NL2016035A

NL2016035A - Windscreen wiper device.

Info

Publication number: NL2016035A
Application number: NL2016035A
Authority: NL
Inventors: Genet Sophie; Steiner Elodie
Original assignee: Federal Mogul Sa
Priority date: 2015-12-24
Filing date: 2015-12-24
Publication date: 2017-06-29
Also published as: NL2016035B1

Claims

1. Een ruitenwisinrichting (1) van het vlakke blad type (Eng.: “of the flat blade type”) omvattende een longitudinaal zich uitstrekkend wisblad (2) van een flexibel materiaal, waarbij het wisblad (2) is voorzien van ten minste een longitudinaal zich uitstrekkende groef (3); tenminste een drager (4) van een veerachtig materiaal, die het wisblad (2) werkzaam ondersteunt en voorspant in een vooraf bepaalde configuratie, waarbij de drager (4) is aangebracht in de longitudinaal zich uitstrekkende groef (3); een verbindinginrichting (5) voor het daaraan verbinden van een oscillerende arm; waarbij een binnenwand (12) van de longitudinaal zich uitstrekkende groef (3) van het wisblad (2) is voorzien van een oppervlak (13) met een microtextuur, met het kenmerk dat het oppervlak (13) met de microtextuur verscheidene ribben (14) bevat die zich in longitudinale richting van het wisblad (2) zich uitstrekken en die vanaf de binnenwand (12) van de longitudinaal zich uitstrekkende groef (3) uitsteken, waarbij elke rib (14) een dwarsdoorsnede bevat in de vorm van een trapezium.

2. Een ruitenwisinrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij elke rib (14) een dwarsdoorsnede bevat in de vorm van een gelijkbenig trapezium.

3. Een ruitenwisinrichting (1) volgens conclusie 2, waarbij een smalle basis van het trapezium een lengte bezit inliggend tussen 30 en 60 pm, en waarbij een brede basis van het trapezium een lengte bezit inliggend tussen 70 en 120 pm.

4. Een ruitenwisinrichting (1) volgens conclusie 2 of 3, waarbij een uitstekende hoogte van de ribben (14) inligt tussen 60 en 80 pm.

5. Een ruitenwisinrichting (1) volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij de afstand tussen midden longitudinale vlakken (15) van aangrenzende ribben (14) inligt tussen 180 en 250 pm.

6. Een ruitenwisinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij het oppervlak (13) met de microtextuur zich uitstrekt langs de gehele lengte van de longitudinaal zich uitstrekkende groef (3).

7. Een ruiten wisinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij het oppervlak (13) met de microtextuur zich uitstrekt langs een deel van de lengte van de longitudinaal zich uitstrekkende groef (3) nabij uiteinden daarvan.

8. Een ruiten wisinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 7, waarbij het wisblad (2) is voorzien van een spoilerdeel (7), een wisdeel en een scharnierdeel als één deel integraal verbonden met het flexibele materiaal, en waarbij de longitudinaal zich uitstrekkende groef (3) is aangebracht in het spoilerdeel (7).

9. Een ruiten wisinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij de drager (4) in een gekromde vorm zelf-voorgespannen is teneinde het wisblad (2) in een gekromde configuratie voor te spannen.

10. Een werkwijze voor het vervaardigen van een ruiten wisinrichting (1) van het vlakke type (Eng.: “of the flat blade type”) omvattende de volgende stappen het vormen van een longitudinaal zich uitstrekkend wisblad (2) van een flexibel materiaal voorzien van ten minste een longitudinaal zich uitstrekkende groef (3); het vormen van een oppervlak (13) met een microstructuur aan een binnenwand (12) van de longitudinaal zich uitstrekkende groef (3) van het wisblad (2), waarbij het oppervlak (13) met de microtextuur verscheidene ribben (14) bevat die zich in longitudinale richting van het wisblad (2) zich uitstrekken en die vanaf de binnenwand (12) van de longitudinaal zich uitstrekkende groef (3) uitsteken, waarbij elke rib (14) een dwarsdoorsnede bevat in de vorm van een trapezium.

11. Een werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de stap voor het vormen van het wisblad (2) verder is gedefinieerd als het extruderen van een longitudinaal zich uitstrekkend wisblad (2) van een flexibel materiaal.

12. Een werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de stap voor het vormen van het wisblad (2) verder is gedefinieerd als het spuitgieten of persgieten van een longitudinaal zich uitstrekkend wisblad (2) van een flexibel materiaal.

13. Een werkwijze volgens conclusie 10, 11 of 12, verder omvattende de stap van het aanbrengen van een drager (4) van een veerachtig materiaal in de longitudinaal zich uitstrekkende groef (3) voor het voorspannen van het wisblad (2) in een vooraf bepaalde configuratie.

14. Een werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 10 tot en met 13, waarbij het oppervlak (13) met de microtextuur wordt gevormd vanuit een strook uitgangsmateriaal, waarbij de strook in ten minste twee delen (2) wordt gesneden langs een wisrand (17) die is ingericht om contact te maken met een te wissen ruit, en waarbij elk deel (2) een wisblad vormen.