NL2014311B1

NL2014311B1 - Curtain.

Info

Publication number: NL2014311B1
Application number: NL2014311A
Authority: NL
Inventors: Willem Valkenburg Nanne
Original assignee: Vako B V
Priority date: 2015-02-19
Filing date: 2015-02-19
Publication date: 2016-10-13

Abstract

Een conventioneel rolgordijn wordt doorgaans gevormd door een gordijnpaneel dat middels een aan een plafond of wand boven een raamkozijn bevestigde, axiaal roteerbare rol kan worden opgerold en worden afgerold, waardoor een raam in het raamkozijn kan worden afgeschermd. De uitvinding heeft betrekking op een gordijn, in het bijzonder een rolgordijn. De uitvinding heeft tevens betrekking op een oprolinrichting ten gebruike in een gordijn overeenkomstig de uitvinding.A conventional roller blind is generally formed by a curtain panel which can be rolled up and rolled off by means of an axially rotatable roller attached to a ceiling or wall above a window frame, whereby a window can be screened off in the window frame. The invention relates to a curtain, in particular a roller blind. The invention also relates to a roll-up device for use in a curtain according to the invention.

Description

GordijnCurtain

De uitvinding heeft betrekking op een gordijn, in het bijzonder een rolgordijn. De uitvinding heeft tevens betrekking op een oprolinrichting ten gebruike in een gordijn overeenkomstig de uitvinding.The invention relates to a curtain, in particular a roller blind. The invention also relates to a roll-up device for use in a curtain according to the invention.

Een conventioneel rolgordijn wordt doorgaans gevormd door een gordijnpaneel dat middels een aan een plafond of wand boven een raamkozijn bevestigde, axiaal roteerbare rol kan worden opgerold en worden afgerold, waardoor een raam in het raamkozijn kan worden afgeschermd. Het axiaal laten roteren van de rol kan manueel en/of elektromechanisch geschieden. Alhoewel het bekende rolgordijn relatief eenvoudig functioneert, heeft het bekende rolgordijn meerdere nadelen. Een eerste nadeel van het bekende rolgordijn is dat ingeval de dikte van het gordijnpaneel niet uniform is, het rolgordijn tijdens het oprollen en afrollen in axiale richting van de rol (in zijwaartse richting) verplaatst, hetgeen ongewenst is. Dit geschiedt bijvoorbeeld ingeval het gordijnpaneel aan overliggende verticale zijden is voorzien van een geconfectioneerde zoom, teneinde het gordijnpaneel netter en duurzaam af te werken. Een verder nadeel van het bekende rolgordijn is dat toepassing van een relatief dik of relatief lang gordijnpaneel leidt tot een relatief dikke rol in opgerolde toestand van de gordijn, hetgeen relatief veel ruimte in beslag neemt, waardoor het in de praktijk doorgaans slechts om relatief dunne gordijnpanelen toe te passen.A conventional roller blind is generally formed by a curtain panel which can be rolled up and rolled off by means of an axially rotatable roller attached to a ceiling or wall above a window frame, whereby a window can be screened off in the window frame. Allowing the roll to rotate axially can be done manually and / or electromechanically. Although the known roller blind functions relatively simply, the known roller blind has several disadvantages. A first drawback of the known roller blind is that in case the thickness of the curtain panel is not uniform, the roller blind moves in the axial direction of the roller (in the lateral direction) during rolling up and rolling, which is undesirable. This is done, for example, if the curtain panel is provided with a made-up hem on opposite vertical sides, in order to finish the curtain panel in a cleaner and more durable manner. A further drawback of the known roller blind is that the use of a relatively thick or relatively long curtain panel leads to a relatively thick roller in the rolled-up condition of the curtain, which takes up relatively much space, so that in practice it is generally only about relatively thin curtain panels. applying.

Een eerste doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterd rolgordijn, waarbij voornoemde nadelen kunnen worden voorkomen.A first object of the invention is to provide an improved roller blind, wherein the aforementioned disadvantages can be avoided.

Een tweede doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterd rolgordijn, waarbij voornoemde nadelen kunnen worden voorkomen, en waarbij een toegepast rolgordijn op esthetisch aantrekkelijke wijze kan worden opgerold en worden ontrold.A second object of the invention is to provide an improved roller blind, wherein the aforementioned disadvantages can be prevented, and wherein an applied roller blind can be rolled up and unrolled in an aesthetically attractive manner.

