NL2016891B1 - Werkwijze voor de vervaardiging van een betonnen vloerdeel met vulelementen - Google Patents

Werkwijze voor de vervaardiging van een betonnen vloerdeel met vulelementen Download PDF

Info

Publication number
NL2016891B1
NL2016891B1 NL2016891A NL2016891A NL2016891B1 NL 2016891 B1 NL2016891 B1 NL 2016891B1 NL 2016891 A NL2016891 A NL 2016891A NL 2016891 A NL2016891 A NL 2016891A NL 2016891 B1 NL2016891 B1 NL 2016891B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
layer
concrete
floor part
filling elements
mold
Prior art date
Application number
NL2016891A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2016891A (nl
Inventor
Johannes Van Hulst Adrianus
Albertus Louis Marie Wiercx Johannes
Johannes Wilhelmus Maria Van Melick Bartholomeus
Original Assignee
Bte Nederland B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bte Nederland B V filed Critical Bte Nederland B V
Priority to NL2016891A priority Critical patent/NL2016891B1/nl
Publication of NL2016891A publication Critical patent/NL2016891A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2016891B1 publication Critical patent/NL2016891B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B23/00Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects
    • B28B23/0068Embedding lost cores
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B23/00Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects
    • B28B23/0056Means for inserting the elements into the mould or supporting them in the mould
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/02Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units
    • E04B5/04Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units with beams or slabs of concrete or other stone-like material, e.g. asbestos cement
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/16Load-carrying floor structures wholly or partly cast or similarly formed in situ
    • E04B5/32Floor structures wholly cast in situ with or without form units or reinforcements
    • E04B5/326Floor structures wholly cast in situ with or without form units or reinforcements with hollow filling elements
    • E04B5/328Floor structures wholly cast in situ with or without form units or reinforcements with hollow filling elements the filling elements being spherical

Abstract

Werkwijze en betoninrichting voor het vervaardigen van een betonnen vloerdeel omvattende de stappen van het in een mal plaatsen van vulelementen; het in een eerste gang in de mal storten van een eerste laag betonmateriaal; het tijdens het storten van de eerste laag betonmateriaal met behulp van een hoogte-aanslag in hoogte ten opzichte van de bodem van de mal stuiten van een opdrijven van de vulelementen; een ten minste gedeeltelijk laten uitharden van de eerste laag gedurende een eerste uithardtijd; en het van de vulelementen wegnemen van de hoogte-aanslag. Een opdrijven van vulelement wordt toegelaten totdat de vulelementen gestuit worden door de hoogte-aanslag. De vulelementen worden door de hoogte-aanslag nauwkeurig gepositioneerd waardoor een vloerelement betrouwbaar volgens vooraf bepaalde specificaties vervaardigd kan worden. Een belangrijk voordeel betreft verder een tijdswinst in productie, omdat in de werkwijze de vulelementen mogen opdrijven en niet vastgezet hoeven te worden.

