NL2014511A

NL2014511A - Inblaaseenheid for blowing air in a space.

Info

Publication number: NL2014511A
Application number: NL2014511A
Authority: NL
Inventors: Van Oossanen Theo
Original assignee: Van Oossanen Theo
Priority date: 2015-03-24
Filing date: 2015-03-24
Publication date: 2016-10-10
Also published as: NL2014511B1

Abstract

Een inblaaseenheid omvattende een behuizing voorzien van ten minste één langswand en twee tegenover elkaar gelegen eindwanden, waarbij de behuizing een behuizingskamer begrenst. In of nabij de eerste eindwand in de behuizing is een luchtinlaatopening aangebracht. De inblaaseenheid omvat verder een in de behuizing opgesteld klepsamenstel dat in een gesloten stand de behuizingskaroer scheidt in een stroomopwaarts en een stroomafwaarts behuizingskamerdeel, waarbij de luchtinlaatopening uitmondt in het stroomopwaartse behuizingskamerdeel. De inblaaseenheid omvat verder twee luchtinblaaszones, die elk worden gevormd door ten minste één opening in de langswand. De inblaaseenheid omvat verder een actuator voor het bedienen van het klepsamenstel, waarbij de actuator is geconfigureerd om het klepsamenstelafwisselend met een bepaalde frequentie van een geopende naar een gesloten stand te brengen en omgekeerd.A blower unit comprising a housing provided with at least one longitudinal wall and two opposite end walls, the housing defining a housing chamber. An air inlet opening is provided in or near the first end wall in the housing. The blower unit further comprises a valve assembly disposed in the housing which in a closed position separates the housing carriage into an upstream and downstream housing chamber portion, the air inlet opening terminating into the upstream housing chamber portion. The blower unit further comprises two air blow-in zones, each of which is formed by at least one opening in the longitudinal wall. The blower unit further comprises an actuator for operating the valve assembly, the actuator being configured to alternately move the valve assembly from an opened to a closed position at a certain frequency and vice versa.

Description

Titel: Inblaaseenheid voor het inblazen van lucht in een ruimteTitle: Blow-in unit for blowing air into a room

VELDFIELD

De uitvinding heeft betrekking op een inblaaseenheid voor het inblazen van lucht in een ruimte.The invention relates to a blower unit for blowing air into a room.

ACHTERGRONDBACKGROUND

Veel gebouwen, zoals kantoorgebouwen en industriële gebouwen, zijn voorzien van khmaat- en/of luchttoevoerinstallaties om een aangenaam verblijfsklimaat in de ruimtes in het gebouw te realiseren. Dit is niet alleen van belang voor medewerkers die zich in de ruimte ophouden, maar is in voorkomende gevallen ook noodzakelijk op basis van de vigerende wet- en regelgeving.Many buildings, such as office buildings and industrial buildings, are equipped with khmaat and / or air supply systems to achieve a pleasant living environment in the spaces in the building. This is not only important for employees who are in the room, but is also necessary on the basis of the applicable laws and regulations.

De bestaande installaties omvatten vaak een klimaatinstallatie voor het conditioneren van de lucht, zoals bijvoorbeeld met betrekking tot de temperatuur en/of de luchtvochtigheid, en een stelsel van luchtkanalen met inblaasopeningen die in de ruimte uitmonden. De geconditioneerde lucht wordt door de luchtkanalen naar de ruimten gevoerd en daar als een continu stroom lucht aan de ruimten toegevoerd door de in de ruimte aanwezige inblaasopeningen.The existing installations often comprise a climate installation for conditioning the air, such as, for example, with regard to the temperature and / or the air humidity, and a system of air ducts with blow-through openings opening into the room. The conditioned air is fed through the air ducts to the rooms and there supplied as a continuous flow of air to the rooms through the blow-through openings present in the room.

Een nadeel van de bestaande installaties is echter dat slechte menging plaatsvindt tussen de toegevoerde lucht en de lucht die al in de ruimte aanwezig is. Hierdoor kunnen temperatuurverschillen en zelfs tocht in de ruimte ontstaan, waardoor het verblijfsklimaat voor de medewerkers of bezoekers van de ruimte negatief wordt beïnvloed. Dit kan zich uiten in klachten van gebruikers die zich in de ruimte bevinden en bij medewerkers leiden tot een daling van de productiviteit..A drawback of the existing installations, however, is that poor mixing takes place between the supplied air and the air that is already present in the room. As a result, temperature differences and even drafts can occur in the room, which negatively influences the living climate for the employees or visitors of the room. This can manifest itself in complaints from users who are in the room and lead to a decrease in productivity among employees.

