NL2012581A - Link. - Google Patents

Link. Download PDF

Info

Publication number
NL2012581A
NL2012581A NL2012581A NL2012581A NL2012581A NL 2012581 A NL2012581 A NL 2012581A NL 2012581 A NL2012581 A NL 2012581A NL 2012581 A NL2012581 A NL 2012581A NL 2012581 A NL2012581 A NL 2012581A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coupling
parts
pressure ring
ring
coupling according
Prior art date
Application number
NL2012581A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL2012581B1 (en
Inventor
Wilhelmus Maria Bertels Augustinus
Original Assignee
Eco-Logical Entpr B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Eco-Logical Entpr B V filed Critical Eco-Logical Entpr B V
Priority to NL2012581A priority Critical patent/NL2012581B1/en
Priority to EP15719852.4A priority patent/EP3129693A1/en
Priority to PCT/NL2015/050198 priority patent/WO2015156664A1/en
Publication of NL2012581A publication Critical patent/NL2012581A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2012581B1 publication Critical patent/NL2012581B1/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L23/00Flanged joints
    • F16L23/04Flanged joints the flanges being connected by members tensioned in the radial plane
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L23/00Flanged joints
    • F16L23/16Flanged joints characterised by the sealing means
    • F16L23/18Flanged joints characterised by the sealing means the sealing means being rings

Description

KOPPELINGLINK

De uitvinding heeft betrekking op een koppeling tussen twee langwerpige, eventueel via respectieve doorstroomruimten voor medium doorstroombare, buisvormige of staafvormige elementen, zoals buizen, buisstompen, pijpen, vaten, rompen, assen, stangen, met een gemeenschappebjke hartlijn, waarin zich tussen de eindzones van beide langwerpige elementen een onder druk vervormde afdichtring bevindt, waardoor als gevolg van het tijdens het assembleren van de koppeling met enige kracht naar elkaar toe bewegen van de eindzones de koppebng mediumdicht is geworden; aan beide eindzones rondgaande zijdebngs uitstekende delen toegevoegd zijn; aan de naar elkaar gerichte zijden van beide langwerpige elementen en/of van beide uitstekende delen eindvlakken aanwezig zijn; aandrukmiddelen aanwezig zijn, die met de voorafgaand aan het tot stand brengen van de koppeling in onderling althans ongeveer gealigneerde posities gebrachte uitstekende delen samenwerken en die naar elkaar toe gedrukt houden onder handhaving van de vervorming van de afdichtring; en met de aandrukmiddelen samen werkende borgmiddelen aanwezig zijn voor het handhaven van de naar elkaar gedrukte onderlinge stand van de uitstekende delen en het aldus tevens handhaven van de tot stand gebrachte mediumdichte koppeling tussen de twee langwerpige elementen.The invention relates to a coupling between two elongated, tubular or rod-shaped elements, optionally via respective throughflow spaces for medium throughflow spaces, such as tubes, stubs, pipes, vessels, hulls, shafts, rods, with a common center line, between the end zones of both elongated elements have a pressure ring deformed, whereby as a result of the end zones moving towards each other with some force during assembly of the coupling, the coupling has become medium-tight; circumferential lateral protrusions are added to both end zones; end faces are provided on the mutually facing sides of both elongated elements and / or of both projecting parts; pressure means are present which cooperate with the protruding parts brought into mutually at least approximately aligned positions prior to establishing the coupling and which keep pressed towards each other while maintaining the deformation of the sealing ring; and locking means cooperating with the pressing means are present for maintaining the mutually pressed position of the projecting parts and thus also maintaining the established medium-tight coupling between the two elongate elements.

Een dergelijke koppeling is algemeen bekend. Voorbeelden zijn koppelingen tussen buisvormige elementen, bijvoorbeeld leidingen, buizen, pijpen, flexibele slangen, segmenten van straalmotoren en dergebjke. Dergelijke elementen zijn hol en doorstroombaar voor medium.Such a coupling is generally known. Examples are couplings between tubular elements, for example pipes, tubes, pipes, flexible hoses, segments of jet engines and the like. Such elements are hollow and flowable to medium.

Gedacht kan worden aan een gebruikelijke algemeen omwentelingssymmetrische, dus ronde, vorm. Daartoe is de uitvinding evenwel niet beperkt. Ook andere externe en in geval van buizen interne vormen komen in aanmerking, bijvoorbeeld ovale vormen.One can think of a usual generally rotationally symmetrical, i.e. round, shape. However, the invention is not limited to this. Other external and, in the case of, tubes, internal shapes are also eligible, for example oval shapes.

Ook kan gedacht worden aan niet-doorstroombare structuren, bijvoorbeeld de koppeling tussen delen van de mast van een windturbine, de koppeling tussen de rotor en de wortels van de turbinebladen, en de koppeling tussen de gondel en de onderliggende, door de turbinemast gedragen roteerbare lagerconstructie, omvattende twee of meer flenzen met lagers.Non-flowable structures can also be envisaged, for example the coupling between parts of the mast of a wind turbine, the coupling between the rotor and the roots of the turbine blades, and the coupling between the gondola and the underlying rotatable bearing construction supported by the turbine mast , comprising two or more flanges with bearings.

Een bekende koppeling is zodanig uitgevoerd, dat de eindzones van beide langwerpige elementen een omtreksgewijs opgestelde flens vertonen. De twee flenzen van de langwerpige elementen worden tegenover elkaar geplaatst, tussen de platte eindvlakken van de buizen wordt een afdichtring geplaatst en vervolgens worden de flenzen met kracht naar elkaar toe gedrongen door een krans van met moeren samenwerkende bouten die zich uitstrekken door in de flenzen aanwezige doorgaande gaten, die zodanig in register zijn geplaatst dat een krans van dubbele doorgaande gaten ontstaat waardoorheen de bouten kunnen worden aangebracht. Door het plaatsen en aandraaien van moeren aan de van houtkoppen af gewende einden van de bouten kan een mediumdichte koppeling tussen de langwerpige elementen tot stand worden gebracht.A known coupling is designed such that the end zones of both elongate elements have a circumferentially arranged flange. The two flanges of the elongated elements are placed opposite each other, a sealing ring is placed between the flat end faces of the tubes and then the flanges are forcefully pushed towards each other by a ring of nuts cooperating with bolts extending through the flanges present in the flanges through holes, which are arranged in register such that a ring of double through holes is created through which the bolts can be fitted. By placing and tightening nuts at the ends of the bolts facing away from the wood heads, a medium-tight coupling between the elongate elements can be achieved.

De aandacht wordt erop gevestigd, dat de bouten en de moeren twee functies in zich verenigen, namelijk die van aandrukmiddelen zowel als borgmiddelen. Immers, door het met kracht aandraaien van de moeren, in een vooraf vastgestelde volgorde, en herhaaldelijk, vindt een onder kracht naar elkaar verplaatsen van de uitstekende delen plaats. Door de aard van bouten en schroeven, in het bijzonder de geringe spoed, behoeft voor spontaan terugdraaien van een eenmaal aangedraaide moer op een bout niet te worden gevreesd. Aldus werken de bouten en moeren tevens als borgmiddelen.Attention is drawn to the fact that the bolts and nuts combine two functions, namely that of pressure means as well as locking means. After all, by forcefully tightening the nuts, in a predetermined order, and repeatedly, the projecting parts move under force. Due to the nature of bolts and screws, in particular the low pitch, there is no need to fear spontaneous turning back of a nut once tightened on a bolt. Thus the bolts and nuts also act as locking means.

Onder het begrip “prismatisch” wordt verstaan een structuur die op elke axiale positie dezelfde dwarsdoorsnede bezit. Daaronder worden eveneens verstaan ronde of enigszins ovale dwarsdoorsnedevormen.The term "prismatic" means a structure that has the same cross section at every axial position. This also includes round or somewhat oval cross-sectional shapes.

De koppeling kan ook worden toegepast tussen bijvoorbeeld de eindzone van een houder, zoals een vat of een door een deksel gesloten romp, en een buisvormig element.The coupling can also be applied, for example, between the end zone of a container, such as a vessel or a hull closed by a lid, and a tubular element.

Gedacht kan worden aan diameters van enkele tientallen millimeters tot substantieel grotere diameters, bijvoorbeeld in het gebied van 0,5-6 m.Consider diameters of a few tens of millimeters to substantially larger diameters, for example in the range of 0.5-6 m.

Deze bekende koppeling heeft een aantal nadelen.This known coupling has a number of disadvantages.

Doordat de binnendiameter vaak niet overeen komt met die van de buisvormige elementen, en de positionering van de afdichtring en die van de buisvormige elementen onderling kan variëren, kan niet, althans niet geheel, voorkomen worden dat er in het gebied van de overgang tussen de binnenwanden van de buizen één of meer obstakels, althans abrupte overgangen optreden. Als gevolg hiervan kunnen wervels en turbulenties ontstaan en zelfs komt het vaak voor dat een dergelijke verbinding in het geval van grotere stroomsnelheden gaan trillen, brommen, fluiten of piepen, gepaard gaand met stromingsverliezen. Ter illustratie wordt opgemerkt dat het in de praktijk vaak voorkomt, dat er geluiddrukniveaus in de orde van 110-115 dB SPL optreden, gemeten op een afstand van 1-2 m en bij een min of meer constante frequentie van circa 5 kHz. Dit is een groot nadeel dat echter in de praktijk voor lief wordt genomen.Because the inner diameter often does not correspond to that of the tubular elements, and the positioning of the sealing ring and that of the tubular elements can vary with each other, it cannot be prevented, at least not entirely, that in the area of the transition between the inner walls one or more obstacles, or at least abrupt transitions, occur in the tubes. As a result, vertebrae and turbulences can arise and even in the case of higher flow rates, such a connection often vibrates, hums, whistles or squeaks, accompanied by flow losses. By way of illustration, it is noted that in practice it often occurs that sound pressure levels of the order of 110-115 dB SPL occur, measured at a distance of 1-2 m and at a more or less constant frequency of approximately 5 kHz. This is a major disadvantage that is, however, taken for granted in practice.

Verder moeten de moeren van de krans zeer zorgvuldig en volgens een vooraf nauwkeurig bepaald patroon worden aangedraaid. In het eenvoudige geval van vier bouten en moeren wordt eerst één moer licht aangedraaid, vervolgens de diagonaal daar tegenover gelegen moer, en daarna de resterende derde en de vierde moer. Door het aandraaien van de tweede, derde en vierde moer zal de spanning in de eerste moer inmiddels substantieel gedaald zijn. Die moet dus opnieuw worden aangedraaid. Aldus is het aandraaien van de moeren en daarmee het tot stand brengen van de koppeling tussen de langwerpige elementen een nauwkeurig, langdurig en daarmee relatief tijd en geld kostend werk. Daarbij komt dat zelfs bij het gebruik van momentsleutels het correct tot stand brengen van een dergelijke koppeling fouten of onnauwkeurigheden niet geheel uit te sluiten zijn.Furthermore, the nuts of the wreath must be tightened very carefully and according to a predetermined pattern. In the simple case of four bolts and nuts, first one nut is slightly tightened, then the diagonally opposite nut, and then the remaining third and fourth nuts. By tightening the second, third and fourth nuts, the tension in the first nut will now have dropped substantially. It must therefore be tightened again. Tightening the nuts and thus bringing about the coupling between the elongate elements is thus a precise, long-term work, and therefore relatively time and money-consuming. In addition, even when using torque wrenches, the correct establishment of such a coupling errors or inaccuracies cannot be completely excluded.

Voor zeer hoge drukken van bijvoorbeeld 50 bar en hoger wordt, en grotere diameters, bijvoorbeeld in het reeds genoemde gebied van 0,5-6 m, op het eerste gezicht logisch, een relatief groot aantal bouten toegepast. Dat lijkt een logische keuze, maar hij heeft het grote nadeel, dat daarvoor de flenzen moeten zijn voorzien van eenzelfde aantal paren gaten. Gaten zijn mechanisch zeer ongewenst, want ze verzwakken de mechanische stijfheid en sterkte van de flenzen in zeer aanzienlijke mate. Als gevolg daarvan is het noodzakelijk om, zeker voor relatief hoge drukken, zeer dikke flenzen te gebruiken. Voor buiskoppelingen met een diameter in de orde van een meter en drukken van 50 bar of hoger moet verder worden gerekend op bouten met een gewicht van enkele tientallen kilogrammen. Het zal duidelijk zijn, dat die moeilijk te hanteren zijn en dat het volledig correct en volgens het vastgestelde schema met een bepaald moment aandraaien van alle moeren veel geduld, vakmanschap, concentratie en tijd vergt.For very high pressures of, for example, 50 bar and higher, and relatively large diameters, for example in the aforementioned range of 0.5-6 m, a relatively large number of bolts is applied at first glance. That seems a logical choice, but it has the major disadvantage that the flanges must be provided with the same number of pairs of holes. Holes are mechanically very undesirable, because they weaken the mechanical rigidity and strength of the flanges to a considerable extent. As a result, it is necessary to use very thick flanges, certainly for relatively high pressures. For pipe couplings with a diameter of the order of one meter and pressures of 50 bar or higher, it is furthermore necessary to count on bolts weighing a few tens of kilograms. It will be clear that they are difficult to handle and that tightening all nuts with a certain moment in accordance with the set schedule requires a great deal of patience, skill, concentration and time.

