NL2014939A

NL2014939A - Strap for tubular objects.

Info

Publication number: NL2014939A
Application number: NL2014939A
Authority: NL
Inventors: Heeres Bauke
Original assignee: Lankhorst Eng Products B V
Priority date: 2015-06-09
Filing date: 2015-06-09
Publication date: 2016-12-12
Also published as: NL2014939B1; WO2016200257A1

Abstract

Een spanband (1) voor buisvormige objecten omvat een band (2) met een eerste luseind (11) en een tweede luseind (12), waarin respektievelijk een eerste verbindingsstuk (31) en een tweede verbindingsstuk (32) zijn opgenomen. Een spanbout (4) strekt zich uit door een eerste doorgang in het eerste verbindingsstuk en door een tweede doorgang in het tweede verbindingsstuk. Het eerste verbindingsstuk omvat aan weerszijden van de eerste doorgang twee respektieve eerste uitsteeksels (51A, 51B), waarbij elk van de eerste uitsteeksels, als gezien in de zin van de eerste verbindingsstuklangsrichting, tenminste met een radiale richtingscomponent en tenminste met een naar de eerste doorgang gekeerde axiale richtingscomponent uitsteekt voor het omgrijpen van het eerste luseind. Dankzij de aldus geconfigureerde eerste uitsteeksels biedt de spanband zowel tijdens montage als tijdens gebruik effectieve veiligheid. Dit maakt deze spanband een interessant alternatiefvoor de bekende spanbanden met dubbele spanbout, die duurder zijn in hun toepassing.A tension band (1) for tubular objects comprises a band (2) with a first loop end (11) and a second loop end (12), in which respectively a first connecting piece (31) and a second connecting piece (32) are included. A tension bolt (4) extends through a first passage in the first connection piece and through a second passage in the second connection piece. The first connector comprises two respective first protrusions (51A, 51B) on either side of the first passage, each of the first protrusions, as seen in the sense of the first connector longitudinal direction, having at least one radial directional component and at least one to the first passage opposite axial directional component protrudes for engaging the first loop end. Thanks to the first protrusions configured in this way, the strap offers effective safety both during assembly and during use. This makes this tensioning strap an interesting alternative to the known tensioning straps with double tensioning bolts, which are more expensive in their application.

Description

Titel: Spanband voor buisvormige objecten.Title: Lashing strap for tubular objects.

De uitvinding heeft betrekking op een spanband voor buisvormige objecten, zoals buizen van diverse afmetingen die gebruikt worden in de olie- en gasindustrie. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een spanband, die een band met twee luseinden omvat, alsmede een spaninrichting voor het in bedrijfstoestand van de spanband onder instelbare spankracht van de spanband onderling verbinden van de twee luseinden.The invention relates to a strap for tubular objects, such as tubes of various sizes, used in the oil and gas industry. More in particular, the invention relates to a strap which comprises a strap with two loop ends and a clamping device for mutually connecting the two loop ends in the operating condition of the strap with adjustable tension force of the strap.

Dergelijke spanbanden worden in de olie- en gasindustrie onder meer veelal toegepast om allerlei appendages aan de buitenkant van de buisvormige objecten te bevestigen. De banden van dergelijke bekende spanbanden zijn vaak vervaardigd van vezelversterkt kunststof materiaal, en zijn meestal flexibel en tamelijk stijf.Such straps are often used in the oil and gas industry, among other things, to attach all kinds of accessories to the outside of the tubular objects. The belts of such known tensioning belts are often made of fiber-reinforced plastic material, and are usually flexible and fairly stiff.

Een uit de praktijk bekend type spanband is getoond in Fig. 1. Het is een type spanband, waarvan de spaninrichting 103 een enkele spanbout 104 heeft. Een belangrijk nadeel van deze bekende spanband 101 is dat deze spanband onveilig is. Eén of meer van de lusdelen 11 IA, 111B, 112A, 112B van de band 102 kunnen namelijk zijdelings van de verbindingsstukken 131, 132 afschuiven. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren tijdens het monteren van de spanband 101 rondom een buis, wanneer de spankracht van de spanband ten behoeve van de voorgenomen bedrijfstoestand van de spanband nog ingesteld moet worden. Maar ook kunnen de lusdelen 111A, 111B, 112A, 112B zijdelings van de verbindingsstukken 131, 132 afschuiven bij een reeds gemonteerde spanband, bijvoorbeeld als gevolg van het wegvallen van de voorspanning van de band 102 en/of bij verschuivingen van een appendage dat door middel van de spanband aan de buis bevestigd is. Als gevolg van deze gebeurtenissen kunnen de band 102 en de spaninrichting 103 zelfs los van elkaar raken, waardoor ze van de buis kunnen vallen, waarbij ook de aan de buis bevestigde appendage van de buis kan vallen. Het vallen van de onderdelen 102 en/of 103 en/of appendages levert gevaar op, bijvoorbeeld voor personen die onder of nabij de buis staan. Dit is een serieus veiligheidsrisico van het bekende type spanband met enkele spanbout.A type of tensioning strap known from practice is shown in FIG. 1. It is a type of tensioning strap, the tensioning device 103 of which has a single tensioning bolt 104. A major drawback of this known strap 101 is that this strap is unsafe. Namely, one or more of the loop parts 11A1, 111B, 112A, 112B of the tape 102 can slide laterally off the connecting pieces 131, 132. This can, for example, occur during the mounting of the tensioning band 101 around a tube, when the tensioning force of the tensioning band still has to be adjusted for the intended operating condition of the tensioning band. But also the loop parts 111A, 111B, 112A, 112B can slide laterally off the connecting pieces 131, 132 with an already mounted tensioning band, for example as a result of the loss of the pre-tension of the band 102 and / or with shifts of an accessory which by means of of the strap is attached to the tube. As a result of these events, the tape 102 and the tensioning device 103 may even become detached from each other, allowing them to fall off the tube, whereby the fittings attached to the tube may also fall off the tube. The falling of parts 102 and / or 103 and / or accessories presents a danger, for example for persons standing under or near the tube. This is a serious safety risk of the known type of tensioning strap with single tensioning bolt.

