen onderling worden gewisseld. Door deze constructie is er relatief veel ruimte nodig aan beide zijden van het wiel voor de assen en aandrijving. Onder deze ruimte zal een rij van graafmiddelen geen of minder grond afgraven. Echter omdat er tenminste een rij van graafmiddelen achter of voor deze rij is gepositioneerd welke versprongen staat opgesteld zal ook deze grond door deze naastgelegen rij worden afgegraven.The rotating wheels of the digging wheels and drum cutters are preferably demountably connected to the drive / drive shaft. In this way, less well-functioning wheels of the digging wheels or drum cutters can easily be replaced. These wheels can also be exchanged. This construction requires a relatively large amount of space on both sides of the wheel for the axles and drive. Below this space, a row of excavators will not dig any soil or less. However, because at least one row of excavating means is positioned behind or in front of this row, which is positioned staggered, this soil will also be excavated by this adjacent row.

Elk van de ontgravingsmiddelen kan verbonden zijn met een zuigbuis voor het afvoeren van het door de ontgravingsmiddelen afgegraven grond/water mengsel.Each of the excavating means can be connected to a suction tube for discharging the soil / water mixture excavated by the excavating means.

Aan de uiteinden van een rij of van alle rijen is bij voorkeur een vrijstaand ontgravingsmiddel aanwezig. Dit ontgravingsmiddel kan bijvoorbeeld een wiel van een drumcutter zijn welke wordt aangedreven door de motor van het uiterste graafwiel en/of drumcutter in de rij. Dit ontgravingsmiddel heeft als functie om te voorkomen dat de graafinstallatie vastloopt in de door de graafinstallatie zelf gegraven geul. Dit ontgravingsmiddel is bij voorkeur niet voorzien van kappen welke voor het afvoeren van het grond/water mengsel aanwezig zijn bij de overige ontgravingsmiddelen.A free-standing excavating means is preferably present at the ends of a row or of all rows. This excavating means can for instance be a wheel of a drum cutter which is driven by the motor of the extreme digging wheel and / or drum cutter in the row. This excavation tool has the function of preventing the excavation installation from getting stuck in the trench dug by the excavation installation itself. This excavating means is preferably not provided with caps which are present at the other excavating means for discharging the soil / water mixture.

Om een minder stijl aflopend stabiel talud te creëren aan weerszijden van de geul welke door de graafinstallatie wordt gegraven is het voordelig om de graafinstallatie tevens te voorzien van een in de richting van de rij horizontaal uitschuifbaar ontgravingsmiddel. Dit ontgravingsmiddel is boven de rij ontgravingsmiddelen gepositioneerd en bij voorkeur deel uitmakend van de stijve constructie. Het ontgravingsmiddel is bij voorkeur een graafwiel of drumcutter. Als de rijen ontgravingsmiddelen meerdere keren hetzelfde oppervlak waterbodem ontgraven zullen de stijve constructie en ontgravingsmiddelen zich naar beneden verplaatsen. Door nu bij elke beweging naar beneden de horizontale ontgravingsmiddelen in de richting van de stijve constructie te verplaatsen verkrijgt men een minder stijl aflopend talud.In order to create a less sloping stable slope on either side of the trench which is dug by the excavating installation, it is advantageous to also provide the excavating installation with an excavating means that can be extended horizontally in the direction of the row. This excavating means is positioned above the row of excavating means and is preferably part of the rigid structure. The excavating means is preferably a digger wheel or drum cutter. If the rows of excavating means excavate the same surface of the water bottom several times, the rigid construction and excavating means will move downwards. By now moving the horizontal excavating means in the direction of the rigid construction with each movement downwards, a less sloping slope is obtained.

De bovengenoemde stijve constructie is bij voorkeur verend verbonden met een brug, welke brug verticaal is gepositioneerd boven de stijve constructie. De brug kan een vakwerkconstructie hebben. Indien het brugdeel onderdeel uitmaakt van een afzinkbare graafinstallatie bestaat de brug bij voorkeur uit een doosconstructie. De doosvormige constructie kan bijvoorbeeld gevuld worden met een gas om de graafinstallatie te kunnen laten drijven of stijgen vanaf de waterbodem. De brug is bij voorkeur middels meerdere lineaire actuatoren, waaronder hydraulische cilinders, verbonden met de daaronder gepositioneerde stijve constructie zodanig dat in gebruik een instelbare en verticale aandrukkracht kan worden uitgeoefend op de ontgravingsmiddelen. De veerconstante van één of meerdere veren waarmee de ontgravingsmiddelen verend zijn verbonden met de stijve constructie is bij voorkeur kleiner dan de veerconstante van één of meerdere veren waarmee de stijve constructie is verbonden met de brug.The above-mentioned rigid structure is preferably resiliently connected to a bridge, which bridge is vertically positioned above the rigid structure. The bridge can have a timber frame construction. If the bridge part is part of a sinkable excavation installation, the bridge preferably consists of a box construction. The box-shaped construction can, for example, be filled with a gas to allow the excavation installation to float or rise from the water bottom. The bridge is preferably connected by means of a plurality of linear actuators, including hydraulic cylinders, to the rigid structure positioned below, such that in use an adjustable and vertical pressing force can be exerted on the excavating means. The spring constant of one or more springs with which the excavating means are resiliently connected to the rigid structure is preferably smaller than the spring constant of one or more springs with which the rigid structure is connected to the bridge.

Een dergelijke brug kan deel uit maken van een drijvend vaartuig waarbij de brug verend is verbonden met een drijvend vaartuig middels meerdere lineaire actuatoren welke zich vanuit het drijvend vaartuig naar onderen en naar de brug uitstrekken. De uiteinden van deze actuatoren zijn bij voorkeur middels een bolscharnier en veren verbonden aan de brug en het drijvend vaartuig. Bij voorkeur is de longitudinale richting van de rij van ontgravingsmiddelen ook de vaarrichting van het drijvende vaartuig. Bij voorkeur is de brug verbonden met minstens vier lineaire actuatoren waarbij de uiteinden van deze actuatoren middels een bolscharnier zijn verbonden met het drijvend vaartuig en middels een bolscharnier zijn verbonden met de brug. In deze verbinding is minstens één veer opgenomen. De verbinding met het drijvend vaartuig is bij voorkeur verplaatsbaar verbonden in de dwarsrichting om de slingerbeweging van het drijvend vaartuig op te vangen. De verbinding, bij voorkeur een bolscharnier, is bij voorkeur verplaatsbaar verbonden middels een lineaire actuator. Deze actuator kan de actuator, die zich uitstrekt naar de brug, zo veel mogelijk verticaal houden. Door het verplaatsen van het drijvend vaartuig in een richting die haaks staat op de rijen van ontgravingsmiddelen kan een goed gedefinieerd deel van de waterbodem worden afgegraven. Het drijvend vaartuig kan door heen en weer te bewegen een waterbodem afgraven met de graafinstallatie volgens de uitvinding. Dit is vooral voordelig indien het vaartuig niet kan keren omdat het vaarwater te nauw is. Door de hierboven beschreven verbinding met het drijvend vaartuig maakt het mogelijk dat de aandrukkracht van de ontgravingsmiddelen op de waterbodem redelijk constant en hoog gehouden kan worden in een situatie waarbij het vaartuig beweegt door deining op de golven en/of bij een onregelmatig bodemtalud.Such a bridge can form part of a floating vessel, the bridge being resiliently connected to a floating vessel by means of a plurality of linear actuators which extend downwards and towards the bridge from the floating vessel. The ends of these actuators are preferably connected to the bridge and the floating vessel by means of a ball joint and springs. Preferably, the longitudinal direction of the row of excavation means is also the sailing direction of the floating vessel. The bridge is preferably connected to at least four linear actuators, the ends of these actuators being connected to the floating vessel by means of a ball joint and connected to the bridge by means of a ball joint. At least one spring is included in this connection. The connection to the floating vessel is preferably movably connected in the transverse direction to accommodate the swinging movement of the floating vessel. The connection, preferably a ball joint, is preferably movably connected by a linear actuator. This actuator can keep the actuator, which extends to the bridge, as vertical as possible. By moving the floating vessel in a direction that is perpendicular to the rows of excavating means, a well-defined part of the water bottom can be excavated. The floating vessel can excavate a water bottom by moving back and forth with the excavating installation according to the invention. This is especially advantageous if the vessel cannot turn because the water is too narrow. The above-described connection with the floating vessel makes it possible for the pressing force of the excavating means on the water bottom to be kept reasonably constant and high in a situation where the vessel moves due to swell on the waves and / or in the event of an irregular bottom slope.

Een dergelijk drijvend vaartuig zoals hierboven en in de figuren beschreven kan ook voordelig met één rij van ontgravingsmiddelen worden uitgevoerd. Om deze reden heeft de uitvinding ook betrekking op een drijvend vaartuig welke middels lineaire actuatoren is verbonden met een stijve constructie omvattende een rij van 3 tot 30 ontgravingsmiddelen en waarbij de stijve constructie onder het drijvend vaartuig is gepositioneerd en waarbij de lineaire actuatoren via een bolscharnier en veer zijn verbonden aan het drijvend vaartuig en middels een bolscharnier zijn verbonden aan de stijve constructie. De stijve constructie omvat bij voorkeur de eerder beschreven brug en stijve constructie met de daaraan verbonden rij van ontgravingsmiddelen zoals elders in deze aanvrage beschreven.Such a floating vessel as described above and in the figures can also advantageously be designed with one row of excavating means. For this reason the invention also relates to a floating vessel which is connected by means of linear actuators to a rigid structure comprising a row of 3 to 30 excavating means and wherein the rigid structure is positioned under the floating vessel and wherein the linear actuators are connected via a ball joint and are connected to the floating vessel and connected to the rigid structure by means of a ball joint. The rigid structure preferably comprises the previously described bridge and rigid structure with the associated row of excavating means as described elsewhere in this application.

De hierboven beschreven lineaire actuatoren kunnen elektromechanische actuatoren en bij voorkeur hydraulische cilinders zijn.The linear actuators described above can be electromechanical actuators and preferably hydraulic cylinders.

Een probleem van het verbinden van de brug met een drijvend vaartuig is dat de verticale aandrukkracht die op de waterbodem wordt uitgeoefend door de ontgravingsmiddelen niet groter kan zijn dan het onderwatergewicht van het vaartuig.A problem of connecting the bridge to a floating vessel is that the vertical pressing force exerted on the water bottom by the excavating means cannot be greater than the underwater weight of the vessel.

Hieronder wordt een uitvoering beschreven welke wel een grotere verticale aandrukkracht mogelijk maakt. In deze uitvoering kan de beweegbare brug in een horizontale en longitudinale richting bewegen langs twee parallel en in de longitudinale richting gepositioneerde framewerkbalken welke met twee dwarsbalken een rechthoekig framewerk vormen. Door een dergelijk frame te fixeren aan de waterbodem is het mogelijk een grotere verticale aandrukkracht op de waterbodem uit te oefenen dan mogelijk is met een drijvend vaartuig. Voorts is het mogelijk om in dieper water te opereren dan mogelijk is met een ontgravingsmiddel welke tijdens het ontgraven op een of andere wijze verbonden is met een drijvend vaartuig.An embodiment is described below which makes a larger vertical pressing force possible. In this embodiment, the movable bridge can move in a horizontal and longitudinal direction along two frame beams positioned parallel and in the longitudinal direction which form a rectangular frame with two cross beams. By fixing such a frame to the water bottom, it is possible to exert a greater vertical pressing force on the water bottom than is possible with a floating vessel. Furthermore, it is possible to operate in deeper water than is possible with an excavating device which during excavation is connected in one way or another to a floating vessel.

Een dergelijk frame heeft vier hoekpunten. Met hoekpunt wordt elke constructie bedoeld welke geschikt is om verbonden te worden met de framewerkbalken en de dwarsbalken. Bij voorkeur is de constructie ook geschikt om te worden voorzien van ondersteuningsmiddelen en verankeringsmiddelen. De constructie voor de hoekpunten kan bijvoorbeeld een doosvormige constructie of een vakwerkconstructie zijn. Doosvormige constructies zijn voordelig omdat deze eventueel kunnen worden gevuld met water en gas teneinde het frame(werk) te kunnen laten drijven, afzinken of opstijgen. De hoekpunten van het rechthoekige frame zijn dan ook bij voorkeur voorzien van middelen om het frame te kunnen verankeren met de grond. Bij voorkeur zijn deze middelen schroef ankers of zuig ankers.Such a frame has four corner points. By corner point is meant any construction which is suitable to be connected to the frame beams and the cross beams. The construction is preferably also suitable for being provided with support means and anchoring means. The construction for the corner points can for instance be a box-shaped construction or a lattice construction. Box-shaped constructions are advantageous because they can optionally be filled with water and gas in order to allow the frame (work) to float, sink or rise. The corner points of the rectangular frame are therefore preferably provided with means for being able to anchor the frame with the ground. These means are preferably screw anchors or suction anchors.

