NL2014919B1 - Blaasinstrument met een samenstel van twee buizen en een enkele aanblaasbuis. - Google Patents

Blaasinstrument met een samenstel van twee buizen en een enkele aanblaasbuis. Download PDF

Info

Publication number
NL2014919B1
NL2014919B1 NL2014919A NL2014919A NL2014919B1 NL 2014919 B1 NL2014919 B1 NL 2014919B1 NL 2014919 A NL2014919 A NL 2014919A NL 2014919 A NL2014919 A NL 2014919A NL 2014919 B1 NL2014919 B1 NL 2014919B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tube
tubes
wind instrument
auxiliary
valve
Prior art date
Application number
NL2014919A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2014919A (nl
Inventor
Franciscus Henricus Johannes Schilders Carolus
Original Assignee
Franciscus Henricus Johannes Schilders Carolus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Franciscus Henricus Johannes Schilders Carolus filed Critical Franciscus Henricus Johannes Schilders Carolus
Priority to NL2014919A priority Critical patent/NL2014919B1/nl
Publication of NL2014919A publication Critical patent/NL2014919A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2014919B1 publication Critical patent/NL2014919B1/nl

Links

Abstract

Een blaasinstrument (100) omvat een samenstel van een hoofdbuis (10) en een hulpbuis (20), en een enkele aanblaasbuis. De hoofdbuis (10) heeft openingen in de buiss wand ervan en een aan de buitenzijde van de buis (10) aangebracht, door een gebruiker bedienbaar kleppenmechaniek voor het naar keuze openen of sluiten van de openingen, en de hulpbuis (20) heeft openingen in de buiswand ervan en een aan de buitenzijde van de buis (20) aangebracht kleppenmechaniek dat koppelbaar is aan het kleppenmechaniek van de hoofdbuis (10). De hulpbuis (20) mondt uit in de hoofd- 10 buis (1 0), waarbij een door de gebruiker bedienbare keuzeklep voor het naar keuze open of dicht laten zijn van de hulpbuis (20) naar de aanblaasbuis is voorzien.

Description

Blaasinstrument met een samenstel van twee buizen en een enkele aanblaasbuis
De uitvinding heeft betrekking op een blaasinstrument, in het bijzonder een blaasinstrument dat gebaseerd is op het type blaasinstrument dat bekend staat als saxofoon.
Met een saxofoon kan slechts één toon tegelijk worden voortgebracht.
Er is behoefte aan een blaasinstrument dat dezelfde klankkleur als een saxofoon heeft en tegelijkertijd meer mogelijkheden biedt, in het bijzonder de mogelijkheid om twee tonen tegelijkertijd te laten klinken.
Uit US 1,857,908 is een blaasinstrument bekend waarmee het mogelijk is twee tonen tegelijkertijd voort te brengen. Dit blaasinstrument omvat in feite twee saxofoons waarvan de kleppenmechanieken op een bepaalde manier aan elkaar gekoppeld zijn. Een ander voorbeeld van een blaasinstrument dat twee afzonderlijke buizen omvat is bekend uit US 504 396. Dit blaasinstrument omvat hefbomen die elk gerelateerd zijn aan een opening in zowel de eerste buis als de tweede buis, in een bepaalde vaste verhouding. Bij dit blaasinstrument kan een los mondstuk gebruikt worden dat op de mondstukken van de twee buizen wordt geplaatst. Nog een ander voorbeeld van een blaasinstrument dat twee afzonderlijke buizen omvat is bekend uit US 2003/024373. De buizen van dit blaasinstrument hebben elk een eigen mondstuk, waarbij het voor de bespeler van het instrument mogelijk is de buizen op een verschillende manier aan te blazen indien gewenst. Het is bij dit instrument de bedoeling dat de bespeler van het instrument het kleppenmechaniek van de ene buis met de ene hand bedient, en het kleppenmechaniek van de andere buis met de andere hand.
