NL2017664B1 - Stropdassysteem - Google Patents

Abstract

Stropdassysteem, omvattende: een stropdas met een halsdeel , geschikt voor aanbrenging rond een hals van een persoon, een hoofdzakelijk langwerpig borstdeel, dat zich i n aangebrachte toestand voor een borst van de persoon bevindt, en een knoopelement dat het halsdeel met het borstdeel verbindt, waarbij het stropdassysteem ten minste één hoofdzakelijk langwerpig lint omvat dat over het knoopelement van de stropdas is aangebracht. Het ten minste ene lint kan bijvoorb eeld hoofdzakelijk parallel aan een lengterichting van het borstdeel over het knoopelement aangebracht worden o f hoofdzakelijk dwars op een lengterichting van het borstdeel over het knoopelement aangebracht worden.

Description

Stropdassysteem

De uitvinding heeft betrekking op een stropdassysteem, omvattende: een stropdas met een halsdeel, geschikt voor aanbrenging rond een hals van een persoon, een hoofdzakelijk langwerpig borstdeel, dat zich in aangebrachte toestand voor een borst van de persoon bevindt, en een knoopelement dat het halsdeel met het borstdeel verbindt.

Stropdassen zijn bekend uit de praktijk en worden gebruikt voor de verfraaiing van kledingstukken. Over het algemeen bestaan stropdassen uit één geheel, waarbij na het aanbrengen van de stropdas rondom de hals van een persoon, de stropdas wordt geknoopt en er een deel rond de hals, een deel voor de borst en een knoopelement kunnen worden onderscheiden. Doorgaans zijn het borstdeel en het knoopelement zichtbaar en is het halsdeel verborgen onder een kledingstuk, zoals de kraag van een overhemd.

Een probleem met een dergelijke stropdas is dat er vaak meerdere stropdassen nodig zijn met variërende patronen om voor iedere combinatie van verschillende kledingstukken een bijpassende stropdas te verschaffen. Dit resulteert in een grote benodigde hoeveelheid stropdassen wat hoge kosten met zich meebrengt.

Een volgend probleem is dat de knoop van de stropdas vaak niet goed blijft zitten, hetgeen afbreuk doet aan de uitstraling van de persoon die de stropdas draagt. Iemand die een smetteloos uiterlijk nastreeft heeft er belang bij dat de strop van de stropdas recht zit en recht blijft zitten.

Een doel van de onderhavige uitvinding is de hiervoor genoemde problemen tegen te gaan.

Het stropdassysteem volgens de uitvinding bezit het kenmerk dat het stropdassysteem ten minste één hoofdzakelijk langwerpig lint omvat dat over het knoopelement van de stropdas is aangebracht.

Een dergelijk langwerpig lint kan de stabiliteit van de geknoopte stropdas verbeteren zodat de strop beter op zijn plaats blijft en de das goed in positie blijft hangen. Verder is een voordeel dat dit lint aan iedere stropdas een ander uiterlijk kan geven, waardoor deze geschikt is voor combinatie met een variatie aan kledingstukken. Ook is denkbaar dat vele verschillende combinaties van stropdassen en linten gevormd worden door slechts enkele stropdassen en linten. Het aantal verschillende combinaties is dan ook gelijk aan het aantal stropdassen maal het aantal linten.

Het langwerpige lint kan hoofdzakelijk parallel aan een lengterichting van het borstdeel over het knoopelement aangebracht worden. Een dergelijke aanbrenging van het lint is eenvoudig omdat de uiteinden van het lint gemakkelijk in het knoopelement weggewerkt kunnen worden en er een stropdassysteem met een gestroomlijnd uiterlijk ontstaat.

Een hoofdzakelijk dwarse aanbrenging van het lint op een lengterichting van het borstdeel over het knoopelement is ook mogelijk. Dit verandert het uiterlijk van de stropdas en geeft nog meer opties om de stropdas en het lint te combineren .

Het tenminste ene lint kan rondom het knoopelement gevouwen worden. Dit kan op vele denkbare manieren, zoals schuin over het knoopelement, gedraaid, enz. Maar ook andere aanbrengingsvormen zijn mogelijk.

Het ten minste ene lint heeft bij voorkeur twee tegenoverliggende uiteinden, welke in aangebrachte toestand, in het knoopelement zijn gestopt om het lint op zijn positie te houden. Het knoopelement bevat ruimten tussen over elkaar liggende gedeelten van het materiaal waaruit de stropdas bestaat. Deze ruimten worden effectief gebruikt door de uiteinden van het lint hier in te stoppen. Hierdoor worden de uiteinden van het lint verborgen en ontstaat een eenvoudige gestroomlijnde bevestiging van het lint aan het knoopelement. Het lint kan op deze manier in een kort tijdsbestek aan het knoopelement worden bevestigd.