Ten minste één van voornoemde doelen kan worden bereikt door het verschaffen van een gordijn, omvattende: een bovenste rail, ten minste één eerste gordijnpaneel, waarvan een bovenzijde is verbonden met de bovenste rail, ten minste één met een onderzijde van het eerste gordijnpaneel verbonden oprolinrichting, welke oprolinrichting omvat: ten minste één stationair frame, ten minste één met het stationaire frame verbonden, axiaal roteerbaar rolorgaan, welke rolorgaan is verbonden met een onderzijde van het eerste gordijnpaneel, en welk rolorgaan is ingericht voor het vanaf een onderzijde van het eerste gordijnpaneel oprollen en uitrollen van het eerste gordijnpaneel, ten minste één met het stationaire frame en het rolorgaan samenwerkend drangelement ingericht voor het axiaal laten roteren van het eerste gordijnpaneel in een het eerste gordijnpaneel oprollende richting, en ten minste één met het stationaire frame verbonden, tussen de bovenste rail en het rolorgaan gepositioneerde, geleidingselement voor het geleiden van een eerste gordijnpaneel tijdens het oprollen en uitrollen; en met ten minste één met de geleidings stang verbonden bedieningselement voor het in opwaartse of neerwaartse richting verplaatsen van de oprolinrichting voor het kunnen oprollen respectievelijk uitrollen van het eerste gordijnpaneel. Het (rol)gordijn overeenkomstig de uitvinding is ingericht voor het oprollen en ontrollen van het eerste gordijnpaneel vanaf een onderzijde van het gordijn in plaats van vanuit een conventionele bovenzijde van het gordijn. Dit maakt mogelijk om de bovenste rail, fungerend als ophangstructuur, relatief compact uit te voeren, hetgeen de toepasbaarheid van het gordijn vergroot. Het vanaf een onderzijde van het gordijn oprollen en ontrollen van het eerste gordijnpaneel geschiedt verder op bijzondere wijze. Toepassing van het geleidingselement, waarlangs of waardoorheen het eerste gordijnpaneel tijdens het oprollen of afrollen verplaatst, zorgt voor het straktrekken en rechthouden (uitlijnen) van het eerste gordijnpaneel, waardoor het eerste gordijnpaneel, zelfs ingeval dit gordijnpaneel geconfectioneerd is uitgevoerd, zich niet langer in zijwaartse richting verplaatst tijdens het oprollen of afrollen, hetgeen het gecontroleerd oprollen en afrollen van het eerste gordijnpaneel ten goede komt. Daarnaast wordt het oprollen en afrollen van het eerste gordijnpaneel vergemakkelijkt, doordat in de oprolinrichting een drangelement wordt toegepast, dat geneigd is om het eerste gordijnpaneel op te rollen, hetgeen het oprollen van het eerste gordijnpaneel door het in opwaartse richting verplaatsen van de oprolinrichting aanzienlijk vergemakkelijkt. De drijvende kracht die het drangelement uitoefent op het axiaal roteerbaar rolorgaan is daarbij kleiner dan of gelijk aan de zwaartekracht die wordt uitgeoefend op de rolinrichting om spontaan oprollen van het eerste gordijnpaneel te kunnen voorkomen.At least one of the aforementioned goals can be achieved by providing a curtain, comprising: an upper rail, at least one first curtain panel, a top of which is connected to the top rail, at least one roll-up device connected to a bottom of the first curtain panel , which roll-up device comprises: at least one stationary frame, at least one axially rotatable roller member connected to the stationary frame, which roller member is connected to a bottom side of the first curtain panel, and which roller member is adapted to lift from a bottom side of the first curtain panel rolling up and rolling out the first curtain panel, at least one crushing element cooperating with the stationary frame and the rolling member adapted to cause the first curtain panel to rotate axially in a direction rolling up the first curtain panel, and at least one connected to the stationary frame between the upper rail and the roller member the guiding element for guiding a first curtain panel during rolling up and rolling out; and with at least one operating element connected to the guide rod for moving the rolling-up device in upward or downward direction for being able to roll up or roll out the first curtain panel, respectively. The (rolling) curtain according to the invention is arranged for rolling up and unrolling the first curtain panel from a bottom side of the curtain instead of from a conventional top side of the curtain. This makes it possible to make the upper rail, acting as a suspension structure, relatively compact, which increases the applicability of the curtain. The rolling up and unrolling of the first curtain panel from an underside of the curtain is also done in a special way. Application of the guide element, along which or through which the first curtain panel moves during the rolling up or unrolling, ensures that the first curtain panel is pulled straight and straightened, so that the first curtain panel, even if this curtain panel is made up, no longer moves sideways moved during the rolling up or unrolling, which benefits the controlled rolling up and unrolling of the first curtain panel. In addition, the rolling up and unrolling of the first curtain panel is facilitated by the use of a crushing element in the rolling up device which is inclined to roll up the first curtain panel, which considerably facilitates rolling up of the first curtain panel by moving the rolling up device upwards. . The driving force exerted by the crushing element on the axially rotatable rolling member is thereby less than or equal to the gravitational force exerted on the rolling device to prevent spontaneous rolling up of the first curtain panel.