Het genoemde veiligheidsrisico is voor de vakman veelal reden om af te zien van het bekende type spanband met enkele spanbout als getoond in Fig. 1. In plaats daarvan kiest de vakman dan voor een ander uit de praktijk bekend type spanband, waarvan een voorbeeld is getoond in Fig. 2. Dit is een type spanband 201 waarvan de spaninrichting 203 twee spanbouten 204A, 204B heeft. Duidelijk is dat bij deze bekende spanband 201 met dubbele spanbout de twee spanbouten verhinderen dat de luseinden 211, 212 van de band 202 zijdelings van de verbindingsstukken 231, 232 afschuiven. In dat opzicht biedt deze spanbout 201 dus meer veiligheid.The aforementioned safety risk is often a reason for those skilled in the art to forgo the known type of tensioning belt with single tensioning bolt as shown in FIG. 1. Instead, the person skilled in the art then chooses another type of tensioning strap known from practice, an example of which is shown in Figs. 2. This is a type of tensioning strap 201 whose tensioning device 203 has two tensioning bolts 204A, 204B. It is clear that with this known tensioning strap 201 with double tensioning bolt, the two tensioning bolts prevent the loop ends 211, 212 of the tape 202 from sliding laterally off the connecting pieces 231, 232. In that respect, this tension bolt 201 therefore offers more safety.

Aan de toepassing van het bekende type spanband met dubbele spanbout kleven echter ook enkele bezwaren, met name met betrekking tot de kosten. De spaninrichting is namelijk niet alleen duurder qua vervaardigingskosten, maar ook arbeidsintensiever om te monteren, en bovendien gevoeliger voor onnauwkeurigheden bij de montage. Zo is het spannen van twee spanbouten meer werk dan het spannen van één spanbout. Optredende onderlinge verschillen in de spankrachten van de twee spanbouten kunnen leiden tot ongelijkmatige belasting van de band 202, wat een verhoogd risico op breuk van de band 202 tot gevolg heeft. Maar ook kunnen door optredende onderlinge verschillen in de spankrachten van de twee spanbouten, de spanbouten en de verbindingsstukken 231, 232 van de gemonteerde spanband 201 onderling schranken. Hiervan hebben de spanbouten 204A, 204B en de verbindingsstukken 231, 232 te lijden. Als gevolg van het genoemde schranken kunnen bovendien de luseinden 211, 212 scheef in de oksels tussen de spanbouten 204A, 204B en de verbindingsstukken 231, 232 glijden, waardoor de luseinden 211, 212 kunnen beschadigen. Al met al, is de spanband 201 dus minder duurzaam, wat kan leiden tot additionele kosten voor vervangingsoperaties.However, there are also a number of drawbacks to the use of the known type of tensioning belt with double tensioning bolt, in particular with regard to costs. The tensioning device is not only more expensive in terms of manufacturing costs, but also more labor-intensive to assemble, and moreover more sensitive to inaccuracies during assembly. For example, tightening two tension bolts is more work than tensioning one tension bolt. Occurring differences in the tension forces of the two tensioning bolts can lead to uneven loading of the belt 202, which results in an increased risk of the belt 202 breaking. However, due to mutual differences in the tension forces of the two tensioning bolts, the tensioning bolts and the connecting pieces 231, 232 of the mounted tensioning belt 201 can also slip against each other. The tensioning bolts 204A, 204B and the connecting pieces 231, 232 suffer from this. Moreover, as a result of the said skids, the loop ends 211, 212 can slip obliquely in the armpits between the tension bolts 204A, 204B and the connecting pieces 231, 232, whereby the loop ends 211, 212 can be damaged. All in all, the strap 201 is therefore less durable, which can lead to additional costs for replacement operations.

Het is een doel van de uitvinding om een spanband te verschaffen die veilig en kostengunstig kan worden toegepast.It is an object of the invention to provide a strap that can be used safely and cost-effectively.

Daartoe verschaft de uitvinding een spanband volgens bijgaande onafhankelijke conclusie 1. Specifieke uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zijn neergelegd in de bijgaande afhankelijke conclusies 2 t/m 4.To this end, the invention provides a tensioning strap according to the appended independent claim 1. Specific exemplary embodiments of the invention are laid down in the appended dependent claims 2 to 4.