Verder moet worden bedacht, dat ter plaatse van de overgang van de buizen, dus in het gebied van de afdichtring het medium de neiging heeft de buizen uit elkaar te dringen. Dat wordt verhinderd door de bouten en moeren die op de flenzen aangrijpen, maar tussen de beschreven bron van de krachten en de zone die zich daartegen verzet, dus het gebied van de bouten en moeren, bestaat een afstand. Als gevolg daarvan zijn de flenzen onderhevig aan een buigende momentkracht die zeker bij grote drukken en buizen en flenzen met substantiële afmetingen zeer aanzienlijk kunnen zijn. Door de optredende druk zal door de tussen de buisvormige elementen bestaande kracht die de elementen uiteen wil drijven, de drukkracht op de afdichtring geringer worden, hetgeen de consequentie heeft, dat er zelfs het risico van lekkage optreedt, omdat immers de afdichtring ook in radiale richting wordt belast. Het zal daarom ook noodzakelijk zijn om een afdichtring zodanig uit te voeren, dat hij een dergelijke radiale belasting kan opnemen. Gedacht kan worden aan een wapeningmat van treksterke vezels, bijvoorbeeld min of meer te vergelijken met de bekende structuur van radiaalbanden voor auto’s.Furthermore, it must be borne in mind that at the junction of the tubes, that is, in the area of the sealing ring, the medium tends to force the tubes apart. This is prevented by the bolts and nuts engaging the flanges, but there is a distance between the described source of the forces and the zone that opposes them, i.e. the area of the bolts and nuts. As a result, the flanges are subject to a bending moment force which can be very considerable, certainly at large pressures and pipes and flanges with substantial dimensions. As a result of the pressure occurring, the force existing between the tubular elements and which wants to dislodge the elements will reduce the pressure force on the sealing ring, which has the consequence that there is even a risk of leakage, since the sealing ring also in the radial direction is taxed. It will therefore also be necessary to design a sealing ring such that it can absorb such a radial load. One can think of a reinforcement mat of tensile fibers, for example more or less comparable to the known structure of radial tires for cars.

Bij het onder hoge druk in het medium doorbuigen van de flenzen treedt verder het ongewenste verschijnsel op, dat de houtkoppen en de moeren ofwel worden gedwongen om een enigszins hellende stand aan te nemen waardoor er een buigend moment in de bout optreedt, ofwel, afhankelijk van de dimensionering van de bout, de bout recht blijft en de houtkoppen en de moeren in hun radiaal het meest naar binnen gelegen zone aanzienlijk zwaarder worden belast dan aan de daarvan af gekeerde zijde. Hoe het zij, er treden uiterst ongewenste belastingen op, die in extreme gevallen aanleiding kunnen geven tot mechanisch ongewenste verschijnselen. Daarbij komt, dat de eindvlakken onder de mediumdruk de neiging hebben uiteen te wijken. Daardoor neemt de aandrukkracht op de afdichtring af, hetgeen het risico op lekkage met zich meebrengt.Furthermore, when the flanges are bent under high pressure in the medium, the undesirable phenomenon occurs that the wood heads and the nuts are either forced to assume a slightly inclined position, causing a bending moment in the bolt, or depending on the dimensioning of the bolt, the bolt remains straight and the wood heads and the nuts are loaded considerably more heavily in their radially inmost zone than on the side facing away from them. Whatever the case, extremely undesirable loads occur, which in extreme cases can give rise to mechanically undesirable phenomena. In addition, the end faces under the medium pressure tend to diverge. As a result, the pressing force on the sealing ring decreases, which entails the risk of leakage.

Bij het installeren van een buiskoppeling van het type van de stand der techniek is de knikvastheid van de koppeling voor een belangrijk deel afhankelijk van de indrukbaarheid van de afdichtring. In het geval van een relatief harde en mechanisch stijve afdichtring zal de knikvastheid relatief groot zijn terwijl bij het gebruik van bijvoorbeeld meer rubberachtige materialen of elastomeren de knikvastheid te wensen kan overlaten.When installing a pipe coupling of the prior art type, the buckling resistance of the coupling is largely dependent on the compressibility of the sealing ring. In the case of a relatively hard and mechanically rigid sealing ring, the buckling resistance will be relatively high, while with the use of, for example, more rubbery materials or elastomers, the buckling resistance may leave something to be desired.

Een verder zeer belangrijk nadeel van de bekende koppeling met van doorgaande gaten voorziene flenzen, en bouten en moeren, is, dat door de aard van de constructie slechts discrete onderlinge hoekposities van de flenzen en daarmee van de langwerpige elementen mogelijk zijn. Dat is de reden, waarom de doorgaande gaten altijd zodanig ruim worden gedimensioneerd, dat het tijdens assemblage van een koppeling altijd mogelijk is, nog een kleine relatieve hoekverdraaiing toe te passen. Is een dergelijke hoekverdraaiing niet mogelijk, dan wordt in de praktijk vaak een langwerpig element op torsie belast om ondanks de gegeven beperking de koppeling toch tot stand te kunnen brengen. Aldus wordt ten minste één langwerpig element structureel op torsiespanning belast, hetgeen begrijpelijkerwijze zeer ongewenst is, in het bijzonder met het oog op de zeer hoge te accommoderen drukken en te weerstane temperaturen.A further very important drawback of the known coupling with flanges provided with through holes, and bolts and nuts, is that due to the nature of the construction only discrete mutual angular positions of the flanges and hence of the elongate elements are possible. That is the reason why the through holes are always dimensioned so broadly that it is always possible to apply a small relative angular displacement during the assembly of a coupling. If such an angular rotation is not possible, in practice an elongate element is often loaded on torsion in order to be able to establish the coupling despite the given limitation. At least one elongated element is thus structurally loaded on torsional stress, which is understandably very undesirable, in particular in view of the very high pressures and resistable temperatures.

Verder wordt opgemerkt dat door het aanbrengen van doorgaande gaten in de flenzen met een grotere diameter deze flenzen nog verder worden verzwakt. Het moge duidelijk zijn dat ook dit zeer ongewenst is.It is further noted that by providing through holes in the flanges with a larger diameter, these flanges are weakened even further. It is clear that this is also very undesirable.

Bedacht moet verder worden, dat de bouten en moeren bij de bekende buiskoppeling zich op een substantiële afstand van de thermische overdrachtszone bevinden in het geval van een verwarmd of juist gekoeld door de buizen getransporteerd medium of in geval van een warmtebron buiten de buiskoppeling. Hierdoor kunnen binnen in de buiskoppeling substantiële temperatuurverschillen optreden. Men zou dit zo kunnen formuleren, dat er in het gebied van de bouten altijd een vertraagde temperatuurverandering optreedt in het geval van een verandering van de temperatuur van het medium in de buizen van de koppeling. Dergelijke variaties van temperatuur zijn echter zeer gebruikelijk in de procesindustrie, bijvoorbeeld kraakinstallaties en dergelijke. Er wordt immers gebruik gemaakt van diverse op het medium inwerkende actieve elementen, zoals pompen en compressoren. Als gevolg daarvan is er een zeer breed spectrum van drukken en temperaturen, die in een onvoorspelbare sequentie dynamisch variëren. In het bijzonder de bouten zijn als gevolg daarvan aan vermoeiing en vroegtijdige veroudering onderhevig.It should further be borne in mind that the bolts and nuts of the known pipe coupling are at a substantial distance from the thermal transfer zone in the case of a medium transported or cooled by the pipe or in the case of a heat source outside the pipe coupling. As a result, substantial temperature differences can occur within the pipe coupling. This could be formulated in such a way that a delayed temperature change always occurs in the region of the bolts in the event of a change in the temperature of the medium in the tubes of the coupling. Such variations in temperature are, however, very common in the process industry, for example cracking installations and the like. After all, various active elements acting on the medium are used, such as pumps and compressors. As a result, there is a very wide spectrum of pressures and temperatures, which vary dynamically in an unpredictable sequence. The bolts in particular are consequently subject to fatigue and premature aging.

Omdat de bekende flenskoppeling zich niet leent voor enige exacte berekening, anders dan gebruikmaking van empirisch vastgestelde tabellen en dergelijke informatie, worden de bekende buiskoppelingen om veiligheidsredenen in de praktijk altijd substantieel overgedimensioneerd. Bedacht moet namelijk worden, dat in geval van bijvoorbeeld een verwarming van de bouten deze zullen uitzetten en de aandrukkrachten op de afdichting geringer zullen worden, hetgeen gepaard kan gaan met een minder betrouwbare afdichting en zelfs lekkage. In het geval van bijvoorbeeld een brand in de omgeving van een bekende buiskoppeling kan dit een zeer substantieel veiligheidsrisico met zich meebrengen.Because the known flange coupling does not lend itself to any precise calculation, other than using empirically determined tables and such information, the known pipe couplings are always substantially over-dimensioned for safety reasons. Namely, it should be borne in mind that in the case of, for example, heating of the bolts, they will expand and the pressure forces on the seal will be reduced, which may be accompanied by a less reliable seal and even leakage. In the case of, for example, a fire in the vicinity of a known pipe coupling, this can entail a very substantial safety risk.

Omdat op deze wijze de voorspanning in de koppeling kan variëren worden de schroefdraden van de bouten en de moeren bij het gebruik van roestvast staal, en in het bijzonder bij knelkoppelingen, vaak verzilverd tegen vreten. “Vreten” is het verschijnsel, dat er lokaal een vaak sterke plastische vervorming van het materiaal optreedt onder invloed van excessief grote drukken als gevolg van kleine contactoppervlakken. Verzilveren is een kostbaar procédé, maar het wordt in het algemeen als onontkoombaar gezien omdat bijvoorbeeld in de procesindustrie geen enkel veiligheidsrisico kan worden genomen.Because in this way the pre-stress in the coupling can vary, the threads of the bolts and the nuts when using stainless steel, and in particular with compression fittings, are often silver-plated against ejection. "Eating" is the phenomenon that locally a often strong plastic deformation of the material occurs under the influence of excessively large pressures due to small contact surfaces. Cashing in is a costly process, but it is generally considered inevitable because, for example, no safety risk can be taken in the process industry.

Deze nadelen van overdimensionering en het aanbrengen van zilveren deklagen en dergelijke worden met het oog op de essentiële veiligheidseisen voor lief genomen bij gebreke aan enige oplossing voor deze problemen.These disadvantages of overdimensioning and the application of silver coatings and the like are accepted in view of the essential safety requirements in the absence of any solution to these problems.

Zoals beschreven, is de betrouwbaarheid van de afdichting aldus in substantiële mate afhankelijk van het dynamische gedrag van de koppeling bij variërende drukken en temperaturen.As described, the reliability of the seal is thus substantially dependent on the dynamic behavior of the coupling at varying pressures and temperatures.

Verder is een koppeling van het omschreven type bekend, die zodanig is uitgevoerd, dat de afdichtring is geaccommodeerd in een rondgaande verdieping in ten minste één van de eindvlakken; de eindvlakken althans over corresponderende rondgaande zones complementaire vormen bezitten; de eindvlakken althans in de genoemde rondgaande zones onder invloed van de aandrukmiddelen in rechtstreeks contact met elkaar verkeren; en de afdichtring zodanig is uitgevoerd, dat hij in de geassembleerde toestand van de koppeling onder invloed van de aandrukmiddelen uitgeoefende aandrukkracht elasto-plastisch vervormd is en zich in dominante mate naar de vorm van de rondgaande verdieping(en) heeft gevoegd onder vrijlating van enige vrije ruimte.Furthermore, a coupling of the described type is known, which is designed such that the sealing ring is accommodated in a circumferential recess in at least one of the end faces; the end faces have complementary shapes at least over corresponding circumferential zones; the end faces are in direct contact with each other at least in the said circumferential zones under the influence of the pressing means; and the sealing ring is designed such that in the assembled state of the coupling, the pressure force exerted under the influence of the pressing means is elastoplastically deformed and has dominated to the shape of the circumferential recess (s) while releasing some free space.

Op deze wijze liggen de eindvlakken van de langwerpige elementen, die uit een mechanisch sterk en stijf materiaal bestaan, bijvoorbeeld roestvast staal, of dergelijke, althans in de genoemde rondgaande zones tegen elkaar en worden althans licht tegen elkaar gedrukt. Wezenlijk is, dat de door de aandrukmiddelen uitgeoefende kracht voldoend groot is om ervoor te zorgen, dat de afdichtring zijn juiste vervormingstoestand tijdens assemblage van de koppeling verkrijgt en die na assemblage van de koppeling behoudt. Ter plaatse van het contact van de afdichtring met de wand of wanden van de rondgaande verdieping waarin hij is geaccommodeerd is het essentieel dat de afdichtring zich onder elasto-plastische vervorming volledig voegt naar de betreffende oppervlakken. Deze kunnen nooit volledig glad zijn. Er resteren altijd microscopische ruwheden en bovendien worden de minimale ruwheden tevens bepaald door de lokale kristalstructuur.In this way the end faces of the elongated elements, which consist of a mechanically strong and rigid material, for example stainless steel, or the like, lie against each other at least in the said circumferential zones and are pressed against each other at least slightly. It is essential that the force exerted by the pressing means is sufficiently large to ensure that the sealing ring obtains its correct state of deformation during assembly of the coupling and retains it after assembly of the coupling. At the location of the contact of the sealing ring with the wall or walls of the circumferential floor in which it is accommodated, it is essential that the sealing ring fully adheres to the respective surfaces under elastic-plastic deformation. These can never be completely smooth. Microscopic roughness always remains and the minimum roughness is also determined by the local crystal structure.