Description

Korte aanduiding: WERKWIJZE VOOR DE VERVAARDIGING VAN EEN BETONNEN VLOERDEEL MET VULELEMENTEN
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een betoninrichting voor het vervaardigen van een betonnen vloerdeel. Verder heeft de uitvinding betrekking op een betonnen vloerdeel voorzien van gewichtsbesparende vulelementen. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een betonnen vloerdeel met een tapijt-klaar bovenvlak.
Uit W02005/080704 op naam van Cobiax Technologies AG is een vloerdeel met dergelijke vulelementen bekend. De vulelementen zijn bolvormig. De vulelementen zijn binnen een roostervormige korf opgesloten. De korf met vulelementen vormt een module. Een vloerdeel omvat een veelvoud van dergelijke modules.
Het vloerdeel wordt vervaardigd volgens een geopenbaarde werkwijze, waarbij in een eerste stap een laag van betonmateriaal in een mal wordt gestort, dat vervolgens begint uit te harden.
In een volgende stap van de werkwijze worden de modulen verbonden met de laag van betonmateriaal. De modulen kunnen met de laag van betonmateriaal verbonden worden door een bevestiging aan een aanwezige wapening. Als alternatief is voorgesteld om de modulen met de laag betonmateriaal te verbinden door uiteinden van de korf in de nog niet volledig uitgeharde laag van betonmateriaal te drukken. Bij een verder uitharden van de laag betonmateriaal zal de korf met daarin vulelementen vast verbonden raken met de laag betonmateriaal.
De laag betonmateriaal met de daaraan bevestigde modulen vormt een semi-afgewerkt vloerdeel dat op een bouwplaats kan worden geplaatst. Uiteindelijk wordt een vloerdeel verkregen door het storten en laten uitharden van een volgende laag van betonmateriaal over de eerder gestorte laag met de daaraan verbonden modulen, waarbij de modulen geheel in het vloerdeel worden opgenomen.
Een nadelig gevolg van deze werkwijze is dat het bouwen van een gebouw met semi-afgewerkte vloerdelen die later op de bouwplaats nog afgestort moeten worden een aanzienlijke droogtijd op de bouwplaats met zich meebrengt. Bij het uitharden van het vloerdeel komt gedurende een lange droogtijd een aanzienlijke hoeveelheid vocht vrij die andere werkzaamheden aan het gebouw belet. In sommige situaties dient op een bouwplaats een droogtijd van meer dan een week in acht genomen te worden. Het is wenselijk om deze droogtijd te reduceren dan wel uit te sluiten.
Prefab betonnen vloerdelen zijn op zich bekend en zouden een mogelijkheid kunnen geven voor het reduceren of zelfs uitsluiten van een op de bouwplaats in acht te nemen droogtijd. Echter, veel bekende prefab vloerdelen behoeven toch vaak nog een betonnen afwerkvloer dat weer een droogtijd met zich mee brengt. Het is wenselijk om een droogtijd op de bouwplaats volledig uit te sluiten, dat betekent dat een prefab vloerdeel in dat geval tevens voorzien zou moeten zijn van een vlak bovenvlak, zodanig dat het vloerdeel tapijt-klaar is.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel ten minste één van de bovengenoemde nadelen ten minste gedeeltelijk te ondervangen, dan wel om een bruikbaar alternatief te verschaffen.
In het bijzonder beoogt de uitvinding een werkwijze, een betoninrichting voor het uitvoeren van de werkwijze en een betonnen vloerdeel te verschaffen, waarbij een in acht te nemen droogtijd op een bouwplaats voor het aanbrengen van vloeren verminderd is en bij voorkeur geheel geëlimineerd is. Bij voorkeur beoogt de uitvinding een werkwijze en betonnen vloerdeel met gewichtsbesparende vulelementen te verschaffen, waarbij op een bouwplaats in acht te nemen droogtijden gereduceerd zijn en bovendien geen afwerkvloer meer nodig is om een tapijt-gereed bovenvlak te verkrijgen.
Dit doel is bereikt met een werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen vloerdeel volgens conclusie 1.
Volgens de uitvinding is een werkwijze verschaft voor het vervaardigen van een betonnen vloerdeel, waarbij de werkwijze een aantal stappen omvat.
In een stap worden vulelementen geplaatst in een mal. De mal heeft een open bovenzijde, een bodem en een omtrekkende zijwand.
De vulelementen kunnen direct op de bodem van de mal geplaatst worden. Als alternatief kunnen de vulelementen vrij van de bodem van de mal geplaatst worden. De vulelementen kunnen bijvoorbeeld bovenop een wapening geplaatst worden. Bij voorkeur worden de vulelementen in een korf op een wapening op aangebrachte spandraden geplaatst. Hiermee liggen de vulelementen vrij van de bodem van de mal.
In een stap na het plaatsen van de vulelementen wordt in een eerste gang een eerste laag uithardend betonmateriaal in de mal gestort. De vulelementen zijn geconfigureerd om te drijven in het gestorte uithardende betonmateriaal. Zonder een begrenzing in een richting naar omhoog zullen de vulelementen steeds verder opdrijven. Dat betekent dat de vulelementen zullen blijven drijven op het gestorte betonmateriaal en tijdens het storten in opwaartse richting mee willen bewegen met het toenemen van de laagdikte van de eerste laag.
In een stap van de werkwijze is een hoogte-aanslag verschaft. Met behulp van de hoogte-aanslag wordt de hoogte van het opdrijven van de vulelementen begrensd. Het opdrijven van de vulelementen zal door de hoogte-aanslag gestuit worden. De hoogte-aanslag is zodanig ingericht dat een omhoog bewegen van de vulelementen op een vooraf bepaalde hoogte ten opzichte van de bodem van de mal geblokkeerd wordt. De vulelementen kunnen direct aanliggen tegen de hoogte-aanslag of indirect via een korf aanliggen en daarmee door de hoogte-aanslag gestuit worden.
In een stap van de werkwijze hardt de eerste laag gedurende een eerste uithardtijd uit. De uithardtijd is bijvoorbeeld ten hoogste twee uur, in het bijzonder ten hoogste één uur.
Hierdoor worden de vulelementen steeds steviger in de eerste laag vastgehouden. Onder uitharden wordt hier een traject verstaan waarbij het betonmateriaal als betonspecie van een initiële vloeibare conditie zoals aangeleverd door een beton-menger overgaat naar een harde vaste stof conditie. Een opstijven van het betonmateriaal valt dus binnen het uitharden en betreft een initiële fase van het uitharden van het betonmateriaal. Het uitharden van het betonmateriaal is inclusief deze beginfase van opstijven.
Vervolgens wordt in een stap van de werkwijze de hoogte-aanslag van de vulelementen weggenomen. De vulelementen blijven in het vloerdeel gepositioneerd door de voldoende ver uitgeharde eerste laag.
Met voordeel maakt de werkwijze volgens de uitvinding het mogelijk om een benodigde doorlooptijd, een zogenaamde productietijd, voor het vervaardigen van een betonnen vloerdeel aanzienlijk te verkorten. Door het verkorten van de productietijd kan een productiecapaciteit van een betoninrichting voor het vervaardigen van vloerdelen sterk verhoogd worden.
In vergelijking met de in de inleiding beschreven bekende werkwijze voor de vervaardiging van een semi-afgewerkt vloerdeel, waarbij vulelementen met behulp van een korf eerst door middel van een laten uitharden van een laag betonmateriaal vastgezet worden kan in de werkwijze volgens de uitvinding een aanzienlijke tijdsbesparing in de productie van het vloerdeel worden bereikt. Het eerst laten uitharden van de betonnen onderlaag voor de bevestiging van vulelementen voordat een volgende laag betonmateriaal kan worden aangebracht kan door de aanwezigheid van de hoogte-aanslag immers achterwege gelaten worden. Hierdoor kan een productietijd voor het vervaardigen van een vloerdeel van meerdere dagen verkort worden naar een productietijd van een dag.
In plaats van een positionering van de vulelementen door een bevestiging vanaf onderaf, waarbij de vulelementen met een betonnen onderlaag verbonden worden is in de werkwijze volgens de uitvinding voorzien in een positionering van de vulelementen van bovenaf door een begrenzing van het opdrijven van de vulelementen. Het ten opzichte van de bodem van de mal tot op een vooraf bepaalde hoogte laten opdrijven van de vulelementen is kenmerkend voor de werkwijze volgens de uitvinding. De hoogte-aanslag is voorzien om het opdrijven van de vulelementen te begrenzen. Wanneer de vulelementen eerst op de bodem van de mal geplaatst zijn, zullen de vulelementen bij het in de eerste gang storten van uithardend materiaal loskomen van de bodem en naar omhoog bewegen. De vulelementen zullen omhoog bewegen totdat de vulelementen door de hoogte-aanslag in hun beweging gestuit worden. Met voordeel kan door de hoogte-aanslag een in hoogte nauwkeurige positionering van de vulelementen in het vloerdeel verkregen worden. De nauwkeurige positionering van de vulelementen draagt bij aan een bereiken van technische specificaties die gesteld zijn voor een betonnen vloerdeel, zodanig dat een stabiel en technisch betrouwbaar vloerdeel kan worden verkregen.