Derhalve verschaft de uitvinding een spanband voor buisvormige objecten, omvattende: • een band met een bandlangsrichting, twee weerseinden in de bandlangsrichting, en twee weerslangszijden parallel aan de bandlangsrichting, waarbij: - het ene van de twee weerseinden een eerste luseind van de band vormt doordat de bandlangsrichting ter plaatse van het eerste luseind gekromd is rondom een zich locaal loodrecht ten opzichte van de bandlangsrichting uitstrekkende eerste lusasrichting van het eerste luseind, - het andere van de twee weerseinden een tweede luseind van de band vormt doordat de bandlangsrichting ter plaatse van het tweede luseind gekromd is rondom een zich locaal loodrecht ten opzichte van de bandlangsrichting uitstrekkende tweede lusasrichting van het tweede luseind, - de band langs een deel van de bandlangsrichting een zich locaal ter plaatse van het eerste luseind centraal tussen de weerslangszijden uitstrekkende eerste banduitsparing heeft die het eerste luseind in twee onderling parallele eerste lusdelen verdeelt, en - de band langs een deel van de bandlangsrichting een zich locaal ter plaatse van het tweede luseind centraal tussen de weerslangszijden uitstrekkende tweede banduitsparing heeft die het tweede luseind in twee onderling parallele tweede lusdelen verdeelt; en • een spaninrichting voor het in bedrijfstoestand van de spanband onder instelbare spankracht van de spanband onderling verbinden van het eerste luseind en het tweede luseind van de band, waarbij: - de spaninrichting een eerste verbindingsstuk met een eerste verbindingsstuklangsrichting, een tweede verbindingsstuk met een tweede verbindingsstuklangsrichting, en een spanbout met een spanboutlangsrichting omvat, - het eerste verbindingsstuk een eerste doorgang heeft met een eerste doorgangsrichting die zich loodrecht ten opzichte van de eerste verbindingsstuklangsrichting uitstrekt, en het tweede verbindingsstuk een tweede doorgang heeft met een tweede doorgangsrichting die zich loodrecht ten opzichte van de tweede verbindingsstuklangsrichting uitstrekt; en • waarbij, als gezien in genoemde bedrijfstoestand: - het eerste verbindingsstuk zich met zijn eerste verbindingsstuklangsrichting parallel aan de eerste lusasrichting door het eerste luseind uitstrekt, en het tweede verbindingsstuk zich met zijn tweede verbindingsstuklangsrichting parallel aan de tweede lusasrichting door het tweede luseind uitstrekt, - de spanbout zich, met zijn spanboutlangsrichting parallel aan de eerste doorgangsrichting en aan de tweede doorgangsrichting, door de eerste doorgang en de tweede doorgang uitstrekt, - de spanbout zich door de eerste banduitsparing en de tweede banduitsparing uitstrekt, - de twee eerste lusdelen, als gezien in de eerste verbindingsstuklangsrichting, zich aan weerszijden van de spanbout uitstrekken, en de twee tweede lusdelen, als gezien in de tweede verbindingsstuklangsrichting, zich aan weerszijden van de spanbout uitstrekken, en - de spanbout, het eerste verbindingsstuk, en het tweede verbindingsstuk met spanbout werking onderling verbonden zijn voor het verschaffen van genoemde instelbare spankracht; en • waarbij het eerste verbindingsstuk, als gezien in de eerste verbindingsstuklangsrichting, aan weerszijden van de eerste doorgang twee respektieve eerste uitsteeksels omvat, en waarbij elk van de eerste uitsteeksels, als gezien in de zin van de eerste verbindingsstuklangsrichting, tenminste met een radiale richtingscomponent en tenminste met een naar de eerste doorgang gekeerde axiale richtingscomponent uitsteekt voor het in genoemde bedrijfstoestand omgrijpen van het eerste luseind.The invention therefore provides a tension band for tubular objects, comprising: a band with a band longitudinal direction, two opposite ends in the band longitudinal direction, and two opposite longitudinal sides parallel to the band longitudinal direction, wherein: one of the two opposite ends forms a first loop end of the band because the tape longitudinal direction at the first loop end is curved around a first loop axis direction of the first loop end extending perpendicularly to the tape longitudinal direction, the other of the two opposite ends forming a second loop end of the tape because the tape longitudinal direction at the second loop end loop end is curved around a second loop axis direction of the second loop end extending perpendicularly to the tape longitudinal direction, the tape along a part of the tape longitudinal direction has a first tape recess which extends locally at the location of the first loop end and which has the first loop end in two divides mutually parallel first loop parts, and - the band along a part of the band longitudinal direction has a second band recess which extends locally at the location of the second loop end and which divides the second loop end into two mutually parallel second loop parts; and • a tensioning device for mutually connecting the first loop end and the second loop end of the tape under adjustable tensioning force of the tensioning band, wherein: - the tensioning device comprises a first connecting piece with a first connecting piece longitudinally, a second connecting piece with a second connector longitudinal direction, and a tension bolt with a tension bolt longitudinal direction, - the first connector has a first passage with a first passage direction that extends perpendicular to the first connector longitudinal direction, and the second connector has a second passage with a second passage direction that is perpendicular to extends from the second connector longitudinal direction; and wherein, as seen in said operating condition: the first connector extends with its first connector longitudinal direction parallel to the first loop axis direction through the first loop end, and the second connector extends with its second connector longitudinal direction parallel to the second loop axis direction through the second loop end, - the tensioning bolt extends with its tensioning bolt longitudinally parallel to the first passage direction and to the second passage direction, through the first passage and the second passage, - the tensioning bolt extends through the first band recess and the second band recess, - the two first loop parts, as when viewed in the first connector longitudinal direction, extend on either side of the tensioning bolt, and the two second loop portions, as seen in the second connector longitudinal direction, extend on either side of the tensioning bolt, and - the tensioning bolt, the first connector, and the second connector with tensioning bolt operation under ng are connected to provide said adjustable tension force; and wherein the first connector, as viewed in the first connector longitudinal direction, comprises two respective first protrusions on either side of the first passage, and wherein each of the first protrusions, as viewed in the sense of the first connector longitudinal direction, has at least one radial directional component and at least with an axial directional component facing the first passage for engaging the first loop end in said operating condition.