De hoekpunten van het rechthoekig frame zijn voorts bij voorkeur voorzien van een ondersteuningsmiddel. Dergelijke ondersteuningsmiddelen zijn bij voorkeur een of meer wielen, rupsbanden of een slede. De ondersteuningsmiddelen zijn bij voorkeur verbonden met de hoekpunten middels in lengte instelbare lineaire actuatoren. Met deze actuatoren kan het frame in de gewenste positie, bijvoorbeeld horizontaal, worden gepositioneerd ten opzichte van de waterbodem. Met deze ondersteuningsmiddelen kan het framewerk verplaatst worden over de waterbodem terwijl het framewerk in afgezonken toestand blijft. Dit is voordelig in het geval de graafinstallatie klaar is met het afgraven van het vlak van de waterbodem welke zich onder de installatie bevindt. Op een eenvoudige wijze kan de graafinstallatie zich dan verplaatsen naar een vlak van de waterbodem welke nog moet worden afgegraven. Voor het verplaatsen kan het voordelig zijn de graafinstallatie tevens te voorzien van een of meerdere middelen om het rechthoekig frame horizontaal te verplaatsen. Bij voorkeur kunnen deze middelen zogenaamde thrusters zijn en/of de al eerdergenoemde rupsbanden en/of aangedreven wielen. Indien het frame verbonden is met een drijvend vaartuig is het voordelig om bij een verplaatsing gebruik te maken van de voortstuwing van het drijvend vaartuig en de op het frame aanwezige middelen.The corner points of the rectangular frame are furthermore preferably provided with a supporting means. Such supporting means are preferably one or more wheels, tracks or a carriage. The supporting means are preferably connected to the corner points by means of linear actuators which are adjustable in length. With these actuators, the frame can be positioned in the desired position, for example horizontally, relative to the water bottom. With these supporting means, the framework can be moved over the water bottom while the framework remains in the sunk state. This is advantageous in the case that the excavation installation has finished digging the surface of the water bottom which is located below the installation. The digging installation can then move in a simple manner to a surface of the water bottom which still has to be excavated. For moving it can be advantageous to also provide the excavator with one or more means to move the rectangular frame horizontally. These means can preferably be so-called thrusters and / or the already mentioned tracks and / or driven wheels. If the frame is connected to a floating vessel, it is advantageous to use the propulsion of the floating vessel and the means present on the frame during a displacement.

De beweegbare brug is bij voorkeur verbonden met de twee dwarsbalken door middel van lierkabels welke lierkabels een horizontale beweging van de beweegbare brug langs de twee parallel gepositioneerde framewerkbalken mogelijk maken. Door een spanning aan te brengen op de lierkabels is het mogelijk de beweegbare brug te verplaatsen. De op spanning gebrachte lierkabels geven ook het rechthoekige framewerk een goede vormvastheid. Dit is ‘niet alleen voordelig wanneer het framewerk wordt gebruikt tijdens het ontgraven van een waterbodem maar ook tijdens het verticale en horizontale transport van het framewerkThe movable bridge is preferably connected to the two cross beams by means of winch cables, which winch cables enable horizontal movement of the movable bridge along the two parallel positioned framework beams. By applying a tension to the winch cables it is possible to move the movable bridge. The tensioned winch cables also give the rectangular framework a good dimensional stability. This is "not only advantageous when the framework is used during the excavation of a water bottom but also during the vertical and horizontal transport of the framework.

Bij voorkeur omvat elk van zijn uiteinden van de beweegbare brug een geleidingskoker. Door de opening van elk van de kokers lopen één van de twee parallel gepositioneerde framewerkbalken zodat de beweegbare brug zich in de longitudinale richting van de framewerkbalken kan verplaatsen. Bij voorkeur zijn de geleidingskokers aan hun binnenkant voorzien van verende wielstellen en/of verende rollen welke in gebruik de framewerkbalken 6 kinematische graden van vrijheid kunnen geven ten opzichte van de geleidingskoker. Een dergelijke uitvoering is voordelig om te voorkomen dat de beweegbare brug vastloopt wanneer deze zich verplaatst langs de framewerkbalken. De geleidingskokers kunnen aan hun onderzijde voorzien zijn van ondersteuningsmiddelen om doorbuiging van de framewerkbalken te voorkomen. Dergelijke ondersteuningsmiddelen zijn bij voorkeur een of meer wielen, rupsbanden of sleden.Preferably, each of its ends of the movable bridge comprises a guide sleeve. One of the two parallel frame members extends through the opening of each of the tubes so that the movable bridge can move in the longitudinal direction of the frame members. The guide sleeves are preferably provided on their inside with resilient wheel sets and / or resilient rollers which in use can give the frame beams 6 kinematic degrees of freedom relative to the guide sleeve. Such an embodiment is advantageous to prevent the movable bridge from jamming when it moves along the frame beams. The guide tubes can be provided on their underside with support means to prevent the frame beams from bending. Such supporting means are preferably one or more wheels, tracks or slides.

De uiteinden van de framewerkbalken en de uiteinden van de dwarsbalken zijn bij voorkeur verend en met een bolscharnier verbonden met een hoekpunt in elk van de vier hoeken van het framewerk. Dit resulteert in dat de krachten op de ontgravingsmiddelen niet alleen worden opgenomen door de verende wielstellen in het brugdeel, maar ook door de veren tussen de framewerkbalken en de dwarsbalken en hoekpunten. Indien het framewerk is gefixeerd op de waterbodem middels de eerdergenoemde ankers wordt een zeer vormvast framewerk verkregen met behoud van 6 kinematische vrijheidsgraden. In deze verankerde toestand kan de extreme belasting op de ontgravingsmiddelen en/of op de beweegbare brug opgevangen ïo worden door het framewerk. De optionele ondersteuningsmiddelen zijn tevens verend verbonden met de hoekpunten om de stootbelasting op te vangen als het framewerk op de waterbodem landt. De combinatie van de veren en bolscharnieren in de verbindingen met de hoekpunten en de verende ondersteuningsmiddelen resulteren in dat het framewerk goed een onregelmatige waterbodem kan volgen als deze over de waterbodem wordt getransporteerd. Ook tijdens het horizontale transport van het framewerk op de waterbodem heeft het framewerk 6 kinematische vrijheidsgraden welke voordelig zijn om de krachten die dan op het framewerk worden uitgeoefend te kunnen opvangen. De vormvastheid van het framewerk tijdens het horizontale transport op de waterbodem wordt gerealiseerd door de voorspanning in de lierkabels aan weerszijden van de brug en door de verende geleidingsmiddelen opgenomen in het brugdeel.The ends of the framework beams and the ends of the cross beams are preferably resilient and connected with a ball joint to a corner point in each of the four corners of the framework. This results in that the forces on the excavation means are not only absorbed by the spring wheel sets in the bridge part, but also by the springs between the frame beams and the cross beams and corner points. If the framework is fixed on the water bottom by means of the aforementioned anchors, a very dimensionally stable framework is obtained with retention of 6 kinematic degrees of freedom. In this anchored state, the extreme load on the excavating means and / or on the movable bridge can be absorbed by the framework. The optional support means are also resiliently connected to the corner points to absorb the impact load when the framework lands on the water bottom. The combination of the springs and ball joints in the connections with the corner points and the resilient support means results in that the framework can properly follow an irregular water bottom when it is transported over the water bottom. Also during the horizontal transport of the framework on the water bottom, the framework has 6 kinematic degrees of freedom which are advantageous to be able to absorb the forces that are then exerted on the framework. The dimensional stability of the framework during the horizontal transport on the water bottom is realized by the pre-stress in the winch cables on either side of the bridge and by the resilient guide means included in the bridge part.

De hierboven beschreven graafi nstallatie omvattende het framewerk kan verbonden worden met een drijvend vaartuig middels lineaire actuatoren voorzien van bolscharnieren en veren welke de hoekpunten van het frame werk verbinden met het drijvend vaartuig. De graafi nstallatie omvattende het framewerk kan ook zelfstandig worden toegepast in bijvoorbeeld ondiep water. In ondiep water kan het framewerk worden gefixeerd in de waterbodem door middel van schroefankers en zich vervolgens opkrikken. Hierbij kunnen de dwarsbalken en de framewerkbalken zich boven het wateroppervlak bevinden waarbij de rijen van ontgravingsmiddelen de ondiepe waterbodem ontgraven.The above-described digging installation comprising the framework can be connected to a floating vessel by means of linear actuators provided with ball joints and springs which connect the corner points of the frame work to the floating vessel. The excavation installation comprising the framework can also be used independently in, for example, shallow water. In shallow water the framework can be fixed in the water bottom by means of screw anchors and then jacked up. The cross beams and the framework beams can herein be located above the water surface, the rows of excavating means excavating the shallow water bottom.

De graafinstallatie omvattende het framewerk zoals hierboven besproken is bij voorkeur afzinkbaar indien de waterdiepte het gebruik van een drijvend vaartuig minder aantrekkelijk maakt en/of wanneer er behoefte is aan een grotere en/of constante aandrukkracht op de ontgravingsmiddelen. Hiertoe omvatten bij voorkeur de framewerk balken, dwarsbalken, de hoekpunten en de beweegbare brug compartimenten welke met gas en/of water gevuld kunnen worden teneinde de graafinstallatie te kunnen laten drijven of laten afzinken. Bij het afzinken en opstijgen van het framewerk kunnen thrusters voordelig worden gebruikt om het framewerk in de gewenste oriëntatie te houden en voldoende stabiliteit te geven.The excavating installation comprising the framework as discussed above is preferably submersible if the water depth makes the use of a floating vessel less attractive and / or when there is a need for a larger and / or constant pressing force on the excavating means. To this end, preferably the framework beams, cross beams, the corner points and the movable bridge comprise compartments which can be filled with gas and / or water in order to be able to float or sink the excavating installation. When sinking and taking off the framework, thrusters can advantageously be used to hold the framework in the desired orientation and to provide sufficient stability.

De graafinstallatie omvattende het afzinkbaar framewerk kan dus worden ingezet in ondiep water, normale baggerdieptes en zeer grote waterdiepten. Omdat het framewerk kan drijven kan het eenvoudig worden verplaatst. Tevens kunnen de ontgravingsmiddelen eenvoudig worden vervangen door een ander type ontgravingsmiddel. Aanvrager is van mening dat een dergelijke graafinstallatie nog niet eerder is beschreven en een duidelijke verbetering is ten opzichte van de bestaande installaties.The excavation installation comprising the sinkable framework can therefore be used in shallow water, normal dredging depths and very large water depths. Because the framework can float, it can easily be moved. The excavation means can also be easily replaced by another type of excavation means. The applicant believes that such an excavation installation has not been described before and is a clear improvement on the existing installations.

Een reserve ontgravingsmiddel kan aanwezig zijn om een ontgravingsmiddel te vervangen welke niet meer functioneert. Hiertoe is bij voorkeur aan beide zijden van de rijen van ontgravingsmiddelen één of meerdere ontgravingsmiddelen aanwezig die ter hoogte van het niet functionerende ontgravingsmiddel kan worden gepositioneerd. Dit positioneren kan middels kabels of rails worden gerealiseerd.A spare excavator may be present to replace an excavator that no longer functions. To this end, one or more excavating means are preferably provided on both sides of the rows of excavating means which can be positioned at the level of the non-functioning excavating means. This positioning can be achieved with cables or rails.