De afdichtring is verdiept gelegen in de rondgaande verdieping en wordt derhalve nagenoeg niet in radiale richting belast. Dat heeft het grote voordeel, dat zelfs bij het doorvoeren van medium onder hoge druk door de buisvormige elementen de afdichtring slechts in beperkte mate onderhevig is aan radiale krachten. Daarom kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van relatief zachte rubbersoorten of elastomeren, terwijl niettemin de lekdichtheid van de koppeling onder zelfs de meest extreme omstandigheden gewaarborgd is. Overwogen kan worden, de eindvlakken van de buisvormige elementen zodanig af te werken, dat ze in samenwerking al een substantiële afdichtende functie vervullen. Ook daardoor kunnen de aan de afdichtring te stellen mechanische eisen minder zwaar zijn dan in het hiervoor beschreven geval volgens de stand der techniek.The sealing ring is recessed in the circular floor and is therefore practically not loaded in the radial direction. This has the great advantage that even when the medium is passed through high pressure through the tubular elements, the sealing ring is only subject to radial forces to a limited extent. Therefore, use can be made, for example, of relatively soft types of rubber or elastomers, while nevertheless the leak-tightness of the coupling is guaranteed under even the most extreme conditions. It may be considered to finish the end faces of the tubular elements in such a way that, in cooperation, they already fulfill a substantial sealing function. As a result, too, the mechanical requirements to be imposed on the sealing ring can be less severe than in the case of the prior art described above.

Zoals hierboven vermeld, heeft in de geassembleerde koppeling de afdichtring zich in dominante mate gevoegd naar de vorm van de rondgaande verdieping of verdiepingen, onder vrijlating van enige vrije ruimte. Dit is een voorwaarde om zeker te stellen, dat de eindvlakken tegen elkaar kunnen drukken. Als voorbeeld wordt gewezen op de compressiemodulus van natuurrubber, wat een denkbaar materiaal voor de afdichtring is. Rubber is, bijvoorbeeld analoog aan water, een in hoofdzaak incompressibel materiaal. Dat betekent dat het onder mechanische druk weliswaar van vorm kan veranderen, maar dat zijn volume nagenoeg gelijk blijft. In het voorliggende geval van bijvoorbeeld een verdieping met een rechthoekige radiale doorsnedevorm en een ronde rubberen ring, dus een O-ring, wordt de ring zodanig gedimensioneerd dat zijn radiale doorsnede oppervlak iets kleiner is dan het radiale dwarsdoorsnede-oppervlak van de verdieping.As mentioned above, in the assembled coupling, the sealing ring has dominated to the shape of the circular floor or floors, leaving some free space. This is a condition to ensure that the end faces can press against each other. As an example, reference is made to the compression modulus of natural rubber, which is a conceivable material for the sealing ring. Rubber is, for example analogous to water, a substantially incompressible material. This means that it may change shape under mechanical pressure, but that its volume remains practically the same. In the present case of, for example, a recess with a rectangular radial cross-sectional shape and a round rubber ring, i.e. an O-ring, the ring is dimensioned such that its radial cross-sectional area is slightly smaller than the radial cross-sectional area of the recess.

De effectiviteit van de afdichting wordt voor een belangrijk deel bepaald door de weglengte per eenheid van omtrekslengte, ofwel het oppervlak, waarmee het drukmedium wordt verhinderd zich naar buiten toe te verplaatsen.The effectiveness of the seal is largely determined by the path length per unit of circumferential length, or the surface, with which the printing medium is prevented from moving outwards.

Anders dan vaak wordt verondersteld, is het voor een goede afdichting noodzakelijk, dat de afdichtring niet alleen een elastische, maar altijd lokaal een elasto-plastische vervorming vertoont. Dit kan zo worden begrepen, dat door het uitoefenen van een toereikende druk op de afdichtring deze volgens de uitvinding tegen de wanden van de de ring omsluitende holte drukt, zodanig dat er zowel een elastische als een plastische vervorming optreedt. In het gebied van de druk-contactvlakken zal het materiaal sterk plastisch vervormd zijn, terwijl in deze plastisch vervormde zones omringende zones voornamelijk elastische vervorming optreedt. Aldus zijn de plastisch vervormde zones als het ware op de wijze van eilanden omgeven door elastisch vervormde gebieden. Dit is onder alle omstandigheden wezenlijk voor een goede afdichting.Contrary to what is often assumed, it is necessary for a good seal that the seal ring not only exhibits an elastic but always locally an elastic-plastic deformation. This can be understood to mean that by applying a sufficient pressure to the sealing ring, the latter, according to the invention, presses against the walls of the cavity enclosing the ring, such that both an elastic and a plastic deformation occur. In the area of the pressure-contact surfaces, the material will be highly plastically deformed, while in these plastically deformed zones surrounding zones predominantly elastic deformation occurs. Thus, the plastically deformed zones are, as it were, surrounded by elastically deformed regions in the manner of islands. This is essential for a good seal under all circumstances.

Hierbij moet worden aangetekend dat, als eenmaal een geassembleerde koppeling bijvoorbeeld moet worden gerepareerd en daartoe moet worden ontmanteld, de afdichtring niet opnieuw mag worden gebruikt maar moet worden vervangen door een nieuwe afdichtring. Het materiaal van de afdichtingring verkeert in de geassembleerde toestand van de koppeling lokaal in een toestand van hydrostatische druk, waarin de druk op elke plaats in het materiaal van de afdichtring gelijk is.It should be noted here that, once an assembled coupling has to be repaired and dismantled for this purpose, the sealing ring may not be reused but must be replaced by a new sealing ring. The material of the seal ring is in the assembled state of the coupling locally in a state of hydrostatic pressure, wherein the pressure is the same at any location in the material of the seal ring.

Een koppeling van het hiervoor omschreven type is bekend uit US-A-3 746 348. Volgens de uitvinding vertoont de koppeling de bijzonderheid, dat de uitstekende delen aan hun van elkaar af gewende zijden omwentelingssymmetrische, in de richting van de eindvlakken toe zich verbredende eerste contactvlakken bezitten, die gelijke vormen vertonen maar tegengesteld georiënteerd zijn; tijdens het assembleren van de koppeling de contactvlakken in axiale richting naar elkaar worden gedrongen door het in radiale richtingen naar elkaar toe dringen van de delen, met op elke positie dezelfde radiale doorsnede, van een uit ten minste twee delen bestaande gedeelde drukring met een rondgaande interne verdieping met twee naar elkaar gerichte met de eerste contactvlakken in hoofdzaak complementaire tweede contactvlakken, waarvan de vorm en helling overeenkomt met die van de eerste contactvlakken; en na het aldus tegen elkaar drukken van de eindvlakken een borgmiddel geactiveerd is, bijvoorbeeld een als borgmiddel dienst doende borgring over de buitenvlakken van de drukringdelen aangebracht is.A coupling of the type described above is known from US-A-3 746 348. According to the invention, the coupling has the special feature that the protruding parts on their sides facing away from each other are rotationally symmetrical, widening towards the end faces. have contact surfaces that have similar shapes but are oriented in the opposite direction; during assembly of the coupling, the contact surfaces are urged towards each other in the axial direction by urging the parts towards each other in radial directions, with the same radial section at each position, of a shared pressure ring consisting of at least two parts with a circumferential internal storey with two mutually complementary second contact surfaces facing the first contact surfaces, the shape and slope of which correspond to those of the first contact surfaces; and after the end surfaces are thus pressed against each other a locking means is activated, for example a locking ring serving as locking means is arranged over the outer surfaces of the pressure ring parts.

Door deze structuur kan geheel worden af gezien van het gebruik van gaten, die immers tot de mechanische verzwakking aanleiding geven. Door deze structuur volgens de uitvinding vindt er een volledig egale en uniforme krachtenverdeling plaats, zonder dat het noodzakelijk is om bouten te plaatsen en moeren volgens een streng protocol aan te draaien.This structure makes it possible to completely dispense with the use of holes, which after all give rise to the mechanical weakening. Due to this structure according to the invention, a completely even and uniform distribution of forces takes place, without it being necessary to place bolts and tighten nuts according to a strict protocol.

In een praktisch uitvoeringsvoorbeeld is de koppeling zodanig uitgevoerd, dat de uitstekende delen onbeweeglijk met de betreffende langwerpige elementen verbonden zijn.In a practical embodiment, the coupling is designed in such a way that the projecting parts are immovably connected to the relevant elongate elements.

In dit laatste geval wordt de voorkeur gegeven aan een uitvoering, waarin de uitstekende delen integraal met de betreffende langwerpige elementen gevormd of daarmee onverbrekelijk verbonden zijn.In the latter case preference is given to an embodiment in which the projecting parts are integrally formed with the relevant elongate elements or are inextricably connected thereto.

Als alternatief kan gebruik worden gemaakt van een uitvoering, waarin de uitstekende delen separaat van de langwerpige elementen zijn en daarmee gekoppeld zijn door de door de aandrukmiddelen uitgeoefende drukkrachten.As an alternative, use can be made of an embodiment in which the projecting parts are separate from the elongated elements and are coupled thereto by the pressing forces exerted by the pressing means.

Bij voorkeur vertoont de koppeling volgens de uitvinding het kenmerk, dat de of elke verdieping symmetrisch ten opzichte van de hartlijn gelegen is.The coupling according to the invention is preferably characterized in that the or each floor is symmetrical with respect to the center line.

Hiermee wordt elke asymmetrie voorkomen, die immers aanleiding zou kunnen geven tot een mechanische belasting onder invloed van het onder druk doorgevoerde medium, die tot een zekere knik ter plaatse van de koppeling aanleiding zou kunnen geven.This avoids any asymmetry, which after all could give rise to a mechanical load under the influence of the medium fed through under pressure, which could give rise to a certain kink at the location of the coupling.

Volgens weer een ander aspect van de uitvinding vertoont de koppeling de bijzonderheid, dat de langwerpige elementen buisvormig zijn, en de open einden van de twee doorstroomruimten gelijke vormen bezitten en de buisvormige elementen in register zijn geplaatst, zodanig, dat de wanden van de twee doorstroomruimten in hoofdzaak glad en vloeiend aan elkaar aansluiten.According to yet another aspect of the invention, the coupling has the special feature that the elongated elements are tubular, and the open ends of the two flow-through spaces have the same shapes and the tubular elements are placed in register, such that the walls of the two flow-through spaces connect smoothly and smoothly.

Met deze uitvoering wordt voorkomen dat er enige verstoring van de mediumstroming door de koppeling optreedt. De beschreven verschijnselen van de stand der techniek, zoals mechanische trillingen, brommen, fluiten en piepen, zijn hierdoor de facto uitgesloten.With this embodiment it is prevented that some disruption of the medium flow through the coupling occurs. The described phenomena of the prior art, such as mechanical vibrations, humming, whistling and squeaking, are hereby de facto excluded.

In een specifieke uitvoering vertoont de koppeling de bijzonderheid dat de drukring twee in axiale richting gescheiden drukringsegmenten omvat, die elk samengesteld zijn uit ten minste twee drukringdelen; de borgring twee in axiale richting gescheiden borgringdelen omvat, die samenwerken met de twee respectieve drukringsegmenten; en de drukringsegmenten met elkaar verbonden zijn door middel van een althans min of meer conische schroefkoppeling.In a specific embodiment the coupling has the special feature that the pressure ring comprises two pressure ring segments separated in axial direction, each of which is composed of at least two pressure ring parts; the locking ring comprises two axially separated locking ring parts which cooperate with the two respective pressure ring segments; and the pressure ring segments are connected to each other by means of an at least more or less conical screw coupling.