Volgens de uitvinding wordt een blaasinstrument verschaft dat een samenstel van twee buizen en een enkele aanblaasbuis voor het aanblazen van de twee buizen omvat, waarbij een eerste buis van de twee buizen een hoofdbuis is met openingen in de buiswand ervan en een aan de buitenzijde van de buis aangebracht, door een gebruiker bedienbaar kleppenmechaniek voor het naar keuze openen of sluiten van de openingen, waarbij een tweede buis van de twee buizen een hulpbuis is met openingen in de buiswand ervan en een aan de buitenzijde van de buis aangebracht kleppenmechaniek dat koppelbaar is aan het kleppenmechaniek van de hoofdbuis, waarbij de hulpbuis in de hoofdbuis uitmondt, en waarbij de hulpbuis ter plaatse van de aansluiting op de aanblaasbuis voorzien is van een aan de binnenzijde van de buis aangebrachte, door de gebruiker bedienbare keuzeklep voor het naar keuze open of dicht laten zijn van de hulpbuis naar de aanblaasbuis.
Het blaasinstrument volgens de uitvinding biedt diverse mogelijkheden aan een bespeler van het instrument, hierna muzikant genoemd. In de eerste plaats kan de muzikant ervoor kiezen om het instrument als enkel instrument te gebruiken, waarbij alleen de hoofdbuis wordt gebruikt om een toon voort te brengen, of als een dubbel instrument, waarbij beide buizen van het instrument worden aangesproken. Het blaasinstrument volgens de uitvinding is voorzien van een keuzeklep dat het afsluiten of openen van de hulpbuis naar keuze van de muzikant mogelijk maakt. Er kunnen bijvoorbeeld voorzieningen zijn getroffen om de keuzeklep met de duim be-dienbaar te laten zijn, op een manier de vergelijkbaar is met de bediening van de octaafklep bij een conventionele saxofoon.
Verder is het bij het blaasinstrument volgens de uitvinding zo dat de hulpbuis in de hoofdbuis uitmondt, wat maakt dat het instrument meer is dan simpelweg een samenstelling van twee afzonderlijke instrumenten. Het instrument is hiermee in staat daadwerkelijk twee tonen uit één uiteinde, namelijk het vrije uiteinde van de hoofdbuis, te laten komen. Dit is een ander effect dan wat met de bekende dubbele instrumenten wordt bereikt, die in feite een enkele speler de mogelijkheid geven een situatie met twee spelers die tegelijkertijd muziek maken, na te bootsen. Een ander voordeel ten opzichte van de bekende dubbele instrumenten is dat het blaasinstrument gemakkelijk naar wens als een enkel instrument kan worden gebruikt, namelijk door de keuzeklep in een gesloten positie te laten.
Het blaasinstrument volgens de uitvinding heeft een enkele aanblaasbuis die op de twee buizen is aangesloten. Het instrument heeft één hoofdingang voor lucht aan de mondzijde en één hoofduitgang voor lucht aan de andere zijde, en kan beschouwd worden als een enkel instrument met een vaste hoofdluchtweg en een naar keuze bij- of afschakelbare hulpluchtweg, parallel aan de hoofdluchtweg en uitkomend op de hoofd luchtweg. Het instrument kan zo vormgegeven zijn, dat vergeleken met het enkele instrument de hoofdbuis met de hoofdluchtweg door de muzikant aan de voorkant/bovenkant kan worden gehouden, waardoor de muzikant on gehinderd het kleppenmechaniek van de hoofdbuis kan bereiken op een wijze die vergelijkbaar is als bij het enkele instrument, terwijl de hulpbuis aan de achterkant/ onderkant kan worden gehouden. In die zin kan de hulpbuis tevens een functie hebben als steun van het instrument tegen het lichaam van de muzikant.