SAMENVATTINGSUMMARY

De uitvinding is gericht op het wegnemen van deze nadelen, waarbij de voordelen van de bestaande luchttoevoersystemen behouden blijven. Meer specifiek is de uitvinding gericht op een inblaaseenheid voor het inblazen van lucht in een ruimte, waarbij de inblaaseenheid omvat: een behuizing die is voorzien van ten minste een langswand en een eerste en een tweede eindwand die tegenover elkaar zijn gelegen, waarbij de behuizing een behuizingskamer begrenst, waarbij de ten minste ene langswand zich in hoofdzaak evenwijdig aan een harthjn van de behuizing uitstrekt, waarbij de behuizing is voorzien van: ~ een luchtinlaatopening die in of nabij de eerste eindwand is aangebracht in de behuizing; een klepsamenstel dat in de behuizing is opgesteld en die in een gesloten stand de door de behuizing begrensde behuizingskamer scheidt in een stroomopwaarts behuizingskamerdeel en een stroomafwaarts behuizingskamerdeel, waarbij de luchtinlaatopening uitmondt in het stroomopwaartse behuizingskamerdeel; een eerste luchtinblaaszone gevormd door ten minste één opening in de ten minste ene langswand, waarbij ten minste ene opening van de eerste luchtinblaaszone uitgaat van (e. emanates from) het stroomopwaartse behuizingskamerdeel, zodanig dat de eerste luchtinblaaszone is geassocieerd met het stroomopwaartse behuizingskamerdeel; een tweede luchtinblaaszone gevormd door ten minste één opening in de ten minste ene langswand, waarbij de ten minste ene opening van de tweede luchtinblaaszone uitgaat van (e. emanates from) het stroomafwaartse behuizingskamerdeel, zodanig dat de tweede luchtinblaaszone is geassocieerd met het stroomafwaartse behuizingskamerdeel; een actuator voor het bedienen van het klepsamenstel, waarbij de actuator is geconfigureerd om het klepsamenstel afwisselend met een bepaalde frequentie van een geopende naar een gesloten stand te brengen en omgekeerd.The invention is directed to overcoming these disadvantages, while maintaining the advantages of the existing air supply systems. More specifically, the invention is directed to a blower unit for blowing air into a space, the blower unit comprising: a housing provided with at least one longitudinal wall and a first and a second end wall facing each other, the housing having a enclosing a housing chamber, wherein the at least one longitudinal wall extends substantially parallel to a center of the housing, the housing being provided with: an air inlet opening arranged in or near the first end wall in the housing; a valve assembly disposed in the housing and separating the housing chamber bounded by the housing into an upstream housing chamber portion and a downstream housing chamber portion, the air inlet opening terminating into the upstream housing chamber portion; a first air blow-in zone formed by at least one opening in the at least one longitudinal wall, wherein at least one opening of the first air blow-in zone originates from (upstream) the upstream housing chamber part, such that the first air blow-in zone is associated with the upstream housing chamber part; a second air blow-in zone formed by at least one opening in the at least one longitudinal wall, the at least one opening of the second air blow-in zone emanating from (e. emanates from) the downstream housing chamber part, such that the second air blow-in zone is associated with the downstream housing chamber part; an actuator for operating the valve assembly, wherein the actuator is configured to alternately move the valve assembly from an opened to a closed position at a certain frequency and vice versa.