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding vangt het in een eerste gang in de mal storten van de eerste laag betonmateriaal aan nadat alle benodigde vulelementen in de mal geplaatst zijn. Bij de stap van het plaatsen van vulelementen is de mal in hoofdzaak vrij van betonmateriaal. In hoofdzaak betekent hier dat er weliswaar resten betonmateriaal in de mal aanwezig kunnen zijn, maar dat er geen sprake is van een reeds aanwezige laag van betonmateriaal. In vergelijking tot de bekende werkwijze is het voordelig dat het plaatsen van de vulelementen in tijd niet gebonden is aan een uithardtijd voor een reeds in de mal gestorte laag betonmateriaal. Het storten van de laag betonmateriaal kan namelijk aanvangen na afloop van het plaatsen van alle in te bedden vulelementen. Hierdoor is er in beginsel alle benodigde en gewenste tijd beschikbaar voor het plaatsen van de vulelementen. Dit is vanuit logistiek oogpunt voordelig.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding kan het plaatsen van de vulelementen uitgevoerd worden terwijl het storten van de eerste laag betonmateriaal reeds is aangevangen. Het storten van de eerste laag betonmateriaal kan gedeeltelijk simultaan plaatsvinden met het plaatsen van vulelementen. De vulelementen zullen daarbij opdrijven totdat de hoogte-aanslag het opdrijven stopt. Bij het verder afstorten van de eerste laag betonmateriaal raken de vulelementen ingebed in de eerste laag, zodanig dat er een verbinding ontstaat.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt het vloerdeel vervaardigd door het in een enkele gang storten van een laag betonmateriaal. De in een gang gestorte laag betonmateriaal vormt de totale dikte van het vloerdeel. Met voordeel kan het vloerdeel zonder tussentijdse wachttijden voor het uitharden van een laag betonmateriaal vervaardigd worden. De aanwezigheid van de hoogte-aanslag zorgt ervoor dat de vulelementen op een juiste hoogte in de laag betonmateriaal gepositioneerd blijven en ingebed raken.
In een verdere uitvoeringsvorm kan de in een enkele gang gestorte laag betonmateriaal vlak afgewerkt worden, bijvoorbeeld door schuren of vlinderen, zodanig dat het vloerdeel een vlak bovenvlak verkrijgt. Met voordeel kan het vloerdeel hiermee tapijt-gereed vervaardigd worden.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt in een stap van de werkwijze in een tweede gang een tweede laag van uithardend betonmateriaal gestort. Bij voorkeur wordt de tweede laag direct bovenop de eerste laag aangebracht, zodanig dat het vloerdeel uit twee lagen bestaat. Bij voorkeur wordt de tweede laag direct na het opstijven van de eerste laag gestort. Met voordeel kan hierdoor de productietijd voor het verkrijgen van het vloerdeel kort zijn.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat een totale dikte van een vervaardigd vloerdeel de eerste en tweede laag. In de eerste gang is de eerste laag in de mal gestort tot een hoogte die ten minste 35%, in het bijzonder ten minste 50%, van de totale dikte van het uiteindelijk verschafte vloerdeel beslaat. Bij voorkeur raakt een vulelement bij het storten van de eerste laag ingebed in de eerste laag. Het vulelement ligt ten minste gedeeltelijk, bijvoorbeeld voor ten minste 10% van een hoogte van een vulelement, verzonken in de eerste laag. In het bijzonder ligt een vulelement ten minste 2cm verzonken in de eerste laag betonmateriaal. Met voordeel kan een vulelement hiermee op een vooraf bepaalde hoogte in het vloerdeel worden gepositioneerd.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft de in de eerste gang gestorte eerste laag een laagdikte van ten hoogste 85%.
Uit experimenten is gebleken dat een laagdikte van de in de eerste gang gestorte eerste laag van ten minste 70% en ten hoogste 85%, in het bijzonder ten hoogste 75% van de totale dikte van het vloerdeel optimaal is. De tweede laag beslaat daarmee ten minste 15% en ten hoogste 30% van de totale dikte van het uiteindelijk verschafte vloerdeel. Deze hoogte voor toepassing van de tweede laag voorziet erin dat de vulelementen voldoende ver onder een bovenvlak van het vloerdeel liggen. De hoogte van de tweede laag voorziet in een voldoende laagdikte voor het verkrijgen van een constructieve druklaag.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is de totale dikte van een vervaardigd vloerdeel ten hoogste 400 mm. De laagdikte van de in de eerste gang gestorte eerste laag is daarbij bij voorkeur ten minste 250 mm en ten hoogste 300 mm.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een voor een binnendringen van betonmateriaal gesloten vulelement, bijvoorbeeld een zogenaamde Cobiax bol, als vulelement toegepast. In het bijzonder is het vulelement bolvormig of in een vorm van een ellipsoïde, bijvoorbeeld zoals bekend uit EP1.568.827 of EP 2.075.387 op naam van Cobiax. Met voordeel verschaffen in tegenstelling tot bijvoorbeeld emmervormige vulelementen met een open onderzijde, de gesloten vulelementen een vast gewichtbesparend vulvolume, zodanig dat een vloerdeel nauwkeurig volgens opgestelde specificaties vervaardigd kan worden.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding zijn de vulelementen in opwaartse richting gevangen in een korf. De vulelementen liggen in opwaartse richting opgesloten binnen de korf. In een stap van de werkwijze wordt ten minste een korf met vulelementen geplaatst in de mal. Wanneer de vulelementen opdrijven, beweegt de korf mee omhoog. Het opdrijven van de vulelementen kan gestuit worden door het laten aanlopen van de korf tegen de hoogte-aanslag.
Een geschikte uitvoeringsvorm van een korf is bijvoorbeeld bekend uit de in de inleiding genoemde publicatie WO 2005/080704 op naam van Cobiax. Bij voorkeur zijn de vulelementen opgesloten in een korf, waarbij de korf een rij van vulelementen omvat. De korf met een rij vulelementen wordt dan bij voorkeur dwars op een lengterichting van een mal in de mal geplaatst alvorens in de eerste gang de eerste laag van uithardend materiaal gestort wordt. Bij voorkeur omvat de korf een rij vulelementen, bijvoorbeeld een rij van twee, vier of zes vulelementen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is een wapening geïntegreerd in de ten minste ene korf. De ten minste ene korf kan gevormd zijn als wapening. Als alternatief kan In een stap van de werkwijze een separate wapening verbonden worden met de ten minste ene korf. De wapening kan bijvoorbeeld aan de korf gelast worden. De wapening kan een maasvormige twee-dimensionale staalconstructie omvatten die met de ten minste ene korf verbonden is. Tijdens de uitvoering van de werkwijze, beweegt de wapening met de korf met vulelementen mee omhoog wanneer in de eerste gang de eerste laag van uithardend materiaal gestort wordt. Met voordeel wordt de wapening door het opdrijven van de vulelementen tot de hoogte-aanslag hiermee als vanzelf op een juiste hoogte in de eerste laag van betonmateriaal gepositioneerd.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt ten minste een spandraad voor het voorspannen van het vloerdeel in de mal geplaatst en voorgespannen alvorens een gestort betonmateriaal uitgehard is. Tijdens de vervaardiging van het vloerdeel wordt de spandraad op voorspanning gebracht. De spandraad is op een hoogte in de mal gepositioneerd zodanig dat na het storten van betonmateriaal de spandraad zich in het betonmateriaal bevindt. Bij voorkeur wordt de spandraad op een hoogte in de mal aangebracht, zodanig dat de spandraad zich in de eerste laag van betonmateriaal bevindt.
Na het uitharden van het betonmateriaal zorgt de voorgespannen spandraad voor een voorspanning van het vloerdeel.
In een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding worden de vulelementen in de mal geplaatst bovenop de ten minste ene spandraad. Hiermee liggen de vulelementen vrij van de bodem van de mal. Bij voorkeur zijn de vulelementen opgesloten in een korf, waarbij de korf steunt op ten minste twee in lengterichting van de mal zich parallel uitstrekkende spandraden.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding steunt de korf via een aanwezige separate wapening af op de spandraden. De wapening is bijvoorbeeld matvormig uit staaldraad gevormd. De wapening is geplaatst op de spandraden, waarbij de ten minste ene korf met vulelementen op de wapening geplaatst is. Met voordeel hoeft de ten minste ene korf niet verbonden te worden met de wapening om de wapening mee te laten opdrijven. Een stap van het verbinden, bijvoorbeeld door lassen van de ten minste ene korf aan de wapening kan achterwege blijven. De wapening kan door het steunen op de spandraden direct op een gewenste hoogte in de mal geplaatst worden. Bovendien kan de ten minste ene korf met vulelementen door het steunen op de aanwezige spandraden tevens direct op een gewenste hoogte in de mal geplaatst worden. De korf met vulelementen kan dan direct tegen de hoogte-aanslag aanliggen, zodanig dat de vulelementen niet of nauwelijks opwaarts bewegen tijdens het in de eerste gang storten van de eerste laag uithardend materiaal.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding worden verschillende betonmaterialen toegepast bij het in gangen storten van betonmateriaal. Verschillende beton materialen worden toegepast voor het vormen van de eerste en tweede laag van het vloerdeel. Met verschillende beton materialen worden hier verschillende dichtheden en/of kwaliteiten van het betonmateriaal bedoeld. Typisch heeft het betonmateriaal van de eerste laag een soortelijk gewicht tussen 2000 tot 2500 kg/m3. Bij voorkeur is het betonmateriaal van een hogesterktebeton en bij voorkeur heeft het betonmateriaal een beton kwaliteit C60/75.