Het blaasinstrument volgens de uitvinding biedt alle mogelijkheden voor onderlinge verhoudingen van voortgebrachte tonen. Binnen het kader van de uitvinding kunnen de configuraties van de openingen en kleppenmechanieken van elk van de buizen vrij gekozen worden, en hetzelfde geldt voor de wijze waarop de kleppenmechanieken van de buizen onderling koppelbaar zijn, waarbij desgewenst meer dan één manier van koppelen mogelijk is, te bepalen door de muzikant. In het algemeen kan het zo zijn dat het blaasinstrument volgens de uitvinding middelen omvat voor het koppelen van de kleppenmechanieken van de twee buizen bij een open positie van de keuzeklep en het ontkoppelen van de kleppenmechanieken van de twee buizen bij een gesloten positie van de keuzeklep.
In een praktische uitvoeringsvorm kan het blaasinstrument volgens de uitvinding door een gebruiker bedienbare keuze-assen omvatten die zich op de hoofdbuis bevinden, waarbij elke keuze-as onderling gekoppelde asdelen omvat die in lengterichting van de hoofdbuis beweegbaar zijn, waarbij één van de asdelen een nok heeft die dient om op een bedieningsmechaniek voor het kleppenmechaniek van de hulpbuis aan te grijpen in ten minste één mogelijke stand van de keuze-as. In het bijzonder kan de keuze-as ingericht zijn om in één van drie standen te worden gebracht, namelijk een eerste stand waarin het asdeel met de nok zich op een eerste lengtepositie bevindt teneinde de kleppenmechanieken van de twee buizen ontkoppeld te laten zijn, een tweede stand waarin de keuze-as ten opzichte van de eerste stand in zijn geheel in lengterichting verschoven is, en waarin het asdeel met de nok zich op een tweede lengtepositie bevindt teneinde aan te grijpen op het bedieningsmechaniek voor het kleppenmechaniek van de hulpbuis, en een derde stand waarin ten opzichte van de tweede stand alleen het asdeel met de nok in lengterichting verschoven is, en waarin het asdeel met de nok zich op een derde lengtepositie bevindt teneinde op een andere positie dan in de tweede stand van de keuze-as aan te grijpen op het bedieningsmechaniek voor het kleppenmechaniek van de hulpbuis. De eerste stand is dan een neutrale stand die gerelateerd is aan het aanspreken van alleen de hoofdbuis. De tweede stand is dan een eerste harmonie-stand waarin het kleppenmechaniek van de hulpbuis door de nok van de keuze-as wordt bediend om een bepaalde toon in de hulpbuis te realiseren. De derde stand is dan een tweede harmoniestand die vanuit de tweede stand kan worden benaderd om een toon die in de tweede stand door de hulpbuis wordt voortgebracht, in de hulpbuis op te heffen en in de hoofdbuis te laten klinken, zonder dat de greep die met één van de handen gedaan wordt, gewijzigd hoeft te worden, en tegelijkertijd in de hulpbuis een andere toon te laten klinken in directe afhankelijkheid van de greep die met de ander van de handen gedaan wordt. Door twee harmoniestanden van de keuze-as te hebben in plaats van één, zijn er meer praktische mogelijkheden voor de muzikant om het instrument te bedienen, en hoeft de muzikant minder wisselende grepen toe te passen om de gewenste combinaties van tonen te realiseren.
Zoals eerder aangegeven, kan het blaasinstrument volgens de uitvinding zijn gebaseerd op een saxofoon. In dat geval, en ook in mogelijke andere gevallen, kan het zo zijn dat elke buis ten minste één kromming in zich heeft. Verder loopt elk van de twee buizen taps uit in een richting vanaf de aanblaasbuis gezien, met andere woorden, is elk van de twee buizen een conische buis.