Door de werking van de inblaaseenheid volgens de uitvinding wordt een betere menging bereikt tussen de aan de ruimte toegevoerde lucht en de al in de ruimte aanwezige lucht, waardoor (relatief grote) temperatuurverschillen en tocht in de ruimte worden voorkomen. Er wordt derhalve een homogene toestand van de lucht in de ruimte gerealiseerd bij toepassing van de inblaaseenheid volgens de uitvinding. De werking van de inblaaseenheid volgens de uitvinding is daarbij als volgt. Als het klepsamenstel van de inblaaseenheid in een gesloten toestand is, kan de lucht alleen door de eerste, in het stroomopwaartse behuizingskamerdeel gelegen luchtinblaaszone aan de te behandelen ruimte waarin de inblaaseenheid is opgesteld worden toegevoerd. Na het openen van de klep volgt de lucht de weg van de minste weerstand in de stroomt de lucht in de behuizing rechtdoor naar het stroomafwaartse behuizingskamerdeel totdat deze tegen de tweede eindwand botst die een stroomafwaarts uiteinde van het stroomafwaartse behuizingskamerdeel begrenst. Hierdoor wordt de dynamische druk van de zich voortbewegende lucht omgezet in een hogere statische druk. Deze hogere statische druk is hoger dan de druk in de ruimte en dus zal de lucht via de tweede luchtinblaaszone in de ruimte stromen. Door het klepsamenstel afwisselend van een gesloten naar een geopende toestand en omgekeerd te brengen, stroomt de lucht dus afwisselend via de stroomopwaartse inblaaszone en de stroomafwaartse inblaaszone in de ruimte. Hierdoor treedt in de ruimte een onregelmatig luchtstromingspatroon op dat leidt tot een goede menging van de lucht in de ruimte. Door de goede menging van de ingeblazen lucht met reeds aanwezige lucht in de ruimte wordt een homogene luchtkwahteit in de ruimte bereikt en bijgevolg ook een optimaal verblijfskhmaat. Door de homogene samenstelling van de lucht in de ruimte zijn (relatief grote) temperatuurverschillen in de ruimte afwezig en wordt de kans op het optreden van tocht in de ruimte geminimahseerd.As a result of the operation of the blower unit according to the invention, a better mixing is achieved between the air supplied to the space and the air already present in the space, whereby (relatively large) temperature differences and drafts in the space are prevented. A homogeneous state of the air in the room is therefore realized when the blower unit according to the invention is used. The operation of the blower unit according to the invention is thereby as follows. If the valve assembly of the blower unit is in a closed state, the air can only be supplied through the first air blower zone located in the upstream housing chamber part to the room to be treated in which the blower unit is arranged. After opening the valve, the air follows the path of least resistance in the air, the air in the housing flows straight to the downstream housing chamber section until it collides with the second end wall defining a downstream end of the downstream housing chamber section. This converts the dynamic pressure of the moving air into a higher static pressure. This higher static pressure is higher than the pressure in the room and therefore the air will flow into the room via the second air blow-in zone. Thus, by alternately moving the valve assembly from a closed to an opened state and vice versa, the air flows alternately through the upstream blowing zone and the downstream blowing zone into the space. As a result, an irregular air flow pattern occurs in the room, which leads to a good mixing of the air in the room. Due to the good mixing of the blown-in air with air that is already present in the room, a homogeneous air quality in the room is achieved and, consequently, an optimum living space. Due to the homogeneous composition of the air in the room, (relatively large) temperature differences in the room are absent and the chance of draft occurring in the room is minimized.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna aan de hand van een voorbeeld, onder verwijziging naar de figuren, nader worden verduidelijkt.Further elaborations of the invention are described in the subclaims and will be explained in more detail below with reference to an example, with reference to the figures.

KORTE FIGUURBESCHRIJVINGSHORT FIGURE DESCRIPTION

Figuur 1 toont een perspectief-aanzicht van een voorbeeld van een inblaaseenheid volgens de uitvinding;Figure 1 shows a perspective view of an example of a blower unit according to the invention;

Figuur 2 toont een schematisch voor aanzicht van de inblaaseenheid uit figuur 1;Figure 2 shows a schematic front view of the blower unit of Figure 1;

Figuur 3 toont een schematisch zij-aanzicht van de inblaaseenheid uit figuur 1;Figure 3 shows a schematic side view of the blower unit of Figure 1;

Figuur 4 toont een perspectief-aanzicht van een voorbeeld van een alternatief van de inblaaseenheid volgens de uitvinding, waarbij het klepsamenstel zich in de gesloten stand bevindt; enFigure 4 shows a perspective view of an example of an alternative of the blower unit according to the invention, wherein the valve assembly is in the closed position; and

Figuur 5 toont een soortgelijk aanzicht als weergegeven in figuur 4 met plaatvormige kleplichaam 24a in de geopende stand.Figure 5 shows a similar view as shown in Figure 4 with plate-shaped valve body 24a in the open position.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVINGDETAILED DESCRIPTION

Figuren 1-4 tonen voorbeelden van een inblaaseenheid waarin diverse uitvoeringsvormen, waaronder het hoofdaspect van de uitvinding, zijn belichaamd. Opgemerkt wordt dat de hierna beschreven uitvoeringsvormen ook onafhankelijk van elkaar kunnen worden toegepast en dat de uitvinding niet is beperkt tot de voorbeelden die zijn getoond in de figuren. De verwijzingscijfers worden hierin gebruikt ter verduidelijking maar hebben geen beperkende werking. Een uitvoeringsvorm kan ook op andere wijze zijn uitgevoerd dan weergegeven in het voorbeeld dat is getoond in de figuren.Figures 1-4 show examples of a blower unit in which various embodiments, including the main aspect of the invention, are embodied. It is noted that the embodiments described below can also be applied independently of each other and that the invention is not limited to the examples shown in the figures. The reference numerals are used herein for clarification, but have no restrictive effect. An embodiment can also be designed in a different way than shown in the example shown in the figures.