Dankzij de eerste uitsteeksels en dankzij genoemde radiale en axiale richtingscomponenten waarmee deze eerste uitsteeksels uitsteken, kunnen volgens de uitvinding het eerste verbindingsstuk en het eerste luseind van de band tijdens montage van de spanband op een gecontroleerd veilige wijze in de voor de bedrijfstoestand benodigde onderlinge ineengrijping gebracht worden. In feite verschaffen genoemde radiale en axiale richtingscomponenten van de eerste uitsteeksels een uiterst effectief en betrouwbaar ineenhaken van het eerste verbindingsstuk en het eerste luseind van de band. En ook zolang tijdens montage van de spanband de spaninrichting nog geen spankracht levert, bijvoorbeeld doordat de spanbout nog niet is gemonteerd, voorkomt het genoemde ineenhaken dat het eerste verbindingsstuk uit het eerste luseind valt, met name indien de band relatief stijf is.Thanks to the first protrusions and thanks to said radial and axial directional components with which these first protrusions protrude, according to the invention the first connecting piece and the first loop end of the belt can be brought into the mutual engagement required for the operating condition during mounting of the tensioning belt to become. In fact, said radial and axial directional components of the first protrusions provide an extremely effective and reliable interlocking of the first connecting piece and the first loop end of the tire. And also as long as the tensioning device does not yet supply tensioning tension during mounting of the tensioning band, for instance because the tensioning bolt has not yet been mounted, the said interlocking prevents the first connecting piece from falling out of the first loop end, in particular if the band is relatively rigid.

En in de gemonteerde bedrijfstoestand werken de eerste uitsteeksels bovendien uiterst effectief samen met de gemonteerde spanbout, waardoor de eerste lusdelen van alle kanten opgesloten zijn. Derhalve biedt de spanband volgens de uitvinding niet alleen tijdens montage, maar ook tijdens gebruik effectieve veiligheid.And in the mounted operating condition, the first protrusions also work extremely effectively with the mounted tension bolt, so that the first loop parts are enclosed from all sides. Therefore, the strap according to the invention offers effective safety not only during assembly, but also during use.

Voorts wordt deze effectieve veiligheid geboden door middel van eenvoudig uit te voeren maatregelen in de vorm van slechts de eerste uitsteeksels, die niet alleen op zichzelf reeds uiterst doeltreffend zijn, maar ook aan de spanbout automatisch een belangrijke synergetische meerwaarde geven. In feite kan de uitvinding derhalve uitgevoerd worden door middel van een spanband met enkele spanbout, welke spanband qua vervaardiging, montage en onderhoud goedkoper is dan een spanband met dubbele spanbout.Furthermore, this effective safety is provided by means of measures which are easy to implement in the form of only the first protrusions, which are not only highly effective in themselves, but also automatically give the clamping bolt an important synergistic added value. In fact, the invention can therefore be carried out by means of a tensioning belt with single tensioning bolt, which tensioning belt is cheaper in terms of manufacture, assembly and maintenance than a tensioning belt with double tensioning bolt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een spanbout volgens de uitvinding is, als gezien in genoemde bedrijfstoestand, de kortste loodrecht op de spanboutlangsrichting gemeten afstand tussen de spanbout, enerzijds, en de twee eerste uitsteeksels, anderzijds, tenminste groter of gehjk aan 50% van de buitendiameter van de schacht van de spanbout, en bij verdere voorkeur groter of gehjk aan 75% van genoemde buitendiameter.In a preferred embodiment of a tensioning bolt according to the invention, as seen in said operating condition, the shortest distance measured perpendicularly to the longitudinal tensioning bolt direction between the tensioning bolt, on the one hand, and the two first protrusions, on the other hand, is at least larger than 50% of the outer diameter of the shank of the tightening bolt, and further preferably larger or larger than 75% of said outer diameter.

Een dergehjke minimale kortste afstand tussen de spanbout en de twee eerste uitsteeksels maken het ineenhaken van het eerste verbindingsstuk en het eerste luseind ten behoeve van het monteren van de spanband makkehjker, met name indien de band van de spanband relatief stijf is.Such a minimum shortest distance between the tensioning bolt and the two first protrusions makes hooking the first connecting piece and the first loop end easier for mounting the tensioning strap, in particular if the strap of the tensioning strap is relatively stiff.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een spanbout volgens de uitvinding omvat het tweede verbindingsstuk, als gezien in de tweede verbindingsstuklangsrichting, aan weerszijden van de tweede doorgang twee respektieve tweede uitsteeksels, waarbij elk van de tweede uitsteeksels, als gezien in de zin van de tweede verbindingsstuklangsrichting, tenminste met een radiale richtingscomponent en tenminste met een naar de tweede doorgang gekeerde axiale richtingscomponent uitsteekt voor het in genoemde bedrijfstoestand handhaven van de situering van het tweede verbindingsstuk in het tweede luseind. Bij voorkeur is, als gezien in genoemde bedrijfstoestand, de kortste loodrecht op de spanboutlangsrichting gemeten afstand tussen de spanbout, enerzijds, en de twee tweede uitsteeksels, anderzijds, tenminste groter of gelijk aan 50% van de buitendiameter van de schacht van de spanbout, en bij verdere voorkeur groter of gelijk aan 75% van genoemde buitendiameter. Dergelijke tweede uitsteeksels, en een dergelijke minimale kortste afstand tussen de spanbout en de twee tweede uitsteeksels, bieden voordelen die analoog zijn aan de bovengenoemde voordelen bij toepassing van de eerste uitsteeksels.In a further preferred embodiment of a tensioning bolt according to the invention, the second connecting piece, as seen in the second connecting piece longitudinal direction, comprises two respective second protrusions on either side of the second passage, each of the second protrusions, as seen in the sense of the second connecting piece longitudinal direction, at least one radial directional component and at least one axial directional component facing the second passage for maintaining the location of the second connector in the second loop end in said operating condition. Preferably, as seen in said operating condition, the shortest distance measured perpendicular to the longitudinal bolt direction between the tension bolt, on the one hand, and the two second protrusions, on the other hand, is at least greater than or equal to 50% of the outer diameter of the shank of the tensioning bolt, and more preferably, greater than or equal to 75% of said outer diameter. Such second protrusions, and such a minimum shortest distance between the tensioning bolt and the two second protrusions, offer advantages which are analogous to the above-mentioned advantages when applying the first protrusions.