De energie welke nodig is om de graafmiddelen en andere elementen zoals ankers, thrusters en actuatoren aan te drijven kan elektrische energie zijn welke middels kabels wordt aangevoerd van de vaste wal of van een aan het wateroppervlak aanwezig moedervaartuig. De elektrische energie kan ook op een drijvend vaartuig worden gegenereerd middels generatoren. Elektriciteit kan ook ter plekke onderwater worden gegenereerd door een brandstofcel welke gevoed kan worden met bijvoorbeeld waterstof of andere voor brandstofcellen bekende voedingen. De waterstof kan aanwezig zijn in drukvaten. Indien een dergelijk drukvat moet worden vervangen kan dit eenvoudig door een nieuw vat van het wateroppervlak neer te laten naar het op de waterbodem aanwezige graafinstallatie en ter plekke de vaten te vervangen. De energie kan ook hydraulische energie zijn. Hiertoe is bij voorkeur een drukvat aanwezig bij de graafinstallatie die het benodigde gas met hoge druk aan de systemen kan voeden. Deze vaten kunnen compartimenten hebben met op druk gebracht gas. Door de compartimenten afzonderlijk te gebruiken is het mogelijk een meer constante gas druk te leveren aan de verschillende systemen. Ook deze drukvaten kunnen worden vervangen met nieuwe op druk gebrachte vaten. De gebruikte vaten kunnen worden gevuld via op een aan het wateroppervlak aanwezige compressors of aangevoerd worden vanuit de vaste wal. Op de vaste wal kunnen efficiënter de vaten met op druk gebracht gas worden gevuld. De op druk gebrachte vaten met een gas kunnen ook worden gebruikt om de compartimenten in de framewerk balken, dwarsbalken, de hoekpunten en de beweegbare brug met gas te vullen zoals hierboven is beschreven. Het gas is bij voorkeur lucht maar kan eventueel ook stikstof of kooldioxide zijn.The energy required to drive the excavating means and other elements such as anchors, thrusters and actuators can be electrical energy which is supplied by cables from the fixed shore or from a mother vessel present on the water surface. The electrical energy can also be generated on a floating vessel by means of generators. Electricity can also be generated underwater on site by a fuel cell which can be fed with, for example, hydrogen or other power supplies known for fuel cells. The hydrogen can be present in pressure vessels. If such a pressure vessel needs to be replaced, this can simply be done by lowering a new vessel from the water surface to the excavation installation present on the water bottom and replacing the vessels on site. The energy can also be hydraulic energy. For this purpose, a pressure vessel is preferably present at the excavation installation which can supply the required gas with high pressure to the systems. These vessels may have compartments with pressurized gas. By using the compartments separately, it is possible to deliver a more constant gas pressure to the different systems. These pressure vessels can also be replaced with new pressurized vessels. The used vessels can be filled via compressors on the water surface or supplied from the fixed shore. On the mainland, the vessels can be filled more efficiently with pressurized gas. The pressurized vessels with a gas can also be used to fill the compartments in the frame beams, cross beams, the corner points and the movable bridge with gas as described above. The gas is preferably air, but may optionally also be nitrogen or carbon dioxide.

De graafinstallatie zal met behulp van de volgende figuren verder worden beschreven.The excavation installation will be further described with the help of the following figures.

Figuur 1 laat een zijgezicht zien van een mogelijke uitvoering van de graafinstallatie volgens de uitvinding met twee rijen van graafwielen als de ontgravingsmiddelen (1,2). De graafwielen kunnen optioneel voorzien zijn van tanden. De ontgravingsmiddelen (1,2) zijn verbonden met een vakwerkconstructie (3) middels een verende constructie welke in Figuur 5 in meer detail wordt getoond. De vakwerkconstructie (3) is gepositioneerd verticaal boven de ontgravingsmiddelen (1,2). De ontgravingsmiddelen (1,2) zijn verbonden met een zuigbuis (4) voor het afvoeren van de door de ontgravingsmiddelen (1,2) afgegraven grond/water mengsel. De vakwerkconstructie (3) is verbonden met een doosvormige brug (5). De doosvormige brug (5) is verticaal gepositioneerd boven de vakwerkconstructie (3) en verbonden middels kolommen (6) en hydraulische cilinders (7).Figure 1 shows a side view of a possible embodiment of the excavating installation according to the invention with two rows of excavating wheels as the excavating means (1,2). The digging wheels can optionally be provided with teeth. The excavating means (1,2) are connected to a truss structure (3) by means of a resilient construction which is shown in more detail in Figure 5. The truss structure (3) is positioned vertically above the excavating means (1,2). The excavation means (1,2) are connected to a suction pipe (4) for discharging the soil / water mixture excavated by the excavation means (1,2). The truss structure (3) is connected to a box-shaped bridge (5). The box-shaped bridge (5) is positioned vertically above the truss structure (3) and connected by columns (6) and hydraulic cylinders (7).

De hydraulische cilinders (7) en de hiermee verbonden kolommen (6) maken een verticale verplaatsing van de vakwerkconstructie (3) mogelijk. Hiertoe zijn de kolommen (6) aan de onderzijde verbonden met de vakwerkconstructie (3) en zijn de kolommen (6) verticaal verplaatsbaar ten opzichte van de doosvormige brug (5) door deze te geleiden via openingen (8) in de brug (5). De hydraulische cilinders (7) zijn hierbij gefixeerd aan de brug (5). Het boveneinde van de kolom (6) is middels een veerconstructie (10) verbonden met de boveneinden van de hydraulische cilinders (7). Veerconstructie (10) is voordelig om eventuele stootvormige belasting op de ontgravingsmiddelen (1,2) op te vangen. Veerconstructie (10) is in Figuur 1a in detail getoond en omvat een bovenplaat (11) verbonden aan het boveneinde van kolom (6) en twee veren (12) welke verbonden zijn met de boveneinden van hydraulische cilinders (7). Hydraulische cilinders (7) zijn aan hun onderzijde verbonden met de doosvormige brug (5). Middels de hydraulische cilinders (7) kunnen de rijen van ontgravingsmiddelen (1,2) en de daarmee verbonden vakwerkconstructie (3) verticaal worden verplaatst zoals verder zal worden geïllustreerd in Figuur 5a en 5b. De slaglengte van de hydraulische cilinders (7) wordt dan ook zo gekozen dat de gewenste verticale verplaatsing van ontgravingsmiddelen (1,2) en vakwerkconstructie (3) mogelijk is.The hydraulic cylinders (7) and the columns (6) connected thereto allow vertical displacement of the truss structure (3). To this end, the columns (6) are connected at the bottom to the truss structure (3) and the columns (6) are vertically displaceable relative to the box-shaped bridge (5) by guiding them through openings (8) in the bridge (5) . The hydraulic cylinders (7) are hereby fixed to the bridge (5). The top end of the column (6) is connected by means of a spring construction (10) to the top ends of the hydraulic cylinders (7). Spring construction (10) is advantageous for absorbing any impact load on the excavation means (1,2). Spring structure (10) is shown in detail in Figure 1a and includes a top plate (11) connected to the top end of column (6) and two springs (12) which are connected to the top ends of hydraulic cylinders (7). Hydraulic cylinders (7) are connected on their underside to the box-shaped bridge (5). By means of the hydraulic cylinders (7), the rows of excavating means (1,2) and the truss structure (3) connected thereto can be moved vertically, as will be further illustrated in Figures 5a and 5b. The stroke length of the hydraulic cylinders (7) is therefore chosen such that the desired vertical displacement of excavating means (1,2) and lattice construction (3) is possible.

De constructie zoals getoond in Figuur 1 heeft als voordeel dat dwarskrachten en buigende momenten, geïnitieerd door de grondreactie krachten op de ontgravingsmiddelen (1,2) door worden geleid via de vakwerkconstructie (3) en de ïo hieraan bevestigde verticale kolommen (6) naar de brug (5) welke hier een doosconstructie heeft. Doordat de buigstijfheid van de kolommen (6) veel groter is dan de buigstijfheid van de hydraulische cilinderstangen (7) zullen de dwarskrachten en momenten praktisch geheel worden opgenomen door de kolommen (6).The construction as shown in Figure 1 has the advantage that transverse forces and bending moments, initiated by the ground reaction forces on the excavating means (1,2) are passed through via the truss structure (3) and the vertical columns (6) attached thereto to the bridge (5) which has a box construction here. Because the bending stiffness of the columns (6) is much greater than the bending stiffness of the hydraulic cylinder rods (7), the transverse forces and moments will be absorbed almost entirely by the columns (6).

Figuur 2 laat de constructie van Figuur 1 zien in combinatie met een afzinkbaar en rechthoekig framewerk (15). Framewerk (15) wordt gevormd door twee parallel en in de longitudinale richting gepositioneerde framewerkbalken (16,17) en twee dwarsbalken (18,19). De brug (5) is beweegbaar verbonden aan het framewerk (15) middels een brugdeel (22) welke twee geleidingskokers (20,21) omvat en een gedeeltelijk afgeschermde ruimte (22a) omvat waarin de ontgravingsmiddelen (1,2) en de vakwerkconstructie (3) verticaal in kunnen bewegen. Het brugdeel (22) is verbonden met de twee dwarsbalken (18,19) door middel van lierkabels (23) welke lierkabels een horizontale beweging van het brugdeel (22) en dus de brug (5) langs de twee parallel gepositioneerde framewerkbalken (16,17) mogelijk maken. Door geleidingskokers (20,21) lopen daartoe framewerkbalken (16,17) zoals in meer detail beschreven in Figuur 7a-c. Met vier hydraulische cilinders (5b) kan de brug (5) vertikaal omhoog worden verplaatst ten opzichte van brugdeel (22). Op deze wijze kunnen de graafwielen omhoog worden verplaatst om bijvoorbeeld onderhoud te plegen.Figure 2 shows the construction of Figure 1 in combination with a sinkable and rectangular frame (15). Framework (15) is formed by two framework beams (16,17) positioned parallel and in the longitudinal direction and two cross beams (18,19). The bridge (5) is movably connected to the framework (15) by means of a bridge part (22) which comprises two guide sleeves (20, 21) and a partially shielded space (22a) in which the excavating means (1,2) and the framework construction ( 3) being able to move vertically. The bridge part (22) is connected to the two cross beams (18, 19) by means of winch cables (23), which winch cables make a horizontal movement of the bridge part (22) and thus the bridge (5) along the two parallel positioned framework beams (16, 17). For this purpose, frame beams (16, 17) run through guide sleeves (20, 21) as described in more detail in Figures 7a-c. With four hydraulic cylinders (5b) the bridge (5) can be moved vertically upwards relative to bridge part (22). In this way the digging wheels can be moved upwards, for example to perform maintenance.

Figuur 2 laat ook zien dat de vier hoekpunten (24-27) van het framewerk (15) zijn voorzien van schroefankers (33a) om het framewerk (15) te kunnen verankeren met de waterbodem. Elk hoekpunt (24,25,26,27) is tevens voorzien van een slede (33) als ondersteuningsmiddel en thrusters (28) welke het framewerk (15) kunnen helpen verplaatsen. Schroefanker (33a) wordt aangedreven door een motor (niet getekend) en is verbonden met framewerk (15) middels een kolom (29). Kolom (29) is aan zijn boven uiteinde verbonden met hydraulische cilinders (30) via een plaat (31). Kolom (29) loopt beweegbaar door een opening (32) in hoekpunt (24). Hydraulische cilinders (30) zijn aan hun onderzijde verbonden aan hoekpunt (24).Figure 2 also shows that the four corner points (24-27) of the framework (15) are provided with screw anchors (33a) in order to be able to anchor the framework (15) with the water bottom. Each corner point (24, 25, 26, 27) is also provided with a carriage (33) as support means and thrusters (28) which can help move the framework (15). Screw anchor (33a) is driven by a motor (not shown) and is connected to framework (15) by a column (29). Column (29) is connected at its upper end to hydraulic cylinders (30) via a plate (31). Column (29) runs movably through an opening (32) in corner point (24). Hydraulic cylinders (30) are connected at their bottom to corner point (24).

Figuur 3 laat de graafinstallatie van Figuur 2 zien van beneden naar boven gekeken. De nummers verwijzen naar dezelfde onderdelen als in Figuur 2. De twee rijen (34,35) van ontgravingsmiddelen (1,2) bestaan ieder uit 9 drumcutters. De twee rijen (34,35) staan naast elkaar opgesteld. Met andere woorden de rijen (34,35) lopen parallel en zijn naast elkaar gepositioneerd. Te zien is dat de 9 graafwielen van een rij ïo (34) van ontgravingsmiddelen versprongen staan opgesteld ten opzichte van de 9 ontgravingsmiddelen van een daarnaast liggende rij (35). Op deze wijze wordt in gebruik een doorlopend oppervlak van de waterbodem afgegraven in het geval de brug (5) door middel van lieren (23) van een positie dwarsbalk (18) richting dwarsbalk (19) (of vice versa) wordt verplaatst.Figure 3 shows the digging installation of Figure 2 viewed from the bottom up. The numbers refer to the same parts as in Figure 2. The two rows (34,35) of excavators (1,2) each consist of 9 drum cutters. The two rows (34.35) are arranged next to each other. In other words, the rows (34, 35) run parallel and are positioned side by side. It can be seen that the 9 digging wheels of a row (34) of excavating means are arranged staggered with respect to the 9 excavating means of an adjacent row (35). In this way, in use, a continuous surface of the water bottom is dug off in case the bridge (5) is moved by means of winches (23) from a position of cross beam (18) towards cross beam (19) (or vice versa).