Dergelijke schroefkoppelingen zijn op zichzelf bekend. Veel dergelijke schroefkoppelingen zijn voor het onderhavige doel echter nauwelijks of niet geschikt. Bedacht moet worden dat een gebruikelijke conische schroefkoppeling niet zelf-centrerend is, ondanks de schijn van correcte uitlijning. Daarom wordt de voorkeur gegeven aan een koppeling van het hiervoor beschreven type, die het kenmerk vertoont dat het ene drukringsegment een externe schroefdraad en een andere drukringsegment een daarmee complementaire interne schroefdraad bezit, de schroefdraden zijn gesuperponeerd op twee, zich in de richting van een hartlijn monotoon vernauwende respectievelijk verbredende, bijvoorbeeld afgeknotte-kegelvormige basisvlakken, de langsdoorsnede van elk van de schroefdraden ten opzichte van de hartlijn een periodieke eenwaardige functie is, die althans in de buigpunten continu is, de eerste afgeleide van de langsdoorsnede van elke schroefdraad langs het basisvlak een continue functie is; de tweede afgeleide van de langsdoorsnede van elke schroefdraad langs het basisvlak een continue functie is; de tweede afgeleide van de langsdoorsnede van elke schroefdraad ten opzichte van de hartlijn althans in het gebied van de buigpunten een continue functie is; de functie is berekend op basis van een Fourier-reeks; en de harmonischen boven een gekozen maximaal rangnummer, bijvoorbeeld 5, zijn verwaarloosd; als gevolg waarvan de schroefdraden over een substantieel, van lijncontact afwijkend oppervlak in contact met elkaar verkeren.Such screw couplings are known per se. However, many such screw couplings are hardly or not suitable for the present purpose. It should be borne in mind that a conventional conical screw coupling is not self-centering, despite the appearance of correct alignment. Therefore, a coupling of the type described above is preferred, which is characterized in that one pressure ring segment has an external screw thread and another pressure ring segment has an internal screw thread which is complementary thereto, the threads are superimposed on two, in the direction of a center line monotonically narrowing or widening, for example truncated, conical base planes, the longitudinal section of each of the threads is a periodic univalent function with respect to the axis, which is continuous at least in the points of bend, the first derivative of the longitudinal section of each thread along the base plane a continuous function; the second derivative of the longitudinal section of each thread along the base surface is a continuous function; the second derivative of the longitudinal section of each thread with respect to the axis is at least in the region of the inflection points a continuous function; the function is calculated based on a Fourier series; and the harmonics above a selected maximum rank number, for example 5, are neglected; as a result of which the threads are in contact with each other over a substantial surface deviating from line contact.

Voor een extreem grote betrouwbaarheid en een totale afwezigheid van kruip kan de koppeling van het hiervoor beschreven type het kenmerk vertonen dat de borgring een monokristallijn materiaal omvat, bijvoorbeeld monokristallijn staal of koolstof.For an extremely high reliability and a total absence of creep, the coupling of the type described above can have the feature that the locking ring comprises a monocrystalline material, for example monocrystalline steel or carbon.

Als alternatief kan ook gebruik gemaakt worden van een variant, waarin de koppeling de bijzonderheid vertoont, dat de borgring vezels met hoge treksterkte omvat, bijvoorbeeld van glas, koolstof, borium, aramide, verstrekte PE (polyetheen).Alternatively, use can also be made of a variant in which the coupling has the special feature that the locking ring comprises fibers with high tensile strength, for example of glass, carbon, boron, aramid, stretched PE (polyethylene).

Volgens weer een ander aspect van de uitvinding kan de koppeling het kenmerk vertonen, dat de eerste en de tweede contactvlakken beide een afgeknotte-kegelvorm bezitten.According to yet another aspect of the invention, the coupling can be characterized in that the first and the second contact surfaces both have a truncated cone shape.

In een specifieke uitvoering vertoont de koppeling de bijzonderheid, dat het ene drukringdeel ten minste één eerste permanente magneet, bijvoorbeeld van neodymium, omvat; en het tweede drukringdeel ten minste één met de eerste permanente magneet samenwerkende andere permanente magneet of een ferromagnetisch anker omvat. Neodymium is een extreem sterk permanent-magnetisch materiaal. In het geval waarin de einden van de drukringdelen de polen van een neodymium-magneet vormen en de polen van aangrenzende drukringdelen elkaar aantrekken en de betreffende vlakken exact complementair zijn, in het bijzonder zich in radiale richting uitstrekken, wordt een buitengewoon sterke hechting tussen de drukringdelen gerealiseerd. Niettemin blijft het onder alle omstandigheden wenselijk, gebruik te maken van een borgring, die bijvoorbeeld het uiteenvallen van de drukring als gevolg van onoordeelkundig gebruik, in het bijzonder stoten, kan voorkomen.In a specific embodiment the coupling has the special feature that the one pressure ring part comprises at least one first permanent magnet, for example of neodymium; and the second pressure ring part comprises at least one other permanent magnet or a ferromagnetic anchor cooperating with the first permanent magnet. Neodymium is an extremely strong permanent-magnetic material. In the case where the ends of the pressure ring members form the poles of a neodymium magnet and the poles of adjacent pressure ring members attract each other and the respective surfaces are exactly complementary, in particular extending radially, an extremely strong adhesion between the pressure ring members becomes realised. Nevertheless, under all circumstances it remains desirable to use a locking ring which, for example, can prevent the pressure ring from falling apart as a result of improper use, in particular impacts.

De drukring bestaat bij voorkeur uit twee delen, die met voordeel identiek kunnen zijn.The pressure ring preferably consists of two parts, which can advantageously be identical.

De borgring kan zijn vervaardigd van een relatief inherent stijf materiaal, zoals staal. Eventueel zou ook gebruik kunnen worden gemaakt van een snaar, een draad of een band, die rond de drukringdelen wordt aangebracht, wordt aangetrokken tot een zekere spanning en vervolgens gefixeerd. Gedacht kan worden aan een knevel of een professionele, industriële uitvoering van een bekende slangenklem, die een gesloten treksterke band, bijvoorbeeld van staal, omvat, waarvan de omtrek kan worden verkleind door het aandraaien van een schroef. De noodzakelijke kracht is in relatie tot de zeer grote krachten die optreden als gevolg van de hoge druk in het medium in de buisvormige elementen in wezen verwaarloosbaar. Daarom behoeft de borgring niet aan mechanisch zeer zware eisen te voldoen.The circlip can be made of a relatively inherently stiff material, such as steel. Optionally, use could also be made of a string, a wire or a band, which is arranged around the pressure ring parts, is attracted to a certain tension and then fixed. A clamp or a professional, industrial version of a known hose clamp can be envisaged, which comprises a closed tensile band, for example of steel, the circumference of which can be reduced by tightening a screw. The necessary force is essentially negligible in relation to the very large forces that occur as a result of the high pressure in the medium in the tubular elements. That is why the circlip does not have to meet very high mechanical requirements.

In een verdere uitvoering vertoont de koppeling de bijzonderheid, dat de eerste en de tweede contactvlakken delen van de mantelvlakken van imaginaire kegels zijn, waarvan de halve tophoek een grootte (90-X)° bezit, waarin X een zodanige waarde heeft, dat de drukringdelen, na aandrukking op de uitstekende delen, daarop in positie blijven onder invloed van de wrijving tussen de contactvlakken en in het bijzonder is gelegen in de volgende, in volgorde van voorkeur aangegeven gebieden 55°-85°, 60°-80°, 65°-75°, 67°-73°.In a further embodiment the coupling has the special feature that the first and the second contact surfaces are parts of the lateral surfaces of imaginary cones, the half apex of which has a magnitude (90-X) °, wherein X has such a value that the pressure ring parts , after pressing on the protruding parts, remain in position thereon under the influence of the friction between the contact surfaces and in particular is located in the following, in order of preference indicated ranges 55 ° -85 °, 60 ° -80 °, 65 ° -75 °, 67 ° -73 °.

Hieruit blijkt, dat zich een bepaalde voorkeur aftekent voor een in de orde van grootte van 70°. Wezenlijk is echter, dat er, vergelijkbaar met de werking van een wig, door de radiale verplaatsing van de borgringdelen een axiale aandrukkracht optreedt, die de afdichtring comprimeert, tot de situatie, waarin de eindvlakken van de langwerpige elementen met kracht tegen elkaar drukken.This shows that a certain preference is apparent for an order of magnitude of 70 °. However, it is essential that, similar to the action of a wedge, an axial pressing force occurs due to the radial displacement of the locking ring parts, which compresses the sealing ring, to the situation in which the end faces of the elongate elements forcefully press against each other.

De op de diverse elementen van de koppeling werkzame krachten kunnen zeer groot zijn. In verband met de onvermijdelijke afstand tussen de bron van de krachten, namelijk de druk in het in de buisvormige elementen aanwezige medium en de contactvlakken kan niet voorkomen worden, dat er momentkrachten optreden. Deze zullen substantieel geringer zijn dan die welke optreden bij de flenskoppelingen volgens de stand der techniek, maar geheel afwezig zijn ze niet. In verband daarmee verdient een uitvoering de voorkeur, waarin in de ringvormige overgangsgebieden tussen de buitenvlakken van de langwerpige elementen en de betreffende afgeknotte-kegelvormige eerste contactvlakken tegen kerfwerking werkzame rondgaande afgeronde verdiepingen aanwezig zijn.The forces acting on the various elements of the coupling can be very great. Due to the inevitable distance between the source of the forces, namely the pressure in the medium present in the tubular elements and the contact surfaces, moment forces cannot be prevented. These will be substantially smaller than those that occur with the flange couplings according to the prior art, but they are not completely absent. In connection with this, an embodiment is preferred in which circular rounded recesses are present in the annular transition regions between the outer surfaces of the elongate elements and the respective frusto-conical first contact surfaces against notching.

Om dezelfde reden kan in een andere uitvoering of in combinatie met de hiervoor beschreven uitvoering de koppeling de bijzonderheid vertonen, dat in de ringvormige overgangsgebieden tussen het zich tussen de tweede contactvlakken uitstrekkende vlak en die tweede contactvlakken van de drukringdelen tegen kerfwerking werkzame rondgaande afgeronde verdiepingen aanwezig zijn.For the same reason, in another embodiment or in combination with the embodiment described above, the coupling can have the special feature that circumferential rounded recesses are present in the annular transition regions between the surface extending between the second contact surfaces and those second contact surfaces of the pressure ring parts against notch effect. to be.

De koppeling kan verder de bijzonderheid vertonen dat de eerste en de tweede contactvlakken vloeiende, afgeronde vormen bezitten en aan hun brede eindzones en aan hun smalle eindzones met elkaar samenvallende, met de hartlijn coaxiale raakcilinders bezitten; en de eerste en de tweede contactvlakken buigvlakken met een afgeknotte-kegelvorm vertonen, die buigcirkels met de contactvlakken gemeen hebben.The coupling can further have the special feature that the first and the second contact surfaces have flowing, rounded shapes and have coaxial tangent cylinders coincial with their axis and coincial at their wide end zones and at their narrow end zones; and the first and the second contact surfaces have bending surfaces with a truncated cone shape, which have bending circles in common with the contact surfaces.

Een dergelijke koppeling heeft het voordeel, dat voor enige kerfwerking niet gevreesd behoeft te worden. Daarmee kan worden afgezien van anti-kerfwerking-voorzieningen in de vorm van uitgefreesde verdiepte afgeronde groeven. Dit kan sterk kostenverlagend werken.Such a coupling has the advantage that there is no fear of any notch effect. This makes it possible to dispense with anti-notch action provisions in the form of milled, recessed, rounded grooves. This can greatly reduce costs.

Omdat er zich technisch een voorkeur aftekent voor contactvlakken met vormen die grosso modo overeenkomen met de mantelvlakken van afgeknotte kegels, kan met voordeel gebruik worden gemaakt van een uitvoering, waarin de contactvlakken over een substantieel gebied ter weerszijden van de buigcirkels vormen bezitten die althans bij benadering overeenkomen met de vorm van de buigvlakken.Because there is a technical preference for contact surfaces with shapes that roughly correspond to the lateral surfaces of truncated cones, advantageously use can be made of an embodiment in which the contact surfaces have shapes over a substantial area on either side of the bending circles which are at least approximately match the shape of the bending surfaces.

De vorm van de buigvlakken kan overeenkomen met de hiervoor gegeven specificatie, in volgorde van voorkeur 55°-85°, 60°-80°, 65°-75°, 67°-73°. Met een dergelijke dimensionering blijft de Coulomb-wrijving maatgevend voor de soliditeit van de koppeling voorafgaand aan het aanbrengen van de borgring.The shape of the bending surfaces can correspond to the specification given above, in order of preference 55 ° -85 °, 60 ° -80 °, 65 ° -75 °, 67 ° -73 °. With such a dimensioning, the Coulomb friction remains normative for the solidity of the coupling prior to the fitting of the locking ring.

In een specifieke uitvoering vertoont de koppeling het kenmerk, dat de axiale doorsnede van elk van de contactvlakken voldoet aan de vergelijking f(x) = A.sinB πχ, waarin x = de axiale locatie; A = een met de radiale uitgestrektheid van het betreffende contactvlak recht evenredige constante; B = een te kiezen macht, in volgorde van voorkeur: B > 10; B > 20; B > 40.In a specific embodiment, the coupling is characterized in that the axial section of each of the contact surfaces satisfies the equation f (x) = A.sinB πχ, where x = the axial location; A = a constant proportional to the radial extent of the contact surface in question; B = a power to choose, in order of preference: B> 10; B> 20; B> 40.