In algemene zin geldt dat de uitvinding ziet op een inblaaseenheid 10 voor het inblazen van lucht in een ruimte, waarbij de inblaaseenheid 10 een behuizing 12 omvat, die is voorzien van ten minste een langswand 14 en een eerste en een tweede eindwand 16,18 die tegenover elkaar zijn gelegen. De behuizing 12 begrenst een behuizingskamer 20, waarbij de ten minste ene langswand 14 zich in hoofdzaak evenwijdig aan een hartlijn van de behuizing 12 uitstrekt. De behuizing 12 is voorzien van een luchtinlaatopening 22 die in of nabij de eerste eindwand 16 is aangebracht in de behuizing 12. De inblaaseenheid 10 omvat verder een klepsamenstel 24 dat in de behuizing 12 is opgesteld. Het klepsamenstel scheidt in een gesloten stand de door de behuizing 12 begrensde behuizingskamer 20 in een stroomopwaarts behuizingskamerdeel 20a en een stroomafwaarts behuizingskamerdeel 20b. De luchtinlaatopening 22 mondt uit in het stroomopwaartse behuizingskamerdeel 20a. Verder omvat de inblaaseenheid 10 een eerste luchtinblaaszone 25a gevormd door ten minste één opening 26a in de ten minste ene langswand 14. De ten minste ene opening 26a van de eerste luchtinblaaszone 25a gaat uit van het stroomopwaartse behuizingskamerdeel 20a, zodanig dat de eerste luchtinblaaszone 25a is geassocieerd met het stroomopwaartse behuizingskamerdeel 20a. Ook omvat de inblaaseenheid een tweede luchtinblaaszone 25b, gevormd door ten minste één opening 26b in de ten minste ene langswand 14. De ten minste ene opening 26b van de tweede luchtinblaaszone 25b gaat uit van het stroomafwaartse behuizingskamerdeel 20b, zodanig dat de tweede luchtinblaaszone 25b is geassocieerd met het stroomafwaartse behuizingskamerdeel 20b. De inblaaseenheid 10 omvat verder een actuator voor het bedienen van het klepsamenstel 24, waarbij de actuator is geconfigureerd om het klepsamenstel 24 afwisselend met een bepaalde frequentie van een geopende naar een gesloten stand te brengen en omgekeerd. Een eerste voorbeeld van een inblaaseenheid 10 volgens de uitvinding met een balkvormige behuizing is weergegeven in de figuren 1-3. Een tweede voorbeeld van een inblaaseenheid 10 volgens de uitvinding met een cilindrische behuizing is weergegeven in figuur 4.In a general sense, the invention relates to a blower unit 10 for blowing air into a space, the blower unit 10 comprising a housing 12 which is provided with at least one longitudinal wall 14 and a first and a second end wall 16,18 which are located opposite each other. The housing 12 defines a housing chamber 20, the at least one longitudinal wall 14 extending substantially parallel to a center line of the housing 12. The housing 12 is provided with an air inlet opening 22 which is arranged in or near the first end wall 16 in the housing 12. The blower unit 10 further comprises a valve assembly 24 arranged in the housing 12. In a closed position, the valve assembly separates the housing chamber 20 bounded by the housing 12 into an upstream housing chamber part 20a and a downstream housing chamber part 20b. The air inlet opening 22 opens into the upstream housing chamber part 20a. Furthermore, the blower unit 10 comprises a first air blow-in zone 25a formed by at least one opening 26a in the at least one longitudinal wall 14. The at least one opening 26a of the first air blow-in zone 25a starts from the upstream housing chamber part 20a, such that the first air blow-in zone 25a is associated with the upstream housing chamber part 20a. The blower unit also comprises a second air blow-in zone 25b, formed by at least one opening 26b in the at least one longitudinal wall 14. The at least one opening 26b of the second air blow-in zone 25b starts from the downstream housing chamber part 20b, such that the second air blow-in zone 25b is associated with the downstream housing chamber part 20b. The blower unit 10 further comprises an actuator for operating the valve assembly 24, wherein the actuator is configured to alternately move the valve assembly 24 from an opened to a closed position at a certain frequency and vice versa. A first example of a blower unit 10 according to the invention with a beam-shaped housing is shown in figures 1-3. A second example of a blower unit 10 according to the invention with a cylindrical housing is shown in Figure 4.