Met voordeel biedt de eerste laag hiermee voldoende sterkte voor het opvangen van dwars krachten, het beheersen van buiging en het opvangen van afschuifkrachten.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een zeltverdichtend betonmateriaal toegepast als uithardende substantie voor het vormen van de tweede laag van het vloerdeel. Het voordeel kan de tweede laag trillingsvrij uitharden, waardoor een goede vlakheid van een vrij oppervlakte aan de bovenzijde van het vloerdeel kan worden verkregen. Met voordeel kan door toepassing van zeltverdichtend betonmateriaal een bovenvlak van het vloerdeel verkregen worden dat tapijt-gereed is. Bovendien biedt het toepassen van zeltverdichtend betonmateriaal voor de tweede laag een voordeel dat de eerste laag die ten minste gedeeltelijk is uitgehard, bijvoorbeeld al enigszins opgesteven, niet meer getrild wordt, zodanig dat de eerste laag stabiel verder uithardt. Stabiel uitharden betekent hier dat het vormen van luchtbellen, dan wel bewegen van ingrediënten van het betonmateriaal, zoals kiezels, in het betonmateriaal voorkomen wordt.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een betoninrichting volgens conclusie 10. De betoninrichting is ingericht voor het vervaardigen van vloerdelen. De betoninrichting omvat een mal voor het houden van uithardend betonmateriaal. De mal heeft een bodem, een omtrekkende zijwand en een open bovenzijde. De mal kan gevuld worden via de open bovenzijde. In het bijzonder is de mal bakvormig. Verder omvat de betoninrichting ten minste een storteenheid voor het van bovenaf in de mal storten van betonmateriaal. De betoninrichting heeft een beton-menger voor het mengen van ingrediënten, zoals water, zand en cement, voor het vormen van het betonmateriaal, een zogenaamde betonspecie. De betoninrichting heeft een vulelementen-opslag voor het houden van vulelementen. Kenmerkend voor de betoninrichting volgens de uitvinding is dat de betoninrichting verder een hoogte-aanslag omvat voor het tijdens een storten van betonmateriaal in hoogte ten opzichte van de bodem van de mal in opwaartse richting stuiten van in de mal aanwezige vulelementen.
Tijdens de vervaardiging van het vloerdeel kunnen de vulelementen bij het storten van het betonmateriaal door opdrijven aan komen te liggen tegen de hoogte-aanslag, waardoor de vulelementen met voordeel nauwkeurig in hoogte gepositioneerd worden in de mal. De hoogte-aanslag draagt hierdoor bij aan een betrouwbaarheid van een vervaardiging van een vloerdeel dat voldoet aan gestelde specificaties.
De hoogte-aanslag maakt een initieel vastzetten van de vulelementen overbodig en maakt het mogelijk om in één gang een eerste laag van betonmateriaal te storten. Het is niet nodig om zoals bekend uit de stand van de techniek eerst een betonnen ondervloer te storten en uit te laten harden om de vulelementen te positioneren. Dit scheelt tijd in het productieproces.
De hoogte-aanslag zorgt voor een hoogte-positionering van de vulelementen in de mal. Doordat een vloerdeel in één enkele gang gestort kan worden kan het productieproces met voordeel aanmerkelijk versneld worden en daarmee een productiecapaciteit sterk verhoogd worden.
In een uitvoeringsvorm van de betoninrichting volgens de uitvinding is de hoogte-aanslag verbonden met de mal of met een ondergrond waarop de mal geplaatst is. In een uitvoeringsvorm omvat de hoogte-aanslag een framewerk, waarbij het framewerk bijvoorbeeld vast aan een fundatie van de mal bevestigd is. In een uitvoeringsvorm van de betoninrichting volgens de uitvinding omvat de ballast ten minste een dwarsligger die ingericht is om in dwarsrichting over de mal geplaatst te worden. Het framewerk kan een dwarsbalk omvatten die zich uitstrekt over de open bovenzijde van de mal en als een aanslag fungeert.
In een uitvoeringsvorm van de betoninrichting volgens de uitvinding omvat de hoogte-aanslag een ballast. De ballast kan in de werkwijze voor de vervaardiging van het vloerdeel over de mal geplaatst worden. In het bijzonder steunt de ballast af op de omtrekkende zijwand van de mal. Het gewicht van de ballast is groter dan een optredende opdrijvende kracht van de vulelementen, zodanig dat de ballast als hoogte-aanslag fungeert.
In een uitvoeringsvorm van de betoninrichting volgens de uitvinding omvat de hoogte-aanslag verder ten minste een langwerpig afstandsstuk. Het ten minste ene afstandsstuk is ingericht om in lengterichting in de mal over de vulelementen geplaatst te worden. Bij het in opwaartse richting bewegen van de vulelementen zal het ten minste ene afstandsstuk in aanraking komen met de ten minste ene dwarsligger hoogte-aanslag, waardoor de vulelementen in hoogte gepositioneerd worden. In de werkwijze volgens de uitvinding kan het ten minste ene afstandsstuk na voldoende uitharding van de eerste laag weggenomen worden alvorens een tweede laag gestort wordt.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een betonnen vloerdeel volgens conclusie 13. Bij voorkeur is het betonnen vloerdeel verkregen door uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding.
Volgens de uitvinding is een betonnen vloerdeel verschaft met een betonlichaam dat ten minste een eerste laag en bij voorkeur tevens een tweede laag van uitgehard betonmateriaal omvat. De eerste laag omvat vul-elementen. De vulelementen vormen holten voor het verkrijgen van een gewichtsbesparing van het vloerdeel. Het betonlichaam heeft een totale dikte. Kenmerkend voor de uitvinding is dat de eerste laag een dikte heeft van ten minste 35% van de totale dikte van het vloerdeel.
In een uitvoeringsvorm van het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding omvat het vloerdeel een enkele laag van betonmateriaal. Door gebruikmaking van de hoogte-aanslag kan een vloerdeel met vulelementen vervaardigd worden door in een enkele gang een mal vol te storten met betonmateriaal, waarbij de vulelementen door de hoogte-aanslag op een vooraf bepaalde hoogte in het vloerdeel gepositioneerd worden. Met voordeel kan met een enkele gang een productietijd aanmerkelijk verkort worden.
Volgens de uitvinding heeft het vloerdeel een eerste laag die ten minste een onderste laag met een laagdikte van ten minste 35%, in het bijzonder ten minste 50%, van de totale dikte van het vloerdeel vormt. De eerste laag van beton materiaal is in één gang tijdens de vervaardiging van het vloerdeel gestort. Hierdoor is in één gang reeds een aanzienlijk volume van het uiteindelijk te verkrijgen vloerdeel gestort. Een resterend aan te vullen volume betonmateriaal voor de vervaardiging van het vloerdeel is verminderd, waardoor een droogtijd op een bouwplaats gereduceerd kan worden.
In een uitvoeringsvorm van het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding vormt de eerste laag ten minste 35%, in het bijzonder 50%, van de totale dikte van het vloerdeel. Hierdoor kunnen de aanwezige vulelementen verzonken liggen in de eerste laag. Bij voorkeur vormt de eerste laag ten hoogste 85% van de totale dikte van het vloerdeel, zodanig dat een resterende dikte van het vloerdeel gevormd is door ten minste de tweede laag van betonmateriaal. Bij voorkeur is de resterende dikte van het vloerdeel ten minste 25 mm. Hierdoor is in een voldoende betondekking voorzien voor de vorming van een constructieve druklaag.
In een uitvoeringsvorm van het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding heeft de eerste laag een dikte die ten minste 70% en ten hoogste 80% van de totale dikte van het vloerdeel vormt. Uit experimenten is gebleken dat een uithardtijd voor een gedeeltelijke uitharden, een zogenaamd opstijven, van de eerste laag die in één gang gestort is bij deze verhouding ten opzichte van de totale dikte van het vloerdeel optimaal is om een voldoende dragend vermogen van de eerste laag te bereiken om in een volgende gang de ten minste tweede laag van het vloerdeel aan te brengen. Bij voorkeur vormt de eerste laag een dikte die circa 75% van de totale dikte van het prefab vloerdeel betreft.
In een uitvoeringsvorm van het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding heeft het vloerdeel een dikte van ten hoogste 400 mm. Hiermee voldoet het vloerdeel aan een gewenste maximale dikte die doorgaans in de markt gevraagd wordt. In het bijzonder heeft het vloerdeel een breedte van circa 1.20m. Bij voorkeur heeft het vloerdeel een breedte van circa 2.40m. In het bijzonder heeft het vloerdeel een lengte van ten minste 10m. Bij voorkeur heeft het vloerdeel een lengte van circa 14m. Hiermee voldoet het vloerdeel aan afmetingen voor een vloerdeel die gangbaar zijn in de markt en bekend zijn van de toepassing van kanaalplaten.