De conische buizen hebben in een praktische uitvoeringsvorm van het blaasinstrument volgens de uitvinding een vergelijkbare algemene vorm. Om een productie van twee zuivere afzonderlijke tonen in de twee buizen te waarborgen, is het daarbij van belang dat de diameter van de hulpbuis op de positie waar deze in de hoofdbuis uitmondt, gelijk is aan de diameter van de hoofdbuis op een vergelijkbare positie. Het kan dan praktisch zo uitkomen dat de hulpbuis ter plaatse van de aansluiting op de aanblaasbuis een kleinere diameter heeft dan de hoofdbuis ter plaatse van de aansluiting op de aanblaasbuis.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de hiernavolgende beschrijving van een blaasinstrument met een hoofdbuis, een hulpbuis en een enkele aanblaasbuis, waarbij de buizen van openingen in hun buiswand zijn voorzien, en waarbij op elk van de buizen een kleppenmechaniek voor het openen en sluiten van de openingen is voorzien. Er zal hierbij worden verwezen naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 schematisch een gedeelte van het blaasinstrument met de hoofdbuis en de hulpbuis toont; figuur 2 de aansluiting van de hoofdbuis en de hulpbuis naar de aanblaasbuis illustreert; figuur 3 schematisch een keuze-as toont die in het blaasinstrument wordt toegepast en een nok omvat om vanaf de hoofdbuis een koppeling te kunnen maken met een bedieningsmechaniek voor het kleppenmechaniek van de hulpbuis; figuur 4 drie mogelijke standen van de keuze-as illustreert; en figuur 5 de toepassing van een aantal keuze-assen op de hoofdbuis en een mogelijke configuratie van een deel van het kleppenmechaniek van de hoofdbuis en het bedieningsmechaniek voor het kleppenmechaniek van de hulpbuis illustreert.
Aanduidingen als “onder” en “boven”, zoals in de hiernavolgende beschrijving worden gebruikt, zijn gebaseerd op de aanname van een normale stand van het blaasinstrument, waarbij de aanblaasbuis van het blaasinstrument zich min of meer bovenaan bevindt, en waarbij niet-gekromde gedeeltes van de buizen van het blaasinstrument zich min of meer in verticale richting uitstrekken, en dienen geenszins ais beperkend voor de omvang van de uitvinding te worden opgevat. Aanduidingen als “voor” en “achter”, zoals in de hiernavolgende beschrijving worden gebruikt, zijn gebaseerd op de aanname van een normale stand van het blaasinstrument ten opzichte van het lichaam van een muzikant die het blaasinstrument vast heeft om het te kunnen bespelen, waarin de hulpbuis zich achter de hoofdbuis bevindt.
In de hiernavolgende beschrijving zal worden verwezen naar een conventionele saxofoon, in het bijzonder een altsaxofoon, waar een vergelijking tussen het blaasinstrument volgens de uitvinding en de stand van de techniek van toepassing is. Dat betekent niet dat uitvoeringsvormen van het blaasinstrument volgens de uitvinding niet op andere conventionele blaasinstrumenten gebaseerd zouden kunnen zijn.
Figuur 1 toont een gedeelte van een blaasinstrument 100 volgens de uitvinding. Het blaasinstrument 100 omvat een hoofdbuis 10 en een hulpbuis 20. In figuur 2 is schematisch een gedeelte van een aanblaasbuis 30 getoond waarop een mondstuk van het blaasinstrument 100 kan worden aangesloten, waarbij met name te zien is hoe de hoofdbuis 10 en de hulpbuis 20 op deze aanblaasbuis 30, en dus via deze aanblaasbuis 30 op het mondstuk (niet getoond), zijn aangesloten. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat het blaasinstrument 100 evenals een conventioneel instrument een enkele aanblaasbuis 30 heeft.
In de normale stand van het blaasinstrument 100 strekt de aanblaasbuis 30 zich in min of meer horizontale richting uit. Vanaf de aanblaasbuis 30 gezien heeft de hoofdbuis 10 een neerwaartse kromming 11, een min of meer verticaal gedeelte 12, een voorwaartse kromming 13, en een min of meer verticaal gedeelte 14 met aan het eind ervan een beker 15 voor het uitlaten van lucht. De vorm van de hulpbuis 20 is vergelijkbaar met de vorm van een gedeelte van de hoofdbuis 10. In het bijzonder heeft de hulpbuis 20 eveneens een neerwaartse kromming 21, een min of meer verticaal gedeelte 22, en een voorwaartse kromming 23. De voorwaartse kromming 23 van de hulpbuis 20 komt uit op de voorwaartse kromming 13 van de hoofdbuis 10. De hoofdbuis 10 is dus ter plaatse van de voorwaartse kromming 13 ervan voorzien van een opening, aan de achterzijde.
