NL2016053B1

NL2016053B1 - A device for collecting particles from a gaseous fluid stream, and cut tobacco processing equipment comprising such a device.

Info

Publication number: NL2016053B1
Application number: NL2016053A
Authority: NL
Inventors: De Jager Gerard; Adrianus Tukker Marinus
Original assignee: J O A Tech Beheer B V
Priority date: 2015-12-30
Filing date: 2015-12-30
Publication date: 2017-07-11

Claims

1. Inrichting voor het verzamelen van deeltjes uit een gasvormige fluïdumstroom omvattende vaste deeltjes waaronder de betreffende te verzamelen deeltjes, welke inrichting een deeltjesscheider/concentratoreenheid en een weerstands-bezinkings-wervelbeddeeltjesscheidereenheid (“hindered settling fluidized bed particle separator unit”); welke deeltjesscheider/concentratoreenheid omvat: - een langwerpige kamer, omvattende een afgeknot kegelvormig rooster met een sleufvormig lateraal oppervlak dat zich in langsrichting van de kamer vanaf een basiseinde naar een topeinde van het rooster uitstrekt, - een inlaat, gelegen tegenover het basiseinde van het rooster aan een eerste einde van de kamer, voor het ontvangen van de gasvormige fluïdumstroom omvattende de vaste deeltjes, - een deeltjesuitlaat, verbonden met het topeinde van het rooster, ingericht voor het uit de kamer afvoeren van deeltjes in een fluïdumstroom met een verhoogde concentratie aan te verzamelen deeltjes in vergelijking tot de bij de concentratorinlaat ontvangen fluïdumstroom, en - een uitlaat, gelegen tegenover het topeinde van het rooster aan een tweede einde van de kamer tegenover het eerste einde hiervan, voor het afvoeren van gas en niet aan de deeltjesuitlaat afgevoerde vaste deeltjes, welke weerstandsbezinkings-wervelbeddeeltjesscheidereenheid omvat: - een langwerpige scheidingskamer met een eerste einde en een tweede einde tegenover het eerste einde van de scheidingskamer, - een ultrasoon scheidingsscherm of -zeef, gelegen aan een eerste einde van de scheidingskamer, om de te verzamelen deeltjes te blokkeren van het verlaten van de scheidingskamer en voor het doorlaten van vaste deeltjes welke niet de te verzamelen deeltjes omvatten, - een wervelbedscheiderinlaat, welke zich in de scheidingskamer uitstrekt vanaf het eerste einde van de scheidingskamer voorbij het scheidingsscherm of de -zeef en met de deeltjesuitlaat van de deeltjesscheider/concentratoreenheid is verbonden, - een veelheid schoepen, welke zich in de scheidingskamer uitstrekken onder een scherpe hoek met en over een afstand aangrenzend aan en dwars op het scheidingsscherm of de -zeef, - een wervelbedscheiderdeeltjesuitlaat, gelegen aan het tweede einde van de scheidingskamer, voor het uit de scheidingskamer afvoeren van te verzamelen deeltjes, - een verdere wervelbedscheiderinlaat, gelegen aan het tweede einde van de scheidingskamer tussen de wervelbedscheiderinlaat en de wervelbedscheider-deeltjesuitlaat, voor het in de scheidingskamer ontvangen en aan een verdere gasvormige-fluïdumuitlaat afvoeren van een gasvormige verdere fluïdumstroom, - een wervelbedscheideruitlaat, gelegen aan het eerste einde van de scheidingskamer tegenover het scheidingsscherm of de -zeef, voor het uit de scheidingskamer afvoeren van de verdere fluïdumstroom en vaste deeltjes welke niet de te verzamelen deeltjes omvatten, en - een centraal stromingsgeleidingselement dat zich in langsrichting van de scheidingskamer tussen de wervelbedscheiderinlaat en de verdere gasvormige-fluïdumuitlaat uitstrekt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin het ultrasone scheidingsscherm of de -zeef werkzaam is verbonden met een transducereenheid ingericht voor het aansturen van het scheidingsscherm of de -zeef met een vibratiefrequentie in een bereik van 20 - 30 kHz.

3. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de schoepen een vleugelvormige of wigvormige plaatvorm hebben.

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin een aantal van 3-6 schoepen gelijkmatig in omtreksrichting over het scherm of de zeef zijn verdeeld en zich in hoofdzaak over eenzelfde afstand in de scheidingskamer uitstrekken gemeten vanaf het scherm of de zeef onder een scherpe hoek tussen 45 - 75 graden.