Volgens een zeer belangrijk aspect van de uitvinding vertoont de koppeling de bijzonderheid, dat de borgringdelen uitsluitend door contact tussen de eerste en de tweede contactvlakken met de uitstekende delen in aangrijping verkeren. Begrepen moet worden, dat de eindvlakken van de met elkaar gekoppelde langwerpige elementen moeten worden beschouwd als de enige mechanische, harde aanslag. Bepalend voor de uitvinding is immers, dat deze vlakken over althans in hoofdzaak hun volledige oppervlakken in drukcontact met elkaar verkeren. Hierdoor is de contactdruk substantieel geringer dan de contactdruk op de houtkoppen en de moeren tegen de flenzen van de bekende buiskoppeling terwijl bovendien, anders dan bij de bekende koppeling, de mate van indrukking en vervorming van de afdichtring niet afhangt van de wijze waarop de koppeling is geassembleerd door een monteur, maar uitsluitend van de in de fabriek nauwkeurig bepaalde dimensioneringsvoorschriften.According to a very important aspect of the invention, the coupling has the special feature that the locking ring parts are in engagement with the projecting parts only through contact between the first and the second contact surfaces. It is to be understood that the end faces of the elongated elements coupled to each other must be regarded as the only mechanical, hard stop. After all, it is decisive for the invention that these surfaces are in pressure contact with each other over at least substantially their entire surfaces. As a result, the contact pressure is substantially lower than the contact pressure on the wood heads and the nuts against the flanges of the known pipe coupling, while, moreover, unlike the known coupling, the degree of compression and deformation of the sealing ring does not depend on the manner in which the coupling is assembled by a fitter, but exclusively from the dimensioning specifications that are accurately determined at the factory.

Door de aard van de koppeling volgens de uitvinding vervolgens met de samenwerkende afgeknotte-kegelvormige contactvlakken vindt bij het assembleren van de koppeling zonder enige extra inspanning als vanzelf een correcte registratie van de eindzones van de langwerpige elementen plaats. Hiermee wordt voorkomen, dat zich ter plaatse van de aan elkaar aansluitende binnenranden van de contactvlakken, tevens de eindranden van de doorstroombare ruimten van de langwerpige, in dit geval buisvormige elementen, enige onregelmatigheid optreedt, bijvoorbeeld een als stromingsobstakel werkend obstakel, waardoor het eerder beschreven trillen, brommen, fluiten of piepen tijdens een mediumstroming kan optreden. Als gevolg van de beschreven structuur met de afgeknotte-kegelvormige contactvlakken is dit ongewenste verschijnsel nagenoeg volledig voorkomen.Due to the nature of the coupling according to the invention then with the cooperating frusto-conical contact surfaces, correct assembly of the end zones of the elongate elements is automatically carried out during assembly of the coupling without any additional effort. Herewith it is prevented that at the location of the adjoining inner edges of the contact surfaces, also the end edges of the flow-through spaces of the elongated, in this case tubular elements, some irregularity occurs, for example an obstacle acting as a flow obstacle, whereby the previously described vibrating, humming, whistling or beeping during a medium flow can occur. As a result of the described structure with the frusto-conical contact surfaces, this undesired phenomenon is virtually completely prevented.

Ter verdere verzekering van een zeer nauwkeurige registratie kan de koppeling de bijzonderheid vertonen, dat aan de eindvlakken met elkaar samenwerkende registratietreden aansluiten.In order to further ensure a very accurate registration, the coupling can have the special feature that registration steps co-operating with each other on the end faces.

Teneinde de onderlinge positionering van de eindzones van de langwerpige elementen met de registratietreden zo gemakkelijk mogelijk te doen plaatsvinden bij de assemblage van de koppeling kan de koppeling de bijzonderheid vertonen, dat de registratietreden ten minste één zoekrand vertonen.In order to make the mutual positioning of the end zones of the elongated elements with the registration steps as easy as possible during the assembly of the coupling, the coupling can have the special feature that the registration steps have at least one search edge.

In een specifieke uitvoering kan de koppeling de bijzonderheid vertonen, dat de drukringdelen een in radiale richting buitenwaarts zich in axiale richting verbredende vorm vertonen tot ongeveer de radiale positie van de radiale buitenrand van de uitstekende delen, zodanig, dat de lokale momentspanningen in de drukringdelen in het gebied van de zich verbredende vorm althans min of meer constant zijn.In a specific embodiment the coupling can have the special feature that the pressure ring parts have a radially outward broadening shape to approximately the radial position of the radial outer edge of the projecting parts, such that the local momentary stresses in the pressure ring parts the area of the widening shape are at least more or less constant.

De drukringdelen vertonen in axiale doorsnede een algemene U-vorm. Als gevolg van deze vorm in combinatie met de ringvorm vertonen de drukringdelen een zeer grote buigstijfheid. Deze wordt in het bijzonder veroorzaakt door de benen van de U. In verband daarmee behoeft het tussenliggende deel, dat een algemeen cilindrische vorm bezit, mechanisch niet zeer sterk of stijf te zijn. Duidelijk moge wel zijn, dat daar uit mechanisch oogpunt niettemin een zekere minimale eisen qua sterkte en stijfheid aan moeten worden gesteld. In verband daarmee kan de koppeling de bijzonderheid vertonen, dat de langwerpige elementen buisvormig zijn en een bepaalde wanddikte bezitten; en de kleinste radiale uitgestrektheid van elk drukringdeel in het axiale gebied van de grootste diameter van de uitstekende delen althans bij benadering even groot is als de wanddikte van de buisvormige elementen.The pressure ring parts have a general U-shape in axial section. As a result of this shape in combination with the ring shape, the pressure ring parts exhibit a very high bending stiffness. This is caused in particular by the legs of the U. In connection therewith, the intermediate part, which has a generally cylindrical shape, need not be very strong or rigid mechanically. It may be clear, however, that from a mechanical point of view a certain minimum requirement in terms of strength and stiffness must nevertheless be imposed. In connection therewith, the coupling can have the special feature that the elongated elements are tubular and have a specific wall thickness; and the smallest radial extent of each compression ring portion in the axial region of the largest diameter of the projecting portions is at least approximately as large as the wall thickness of the tubular members.

Aan de borgring worden mechanisch slechts beperkte eisen gesteld. De lokale hoepelspanning aan het buitenvlak van de drukringdelen is gering en de borgring dient er in wezen alleen voor, ervoor te zorgen dat de drukringdelen zodanig samenwerken met de contactvlakken van de uitstekende delen, dat de eindvlakken van de langwerpige elementen onder alle omstandigheden tegen elkaar blijven liggen.Only limited demands are made of the locking ring mechanically. The local hoop tension on the outer surface of the pressure ring parts is low and the locking ring serves essentially only to ensure that the pressure ring parts cooperate with the contact surfaces of the projecting parts such that the end surfaces of the elongate elements remain against each other under all circumstances lie.

In verband hiermee kan de koppeling het kenmerk vertonen, dat de borgring strak rond de geassembleerde drukring past, eventueel met enige vervorming.In connection with this, the coupling can have the feature that the locking ring fits tightly around the assembled thrust ring, possibly with some distortion.

In een belangrijke uitvoering vertoont de koppeling de bijzonderheid, dat de borgring is vervaardigd door een ring van een staal, onder versteviging van het materiaal, tot de gewenste omtrek op te rekken, zodanig, dat de verkregen borgring bestaat uit verenstaal met een ten opzichte van het oorspronkelijke staal substantieel verhoogde treksterkte.In an important embodiment the coupling has the special feature that the locking ring is made by stretching a ring of a steel, with reinforcement of the material, to the desired circumference, such that the resulting locking ring consists of spring steel with a the original steel substantially increased tensile strength.

In deze uitvoering kan het verenstaal, dat de vorm van een metalen band bezit, als gevolg van zijn zeer hoge treksterkte een geringe dikte bezitten. Bijvoorbeeld kan worden gedacht aan een dikte van in de orde van slechts 0,5 mm.In this embodiment, the spring steel, which is in the form of a metal strip, may have a small thickness due to its very high tensile strength. A thickness of the order of only 0.5 mm can for example be envisaged.

Bijvoorbeeld kan het uitgangsmateriaal, bijvoorbeeld chroom-nikkel-staal met een treksterkte in de orde van 200 N/mm2, op deze wijze worden getransformeerd in verenstaal dat door versteviging een treksterkte van bijvoorbeeld 1000 N/mm2 of meer heeft verkregen.For example, the starting material, for example chromium-nickel steel with a tensile strength of the order of 200 N / mm 2, can be transformed in this way into spring steel which has obtained a tensile strength of, for example, 1000 N / mm 2 or more.

Voor een gemakkelijk assembleren van de koppeling kan de koppeling het kenmerk vertonen, dat de geassembleerde drukring een prismatisch buitenvlak bezit en de borgring een corresponderend gevormd prismatisch borgringdeel vertoont; aan het prismatische borgringdeel aan althans één axiaal einde een rondgaande zoekrand aansluit; en het prismatische deel van de borgring op zijn positie is gebracht door het passeren van de zoekrand en het, eventueel met enige kracht, verder verschuivend aanduwen van de borgring.For easy assembly of the coupling, the coupling can be characterized in that the assembled thrust ring has a prismatic outer surface and the locking ring has a correspondingly shaped prismatic locking ring part; a circumferential locating edge connects to the prismatic locking ring part at least one axial end; and the prismatic part of the locking ring is brought to its position by passing the locating edge and, possibly with some force, pushing the locking ring further slidingly.

Onder het begrip “prismatisch” wordt een structuur verstaan, die op elke axiale lokatie dezelfde dwarsdoorsnede vorm vertoont. Deze dwarsdoorsnede kan bijvoorbeeld rond, elliptisch of veelhoekig zijn.The term "prismatic" means a structure that exhibits the same cross-sectional shape at each axial location. This cross-section can be, for example, round, elliptical or polygonal.

Gebruik kan worden gemaakt van een eenvoudig gereedschap dat enerzijds aangrijpt aan ten minste één langwerpig element en anderzijds aanduwend samenwerkt met de betreffende eindrand van de borgring.Use can be made of a simple tool which, on the one hand, engages at least one elongated element and, on the other hand, cooperatively pushes with the relevant end edge of the locking ring.

Volgens een bepaald aspect van de uitvinding vertoont de koppeling de bijzonderheid, dat het buitenvlak een cilindrische vorm bezit. Een dergelijke omwentelingssymmetrische vorm is technisch logisch en ligt in dezelfde lijn als die uitvoeringen van de voorliggende koppeling, waarin de langwerpige elementen onder elke gewenste relatieve hoekstand kunnen worden gekoppeld.According to a particular aspect of the invention, the coupling has the special feature that the outer surface has a cylindrical shape. Such a rotationally symmetrical shape is technically logical and is in the same line as those versions of the preceding coupling, in which the elongated elements can be coupled at any desired relative angular position.

Als alternatief kan de koppeling de bijzonderheid vertonen, dat het buitenvlak een onronde vorm bezit.Alternatively, the coupling can have the special feature that the outer surface has an unround shape.

Bijvoorbeeld kan deze koppeling zodanig uitgevoerd zijn, dat het buitenvlak een dwarsdoorsnede met de vorm van een regelmatige veelhoek, in het bijzonder een zeshoek of een achthoek, bezit. Een dergelijke uitvoering heeft het praktische voordeel, dat de drukringdelen gemakkelijker en met een geringere contactdruk door een gereedschap naar elkaar kunnen worden gedrukt voor het tot stand brengen van de koppeling dan in het geval van een buitenvlak met een cilindrische vorm. Zeker in het geval waarin gebruik wordt gemaakt van een conische schroefverbinding moeten de drukringdelen tegen elkaar worden gedrukt en vervolgens met kracht geroteerd. Het moge duidelijk zijn dat een gereedschap gemakkelijker aangrijpt op een onronde structuur, bijvoorbeeld een veelhoekige vorm, dan een ronde structuur.This coupling can for instance be designed such that the outer surface has a cross-section in the form of a regular polygon, in particular a hexagon or an octagon. Such an embodiment has the practical advantage that the pressure ring parts can be pressed towards each other more easily and with a lower contact pressure for establishing the coupling than in the case of an outer surface with a cylindrical shape. Certainly in the case where use is made of a conical screw connection, the pressure ring parts must be pressed against each other and subsequently rotated with force. It will be clear that a tool will more easily engage on an unround structure, for example a polygonal shape, than a round structure.

Volgens weer een ander aspect van de uitvinding vertoont de koppeling de bijzonderheid, dat de borgring op de drukring gekrompen is, ofwel door hem eerst te verwarmen, hem vervolgens over de drukring in positie te schuiven en hem ten slotte te laten afkoelen, ofwel door de drukring eerst af te koelen, bijvoorbeeld met behulp van vloeibare stikstof, vervolgens de borgring over de drukring in positie te schuiven en de drukring vervolgens te laten opwarmen. Een dergelijke koppeling heeft het voordeel, relatief gemakkelijk tot stand te kunnen worden gebracht, namelijk door de drukring met een verwarmingsinrichting zodanig te verwarmen of de drukringdelen zodanig af te koelen, dat de borgring met weinig of geen kracht over de drukringdelen kan worden geschoven en vervolgens door de temperatuurvereffening van de drukringdelen en de borgring onder trekspanning daarop wordt vastgezet. Voor het verwijderen van de borgring kan hij ofwel met een gereedschap van de drukringdelen worden afgeschoven, ofwel hij wordt bijvoorbeeld doorgeslepen en voor het her-assembleren van de koppeling vervangen door een nieuwe borgring.According to yet another aspect of the invention, the coupling has the special feature that the locking ring has shrunk on the pressure ring, either by first heating it, then sliding it over the pressure ring and then allowing it to cool, or by first to cool the pressure ring, for example with the aid of liquid nitrogen, then to slide the locking ring over the pressure ring in position and then to let the pressure ring heat up. Such a coupling has the advantage that it can be realized relatively easily, namely by heating the pressure ring with a heating device or cooling the pressure ring parts such that the locking ring can be slid over the pressure ring parts with little or no force and then is fixed thereon by the temperature equalization of the pressure ring parts and the locking ring under tensile stress. To remove the circlip, it can either be pushed off the pressure ring parts with a tool or, for example, it is ground and replaced by a new circlip for reassembling the coupling.

