NL2012794B1 - Straatverlichting. - Google Patents

Straatverlichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2012794B1
NL2012794B1 NL2012794A NL2012794A NL2012794B1 NL 2012794 B1 NL2012794 B1 NL 2012794B1 NL 2012794 A NL2012794 A NL 2012794A NL 2012794 A NL2012794 A NL 2012794A NL 2012794 B1 NL2012794 B1 NL 2012794B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing part
proximal
distal
connector
stub
Prior art date
Application number
NL2012794A
Other languages
English (en)
Inventor
Wilhelmus Johannes Boomaars Christianus
Cornelius Dings Franciscus
Original Assignee
Luminaid B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Luminaid B V filed Critical Luminaid B V
Priority to NL2012794A priority Critical patent/NL2012794B1/nl
Priority to PCT/NL2015/050329 priority patent/WO2015170989A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2012794B1 publication Critical patent/NL2012794B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21SNON-PORTABLE LIGHTING DEVICES; SYSTEMS THEREOF; VEHICLE LIGHTING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLE EXTERIORS
    • F21S8/00Lighting devices intended for fixed installation
    • F21S8/08Lighting devices intended for fixed installation with a standard
    • F21S8/085Lighting devices intended for fixed installation with a standard of high-built type, e.g. street light
    • F21S8/086Lighting devices intended for fixed installation with a standard of high-built type, e.g. street light with lighting device attached sideways of the standard, e.g. for roads and highways
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21SNON-PORTABLE LIGHTING DEVICES; SYSTEMS THEREOF; VEHICLE LIGHTING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLE EXTERIORS
    • F21S2/00Systems of lighting devices, not provided for in main groups F21S4/00 - F21S10/00 or F21S19/00, e.g. of modular construction
    • F21S2/005Systems of lighting devices, not provided for in main groups F21S4/00 - F21S10/00 or F21S19/00, e.g. of modular construction of modular construction
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V17/00Fastening of component parts of lighting devices, e.g. shades, globes, refractors, reflectors, filters, screens, grids or protective cages
    • F21V17/10Fastening of component parts of lighting devices, e.g. shades, globes, refractors, reflectors, filters, screens, grids or protective cages characterised by specific fastening means or way of fastening
    • F21V17/18Latch-type fastening, e.g. with rotary action
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/002Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips making direct electrical contact, e.g. by piercing
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/005Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips for several lighting devices in an end-to-end arrangement, i.e. light tracks
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/14Adjustable mountings
    • F21V21/30Pivoted housings or frames
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V23/00Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices
    • F21V23/06Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices the elements being coupling devices, e.g. connectors
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V31/00Gas-tight or water-tight arrangements
    • F21V31/005Sealing arrangements therefor
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V33/00Structural combinations of lighting devices with other articles, not otherwise provided for
    • F21V33/0064Health, life-saving or fire-fighting equipment
    • F21V33/0076Safety or security signalisation, e.g. smoke or burglar alarms, earthquake detectors; Self-defence devices
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21WINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES F21K, F21L, F21S and F21V, RELATING TO USES OR APPLICATIONS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS
    • F21W2131/00Use or application of lighting devices or systems not provided for in codes F21W2102/00-F21W2121/00
    • F21W2131/10Outdoor lighting
    • F21W2131/103Outdoor lighting of streets or roads
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES F21K, F21L, F21S and F21V, RELATING TO THE FORM OR THE KIND OF THE LIGHT SOURCES OR OF THE COLOUR OF THE LIGHT EMITTED
    • F21Y2115/00Light-generating elements of semiconductor light sources
    • F21Y2115/10Light-emitting diodes [LED]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Security & Cryptography (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Non-Portable Lighting Devices Or Systems Thereof (AREA)

Abstract

Straatverlichting omvattend een armatuur die bevestigbaar is aan een lantaarnpaal, waarbij de armatuur een proximaal huisdeel, ten minste één intermediair huisdeel, en een distaal huisdeel omvat. Het distale huisdeel en de intermediaire huisdelen zijn elk voorzien van ten minste één proximale stomp. Het proximale huisdeel en de intermediaire huisdelen zijn voorzien van distale vattingen waarin de ten minste ene stomp van een genoemd intermediair huisdeel of de ten minste ene stomp van het distale huisdeel zijn opgenomen. Het aantal intermediaire delen van de armatuur is variabel en afhankelijk is van de toepassing van de armatuur. In een uitvoeringsvorm behoort bij elk intermediair huisdeel een intermediair elektrisch connectorsamenstel, dat zodanig is geconfigureerd, dat een mechanische koppeling van twee intermediaire huisdelen tevens gewenste elektrische verbindingen tussen de twee intermediaire elektrische connectorsamenstellen tot stand brengt.