Doorgaans zal het rolorgaan langwerpig zijn uitgevoerd en zich uitstrekken in in hoofdzaak horizontale of diagonale richting. Bij voorkeur strekt het rolorgaan zich uit over de volledige breedte van het eerste gordijnpaneel. Dit maakt het verbetert het gecontroleerd kunnen oprollen en afrollen van het eerste gordijnpaneel. Alhoewel het rolorgaan in dwarsdoorsnede gehoekt of ovaal kan zijn vormgegeven, geniet het de voorkeur dat het rolorgaan in hoofdzaak cilindervormig is uitgevoerd. Deze cilindervormige vormgeving resulteert in een uniforme belasting van het eerste gordijnpaneel. Het axiaal roteerbare rolorgaan is bij voorkeur opgehangen aan ten minste één stationaire ophangas die bij nadere voorkeur deel uitmaakt van het frame.The rolling member will generally be elongated and extend in substantially horizontal or diagonal direction. The roller member preferably extends over the full width of the first curtain panel. This makes it possible to be able to roll and unroll the first curtain panel in a controlled manner. Although the roller member may be angled or oval in cross-section, it is preferred that the roller member is substantially cylindrical. This cylindrical shape results in a uniform load on the first curtain panel. The axially rotatable roller member is preferably suspended from at least one stationary suspension axle, which more preferably forms part of the frame.

Bij voorkeur omvat het frame twee asdelen, waarbij ieder asdeel samenwerkt met een respectievelijk uiteinde van het rolorgaan. De gezamenlijke asdelen vormen daarbij de (onderbroken) as waaromheen het rolorgaan kan roteren. Toepassing van twee asdelen (asstompen) geniet de voorkeur boven toepassing van een enkele as die zich door het volledige rolorgaan heen steekt, vanuit oogpunt van gewichtsbesparing.The frame preferably comprises two axle parts, each axle part cooperating with a respective end of the rolling member. The joint shaft parts thereby form the (interrupted) shaft about which the rolling member can rotate. The use of two axle parts (axle stubs) is preferable to the use of a single axle that extends through the entire roller member, from the viewpoint of saving weight.

Het drangelement omvat bij voorkeur ten minste één torsieveer (helixvormig opgewonden veer), welke torsieveer aan een eerste uiteinde samenwerkt met het stationaire frame, in het bijzonder het daarvan deel uitmakende asdeel, en aan een overliggende tweede uiteinde samenwerkt met het rolorgaan, in het bijzonder een binnenzijde van het rolgordijn.The crushing element preferably comprises at least one torsion spring (helically wound coil), which torsion spring cooperates at a first end with the stationary frame, in particular the shaft part forming part thereof, and cooperates at an opposite second end with the rolling member, in particular an inside of the roller blind.

In een voorkeursuitvoering omvat de oprolinrichting ten minste één het rolorgaan omsluitende, met het stationaire frame verbonden cassette voor het van de omgeving afschermen van ten minste een deel van het opgerolde deel van het eerste gordijnpaneel. Toepassing van een afschermende cassette komt het esthetisch aanzicht op het rolgordijn ten goede. De cassette omsluit het opgerolde deel van het eerste gordijnpaneel ten minste gedeeltelijk, en bij voorkeur in hoofdzaak volledig.In a preferred embodiment the rolling-up device comprises at least one cassette surrounding the rolling element and connected to the stationary frame for shielding at least a part of the rolled-up part of the first curtain panel from the environment. The use of a shielding cassette benefits the aesthetic view of the roller blind. The cassette encloses the rolled-up portion of the first curtain panel at least partially, and preferably substantially completely.

Toepassing van de cassette heeft naast een esthetisch voordeel tevens als voordeel dat het opgerolde deel kan worden afgeschermd en daarmee beschermd van de omgeving, waardoor vervuiling en beschadiging van het laaggelegen - en daarmee meest kwetsbare - deel van het eerste gordijnpaneel kan worden tegengegaan. De cassette is bij voorkeur voorzien van een doorvoeropening voor het eerste gordijnpaneel. De doorvoeropening wordt bij voorkeur gevormd door een gleuf. De doorvoeropening is bij voorkeur aan een achterzijde van het eerste gordijnpaneel gepositioneerd. Dit maakt het mogelijk om de doorvoeropening verborgen te houden voor personen die tegen een voorzijde van het gordijn aan kijken. De doorvoeropening is bij voorkeur in een onderste deel van de cassette gepositioneerd. Voordeel hiervan is dat stof en andere vervuiling niet of althans lastiger in de cassette terecht kan komen, waardoor een binnenzijde van de cassette en daarmee het opgerolde deel van het eerste gordijnpaneel minder snel vervuild zullen raken.In addition to an aesthetic advantage, the use of the cassette also has the advantage that the rolled-up part can be shielded and thus protected from the environment, so that contamination and damage to the low-lying - and therefore most vulnerable - part of the first curtain panel can be prevented. The cassette is preferably provided with a passage for the first curtain panel. The passage opening is preferably formed by a slot. The passage opening is preferably positioned on a rear side of the first curtain panel. This makes it possible to keep the passage opening hidden from people looking at a front of the curtain. The passage opening is preferably positioned in a lower part of the cassette. The advantage of this is that dust and other contamination cannot enter the cassette, or at least more difficultly, so that an inside of the cassette and thus the rolled-up part of the first curtain panel will become contaminated less quickly.