Een wezenlijk voordeel van de uitvoering van de koppeling volgens de uitvinding met de samenwerkende afgeknotte-kegelvormige contactvlakken is, dat hij, anders dan de buiskoppeling met flenzen, bouten en moeren volgens de stand der techniek, niet uitsluitend in discrete onderlinge posities van de langwerpige elementen kan worden geassembleerd, maar dat de onderlinge hoekpositie van de buizen zonder enige beperking naar wens kan worden gekozen. Tijdens de assemblage kan desgewenst zelfs enige rotatie van de eindzones van de langwerpige elementen plaatsvinden, mochten de omstandigheden dat wenselijk maken. Een dergelijke rotatie heeft, anders dan hierboven beschreven bij de stand der techniek, niet het gevolg dat er torsiekrachten in de langwerpige elementen optreden. De langwerpige elementen bij de koppeling volgens dit aspect van de uitvinding, met alle deelaspecten, blijven onder alle omstandigheden geheel vrij van enige torsiespanning. Dit moet worden beschouwd als een zeer wezenlijk voordeel van dit aspect van de uitvinding.An essential advantage of the embodiment of the coupling according to the invention with the cooperating frusto-conical contact surfaces is that, unlike the pipe coupling with flanges, bolts and nuts according to the prior art, it is not exclusively in discrete mutual positions of the elongate elements can be assembled, but the angular position of the tubes can be chosen as desired without any restriction. During the assembly, if desired, even some rotation of the end zones of the elongate elements can take place if the circumstances make this desirable. Such a rotation, unlike described above in the prior art, does not result in torsional forces occurring in the elongate elements. The elongate elements at the coupling according to this aspect of the invention, with all sub-aspects, remain completely free of any torsional stress under all circumstances. This is to be considered as a very substantial advantage of this aspect of the invention.

Voor bepaalde toepassingen kan het vereist zijn, dat de langwerpige elementen voor rotatie onderling geborgd zijn. Als voorbeeld wordt genoemd een holle boorschacht voor het exploreren van aardlagen in verband met het zoeken naar gas of olie. Voor een dergelijke toepassing kan de koppeling de bijzonderheid vertonen, dat de twee uitstekende delen door rotatieborgmiddelen tegen onderlinge rotatie rond hun gemeenschappelijke hartlijn geborgd zijn.For certain applications, it may be required that the elongate elements are mutually locked for rotation. An example is a hollow drill shaft for exploring layers of earth in connection with the search for gas or oil. For such an application, the coupling can have the special feature that the two projecting parts are secured against rotation relative to each other about their common axis by rotation locking means.

Een zeer praktische uitvoering vertoont de bijzonderheid, dat de rotatieborgmiddelen een spiekoppeling tussen de twee uitstekende delen en ten minste één drukringdeel omvatten.A very practical embodiment has the special feature that the rotation locking means comprise a key coupling between the two projecting parts and at least one pressure ring part.

Zoals hiervoor beschreven, is het wezenlijk dat de contactvlakken in de geassembleerde koppeling tegen elkaar drukken. In verband daarmee wordt de voorkeur gegeven aan een koppeling, die het kenmerk vertoont dat de rondgaande verdieping een zodanige vorm ten opzichte van de afdichtring bezit, dat tijdens het assembleren van de koppeling inklemming van de afdichtring tussen de eindvlakken uitgesloten is.As described above, it is essential that the contact surfaces in the assembled coupling press against each other. In connection therewith, a coupling is preferred which has the feature that the circumferential recess has such a shape with respect to the sealing ring that clamping of the sealing ring between the end faces is excluded during assembly of the coupling.

Bijvoorbeeld kan deze koppeling zodanig zijn uitgevoerd, dat de afdichtring een ronde dwarsdoorsnedevorm bezit, waarvan de diameter slechts weinig groter is dan de radiale breedte van de verdieping, zodanig dat voorafgaand aan het assembleren van de koppeling de afdichtring onder enige elastische vervorming in de verdieping kan worden gedrukt, en de axiale diepte van de verdieping groter is dan de straal van de dwarsdoorsnede van de afdichtring.For example, this coupling can be designed such that the sealing ring has a round cross-sectional shape, the diameter of which is only slightly larger than the radial width of the depression, such that prior to assembling the coupling, the sealing ring can under some elastic deformation in the depression be pressed, and the axial depth of the depression is greater than the cross-sectional radius of the sealing ring.

Het materiaal van de afdichtring kan van elk geschikt type zijn. Bijvoorbeeld kan de koppeling de bijzonderheid vertonen, dat het materiaal van de afdichtring een natuurrubber, een kunstrubber, een rubberachtig materiaal of een elastomeer is. Gedacht kan worden aan een rubber of een rubberachtig materiaal met een hardheid in de orde van grootte van 60-70 Sh(A).The material of the sealing ring can be of any suitable type. The coupling can for instance have the special feature that the material of the sealing ring is a natural rubber, an artificial rubber, a rubber-like material or an elastomer. A rubber or a rubber-like material with a hardness of the order of 60-70 Sh (A) can be envisaged.

In een uitvoering waarin bijvoorbeeld de drukken of temperaturen extreem hoog kunnen zijn, kan worden gedacht aan een uitvoering, waarin het materiaal van de afdichtring of een eventuele deklaag daarvan een metaal is dat een geringere hardheid en/of een lagere vloeigrens bezit dan het materiaal van althans de wanden van de rondgaande verdieping.In an embodiment in which, for example, the pressures or temperatures can be extremely high, consideration can be given to an embodiment in which the material of the sealing ring or a possible cover layer thereof is a metal which has a lower hardness and / or a lower flow limit than the material of at least the walls of the circular floor.

Ook kan worden gedacht aan een uitvoering, waarin de afdichtring een kristallijn materiaal met een deklaag van een rubberachtig materiaal of een elastomeer, zoals PTFE, of koper, zilver of babbitt, omvat.It is also possible to envisage an embodiment in which the sealing ring comprises a crystalline material with a cover layer of a rubber-like material or an elastomer, such as PTFE, or copper, silver or babbitt.

Inklemming van de afdichtring tussen de eindvlakken tijdens het assembleren van de koppeling kan ook effectief worden voorkomen met een uitvoering, waarin beide zijwanden van de of elke verdieping via een naar buiten toe zich verwijdend vlak aan het betreffende eindvlak aansluiten.Clamping of the sealing ring between the end faces during assembly of the coupling can also be effectively prevented with an embodiment in which both side walls of the or each floor connect to the end face concerned via an outwardly widening face.

Volgens een ander aspect van de uitvinding vertoont de koppeling volgens de uitvinding de bijzonderheid, dat de eindvlakken plat zijn en zich loodrecht op de axiale richting uitstrekken. Platte vlakken hebben het voordeel, mechanisch op een relatief eenvoudige wijze te kunnen worden vervaardigd om te kunnen worden gepolijst met een zeer grote maatnauwkeurigheid en geringe ruwheid. Zelfs gieten en smeden kan met moderne technieken met een grote mate van nauwkeurigheid en een geringe oppervlakteruwheid worden uitgevoerd. In het algemeen is het om begrijpelijke redenen praktisch, ervoor te zorgen dat de eindvlakken zich loodrecht op de axiale richting uitstrekken. Daarmee immers wordt de totale vrijheid van de onderlinge hoekstand van de langwerpige elementen van de koppeling onder geen enkele omstandigheid belemmerd.According to another aspect of the invention, the coupling according to the invention has the special feature that the end faces are flat and extend perpendicular to the axial direction. Flat surfaces have the advantage that they can be manufactured mechanically in a relatively simple manner in order to be able to be polished with very high dimensional accuracy and low roughness. Even casting and forging can be carried out with modern techniques with a high degree of accuracy and a low surface roughness. In general, for understandable reasons, it is practical to ensure that the end faces extend perpendicular to the axial direction. After all, this does not impede the total freedom of the mutual angular position of the elongate elements of the coupling under any circumstances.

Deze zelfde overweging geldt voor een variant, waarin de eindvlakken een ten opzichte van een imaginair hoofdvlak, dat zich althans min of meer dwars op de axiale richting uitstrekt, golfvormig, in het bijzonder sinusvormig, profileringspatroon vertonen; en de of elke rondgaande verdieping zich in een rondgaande zone bevindt die vrij is van profilering.This same consideration applies to a variant in which the end faces have a wave-shaped, in particular sinusoidal, profiling pattern with respect to an imaginary main surface which extends at least more or less transversely to the axial direction; and the or each circular floor is in a circular zone that is free of profiling.

Hier moet ervan worden uitgegaan, dat de platte hoofdvlakken waarop de profilering is gesuperponeerd, zich ook loodrecht op de axiale richting uitstrekken. Deze keuze kan onder omstandigheden ook het voordeel hebben, dat de beide langwerpige elementen die samen deel uitmaken van de koppeling, identiek kunnen zijn. Noodzakelijk is dit niet. Immers, de enige eis waaraan de koppeling moet voldoen is dat de betreffende hoofdvlakken, welke vorm ze ook hebben, complementair zijn. Voor de vrijheid van de onderlinge rotatie moeten beide hoofdvlakken, behalve complementair, ook rond de hartlijn onderling roteerbaar zijn. Bijvoorbeeld in het geval van afgeknotte-kegelvormige eindvlakken met een daarop gesuperponeerde rondgaande sinusvormige profilering moet er wel voor worden gewaakt, dat in de met deze gesuperponeerde vorm verkregen algemene vorm geen ondersnijdingen optreden.It must be assumed here that the flat main surfaces on which the profiling is superimposed also extend perpendicular to the axial direction. Under certain circumstances, this choice can also have the advantage that the two elongated elements that together form part of the coupling can be identical. This is not necessary. After all, the only requirement that the coupling must meet is that the relevant main planes, whatever their shape, are complementary. For the freedom of mutual rotation, both main surfaces must be mutually rotatable, not only complementary, but also around the axis. For example, in the case of truncated cone-shaped end faces with superimposed circumferential sinusoidal profiling, care must be taken that no undercuts occur in the general shape obtained with this superimposed shape.

Volgens weer een ander aspect van de uitvinding vertoont de koppeling het kenmerk, dat de afdichtring hol is en uit een ten opzichte van rubber inherent stijf en treksterk materiaal, bijvoorbeeld metaal, eventueel met een relatief vervormbare deklaag of een deklaag van een materiaal met een lagere vloeigrens dan het materiaal van de afdichtring, bestaat.According to yet another aspect of the invention, the coupling is characterized in that the sealing ring is hollow and made of a material which is inherently rigid and tensile to rubber, for example metal, possibly with a relatively deformable cover layer or a cover layer of a material with a lower flow limit than the material of the sealing ring.

Metalen afdichtringen hebben het voordeel, in het algemeen een hogere temperatuurbestendigheid te bezitten dan rubberachtige materialen, elastomeren, en dergelijke. Ze kunnen echter onder omstandigheden het nadeel hebben, dat ze minder goed bestand zijn tegen chemisch agressieve media. Daarom kan gebruik worden gemaakt van een relatief veerkrachtige deklaag, bijvoorbeeld van een chemisch nagenoeg totaal inert materiaal als PTFE.Metal sealing rings have the advantage of generally having a higher temperature resistance than rubber-like materials, elastomers, and the like. However, under certain circumstances they may have the disadvantage that they are less resistant to chemically aggressive media. Use can therefore be made of a relatively resilient cover layer, for example of a chemically substantially totally inert material such as PTFE.

Volgens weer een ander aspect van de uitvinding vertoont de koppeling de bijzonderheid, dat de langwerpige elementen buisvormig zijn, en de wand van de afdichtring aan zijn naar de doorstroomruimte gerichte zijde in het gebied van het betreffende eindvlak ten minste één doorgaand drukvereffeningsgat vertoont. De mediumdruk wordt via de in het algemeen zeer geringe spleten tussen de eindvlakken hiermee doorgegeven aan de holte binnen de afdichtring. Deze zet daardoor uit, hetgeen een substantiële bijdrage tot een uitstekende afdichting kan leveren.According to yet another aspect of the invention, the coupling has the special feature that the elongate elements are tubular and that the wall of the sealing ring has at least one through-going pressure equalization hole on its side facing the flow-through space in the region of the respective end face. The fluid pressure is thus transmitted via the generally very small gaps between the end faces to the cavity within the sealing ring. As a result, it expands, which can make a substantial contribution to an excellent seal.

Deze laatste variant kan zodanig zijn uitgevoerd, dat de wand van de afdichtring een krans van drukvereffeningsgaten vertoont.This latter variant can be designed such that the wall of the sealing ring has a ring of pressure equalization holes.