Het ten minste ene lint is voorzien van bevestigingsmiddelen om het ten minste ene lint te fixeren na plaatsing om het knoopelement van de stropdas. De bevestigingsmiddelen zorgen ervoor dat het lint op een vaste positie ten opzichte van het knoopelement gehouden wordt. Ook ontstaat hierdoor de mogelijkheid om de oriëntatie van het lint ten opzichte van het knoopelement naar eigen inzicht aan te passen.

Bij voorkeur omklemt het ten minste ene lint het knoopelement. Hierdoor zit het lint strak om het knoopelement en wordt de kans op het losraken van het lint van het knoopelement verder beperkt.

Het ten minste ene lint omvat aan beide uiteinden ervan bevestigingsmiddelen om beide uiteinden aan elkaar te bevestigen. Het is wenselijk dat de uiteinden van bevestigingsmiddelen zijn voorzien die vast te zetten zijn en ook weer los te maken zijn. Hierdoor is het mogelijk om één of meerdere linten met één of meerdere stropdassen te combineren. Ook kan het ten minste ene lint middelen omvatten om het lint losmaakbaar aan de stropdas zelf te bevestigen.

De uitvinding zal in het navolgende verder worden toegelicht aan de hand van de tekening van een de navolgende conclusies niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekeningen wordt het volgende weergegeven: - figuur 1 toont een stropdas uit de stand der techniek, - figuur 2 toont een stropdassysteem met een hoofdzakelijk parallel aan een lengterichting van het borstdeel over het knoopelement aangebracht lint, - figuur 3 toont een stropdassysteem met een hoofdzakelijk dwars op een lengterichting van het borstdeel over het knoopelement aangebracht lint, - figuur 4 toont een lint met drukknopen welke onderdeel van een stropdassysteem uitmaken, - figuur 5 toont een lint met een knoop en knoopsgat welke onderdeel van een stropdassysteem uitmaken, - figuur 6 toont een lint met magneten welke onderdeel van een stropdassysteem uitmaken; en - figuur 7 toont een lint met magneten aan beide uiteinden van het lint en een magneet halverwege het lint welke onderdeel van een stropdassysteem uitmaken.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen telkens naar dezelfde onderdelen.

Figuur 1 toont een stropdas 2 uit de stand der techniek. Een dergelijke stropdas 2 bestaat uit een halsdeel 3, een borstdeel 4 en een verbindend knoopelement 5. Deze stropdas 2 heeft slechts één niet te veranderen uiterlijk.

Figuur 2 toont een stropdassysteem 1 volgens de uitvinding met een lint 6 dat over het knoopelement 5 is aangebracht in het verlengde van het borstdeel 4. Door het combineren van meerdere stropdassen 2 en meerdere linten 6 ontstaat een stropdassysteem 1 met een veelvoud en uitvoeringsvarian-ten, waardoor de toepasbaarheid van de stropdassen 2 sterk vergroot wordt en het benodigd aantal stropdassen 2 en de hiermee samenhangende kosten verkleind kunnen worden.

Figuur 3 toont een stropdassysteem 1 volgens de uitvinding met een lint 6 dat dwars op het verlengde van het borstdeel 4 over het knoopelement 5 is aangebracht. Door te variëren met de oriëntatie van het lint 6 ten opzichte van het knoopelement 5, kan de toepasbaarheid van stropdassen bij verschillende kledingstukken verder vergroot worden omdat op deze wijze nog meer verschillende combinaties van stropdas 2 en lint 6 kunnen worden gevormd.

Het lint 6 van het stropdassysteem 1 is in figuur 3 rondom het knoopelement 5 gevouwen. Hierbij loopt het lint 6 voor het knoopelement 5 langs en zijn de beide uiteinden in een plooi in het knoopelement 5 weggewerkt.

In figuur 4 wordt een lint 6 voor een stropdassysteem 1 getoond. Dit lint 6 bevat bevestigingsmiddelen 7 om de beide uiteinden van het lint 6 aan elkaar te bevestigen nadat het lint rondom een knoopelement 5 van een stropdas 2 is aangebracht. Ook is het mogelijk om het ten minste ene lint 6 rechtstreeks aan het knoopelement 5 van de stropdas 2 te bevestigen zodat er een verbinding tussen de stropdas 2 en het knoopelement 5 ontstaat voor een nog stabielere bevestiging van het lint 6 om de stropdas 2.

Zowel figuur 2 als figuur 3 tonen een lint 6 dat het knoopelement 5 omklemt zodat het lint 6 op zijn plaats blijft zitten zonder dat deze direct aan de stropdas 2 bevestigd hoeft te worden.