In grote lijnen is het blaasinstrument 100 volgens de uitvinding vergelijkbaar met een conventionele altsaxofoon, waarbij een extra buis voorzien is, in de vorm van de hulpbuis 20, die zich achter de hoofdbuis 10 uitstrekt van een positie op de aanblaasbuis 30 tot een positie op de voorwaartse kromming 13 van de hoofdbuis 10. De hulpbuis 20 kan naar behoefte bijgeschakeld en afgeschakeld worden. Hiertoe is een keuzeklep 31 voorzien, die bedienbaar is door de muzikant. Wanneer de muzikant de keuzeklep 31 in een gesloten positie laat zijn, dan kan het blaasinstrument 100 als een conventionele saxofoon bespeeld worden. Wanneer de muzikant de keuzeklep 31 in een open positie laat zijn, dan kunnen de beide buizen 10, 20 van het blaasinstrumenten 100 gebruikt worden om een toon voort te brengen, waarbij een eerste en een tweede stem gerealiseerd kunnen worden. In het getoonde voorbeeld loopt elk van de twee buizen 10, 20 taps uit in een richting vanaf de aansluiting op de aanblaasbuis 30 gezien.
De hoofdbuis 10 en de hulpbuis 20 van het blaasinstrument 100 volgens de uitvinding zijn voorzien van een kleppenmechaniek dat op vergelijkbare wijze als het kleppenmechaniek van een conventionele saxofoon een samenstel van kleppen en toetsen omvat, gekoppeld door hefbomen en stangen. Het blaasinstrument 100 is zodanig vormgegeven, dat een muzikant onder alle omstandigheden alleen het kleppenmechaniek van de hoofdbuis 10 hoeft te bedienen, dus ook wanneer het gewenst is om zowel de hoofdbuis 10 als de hulpbuis 20 aan te spreken. Volgens de uitvinding is een koppeling voorzien tussen de kleppenmechanieken van de hoofdbuis 10 en de hulpbuis 20. In dit verband toont figuur 3 een voorbeeld van een keuze-as 40 die op de hoofdbuis 10 kan worden toegepast, en die met een aantal andere keuze-assen 40 de koppeling uit kan maken. De bediening van de keuze-assen 40 is bij voorkeur dezelfde als de bediening van de keuzeklep 31.
In het getoonde voorbeeld omvat de keuze-as 40 drie onderling gekoppelde asdelen 41,42,43 die in lengterichting van de hoofdbuis 10 beweegbaar zijn. Een middelste asdeel 42 heeft een nok 44 die dient om op een bedienings-mechaniek voor het kleppenmechaniek van de hulpbuis 20 aan te grijpen wanneer koppeling van de kleppenmechanieken van de hoofdbuis 10 en de hulpbuis 20 gewenst is.
Figuur 4 illustreert drie mogelijke standen van de keuze-as 40. Het silhouet van het blaasinstrument 100 is slechts globaal met enkele lijnen aangeduid. In figuur 4 is een liggende stand van het blaasinstrument 100, dus niet de normale stand, als uitgangspunt genomen.
Een eerste stand van de keuze-as 40 is bovenaan figuur 4 getoond. Dit is een neutrale stand, waarin alleen de hoofdbuis 10 aangesproken wordt en de keuzeklep 31 zich in een gesloten positie bevindt. De nok 44 van het middelste asdeel 42 maakt geen contact met het bedieningsmechaniek voor het kleppenmechaniek van de hulpbuis 20.
Een tweede stand van de keuze-as 40 is in het midden van figuur 4 getoond. Ten opzichte van de neutrale stand is in deze stand de keuze-as 40 in zijn geheel naar onder verplaatst. De nok 44 van het middelste asdeel 42 heeft een andere positie langs de lengte van de hoofdbuis 10 en kan daardoor in staat zijn op het bedieningsmechaniek voor het kleppenmechaniek van de hulpbuis 20 aan te grijpen. Er kan dan met de hulpbuis 20 een tweede stem gespeeld worden.