Description

Titel: Straatverlichting
VELD
De uitvinding heeft betrekking op straatverhchting, meer in het bijzonder op LED-straatverhchting.
ACHTERGROND
Straatverhchting door middel van LEDs (light emitting diodes) is op zichzelf bekend. Zo beschrijven US2013088864, US2011305019 US2010182795, EP2123972, US2009034257 armaturen (e. fixtures) voor straatverhchting met behulp van LEDs. US201308864 verschaft een armatuur die een basis en één of meer modulaire hoekvormige hchtgenerators (e. modular angled hght engines) omvat. Een eerste hoekvormige hchtgenerator kan aan de basis worden gekoppeld en een tweede hoekvormige hchtgenerator kan weer aan de eerste hoekvormige hchtgenerator worden gekoppeld en zo verder tot de armatuur een gewenst aantal hchtgenerators omvat. Met behulp van een in de basis aanwezige beugel kan de armatuur aan een lantaarnpaal worden bevestigd.
De wijze waarop bij de bekende armatuur de verschillende modulaire hchtgenerators en de basis mechanisch en elektrisch aan elkaar worden gekoppeld is omslachtig. De mechanische vergrendeling tussen de hchtgeneratoren onderling en tussen een hchtgenerator en de basis wordt tot stand gebracht met behulp van schroeven die in schroefgaten van de hchtgenerators dienen te worden bevestigd. De elektrische aansluiting geschiedt door elektrische bedrading door één of meer openingen in de behuizing te leiden en vervolgens aan te sluiten op de LEDs. Hierdoor is het assembleren van de bekende armatuur tijdrovend en kostbaar. Het na plaatsing van de armatuur op een lataarnpaal verder uitbreiden van de armatuur met extra hchtgenerators is om deze reden uitgesloten in verband met de daarmee gepaard gaande kosten.
De uitvinding beoogt een straatverlichting waarmee de hierboven beschreven nadelen althans ten dele zijn verminderd (e. alleviated). SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Meer in het bijzonder beoogt de uitvinding straatverhchting omvattend een armatuur die bevestigbaar is aan een lantaarnpaal, waarbij de armatuur zich uitstrekt in de richting van een centrale armatuurharthjn, waarbij het armatuur omvat: • een proximaal huisdeel dat is voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestiging van het proximale huisdeel aan een lantaarnpaal; • ten minste één intermediair huisdeel dat aan een proximale zijde is voorzien van bevestigingsmiddelen voor verbinding van het intermediaire huisdeel aan het proximale huisdeel of aan een ander, proximaal gelegen intermediair huisdeel, waarbij de bevestigingsmiddelen ten minste één stomp omvatten; • een distaai huisdeel dat aan een proximale zijde is voorzien van bevestigingsmiddelen voor verbinding van het distale huisdeel aan een intermediair huisdeel, waarbij de bevestigingsmiddelen ten minste één stomp omvatten; waarbij • de ten minste ene stomp van het distale huisdeel op dezelfde wijze zijn uitgevoerd als de ten minste ene stomp van het ten minste ene intermediaire huisdeel; waarbij • het proximale huisdeel en het of elk intermediaire huisdeel aan een distale zijde daarvan is voorzien van een vatting waarin de ten minste ene stomp van een genoemd intermediair huisdeel of de ten minste ene stomp van het distale huisdeel zijn opgenomen; en waarbij • het aantal intermediaire delen van de armatuur variabel is en afhankelijk is van de toepassing van de armatuur.
De straatverlichting volgens de uitvinding verschaft de mogelijkheid om afhankelijk van de toepassing het aantal intermediaire huisdelen te variëren. Wanneer meer lichtvermogen gewenst is, kan een intermediair huis worden toegevoegd waarin extra LEDs zijn ondergebracht. Echter, ook wanneer het gewenst is om andere functionaliteit aan de straatverlichting toe te voegen, kan dat plaatsvinden door een extra intermediair huisdeel aan de armatuur toe te voegen. De als ten minste één stomp uitgevoerde bevestigingsmiddelen die in een daarmee geassocieerde vatting zijn op genomen verschaffen een bijzonder stevige mechanische verbindingen tussen de verschillende huisdelen. Bovendien kan de verbinding op eenvoudige wijze waterdicht of althans vochtdicht worden uitgevoerd, zodat de verbinding voldoet aan de norm IP65. De verbinding kan snel en op eenvoudige wijze tot stand worden gebracht waardoor de assemblage van de armatuur wat betreft kosten relatief voordelig kan worden uitgevoerd. De assemblage kan daarbij dermate eenvoudig zijn, dat het zelfs na verbinding van de armatuur met een lantaarnpaal nog mogelijk is, om het aantal intermediaire modules van de armatuur op eenvoudige wijze uit te breiden, bijvoorbeeld wanneer bij nader inzien toch meer lichtsterkte gewenst is of wanneer het gewenst is om extra functionaliteit aan de straatverlichting toe te voegen.
In uitvoeringsvorm kan met elk intermediair huisdeel een intermediair elektrisch connectorsamenstel zijn geassocieerd, dat zodanig is geconfigureerd, dat een mechanische koppeling van twee intermediaire huisdelen tevens (e. simulataneously) gewenste elektrische verbindingen tussen de twee intermediaire elektrische connectorsamenstellen tot stand brengt.
Bij het verbinden van een intermediair huisdeel op een ander intermediair huisdeel door de ten minste ene stomp van het ene intermediaire huisdeel in de daarmee corresponderende vatting van het andere intermediaire huisdeel te schuiven, worden automatisch ook de beide connectorsamenstellen met elkaar verbonden. Hierdoor wordt het elektrisch met elkaar verbinden van de intermediaire huisdelen bijzonder eenvoudig. Daarbij kan in een uitvoeringsvorm niet alleen de stroomvoorziening voor de LEDs met behulp van de elektrische verbindingen tot stand worden gebracht maar tevens verbindingen voor datacommunicatie. Datacommunicatie kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor communicatie tussen de driverelektronica van de LEDs en een besturing. Voor de het uitbreiden van een armatuur met een extra intermediair huisdeel is het inschakelen van een elektrotechnisch monteur derhalve niet noodzakelijk omdat met het tot stand brengen van de mechanische verbinding tussen de huisdelen tevens de elektrische verbindingen automatisch tot stand worden gebracht, waarbij deze elektrische verbindingen niet alleen voedingsverbindingen kunnen omvatten maar tevens dataverbindingen.