Het lint 6 dat in figuren 4, 5, 6 en 7 getoond wordt omvat bevestigingsmiddelen 7 in de vorm van een drukknoop (figuur 4), een knoop met knoopsgat (figuur 5) en elkaar aantrekkende magneten (figuur 6 en 7). Ook andere bevestigingsmiddelen 7 zijn denkbaar om beide uiteinden van het lint 6 losmaakbaar aan elkaar te bevestigen zoals een klittenbandbevesti- ging. Het losmaakbaar bevestigen van het lint 6 rondom het knoopelement 5 zorgt ervoor dat het lint 6 ook voor verschillende stropdassen 2 kan worden hergebruikt. Een andere mogelijkheid bestaat uit het rechtstreeks aan een stropdas 2 bevestigen van een lint 6 wat in een nog stabielere bevestiging resulteert. Een dergelijke bevestiging kan bijvoorbeeld zoals de figuren 6 en 7 tonen met behulp van magneten uitgevoerd worden. Magneten hebben als voordeel dat ze het materiaal waaruit de stropdas 2 bestaat niet beschadigen bij bevestiging van het lint 6 aan de stropdas 2. Combinaties van bevestigingen zijn ook mogelijk. Beide uiteinden van een lint 6, zoals getoond in figuur 7, kunnen bijvoorbeeld eerst aan elkaar worden bevestigd met magneten, of met een stiksel, waarna het lint 6 rondom een knoopelement 5 kan worden gevouwen, zoals getoond in figuur 3. Een extra magneet, halverwege het lint 6 geplaatst, zorgt na vouwing voor een nog stabielere bevestiging van het lint 6 aan het knoopelement 5.

Een lint 6 zoals getoond in de figuren 2 tot 5 kan verschillende verschijningsvormen hebben doordat deze van allerlei decoraties voorzien kunnen zijn. Denkbaar zijn combinaties van verschillende stoffen met een variatie aan kleuren en patronen. Maar ook metalen versieringen met edelstenen kunnen ter verfraaiing van het lint 6 dienen.

De zojuist gegeven uitvoeringsvorm dient begrepen te worden als toelichting op de navolgende conclusies zonder deze conclusies en de beschermingsomvang die deze verschaffen in enig opzicht te beperken. De strekking en beschermingsomvang van de conclusies wordt slechts bepaald door de bewoordingen daarvan, waarbij de functie van de hiervoor gegeven toelichting is om eventuele onduidelijkheden in deze conclusies, wanneer deze op zichzelf gelezen worden, te verhelpen.

Claims (12)

1. Stropdassysteem (1), omvattende: een stropdas (2) met een halsdeel (3), geschikt voor aanbrenging rond een hals van een persoon, een hoofdzakelijk langwerpig borstdeel (4), dat zich in aangebrachte toestand voor een borst van de persoon bevindt, en een knoopelement (5) dat het halsdeel (3) met het borstdeel (4) verbindt, met het kenmerk, dat het stropdassysteem (1) ten minste één hoofdzakelijk langwerpig lint (6) omvat dat in aangebrachte toestand over het knoopelement (5) van de stropdas (2) is aangebracht.

2. Stropdassysteem (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ten minste ene lint (6) hoofdzakelijk parallel aan een lengterichting van het borstdeel (4) over het knoopelement (5) is aangebracht.

3. Stropdassysteem (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ten minste ene lint (6) hoofdzakelijk dwars op een lengterichting van het borstdeel (4) over het knoopelement (5) is aangebracht.

4. Stropdassysteem (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ten minste ene lint (6) rondom het knoopelement (5) is gevouwen.

5. Stropdassysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat het ten minste ene lint (6) twee tegenoverliggende uiteinden heeft, welke in aangebrachte toestand, in het knoopelement (5) zijn gestopt om het ten minste ene lint (6) op zijn positie te houden.

6. Stropdassysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat het ten minste ene lint (6) is voorzien van bevestigingsmiddelen (7) om het ten minste ene lint (6) te fixeren na plaatsing om het knoopelement (5) van de stropdas (2) .

7. Stropdassysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat het ten minste ene lint (6) het knoopelement (5) omklemt.

8. Stropdassysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat het ten minste ene lint (6) aan beide uiteinden ervan bevestigingsmiddelen (7) omvat om beide uiteinden aan elkaar te bevestigen.

9. Stropdassysteem (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat bevestigingsmiddelen (7) zijn losmaakbare bevestigingsmiddelen .

10. Stropdassysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat het ten minste ene lint (6) middelen omvat om het lint (6) losmaakbaar aan de stropdas (2) te bevestigen.

11. Lint (6) voor een stropdassysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 10.

12. Kit, omvattende een stropdas (2) en ten minste één lint (6) voor vorming van een stropdassysteem (1) volgens één van de conclusies 1 tot 10.