Een derde stand van de keuze-as 40 is onderaan figuur 4 getoond.
Deze stand kan alleen vanuit de tweede stand benaderd worden en komt dan alleen nog voor in een situatie zoals hiernavolgend zal worden geschetst. Bij wijze van voorbeeld wordt er vanuit gegaan, dat met de linkerhand een A-toon wordt gespeeld, en dat tegelijkertijd met de linkerhand de G-toets wordt ingedrukt, terwijl tevens bediening van de keuzeklep 31 wordt geactiveerd om de keuzeklep 31 in de open positie te hebben, en de keuze-as 40 zich in de tweede stand bevindt. Het resultaat hiervan is dat de A-toon als eerste stem door de hoofdbuis 10 klinkt, en dat de G-toon als tweede stem door de hulpbuis 20 klinkt. Wanneer het nu bijvoorbeeld gewenst is de tonen G en F tegelijkertijd te laten klinken, dan dient de hoofdbuis 10 zodanig te worden aangesproken dat deze de G-toon gaat voortbrengen, terwijl de hulpbuis 20 voor het realiseren van de F-toon gebruikt gaat worden. In beide situaties kan dezelfde greep van de linkerhand aangehouden worden, terwijl de G-toets onderdeel moet gaan uitmaken van de G-greep (A- plus G-toets) in de hoofdbuis 10, en de F-klep die met de rechterhand gepakt moet worden, nu op de hulpbuis 20 bediend moet worden. Het komt er voor de hulpbuis 20 dus op neer dat de G-toon opgeheven moet worden en dat de F-toon moet gaan klinken. Het opheffen van de G-toon gebeurt in de derde stand van de keuze-as 40. Zodra de F-toets wordt ingedrukt, wordt alleen het middelste asdeel 42 met de nok 44 verder naar onder verplaatst. De nok 44 activeert daarbij het bedieningsmechaniek van de normale G-klep. Vanaf het middelste asdeel 42 strekt zich een as 45 uit die in staat is om een trekkracht uit te oefenen zodra de F-toets wordt ingedrukt, zoals in figuur 3 te zien is.
Figuur 4 laat de keuze-as 40 en de asdelen 41, 42, 43 zien bij de G-toets. Wanneer het gewenst is dat een combinatie van een B-toon en een F-toon door het blaasinstrument 100 wordt voortgebracht, waarbij de B-toon de hoogste toon is, dan wordt deze met behulp van de wijsvinger van de linkerhand verkregen. Met de keuzeklep 31 in de geopende stand is de keuze-as 40 naar onder geschoven, waar door de nok 44 van het middelste asdeel 42 de B-klep zal gaan bedienen voor de hulpbuis 20. Omdat het zo is dat er twee tonen gewenst zijn, in dit geval de F naast de B, heeft de wijsvinger van de rechterhand de F-toets ingedrukt. In dit geval is eveneens de derde stand van de keuze-as 40 van toepassing. De keuze-as 40 is naar onder verplaatst in de tweede stand, waardoor in principe de B-toon in de hulpbuis 20 zou gaan klinken, maar omdat ook nog de F-toets ingedrukt wordt, wordt het asdeel 42 met de nok 44 verder naar onder geschoven, zodat de B-toon weer in de hoofdbuis 10 klinkt, en de F-toon in de hulpbuis 20. Elke lagergelegen klep overrulet als het ware de tweede stand van de keuze-as 40, bij een geopende stand van de keuzeklep 31, en resulteert in de derde stand van de keuze-as 40.
Figuur 5 illustreert de toepassing van een aantal keuze-assen 40 op de hoofdbuis 10 en een mogelijke configuratie van een deel van het kleppenmechaniek 50 van de hoofdbuis 10 en het bedieningsmechaniek 24 voor het kleppenmechaniek van de hulpbuis 20. Een hefboom voor de G-greep naar de hulpbuis 20 is aangeduid met het verwijzingscijfer 25. Verwijzingscijfers 51, 52, 53 en 54 duiden respectievelijk de B-toets, de C-toets, de G-toets en de F-toets van de hoofdbuis 10 aan.