Figuur 4 laat de brug (5) van Figuur (1) zien. De nummers verwijzen naar dezelfde onderdelen als in Figuur 1. In deze figuur is te zien hoe de gaten tussen de ontgravingsmiddelen (1) in rij (34) worden opgevuld met de versprongen opgestelde ontgravingsmiddelen (2) van de daarnaast gelegen rij (35). Een continu doorlopende rij van drumcutters is te zien welke worden gevormd door rij (34) en door delen van rij (35). In deze figuur is ook te zien hoe de verschillende zuigbuizen (36) in de vakwerkconstructie (3) zijn opgenomen en met de vakwerkconstructie (3) zijn verbonden. De zuigbuizen (36) zijn verend verbonden met de individuele graafmiddelen (1). De zuigbuizen (36) komen samen in zuigbuizen (4) die op hun beurt samenkomen in een centrale zuigbuis (37a). Het is voordelig deze zuigbuizen (4) en/of (36) geheel of gedeeltelijk flexibel te maken zodat wanneer de rijen (34,35) van graafmiddelen (1,2) en vakwerkconstructie (3) naar de brug (5) wordt gehesen of worden gestreken de zuigbuizen (4) zich op een manier kunnen verkorten of verlengen. Dit kan door zuigbuizen (4) en (36) te voorzien van twee in elkaar schuifbare delen resulterend in dat de zuigbuizen een variërende lengte hebben. Een alternatief is om de zuigbuizen te voorzien van een flexibel gedeelte, bijvoorbeeld een U-leiding deel, welke een verticale verplaatsing van de zuigleiding opvangt.Figure 4 shows the bridge (5) of Figure (1). The numbers refer to the same parts as in Figure 1. This figure shows how the gaps between the excavating means (1) in row (34) are filled with the staggered excavating means (2) of the adjacent row (35). A continuous continuous row of drum cutters can be seen which are formed by row (34) and by parts of row (35). This figure also shows how the different suction tubes (36) are accommodated in the truss construction (3) and connected to the truss construction (3). The suction tubes (36) are resiliently connected to the individual excavating means (1). The suction tubes (36) come together in suction tubes (4) which in turn come together in a central suction tube (37a). It is advantageous to make these suction pipes (4) and / or (36) wholly or partly flexible so that when the rows (34,35) of excavating means (1,2) and lattice structure (3) are lifted to the bridge (5) or the ironing tubes (4) can be shortened or lengthened in a way. This is possible by providing suction tubes (4) and (36) with two parts that can be slid into each other, resulting in the suction tubes having a varying length. An alternative is to provide the suction tubes with a flexible part, for example a U-line part, which accommodates a vertical displacement of the suction line.

Figuur 4 laat ook een vrijstaand cutterwiel (34a, 35a) zien aan beide uiteinden van rijen (34,35) welke is bedoeld om de graafinstallatie niet vast te laten lopen in zijn gegraven geul. Voorts zijn aan de bovenzijde van vakwerkconstructie (3) twee horizontaal uitschuifbaar ontgravingsmiddelen (36a) te zien die middels hydraulische cilinders (36b) naar buiten en naar binnen kunnen worden verplaatst om zo een vlak aflopend stabiel talud te maken.Figure 4 also shows a free-standing cutter wheel (34a, 35a) at both ends of rows (34,35) which is intended not to cause the digging installation to get stuck in its dug trench. Furthermore, two horizontally extendable excavating means (36a) can be seen on the upper side of truss construction (3) which can be moved outwards and inwards by means of hydraulic cylinders (36b) in order to make a flat sloping stable slope.

Het waterbodem mengsel van water en vaste stof welke wordt afgevoerd middels de zuigbuis kan direct via een leiding naar het wateroppervlak worden getransporteerd om daar bijvoorbeeld opgevangen te worden in een vaartuig. Het waterbodem mengsel kan ook naar een opslagtank worden getransporteerd welke zich op de waterbodem bevindt. Het aldus opgeslagen waterbodem mengsel kan dan ïo vanuit deze tank of eventueel in deze tank naar het wateroppervlak worden getransporteerd.The water-bottom mixture of water and solid matter which is discharged through the suction pipe can be transported directly via a pipe to the water surface to be collected there, for example, in a vessel. The water bottom mixture can also be transported to a storage tank that is located on the water bottom. The water bottom mixture thus stored can then be transported from this tank or possibly in this tank to the water surface.

Figuur 5a laat zien hoe graafwiel (38) verend is verbonden met vakwerkconstructie (3) en de hierin opgenomen zuigleiding (36). Figuur 5b is doorsnede AA van Figuur 5a. Omdat elk graafwiel (38) verend is verbonden met de gezamenlijke vakwerkconstructie (3) is het mogelijk dat de graafwielen (38) onafhankelijk van elkaar in een verticale richting kunnen bewegen ten opzichte van de vakwerkconstructie (3). Figuur 5b is een doorsnede van graafwiel (38) getoond in Figuur 5a. In zuigleiding (36) is een zuigbuis leiding deel (37) met een kleinere diameter aanwezig welke zich uitstrekt tot het graafwiel (38). Zuigbuisleiding deel (37) kan zich verticaal bewegen in de opening van zuigleiding (36). Zuigbuisleiding deel (37) loopt door en is verbonden met een doosconstructie (39). Een vizier (40) zorgt voor bevordering van de grond/water stroming en voor beperking van de stromingsverliezen en kan worden bediend middels hydraulische cilinders (41) voorzien van een terugdrukveren (42) over de gewenste hoek worden gedraaid. De constructie is zo uitgevoerd dat het vizier (40) in tegenovergestelde richting kan worden gedraaid als de richting van de verplaatsing van de rij van ontgravingsmiddelen wordt omgedraaid. Met andere woorden als de brug aan een kant van het frame arriveert en daarna weer terugkeert naar de overliggende dwarsbalk. Voorts is een stempel (47) te zien welke wordt gebruikt om de ontgravingsdiepte van de graafwielen (38) in te stellen.Figure 5a shows how digging wheel (38) is resiliently connected to lattice structure (3) and the suction line (36) included therein. Figure 5b is section AA of Figure 5a. Because each digging wheel (38) is resiliently connected to the joint truss structure (3), it is possible that the digging wheels (38) can move independently of each other in a vertical direction relative to the truss structure (3). Figure 5b is a sectional view of digging wheel (38) shown in Figure 5a. Suction pipe (36) has a suction pipe line part (37) with a smaller diameter that extends to the digging wheel (38). Suction pipe part (37) can move vertically in the opening of suction pipe (36). Suction pipe line part (37) extends and is connected to a box construction (39). A visor (40) promotes the ground / water flow and limits the flow losses and can be operated by means of hydraulic cylinders (41) provided with compression springs (42) being rotated over the desired angle. The construction is designed so that the visor (40) can be turned in the opposite direction when the direction of movement of the row of excavating means is reversed. In other words, if the bridge arrives on one side of the frame and then returns to the opposite crossbar. Furthermore, a stamp (47) can be seen which is used to adjust the excavation depth of the digging wheels (38).

Bovenop doosconstructie (39) zijn per graafwiel (38) vier kolommen (43) geplaatst welke zich naar boven uitstrekken. De kolommen (43) lopen beweegbaar door een buisvormige opening (44) van de vakwerkconstructie (3). Boven en onder de buisvormige opening (44) is de kolom (43) voorzien van veren (45) ingeklemd tussen flenzen (46). Door het verwijderen van de bovenste flenzen (46) welke zich boven de vakwerkconstructie (3) bevinden en welke met de kolommen (43) zijn verbonden kunnen het graafwiel (38), zuigbuisleiding deel (37), doosconstructie (39) en kolommen (43) eenvoudig worden gedemonteerd om bijvoorbeeld te worden vervangen door een ander type ontgravingsmiddel zoals bijvoorbeeld de eerder genoemde sleepkop, cutter, drumcutter of ploeg.On top of box construction (39) four columns (43) are placed per digging wheel (38) which extend upwards. The columns (43) move movably through a tubular opening (44) of the truss structure (3). Above and below the tubular opening (44) the column (43) is provided with springs (45) clamped between flanges (46). By removing the upper flanges (46) which are above the truss structure (3) and which are connected to the columns (43), the digging wheel (38), suction pipe line part (37), box construction (39) and columns (43) ) can be easily dismantled to be replaced, for example, by another type of excavating means, such as for example the aforementioned drag head, cutter, drum cutter or plow.

Figuur 5c laat een dwarsdoorsnede zien van een mogelijke aandrijving van een roterend graafwiel of drumcutter (1) waarbij het graafwiel wordt aangedreven door ïo twee aandrijfassen (139) die aan beide uiteinden middels lagers (133) zijn gelagerd en zijn verbonden met synchroon roterende motoren (131), waarbij zowel de motoren (131) als de lagers (133) middels plaatelementen (130) zijn gefixeerd aan de waterdoorlatende doosconstructie (39). De wielen (1) kunnen eenvoudig worden vervangen door het loskoppelen van de bouten van de vaste flenskoppelingen (136,135). Op deze wijze hoeft de motor en/of lagers niet te worden vervangen. Een probleem met deze opstelling is dat er relatief veel ruimte ontstaat tussen de graafwielen (1). Door de versprongen opstelling zoals geïllustreerd in Figuur 6b wordt dit nadeel opgelost en kan het geheel van ontgravingsmiddelen efficiënt een rechthoekig vlak van de waterbodem afgraven. De niet afgegraven waterbodem door rij 34 zal nu door rij (35) worden afgegraven.Figure 5c shows a cross-section of a possible drive of a rotary excavator wheel or drum cutter (1) in which the excavator wheel is driven by two drive shafts (139) which are mounted at both ends by means of bearings (133) and are connected to synchronous rotating motors ( 131), wherein both the motors (131) and the bearings (133) are fixed to the water-permeable box structure (39) by means of plate elements (130). The wheels (1) can easily be replaced by disconnecting the bolts from the fixed flange couplings (136,135). In this way the motor and / or bearings do not have to be replaced. A problem with this arrangement is that a relatively large amount of space is created between the digging wheels (1). The offset arrangement as illustrated in Figure 6b solves this disadvantage and the whole of excavating means can efficiently excavate a rectangular surface of the water bottom. The non-excavated water bottom by row 34 will now be excavated by row (35).

Figuur 6a laat een cluster van vier graafwielen (50) zien waarbij twee graafwielen (51,52) als een paar zijn verbonden met een waterdoorlaatbare doosconstructie (53) en de twee overige graafwielen (54,55) als een paar zijn verbonden met een aparte waterdoorlaatbare doosconstructie (56). De graafwielen hebben een horizontale rotatie as. De doosconstructies (53,56) zijn op hun beurt verbonden met de vakwerkconstructie (3) zoals getoond in Figuren 1-5. Per paar is een graafwiel bovensnijdend en het andere graafwiel ondersnijdend uitgevoerd met tegengesteld gerichte hoeksnelheden ω, bij voorkeur van gelijke grootte. Behoudens de boven- en ondersnijdende vorm van de snijbakken zijn de verdere geometrie en posities van de snijbakken van de graafwielen (51,52,54,55) bij voorkeur identiek uitgevoerd. De verhaalsnelheid V is de snelheid waarmee de rij van graafwielen wordt voortbewogen en werkt voor de gehele vakwerkconstructie en dus voor alle graafwielen in dezelfde longitudinale x-richting. De resulterende tangentiële (grondreactie) krachten respectievelijk Ft1 en Ft4 worden verondersteld praktisch gelijk te zijn van grootte en richting. Evenzo worden de tangentiële krachten Ft2 en Ft3 verondersteld praktisch gelijkte zijn van grootte en richting. Alle resulterende radiale (grondreactie) krachten respectievelijk Fr1, Fr2, Fr3 en Fr4 worden verondersteld praktisch gelijk te zijn van grootte en richting.Figure 6a shows a cluster of four excavator wheels (50) where two excavator wheels (51.52) are connected as a pair to a water-permeable box structure (53) and the two remaining excavator wheels (54.55) are connected as a pair to a separate water permeable box structure (56). The digging wheels have a horizontal axis of rotation. The box structures (53, 56) are in turn connected to the framework structure (3) as shown in Figures 1-5. For each pair, one excavating wheel is supercutting and the other excavating wheel is designed to be undercut with opposite angular velocities ω, preferably of equal size. With the exception of the upper and undercutting shape of the cutting buckets, the further geometry and positions of the cutting buckets of the digging wheels (51, 52, 54, 55) are preferably of identical design. The recovery speed V is the speed at which the row of digging wheels is advanced and works for the entire truss construction and therefore for all digging wheels in the same longitudinal x-direction. The resulting tangential (ground reaction) forces Ft1 and Ft4, respectively, are assumed to be practically the same in size and direction. Similarly, the tangential forces Ft2 and Ft3 are assumed to be practically equal in magnitude and direction. All resulting radial (ground reaction) forces, respectively Fr1, Fr2, Fr3 and Fr4, are assumed to be practically the same in size and direction.