In vergelijking tot de bekende semi-prefab Cobiax vloerdelen, liggen de vulelementen in plaats van gepositioneerd bovenop de eerste onderlaag bij het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding bij voorkeur verzonken in de eerste laag, bijvoorbeeld met een diepte die groter is dan 2cm. In het bijzonder liggen de vulelementen ten minste voor 50% van de hoogte van een vulelement verzonken in de eerste laag. Meer in het bijzonder liggen de vulelementen ten minste voor 75% van de hoogte van een vulelement verzonken in de eerste laag. Bij voorkeur liggende vulelementen echter in hoofdzaak volledig verzonken in de eerste laag. In hoofdzaak betekent hier dat de vulelementen voor ten minste 95% van de hoogte van een vulelement verzonken zijn in de eerste laag.
In een uitvoeringsvorm van het betonnen vloerdeel heeft het vloerdeel een bovenvlak dat tijdens de vervaardiging van het vloerdeel vlak afgewerkt is, bijvoorbeeld door een afstrijkbewerking. Het vloerdeel heeft een onder- en een bovenvlak. Het ondervlak van het vloerdeel is met voordeel glad doordat dit ondervlak gevormd is door de bodem van de mal. Nadat de hoogte-aanslag is weggenomen, kan met voordeel het bovenvlak van het vloerdeel tevens glad en daarmee tapijt-gereed afgewerkt worden door bijvoorbeeld het bovenvlak af te strijken voordat het bovenvlak uitgehard is. Hiermee kan met voordeel een volledig prefab betonnen vloerdeel verkregen worden dat vanaf een betonfabriek aan een bouwplaats geleverd kan worden.
In een uitvoeringsvorm van het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding betreft de tweede laag een constructieve druklaag. Bij voorkeur omvat de druklaag een zelf verdichtend betonmateriaal. Het zelf verdichtend beton materiaal is geschikt om trillingsvrij uit te harden. Het trillingsvrije uitharden van de tweede laag is tevens voordelig voor het verder stabiel laten uitharden van een onderliggende laag uit beton materiaal. Met een tweede laag uit zelf verdichtend betonmateriaal, kan een vlak en glad bovenvlak van het vloerdeel verkregen kan worden dat tapijt-gereed is. Tapijt-gereed betekent hier dat geen verdere afwerklaag op een bovenvlak van het vloerdeel meer nodig is om een voldoende glad en vlak bovenvlak te verkrijgen. Op een tapijt-gereed vlak kan een decoratieve vloerbedekking, zoals een textiel vloerbedekking of laminaatpakket gelegd worden.
In een uitvoeringsvorm van het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding omvat het vloerdeel ten minste een korf voor het in hoogte richting opsluiten van ten minste een vulelement. Door het met behulp van de korf opsluiten van een vulelement en een fixatie van de korf in de eerste laag, kan het vulelement niet meer omhoog - dat is in een richting tegen de zwaartekracht in - opdrijven. Bij voorkeur is de korf gevormd uit staaldraad, zodanig dat de korf zelf tevens een wapening vormt. De korf omvat ten minste een beugelvormige staaldraad die ingericht is om over een vulelement geplaatst te worden. In het bijzonder is de korf ingericht voor het opsluiten van een rij vulelementen. Een dergelijke korf is bijvoorbeeld bekend uit EP1.568.827 voor het opsluiten van de zogenaamde Cobiax bollen als vulelementen.
Ten opzichte van andere bekende betonnen vloerdelen voorzien van vulelementen hebben Cobiax vloeren het voordeel dat de kunststof holle vulelementen gesloten volumes vormen, zodanig dat de vulelementen ondoordringbaar zijn voor betonmateriaal. De gesloten volumes van de vulelementen vormen een constant volume. Hierdoor hebben Cobiax vloeren het voordeel dat het benodigd volume en de verdeling van betonmateriaal voor de vorming van een vloerdeel nauwkeurig gereguleerd kan worden. Dit draagt bij aan een verkrijgen van een vloerdeel dat voldoet aan gestelde specificaties.
In een uitvoeringsvorm van het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding omvat het vloerdeel ten minste een wapening.
In een uitvoeringsvorm van het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding omvat het vloerdeel ten minste een korf voor het opnemen van ten minste een vulelement. In het bijzonder omvat het vloerdeel een korf voor het opnemen van een rij van vulelementen.
In een verdere uitvoeringsvorm van het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding is de ten minste ene korf vast verbonden, bijvoorbeeld door lassen, met de wapening. Met voordeel kan de wapening in hoogte gepositioneerd worden in de mal doordat de wapening door de vaste verbinding mee naar omhoog beweegt tijdens een opdrijven van de vulelementen.
In een uitvoeringsvorm van het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding omvat het vloerdeel ten minste een spandraad om het vloerdeel op een voorspanning te brengen. Het vloerdeel heeft door de aanwezigheid van de ten minste ene voorgespannen spandraad een hogere belastingscapaciteit. Bij voorkeur is de ten minste ene spandraad op een hoogteniveau gepositioneerd onder de aanwezige vulelementen. In het bijzonder is de ten minste ene spandraad in dwarsdoorsnede van een vloerdeel gezien gepositioneerd tussen twee naburige vulelementen.
In een verdere uitvoeringsvorm van het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding heeft het vloerdeel een wapening die bovenop de ten minste ene spandraad steunend gepositioneerd is. Met voordeel kan de wapening door het steunen direct op een vooraf bepaalde gewenste hoogte positie in de mal gepositioneerd worden. Eventueel kunnen afstandsstukken plaatselijk onder de spandraad gepositioneerd zijn om een doorhangen van de spandraden tegen te gaan. In het bijzonder steunt ten minste een korf met ten minste een vulelement af op de wapening. Bij voorkeur vormt de ten minste ene korf een verdere wapening van het voordeel.
De uitvinding zal nader worden uitgelegd aan de hand van bijgevoegde tekeningen. De tekeningen vormen een praktische uitvoering van de uitvinding, welke niet mogen worden beschouwd in beperkende zin.
Specifieke detailkenmerken kunnen ook los van het uitvoeringsvoorbeeld in generale zin als kenmerkend voor de uitvinding worden gezien, waarin:
Fig. 1 een bovenaanzicht toont van een betonnen vloerdeel volgens de uitvinding;
Fig. 2 een zijaanzicht van het betonnen vloerdeel uit Fig. 1 toont;
Fig. 3 een aanzicht in dwarsdoorsnede over de lijn B-B uit Fig. 2 toont; en Fig. 4 een schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede toont van een ballast gepositioneerd bovenop een aantal vulelementen om de vulelementen tijdens het uitharden van een gestorte eerste laag betonmateriaal in een bepaalde hoogte-positie te houden.
In de figuren zijn identieke verwijzingscijfers gebruikt om overeenkomstige onderdelen te duiden. Om een begrip van de beschrijving en de conclusies te faciliteren zijn de woorden ‘onder, boven, verticaal, horizontaal, longitudinaal, dwars, centraal etc’ gebruikt met referentie naar de zwaartekracht, welke woorden technisch functioneel en niet beperkend voor de beschermingsomvang dienen te worden geïnterpreteerd. Zo heeft een vloerdeel in de praktijk een gebruikelijke oriëntatie. Een vloerdeel wordt in een horizontaal georiënteerde mal met een open bovenzijde vervaardigd door het van bovenaf storten van betonmateriaal. Na het plaatsen van een vloerdeel vormt een bovenvlak van het vloerdeel een vloer in een horizontaal vlak.
Fig. 1 toont een bovenaanzicht van een betonnen vloerdeel 1 dat vervaardigd is volgens de werkwijze volgens de uitvinding. Het betonnen vloerdeel 1 omvat een betonlichaam 10. Het betonlichaam 10 is rechthoekig. Het betonlichaam 10 heeft een bovenvlak 19 en een ondervlak 18. Het betonlichaam 10 heeft een lengte van 14 m en een breedte van 2,40 m.
Het betonlichaam 10 heeft een totale dikte van 400 mm. Hiermee voldoet het betonnen vloerdeel 1 aan gangbare maten voor vloerdelen.
Het betonlichaam 10 omvat meerdere vulelementen 3. Elk vulelement 3 vormt een afzonderlijke holte binnen het vloerdeel 1. Door de aanwezigheid van de vulelementen 3 is een gewichtsreductie bereikt. Een dergelijk vulelement is bekend uit EP2.075.387B1 op naam van Cobiax Technologies AG.
Elk vulelement 3 is naar omhoog gezien opgesloten binnen een korf 4. De korf 4 is gevormd uit staaldraad. De korf 4 sluit een vulelement in een richting naar omhoog op. Dergelijke korven zijn bekend uit W02005/080704 op naam van Cobiax Technologies AG.
De vulelementen 3 zijn regelmatig verdeeld over het vloerdeel. De vulelementen 3 zijn opgesteld in een matrix patroon. De matrix van vulelementen 3 omvat in dwarsrichting gezien rijen van vulelementen. Zowel in lengterichting als in dwarsrichting gezien is de verdeling van vulelementen over het betonlichaam 10 symmetrisch.