In een uitvoeringsvorm heeft de ten minste ene langswand 14 van de behuizing 12 een lengte. Een afstand tussen het klepsamenstel 24 en de eerste eindwand 16 waarin de luchtinlaatopening 22 is aangebracht kan in hoofdzaak een derde van de lengte van de ten minste ene langswand 14 bedragen.In one embodiment, the at least one longitudinal wall 14 of the housing 12 has a length. A distance between the valve assembly 24 and the first end wall 16 in which the air inlet opening 22 is arranged can be substantially one third of the length of the at least one longitudinal wall 14.

Het plaatsen van het klepsamenstel 24 in de behuizing 12 op een derde van de lengte van de langswand of-wanden 14 draagt bij aan een maximahsering van de vorming van wervelingen in de aan de ruimte toegevoerde lucht, waardoor een betere menging van lucht in de ruimte wordt gerealiseerd.Placing the valve assembly 24 in the housing 12 at a third of the length of the longitudinal wall or walls 14 contributes to a maximization of the formation of swirls in the air supplied to the space, whereby a better mixing of air in the space is realized.

In een uitvoeringsvorm kan de frequentie in de range van 1 tot 10 keer per minuut liggen. Bij voorkeur kan de frequentie in de range van 1 tot 6 keer per minuut liggen.In one embodiment, the frequency can be in the range of 1 to 10 times per minute. Preferably, the frequency can be in the range of 1 to 6 times per minute.

De frequentie van het afwisselend openen en sluiten van het klepsamenstel 24 heeft een directe invloed op de vorming van wervelingen in de aan de ruimte toegevoerde lucht. De in deze uitvoeringsvorm genoemde frequentie draagt bij aan een maximalisering van de vorming van wervelingen, waardoor op efficiënte en relatief snelle wijze een homogene menging van de lucht in de ruimte wordt bereikt.The frequency of alternately opening and closing the valve assembly 24 has a direct influence on the formation of swirls in the air supplied to the space. The frequency mentioned in this embodiment contributes to maximizing the formation of vortices, whereby a homogeneous mixing of the air in the room is achieved in an efficient and relatively fast manner.

In een uitvoeringsvorm kan de inblaaseenheid een luchtdebiet hebben van ten minste 5.000 m3/uur.In one embodiment, the blower unit can have an air flow rate of at least 5,000 m3 / hour.

In een uitvoeringsvorm kan de ten minste ene langswand 14 een lengte hebben die groter is dan 1 meter. Bij een dergelijke afmeting, kunnen de luchtinblaasopeningen 26a, 26b zodanig groot worden uitgevoerd dat deze luchtinblaasopeningen 26a, 26b geen of nauwelijks een constrictie vormen en er nauwelijks een drukverschil tussen de lucht in de behuizingskamer 20 en de lucht in de omgevingsruimte zal optreden. Het voordeel hiervan is dat de door de inblaaseenheid toegevoerde lucht bijzonder geleidelijk in de ruimte kan worden ingelaten en er dus weinig tocht in de ruimte optreedt.In one embodiment, the at least one longitudinal wall 14 can have a length that is greater than 1 meter. With such a size, the air intake openings 26a, 26b can be made so large that these air intake openings 26a, 26b form no or hardly any constriction and there will hardly be a pressure difference between the air in the housing chamber 20 and the air in the ambient space. The advantage of this is that the air supplied by the blower unit can be introduced into the room particularly gradually and therefore there is little draft in the room.

In een uitvoeringsvorm kan ten minste één van de eerste en de tweede luchtinblaaszone 25a, 25b zijn voorzien van ten minste één luchtgeleidestrip 30, die is geconfigureerd om lucht in een betreffende luchtinblaaszone 25a, 25b af te buigen in de richting van de met de betreffende luchtgeleidestrip 30 geassocieerde opening 26a, 26b.In one embodiment, at least one of the first and the second air blow-in zone 25a, 25b may be provided with at least one air-guide strip 30, which is configured to deflect air in a respective air-blow-in zone 25a, 25b in the direction of the air-to-air strip with Associated opening 26a, 26b.

Om te zorgen dat niet alle lucht aan het einde van een respectievelijk behuizingskamerdeel 20a, 20b door de geassocieerde openingen 26a,26b aan de ruimte wordt toegevoerd, kunnen in de behuizing luchtgeleidestrips 30 worden aangebracht. Deze luchtgeleidestrips 30 zorgen ervoor dat de lucht uit de behuizingskamerdelen 20a, 20b, meer evenredig over de lengte van de openingen 26a, 26b aan de ruimte wordt toegevoerd, waardoor een additioneel positief effect op de luchtmenging in de ruimte wordt bereikt. De luchtgeleidestrips 30 zijn getoond in het schematisch zij-aanzicht van figuur 2.To ensure that not all air is supplied to the space at the end of a respective housing chamber part 20a, 20b through the associated openings 26a, 26b, air guide strips 30 can be provided in the housing. These air guide strips 30 ensure that the air from the housing chamber parts 20a, 20b is supplied to the space more proportionally over the length of the openings 26a, 26b, whereby an additional positive effect on the air mixing in the space is achieved. The air guide strips 30 are shown in the schematic side view of Figure 2.