De resulterende krachten en momenten die op de vakwerkconstructie (3) worden uitgeoefend zijn:The resulting forces and moments exerted on the truss structure (3) are:

- Het in het XZ-vlak werkende moment Mxz = Ft1 * YO = Ft2 * YO, waarbij YO de afstand in Y-richting vanaf de centerlijnen van de respectievelijke ïo graafwielen 51,52 (of tussen graafwielen 54 en 55) voorstellen- The moment Mxz acting in the XZ plane Mxz = Ft1 * YO = Ft2 * YO, where YO represents the distance in the Y direction from the center lines of the respective digging wheels 51.52 (or between digging wheels 54 and 55)

- De in radiale richting werkende resulterende kracht Fr = 2 * Fr1 = 2 * Fr2.- The resulting force operating in the radial direction Fr = 2 * Fr1 = 2 * Fr2.

De resulterende krachten en momenten die op de vakwerkconstructie (3) worden uitgeoefend zijn identiek qua grootte en richting behoudens het in het XZ-vlak werkende moment Mxz dat via de doosconstructies (53,56) in tegengestelde richtingen werkt.The resulting forces and moments exerted on the truss structure (3) are identical in size and direction except for the moment Mxz acting in the XZ plane, which acts in opposite directions via the box structures (53, 56).

Het resulterende buigende moment dat via de graafwielen door de resulterende grondreactie krachten Ft1 = Ft2 = Ft3 = Ft4 op de bijbehorende doosconstructies wordt uitgeoefend is qua ordegrootte gereduceerd tot een waarde van My = Ft1 * Z-gd * sin a = Ft4 *Z-gd * sin α en de tegengesteld gerichte buigende momenten - My = Ft2 * Z-gd * sin α = Ft3 * Z-gd * sin α (Figuur 6). De afstand Z-gd is hierbij gelijk aan de vertikale afstand tussen de hartlijn van de graafwielen (51,52,54,55) en de hartlijn van de doosconstructies (53,56). Hoek α is hierbij gelijk aan de hoek tussen de tangentiële grondreactiekracht Ft_1 en de verticaal.The resulting bending moment that forces Ft1 = Ft2 = Ft3 = Ft4 are exerted on the associated box constructions via the digging wheels is reduced in order of magnitude to a value of My = Ft1 * Z-gd * sin a = Ft4 * Z-gd * sin α and the oppositely directed bending moments - My = Ft2 * Z-gd * sin α = Ft3 * Z-gd * sin α (Figure 6). The distance Z-gd here is equal to the vertical distance between the center line of the digging wheels (51.52,54.55) and the center line of the box constructions (53.56). Angle α here is equal to the angle between the tangential ground reaction force Ft_1 and the vertical.

Het resulterende buigend moment op de vakwerkconstructie ten gevolge van de tangentiële grondreactie krachten (Ft1, Ft2, Ft3 en Ft4) is hiermee verwaarloosbaar klein. De resulterende horizontale kracht werkend op de vakwerkconstructie (3) en brugdeel (22) welke door de lierkabels (23) op het brugdeel (22) moeten worden uitgeoefend ten gevolge van de krachten op de graafwielen is dan gelijk aan Fx=4 Fr1*sina en heeft een relatief kleine waarde.The resulting bending moment on the truss structure due to the tangential ground reaction forces (Ft1, Ft2, Ft3 and Ft4) is therefore negligibly small. The resulting horizontal force acting on the truss structure (3) and bridge part (22) which must be exerted by the winch cables (23) on the bridge part (22) as a result of the forces on the digging wheels is then equal to Fx = 4 Fr1 * sina and has a relatively small value.

Figuur 6b laat een paar van ontgravingsmiddelen zien van rij 34 en een paar van ontgravingsmiddelen van rij (35) van onderen zien. De referentienummers hebben dezelfde betekenis als in voorgaande figuren. Balk (3e) is een beschermende constructie. De figuur laat zien hoe stukken waterbodem welke zich tussen ontgravingsmiddelen van rij (34) bevinden en hierdoor niet efficiënt kunnen worden afgegraven door desbetreffende rij (34) nu door de ontgravingsmiddelen van de daarnaast liggende rij (35) kunnen worden afgegraven.Figure 6b shows a pair of excavating means from row 34 and a pair of excavating means from row (35) from below. The reference numbers have the same meaning as in the previous figures. Beam (3rd) is a protective construction. The figure shows how pieces of water bottom which are located between excavation means of row (34) and therefore cannot be efficiently excavated by the relevant row (34), now by the excavation means of the adjacent row (35) can be excavated.

Figuur 7a laat een geleidingskoker (20) zien van brugdeel (22) waardoorheen framewerkbalk (16) loopt zoals weergegeven in Figuur 2. In de figuur is framewerk balk (16) iets teruggetrokken getekend zodat de binnenzijde van de geleidingskoker (20) te zien is. De binnenkant van de geleidingskoker (20) zijn voorzien van verende wielstellen (60) welke een verplaatsing van het brugdeel (22) langs de framewerkbalk (16) in longitudinale richting mogelijk maakt. De wielstellen (60,64) zijn zodanig ïo uitgevoerd dat zij tevens, in gebruik, 6 kinematische vrijheidsgraden van de geleidingskoker (20) in radiale-, tangentiële en rotatie (om de verticale as) richting ten opzichte van de framewerkbalk (16) mogelijk maken. Een dergelijke bewegingsvrijheid van de geleidingskoker (20) ten opzichte van de framewerk balk (16) is belangrijk en voorkomt klemkrachten wanneer het in figuur 2 weergegeven brugdeel (22) door de lieren (23) langs de framewerk balken (18,19) wordt verplaatst. De framewerkbalk (16) is opgebouwd uit drie parallel gepositioneerde buizen (61) welke een driehoekige doorsnede vormen en samen een stijf geheel vormen. De buitenkant van deze gecombineerde buizen (61) is voorzien van een vlakke plaat (62) voorzien van een rail (59) waarop de wielstellen (60) kunnen aangrijpen. De drie buizen (61) en de vlakke plaat (62) vormen tezamen een op een driehoek gelijkende doorsnede van de framewerkbalk (16).Figure 7a shows a guide sleeve (20) of bridge part (22) through which frame toolbar (16) runs as shown in Figure 2. In the figure, frame toolbar (16) is drawn slightly withdrawn so that the inside of the guide tube (20) can be seen . The inside of the guide tube (20) are provided with resilient wheel sets (60) which enable a displacement of the bridge part (22) along the frame toolbar (16) in the longitudinal direction. The wheel sets (60, 64) are designed in such a way that, in use, they also allow 6 kinematic degrees of freedom of the guide sleeve (20) in radial, tangential and rotation (about the vertical axis) direction relative to the frame toolbar (16) to make. Such freedom of movement of the guide sleeve (20) relative to the frame beam (16) is important and prevents clamping forces when the bridge part (22) shown in Figure 2 is moved by the winches (23) along the frame beams (18, 19) . The frame toolbar (16) is made up of three tubes (61) positioned in parallel which form a triangular section and together form a rigid whole. The outside of these combined tubes (61) is provided with a flat plate (62) provided with a rail (59) on which the wheel sets (60) can engage. The three tubes (61) and the flat plate (62) together form a triangle-like section of the frame toolbar (16).

Figuur 7b laat een dwarsdoorsnede zien van de framewerkbalk (16) en de geleidingskoker (20), waarin meer in detail de interactie is te zien tussen de evenredig over de omtrek van de framewerkbalk (16) verdeelde en hieraan bevestigde geleidingsbanen/rails (59) en de verende wielstellen (60,64). De vlakke platen waarop de puntlast van de geleidingswielen wordt uitgeoefend kunnen worden verstevigd door de toepassing van radiale plaatelementen (59a) of binnen de holten van de omtrek framewerkbalk (16) en gecombineerde buizen (61) passende en gefixeerde buizen (59b).Figure 7b shows a cross-section of the frame toolbar (16) and the guide sleeve (20), in which the interaction can be seen in more detail between the guide tracks / rails (59) distributed proportionally over the circumference of the frame toolbar (16) and the spring wheel sets (60.64). The flat plates on which the point load of the guide wheels is exerted can be reinforced by the use of radial plate elements (59a) or fitting and fixed tubes (59b) within the cavities of the peripheral frame toolbar (16) and combined tubes (61).

Figuur 7c laat een dwarsdoorsnede zien van de framewerkbalk (16) en de geleidingskoker (20). De verende wielstellen zijn nu verende rollen (69a) welke verend zijn opgehangen aan een wielstel zoals in Figuur 8c verder is geïllustreerd.Figure 7c shows a cross-section of the frame toolbar (16) and the guide sleeve (20). The spring wheel sets are now spring rollers (69a) which are spring-mounted on a wheel set as further illustrated in Figure 8c.

Figuur 8a laat wielstellen (60,64) van Figuur 7 in meer detail zien. Het wielstel (60) is voorzien van een u-vormige basis plaat (62). Basisplaat (62) wordt aan zijn onderzijde vastgemaakt aan de binnenzijde van geleidingskoker (20) zodanig dat de opstaande uiteinden van de U-vormige basisplaat naar de binnenkant van de geleidingskoker (20 wijzen. Tussen de opstaande uiteinden van de U-vormige basis plaat (62) is een vierwielig stelsel (63) verend ingeklemd door middel van veren (65). Op vierwielig stelsel (63) vormt weer de basis van een wielstel (64) welk wiel (67) haaks op de richting van de wielen van het vierwielig stelsel (63) staat. Het wielstel (64), waarin wiel (67) is opgenomen, is gefixeerd aan de stilstaande assen (66) van ïo het vierwielig stelsel (63) en is door de verticale veren (65a) van het wielstel (64) in staat om een beweging in radiale richting op te nemen. Het wiel (67) van wielstel (64) grijpt aan op de buitenzijde van de framewerk balk (16) gefixeerde geleidingsbanen/rails (59) zoals Figuur 7a laat zien en zorgt in gebruik voor een doorvoer in de x’ richting. Door de verende ophanging van het vierwielig stelsel waarop wielstel (64) is gepositioneerd kan wielstel (64) een kleine verplaatsing maken in een nagenoeg tangentiëie richting (y’ richting in Figuur 8a) ten opzichte van de binnenkant van de geleidingskoker (20) waarop wielstel (60,64) is gemonteerd.Figure 8a shows wheel sets (60, 64) of Figure 7 in more detail. The wheel set (60) is provided with a U-shaped base plate (62). Base plate (62) is fixed on its underside to the inside of guide sleeve (20) such that the upright ends of the U-shaped base plate point to the inside of the guide sleeve (20. Between the upright ends of the U-shaped base plate ( 62) is a four-wheel system (63) resiliently clamped by means of springs (65) On four-wheel system (63) again forms the basis of a wheel set (64) which wheel (67) is perpendicular to the direction of the wheels of the four-wheel The wheel set (64), in which wheel (67) is received, is fixed to the stationary shafts (66) of the four-wheel system (63) and is fixed by the vertical springs (65a) of the wheel set (65). 64) capable of recording a movement in radial direction The wheel (67) of the wheel set (64) engages fixed tracks or rails (59) fixed on the outside of the frame beam (16) as shown in Figure 7a and ensures in use for a transit in the x 'direction, due to the resilient suspension of h The four-wheel system on which the wheel set (64) is positioned can wheel set (64) make a small displacement in a substantially tangential direction (y 'direction in Figure 8a) relative to the inside of the guide sleeve (20) on which wheel set (60, 64) is mounted.