Het geleidingselement is bij voorkeur boven het rolorgaan zijn gepositioneerd. Het geleidingselement kan daarbij worden gevormd door een geleidingsstang. De geleidingsstang kan daarbij stationair zijn dan wel axiaal roteerbaar (als roller) zijn uitgevoerd. Het geleiding selement is bij voorkeur ingericht voor het opspannen van het eerste gordijnpaneel. Dit kan worden bewerkstelligd door het eerste gordijnpaneel langs één zijde van het geleiding selement te geleiden richting in van voomoemde zijde afgekeerde zijde van het rolorgaan. Hierdoor wordt het eerste gordijnpaneel, in zijaanzicht, volgens een 6-vormig patroon op gerold dan wel afgerold, waarbij het geleiding selement voorspanning uitoefent op het gordijnpaneel.The guide element is preferably positioned above the rolling member. The guide element can be formed by a guide rod. The guide rod can be stationary or be axially rotatable (as a roller). The guide element is preferably adapted to tension the first curtain panel. This can be achieved by guiding the first curtain panel along one side of the guide element in the direction of the roller member remote from the said side. As a result, the first curtain panel, in side view, is rolled up or unrolled in a 6-shaped pattern, wherein the guide element exerts pre-stress on the curtain panel.

Het geleiding selement strekt zich bij voorkeur in hoofdzaak parallel, en bij nadere voorkeur in hoofdzaak horizontaal, uit. De breedte van het geleidingselement bij voorkeur groter is dan de breedte van het eerste gordijnpaneel, teneinde het eerste gordijnpaneel over de volledige breedte te kunnen geleiden en te kunnen stabiliseren. Het geleidingselement is bij voorkeur op afstand gelegen van de cassette (indien toegepast). De afstand tussen de cassette en de geleidingselement bedraagt bij voorkeur niet meer dan 10 centimeter, teneinde de oprolinrichting enerzijds voldoende compact te kunnen uitvoeren, en teneinde het eerste gordijnpaneel voldoende te kunnen opspannen om in opgespannen toestand opgerold te kunnen worden door het rolorgaan.The guide element preferably extends substantially parallel, and more preferably substantially horizontally. The width of the guide element is preferably greater than the width of the first curtain panel in order to be able to guide and stabilize the first curtain panel over the full width. The guide element is preferably spaced from the cassette (if used). The distance between the cassette and the guide element is preferably no more than 10 centimeters, in order to be able to make the roll-up device sufficiently compact on the one hand, and to be able to tension the first curtain panel sufficiently to be able to be rolled up by the roll member in the tensioned state.

Het eerste gordijnpaneel is bij voorkeur losneembaar verbonden met de bovenste rail. Dit vergemakkelijkt het vervangen van het eerste gordijnpaneel. Daarbij geniet het de bijzondere voorkeur om het eerste gordijnpaneel middels klittenband losneembaar te verbinden met de bovenste rail. Daartoe is het eerste gordijnpaneel voorzien van een eerste klittenband en de bovenzijde rail voorzien van een tweede contraklittenband.The first curtain panel is preferably detachably connected to the upper rail. This facilitates the replacement of the first curtain panel. In this context, it is particularly preferred to detachably connect the first curtain panel to the upper rail by means of Velcro. To that end, the first curtain panel is provided with a first velcro tape and the top rail is provided with a second counter-velcro tape.

Het geniet de voorkeur ingeval het bedieningselement ten minste één met het geleidingselement verbonden koord, en bij nadere voorkeur meerdere met het geleidingselement verbonden koorden, omvat. De koorden kunnen worden opgewikkeld en worden afgewikkeld door toepassing van ten minste één axiaal roteerbare koordklos.It is preferred if the operating element comprises at least one cord connected to the guide element, and more preferably several cords connected to the guide element. The cords can be wound and unwound by using at least one axially rotatable cord spool.

De koordklos is bij voorkeur ten minste gedeeltelijk opgenomen in de bovenste rail. Een deel, veelal een uiteinde, van de koordklos is vervolgens bij voorkeur voorzien van ten minste één manueel bedienbaar bedieningselement, zoals een trekkoord (veelal gevormd door een ketting), via welke de koordklos kan worden geroteerd en de koorden kunnen worden opgewikkeld dan wel worden afgewikkeld, en daarmee de oprolinrichting op opwaartse dan wel neerwaartse richting kan worden verplaatst. Het is tevens denkbaar om de ten minste ene koordklos middels ten minste één elektromotor axiaal te laten roteren. De elektromotor kan bedraad dan wel draadloos worden aangestuurd.The cord spool is preferably at least partially included in the upper rail. A part, often an end, of the cord spool is then preferably provided with at least one manually operable operating element, such as a pull cord (usually formed by a chain), via which the cord spool can be rotated and the cords can be wound or wound and thus the winding device can be moved upward or downward. It is also conceivable to have the at least one cord spool rotate axially by means of at least one electric motor. The electric motor can be wired or controlled wirelessly.