In een lengterichting gezien omvat het betonlichaam 10 zich in dwarsrichting uitstrekkende rijen met een verschillend aantal vulelementen. Vanaf een uiteinde van het betonlichaam 10 naar een middengebied van het betonlichaam omvat het betonlichaam 10 een toenemend aantal vulelementen. In een zone A op de uiteinden van het betonlichaam 10 ontbreken vulelementen. In een op zone A aansluitende zone B omvat elke rij in dwarsrichting twee vulelementen. Tussen zone A en zone B is een ankergebied voorzien voor het plaatsen van ten minste een hijsanker 8 voor het hijsen van het betonlichaam 10. In een vanaf zone A gezien op zone B aansluitende zone C omvat elke rij vier vulelementen. Hier omvat het betonlichaam 10 twee naast elkaar gelegen rijen met vier vulelementen. In het middengebied van het betonlichaam 10 dat aangeduid is met zone D omvat elke rij zes vulelementen. Deze getoonde verdeling van vulelementen 3 over het betonlichaam 10 verschaft met voordeel een optimale gewichtreductie bij een vereiste draagcapaciteit en vormt een volgend aspect van het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding.
Fig. 2 en Fig. 3 tonen in respectievelijk een doorsnede in lengterichting en dwarsrichting, de vulelementen 3 in verder detail. Het vulelement 3 betreft hier een zogenaamde Cobiax bol. Het vulelement 3 is vervaardigd uit kunststof materiaal. Het vulelement 3 is rondom gesloten, zodanig dat een betonmateriaal tijdens het uitharden niet in de holte gevormd door het vulelement 3 kan binnendringen. Hiermee kan met voordeel een totaal volume aan aanwezige holten bij de vervaardiging van het betonlichaam 10 nauwkeurig gecontroleerd blijven.
Elk vulelement 3 is bolvormig, in het bijzonder in de vorm van een ellipsoïde met een vlakke boven en onderzijde. Het vulelement 3 heeft in een horizontaal vlak gezien een diameter van 315 mm en in een verticaal vlak gezien een hoogte van 260 mm. Met voordeel heeft het vulelement 3 een lagere hoogte maat dan de diameter in breedterichting. Het betonlichaam 10 heeft hier een beperkte maximale hoogte van 400 mm. De vulelementen 3 zijn in dwarsrichting en in lengterichting gepositioneerd op een gelijke steek van hier circa 350 mm.
Zoals getoond in Fig. 3 is het betonlichaam 10 opgebouwd uit ten minste twee lagen 11 en 12. Hier heeft het betonlichaam 10 een eerste laag 11 dat een onderste laag van het betonlichaam 10 vormt en een tweede laag 12 dat een bovenste laag van het betonlichaam vormt. Bij voorkeur bestaat de werkwijze voor de vervaardiging van het betonnen vloerdeel 1 uit twee stortgangen. De eerste laag 11 van het betonlichaam 10 is verkregen tijdens een eerste stortgang en de tweede laag 12 van het betonlichaam 10 is verkregen tijdens een tweede stortgang van een werkwijze voor de vervaardiging van het betonnen vloerdeel 1.
Het betonlichaam 10 heeft een eerste laag 11, dat een onderste laag vormt uit betonmateriaal. De eerste laag is in één gang gestort. Voor het verkrijgen van een betonlichaam met een totale laagdikte van 400 mm is in een eerste stortgang de eerste laag gestort met een storthoogte van ten minste 250 mm en ten hoogste 300 mm. De eerste laag 11 van gestort betonmateriaal heeft een dikte van ten minste 50% en ten hoogste 85% van de totale dikte van het te verkrijgen vloerdeel. Hierdoor liggen de vulelementen 3 ingebed in de eerste gestorte laag 11. De vulelementen 3 liggen ten minste gedeeltelijk en bij voorkeur volledig verzonken in de eerste laag 11.
In de werkwijze volgens de uitvinding voor het vervaardigen van een betonnen vloerdeel zijn een mal 2 en vulelementen 3 verschaft. In een stap zijn de vulelementen in de mal 2 geplaatst. De mal 2 is bakvormig. Zoals getoond in Fig. 4, heeft de mal 2 heeft een bodem 21 en in de omtrek opstaande zijwanden 22. De mal heeft een open bovenzijde voor het in de mal storten van betonmateriaal. Vulelementen kunnen in de eerste stap van de werkwijze op de bodem 21 van de mal 2 worden geplaatst.
In de werkwijze is verder een hoogte-aanslag 7 verschaft. De hoogte-aanslag 7 zorgt voor een hoogte-positionering van de vulelementen in de mal. De hoogte-aanslag zorgt voor een hoogte-positionering door een opdrijven van de vulelementen tijdens het in een eerste gang storten van uithardend materiaal te begrenzen.
Vulelementen 3 kunnen tijdens het storten van betonmateriaal gaan drijven, loskomen van de bodem van de mal en naar omhoog bewegen totdat de vulelementen tegen de hoogte-aanslag 7 aankomen. De hoogte-aanslag 7 werkt als een blokkade tegen een verder opdrijven. De vulelementen kunnen niet verder opdrijven en raken verzonken in de in de eerste gang gestort de eerste laag van betonmateriaal.
De tweede laag 12 van het betonlichaam 10 wordt in een tweede gang gestort bovenop de eerste laag 11. De tweede gang van het storten van betonmateriaal vangt aan na het in acht nemen van een uithardtijd voor het uitharden van de eerste laag 11. De uithardtijd voor het laten uitharden van de eerste laag bedraagt ten hoogste twee uur, in het bijzonder ten hoogste één uur. In deze uithardtijd kan de eerste laag opstijven. Deze uithardtijd is voldoende voor een fixering van de vulelementen 3 in de eerste laag 11, zodat de hoogte-aanslag weggenomen kan worden. Na het wegnemen van de hoogte-aanslag wordt de tweede gang van uithardend materiaal gestort.
Fig. 4 toont in een schematisch aanzicht een uitvoeringsvorm van een hoogte-aanslag 7 in de vorm van een dwarsligger 71 voor het begrenzen van een opwaartse beweging van in een mal geplaatste vulelementen. Met voordeel is op een eenvoudige wijze een hoogte-aanslag verkregen. De hoogte-aanslag 7 kan tijdens de werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen vloerdeel eenvoudig gehandeld worden.
De hoogte-aanslag 7 omvat een dwarsligger. De dwarsligger is gevormd door ten minste een ballast die over de mal voor het vormen van het vloerdeel geplaatst kan worden. Over de lengte van de mal zijn meerdere dwarsliggers 71 geplaatst. Hier zijn acht stuks dwarsliggers over een mal met een lengte van 14 m geplaatst. De dwarsliggers als ballast zijn zwaar en hebben een gewicht van circa 1000 kg per stuk. Het gewicht van de dwarsliggers is groter dan een opwaartse kracht veroorzaakt door een opdrijven van vulelementen.
Zoals getoond in Fig. 4 is ten minste een afstandsstuk 72 voorzien. Het afstandsstuk strekt zich uit in lengterichting van de mal. Het afstandsstuk 72 is hier in de vorm van een hoekprofiel met een lengte van circa 6 m. Het hoekprofiel heeft een maat van 100X100 en is met de benen neerwaarts gericht bovenop de vulelementen geplaatst. Hier zijn vier hoekprofielen parallel aan elkaar over de breedte van de mal verdeeld bovenop een korf 4 met vulelementen 3 geplaatst. Bij het storten van beton materiaal worden de vulelementen in hoogte gepositioneerd. Een opdrijvende kracht drukt de vulelementen opwaarts tegen de hoogte-aanslag 7. De ballast als hoogte-aanslag fungeert als een aanslag en stuit een naar omhoog bewegen van de vulelementen 3.
Aldus is volgens de uitvinding een werkwijze en betoninrichting voor het vervaardigen van een betonnen vloerdeel omvattende de stappen van het in een mal plaatsen van vulelementen; het in een eerste gang in de mal storten van een eerste laag beton materiaal; het tijdens het storten van de eerste laag beton materiaal met behulp van een hoogte-aanslag in hoogte ten opzichte van de bodem van de mal stuiten van een opdrijven van de vulelementen; een ten minste gedeeltelijk laten uitharden van de eerste laag gedurende een eerste uithardtijd; en het van de vulelementen wegnemen van de hoogte-aanslag. Een opdrijven van vulelement wordt toegelaten totdat de vulelementen gestuit worden door de hoogte-aanslag. De vulelementen worden door de hoogte-aanslag nauwkeurig gepositioneerd waardoor een vloerelement betrouwbaar volgens vooraf bepaalde specificaties vervaardigd kan worden. Een belangrijk voordeel betreft verder een tijdswinst in productie, omdat in de werkwijze de vulelementen mogen opdrijven en niet bevestigd hoeven te worden.
De uitvinding is geopenbaard met verwijzing naar uitvoeringsvormen van de werkwijze, de betoninrichting en het betonnen vloerdeel volgens de uitvinding. Nadrukkelijk wordt erop gewezen, dat het zou kunnen dat een vakman na het lezen van de beschrijving veranderingen of aanpassingen zou willen doorvoeren die vanuit een technisch oogpunt mogelijk zijn, maar dat deze niet buiten de beschermingsomvang van de uitvinding, zoals in de bijgaande conclusies is gedefinieerd zullen vallen. De vakman dient te begrijpen dat verschillende aanpassingen vanuit technisch oogpunt gemaakt kunnen worden en dat elementen vervangen kunnen worden door equivalenten zonder daarbij het wezen van de uitvinding te verlaten. In het bijzonder kunnen binnen de definitie volgens bijgaande conclusies wijzigingen ten opzichte van de getoonde uitvoeringsvormen worden doorgevoerd die het wezen van de uitvinding niet verlaten en aldus binnen de lering van de uitvinding blijven. Aldus is de uitvinding niet beperkt tot de getoonde en beschreven uitvoeringsvormen, maar zal de beschermingsomvang van de uitvinding alle uitvoeringsvormen bestrijken die vallen binnen de definitie van bijgaande conclusies.
Legenda: I betonnen vloerdeel 10 betonlichaam II eerste laag 12 tweede laag 18 ondervlak 19 bovenvlak 2 mal 21 malbodem 22 malzijwand 3 vulelement 4 korf 5 wapening 6 spandraad 7 hoogte-aanslag 71 dwarsligger 72 afstandsstuk 8 hijsanker