Figuur 8b laat in detail zien hoe wielstel (64) uit figuur 8a in radiale richting een hoekverdraaiing ψ kan ondergaan waardoor de krachten op de wielen (67) en geledingsbanen/rails (59) van de framewerkbalk (16) sterk worden gereduceerd.Figure 8b shows in detail how the wheel set (64) of Figure 8a can undergo angular rotation ψ, whereby the forces on the wheels (67) and articulation tracks / rails (59) of the frame toolbar (16) are greatly reduced.

Figuur 8C laat een rol (69a) zien welke verend middels veren (65a) is verbonden met twee wielstellen (60) zoals besproken in Figuur 8a.Figure 8C shows a roller (69a) which is resiliently connected by means of springs (65a) to two wheel sets (60) as discussed in Figure 8a.

Figuur 9 laat op een schematische wijze zien hoe de uiteinden van de framewerkbalken (16,17) en de uiteinden van de dwarsbalken (18,19) verend zijn verbonden met een hoekpunt in elk van de vier hoeken (24,25,26,27) van het rechthoekig frame (15). De sleden (33) zijn verend (73) verbonden met de hoekpunten (24,25,26,27) zodat wanneer het rechthoekig frame (15) is verankerd in de waterbodem het rechthoekig framewerk (15) een verende geometrie heeft met 6 kinematische vrijheidsgraden. De verende verbinding van de framewerkbalken en de dwarsbalken met de hoekpunten is middels een bolscharnier (70), een koppelstuk (71) en een veer (72). De bolscharnieren (70) laten hierbij gelimiteerde hoekvedraaiingen (φ2, Θ2, ψ2) van de framewerkbalken (16,17) en dwarsbalken (18,19) ten opzichte van de hoekpunten (24,25,26,27) toe. De verplaatsingen van de hoekpunten (24,25,26,27) in het horizontale xy-vlak worden mogelijk gemaakt door de in- of uitdrukking van veerelementen (72) en de hoek verdraaiingen van de bolscharnieren (70). Teneinde de sleden (33) in staat te stellen de contouren van de waterbodem goed te volgen worden aan de sleden kinematische vrijheidsgraden (x, y, z, φ, θ, ψ) toegekend welke bereikt worden middels veer (73), hydraulische cilinder (74), bolscharnieren (70) en de veren (72) van de hoekpunten (24,25,26,27). Vanwege de kinematische vrijheidsgraden (x, y, z φ, θ, ψ) van de sleden (33) worden de sleden in staat gesteld bij horizontale verplaatsingen van het framewerk (15) de contouren van de waterbodem goed te volgen. Bovendien zullen de momenten ter plaatse van de ïo hoekpunten (24,25,26,27) door de flexibilitieit van het framewerk (15) sterk worden gereduceerd. De verplaatsingen (Y7, Z7) en hoekverdraaiingen (φ7, Θ7, ψ7) van het brugdeel (22) worden gerealiseerd door de in figuur 7a-c weergegeven translerende en roterende verende wielstellen (60,64) en een longitudinale verplaatsing (X7) door toedoen van de lieren (23). Aanvrager heeft gevonden dat wanneer een dergelijk framewerk (15) wordt verankerd in de waterbodem een zeer stijf en vormvast framewerk wordt verkregen welke een ongestoorde verplaatsing van brugdeel (22) langs de framewerkbalken (16,17) mogelijk maakt.Figure 9 shows schematically how the ends of the frame members (16, 17) and the ends of the cross members (18, 19) are resiliently connected to a corner point in each of the four corners (24, 25, 26, 27) ) of the rectangular frame (15). The slides (33) are resilient (73) connected to the corner points (24, 25, 26, 27) so that when the rectangular frame (15) is anchored in the water bottom, the rectangular framework (15) has a resilient geometry with 6 kinematic degrees of freedom . The resilient connection of the framework beams and the cross beams to the corner points is by means of a ball joint (70), a coupling piece (71) and a spring (72). The ball hinges (70) hereby allow limited angle turns (φ2, Θ2, ψ2) of the framework beams (16,17) and cross beams (18,19) relative to the corner points (24,25,26,27). The displacements of the angular points (24, 25, 26, 27) in the horizontal xy plane are made possible by the expression or expression of spring elements (72) and the angular rotations of the ball joints (70). In order to enable the carriages (33) to properly follow the contours of the water bottom, the carriages are assigned kinematic degrees of freedom (x, y, z, φ, θ, ψ) which are achieved by means of spring (73), hydraulic cylinder ( 74), ball joints (70) and the springs (72) of the angular points (24,25,26,27). Due to the kinematic degrees of freedom (x, y, z φ, θ, ψ) of the slides (33), the slides are enabled to follow the contours of the water bottom when horizontal movements of the framework (15) are made. Moreover, the moments at the location of the corner points (24, 25, 26, 27) will be greatly reduced by the flexibility of the framework (15). The displacements (Y7, Z7) and angular rotations (φ7, Θ7, ψ7) of the bridge part (22) are realized by the translating and rotating resilient wheel sets (60,64) and a longitudinal displacement (X7) shown in Figs. 7a-c at the hands of the winches (23). Applicant has found that when such a framework (15) is anchored in the water bottom, a very rigid and form-retaining framework is obtained which allows an undisturbed displacement of bridge part (22) along the framework beams (16, 17).

Figuur 10-13 laat een mogelijke uitvoering zien van een brug (84). Teneinde een grotere verticale verplaatsing van de rijen van ontgravingsmiddelen te realiseren ten opzichte van het framewerk (15) zijn de rijen ontgravingsmiddelen (34,35), de vakwerkconstructie (3) en de doosconstructie (5) onderdeel van een telescopische constructie. Figuur 10 laat deze constructie zien waarbij de rijen (34,35) geheel omhoog getrokken zijn middels lierkabels (80), hydraulische cilinders (81) hydraulische cilinders (82) en hydraulische cilinders (7). Lierkabels (80) kunnen de vakwerkconstructie (3) en de daarmee verbonden rijen van ontgravingsmiddelen (34,35) in verticale richting verplaatsen ten opzichte van een brugdeel (84). De lierkabels (80) zorgen ook voor een rotatiestabiliteit van doosconstructie (5) om de as die door de doosconstructie loopt van framewerkbalk (16) naar framewerkbalk (17) (zie figuren 1 en 2).Figure 10-13 shows a possible embodiment of a bridge (84). In order to achieve a greater vertical displacement of the rows of excavating means relative to the framework (15), the rows of excavating means (34.35), the framework construction (3) and the box construction (5) are part of a telescopic construction. Figure 10 shows this construction in which the rows (34, 35) are fully pulled up by means of winch cables (80), hydraulic cylinders (81), hydraulic cylinders (82) and hydraulic cylinders (7). Winch cables (80) can move the truss structure (3) and the rows of excavation means (34,35) connected thereto in vertical direction relative to a bridge part (84). The winch cables (80) also provide rotational stability of box structure (5) about the axis that runs through the box structure from frame toolbar (16) to frame toolbar (17) (see Figures 1 and 2).

Brugdeel (84) is een gemodificeerd brugdeel (22) en is ook voorzien van geleidingskokers (niet getoond) om langs de framewerkbalken zich te kunnen verplaatsen. Brugdeel (84) is voorzien van hydraulische cilinders (81) welke een doosvormige constructie (85) verticaal kan laten bewegen. Doos constructie (85) is open aan zijn boven en onder einde. Doosconstructie (5) voorzien van vier opstaande wanden (86) welke voorzien zijn van verende geleidingswielen (87) voor het geleiden van de binnenwand van de open doosconstructie (85). De binnenwanden (88) van de rechthoekige opening in brugdeel (84) zijn tevens voorzien van verende geleidingswielen (89) voor de geleiding van de buitenwand van de open doosconstructie (85).Bridge part (84) is a modified bridge part (22) and is also provided with guide sleeves (not shown) for moving along the frame beams. Bridge part (84) is provided with hydraulic cylinders (81) which can cause a box-shaped structure (85) to move vertically. Box construction (85) is open at its top and bottom end. Box construction (5) provided with four upright walls (86) which are provided with resilient guide wheels (87) for guiding the inner wall of the open box construction (85). The inner walls (88) of the rectangular opening in bridge part (84) are also provided with resilient guide wheels (89) for guiding the outer wall of the open box construction (85).

In Figuur 11 is de open doosconstructie (85) naar beneden verplaatst door intrekken van hydraulische cilinders (81).In Figure 11, the open box structure (85) is moved downwardly by retracting hydraulic cylinders (81).

In Figuur 12 is de doosconstructie (5) naar beneden verplaatst door uitstrekken io van hydraulische cilinders (82).In Figure 12, the box structure (5) has been moved downwardly by extending hydraulic cylinders (82).

In Figuur 13 is de vakwerkconstructie (3) en de daarmee verbonden rijen (34,35) van ontgravingsmiddelen naar beneden verplaats door intrekken van hydraulische cilinders (7).In Figure 13, the truss structure (3) and the rows (34,35) of excavation means connected thereto are moved downwards by retracting hydraulic cylinders (7).

Een dergelijke brug welke is getoond in Figuren 10-13 kan als verplaatsbaar 15 brugdeel deel uitmaken van een afzinkbaar framewerk (15). De framewerkbalken en de dwarsbalken kunnen met lucht worden gevuld teneinde het framewerk (15) vanaf de waterbodem naar het wateroppervlak te verplaatsen.Such a bridge which is shown in Figures 10-13 can form part of a sinkable framework (15) as a movable bridge part. The framework beams and the cross beams can be filled with air in order to move the framework (15) from the water bottom to the water surface.

Figuur 14a-d laat een graafinstallatie volgens de uitvinding zien waarbij de brug (5) verend is verbonden met een drijvend vaartuig (90) middels vier aan de bovenzijde van veren voorziene hydraulische cilinders (91) welke zich vanuit het drijvend vaartuig (90) naar onderen naar de brug (5) uitstrekken. In Figuren 14c-d is een enkele rij van ontgravingsmiddelen te zien. De brug (5) kan ook een telescopische brug zijn volgens Figuren 10-13. Elk van de vier hydraulische cilinders (91) zijn aan hun bovenzijde middels een bolscharnier (92) verbonden met het vaartuig (90) en aan hun onderzijde middels een bolscharnier (93) verbonden met de brug (5). Verbonden met het vaartuig (90) is hier middels een met het vaartuig (90) verbonden vakwerk (100). Bolscharnieren (92) kunnen via het vakwerk (100) middels een cilinder (101) parallel met de richting van de rij met ontgravingsmiddelen verplaatsen. Op deze wijze kan de richting van cilinder (91) ten opzichte van brug (5) nagenoeg verticaal gehouden worden wanneer het drijvende vaartuig rolt ten gevolge van golfbewegingen. Cilinders (101) en (91) zullen in lengte worden aangepast in reactie of anticipatie van de beweging van het drijvend vaartuig zodanig dat de ontgravingsmiddelen met een nagenoeg constante verticale kracht op de waterbodem worden gedrukt. De veer aan de bovenzijde van de cilinder (91) heeft bij voorkeur een kleinere veerstijfheid dan de veerstijfheid van de hydraulische cilinder. Door deze constructie is er een volledige ontkoppeling tussen de bewegingen van het drijvend vaartuig (90) en brug (5) met behoud van de noodzakelijke verticale aandrukkracht op de ontgravingsmiddelen. Het onder uiteinde van hydraulische cilinders (91) is via bolscharnieren (93) verbonden met de brug (5). Met behulp van cilinders (91) kunnen de reeds besproken brug (5), hierin opgenomen hydraulische cilinders (7), kolommen (6) en twee rijen ontgravingsmiddelen (34,35) van de waterbodem (102) worden getild of op de waterbodem (102) worden gepositioneerd. Voorts is ook wateroppervlak (103) ïo getekend. Brug (5) is voorzien van vier opstaande wanden (104) welke middels een veelvoud van veren (107,109) en rolopleggingen (105,108) langs de wanden zijn opgesloten in een opening (106) van het drijvend vaartuig (90). Door deze verende ophanging van brug (5) worden kleine slinger- en stampbewegingen van het vaartuig (90) onder invloed van golfbewegingen opgevangen.Figure 14a-d shows an excavating device according to the invention, wherein the bridge (5) is resiliently connected to a floating vessel (90) by means of four hydraulic cylinders (91) which are provided with springs on the top and which extend from the floating vessel (90) to extend down to the bridge (5). Figures 14c-d show a single row of excavating means. The bridge (5) can also be a telescopic bridge according to Figures 10-13. Each of the four hydraulic cylinders (91) are connected at their top by means of a ball joint (92) to the vessel (90) and at their bottom by means of a ball joint (93) connected to the bridge (5). Connected to the vessel (90) here is through a truss (100) connected to the vessel (90). Ball joints (92) can move via the framework (100) by means of a cylinder (101) parallel to the direction of the row of excavating means. In this way, the direction of cylinder (91) with respect to bridge (5) can be kept almost vertical when the floating vessel is rolling due to wave movements. Cylinders (101) and (91) will be adjusted in length in response to or anticipation of the movement of the floating vessel such that the excavating means are pressed onto the water bottom with a substantially constant vertical force. The spring on the top of the cylinder (91) preferably has a smaller spring stiffness than the spring stiffness of the hydraulic cylinder. Due to this construction, there is complete decoupling between the movements of the floating vessel (90) and bridge (5) while maintaining the necessary vertical pressing force on the excavating means. The lower end of hydraulic cylinders (91) is connected to the bridge (5) via ball joints (93). Cylinders (91) can be used to lift the bridge (5), hydraulic cylinders (7), columns (6) and two rows of excavating means (34,35) already excavated from the water bottom (102) or onto the water bottom ( 102). Furthermore, water surface (103) is also drawn. Bridge (5) is provided with four upright walls (104) which are enclosed along a plurality of springs (107, 109) and roller supports (105, 108) along the walls in an opening (106) of the floating vessel (90). Due to this resilient suspension of bridge (5), small swinging and pitching movements of the vessel (90) are absorbed under the influence of wave movements.