In een voorkeursuitvoering omvat het gordijn ten minste één tweede gordijnpaneel omvat, waarvan een bovenzijde is verbonden met de bovenste rail. Bij voorkeur wordt het tweede gordijnpaneel gevormd door een Romeins scherm. Teneinde de typische Romeinse plooien in het tweede gordijnpaneel te vouwen is het tweede gordijnpaneel bij voorkeur opgebouwd uit meerdere, onderling verbonden parallelle secties. Tussen iedere twee naburige secties is doorgaans een in hoofdzaak horizontaal georiënteerde vouwstaaf voorzien alsook één of meerdere ogen voor het geleiden van voomoemde (ophang)koorden. Tijdens het in opwaartse richting verplaatsen van (een onderste deel) van het gordijndoek zullen de secties achtereenvolgens vanuit een uitgestrekte toestand worden gedeformeerd tot een min of meer piooivormige of lusvormige toestand, waarbij de vouwstaven tegen of nabij elkaar zullen worden gepositioneerd. Tijdens het neerlaten van het gordijn zal een omgekeerde beweging plaatsvinden en zullen de secties zich in neerwaartse richting in hoofdzaak volledig ontvouwen. In plaats van een Romeins scherm kan het tweede gordijnpaneel tevens worden gevormd door een andersoortige gordijn, bijvoorbeeld een in plissé gevouwen gordijnpaneel of een rolgordijn. Ingeval het tweede gordijnpaneel tevens wordt gevormd door een rolgordijn kan het gordijn overeenkomstig de uitvinding een tweede oprolinrichting omvatten. Het is daarbij tevens denkbaar dat beide gordijnpanelen worden opgerold en afgerold van dezelfde (gemeenschappelijke) oprolinrichting. De koorden, doorgaans een tweetal, zijn gezien vanaf de reguliere aanzichtzijde van het gordijn achter het eerste gordijnpaneel gepositioneerd en als zodanig niet of nauwelijks zichtbaar vanaf de aanzichtzijde. Door het tweede gordijnpaneel achter het eerste gordijnpaneel te positioneren kunnen de koorden worden ingesloten, hetgeen vanuit oogpunt van veiligheid bijzonder voordelig is, doordat de kans op verstrikking en verstikking in het gordijn kan worden geminimaliseerd.In a preferred embodiment, the curtain comprises at least one second curtain panel, a top of which is connected to the top rail. The second curtain panel is preferably formed by a Roman screen. In order to fold the typical Roman pleats in the second curtain panel, the second curtain panel is preferably composed of a plurality of interconnected parallel sections. A generally horizontally oriented folding bar is generally provided between every two adjacent sections, as well as one or more eyes for guiding the aforementioned (suspension) cords. During the upward movement of (a lower part) of the curtain cloth, the sections will successively be deformed from an extended state into a more or less peony-shaped or loop-shaped state, wherein the folding bars will be positioned against or near each other. During the lowering of the curtain, a reverse movement will take place and the sections will unfold substantially completely in the downward direction. Instead of a Roman screen, the second curtain panel can also be formed by a different type of curtain, for example a pleated curtain panel or a roller blind. In case the second curtain panel is also formed by a roller blind, the curtain according to the invention can comprise a second roll-up device. It is also conceivable that both curtain panels are rolled up and unrolled from the same (common) rolling-up device. The cords, usually two, are positioned behind the first curtain panel when viewed from the regular view side of the curtain and, as such, are not or hardly visible from the view side. By positioning the second curtain panel behind the first curtain panel, the cords can be enclosed, which is particularly advantageous from a safety point of view, because the risk of entanglement and suffocation in the curtain can be minimized.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een eerste gordijnpaneel ten gebruike in een gordijn overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft tevens betrekking op een tweede gordijnpaneel ten gebruike in een gordijn overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft tevens betrekking op een oprolinrichting ten gebruike in een gordijn overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft tevens betrekking op een bovenste rail ten gebruike in een gordijn overeenkomstig de uitvinding.The invention also relates to a first curtain panel for use in a curtain according to the invention. The invention also relates to a second curtain panel for use in a curtain according to the invention. The invention also relates to a roll-up device for use in a curtain according to the invention. The invention also relates to an upper rail for use in a curtain according to the invention.