De uitvinding zal hierna verder worden verduidelijkt aan de hand van een aantal uitvoeringsvormen, onder verwijziging naar voorbeelden van dergelijke uitvoeringsvormen die in de tekeningen zijn weergegeven.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Fig. 1 toont een zij-aanzicht van een voorbeeld van de straatverlichting volgens een uitvoeringsvorm;
Fig. 2 toont detail II uit figuur 1;
Fig. 3 toont een perspectief-aanzicht van het voorbeeld van de armatuur die is weergegeven in figuur 1;
Fig. 4 toont een soortgelijk perspectief-aanzicht als weergegeven in figuur 3 met uiteengenomen delen;
Fig. 5 toont detail V uit figuur 4;
Fig. 6 toont een vooraanzicht van het in figuur 1 weergegeven voorbeeld;
Fig. 7 toont het doorsnede-aanzicht over fijn VII-VII uit figuur 6;
Fig. 8 toont detail VIII uit figuur 7;
Fig. 9 toont een perspectief-aanzicht van twee met elkaar gekoppelde samenstellen van intermediaire huisdelen met daarin opgenomen connectorsamenstellen; en
Fig. 10 toont een perspectief-aanzicht met uiteengenomen delen van een connectorsamenstel, een intermediair huisdeel, een proximaal huisdeel en een koppeldeel.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
De figuren 1-10 tonen in diverse aanzichten een voorbeeld van straatverlichting volgens de uitvinding waarin diverse uitvoeringsvormen zoals beschreven in de volgconclusies zijn belichaamd. Opgemerkt wordt dat de uitvoeringsvormen ook onafhankelijk van elkaar kunnen worden toegepast en dat de uitvinding niet is beperkt tot de voorbeelden die zijn getoond in de figuren. Hierna zullen diverse uitvoeringsvormen worden beschreven, waarbij met behulp van verwijzigingscijfers wordt verwezen naar de figuren. De verwijzingscijfers worden hierin gebruikt ter verduidelijking maar hebben geen beperkende werking. Een uitvoeringsvorm kan ook op andere wijze zijn uitgevoerd dan weergegeven in het voorbeeld dat is getoond in de figuren.
In meest algemene termen verschaft de uitvinding straatverlichting die een armatuur 10 die omvat die bevestigbaar is aan een lantaarnpaal 12. De armatuur 10 strekt zich uit in de richting van een centrale armatuurhartlijn La. De armatuur omvat een proximaal huisdeel 14 dat is voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestiging van het proximale huisdeel aan een lantaarnpaal. De armatuur 10 omvat ten minste één intermediair huisdeel 16 dat aan een proximale zijde is voorzien van bevestigingsmiddelen voor verbinding van het intermediaire huisdeel 16 aan het proximale huisdeel 14 of aan een ander, proximaal gelegen intermediair huisdeel 16, waarbij de bevestigingsmiddelen ten minste één stompen 18, 18’ omvatten. In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kunnen de bevestigingsmiddelen twee stompen 18, 18’ omvatten. Één stomp of meer dan twee stompen behoren echter ook tot de mogelijkheden. De armatuur 10 is tevens voorzien van een distaai huisdeel 20 dat aan een proximale zijde is voorzien van bevestigingsmiddelen voor verbinding van het distale huisdeel 20 aan een intermediair huisdeel 16, waarbij de bevestigingsmiddelen ten minste één stomp 22, 22’ omvatten. In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kunnen de bevestigingsmiddelen twee stompen 22, 22’ omvatten. Één stomp of meer dan twee stompen behoren echter ook tot de mogelijkheden. De ten minste ene stomp 22, 22’ van het distale huisdeel 20 is op dezelfde wijze zijn uitgevoerd als de ten minste ene stomp 18, 18’ van het ten minste ene intermediaire huisdeel 14. Het proximale huisdeel 14 en het of elk intermediaire huisdeel 16 is aan een distale zijde daarvan voorzien van een vatting 44, 44’, 38, 38’ waarin, in een gemonteerde toestand van de armatuur 10, de ten minste ene stomp 18, 18’ van een genoemd intermediair huisdeel 16 of de ten minste ene stomp 22, 22’ van het distale huisdeel 20 zijn opgenomen. Het aantal intermediaire delen 16 van de armatuur 10 variabel is en afhankelijk is van de toepassing van de armatuur 10.
De stompen 18, 18’, 22, 22’ en de vattingen 44, 44’, 38, 38’ zijn robuust uitgevoerd, zodat een stevige mechanische verbinding tussen de verschillende huisdelen 14, 16, 20 wordt gerealiseerd. Rond de stompen 18, 18’, 22, 22’ kunnen O-ringen worden geplaatst die bij plaatsing van de stompen 18, 18’, 22, 22’ in de vattingen 44, 44’, 38, 38’ worden op genomen en zo op betrouwbare wijze een waterdichte afsluiting tussen de huisdelen 14, 16, 20 kunnen bewerkstelligen. In het voorbeeld dat in de figuren is vertoond, zijn de huisdelen 14, 16, 20 vervaardigd uit kunststof en kan een kracht van 500 N op de armatuur 10 worden uitgeoefend, zonder dat deze stuk gaat. De mate van waterdichtheid kan daarbij voldoen aan IP65 en/of IP66 volgens DIN EN 60529 (VDE 0470)
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan met elk intermediair huisdeel 16 een intermediair elektrisch connectorsamenstel 46 zijn geassocieerd, dat zodanig is uitgevoerd, dat de mechanische koppeling van twee intermediaire huisdelen 16 tevens (e. simulataneously) gewenste elektrische verbindingen tussen de twee intermediaire elektrische connectorsamenstellen 46 tot stand brengt.
Een dergelijke uitvoeringsvorm is bijzonder handig omdat de elektrische verbindingen tussen de diverse huisdelen automatisch tot stand worden gebracht bij het tot stand brengen van de mechanische verbinding tussen twee intermediaire huisdelen 16. Er is geen bijzondere elektrotechnische kennis vereist, zodat de werkzaamheid van het koppelen en ontkoppelen van intermediaire huisdelen 16 ook kan worden uitgevoerd door personen die niet beschikken over een elektrotechnische opleiding.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan elk intermediair huisdeel 16 zijn voorzien van een bovenwand 26, van twee tegenover elkaar gelegen laterale wanden 28, 28’ die zich alle drie in hoofdzaak evenwijdig uitstrekken aan de centrale armatuurhartlijn La. Verder kan het huisdeel 16 een proximale wand 30 en een distale wand 32 omvatten die zich beiden in hoofdzaak loodrecht uitstrekken op de centrale armatuurhartlijn La. Het intermediaire huisdeel omvat verder een kamer 34 die aan een bovenzijde, de laterale zijden en de proximale en distale zijden wordt begrensd door respectievelijk de bovenwand 26, de laterale zijwanden 28, 28’, de proximale wand 30 en de distale wand 32. Eventueel kan de kamer 34 aan de onderzijde zijn afgesloten door een lichtdoorlatende of een lichtdichte bodemwand 84, afhankelijk van wat er in de kamer 34 is opgenomen. De lichtdoorlatende bodemwand 84 kan over lens werking beschikken en/of zijn uitgevoerd als een licht-diffuser. De lichtdoorlatende bodemwand 84 kan ook transparant zijn uitgevoerd. De ten minste ene stomp 18, 18’ is bij voorkeur hol uitgevoerd en strekken zich vanaf de proximale wand 30 in proximale richting uit. In het getoonde voorbeeld is er sprake van twee stompen 18, 18’. In plaats daarvan kan er ook sprake zijn van één of drie of meer stompen. Elk stomp 18, 18’ beschikt over een centrale stomphartlijn Ls,