Figuur 15 laat zien hoe een afzinkbaar en rechthoekig framewerk (15) van Figuur is verankerd middels schroefankers (33a) op waterbodem (102) en op grote waterdiepte onder het wateroppervlak (103). In Figuur 15a wordt het brugdeel (22) middels lieren (23) van rechts naar links verplaatst. Hierbij graven de rijen (34,35) van ontgravingsmiddelen een geul (104). In Figuur 15b is het brugdeel (22) in zijn uiterste linker positie waarna vanuit stilstand de ontgravingsmiddelen een verticale aanzet wordt gegeven door de aandrukkracht van de hydraulische cilinders op de vakwerkconstructie (3) en de richting wordt omgedraaid, waarna de ontgravingsmiddelen, de hydraulische cilinders, kolommen en het brugdeel (22) middels lieren (23) naar rechts wordt verplaatst. Hierbij wordt een volgende laag van de waterbodem afgegraven en ontstaat een diepere geul (104) zoals weergegeven in Figuur 15c. De arcering in Figuur 15 geeft aan welke compartimenten zijn gevuld met water waarbij de lichte arcering in framewerkbalk (16) aangeeft dat er lucht aanwezig is in de twee bovenste buizen (61) en water in onderste buis (16).Figure 15 shows how a sinkable and rectangular framework (15) of Figure is anchored by means of screw anchors (33a) on water bottom (102) and at large water depth below the water surface (103). In Figure 15a the bridge part (22) is moved from right to left by means of winches (23). The rows (34,35) of excavating means hereby dig a trench (104). In Figure 15b the bridge part (22) is in its extreme left position, after which the excavation means are given a vertical start from a standstill by the pressure force of the hydraulic cylinders on the truss construction (3) and the direction is reversed, after which the excavation means, the hydraulic cylinders , columns and the bridge section (22) are moved to the right by means of winches (23). A subsequent layer is dug off the water bottom and a deeper trench (104) as shown in Figure 15c is created. The shading in Figure 15 indicates which compartments are filled with water with the light shading in frame toolbar (16) indicating that air is present in the two upper tubes (61) and water in the lower tube (16).

Figuur 16 laat zien hoe het rechthoekig framewerk (15) van Figuur 2 kan worden verbonden met een drijvend vaartuig (110) middels een framewerk (111) en 4 cilinders (112). De vier cilinders zijn verbonden met de hoekpunten (24,25,26,27) en met het framewerk (111) op eenzelfde wijze als weergegeven in figuur 14a en 14b. In de figuur zijn de ankers en ondersteuningsmiddelen weergegeven. Het moge duidelijk zijn dat deze ankers en ondersteuningsmiddelen in deze uitvoering geen functie hebben. Echter het is niet ondenkbaar dat het framewerk (15) afwisselend wordt gebruikt in de uitvoering volgens figuur 16 en in de uitvoering volgens figuur 15. Door cilinders (112) los te koppelen bij de hoekpunten (24,25,26,27) kan het framewerk eenvoudig afzinken en onder het drijvend vaartuig (110) vandaan worden gepositioneerd.Figure 16 shows how the rectangular framework (15) of Figure 2 can be connected to a floating vessel (110) through a framework (111) and 4 cylinders (112). The four cylinders are connected to the corner points (24, 25, 26, 27) and to the framework (111) in the same manner as shown in Figures 14a and 14b. The anchors and supporting means are shown in the figure. It will be clear that these anchors and supporting means have no function in this embodiment. However, it is not inconceivable that the framework (15) is used alternately in the embodiment according to Figure 16 and in the embodiment according to Figure 15. By disconnecting cylinders (112) at the corner points (24, 25, 26, 27) it can Simply sink the framework and be positioned underneath the floating vessel (110).

Figuur 16 laat ook twee drijvende laadbakken (114) zien waarin de afgegraven grond kan worden verzameld. Middels leidingen (113) wordt de afgegraven grond middels pompen (niet geïllustreerd) op het framewerk (15) naar deze bakken ïo getransporteerd.Figure 16 also shows two floating loading buckets (114) in which the excavated soil can be collected. Pipes (113) transport the excavated soil to these trays by means of pumps (not illustrated) on the framework (15).

Figuur 17 laat een graafwiel (1) zien welke is uitgevoerd met een bodem compensator bestaande uit twee bolvormig schermen (121) welke schermen (121) draaibaar zijn verbonden met de rotatie as van het wiel (1). Indien het graafwiel een obstakel in de waterbodem tegenkomt zoals in Figuur 17 middels kracht Fg getoond zal door de bolvormige ontwerp van het scherm (121) het graafwiel een opwaartse kracht ondervinden. Een gedeelte van deze kracht wordt opgevangen door veren (120) waarmee het scherm aan zijn boveneinde is verbonden met doosconstructie (39).Figure 17 shows a digging wheel (1) which is equipped with a bottom compensator consisting of two spherical screens (121), which screens (121) are rotatably connected to the axis of rotation of the wheel (1). If the digging wheel encounters an obstacle in the water bottom as shown in Figure 17 by force Fg, the spherical design of the screen (121) will cause the digging wheel to move upwards. A portion of this force is absorbed by springs (120) with which the screen is connected at its upper end to box construction (39).

Figuur 18a laat zien hoe een graafwiel (1) draaibaar om de as in de dwarsrichting is verbonden met de vakwerkconstructie (3). Hiertoe bestaat de vakwerkconstructie (3) uit een star gedeelte (3a) en een draaibaar gedeelte (3b). Draaibaar gedeelte (3b) is op zijn beurt verbonden met het graafwiel (1) zoals ook weergegeven in Figuur (5a). De draaibare as (141) is voorzien van starre torsieveren (140).Figure 18a shows how a digging wheel (1) is rotatably connected about the axis in the transverse direction to the truss structure (3). For this purpose, the truss structure (3) consists of a rigid section (3a) and a rotatable section (3b). Rotatable section (3b) is in turn connected to the digging wheel (1) as also shown in Figure (5a). The rotating shaft (141) is provided with rigid torsion springs (140).

Figuur 18b laat zien hoe een graafwiel (1) cardanisch is verbonden met vakwerkconstructie (3). Het graafwiel is nu draaibaar om een as (141) in dwarsrichting en draaibaar om een as (143) in longitudinale richting verbonden met de vakwerkconstructie (3). Assen (141, 143) zijn voorzien van starre torsieveren (140) en (142) respectievelijk zodat de draaibare gedeeltes (3b) en (3c) van de vakwerkconstructie terug worden gebracht naar hun horizontale positie nadat bijvoorbeeld een stootbelasting op het graafwiel (1) heeft plaatsgevonden.Figure 18b shows how a digging wheel (1) is cardanically connected to lattice construction (3). The digging wheel is now rotatable about an axis (141) in the transverse direction and rotatable about an axis (143) in the longitudinal direction connected to the truss structure (3). Shafts (141, 143) are provided with rigid torsion springs (140) and (142), respectively, so that the rotatable sections (3b) and (3c) of the truss structure are returned to their horizontal position after, for example, an impact load on the excavator wheel (1) occurred.