Al met al voorziet de uitvinding in een nieuw type blaasinstrument dat de mogelijkheid biedt twee tonen tegelijk te laten klinken. Het blaasinstrument 100 volgens de uitvinding omvat een hoofdbuis 10 en een hulpbuis die naar keuze wei of niet naast de hoofdbuis 10 aangesproken kan worden. Het blaasinstrument 100 kan daardoor naar keuze als een enkel instrument, voor het voortbrengen van een enkele toon, of een dubbel instrument, voor het voortbrengen van twee tonen tegelijkertijd, gebruikt worden. Het blaasinstrument 100 kan zodanig worden vormgegeven, dat een muzikant die gewend is een conventionele saxofoon te bespelen, op een natuurlijke manier ook het nieuwe blaasinstrument 100 kan gebruiken. De bediening van een keuzeklep 31 kan plaatsvinden op een manier die overeenkomt met de bekende bediening van een octaafklep. Ook kan de koppeling van de klepmechanieken van de hoofdbuis 10 en de hulpbuis 20 het bedienen van het instrument 100 met voor de muzikant bekende en logische grepen mogelijk maken, terwijl de koppeling geactiveerd kan worden door dezelfde bediening als die van de keuzeklep 31.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de uitvinding niet beperkt is tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse variaties en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.

Claims (8)

1. Blaasinstrument (100), omvattende een samenstel van twee buizen (10, 20) en een enkele aanblaasbuis (30) voor het aanblazen van de twee buizen (10, 20), waarbij een eerste buis (10) van de twee buizen (10, 20) een hoofdbuis (10) is met openingen in de buiswand ervan en een aan de buitenzijde van de buis (10) aangebracht, door een gebruiker bedienbaar kleppenmechaniek (50) voor het naar keuze openen of sluiten van de openingen, waarbij een tweede buis (20) van de twee buizen (10, 20) een hulpbuis (20) is met openingen in de buiswand ervan en een aan de buitenzijde van de buis (20) aangebracht kleppenmechaniek dat koppelbaar is aan het kleppenmechaniek (50) van de hoofdbuis (10), waarbij de hulpbuis (20) in de hoofdbuis (10) uitmondt, en waarbij de hulpbuis (20) ter plaatse van de aansluiting op de aanblaasbuis (30) voorzien is van een aan de binnenzijde van de buis (20) aangebrachte, door de gebruiker bedienbare keuzeklep (31) voor het naar keuze open of dicht laten zijn van de hulpbuis (20) naar de aanblaasbuis (30).
2. Blaasinstrument (100) volgens conclusie 1, omvattende middelen (40) voor het koppelen van de kleppenmechanieken van de twee buizen (10, 20) bij een open positie van de keuzeklep (31) en het ontkoppelen van de kleppenmechanieken van de twee buizen (10, 20) bij een gesloten positie van de keuzeklep (31).
3. Blaasinstrument (100) volgens conclusie 2, omvattende door een gebruiker bedienbare keuze-assen (40) die zich op de hoofdbuis (10) bevinden, waarbij elke keuze-as (40) onderling gekoppelde asdelen (41, 42,43) omvat die in lengterichting van de hoofdbuis (10) beweegbaar zijn, waarbij één van de asdelen (42) een nok (44) heeft die dient om op een bedieningsmechaniek (24) voor het kleppenmechaniek van de hulpbuis (20) aan te grijpen in ten minste één mogelijke stand van de keuze-as (40).