Ls’, waarbij de ten minste ene stomp 18, 18’, gezien in proximale richting, taps toeloopt. Het intermediaire huisdeel 16 van de in deze alinea besproken uitvoeringsvorm is verder voorzien van ten minste één proximale wandopening 36, 36’. Elke proximale wandopening 36, 36’ beschikt over een middelpunt dat ligt op de stomphartlijn Ls, Ls’ van de, met de betreffende proximale wandopening 36, 36’ geassocieerde stomp 18, 18’, zodat elke proximale wandopening 36, 36’ co-lineair is met de daarmee geassocieerde stomp 18, 18’. Verder beschikt het intermediaire huisdeel 16 in deze uitvoeringsvorm over ten minste één distale wandopening 38, 38’ die de genoemde vatting van het intermediaire huisdeel 16 vormen. Elke distale wandopening 38, 38’ beschikt over een middelpunt dat ligt op de stomphartlijn Ls, Ls’ van de, met de betreffende distale wandopening 38, 38’ geassocieerde stomp 18, 18’, zodat elke distale wandopening 38, 38’ co-lineair is met de daarmee geassocieerde stomp 18, 18’. De diameter van elke distale wandopening 38, 38’ is zodanig dat in een gemonteerde toestand van de armatuur 10 daarin de daarmee geassocieerde stomp 18, 18’ van een distaai gelegen intermediair huisdeel 16, of de daarmee geassocieerde stomp 22, 22’ van het distale huisdeel 20 passend is opgenomen.
Met een dergelijk uitvoeringsvorm kan het armatuur 10 eenvoudig worden uitgebreid met een extra intermediair huisdeel 16 en een extra, daarmee geassocieerd connectorsamenstel 46. Uit esthetisch oogpunt is het ook van voordeel dat de afmetingen van de armatuur 10 altijd is afgestemd op de vereiste functionaliteit daarvan. Onder functionaliteit dient hier niet alleen verlichtingscapaciteit te worden verstaan maar ook andere functionaliteit, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van extra sensoren, een camera, een zender/ontvanger-samenstel, een luidspreker en dergelijk functionaliteit die de toepassingsmogelijkheden van de straatverlichting aanzienlijk vergroten. Bij straatverlichting volgens de stand der techniek is het vaak zo dat de armatuur vaste afmetingen heeft en dat de hoeveelheid LEDs dat in de armatuur is op genomen kan worden gevarieerd in afhankelijkheid van de vereiste verlichtingscapaciteit. Dit leidt dan regelmatig toe dat bijzonder grote armaturen worden toegepast voor een relatief kleine hoeveelheid LEDs. Het mogelijk duidelijk zijn dat dit uit oogpunt van kosten ongunstig is en ook vanuit esthetisch oogpunt ongewenst is.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het distale huisdeel 20 een brugdeel 40 omvatten waarmee twee stompen 22, 22’ zijn verbonden. Daarbij kunnen de twee stompen 22, 22’ hol zijn uitgevoerd en zich vanaf het brugdeel 40 in proximate richting uitstrekken en elk beschikken over een centrale stomphartlijn Ls. De stompen 22, 22’ kunnen, gezien in proximale richting, taps toelopen, waarbij, in gemonteerde toestand van de armatuur 10, de twee holle stompen 22, 22’ passend zijn opgenomen in de twee distale wandopeningen 38, 38’ van een proximaal gelegen intermediair huisdeel 16.
Een aldus uitgevoerd distaai huisdeel 20 kan op robuuste wijze met het meest distale intermediair huisdeel 16 worden verbonden en kamer 34 van dat intermediaire huisdeel 16 waterdicht afsluiten. De waterdichte afsluiting kan daarbij voldoen aan IP65 en/of IP66 volgens DIN EN 60529 (VDE 0470)
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het proximale huisdeel 14 een brugdeel 42 omvatten alsmede twee distale openingen 44, 44’ in het brugdeel 42 die de genoemde vatting 44, 44’ van het proximale huisdeel 14 vormen. De twee distale openingen 44, 44’ zijn co-lineair met de holle stompen 18, 18’ van het distaai van het proximale huisdeel 14 gelegen intermediaire huisdeel 16. In een gemonteerde toestand van de armatuur 10 zijn de genoemde stompen 18, 18’ passend opgenomen in deze twee distale openingen 44, 44’.
Ook hiermee kan op eenvoudige wijze een robuuste verbinding tussen het meest proximale intermediaire huisdeel 16 en het proximale huisdeel 14 worden verkregen. Deze verbinding kan wederom in hoofdzaak waterdicht zijn uitgevoerd, zodat kan worden voldaan aan IP65 en/of IP66 volgens DIN EN 60529 (VDE 0470)
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het of elk intermediair connectorsamenstel 46 een intermediair connectorhuis 48 omvatten dat een centrale connectorhartlijn Lc heeft die co-lineair is met één van de stomphartlijnen Ls van het bijbehorende intermediaire huisdeel 16. In een gemonteerde toestand van de armatuur 10 kan het connectorhuis 48 in hoofdzaak in de betreffende stomp 18 zijn opgenomen. Verder omvat het intermediaire connectorsamenstel 46 in deze uitvoeringsvorm een proximale intermediaire connector 50 die zich aan een proximaal uiteinde van het connectorhuis 48 bevindt en zich in hoofdzaak uitstrekt in een vlak dat loodrecht staat op de centrale connectorhartlijn Lc. Het het intermediaire connectorhuis 46 is in deze uitvoeringsvorm tevens voorzien van een distale intermediaire connector 52 die zich aan een distaai uiteinde van het intermediaire connectorhuis 48 bevindt en die zich in hoofdzaak uitstrekt in een vlak dat loodrecht staat op de centrale connectorhartlijn Lc. Daarbij kan het intermediaire connectorsamenstel 46 zijn voorzien van een laterale intermediaire connector 54 die zich bevindt aan een laterale zijde van het connectorhuis 48 en die zich in gemonteerde toestand van de armatuur 10 bevindt in de kamer 34 van het bijbehorende intermediaire huisdeel 16.