In het volgende wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van een niet-limiterend uitvoeringsvoorbeeld en met verwijzing naar de schematische figuren in de bij gevoegde tekening, waarin het volgende is getoond.In the following, the invention is further elucidated on the basis of a non-limiting exemplary embodiment and with reference to the schematic figures in the attached drawing, in which the following is shown.

Fig. 1 toont in perspectivisch aanzicht een uit de praktijk bekende spanband met enkele spanbout.FIG. 1 shows a perspective view of a tensioning belt with single tensioning bolt known from practice.

Fig. 2 toont in perspectivisch aanzicht een uit de praktijk bekende spanband met dubbele spanbout.FIG. 2 shows a perspective view of a tensioning belt with double tensioning bolt known from practice.

Fig. 3 toont in perspectivisch aanzicht een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een in elkaar gezette spanband volgens de uitvinding.FIG. 3 shows in perspective view an example of an embodiment of an assembled strap according to the invention.

Fig. 4 toont een uitvergroot gedeelte van de configuratie van Fig. 3 in een enigszins anders perspectivisch aanzicht.FIG. 4 shows an enlarged portion of the configuration of FIG. 3 in a somewhat different perspective view.

Fig. 5 toont separaat de in elkaar gezette spaninrichting van de spanband van Fig. 3, en wel in een dwarsdoorsnede waarin de hartlijnen van de spanbout, het eerste verbindingsstuk en het tweede verbindingsstuk zich uitstrekken.FIG. 5 shows separately the assembled tensioning device of the tensioning strap of FIG. 3, in a cross-section in which the axes of the tensioning bolt, the first connecting piece and the second connecting piece extend.

Figuren 6, 7 en 8 tonen in zijaanzicht respektievelijk drie opeenvolgende stadia van het in onderling ineenhakende ineengrijping brengen van het eerste verbindingsstuk en het eerste luseind van de spanband van Fig. 3.Figures 6, 7 and 8 show, in side view and three successive stages, respectively, of bringing the first connecting piece and the first loop end of the tensioning strap of Figs. 3.

Figuren 9 en 10 tonen, in vervolg op de stadia van Figuren 6 t/m 8, het aanbrengen van de spanbout in het eerste verbindingsstuk.Figures 9 and 10 show, following the stages of Figures 6 to 8, the mounting of the tensioning bolt in the first connecting piece.

Figuren 11 en 12 illustreren dat, na het aanbrengen van de spanbout als getoond in Figuren 9 en 10, de eerste uitsteeksels van het eerste verbindingsstuk uiterst effectief samenwerken met de gemonteerde spanbout om de twee eerste lusdelen van het eerste luseind van alle kanten op te sluiten.Figures 11 and 12 illustrate that, after applying the tensioning bolt as shown in Figures 9 and 10, the first protrusions of the first connecting piece cooperate extremely effectively with the mounted tensioning bolt to enclose the two first loop portions of the first loop end from all sides .

De in de Figuren 3 t/m 12 gebruikte referentietekens verwijzen op de volgende wijze naar de bovengenoemde onderdelen en aspecten van de uitvinding, alsmede naar daaraan gerelateerde onderdelen en aspecten. 1 spanband 2 band 3 spaninrichting 4 spanbout 5 kop van spanbout 4 6 schacht van spanbout 4 7 borgmoer 8 kortste afstand 9 sluitring 11 eerste luseind 11A, 11B eerste lusdelen 12 tweede luseind 12A, 12B tweede lusdelen 20 bandlangsrichting 21 eerste banduitsparing 22 tweede banduitsparing 31 eerste verbindingsstuk 32 tweede verbindingsstuk 40 spanboutlangsrichting 41 eerste doorgang 42 tweede doorgang 51 A, 51B eerste uitsteeksels 52A, 52B tweede uitsteeksels 71 eerste lusasrichting 72 tweede lusasrichting 81 eerste verbindingsstuklangsrichting 82 tweede verbindingsstuklangsrichting 91 eerste doorgangsrichting 92 tweede doorgangsrichtingThe reference characters used in Figures 3 to 12 refer to the above-mentioned parts and aspects of the invention, as well as to parts and aspects related thereto in the following manner. 1 tension band 2 band 3 tension device 4 tension bolt 5 head of tension bolt 4 6 shank of tension bolt 4 7 lock nut 8 shortest distance 9 washer 11 first loop end 11A, 11B first loop parts 12 second loop end 12A, 12B second loop parts 20 tape longitudinal direction 21 first tape recess 22 second tape recess 31 first connector 32 second connector 40 tensioning pin longitudinal direction 41 first passage 42 second passage 51A, 51B first protrusions 52A, 52B second protrusions 71 first loop axis direction 72 second loop axis direction 81 first connector longitudinal direction 82 second connector length longitudinal direction 91 first passage direction 92 second passage direction

Figuren 1 en 2, die de twee verschillende en uit de praktijk bekende spanbanden 101 en 201 tonen, zijn reeds besproken in de inleiding hierboven.Figures 1 and 2, which show the two different straps 101 and 201 known from practice, have already been discussed in the introduction above.

Figuren 3, 4 en 5 tonen de spanband 1 volgens de uitvinding, inclusief alle hierboven met de bijbehorende referentietekens opgesomde onderdelen en aspecten.Figures 3, 4 and 5 show the strap 1 according to the invention, including all parts and aspects listed above with the associated reference marks.