Claims (22)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Graafinstallatie omvattende ontgravingsmiddelen waarbij meer dan één ontgravingsmiddel naast elkaar staan opgesteld in een rij vanAn excavator comprising excavating means wherein more than one excavating means are arranged next to each other in a row of 5 ontgravingsmiddelen en waarbij meerdere van deze rijen van ontgravingsmiddelen achter elkaar staan opgesteld en waarbij de ontgravingsmiddelen van een rij versprongen staan opgesteld ten opzichte van de ontgravingsmiddelen van een daarnaast liggende rij.5 excavating means and wherein a plurality of these rows of excavating means are arranged one behind the other and wherein the excavating means of a row are staggered with respect to the excavating means of an adjacent row. ïoio 2. Een graafinstallatie volgens conclusie 1, waarbij de ontgravingsmiddelen in twee of drie rijen achter elkaar staan opgesteld.An excavator according to claim 1, wherein the excavating means are arranged in two or three rows behind each other. 3. Een graafinstallatie volgens een der conclusies 1 -2, waarbij een rij van ontgravingsmiddelen 3 tot met 30 ontgravingsmiddelen omvat.3. An excavating installation according to any one of claims 1-2, wherein a row of excavating means comprises 3 to 30 excavating means. 4. Een graafinstallatie volgens een der conclusies 1 -3, waarbij de ontgravingsmiddelen graafwielen, drumcutters, sleepkoppen, cutters en/of ploegen zijn.A digging installation according to any one of claims 1-3, wherein the excavating means are digging wheels, drum cutters, drag heads, cutters and / or plows. 20 5. Een graafinstallatie volgens conclusies 1 -4, waarbij de ontgravingsmiddelen zijn verbonden met een stijve constructie welke stijve constructie is gepositioneerd verticaal boven de ontgravingsmiddelen en verbonden middels een verende verbinding om de verticale stootbelasting op het ontgravingsmiddel op te vangen en door te leiden naar de stijve constructie.5. An excavator according to claims 1-4, wherein the excavating means are connected to a rigid structure, which rigid structure is positioned vertically above the excavating means and connected by means of a resilient connection for absorbing the vertical impact load on the excavating means and passing on to the rigid construction. 6. Een baggerwerktuig volgens conclusie 5, waarbij de ontgravingsmiddelen draaibaar om een as in dwarsrichting en/of om een as in longitudinale richting met de stijve constructie zijn verbonden.A dredging tool according to claim 5, wherein the excavating means are rotatably connected to the rigid structure about an axis in the transverse direction and / or about an axis in the longitudinal direction. 30 7. Een graafinstallatie volgens een der conclusies 1 -6, waarbij de ontgravingsmiddelen wielen omvatten welke roteren om een ongeveer horizontale as, waarbij de ontgravingsmiddelen in paren van twee in een rij staan opgesteld en waarbij het roterende wiel van het eerste ontgravingsmiddel van een paar in gebruik een tegengestelde rotatierichting heeft ten opzichte van de rotatierichting van het roterende wiel van het tweede ontgravingsmiddel van het paar.7. An excavator according to any of claims 1-6, wherein the excavating means comprise wheels which rotate about an approximately horizontal axis, wherein the excavating means are arranged in pairs of two in a row and wherein the rotating wheel of the first excavating means of a pair in use has an opposite direction of rotation with respect to the direction of rotation of the rotating wheel of the second excavating means of the pair. 5 8. Een graafinstallatie volgens conclusie 7, waarbij de ontgravingsmiddelen per paar zijn verbonden met een stijve constructie welke stijve constructie is gepositioneerd verticaal boven de ontgravingsmiddelen en verbonden middels een verende verbinding met de paren van ontgravingsmiddelen om de verticale stootbelasting en continue variërende en fluctuerende belasting op het paar van ïo ontgravingsmiddelen op te vangen en door te leiden naar de stijve constructie die is gepositioneerd verticaal boven de stijve constructie.8. An excavator according to claim 7, wherein the excavating means per pair are connected to a rigid structure, which rigid structure is positioned vertically above the excavating means and connected by means of a resilient connection to the pairs of excavating means around the vertical impact load and continuously varying and fluctuating load. to receive on the pair of excavating means and direct it to the rigid structure which is positioned vertically above the rigid structure. 9. Een graafinstallatie volgens een der conclusies 1 -8, waarbij elk van de ontgravingsmiddelen zijn verbonden met een zuigbuis voor het afvoeren van hetA digging installation according to any one of claims 1-8, wherein each of the excavating means is connected to a suction pipe for discharging the 15 door de ontgravingsmiddelen afgegraven grond/water mengsel.15 soil / water mixture excavated by the excavation means. 10. Een graafinstallatie volgens een der conclusies 6-9, waarbij de stijve constructie verend verbonden is met een brug gepositioneerd verticaal boven de stijve constructie.An excavator according to any of claims 6-9, wherein the rigid structure is resiliently connected to a bridge positioned vertically above the rigid structure. 11. Een graafinstallatie volgens conclusie 10, waarbij de brug middels meerdere lineaire actuatoren is verbonden met de daaronder gepositioneerde stijve constructie zodanig dat in gebruik de lineaire actuatoren een instelbare en verticale aandrukkracht uitoefenen op de ontgravingsmiddelen.An excavator according to claim 10, wherein the bridge is connected by means of a plurality of linear actuators to the rigid structure positioned below such that in use the linear actuators exert an adjustable and vertical pressing force on the excavating means. 12. Een graafinstallatie volgens een der conclusies 10-11, waarbij de brug een doosconstructie heeft.12. An excavator according to any one of claims 10-11, wherein the bridge has a box construction. 13. Een graafinstallatie volgens een der conclusies 10-12, waarbij de brug verend isA digging installation according to any of claims 10-12, wherein the bridge is resilient 30 verbonden met een drijvend vaartuig middels meerdere lineaire actuatoren welke zich vanuit het drijvend vaartuig naar onderen naar de brug uitstrekken en waarbij de uiteinden van de actuatoren middels bolscharnieren zijn verbonden met de brug en het drijvend vaartuig.30 connected to a floating vessel by means of a plurality of linear actuators which extend downwards from the floating vessel to the bridge and wherein the ends of the actuators are connected by ball joints to the bridge and the floating vessel. 14. Een graafinstallatie volgens een der conclusies 10-12, waarbij de brug in een longitudinale richting kan bewegen langs twee parallel en in de longitudinaleA digging installation according to any of claims 10-12, wherein the bridge can move in a longitudinal direction along two parallel and in the longitudinal 5 richting gepositioneerde framewerkbalken welke met twee dwarsbalken een framewerk vormen.5 positioned framework beams which form a framework with two cross beams. 15. Een graafinstallatie volgens conclusie 14, waarbij de beweegbare brug is verbonden met de twee dwarsbalken door middel van lierkabels welke lierkabels ïo een longitudinale beweging van de beweegbare brug langs de twee parallel gepositioneerde framewerkbalken mogelijk maken.An excavator according to claim 14, wherein the movable bridge is connected to the two cross beams by means of winch cables, which winch cables enable longitudinal movement of the movable bridge along the two parallel positioned frame beams. 16. Een graafinstallatie volgens een der conclusies 14-15, waarbij de beweegbare brug aan elk van zijn uiteinden een geleidingskoker omvat, waarbij door deA digging installation according to any one of claims 14-15, wherein the movable bridge comprises a guide tube at each of its ends, wherein through the 15 opening van elk van de kokers een van de twee parallel gepositioneerde framewerkbalken lopen zodat de beweegbare brug zich in de longitudinale richting van de framewerkbalken kan verplaatsen.In the opening of each of the tubes one of the two parallel-positioned frame beams runs so that the movable bridge can move in the longitudinal direction of the frame beams. 17. Een graafinstallatie volgens conclusie 16, waarbij de geleidingskokers aan zijnA digging installation according to claim 16, wherein the guide tubes are on 20 binnenkant zijn voorzien van verende wielstellen en/of verende rollen welke in gebruik de framewerkbalken 6 kinematische graden van vrijheid kunnen geven ten opzichte van de geleidingskoker.Inside are provided with spring wheel sets and / or spring rollers which, in use, can give the framework beams 6 kinematic degrees of freedom with respect to the guide sleeve. 18. Een graafinstallatie volgens een der conclusies 14-17, waarbij de hoekpuntenAn excavator according to any one of claims 14-17, wherein the vertices 25 van het framewerk zijn voorzien van middelen om het rechthoekig frame te kunnen verankeren met de waterbodem.25 of the framework are provided with means for being able to anchor the rectangular frame with the water bottom. 19. Een graafinstallatie volgens conclusie 18, waarbij de hoekpunten van het rechthoekig frame zijn voorzien van een ondersteuningsmiddel.19. An excavator according to claim 18, wherein the corner points of the rectangular frame are provided with a supporting means. 20. Een graafinstallatie volgens een der conclusies 14-19, omvattende een of meerdere middelen om het rechthoekig frame horizontaal te verplaatsen.A digging installation according to any one of claims 14-19, comprising one or more means for horizontally displacing the rectangular frame. 21. Een graafinstallatie volgens een der conclusies 19-20, waarbij het de uiteinden van de framewerkbalken en de uiteinden van de dwarsbalken verend en middels een bolscharnier zijn verbonden met een hoekpunt in elk van de vier hoeken van het rechthoekig frame en waarbij de middelen om het rechthoekig frame teA digging installation according to any one of claims 19-20, wherein the ends of the framework beams and the ends of the cross beams are resiliently connected by means of a ball joint to a corner point in each of the four corners of the rectangular frame and wherein the means for the rectangular frame 5 kunnen verankeren verend zijn verbonden met de hoekpunten en waarbij de optionele ondersteuningsmiddelen verend zijn verbonden met de hoekpunten.5 can be anchored resiliently connected to the corner points and wherein the optional support means are resiliently connected to the corner points. 22. Een graafinstallatie volgens een der conclusies 14-21, waarbij deze afzinkbaar is.A digging installation according to any of claims 14-21, wherein it can be sunk. 23. Een graafinstallatie volgens conclusie 22, waarbij de framewerk balken, dwarsbalken, de hoekpunten en de beweegbare brug compartimenten omvatten welke met gas en/of water gevuld kunnen worden teneinde de graafinstallatie te kunnen laten drijven of laten afzinken.A digging installation as claimed in claim 22, wherein the framework beams comprise beams, cross beams, the vertices and the movable bridge compartments which can be filled with gas and / or water in order to allow the digging installation to float or sink. 24. Drijvend vaartuig welke middels lineaire actuatoren is verbonden met een stijve constructie omvattende een rij van 3 tot 30 ontgravingsmiddelen welke stijve constructie onder het drijvend vaartuig is gepositioneerd en waarbij de lineaire actuatoren via een bolscharnier zijn verbonden aan het drijvend vaartuig enA floating vessel which is connected by linear actuators to a rigid structure comprising a row of 3 to 30 excavating means, which rigid structure is positioned under the floating vessel and wherein the linear actuators are connected to the floating vessel via a ball joint and 20 middels een bolscharnier zijn verbonden aan de stijve constructie.20 are connected to the rigid construction by means of a ball joint. 25. Drijvend vaartuig volgens conclusie 24, waarbij de verbinding met het drijvend vaartuig middels een lineaire actuator verplaatsbaar is verbonden in de richting van de rij van ontgravingsmiddelen.A floating vessel according to claim 24, wherein the connection to the floating vessel is movably connected by a linear actuator in the direction of the row of excavating means. 1/22 oo co1/22 oo co
NL2018069A 2016-12-23 2016-12-23 EXCAVATOR NL2018069B1 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2018069A NL2018069B1 (en) 2016-12-23 2016-12-23 EXCAVATOR
US16/470,654 US20190376256A1 (en) 2016-12-23 2017-12-22 Excavation installation
EP17828793.4A EP3559353A1 (en) 2016-12-23 2017-12-22 Excavation installation
PCT/NL2017/050871 WO2018117840A1 (en) 2016-12-23 2017-12-22 Excavation installation

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2018069A NL2018069B1 (en) 2016-12-23 2016-12-23 EXCAVATOR

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2018069B1 true NL2018069B1 (en) 2018-07-02

Family

ID=58455591

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2018069A NL2018069B1 (en) 2016-12-23 2016-12-23 EXCAVATOR

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20190376256A1 (en)
EP (1) EP3559353A1 (en)
NL (1) NL2018069B1 (en)
WO (1) WO2018117840A1 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN114809160B (en) * 2022-04-20 2023-10-20 自然资源部第二海洋研究所 Anti-clogging dredging structure and dredging method based on dam engineering

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4084334A (en) * 1975-04-15 1978-04-18 Ballast-Nedam Groep N.V. Suction dredge with swell compensating ladder mount
US20060032094A1 (en) * 2004-08-10 2006-02-16 Compagnie Du Sol Machine for digging a trench and making a wall in said trench
WO2010066757A1 (en) * 2008-12-12 2010-06-17 Dredging International N.V. Drag head for a trailing suction hopper dredger and method for dredging using this drag head
WO2014153494A2 (en) * 2013-03-22 2014-09-25 Technip France Vertical subsea roller mining tool system and method

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3037461C2 (en) * 1980-10-03 1985-06-13 Engelbrecht + Lemmerbrock Gmbh + Co, 4520 Melle Pneumatic suction device for goods that trickle heavily
JPH07268900A (en) * 1994-03-29 1995-10-17 Ube Ind Ltd Dredging equipment
BE1016291A3 (en) * 2004-09-10 2006-07-04 Dredging Int Towing head for a towing hopper and method for dredging using this towing head.
BE1017861A3 (en) * 2007-11-29 2009-09-01 Dredging Int Towing head of a towing hopper and method for dredging using this towing head.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4084334A (en) * 1975-04-15 1978-04-18 Ballast-Nedam Groep N.V. Suction dredge with swell compensating ladder mount
US20060032094A1 (en) * 2004-08-10 2006-02-16 Compagnie Du Sol Machine for digging a trench and making a wall in said trench
WO2010066757A1 (en) * 2008-12-12 2010-06-17 Dredging International N.V. Drag head for a trailing suction hopper dredger and method for dredging using this drag head
WO2014153494A2 (en) * 2013-03-22 2014-09-25 Technip France Vertical subsea roller mining tool system and method

Also Published As

Publication number Publication date
EP3559353A1 (en) 2019-10-30
US20190376256A1 (en) 2019-12-12
WO2018117840A1 (en) 2018-06-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE112018006006T5 (en) Self-aligning swimming platform to the wind that carries multiple wind turbines and solar for wind and solar power generation and methods of construction thereof
CN102803616A (en) Method and device for creating an underwater foundation of a building
NL2018377B1 (en) METHOD FOR PLACING A WINDMILL
CN110409281B (en) Deepwater bare rock steel trestle
NL2018069B1 (en) EXCAVATOR
JP4700761B1 (en) Water bottom leveling device
CN204662444U (en) Large diameter steel pipe sunk pile fixed guide
CN202899194U (en) Main buoyancy tanks of riverway dredging engineering machinery
JP2015048659A (en) Start reaction device for open shield machine
NL2018068B1 (en) EXCAVATOR
NL2020157B1 (en) Dredging tool
CN202899184U (en) Bucket special for sludge
CN114991072B (en) Working platform and working method for dredging and stone throwing among piles of high-pile wharf
CN202706091U (en) On-water locating and stabilizing mechanism of riverway dredging engineering machinery
US20240141614A1 (en) Trench wall cutting device and method for cutting a cutting trench in the ground
RU2476645C1 (en) Bulldozer with retractable blade
JP6431772B2 (en) Drilling hole creation device
JP2021063435A (en) Conveyance/installation method of box body constituting temporary cofferdam body, and float barge for box body conveyance constituting temporary cofferdam body
CN115262510B (en) River course floater cleaning device
NL2018072B1 (en) A RECTANGULAR FRAME
NL2020312B1 (en) EXCAVATOR
CN113006176B (en) Foundation pit supporting wall slotting equipment
CN217998019U (en) River course floater cleaning device
CN216973340U (en) Bidirectional water flow self-traction hydraulic lifting sewage interception coarse grating
CN110965530B (en) Guide rail type dirt cleaning device

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200101