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kan de laterale intermediaire connector 54 worden gebruikt voor aansluiting van bijvoorbeeld een LED-samenstel, een sensorsamenstel, een camerasamenstel, een zendersamenstel of een dergelijk inrichting. Deze aansluiting kan eenvoudig worden gerealiseerd door een dergelijk samenstel te voorzien van een connector die is geconfigureerd voor aansluiting op de laterale intermediaire connector 54. De proximale intermediaire connector 50 wordt bij plaatsing op een meer proximaal gelegen intermediair huisdeel 16 automatisch verbonden met de distale connector 52 van dat naburige intermediaire huisdeel 16.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan in het proximale huisdeel 14 een proximaal connectorsamenstel 56 is op genomen, waarbij het proximale connectorsamenstel 56 een distale connector 58 omvat die zich in hoofdzaak uitstrekt in een vlak dat loodrecht staat op de centrale armatuurhartlijn La en dat is geconfigureerd voor aansluiting op een proximale intermediaire connector 50.
Wanneer op het proximale huisdeel 14 een intermediair huisdeel 16 wordt geplaatst, zal de distale connector 58 van het proximale connectorsamenstel 56 automatisch worden verbonden met de proximale intermediaire connector 50 van het intermediaire connectorsamenstel 46.
In een nadere uitwerking van de direct hierboven beschreven uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan de proximale intermediare connector 50 zijn voorzien van een aantal proximale elektrisch geleidende contacten 60. De distale intermediaire connector 52 kan zijn voorzien van een aantal distale elektrisch geleidende contacten 62.
Ook de distale connector 58 van het proximate connectorsamenstel 56 kan zijn voorzien van een aantal distale elektrisch geleidende contacten 64. In een gemonteerde toestand van de armatuur 10 zijn de proximale elektrisch geleidende contacten 60 van een distaai gepositioneerd intermediair huisdeel 16 aangesloten op de distale elektrisch geleidende contacten 62 van een naburig proximaal gepositioneerd, intermediair connectorsamenstel 46, of op de distale elektrisch geleidende contacten 64 van het naburige, proximaal gepositioneerde proximale connectorsamenstel 56.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan in gemonteerde toestand van de armatuur 10 een het connectorhuis 48 van een genoemd intermediair connectorsamenstel 46 in hoofdzaak is op genomen in één van de stompen 18 van het bijbehorende intermediaire huisdeel 16, waarbij de proximale intermediaire connector 50 zich proximaal van het proximale einde van de betreffende stomp 18 bevindt en waarbij de distale intermediaire connector 52 zich distaai van het proximale wandeel 30 van het intermediaire huisdeel 16 bevindt in de kamer 34 van het intermediaire huisdeel 16.
Door een dergelijke configuratie wordt bewerkstelligd dat de verbindingen tussen de proximale geleidende contacten 60 en de distale eletrsich geleidende contacten 62 zich bevinden in de kamer 34 die waterdicht is afgesloten van de omgeving. Hierdoor is de kans op storing door vocht geminimaliseerd·
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan elk samenstel van een intermediair huisdeel 16 met intermediair connectorsamenstel 46 zijn voorzien van een grendelbout 66 met een grendelbouthartlijn Lb. De grendelbout 66 heeft aan een eerste vrij uiteinde een houtkop 68 en aan een tweede vrij uiteinde een grendelarm 70 die zich in hoodzaak loodrecht op de grendelboutharthjn Lb uitstrekt. Voor deze uitvoeringsvorm geldt dat elk intermediair huisdeel 16 en het proximale huisdeel 14 zijn voorzien van een grendelnok 72 die is geconfigureerd voor aangrijping door de grendelarm 70 van een distaai van het betreffende huisdeel 14, 16 gelegen samenstel van een intermediair huisdeel 16 met intermediair connectorsamenstel 46.
Een dergelijke uitvoeringsvorm maakt snelle montage en vergrendeling van de huisdelen 14, 16 en het connectorsamenstel 46 ten opzichte van elkaar mogelijk.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan elke grendelbout 66, in een gemonteerde toestand van de armatuur 10, zich uitstrekken door een boring in het daarmee geassocieerde intermediaire connectorsamenstel 46. De grendelbout 66 grijpt in de grendelstand met de grendelarm 70 aan op een proximale zijde van de grendelnok 72. De houtkop 68 grijpt daarbij aan op een distale zijde van het intermediaire connectorhuis 48, zodanig dat met de grendelbout 66 het connectorsamenstel 46 is gefixeerd in het daarmee geassocieerde intermediaire huisdeel 16 en het betreffende intermediare huisdeel 16 is vastgezet aan een proximaal gelegen, intermediaire huisdeel 16 of aan het proximaal gelegen, proximale huisdeel 14. Eventueel kan tussen de houtkop 68 en de distale zijde van het intermediaire connectorhuis 48 nog een spiraalveer zijn opgenomen die over de schacht van de bout 66 is geschoven. Hierdoor kan eventueel aanwezige speling worden opgevangen en kan een bepaalde aandrukkracht tussen de diverse, met de bout 66 aan elkaar verbonden delen worden gegarandeerd, hetgeen in verband met een waterdichte afsluiting van belang kan zijn.