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld. Hierin toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een gordijn overeenkomstig de uitvinding, figuur 2 een perspectivisch aanzicht op een onderste deel van het gordijn volgens figuur 1, figuur 3 een perspectivisch aanzicht op een middendeel van het gordijn volgens figuur 1, figuur 4 een perspectivisch zijaanzicht op het onderste deel van het gordijn volgens figuur 1, figuur 5 een perspectivisch vooraanzicht op het onderste deel van het gordijn volgens figuur 1, en figuur 6 een perspectivisch aanzicht op het gordijn volgens figuur 1, waarbij het tweede gordijnpaneel is weggelaten.The invention will be elucidated on the basis of a non-limitative exemplary embodiment shown in the following figures. Herein: figure 1 shows a perspective view of a curtain according to the invention, figure 2 shows a perspective view of a lower part of the curtain according to figure 1, figure 3 a perspective view of a middle part of the curtain according to figure 1, figure 4 a perspective view side view of the lower part of the curtain according to figure 1, figure 5 a front perspective view of the lower part of the curtain according to figure 1, and figure 6 a perspective view of the curtain according to figure 1, the second curtain panel being omitted.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht op een gordijn 1 overeenkomstig de uitvinding. Het gordijn 1 omvat een bovenste rail 2 ingericht om te worden bevestigd aan een plafond. De bovenste rail 2 is kokervormig uitgevoerd en omsluit een - in figuur 1 niet-weergegeven - axiaal roteerbare koordklos 3, waarvan in figuur 6 een deel is getoond. Een eerste zijde van de bovenste rail 2 is middels klittenband 4a, 4b (zie figuur 6) losneembaar verbonden met een eerste gordijnpaneel 5 dat fungeert als rolgordijn. Een overliggende tweede zijde van de bovenste rail 2 is middels klittenband verbonden met een tweede gordijnpaneel 6 dat fungeert als Romeins scherm. Het rolgordijn 5 is aan een onderzijde verbonden met een oprolinrichting 7, via welke het rolgordijn 5 kan worden opgerold dan wel worden uitgerold. De oprolinrichting 7 is in figuren 2, 4-6 in nader detail getoond en omvat een stationair frame 8 dat twee zijdelen 8a, 8b omvat die onderling zijn verbonden middels een stabilisatiestang 9 ingericht voor het geleiden van het rolgordijn. De zijdelen 8a, 8b van het frame 8 zijn tevens verbonden middels een stationaire as 10 waaromheen een axiaal roteerbaar oprolorgaan 11 is gepositioneerd voor het oprollen en afrollen van het rolgordijn 5. Tevens omvat de oprolinrichting 7 een (optionele) cassette 12 (behuizing) voor het om si ui ten van het oprolorgaan 11 en daarmee van het opgerolde deel van het rolgordijn 5. De zijdelen van het frame 8a, 8b dekken hierbij de overliggende zijden van de cassette 12 af, waardoor het opgerolde deel van het rolgordijn nagenoeg volledig wordt afgeschermd. Zoals getoond in figuur 5 is tussen de centrale as 10 en het oprolorgaan 11 een torsieveer 13 gepositioneerd. Het in het aanzicht getoonde linkse uiteinde 13a van de torsieveer 13 is onder tussenkomst met een eerste koppelorgaan 14a verbonden met een binnenzijde van het oprolorgaan 11, terwijl een overliggend rechts uiteinde 13b onder tussenkomst van een tweede koppelorgaan 14b is verbonden met de centrale as 10. De torsieveer 13 is ingericht voor het dringen van het oprolorgaan 11 richting een het rolgordijn 5 oprollende toestand, teneinde het oprollen van het rolgordijn 5 te vergemakkelijken. De zwaartekracht die aangrijpt op de oprolinrichting 7 voorkomt dat de oprolinrichting 7 als gevolg van de door de torsieveer 13 uitgeoefende drijvende kracht spontaan in opwaartse richting wordt bewogen. De stabilisatiestang 9 is middels drie koorden 15 opgehangen aan de koordklos 3 van de bovenste rail 2. Door het laten roteren van de koordklos 3 kunnen de koorden 15 worden opgewikkeld dan wel worden afgewikkeld, hetgeen resulteert in het opwaartse dan wel neerwaarts verplaatsen van de oprolinrichting 7. De koorden 15 zijn ingesloten tussen het rolgordijn 5 en het Romeinse scherm 6, hetgeen de (kind)veiligheid van het gordijn 1 als zodanig ten goede komt. Het Romeinse scherm 6 is opgebouwd uit meerdere secties 6a-6d waarbij tussen aaneengesloten secties een vouwstaaf 16 is aangebracht. Onderaan de onderste sectie 6d is een onderbalk 17 aangebracht om het Romeinse scherm 6 strak te trekken. Een onderste vouwstaaf 16 is direct verbonden met de stabilisatiestang 9. Twee bovenliggende vouwstaven 16 zijn elk voorzien van drie koppelringen 18 waardoorheen de respectievelijke koorden 15 zijn geleid. Bij het in opwaartse richting verplaatsen van de oprolinrichting 7 zullen de vouwstaven successievelijk worden meegenomen door de stabilisatiestang 9, waardoor het Romeinse scherm 6 zich in lussen zal vouwen. Bij het neerwaarts bewegen van de oprolinrichting 7 zal de Romeinse scherm 6 zich