Ten aanzien van de spanboutwerking wordt daarbij op gemerkt dat de schacht 6 van de spanbout 4 grotendeels voorzien is van uitwendige schroefdraad, die samenwerkt met inwendige schroefdraad van de eerste doorgang 41 door het eerste verbindingsstuk 31. De tweede doorgang 42 door het tweede verbindingsstuk 32 heeft geen inwendige schroefdraad, terwijl het deel van de schacht 6 van de spanbout 4 dat zich in Figuren 3, 4 en 5 uitstrekt door deze tweede doorgang 42 geen uitwendige schroefdraad heeft. Verder is de getoonde borgmoer 7 toegepast ter borging van een ingestelde spanningstoestand. Ook is nog de getoonde sluitring 9 toegepast om te voorkomen dat de band 2 zou kunnen beschadigen bij het verstellen van de borgmoer 7.With regard to the tensioning bolt action, it is noted that the shaft 6 of the tensioning bolt 4 is largely provided with external screw thread, which cooperates with internal screw thread of the first passage 41 through the first connecting piece 31. The second passage 42 through the second connecting piece 32 has no internal thread, while the part of the shank 6 of the tightening bolt 4 extending through this second passage 42 in Figures 3, 4 and 5 has no external thread. Furthermore, the locking nut 7 shown is used to secure a set tension state. The closing ring 9 shown is also used to prevent the belt 2 from being damaged when the lock nut 7 is adjusted.

Ten aanzien van de bovengenoemde kortste afstand tussen de spanbout 4, enerzijds, en de twee eerste uitsteeksels 51A, 51B, anderzijds, en de bovengenoemde kortste afstand tussen de spanbout 4, enerzijds, en de twee tweede uitsteeksels 52A, 52B, anderzijds, wordt opgemerkt dat deze twee kortste afstanden in het getoonde voorbeeld gelijk aan elkaar zijn, en daarom in Fig. 5 met het enkele referentiecijfer 8 zijn aangeduid.With regard to the above-mentioned shortest distance between the tensioning bolt 4, on the one hand, and the two first protrusions 51A, 51B, on the other hand, and the above-mentioned shortest distance between the tensioning bolt 4, on the one hand, and the two second protrusions 52A, 52B, on the other hand, it is noted that these two shortest distances in the example shown are equal to each other, and therefore in FIG. 5 are designated by the single reference numeral 8.

Verwezen wordt nu naar Figuren 6, 7 en 8, die drie opeenvolgende stadia tonen van het in onderling ineenhakende ineengrijping brengen van het eerste verbindingsstuk 31 en het eerste luseind 11 van de band 2.Reference is now made to Figures 6, 7 and 8, which show three consecutive stages of bringing the first connecting piece 31 and the first loop end 11 of the tape 2 into mutual engagement.

Als eerste stadium toont Fig. 6 dat het eerste verbindingsstuk 31 met zijn eerste uitsteeksel 51A om het eerste lusdeel 11A gehaakt wordt.As a first stage, FIG. 6, the first connecting piece 31 with its first protrusion 51A is hooked around the first loop part 11A.

Als tweede stadium toont Fig. 7 dat het andere eerste lusdeel 11B enigszins verbogen wordt in de richting van het eerste lusdeel 1 IA, en op die manier tussen de twee eerste uitsteeksels 5 IA en 51B door gebracht wordt. Dit verbuigen van het eerste lusdeel 11B kan bijvoorbeeld met de hand worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door de twee eerste lusdelen 1 IA en 11B naar elkaar toe te knijpen. Indien de kortste afstand 8 (zie Fig. 5) tussen de spanbout 4 en de twee eerste uitsteeksels 5 IA, 51B tenminste groter of gelijk is aan 50% van de buitendiameter van de schacht 6 van de spanbout 4, en bij verdere voorkeur groter of gelijk is aan 75% van genoemde buitendiameter, maakt dit de door middel van Fig. 7 geïllustreerde actie gemakkelijker, met name indien de band 2 relatief stijf is.As a second stage, FIG. 7 that the other first loop part 11B is slightly bent in the direction of the first loop part 1 IA, and is thus passed between the two first protrusions 5 IA and 51B. This bending of the first loop part 11B can for instance be carried out by hand, for instance by squeezing the two first loop parts 11A and 11B towards each other. If the shortest distance 8 (see Fig. 5) between the clamping bolt 4 and the two first protrusions 5 IA, 51B is at least larger or equal to 50% of the outer diameter of the shank 6 of the clamping bolt 4, and more preferably larger or is equal to 75% of said outer diameter, this makes the 7 action easier, in particular if the belt 2 is relatively stiff.

Als derde stadium toont Fig. 8 dat het eerste verbindingsstuk 31 vervolgens met zijn eerste uitsteeksel 51B om het eerste lusdeel 11B gehaakt wordt. In de situatie van Fig. 8 verschaffen genoemde radiale en axiale richtingscomponenten van de eerste uitsteeksels 51A en 51B een uiterst effectief en betrouwbaar ineenhaken van het eerste verbindingsstuk 31 en het eerste luseind 11 van de band 2. In de situatie van Fig. 8 voorkomt het genoemde ineenhaken dat het eerste verbindingsstuk 31 uit het eerste luseind 11 valt, met name indien de band 2 relatief stijf is.As a third stage, FIG. 8, the first connecting piece 31 is then hooked with its first protrusion 51B around the first loop part 11B. In the situation of FIG. 8, said radial and axial directional components of the first protrusions 51A and 51B provide an extremely effective and reliable interlocking of the first connecting piece 31 and the first loop end 11 of the tire 2. In the situation of FIG. 8, said interlocking prevents the first connecting piece 31 from falling out of the first loop end 11, in particular if the band 2 is relatively stiff.