Een distaai intermediair huisdeel 16 met connectorsamenstel 46 kan eenvoudig met een proximaal gelegen intermediair huisdeel 16 of met het proximale huisdeel 14 worden verbonden, door de stompen 18, 18’ van het distale intermediairehuisdeel 16 in de distale wandopeningen 38, 38’ van het proximaal gelegen intermediaire huisdeel 16 of in de distale wandopeningen 44, 44’ van het proximale huisdeel 14 te schuiven. Het zich in de stomp 18 bevindende connectorsamenstel 46 bevat reeds de grendelbout 66 en de grendelarm 70 bevindt zich dan in een eerste stand waarin deze grendelarm 70 nog niet aangrijpt op de grendelnok 72 van het proximaal gelegen intermediaire huisdeel 16 of het proximale huisdeel 14. Om het geheel aan elkaar vast te zetten, behoeft de grendelbout 66 slechts bijvoorbeeld een kwart slag te worden verdraaid, zodat de grendelarm 70 achter de grendelnok 72 grijpt. De spiraalveer 86 die eventueel op de schacht van de grendelbout 66 kan zijn geplaatst, wordt daarbij enigszins samengedrukt, zodat de beide intermediaire huisdelen 16 en het connectorsamenstel 46 van het distale gelegen intermediaire huisdeel 16 vast met elkaar zijn verbonden en continu tegen elkaar aan worden gedrukt.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kunnen de bevestigingsmiddelen voor bevestiging van het proximale huisdeel aan een lantaarnpaal een beugel 74 omvatten. De straatverlichting kan daarbij verder een koppeldeel 76 omvatten dat is voorzien van een eerste uiteinde 78 dat verbindbaar is met een lantaarnpaal 12, en van een tweede uiteinde 80 dat verbindbaar is met de beugel 74. Daarbij kunnen de beugel 74 en het tweede uiteinde 80 zodanig zijn geconfigureerd dat tijdens montage van het proximale huisdeel 14 aan het tweede uiteinde 80, verzwenking van het proximale huisdeel 14 ten opzichte van het koppeldeel 76 rond een horizontale hartlijn Z mogelijk is, zodat de armatuur 10 in een gewenste zwenkstand kan worden gefixeerd. In het in figuren weergegeven voorbeeld, is een zwenkpen 88 voorzien die coaxiaal is met de horizontale hartlijn Z en die een verbinding vormt tussen de beugel 74 en het tweede uiteinde 80 van het koppeldeel 76. De beugel 74 is verzwenkbaar om deze zwenkpen 88. Verder zijn in het voorbeeld twee fixatiebouten 90 getoont met behulp waarvan het proximale huisdeel 14 in de gewenste zwenkstand ten opzichte van het koppeldeel kan worden gefixeerd.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan in de kamer 34 van ten minste één intermediair huisdeel 16 een LED-verlichtingssamenstel (niet getoond) zijn opgenomen.
Afhankelijk van de benodigde verlichtingscapaciteit kan het aantal intermediaire huisdelen 16 in de kamer 34 waarvan een LED-verlichtingssamenstel is opgenomen worden gevarieerd. Wanneer slechts een geringe verlichtingscapaciteit vereist is, kan met één intermediair huisdeel 16 voorzien van een LED-verlichtingssamenstel worden volstaan. Wanneer echter een sterkere verlichtingscapaciteit gewenst is, kan het armatuur 10 zijn voorzien van meerdere intermediaire huisdelen 16 die elk zijn voorzien van een LED-verlichtingssamenstel.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan in de kamer 34 van ten minste één intermediair huisdeel 16 of in een kamer 82 in het proximale huisdeel 14 ten minste één van de volgende inrichtingen zijn op genomen: een vermogensmodule; een sensorsamenstel; een camerasamenstel; een luidsprekersamenstel; een draadloos zender/ontvanger-samenstel; en een besturingsmodule geconfigureerd voor aansturing van in de armatuur 10 opgenomen samenstellen en voor aansturing van een in de armatuur opgenomen LED-verlichtingssamenstel.
De vermogensmodule zal in het algemeen aanwezig zijn omdat deze het voltage dat aan het armatuur 10 wordt toegevoerd moet omzetten in een spanning die geschikt is voor aansluiting van LED-verlichting.
Zoals hiervoor aangegeven kan in één van de genoemde kamers 34, 82 een sensorsamenstel zijn onder gebracht. Het sensorsamenstel kan van verschillend type zijn, zodat allerlei omgevingsfactoren kunnen worden waargenomen. Gedacht kan worden aan sensor die de nabijheid van een bewegend object waarneemt. Zo kan de sensor bijvoorbeeld waarnemen of er een persoon in de buurt van de lantaarnpaal is. De sensor kan ook zijn geconfigureerd voor het waarnemen van een extern object dat is voorzien van een transponder. Zo zou bijvoorbeeld een vuilniscontainer kunnen zijn voorzien van een dergelijke transponder. Wanneer een dergelijke vuilniscontainer in de nabijheid van de lantarenpaal is opgesteld, kan het signaal van de transponder door de sensor worden waargenomen, en kan deze informatie weer worden gebruikt voor het verschaffen van diensten. Zo kan de aldus verkregen informatie bijvoorbeeld worden verzonden naar een vuilnisophaaldienst. De containers behoeven dan niet meer op vaste tijdstippen langs de weg te worden geplaatst, maar kunnen gewoon worden neergezet. De vuilnisophaaldienst kan aan de vuilnisauto een ophaalroute doorgeven die de vuilnisauto leidt langs alle plaatsen waar met behulp van de intelhgente straatverlichtingsarmatuur 10 is waargenomen dat daar een vuilniscontainer is opgesteld.
Verder kan in één van de kamers 34, 82 een camerasamenstel zijn opgenomen, zoals bijvoorbeeld een CCD-camera of een 360°-CCD-camera. Hiermee kan de omgeving van de lantaarnpaal worden bewaakt. Met behulp van een luidspreker in één van de genoemde kamers 34, 82 kunnen voorbij lopende personen worden gewaarschuwd, bijvoorbeeld door de stem van een bewaker of door middel van een alarm.
In één van de kamers 34, 82 kan ook een zender/ontvanger-samenstel zijn opgenomen, zoals een WIFI-zender/ontvanger-samenstel. Dit biedt de mogelijkheid om een gehele stad te voorzien van een volledig dekkend draadloos netwerk. Ook kan met een zender/ontvanger-samenstel informatie worden verzameld omtrent de verkeerssituatie in de omgeving van de lantaarnpaal. Zo kunnen bijvoorbeeld de telefoons van passerende personen worden waargenomen en kan aan de hand daarvan de drukte ter plaatse van die lantaarnpaal nauwkeurig worden waargenomen. Hiermee kan een zeer nauwkeurig en fijnmazig beeld van de verkeerssituatie in een stad worden verkregen. Op basis van deze gegevens kunnen dan weer verkeersstromen in de omgeving worden beïnvloed.
De besturingsmodule die in één van de kamers 34, 82 kan zijn opgenomen kan bijvoorbeeld in afhankelijkheid van door een sensor afgegeven signaal de LED-verlichting in de armatuur 10 in- of uitschakelen, dan wel dimmen. Zo kan energie worden bespaard door de LED-verlichting alleen in te schakelen wanneer personen zich in de nabijheid van de lantarenpaal bevinden.
De diverse uitvoeringsvormen die hierboven zijn beschreven kunnen onafhankelijk van elkaar worden toegepast en met elkaar op verschillende wijze worden gecombineerd. De verwijzingscijfers in de gedetailleerde beschrijving en de conclusies beperken de beschrijving van de uitvoeringsvormen en de conclusies niet en dienen slechts ter verduidelijking.