Claims (22)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen vloerdeel omvattende de stappen van: - het in een mal plaatsen van vulelementen, waarbij de mal een open bovenzijde, een bodem en een omtrekkende zijwand heeft; - het na het plaatsen van de vulelementen in een eerste gang in de mal storten van een eerste laag betonmateriaal; - het tijdens het storten van de eerste laag betonmateriaal met behulp van een hoogte-aanslag in hoogte ten opzichte van de bodem van de mal stuiten van een opdrijven van de vulelementen; - een ten minste gedeeltelijk laten uitharden van de eerste laag gedurende een eerste uithardtijd; - het van de vulelementen wegnemen van de hoogte-aanslag.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het vloerdeel vervaardigd wordt door het in een enkele gang storten van een laag betonmateriaal.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de werkwijze een stap omvat van het in een tweede gang storten van een tweede laag uithardend betonmateriaal.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij een totale dikte van het vloerdeel de eerste laag en de tweede laag omvat, waarbij de in de eerste gang gestorte eerste laag een laagdikte heeft van ten minste 35% van de totale dikte van het vloerdeel.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de in de eerste gang gestorte eerste laag laagdikte heeft van ten hoogste 85%.
6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de geplaatste vulelementen gesloten volumes vormen, zodanig dat de vulelementen ondoordringbaar zijn voor betonmateriaal.
7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de te plaatsen vulelementen in ten minste een korf in opwaartse richting opgesloten zijn en waarbij de ten minste ene korf geïntegreerd is met een wapening, zodanig dat de korf en de wapening bij het opdrijven van de vulelementen in opwaartse richting mee bewegen.
8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een spandraad voor het voorspannen van het vloerdeel in de mal wordt aangebracht en waarbij een wapening en/of ten minste een korf met vulelementen steunend geplaatst wordt op de ten minste ene spandraad.
9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste laag gevormd wordt door het storten van een betonmateriaal dat verschillend is van het betonmateriaal van de tweede laag, waarbij in het bijzonder de tweede laag gevormd wordt door het storten van een zelf verdichtend betonmateriaal.
10. Betoninrichting voor het vervaardigen van vloerdelen, waarbij de betoninrichting omvat: - een mal voor het houden van uit te harden betonmateriaal, waarbij de mal een open bovenzijde, een bodem en een omtrekkende zijwand heeft; - een beton-menger voor het mengen van ingrediënten voor het vormen van betonmateriaal; - een storteenheid voor het vanaf boven in de mal storten van het betonmateriaal; - een vulelementen-opslag voor het houden van vulelementen, met het kenmerk, dat de betoninrichting verder een hoogte-aanslag omvat voor het tijdens een storten van betonmateriaal in hoogte ten opzichte van de bodem van de mal in opwaartse richting stuiten van in de mal aanwezige, in het bijzonder door opdrijven beweegbare vulelementen.
11. Betoninrichting volgens conclusie 10, waarbij de hoogte-aanslag verbonden is met de mal.
12. Betoninrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij de hoogte-aanslag een ballast als hoogte-aanslag omvat.
13. Betonnen vloerdeel (1), waarbij het vloerdeel een betonlichaam (10) omvat met een totale dikte, waarbij het betonlichaam (10) ten minste een eerste laag (11) van uitgehard beton materiaal omvat, waarbij de eerste laag (11) vul-elementen (3) omvat die holten binnen het vloerdeel vormen voor het verkrijgen van een gewichtsreductie, waarbij de eerste laag (11) een dikte heeft van ten minste 35% van de totale dikte van het vloerdeel.
14. Betonnen vloerdeel (1) volgens conclusie 13, waarbij het vloerdeel een enkele laag van betonmateriaal omvat.
15. Betonnen vloerdeel (1) volgens conclusie 13, waarbij het vloerdeel een tweede laag (12) van uitgehard betonmateriaal omvat.
16. Betonnen vloerdeel (1) volgens conclusie 15, waarbij de eerste laag een laagdikte heeft van ten hoogste 85% van de totale dikte van het vloerdeel.
17. Betonnen vloerdeel (1) volgens een van de conclusies 13-16, waarbij de vulelementen verzonken liggen in de eerste laag en over een hoogte van ten minste 50% van de totale hoogte van de vulelementen in de eerste laag zijn opgenomen, waarbij de vulelementen (3) in het bijzonder in hoofdzaak volledig verzonken zijn in de eerste laag (11).
18. Betonnen vloerdeel (1) volgens een van de conclusies 13-17, waarbij het vloerdeel een ondervlak heeft dat gevormd is door de bodem van de mal en een bovenvlak dat door een bewerking tijdens de vervaardiging van het vloerdeel gevlakt is, door bijvoorbeeld schuren of vlinderen, zodanig dat het bovenvlak tapijt-gereed is.
19. Betonnen vloerdeel (1) volgens een van de conclusies 13-18, waarbij de vulelementen gesloten zijn, zodanig dat de vulelementen gesloten zijn voor het binnendringen van betonmateriaal.
20. Betonnen vloerdeel (1) volgens een van de conclusies 13-19, waarbij de tweede laag van uitgehard betonmateriaal een toplaag vormt van het vloerdeel, waarbij het uitgehard materiaal van de tweede laag zelfverdichtend beton omvat.
21. Betonnen vloerdeel (1) volgens een van de conclusies 13-20, waarbij het vloerdeel een wapening omvat die vast verbonden is met of gevormd is door ten minste een korf met vulelementen.
22. Betonnen vloerdeel (1) volgens een van de conclusies 13-21, waarbij het vloerdeel in lengterichting ten minste een spandraad omvat voor het voorspannen van het vloerdeel, waarbij een wapening en/of ten minste een korf met vulelementen steunend gepositioneerd is op de ten minste ene spandraad.
NL2016891A 2016-06-03 2016-06-03 Werkwijze voor de vervaardiging van een betonnen vloerdeel met vulelementen NL2016891B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016891A NL2016891B1 (nl) 2016-06-03 2016-06-03 Werkwijze voor de vervaardiging van een betonnen vloerdeel met vulelementen