In weer een andere uitvoering vertoont de koppeling de bijzonderheid, dat de wand van de afdichtingring een zich over de gehele omtrek van de afdichtring uitstrekkend sleufgat vertoont.In yet another embodiment, the coupling has the special feature that the wall of the sealing ring has a slotted hole extending over the entire circumference of the sealing ring.

De koppeling volgens de uitvinding met een holle afdichtring kan de bijzonderheid vertonen, dat het materiaal van een uit één materiaal bestaande afdichtring of, respectievelijk de materialen van een gelaagd opgebouwde afdichtring is/zijn gekozen uit de groep waartoe behoren: staal, verenstaal, Inconel, zilver, koper, titanium, en legeringen op basis van deze materialen, zoals berylliumkoper. Een gelaagde opbouw van de afdichtring kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door walsen of explosief vervormen, gevolgd door een modelleerbewerking, waarmee de ring in de gewenste vorm wordt gebracht, bijvoorbeeld onder meer met behulp van een laser-lasbewerking.The coupling according to the invention with a hollow sealing ring can have the special feature that the material of a sealing ring consisting of one material or, respectively, the materials of a layered sealing ring is / are selected from the group to which belong: steel, spring steel, Inconel, silver, copper, titanium, and alloys based on these materials, such as beryllium copper. A layered structure of the sealing ring can be realized, for example, by rolling or explosive deformation, followed by a modeling operation, with which the ring is brought into the desired shape, for example with the aid of a laser welding operation.

Volgens weer een ander aspect van de uitvinding kan de koppeling zodanig zijn uitgevoerd, dat de langwerpige elementen buisvormig zijn, en met het vrije einde van althans één van de buisvormige elementen een daaraan aansluitend buisvormig element mediumdicht verbonden, bijvoorbeeld daaraan vastgelast is. Voor de verbinding kan ook een knelkoppeling in plaats van een lasverbinding toegepast worden.According to yet another aspect of the invention, the coupling can be embodied such that the elongate elements are tubular, and with the free end of at least one of the tubular elements a tubular element adjoining it is medium-tightly connected, for example welded to it. For the connection, a compression fitting can also be used instead of a weld connection.

Deze laatste variant kan met voordeel de bijzonderheid vertonen, dat de twee langwerpige elementen buisvormig zijn en doorstroomruimten met gelijke dwarsdoorsnede-vormen bezitten, voorafgaand aan het aan elkaar vastlassen van complementaire rondgaande registratietreden voorzien zijn, in elkaar geschoven zijn en vervolgens aan elkaar over een externe orbitale laszone aan elkaar zijn vastgelast, zodanig dat de wanden van de aan elkaar aansluitende doorstroomruimten in hoofdzaak glad en vloeiend aan elkaar aansluiten. Evenals bij de hiervoor beschreven uitvoering met registratietreden in het gebied van de verbredingen en de eindvlakken wordt met deze uitvoering bereikt, dat de stroming zonder enig obstakel en zonder ongewenste bijverschijnselen, zoals wervels, turbulenties, trillen, brommen, fluiten en piepen kan plaatsvinden.This latter variant can advantageously have the special feature that the two elongated elements are tubular and have flow-through spaces with equal cross-sectional shapes, are provided before welding to each other with complementary circumferential registration steps, are slid into each other and subsequently over each other over an external orbital welding zone are welded together, such that the walls of the adjoining flow-through spaces connect substantially smoothly and smoothly to each other. As with the above-described embodiment with recording steps in the area of the widening and the end faces, this embodiment achieves that the flow can take place without any obstacle and without undesired side effects, such as vertebrae, turbulences, vibrations, humming, whistling and squeaking.

De laatste uitvoering kan met voordeel de bijzonderheid vertonen, dat de omtrekseindranden van de twee buisvormige elementen zodanig afgeschuind zijn, dat ze samen een algemeen V-vormige rondgaande groef begrenzen, die na de lasbewerking met lasmateriaal gevuld is. Na het vullen van de V-vormige rondgaande groef met lasmateriaal kan desgewenst het overtollige lasmateriaal worden verwijderd door een slijpbewerking, zodanig dat ook de buitenoppervlakken van de twee buisvormige elementen in hoofdzaak glad en vloeiend aan elkaar aansluiten.The latter embodiment can advantageously have the special feature that the peripheral end edges of the two tubular elements are beveled such that together they define a generally V-shaped circumferential groove which is filled with welding material after the welding operation. After filling the V-shaped circumferential groove with welding material, the surplus welding material can be removed if desired by a grinding operation, such that the outer surfaces of the two tubular elements also connect to each other substantially smoothly and smoothly.

In weer een andere uitvoering kan de koppeling de bijzonderheid vertonen, dat met de vrije eindzone van althans één buisvormig element een knelkoppeling verbonden is voor verbinding met een verder buisvormig element of een flexibele leiding of slang. Hiermee kan snel en eenvoudig een koppeling tussen verschillende buisvormige elementen tot stand gebracht worden. Begrepen moet worden dat het voordeel van een knelkoppeling is, dat er bij de assemblage zo nodig nog enige axiale verschuiving van de met elkaar te koppelen buisvormige elementen toegelaten kan worden. Onder omstandigheden kan dat een praktische bijkomstigheid zijn. Onder omstandigheden zou tevens kunnen worden afgezien van een lasbewerking voor het aan de buisvormige elementen van de koppeling vastlassen van verdere buisvormige elementen.In yet another embodiment, the coupling can have the special feature that a compression coupling is connected to the free end zone of at least one tubular element for connection to a further tubular element or a flexible conduit or hose. A coupling between different tubular elements can hereby be established quickly and easily. It must be understood that the advantage of a compression coupling is that some axial displacement of the tubular elements to be coupled to each other can still be permitted during assembly. Under circumstances, that can be a practical incidental feature. Under circumstances, a welding operation could also be dispensed with for welding further tubular elements to the tubular elements of the coupling.

In een verdere uitvoering vertoont de koppeling het kenmerk, dat de langwerpige elementen buisvormig zijn; aan althans één buisvormig element van de koppeling een flexibele leiding of slang rechtstreeks aansluit; de leiding of slang tot een van de eindzone van het betreffende buisvormige element deel uitmakend aanslagvlak over het naar buiten stekende deel van het buisvormige element geschoven is; en de radiaal het meest naar binnen gelegen randen van de drukringdelen de flexibele leiding of slang met kracht afdichtend tegen het buitenvlak van de eindzone van het betreffende buisvormige element drukken.In a further embodiment the coupling has the feature that the elongate elements are tubular; a flexible pipe or hose connects directly to at least one tubular element of the coupling; the conduit or hose is slid over a stop surface forming part of the end zone of the tubular element in question over the projecting part of the tubular element; and the radially inwardly located edges of the pressure ring members forcefully press the flexible conduit or hose against the outer surface of the end zone of the tubular element in question.

Van groot belang is, dat, in afwijking van de hiervoor beschreven koppeling met flenzen, bouten en moeren volgens de stand der techniek, de koppeling volgens de uitvinding zich leent voor een exacte analyse en berekening om het ontwerp op basis van gestelde ontwerpeisen, te optimaliseren. In verband daarmee verschaft de uitvinding een koppebng van het type volgens de uitvinding, waarin de koppeling is ontworpen op basis van een exacte analyse, bijvoorbeeld met een computer en het gebruik van software voor het uitvoeren van een iteratieve, sterk niet-lineaire eindige-elementen-berekening, waarin rekening wordt gehouden met de wrijvingskrachten tussen de contactvlakken.It is of great importance that, contrary to the above-described coupling with flanges, bolts and nuts according to the state of the art, the coupling according to the invention lends itself to an exact analysis and calculation to optimize the design on the basis of set design requirements. . In connection therewith, the invention provides a coupler of the type according to the invention, wherein the coupler is designed on the basis of an exact analysis, for example with a computer and the use of software for executing an iterative, highly non-linear finite elements calculation, which takes into account the frictional forces between the contact surfaces.

Volgens weer een volgend aspect van de uitvinding kan de koppeling volgens de uitvinding de bijzonderheid vertonen, dat de langwerpige elementen buisvormig zijn; zich over de eindzones van de buisvormige elementen een als afdichtring dienst doende huls uitstrekt; de huls strak over de buitenvlakken van de eindzones van de buisvormige elementen ligt; de twee zijzones van de huls ter weerszijden van de middenzone daarvan zich naar hun vrije einden toe versmallen; de huls is geaccommodeerd in de rondgaande verdiepingen in de eindvlakken van de uitstekende delen; de verdiepingen aan elkaar gelijk zijn; de middenzone van de huls een zich vanaf zijn binnenvlak uitstrekkende rondgaande binnenflens vertoont die zich over althans een deel van de wanddikte van de buisvormige elementen tussen de eindvlakken van die elementen uitstrekt en in drukcontact met althans een deel van de eindvlakken van de buisvormige elementen verkeert; en de eindvlakken van de separate uitstekende delen onder invloed van de aandrukmiddelen naar elkaar toe gedrongen worden, zodanig, dat de bij het assembleren van de koppeling naar elkaar gerichte axiale verplaatsing van de uitstekende delen de zijzones van de huls radiaal naar binnen toe vervormen, waardoor tevens de buisvormige elementen lokaal naar binnen toe vervormen, welke vervormingen na het assembleren van de koppebng worden gehandhaafd onder invloed van de aandrukmiddelen en de borgmiddelen; een en ander zodanig, dat de twee buisvormige elementen door twee gelijke en ten opzichte van de eindvlakken van de buisvormige elementen symmetrisch geplaatste knelkoppelingen door middel van de huls af dichtend met elkaar gekoppeld zijn.According to yet another aspect of the invention, the coupling according to the invention can have the special feature that the elongate elements are tubular; a sleeve serving as a sealing ring extends over the end zones of the tubular elements; the sleeve lies tightly over the outer surfaces of the end zones of the tubular elements; the two side zones of the sleeve on either side of its central zone narrow towards their free ends; the sleeve is accommodated in the circular floors in the end faces of the projections; the floors are equal to each other; the central zone of the sleeve has a circular inner flange extending from its inner surface which extends over at least a part of the wall thickness of the tubular elements between the end faces of said elements and is in pressure contact with at least a part of the end faces of the tubular elements; and the end faces of the separate projecting parts are urged towards each other under the influence of the pressing means, such that the axial displacement of the projecting parts directed towards each other during assembly of the coupling deforms the side zones of the sleeve radially inwards, whereby also deform the tubular elements locally inwardly, which deformations are maintained after the assembly of the coupling under the influence of the pressing means and the locking means; all such that the two tubular elements are sealed to each other by two identical compression fittings placed symmetrically with respect to the end faces of the tubular elements by means of the sleeve.

In een eerste praktische uitvoering van dit laatste aspect kan de koppeling zodanig zijn uitgevoerd, dat de binnenflens zich over de gehele wanddikte van de buisvormige elementen uitstrekt. Hierbij moet worden bedacht, dat het op grond van stromingstechnische overwegingen de voorkeur verdient, dat de binnenvlakken van de buisvormige elementen zonder noemenswaardige abrupte overgang aan elkaar aansluiten. Bij het gebruik van een binnenflens van het laatst genoemde type moet deze dan ook met een zekere mate van nauwkeurigheid vervaardigd zijn om aan dit criterium te voldoen.In a first practical embodiment of this latter aspect, the coupling can be designed such that the inner flange extends over the entire wall thickness of the tubular elements. It should be borne in mind here that, for reasons of flow technology, it is preferable that the inner surfaces of the tubular elements connect to each other without significant abrupt transition. When an inner flange of the latter type is used, it must therefore be manufactured with a certain degree of accuracy in order to meet this criterion.

Deze laatste uitvoering kan met voordeel zodanig zijn uitgevoerd, dat de eindvlakken van de buisvormige elementen vlak zijn.This latter embodiment can advantageously be designed such that the end faces of the tubular elements are flat.

Als alternatief kan de koppeling zodanig zijn uitgevoerd, dat de binnenflens zich over een deel van de wanddikte van de buisvormige elementen uitstrekt en de eindvlakken van de buisvormige elementen over het resterende deel van de wanddikte in contact met elkaar verkeren.Alternatively, the coupling can be designed such that the inner flange extends over a part of the wall thickness of the tubular elements and the end faces of the tubular elements are in contact with each other over the remaining part of the wall thickness.

In weer een andere uitvoering kan de koppeling zodanig zijn uitgevoerd, dat de eindvlakken van de buisvormige elementen samen een algemeen V-vormige groef begrenzen. De V-vormige groef kan in principe elke diepte bezitten, bijvoorbeeld vanaf 0,3x de wanddikte tot lx de wanddikte. Onder alle omstandigheden is het wezenlijk, dat de binnenflens zorgt voor een nauwkeurige symmetrische positionering van de zij zones van de huls over de eindzones van de buisvormige elementen.In yet another embodiment the coupling can be designed such that the end faces of the tubular elements together define a generally V-shaped groove. The V-shaped groove can in principle have any depth, for example from 0.3x the wall thickness to 1x the wall thickness. Under all circumstances it is essential that the inner flange ensures accurate symmetrical positioning of the side zones of the sleeve over the end zones of the tubular elements.