Claims (14)

1. Straatverlichting omvattend een armatuur (10) die bevestigbaar is aan een lantaarnpaal (12), waarbij de armatuur (10) zich uitstrekt in de richting van een centrale armatuurharthjn (La), waarbij het armatuur omvat: • een proximaal huisdeel (14) dat is voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestiging van het proximale huisdeel aan een lantaarnpaal; • ten minste één intermediair huisdeel (16) dat aan een proximale zijde is voorzien van bevestigingsmiddelen voor verbinding van het intermediaire huisdeel (16) aan het proximale huisdeel (14) of aan een ander, proximaal gelegen intermediair huisdeel (16), waarbij de bevestigingsmiddelen ten minste één stomp (18, 18’) omvatten; • een distaai huisdeel (20) dat aan een proximale zijde is voorzien van bevestigingsmiddelen voor verbinding van het distale huisdeel (20) aan een intermediair huisdeel (16), waarbij de bevestigingsmiddelen ten minste één stomp (22, 22’) omvatten; waarbij • de ten minste ene stomp (22, 22’) van het distale huisdeel (20) op dezelfde wijze zijn uitgevoerd als de ten minste ene stomp (18, 18’) van het ten minste ene intermediaire huisdeel (14); waarbij • het proximale huisdeel (14) en het of elk intermediaire huisdeel (16) aan een distale zijde daarvan is voorzien van een vatting (44, 44’, 38, 38’) waarin de ten minste ene stomp (18, 18’) van een genoemd intermediair huisdeel (16) of de ten minste ene stomp (22, 22’) van het distale huisdeel (20) zijn opgenomen; en waarbij • het aantal intermediaire delen (16) van de armatuur (10) variabel is en afhankelijk is van de toepassing van de armatuur (10).
2. De straatverhchting volgens conclusie 1, waarbij met elk intermediair huisdeel (16) een intermediair elektrisch connectorsamenstel (46) is geassocieerd, dat zodanig is uitgevoerd, dat de mechanische koppeling van twee intermediaire huisdelen (16) tevens (e. simulataneously) gewenste elektrische verbindingen tussen de twee intermediaire elektrische connectorsamenstellen (46) tot stand brengt.
3. De straatverhchting volgens conclusie 1 of 2, waarbij elk intermediair huisdeel (16) omvat: • een bovenwand (26) die zich in hoofdzaak evenwijdig uitstrekt aan de centrale armatuurhartlijn (La); • twee tegenover elkaar gelegen laterale wanden (28, 28’) die zich in hoofdzaak evenwijdig uitstrekken aan de centrale armatuurhartlijn (La); • een proximale wand (30) die zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op de centrale armatuurhartlijn (La); • een distale wand (32) die zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op de centrale armatuurhartlijn (La); • een kamer (34) die aan een bovenzijde, de laterale zijden en de proximale en distale zijden wordt begrensd door respectievelijk de bovenwand (26), de laterale zijwanden (28, 28’), de proximale wand (30) en de distale wand (32); waarbij • de ten minste ene stomp (18, 18’) hol is en zich vanaf de proximale wand (30) in proximale richting uitstrekt en beschikt over een centrale stomphartlijn (Ls, Ls’), waarbij de ten minste ene stomp (18, 18’), gezien in proximale richting, taps toelopen, • ten minste één proximate wandopening (36, 36’), waarbij elke proximate wandopening (36, 36’) beschikt over een middelpunt dat ligt op de stomphartlijn (Ls, Ls’) van de, met de betreffende proximate wandopening (36, 36’) geassocieerde stomp (18, 18’), zodat elke proximate wandopening (36, 36’) co-lineair is met de daarmee geassocieerde stomp (18, 18’); • ten minste één distale wandopening (38, 38’) die de genoemde vatting van het intermediaire huisdeel (16) vormen, waarbij elke distale wandopening (38, 38’) beschikt over een middelpunt dat ligt op de stomphartlijn (Ls, Ls’) van de, met de betreffende distale wandopening (38, 38’) geassocieerde stomp (18, 18’), zodat elke distale wandopening (38, 38’) co-lineair is met de daarmee geassocieerde stomp (18, 18’), waarbij de diameter van elke distale wandopening (38, 38’) zodanig is dat in een gemonteerde toestand van de armatuur (10) daarin de ten minste ene stomp (18, 18’) van een distaai gelegen intermediair huisdeel (16), of de ten minste ene stomp (22, 22’) van het distale huisdeel (20) passend is opgenomen.
4. De straatverhchting volgens conclusie 3, waarbij het distale huisdeel (20) omvat: • een brugdeel (40) waarmee de twee stompen (22, 22’) zijn verbonden; waarbij • de twee stompen (22, 22’) hol zijn uitgevoerd en zich vanaf het brugdeel (40) in proximale richting uitstrekken en elk beschikken over een centrale stomphartlijn (Ls), waarbij de stompen (22, 22’), gezien in proximale richting, taps toelopen, waarbij de twee holle stompen (22, 22’) passend zijn opgenomen in de twee distale wandopeningen (38, 38’) van een proximaal gelegen intermediair huisdeel (16).
5. De straatverlichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij het proximale huisdeel (14) omvat: • een brugdeel (42); • twee distale openingen (44, 44’) in het brugdeel (42) die de genoemde vatting (44, 44’) van het proximale huisdeel (14) vormen, waarbij de twee distale openingen (44, 44’) co-lineair zijn met de holle stompen (18, 18’) van het distaai van het proximale huisdeel (14) gelegen intermediaire huisdeel (16), waarbij de genoemde stompen (18, 18’) in een gemonteerde toestand van de armatuur (10) passend in deze twee distale openingen (44, 44’) zijn opgenomen.
6. De straatverhchting volgens één van de conclusies 3-5 wanneer deze afhankelijk is van conclusie 2, waarbij het of elk intermediair connectorsamenstel (46) van omvat: • een intermediair connectorhuis (48) dat een centrale connectorhartlijn (Lc) heeft die co-lineair is met één van de stomphartlijnen (Ls) van het bijbehorende intermediaire huisdeel (16) en in een gemonteerde toestand van de armatuur (10) in hoofdzaak in de betreffende stomp (18) is opgenomen; • een proximale intermediaire connector (50) die zich aan een proximaal uiteinde van het connectorhuis (48) bevindt en zich in hoofdzaak uitstrekt in een vlak dat loodrecht staat op de centrale connectorhartlijn (Lc); • een distale intermediaire connector (52) die zich aan een distaai uiteinde van het intermediaire connectorhuis (48) bevindt en zich in hoofdzaak uitstrekt in een vlak dat loodrecht staat op de centrale connectorhartlijn (Lc); en • een laterale intermediaire connector (54) die zich bevindt aan een laterale zijde van het connectorhuis (48) en die zich in gemonteerde toestand van de armatuur (10) bevindt in de kamer (34) van het bijbehorende intermediaire huisdeel (16).
7. De straatverlichting volgens conclusie 6, waarbij in het proximale huisdeel (14) een proximaal connectorsamenstel (56) is opgenomen, waarbij het proximale connectorsamenstel (56) een distale connector omvat die zich in hoofdzaak uitstrekt in een vlak dat loodrecht staat op de centrale armatuurhartlijn (La) en dat is geconfigureerd voor aansluiting op een proximale intermediaire connector (50).
8. De straatverhchting volgens conclusie 7, waarbij de proximale intermediare connector (50) is voorzien van een aantal proximale elektrisch geleidende contacten (60), waarbij de distale intermediaire connector (52) is voorzien van een aantal distale elektrisch geleidende contacten (62), waarbij de distale connector van het proximale connectorsamenstel (56) is voorzien van een aantal distale elektrisch geleidende contacten, waarbij in een gemonteerde toestand van de armatuur (10) de proximale elektrisch geleidende contacten (60) van een distaai gepositioneerd intermediair huisdeel (16) zijn aangesloten op de distale elektrisch geleidende contacten (62) van een naburig proximaal gepositioneerd, intermediaire connectorsamenstel (46) of op de distale elektrisch geleidende contacten van het naburige, proximaal gepositioneerde proximale connectorsamenstel.
9. De straatverhchting volgens één van de conclusies 6-8, waarbij in gemonteerde toestand van de armatuur (10) een het connectorhuis (48) van een genoemd intermediair connectorsamenstel (46) in hoofdzaak is opgenomen in een genoemde stomp (18) van het bijbehorende intermediaire huisdeel (16), waarbij de proximale intermediaire connector (50) zich proximaal van het proximale einde van de betreffende stomp (18) bevindt en waarbij de distale intermediaire connector (52) zich distaai van het proximale wandeel (30) van het intermediaire huisdeel (16) bevindt in de kamer (34) van het intermediaire huisdeel (16).
10. De straatverlichting volgens één der conclusies 6-8, waarbij elk samenstel van een intermediair huisdeel (16) met intermediair connectorsamenstel (46) is voorzien van: • een grendelbout (66) voorzien van een grendelbouthartlijn (Lb) met aan een eerste vrij uiteinde een houtkop (68) en aan een tweede vrij uiteinde een grendelarm (70) die zich in hoodzaak loodrecht op de grendelbouthartlijn (Lb) uitstrekt; waarbij elk intermediair huisdeel (16) en het proximale huisdeel (14) elk zijn voorzien van een grendelnok (72) die is geconfigureerd voor aangrijping door de grendelarm (70) van een distaai van het betreffende huisdeel (14, 16) gelegen samenstel van een intermediair huisdeel (16) met intermediair connectorsamenstel (46).
11. De straatverlichting volgens conclusie 10, waarbij elke grendelbout (66), in een gemonteerde toestand van de armatuur (10), zich uitstrekt door een boring in het daarmee geassocieerde intermediaire connectorsamenstel (46), waarbij de grendelbout (66) in de grendelstand met de grendelarm (70) aangrijpt op een proximale zijde van de grendelnok (72), waarbij de houtkop (68) aangrijpt op een distale zijde van het intermediaire connectorhuis (48), zodanig dat met de grendelbout (66) het connectorsamenstel (46) is gefixeerd in het daarmee geassocieerde intermediaire huisdeel (16) en het betreffende intermediare huisdeel (16) is vastgezet aan een proximaal gelegen, intermediaire huisdeel (16) of aan het proximaal gelegen, proximale huisdeel (14).
12. De straatverlichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsmiddelen voor bevestiging van het proximale huisdeel aan een lantaarnpaal een beugel (74) omvatten, waarbij het de straatverlichting verder omvat: • een koppeldeel (76) voorzien van: o een eerste uiteinde (78) dat verbindbaar is met een lantaarnpaal (12); en o een tweede uiteinde (80) dat verbindbaar is met de beugel (74), waarbij de beugel (74) en het tweede uiteinde (80) zodanig zijn geconfigureerd dat tijdens montage verzwenking van het proximale huisdeel (14) ten opzichte van het koppeldeel (76) rond een horizontale harthjn (Z) mogehjk is, zodat de armatuur (10) in een gewenste zwenkstand kan worden gefixeerd.
13. De straatverlichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in de kamer (34) van ten minste één intermediair huisdeel (16) een LED-verlichtingssamenstel is opgenomen.
14. De straatverlichting volgens conclusie 13, waarbij in de kamer (34) van ten minste één intermediair huisdeel (16) of in een kamer (82) in het proximale huisdeel (14) ten minste één van de volgende inrichtingen is opgenomen: • een vermogensmodule; • een sensorsamenstel; • een camerasamenstel; • een luidsprekersamenstel; • een draadloos zender/ontvanger-samenstel; en • een besturingsmodule geconfigureerd voor aansturing van in de armatuur opgenomen inrichtingen en voor aansturing van een in de armatuur opgenomen LED-verlichtingssamenstel.
NL2012794A 2014-05-09 2014-05-09 Straatverlichting. NL2012794B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012794A NL2012794B1 (nl) 2014-05-09 2014-05-09 Straatverlichting.
PCT/NL2015/050329 WO2015170989A1 (en) 2014-05-09 2015-05-11 Street lighting