In een uitvoeringsvorm kan de behuizing 12 een blok- of balkvormige behuizing zijn. Een voorbeeld van de balkvormige behuizing is getoond in de figuren 1-3.In one embodiment, the housing 12 can be a block or beam-shaped housing. An example of the beam-shaped housing is shown in Figures 1-3.

In een nadere uitwerking van de uitvoeringsvorm kan de genoemde behuizing 12 vier langswanden 14 hebben, waarbij ten minste drie van de genoemde langswanden 14 elk kunnen zijn voorzien van ten minste één eerste opening 26adie uitgaat van het stroomopwaartse behuizingskamerdeel 20a en ten minste één opening 26b die uitgaat van het stroomafwaartse behuizingskamerdeel 20b.In a further elaboration of the embodiment, the said housing 12 can have four longitudinal walls 14, wherein at least three of the said longitudinal walls 14 can each be provided with at least one first opening 26 which emanates from the upstream housing chamber part 20a and at least one opening 26b which starts from the downstream housing chamber part 20b.

Door de behuizing 12 aan meerdere zijden van openingen 26a, 26b te voorzien, wordt de aan de ruimte toegevoerde lucht in meerdere richtingen met de in de ruimte aanwezige lucht gemengd. Daardoor ontstaat een betere menging met de in de ruimte aanwezige lucht. Een voorbeeld van deze uitvoeringsvorm, waarbij de openingen 26a, 26b duidelijk zichtbaar zijn, is getoond in figuur 1.By providing the housing 12 with openings 26a, 26b on several sides, the air supplied to the space is mixed in several directions with the air present in the space. This results in a better mixing with the air present in the room. An example of this embodiment, where the openings 26a, 26b are clearly visible, is shown in Figure 1.

In een uitvoeringsvorm kan de behuizing 12 een cilindervormige behuizing zijn, die zich coaxiaal aan de hartlijn uitstrekt. Een voorbeeld van deze uitvoeringsvorm is getoond in figuur 4.In one embodiment, the housing 12 may be a cylindrical housing that extends coaxially to the axis. An example of this embodiment is shown in Figure 4.

Bij deze uitvoeringsvorm is sprake van een enkele cilindrische langswand 14 en een eerste eindwand 16 en een tweede eindwand (niet zichtbaar).This embodiment involves a single cylindrical longitudinal wall 14 and a first end wall 16 and a second end wall (not visible).

In een uitwerking van de uitvoeringsvorm is de langswand 14 een omtrekswand van de cilindervormige behuizing 12, waarbij de omtrekswand kan zijn voorzien van een veelvoud aan openingen 26a, 26b.In one embodiment of the embodiment, the longitudinal wall 14 is a circumferential wall of the cylindrical housing 12, wherein the circumferential wall can be provided with a plurality of openings 26a, 26b.

Door de behuizing 12 aan meerdere zijden van openingen 26a, 26b te voorzien, wordt de aan de ruimte toegevoerde lucht in meerdere richtingen met de in de ruimte aanwezige lucht gemengd. Daardoor ontstaat een betere menging met de in de ruimte aanwezige lucht. Een voorbeeld van deze uitwerking waarin de openingen 26a, 26b duidelijk zichtbaar zijn, is getoond in figuur 4.By providing the housing 12 with openings 26a, 26b on several sides, the air supplied to the space is mixed in several directions with the air present in the space. This results in a better mixing with the air present in the room. An example of this elaboration in which the openings 26a, 26b are clearly visible is shown in Figure 4.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in figuren 4 en 5, kan het klepsamenstel 24 zijn uitgevoerd als een smoorklep die is voorzien van een plaatvormig kleplichaam 24a dat verzwenkbaar is opgesteld in de kamer 20. In de gesloten stand van het klepsamenstel 24 strekt het plaatvormige kleplichaam 24a zich in hoofdzaak loodrecht op de hartlijn H van de behuizing 12 uit. In de geopende stand van het klepsamenstel 24 strekt het plaatvormige kleplichaam 24a zich in hoofdzaak evenwijdig aan de hartlijn H van de behuizing 12 uit. Het plaatvormige kleplichaam 24A kan bij deze uitvoeringsvorm zijn bevestigd aan een zwenkas 24b die is verbonden met de actuator 28. Figuur 4 toont het plaatvormige kleplichaam 24a in de gesloten stand en figuur 5 toont het plaatvormige kleplichaam 24a in de geopende stand.In an embodiment, an example of which is shown in Figs. 4 and 5, the valve assembly 24 can be designed as a throttle valve which is provided with a plate-shaped valve body 24a pivotally arranged in the chamber 20. In the closed position of the valve assembly 24 the plate-shaped valve body 24a extends substantially perpendicular to the axis H of the housing 12. In the open position of the valve assembly 24, the plate-shaped valve body 24a extends substantially parallel to the axis H of the housing 12. In this embodiment, the plate-shaped valve body 24A can be attached to a pivot axis 24b which is connected to the actuator 28. Figure 4 shows the plate-shaped valve body 24a in the closed position and Figure 5 shows the plate-shaped valve body 24a in the open position.