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het stromingsgeleidingselement een rotatiesymmetrisch langwerpig cilindrisch middendeel omvat, dat zich centraal in de scheidingskamer uitstrekt en een eerste puntvormig einddeel en een tweede puntvormig einddeel heeft, welk stromingsgeleidingselement een gesloten buitenoppervlak heeft.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarin de eerste en tweede puntvormige einddelen van het stromingsgeleidingselement hyperboloïdevormig zijn gevormd.

7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende een stuurbare klep verbonden met de verdere wervelbedscheiderinlaat van de wervelbeddeeltjesscheidereenheid voor het sturen van de gassnelheid en hoeveelheid van de gasvormige verdere fluïdumstroom voor toevoer in de scheidingskamer van de wervelbeddeeltjesscheidereenheid.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarin de met de verdere wervelbedscheiderinlaat verbonden stuurbare klep een pulserende klep is.

9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende een langwerpige fluïdumstroomdeler welke zich over een afstand binnen het rooster van de kamer van de deeltjesscheider/concentratoreenheid uitstrekt, welke fluïdumstroomdeler zodanig is gelegen dat de fluïdumstroom binnen het rooster gelijkmatig over het sleufvormige laterale oppervlak van het rooster wordt verdeeld.

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarin de fluïdumstroomdeler een rotatiesymmetrische langwerpige vorm omvat, met een eerste kegelvormig einde en een tweede kegelvormig einde waarvan de basisvlakdelen via een tussengelegen cilindrisch deel op elkaar aansluiten, waarin het eerste kegelvormig einde bij het basisvlakeinde van het rooster is gelegen en naar de inlaat van de deeltjesscheider/concentratoreenheid is gekeerd en het tweede kegelvormige einde bij het topeinde van het rooster is gelegen en naar de uitlaat van de deeltjesscheider/concentratoreenheid is gekeerd.

11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het tweede einde van de scheidingskamer van de wervelbeddeeltjesscheidereenheid trechtervormig is met een basisdeel en een topdeel en een deeltjescollector vormt voor het verzamelen van de, uit de gasvormige fluïdumstroom welke de vaste deeltjes omvat gescheiden deeltjes, waarbij het topdeel van de scheidingskamer aansluit op de wervelbed-deeltjesuitlaat welke eindigt in een luchtsluisklep, in het bijzonder een luchtsluisdraaiklep.

12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de kamer van de deeltjesscheider/concentratoreenheid zich dwars uitstrekt op de scheidingskamer van de wervelbeddeeltjesscheidereenheid.

13. Inrichting volgens een van de conclusies 1-11, waarin de kamer van de deeltjesscheider/concentratoreenheid en de scheidingskamer van de wervelbeddeeltjes-scheidereenheid zich in-line uitstrekken.

14. Inrichting volgens conclusie 13, waarin de deeltjesscheider/concentrator-eenheid in de wervelbeddeeltjesscheidereenheid is opgenomen.

15. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de uitlaat van de deeltjesscheider/concentratoreenheid voor het afvoeren van gas uit de in de kamer van de deeltjesscheider/concentratoreenheid ontvangen fluïdumstroom en de wervelbed-scheideruitlaat voor het uit de wervelbeddeeltjesscheidereenheid afvoeren van de verdere fluïdumstroom en vaste deeltjes niet omvattende de betreffende deeltjes in stromingsverbinding staan en een enkele integrale gasuitlaat van de inrichting vormen.

16. Inrichting volgens conclusie 15, ingericht voor het verzamelen van tabakvezels uit een gasvormige fluïdumstroom in een pijpleiding van een gesneden-tabak-verwerkingssysteem, waarin de inlaat van de deeltjesscheider/concentratoreenheid voor het ontvangen van de gasvormige fluïdumstroom welke vaste deeltjes omvat pijpvormig is en de uitlaat van de deeltjesscheider/concentratoreenheid pijpvormig is voor het in de pijpleiding monteren van de inrichting.

17. Gesneden-tabakverwerkingsapparatuur, zoals een sigarettenvervaar-digingsinrichting, omvattende een transportleidinginlaat voor aansluiting op een gesneden-tabakafgifte-eenheid, een transportleidinguitlaat voor aansluiting op een transportleidingfluïdumstroom-stuureenheid en een stofverwijderingssysteem omvattende een stofverwijderingsleiding waarin een inrichting volgens een van de voorgaande conclusies is opgenomen.