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012794A NL2012794B1 (nl) 2014-05-09 2014-05-09 Straatverlichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2012794B1 true NL2012794B1 (nl) 2016-02-24

Family

ID=51656002

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2012794A NL2012794B1 (nl) 2014-05-09 2014-05-09 Straatverlichting.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2012794B1 (nl)
WO (1) WO2015170989A1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2011149238A2 (ko) * 2010-05-24 2011-12-01 주식회사 아모럭스 모듈형 led조명장치
US20130027935A1 (en) * 2011-07-29 2013-01-31 Christopher Ladewig Modular Lighting System
US20130215606A1 (en) * 2010-10-29 2013-08-22 GE Lighting Solutions, LLC Modular illustration lamp

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20030223231A1 (en) * 2002-05-28 2003-12-04 Mccarthy Charles A. Selectively extendable modular lighting fixture, and method of making and assembly
US7806557B2 (en) * 2007-11-28 2010-10-05 Ledtech Electronics Corp. Lighting unit, receptacle unit, and assembly thereof

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2011149238A2 (ko) * 2010-05-24 2011-12-01 주식회사 아모럭스 모듈형 led조명장치
US20130215606A1 (en) * 2010-10-29 2013-08-22 GE Lighting Solutions, LLC Modular illustration lamp
US20130027935A1 (en) * 2011-07-29 2013-01-31 Christopher Ladewig Modular Lighting System

Also Published As

Publication number Publication date
WO2015170989A1 (en) 2015-11-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10168032B2 (en) Exterior lamp mounting adaptor
US10845046B2 (en) Connecting lighting to poles without tools
US10520177B2 (en) Exterior lamp mounting adaptor with integrated electrical interface
US6781129B2 (en) Dual eye motion detector assembly
US6746274B1 (en) Motion detector fluorescent light connector apparatus
NL2022954B1 (en) Receptacle for Lighting Equipment
KR20140003431A (ko) 디머블 야외 조명 기구
US11313522B2 (en) Modular lightbar system and method
US20100244692A1 (en) Modular lamp system
CA2950554C (en) Exterior lamp mounting adaptor
JP2015508221A (ja) 照明器具モジュール、及び複数の照明器具モジュールを有する照明ネットワーク
US11509804B1 (en) Universal retrofit light mounting box with audio/video functions
US9615433B1 (en) Occupancy sensor with a bypass photo sensor
NL2012794B1 (nl) Straatverlichting.
WO2016071810A1 (en) Led public lighting apparatus with network connectivity
US20080068830A1 (en) Wall, headboard or ceiling mounted cordless illuminating device
ES2666004T3 (es) Toma de corriente eléctrica con toma de tierra
KR101707662B1 (ko) 카메라 일체형 엘이디 조명장치
US10920969B1 (en) Lighted sign
CA3034040A1 (en) Exterior lamp mounting adaptor with integrated electrical interface
WO2005107336A2 (en) Lighting fixture adapter
KR20190062726A (ko) 모듈 변환형 조명 장치
US20230018632A1 (en) Methods and arrangements for an occupancy sensor
US8356911B2 (en) LED light source
EP3866570A1 (en) Low voltage track lamp with led module provided with integrated electronics

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170601