Als vervolgstadia tonen Figuren 9 en 10 het in de eerste doorgang 41 van het eerste verbindingsstuk 31 draaien van de spanbout 4.As subsequent stages, Figures 9 and 10 show the turning of the tension bolt 4 in the first passage 41 of the first connecting piece 31.

Figuren 11 en 12 illustreren dat, na het aanbrengen van de spanbout, de eerste uitsteeksels 5 IA, 51B van het eerste verbindingsstuk 31 uiterst effectief samen werken met de gemonteerde spanbout 4 om de twee eerste lusdelen 1 IA, 11B van het eerste luseind 11 van alle kanten op te sluiten. Derhalve biedt de spanband 1 volgens de uitvinding niet alleen tijdens montage, maar ook tijdens gebruik effectieve veiligheid.Figures 11 and 12 illustrate that, after applying the tensioning bolt, the first protrusions 5 IA, 51B of the first connecting piece 31 cooperate extremely effectively with the mounted tensioning bolt 4 around the two first loop parts 1 IA, 11B of the first loop end 11 of close in all directions. Therefore, the strap 1 according to the invention provides effective safety not only during assembly, but also during use.

Op gemerkt wordt dat in het getoonde voorbeeld de met behulp van Figuren 6 t/m 12 toegelichte aspecten met betrekking tot het onderling ineenhaken van het eerste luseind 11 en het eerste verbindingsstuk 31 op analoge wijze gelden voor het onderling ineenhaken van het tweede luseind 12 en het tweede verbindingsstuk 32.It is noted that in the example shown the aspects explained with the aid of Figures 6 to 12 with regard to the interconnection of the first loop end 11 and the first connecting piece 31 apply analogously to the interconnection of the second loop end 12 and the second connecting piece 32.

Op gemerkt wordt verder dat in het getoonde voorbeeld de uitsteeksels 5 IA, 51B, 52A, 52B aan hun vrije uiteinden afgerond zijn om beschadiging van de band 2 te voorkomen.It is further noted that in the example shown the protrusions 5A1, 51B, 52A, 52B are rounded at their free ends to prevent damage to the belt 2.

Op gemerkt wordt voorts dat bovengenoemd voorbeeld de uitvinding niet beperkt en dat binnen de reikwijdte van de bijgaande conclusies diverse alternatieven mogelijk zijn.It is further noted that the above example does not limit the invention and that various alternatives are possible within the scope of the appended claims.

Zo kan volgens de uitvinding de kortste loodrecht op de spanboutlangsrichting gemeten afstand tussen de spanbout, enerzijds, en de twee eerste uitsteeksels, anderzijds, ook kleiner dan 50% van de buitendiameter van de schacht van de spanbout zijn, tot 0% van genoemde buitendiameter. Evenzo kan volgens de uitvinding de kortste loodrecht op de spanboutlangsrichting gemeten afstand tussen de spanbout, enerzijds, en de twee tweede uitsteeksels, anderzijds, ook kleiner dan 50% van de buitendiameter van de schacht van de spanbout zijn, tot 0% van genoemde buitendiameter. Indien genoemde kortste afstanden bijvoorbeeld gelijk zijn aan 0% van genoemde buitendiameter, bestaat er immers, als de schroefbout nog niet is aangebracht, nog steeds ruimte tussen de betreffende twee eerste (c.q. tweede) uitsteeksels voor het daar tussendoor brengen van de betreffende lusdelen.Thus, according to the invention, the shortest distance measured perpendicular to the longitudinal tension bolt direction between the tension bolt, on the one hand, and the two first protrusions, on the other hand, can also be smaller than 50% of the outer diameter of the shank of the tensioning bolt, up to 0% of said outer diameter. Similarly, according to the invention, the shortest distance measured perpendicular to the tensioning bolt longitudinal direction between the tensioning bolt, on the one hand, and the two second protrusions, on the other, can also be smaller than 50% of the outer diameter of the shank of the tensioning bolt, up to 0% of said outer diameter. For example, if said shortest distances are equal to 0% of said outer diameter, if the screw bolt has not yet been provided, there is still space between the respective two first (or second) protrusions for inserting the respective loop parts therebetween.

Ook hoeft de bovengenoemde kortste afstand tussen de spanbout en de twee eerste uitsteeksels volgens de uitvinding niet noodzakelijkerwijs gelijk te zijn aan de bovengenoemde kortste afstand tussen de spanbout en de twee tweede uitsteeksels.Also, the aforementioned shortest distance between the tensioning bolt and the two first protrusions according to the invention need not necessarily be the same as the aforementioned shortest distance between the tensioning bolt and the two second protrusions.