ontvouwen. In figuur 6 is verder getoond dat de koordklos 3 axiaal kan worden geroteerd door toepassing van een trekkoord 19 (of trekketting), waardoor het gordijn 1 als zodanig kan worden bediend. Verder toont figuur 6 de toepassing van klittenband 4a, 4b om het rolgordijn 5 te bevestigen aan de bovenste rail 2. Figuur 6 toont tevens dat een onderzijde van het rolgordijn middels klittenband 20a, 20b is verbonden is met een uitwendige zijde van het rolorgaan 11. De het rolorgaan 11 en het opgerolde deel van het rolgordijn 5 omsluitende cassette 12, alsmede het Romeinse scherm 6 zijn in figuur 6 niet getoond.Figure 1 shows a perspective view of a curtain 1 according to the invention. The curtain 1 comprises an upper rail 2 adapted to be attached to a ceiling. The upper rail 2 is of tubular design and encloses an axially rotatable cord spool 3, not shown in Figure 1, part of which is shown in Figure 6. A first side of the upper rail 2 is detachably connected by means of Velcro strips 4a, 4b (see Figure 6) to a first curtain panel 5 which functions as a roller blind. An opposite second side of the upper rail 2 is connected by Velcro to a second curtain panel 6 which functions as a Roman screen. The roller blind 5 is connected at a bottom to a rolling-up device 7, via which the roller blind 5 can be rolled up or rolled out. The rolling-up device 7 is shown in further detail in figures 2, 4-6 and comprises a stationary frame 8 which comprises two side parts 8a, 8b which are mutually connected by means of a stabilizing rod 9 adapted for guiding the roller blind. The side parts 8a, 8b of the frame 8 are also connected by means of a stationary shaft 10 around which an axially rotatable roll-up member 11 is positioned for rolling up and unrolling the roller blind 5. The roll-up device 7 also comprises an (optional) cassette 12 (housing) for enclosing the roll-up member 11 and hence the rolled-up part of the roller blind 5. The side parts of the frame 8a, 8b hereby cover the opposite sides of the cassette 12, whereby the rolled-up part of the roller blind is virtually completely screened off. . As shown in Figure 5, a torsion spring 13 is positioned between the central shaft 10 and the rolling-up member 11. The left-hand end 13a of the torsion spring 13 shown in the view is interconnected with a first coupling member 14a connected to an inside of the rolling-up member 11, while an opposite right-hand end 13b is connected to the central shaft 10 through the intervention of a second coupling member 14b. The torsion spring 13 is arranged for urging the rolling-up member 11 towards a state rolling up the roller blind 5 in order to facilitate rolling up the roller blind 5. The gravitational force which engages the rolling-up device 7 prevents the rolling-up device 7 from being spontaneously moved upwards as a result of the driving force exerted by the torsion spring 13. The stabilizing rod 9 is suspended by means of three cords 15 from the cord spool 3 of the upper rail 2. By causing the cord spool 3 to rotate, the cords 15 can be wound or unwound, which results in upward or downward movement of the winding device. 7. The cords 15 are enclosed between the roller blind 5 and the Roman screen 6, which benefits the (child) safety of the curtain 1 as such. The Roman screen 6 is constructed from a plurality of sections 6a-6d, with a folding bar 16 arranged between connected sections. At the bottom of the lower section 6d a bottom bar 17 is arranged to tighten the Roman screen 6. A lower folding bar 16 is directly connected to the stabilizing bar 9. Two upper folding bars 16 are each provided with three coupling rings 18 through which the respective cords 15 are guided. When the winding device 7 moves upwardly, the folding bars will be successively taken along by the stabilizing bar 9, as a result of which the Roman screen 6 will fold into loops. When the rolling-up device 7 moves downwards, the Roman screen 6 will unfold. In figure 6 it is further shown that the cord spool 3 can be rotated axially by using a pull cord 19 (or pull chain), whereby the curtain 1 can be operated as such. Furthermore, Figure 6 shows the use of Velcro tape 4a, 4b to attach the roller blind 5 to the upper rail 2. Figure 6 also shows that a lower side of the roller blind is connected by means of Velcro tape 20a, 20b to an external side of the roller member 11. The cassette 12 enclosing the roller member 11 and the rolled-up part of the roller blind 5, as well as the Roman screen 6 are not shown in Figure 6.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.It will be clear that the invention is not limited to the exemplary embodiments shown and described here, but that within the scope of the appended claims, countless variants are possible which will be obvious to those skilled in the art.