4. Blaasinstrument (100) volgens conclusie 3, waarbij de keuze-as (40) is ingericht om in één van drie standen te worden gebracht, namelijk een eerste stand waarin het asdeel (42) met de nok (44) zich op een eerste lengtepositie bevindt teneinde de kleppenmechanieken van de twee buizen (10, 20) ontkoppeld te laten zijn, een tweede stand waarin de keuze-as (40) ten opzichte van de eerste stand in zijn geheel in lengterichting verschoven is, en waarin het asdeel (42) met de nok (44) zich op een tweede lengtepositie bevindt teneinde aan te grijpen op het bedienings-mechaniek voor het kleppenmechaniek van de hulpbuis (20), en een derde stand waarin ten opzichte van de tweede stand alleen het asdeel (42) met de nok (44) in lengterichting verschoven is, en waarin het asdeel (42) met de nok (44) zich op een derde lengtepositie bevindt teneinde op een andere positie dan in de tweede stand van de keuze-as (40) aan te grijpen op het bedieningsmechaniek voor het kleppenmechaniek van de hulpbuis (20).
5. Blaasinstrument (100) volgens een van conclusies 1-4, waarbij elk van de twee buizen (10, 20) ten minste één kromming (11,13, 21,23) in zich heeft.
6. Blaasinstrument (100) volgens een van conclusies 1-5, waarbij elk van de twee buizen (10, 20) taps uitloopt in een richting vanaf de aanblaasbuis (30) gezien.
7. Blaasinstrument (100) volgens conclusie 6, waarbij de twee buizen (10, 20) een vergelijkbare algemene vorm hebben, en waarbij de diameter van de hulpbuis (20) op de positie waar deze in de hoofdbuis (10) uitmondt, gelijk is aan de diameter van de hoofdbuis (10) op een vergelijkbare positie.
8. Blaasinstrument (100) volgens conclusie 7, waarbij de hulpbuis (20) ter plaatse van de aansluiting op de aanblaasbuis (30) een kleinere diameter heeft dan de hoofdbuis (10) ter plaatse van de aansluiting op de aanblaasbuis (30).
NL2014919A 2015-06-04 2015-06-04 Blaasinstrument met een samenstel van twee buizen en een enkele aanblaasbuis. NL2014919B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014919A NL2014919B1 (nl) 2015-06-04 2015-06-04 Blaasinstrument met een samenstel van twee buizen en een enkele aanblaasbuis.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014919A NL2014919B1 (nl) 2015-06-04 2015-06-04 Blaasinstrument met een samenstel van twee buizen en een enkele aanblaasbuis.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2014919A NL2014919A (nl) 2016-12-12
NL2014919B1 true NL2014919B1 (nl) 2017-02-03

Family

ID=57838582

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014919A NL2014919B1 (nl) 2015-06-04 2015-06-04 Blaasinstrument met een samenstel van twee buizen en een enkele aanblaasbuis.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2014919B1 (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL2014919A (nl) 2016-12-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2014919B1 (nl) Blaasinstrument met een samenstel van twee buizen en een enkele aanblaasbuis.
FI79761B (fi) Maskineri foer blaosinstrument.
US3142222A (en) Bassoon
US1122207A (en) Musical wind instrument.
WO2018030551A2 (ja) 息圧選択装置、及び当該息圧選択装置を有する吹奏楽器
US5796022A (en) Helical air path induction in wind instruments
US1805929A (en) Clarinet
CN203882596U (zh) 哪嘟呜民俗吹管乐器
US176124A (en) Improvement in mouth-organs
US2608122A (en) Portamento valve for brass wind instruments
GB2344923A (en) Practice bagpipe chanter with drone
US20080066606A1 (en) Oboe and Oboe Head
US6207884B1 (en) French horn
CN106251839A (zh) 一种内锥管式管乐器
CN202736465U (zh) 一种宽音域巴乌
KR20170001045U (ko) 바로크식 운지법과 독일식 운지법의 선택 적용이 가능한 리코더 링
US1605101A (en) Soprano saxophone
Szostak Evolution of Cavaille-Coll's symphonic organ
US9495943B2 (en) Musical instrument
JP6799866B2 (ja) ファゴット
US2508423A (en) Toy device
WO2021090344A1 (en) Saxophone having extended sound extension
US20200265812A1 (en) Mellophone in real f
KR101019110B1 (ko) 클라리넷
US1588390A (en) Brass and like wind musical instrument

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180701