Verder hoeft volgens de uitvinding de kortste loodrecht op de spanboutlangsrichting gemeten afstand tussen de spanbout en het ene eerste uitsteeksel niet noodzakelijkerwijs gelijk te zijn aan de kortste loodrecht op de spanboutlangsrichting gemeten afstand tussen de spanbout en het andere eerste uitsteeksel. Evenzo hoeft volgens de uitvinding de kortste loodrecht op de spanboutlangsrichting gemeten afstand tussen de spanbout en het ene tweede uitsteeksel niet noodzakelijkerwijs gelijk te zijn aan de kortste loodrecht op de spanboutlangsrichting gemeten afstand tussen de spanbout en het andere tweede uitsteeksel. Met andere woorden, kunnen volgens de uitvinding de twee respektieve eerste uitsteeksels in onderling verschillende mate met genoemde axiale richtingscomponent uitsteken, en kunnen volgens de uitvinding ook de twee respektieve tweede uitsteeksels in onderling verschillende mate met genoemde axiale richtingscomponent uitsteken.Furthermore, according to the invention, the shortest distance measured perpendicularly to the tensioning bolt longitudinal direction between the tensioning bolt and one first protrusion does not necessarily have to be equal to the shortest distance measured perpendicularly to the tensioning bolt longitudinal direction between the tensioning bolt and the other first protrusion. Similarly, according to the invention, the shortest distance measured perpendicularly to the tensioning bolt longitudinal direction between the tensioning bolt and the one second projection does not necessarily have to be equal to the shortest distance measured perpendicularly to the tensioning bolt longitudinal direction between the tensioning bolt and the other second projection. In other words, according to the invention the two respective first protrusions can protrude to mutually different degrees with said axial directional component, and according to the invention also the two respective second protrusions can protrude to mutually different degrees with said axial directional component.

Evenzo kunnen volgens de uitvinding de twee respektieve eerste uitsteeksels in onderling verschillende mate met genoemde radiale richtingscomponent uitsteken, en kunnen volgens de uitvinding ook de twee respektieve tweede uitsteeksels in onderling verschillende mate met genoemde radiale richtingscomponent uitsteken.Similarly, according to the invention, the two respective first protrusions can protrude to varying degrees with said radial directional component, and according to the invention also the two respective second protrusions can protrude to mutually different degrees with said radial directional component.

Andere varianten of modificaties zijn echter ook mogelijk. Deze en soortgelijke alternatieven worden geacht binnen het kader te vallen van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.However, other variants or modifications are also possible. These and similar alternatives are understood to fall within the scope of the invention as defined in the appended claims.

Claims

Clamping band (1) for tubular objects, comprising: • a band (2) with a band longitudinal direction (20), two opposite ends in the longitudinal direction of the band, and two longitudinal sides parallel to the longitudinal direction of the band, wherein: - one of the two opposite ends is a first loop end (11) of the tape because the tape longitudinal direction at the first loop end is curved around a first loop axis direction (71) of the first loop end extending perpendicularly to the tape longitudinal direction, the other of the two weather ends forming a second loop end (12) of the tape because the tape longitudinal direction at the second loop end is curved around a second loop axis direction (72) of the second loop end extending perpendicularly to the tape longitudinal direction, - the tape along a part of the tape longitudinal direction locally at the location of the first loop end centrally located between the longitudinal sides of the first loop recess (21) and having the first loop end in divides two mutually parallel first loop parts (11A, 11B), and - the tape along a part of the tape longitudinal direction has a second tape recess (22) which extends locally at the location of the second loop end and which extends the second loop end into two mutually parallel divides second loop portions (12A, 12B); and • a tensioning device (3) for mutually connecting the first loop end and the second loop end of the tape under adjustable tensioning force of the tensioning tape, wherein: - the tensioning device comprises a first connecting piece (31) with a first connecting piece longitudinal direction ( 81), a second connector (32) with a second connector longitudinal direction (82), and a tension bolt (4) with a tension bolt longitudinal direction (40), - the first connector has a first passage (41) with a first passage direction (91) that extends perpendicular to the first connector longitudinal direction, and the second connector has a second passage (42) with a second passage direction (92) extending perpendicular to the second connector longitudinal direction; and wherein, as seen in said operating condition: the first connector extends with its first connector longitudinal direction parallel to the first loop axis direction through the first loop end, and the second connector extends with its second connector longitudinal direction parallel to the second loop axis direction through the second loop end, - the tensioning bolt extends with its tensioning bolt longitudinally parallel to the first passage direction and to the second passage direction, through the first passage and the second passage, - the tensioning bolt extends through the first band recess and the second band recess, - the two first loop parts, as when viewed in the first connector longitudinal direction, extend on either side of the tensioning bolt, and the two second loop portions, as seen in the second connector longitudinal direction, extend on either side of the tensioning bolt, and - the tensioning bolt, the first connector, and the second connector with tensioning bolt operation under ng are connected to provide said adjustable tension force; and wherein the first connector, as viewed in the first connector longitudinal direction, comprises two respective first protrusions (51A, 51B) on either side of the first passage, and wherein each of the first protrusions, as viewed in the sense of the first connector longitudinal direction, comprises at least with a radial directional component and at least with an axial directional component facing the first passage, for engaging the first loop end in said operating condition.

A tension bolt according to claim 1, wherein, as seen in said operating condition, the shortest distance (8) measured perpendicular to the longitudinal tension bolt direction (40) between the tension bolt (4), on the one hand, and the two first protrusions (51A, 51B), on the other hand is at least greater than or equal to 50% of the outer diameter of the shank bolt (6), and preferably greater than or equal to 75% of said outer diameter.

Tensioning bolt according to claim 1 or 2, wherein the second connecting piece (32), as seen in the second connecting piece longitudinal direction (82), comprises two respective second protrusions (52A, 52B) on either side of the second passage (42), and wherein each of the second protrusions, as viewed in the sense of the second connector longitudinal direction, protruding at least with a radial directional component and at least with an axial directional component facing the second passage for maintaining the location of the second connector in the second loop end in said operating condition ( 12).

A tension bolt according to claim 3, wherein, as seen in said operating condition, the shortest distance (8) measured perpendicular to the longitudinal tension bolt direction (40) between the tension bolt (4), on the one hand, and the two second protrusions (52A, 52B), on the other hand is at least greater than or equal to 50% of the outer diameter of the shank bolt (6), and preferably greater than or equal to 75% of said outer diameter.