De actuator 28 brengt het plaatvormige kleplichaam periodiek in van de geopende naar de gesloten stand en vice versa.The actuator 28 periodically inserts the plate-shaped valve body from the open to the closed position and vice versa.

In een alternatieve uitvoeringsvorm, waarvan geen voorbeeld is getoond in de figuren, kan het klepsamenstel 24 zijn uitgevoerd als een jaloezieklepsamenstel dat is voorzien van een veelvoud, zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende lamellen die zich elk uitstrekken in een met de betreffende lamel geassocieerd lamelvlak. De lamellen elk zijn verbonden met een actuatorstang, zodanig dat de hoekstand van het lamelvlak van elke lamel door de actuator kan worden gevarieerd. De lamelvlakken van de lamellen strekken zich telkens evenwijdig aan elkaar uit. In de gesloten stand van het klepsamenstel 24 strekken de lamelvlakken van de lamellen zich in hoofdzaak loodrecht op de hartlijn H van de behuizing 12 uit. In de geopende stand van het klepsamenstel 24 strekken de lamelvlakken van de lamellen zich in hoofdzaak evenwijdig aan de hartlijn H van de behuizing uit.In an alternative embodiment, of which no example is shown in the figures, the valve assembly 24 may be designed as a blind valve assembly which is provided with a plurality of slats extending parallel to each other and each extending in a slat surface associated with the respective slat. The slats are each connected to an actuator rod such that the angular position of the slat surface of each slat can be varied by the actuator. The slat surfaces of the slats each extend parallel to each other. In the closed position of the valve assembly 24, the slat surfaces of the slats extend substantially perpendicular to the axis H of the housing 12. In the open position of the valve assembly 24, the slat surfaces of the slats extend substantially parallel to the axis H of the housing.

Een dergelijk jaloezieklepsamenstel is op zichzelf bekend. De jaloezieklep-actuator kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een elektromotor die via een excenter of een stangenstelsel is verbonden met de genoemde actuatorstang. Een voordeel van een jaloezieklepsamenstel ten opzichte van de smoorklep is dat deze in zowel de geopende als de gesloten stand geringe afmetingen heeft gezien in de richting van de hartlijn.Such a venetian blind assembly is known per se. The blind flap actuator can for instance be designed as an electric motor which is connected to the said actuator rod via an eccentric or a rod system. An advantage of a venetian blind assembly over the throttle valve is that it has small dimensions in both the open and the closed position in the direction of the center line.

De diverse uitvoeringsvormen die hierboven zijn beschreven kunnen onafhankelijk van elkaar worden toegepast en met elkaar op verschillende wijze worden gecombineerd. De verwijzingscijfers in de gedetailleerde beschrijving en de conclusies beperken de beschrijving van de uitvoeringsvormen en de conclusies niet en dienen slechts ter verduidelijking.The various embodiments described above can be applied independently of each other and combined with each other in different ways. The reference numerals in the detailed description and the claims do not limit the description of the embodiments and the claims and serve only for clarification.