Claims

A curtain, comprising: an upper rail, at least one first curtain panel, a top side of which is connected to the top rail, at least one roll-up device connected to a bottom side of the first curtain panel, the roll-up device comprising: o at least one stationary frame, o at least one axially rotatable roller member connected to the stationary frame, which roller member is connected to an underside of the first curtain panel, and which roller member is adapted to roll up and unroll the first curtain panel from an underside of the first curtain panel, at least one crushing element cooperating with the stationary frame and the rolling element adapted to cause the first curtain panel to rotate axially in a direction rolling up the first curtain panel, and at least one guide element connected to the stationary frame and positioned between the upper rail and the rolling element for guiding a first curtain panel at a time ns rolling up and rolling out; and with at least one operating element connected to the guide rod for moving the rolling-up device in upward or downward direction for being able to roll up or roll out the first curtain panel, respectively.

Curtain according to claim 1, wherein the rolling member is elongated and extends in substantially horizontal direction.

A curtain as claimed in claim 1 or 2, wherein the rolling member extends over the full width of the first curtain panel.

The curtain of claim 3, wherein the width of the rolling member is greater than the width of the first curtain panel.

5. Curtain as claimed in any of the foregoing claims, wherein the rolling member is substantially cylindrical.

6. Curtain as claimed in any of the foregoing claims, wherein the frame comprises at least one stationary suspension axis for the axially rotatable rolling member.

A curtain according to any one of the preceding claims, wherein the crushing element comprises at least one torsion spring, which torsion spring cooperates with the stationary frame at a first end and cooperates with the rolling member at an opposite second end.

Curtain as claimed in any of the foregoing claims, wherein the force component exerted by the crushing element on the rolling element in upward direction is less than or equal to the gravity which engages the rolling-up device.

9. Curtain as claimed in any of the foregoing claims, wherein the rolling-up device comprises at least one cassette surrounding the rolling member and connected to the stationary frame for shielding from the environment at least a part of the rolled-up part of the first curtain panel.

10. Curtain according to claim 9, wherein the cassette is provided with a passage for the first curtain panel.

11. Curtain as claimed in claim 10, wherein the passage opening is positioned in a lower part of the cassette.

12. Curtain as claimed in any of the claims 9-11, wherein the guide element is remote from the cassette.

A curtain according to any one of the preceding claims, wherein the guide element is positioned above the rolling element.

A curtain according to any one of the preceding claims, wherein the guide element is formed by a guide rod.

A curtain according to any one of the preceding claims, wherein the guide element extends in substantially horizontal direction, and wherein the width of the guide element is preferably greater than the width of the first curtain panel.

A curtain according to any one of the preceding claims, wherein the first curtain panel is detachably connected to the upper rail.

17. Curtain as claimed in claim 16, wherein the first curtain panel is detachably connected to the upper rail by means of Velcro.

18. Curtain as claimed in any of the foregoing claims, wherein the operating element comprises at least one cord connected to the guide element, and preferably several cords connected to the guide element.

The curtain of claim 18, wherein the curtain comprises at least one axially rotatable cord spool for winding up and developing the at least one cord.

The curtain of claim 19, wherein the at least one cord spool is at least partially received in the upper rail.

A curtain as claimed in claim 19 or 20, wherein the operating element also comprises at least one manually operable operating element, such as a drawstring, connected to the at least one cord spool.

A curtain according to any of claims 19-21, wherein the at least one cord spool is connected to at least one electric motor.

23. Curtain as claimed in any of the foregoing claims, wherein the curtain comprises at least one second curtain panel, a top side of which is connected to the top rail.

A curtain according to any one of the preceding claims, wherein the second curtain panel is formed by a Roman screen.

25. Curtain according to claim 23 or 24, wherein the second curtain panel comprises a plurality of connecting sections, wherein at least one folding bar is arranged between each two connecting sections.

The curtain of claim 25, wherein each folding bar is connected to at least one cord guide element.

A curtain as claimed in any one of claims 18 to 22 and claim 26, wherein at least one cord guide element is formed by a ring for passage of a cord.

A curtain according to any one of claims 18-22 and one of claims 25-27, wherein at least one folding bar is connected to the guide element of the roll-up device.

29. Curtain according to any of claims 25-28, wherein a bottom side of the second curtain panel is connected to a bottom beam.

The curtain of any one of claims 25-29, wherein the first curtain panel and the second curtain panel are positioned substantially one behind the other.

A curtain according to any of claims 18-22 and claim 30, wherein the first curtain panel and the second curtain panel substantially completely screen off the at least one intermediate cord.

A first curtain panel for use in a curtain according to any one of claims 1-31.

A second curtain panel for use in a curtain according to any of claims 25-31.

The top rail for use in a curtain according to any of claims 25-31, wherein the top rail is adapted to connect both the first curtain panel and the second curtain panel.

35. Roll-up device for use in a curtain as claimed in any of the claims 1-31.