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016891A NL2016891B1 (nl) 2016-06-03 2016-06-03 Werkwijze voor de vervaardiging van een betonnen vloerdeel met vulelementen

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2016891A NL2016891A (nl) 2017-12-11
NL2016891B1 true NL2016891B1 (nl) 2018-01-12

Family

ID=57346011

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2016891A NL2016891B1 (nl) 2016-06-03 2016-06-03 Werkwijze voor de vervaardiging van een betonnen vloerdeel met vulelementen

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2016891B1 (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2550977A (en) * 1947-04-08 1951-05-01 Bert F Dimock Concrete block molding form
DE20016907U1 (de) * 2000-06-24 2001-01-04 Rinn Beton Und Naturstein Gmbh Bauelement aus Kunststein
BE1015117A5 (nl) * 2002-09-23 2004-10-05 Belvi Nv Prefabelement en werkwijze voor het vervaardigen ervan.
KR100958407B1 (ko) * 2009-08-18 2010-05-18 삼성중공업 주식회사 경량성형재조립체에 의한 중공슬래브의 시공구조

Also Published As

Publication number Publication date
NL2016891A (nl) 2017-12-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN103237942A (zh) 用于构建用于制造混凝土地基的模块化模壳的可组装一次性模板
BE1017892A3 (nl)
CN113565010A (zh) 一种门式墩横梁施工方法及模架
CN114482529A (zh) 一种后浇带镀锌钢管支撑架回顶施工方法
NL2016891B1 (nl) Werkwijze voor de vervaardiging van een betonnen vloerdeel met vulelementen
US5074095A (en) Pre-cast concrete panel and joist assembly and method of construction
CN103233537A (zh) 重荷载叠合架空地坪及施工方法
CA2395657C (en) Method of constructing formwork and an element for casting concrete components
CN111452191B (zh) 一种混凝土护栏预制装配装置及其施工方法
CN106142337A (zh) 一种机械成型干硬性混凝土带肋底板及其制作方法
KR101170077B1 (ko) 압축력이 작용하는 상하부에만 선택적으로 프리스트레스미도입부를 설치한 프리스트레스트콘크리트합성거더와 이의 제작방법 및 이를 이용한 슬래브구조체와 이의 시공방법
SE500785C2 (sv) Bjälklagselement och förfarande för dess framställning
CN110172918B (zh) 预制箱梁预埋钢板定位方法
US4693046A (en) Method of constructing floor for buildings or similar structures
CN108068194B (zh) 用于浇筑预制混凝土产品的方法和设备
JP2021173088A (ja) 杭支持構造物の構築方法
CN109281425A (zh) 一种装配式混凝土楼板及其施工方法
CN110748221A (zh) 一种预制装配式水池导流墙
CN220058568U (zh) 双层混凝土垫块
KR100563126B1 (ko) 시공단계별로 프리스트레스를 도입하는 피에스씨 강재와부분적인 다운공정을 통해서 상부 구조물에 압축응력을도입하여 설치되는 프리스트레스 합성거더 연속교 및 이의시공방법
KR101962709B1 (ko) 트랜치가 형성된 합성 데크 슬래브 시공 방법
CN114482054B (zh) 斜面褥垫层浇筑模体系及施工方法
CN217352139U (zh) 一种门式墩横梁施工模架
CN211899174U (zh) 具有限高装置的桁架筋叠合板及模台组件
US3252682A (en) Prefabricated concrete wall and roof form structure