Legenda 10 - inblaaseenheid 12 - behuizing 14 - langswand 16 - eerste eindwand 18 - tweede eindwand 20 - behuizingskamer 20a - stroomopwaarts behuizingskamerdeel 20b - stroomafwaarts behuizingskamerdeel 22 - luchtinlaatopening 24 - klepsamenstel 25a - eerste luchtinblaaszone 25b - tweede luchtinblaaszone 26a - eerste opening 26b - tweede opening 28 - actuator 30 - luchtgeleidestripLegend 10 - blower unit 12 - housing 14 - longitudinal wall 16 - first end wall 18 - second end wall 20 - housing chamber 20a - upstream housing chamber part 20b - downstream housing chamber part 22 - air inlet opening 24 - valve assembly 25a - first air blow-in zone 25b - second air blow-in zone 26a - first opening 26b - second opening 28 - actuator 30 - air guide strip

Claims

A blower unit (10) for blowing air into a room, the blower unit (10) comprising: a housing (12) provided with at least one longitudinal wall (14) and a first and a second end wall (16,18) ) opposed to one another, the housing (12) defining a housing chamber (20), the at least one longitudinal wall (14) extending substantially parallel to a center line of the housing (12), the housing (12) is provided with: an air inlet opening (22) arranged in or near the first end wall (16) in the housing (12); a valve assembly (24) disposed in the housing (12) and which in a closed position separates the housing chamber (20) bounded by the housing (12) into an upstream housing chamber part (20a) and a downstream housing chamber part (20b), the air inlet opening (22) opens into the upstream housing chamber part (20a); a first air blow-in zone (25a) formed by at least one opening (26a) in the at least one longitudinal wall (14), wherein at least one opening (26a) of the first air blow-in zone originates from (e. emanates from) the upstream housing chamber part (20a) ), such that the first air blow-in zone is associated with the upstream housing chamber portion (20a); a second air blow-in zone (25b) formed by at least one opening (26b) in the at least one longitudinal wall (14), wherein the at least one opening (26b) of the second air blow-in zone originates from (e. emanates from) the downstream housing chamber part ( 20b) such that the second air blow-in zone is associated with the downstream housing chamber part (20b); an actuator (28) for operating the valve assembly (24), wherein the actuator is configured to alternately move the valve assembly (24) from an opened to a closed position at a certain frequency and vice versa.

The blower unit according to claim 1, wherein the at least one longitudinal wall (14) of the housing (12) has a length, and wherein a distance between the valve assembly (24) and the first end wall (16) in which the air inlet opening (22) is substantially one third of the length of the at least one longitudinal wall (14).

The blower unit according to any of the preceding claims, wherein the frequency is in the range of 1 to 10 times per minute, and preferably is in the range of 1 to 6 times per minute.

The blower unit according to any one of the preceding claims, wherein the blower unit has an air flow rate of at least 5,000 m3 / hour.

The blower unit according to any of the preceding claims, wherein the at least one longitudinal wall (14) has a length that is greater than 1 meter.

The blower unit according to any of the preceding claims, wherein at least one of the first and the second air blow-in zone (25a, 25b) is provided with at least one air guide strip (30), which is configured to allow air into a respective air blow-in zone (25a, 25b) ) to deflect in the direction of the opening (26a, 26b) associated with the respective air guide strip.

The blower unit according to any one of the preceding claims, wherein the housing (12) is a block or beam-shaped housing.

The blower unit according to claim 7, wherein said housing (12) has four longitudinal walls (14), wherein at least three of said longitudinal walls (14) are each provided with at least one first opening (26a) extending from the upstream housing chamber part (20a) and at least one opening (26b) extending from the downstream housing chamber part (20b).

The blower unit according to any one of the preceding claims, wherein the housing (12) is a cylindrical housing that extends coaxially to the axis.

The blower unit according to claim 9, wherein the longitudinal wall (14) is a circumferential wall of the cylindrical housing (12), the circumferential wall being provided with a plurality of openings (26a, 26b).

The blower unit according to any one of the preceding claims, wherein the valve assembly is designed as a throttle valve which is provided with a plate-shaped valve body (24a) pivotally arranged in the chamber (20), wherein in the closed position the plate-shaped valve body (24a) extends substantially perpendicular to the axis (H) of the housing (12) and wherein in the open position of the valve assembly (24) the plate-shaped valve body (24a) extends substantially parallel to the axis (H) of the housing (12) ), the valve body (24A) being attached to a pivot axis (24b) connected to the actuator (28).

The blower unit according to any of claims 1-10, wherein the valve assembly (24) is designed as a blind valve assembly provided with a plurality of slats extending parallel to each other, each slat extending in a slat surface associated with the respective slat , wherein the slats are each connected to an actuator rod, such that the angular position of the slat surface of each slat can be varied by the actuator, the slat surfaces of the slats each extending parallel to each other, wherein in the closed position of the valve assembly ( 24) the slat surfaces of the slats extend substantially perpendicular to the axis (H) of the housing (12), and wherein in the open position of the valve assembly (24) the slat surfaces of the slats extend substantially parallel to the axis ( H) extend from the housing.