Volgens weer een ander aspect van de uitvinding vertoont de koppebng de bijzonderheid, dat de middenzone van de huls een zich vanaf zijn buitenvlak uitstrekkende rondgaande buitenflens vertoont, die passend is geaccommodeerd in een ringvormige holte die wordt begrensd door twee gelijke rondgaande registratie-treden die aansluiten aan de rondgaande verdiepingen; zodanig, dat de buitenflens tijdens het assembleren van de koppebng een ten opzichte van de eindvlakken van de buisvormige elementen symmetrische positionering van de uitstekende delen verzekert.According to yet another aspect of the invention, the coupling has the special feature that the central zone of the sleeve has a circumferential outer flange extending from its outer surface, which housing is suitably accommodated in an annular cavity bounded by two identical circumferential registration steps connecting on the circular floors; such that during assembly of the coupling, the outer flange ensures symmetrical positioning of the projecting parts with respect to the end faces of the tubular elements.

Zowel een drukkoppeling als een knelkoppeling volgens de uitvinding kan worden gerealiseerd met een specifieke uitvoering, waarin de eerste en de tweede contactvlakken delen van mantelvlakken van imaginaire kegels zijn, waarop complementaire samenwerkende schroefdraden gesuperponeerd zijn; de projecties in axiale richting van de twee paren complementaire schroefdraden met elkaar samenvallen, of over een zekere hoek onderling verdraaid zijn; de halve tophoek van de kegels een grootte (90-X)° bezit, waarin X is gelegen in de volgende, in volgorde van voorkeur aangegeven gebieden: 35°-55°, 40°-50°, 43°-47°; rotatieborgmiddelen aanwezig zijn om de onderlinge rotatie van de uitstekende delen tijdens en na de assemblage van de koppeling te blokkeren; en tijdens assemblage van de koppeling door middel van een gereedschap de drukringdelen naar elkaar worden gedrukt en gemeenschappelijk met kracht worden geroteerd, zodanig, dat als gevolg van de samenwerking van de conische schroefdraden de eindvlakken althans in de rondgaande zones met elkaar in contact worden gebracht en na de assemblage worden gehouden.Both a pressure coupling and a compression coupling according to the invention can be realized with a specific embodiment, in which the first and the second contact surfaces are parts of lateral surfaces of imaginary cones, on which complementary cooperating threads are superimposed; the projections in axial direction of the two pairs of complementary threads coincide with each other, or are mutually rotated through a certain angle; the half apex angle of the cones has a size (90-X) °, wherein X is located in the following, in order of preference indicated areas: 35 ° -55 °, 40 ° -50 °, 43 ° -47 °; rotation locking means are present to block the mutual rotation of the projecting parts during and after the assembly of the coupling; and during assembly of the coupling by means of a tool, the pressure ring parts are pressed towards each other and jointly rotated with force, such that as a result of the cooperation of the conical threads the end faces are brought into contact with each other at least in the circumferential zones and after assembly.

Voor de althans min of meer conische schroefdraden wordt verwezen naar het Europese octrooi EP-B-2 268 930. Uit dit octrooi blijkt, dat met de door dat octrooi beschermde schroefverbinding zelfs met relatief kleine rotatiehoeken, bijvoorbeeld in de orde van 0,2x-0,7x een omwenteling de schroefverbinding zijn stabiele eindstand al kan hebben bereikt, anders dan bij gebruikelijke schroeven, die voor het bereiken daarvan enkele volledige rotaties nodig hebben.For the at least more or less conical threads, reference is made to the European patent EP-B-2 268 930. This patent shows that with the screw connection protected by that patent even with relatively small angles of rotation, for example in the order of 0.2x- 0.7x a revolution the screw connection may already have reached its stable end position, unlike conventional screws, which require a few complete rotations to achieve it.

Een gebruikelijke conische schroefdraad heeft het nadeel, niet zelf-centrerend te zijn. Dat is bij de schroefverbinding volgens EP-B-2 268 930 wel het geval. Omdat verder de schroefgangen van deze geoctrooieerde schroefverbinding over relatief grote contactvlakken met elkaar in aangrijping verkeren, is de druk ter plaatse van de contactzones relatief klein als gevolg van het grote contactoppervlak, waardoor er uitsluitend elastische en geen plastische vervorming optreedt. Als gevolg daarvan kunnen dergelijke koppelingen volgens dit octrooi praktisch onbeperkt steeds herhaaldelijk tot stand worden gebracht en weer ontkoppeld. Het vreten, dat wil zeggen de plastische vervorming, treedt door de geringe contactdruk niet op. In dit verband wordt de aandacht erop gevestigd, dat de algemeen bekende koppelingen, bijvoorbeeld slangkoppelingen en dergelijke van Gardena/Husqvarna (handelsnamen), lijden aan vroegtijdige slijtage en veroudering als gevolg van de optredende zeer grote contactdrukken.A conventional conical thread has the disadvantage of not being self-centering. This is the case with the screw connection according to EP-B-2 268 930. Furthermore, since the screw threads of this patented screw connection are in engagement with each other over relatively large contact surfaces, the pressure at the contact zones is relatively small as a result of the large contact surface, so that only elastic and no plastic deformation occurs. As a result, such couplings according to this patent can practically and indefinitely be repeatedly and disconnected. Eating, that is, the plastic deformation, does not occur due to the low contact pressure. In this connection, attention is drawn to the fact that the generally known couplings, for example hose couplings and the like from Gardena / Husqvarna (trade names), suffer from premature wear and aging as a result of the very large contact pressures occurring.

De paren complementaire schroefdraden aan de aandrukvlakken van de beide uitstekende delen moeten in axiale richting exact eikaars projecties zijn. Daarom is het van essentieel belang, dat de rotatieborgmiddelen bij de assemblage van een koppeling door een monteur altijd op de juiste wijze worden geplaatst. In verband daarmee is een uitvoering van belang, waarin de rotatieborgmiddelen zodanig uitgevoerd zijn, dat ze slechts één onderlinge hoekstand van de uitstekende delen mogelijk maken. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan het gebruik van twee of meer borgpennen aan het ene eindvlak, die zodanig opgesteld zijn, dat ze slechts op één wijze kunnen ingrijpen in corresponderende blinde gaten in het daartegenover gelegen eindvlak.The pairs of complementary threads on the contact surfaces of the two protruding parts must be exactly one another's projections in the axial direction. It is therefore essential that the rotation-retaining means are always correctly positioned during assembly of a coupling by a fitter. In connection therewith, an embodiment is important in which the rotation locking means are designed such that they allow only one mutual angular position of the projecting parts. Consider, for example, the use of two or more locking pins on the one end face, which are arranged so that they can only engage in one way in corresponding blind holes in the opposite end face.

De knelkoppelingen van het type volgens de uitvinding kunnen zeer eenvoudig worden geassembleerd en weer uiteengenomen. Bij een juiste dimensionering en onder meer het gebruik van conische schroefverbindingen van het type volgens het Europese octrooi EP-B-2 268 930 behoeft voor vreten en andere ongewenste onherstelbare beschadigingen niet te worden gevreesd. Knelkoppelingen van onder meer de firma’s Gyro en Swagelock (handelsnamen) lijden sterk aan dit verschijnsel. Dergelijke knelkoppelingen kunnen in de praktijk dan ook slechts één maal tot stand worden gebracht en moeten na ontmanteling geheel worden vervangen.The compression fittings of the type according to the invention can be assembled and dismantled very easily. With correct dimensioning and inter alia the use of conical screw connections of the type according to the European patent EP-B-2 268 930, there is no need to fear fear and other undesirable irreparable damage. Compression fittings from companies such as Gyro and Swagelock (trade names) suffer greatly from this phenomenon. Such compression fittings can therefore only be established once in practice and must be completely replaced after dismantling.

De buiskoppeling volgens de uitvinding kan ook met groot voordeel worden toegepast op de onderlinge koppeling van de buisvormige segmenten van straalmotoren. De gebruikelijke straalmotoren van bijvoorbeeld General Electric of GE, Rolls Royce of RR en Pratt and Whitney (handelsnamen) hebben het zeer grote nadeel, dat de vele segmenten van de behuizing en de segmenten van de daarin geaccommodeerde gasturbine met elkaar worden gekoppeld met kransen van bouten en moeren volgens de hiervoor beschreven stand der techniek. Omdat, zoals duidelijk zal zijn, aan straalmotoren met het oog op de veiligheid extreem hoge eisen worden gesteld, en het aantal aan te brengen bouten en moeren in de orde van vele duizenden per straalmotor ligt, is het evident, dat toepassing van de buiskoppeling volgens de uitvinding ook bij straalmotoren zeer grote technische, veiligheidstechnische en economische voordelen biedt.The tube coupling according to the invention can also be applied with great advantage to the mutual coupling of the tubular segments of jet engines. The usual jet engines of, for example, General Electric or GE, Rolls Royce or RR and Pratt and Whitney (trade names) have the very great disadvantage that the many segments of the housing and the segments of the gas turbine accommodated therein are coupled to each other with wreaths of bolts and nuts according to the above-described prior art. Because, as will be clear, jet engines are subject to extremely high safety requirements, and the number of bolts and nuts to be fitted is in the order of many thousands per jet engine, it is evident that the use of the pipe coupling according to the invention also offers very large technical, safety and economic benefits for jet engines.

De facto is de menselijke factor, die zo bepalend is voor het tot stand brengen van de buiskoppelingen met flenzen, bouten en moeren volgens de stand der techniek, met de uitvinding geheel uitgeschakeld. Immers, bij de buiskoppeling van het hiervoor beschreven type met althans enigszins afgeknotte-kegelvormige samenwerkende contactvlakken behoeft de monteur er slechts voor te zorgen dat bij het uitoefenen van een radiale druk op de drukringdelen deze de uitstekende delen en aldus de eindvlakken simultaan naar elkaar dringen. Door deze eenvoudige handeling wordt de beschreven positie bereikt. Met een borgring rond de drukringdelen wordt deze positie gefixeerd. Aldus is deze koppeling volgens de uitvinding “fool-proof’. Daarbij komt dat hij slechts in een fractie van de tijd die nodig is voor het aanbrengen van een grote hoeveelheid bouten en moeren kan worden samengesteld, hetgeen een substantieel economisch voordeel met zich meebrengt.De facto is the human factor, which is so decisive for establishing the pipe couplings with flanges, bolts and nuts according to the state of the art, with the invention completely eliminated. After all, in the case of the pipe coupling of the type described above with at least slightly truncated conical co-operating contact surfaces, the fitter only has to ensure that when a radial pressure is exerted on the pressure ring parts, the projecting parts and thus the end surfaces simultaneously converge. The described position is achieved by this simple operation. This position is fixed with a circlip around the pressure ring parts. This coupling according to the invention is thus "fool-proof". In addition, it can only be assembled in a fraction of the time required for mounting a large amount of bolts and nuts, which entails a substantial economic advantage.

In weer een andere uitvoering vertoont de koppeling de bijzonderheid, dat in beide eindvlakken geregistreerde rondgaande verdiepingen aanwezig zijn, in elk van welke verdiepingen een afdichtring geaccommodeerd is, welke geregistreerde afdichtringen afdichtend met elkaar samenwerken. Hiermee kan worden bereikt, dat beide koppelingdelen volstrekt symmetrisch, zelfs identiek kunnen worden uitgevoerd, hetgeen onder omstandigheden voordelen kan bieden. In een belangrijke uitvoering vertoont de koppeling de bijzonderheid, dat de drukringdelen aan de ene zijde door een axiaal scharnier verbonden zijn en aan de andere zijde respectievelijk een verende borglip met een eerste haakdeel en een borgnokmiddel met een daarmee samenwerkend tweede haakdeel omvatten. Met deze uitvoering kan worden afgezien van het gebruik van een borgring om de koppeling in zijn bedrijfstoestand te borgen. Door het uitoefenen van een toereikende min of meer radiaal naar binnen gerichte kracht wordt verzekerd, dat de eindvlakken met elkaar in contact komen. De samenwerkende haakdelen fixeren de koppeling in die stand.In yet another embodiment the coupling has the special feature that there are registered circumferential recesses in both end faces, in which of each recesses a sealing ring is accommodated, which registered sealing rings co-act in a sealing manner with each other. With this it can be achieved that both coupling parts can be made completely symmetrical, even identical, which can offer advantages under certain circumstances. In an important embodiment the coupling has the special feature that the pressure ring parts are connected on one side by an axial hinge and on the other side respectively comprise a resilient locking lip with a first hook part and a locking cam means with a second hook part cooperating therewith. With this embodiment it is possible to dispense with the use of a locking ring to secure the coupling in its operating condition. By exerting a sufficient more or less radially inwardly directed force, it is ensured that the end faces come into contact with each other. The cooperating hook parts fix the coupling in that position.

In een nadere uitwerking kan deze variant de bijzonderheid vertonen, dat het borgnokmiddel een aantal althans min of meer tangentieel opgestelde tweede haakdelen omvat. De reeks tweede haakdelen vormen een ratel, waardoor altijd de grootst mogelijke aandrukkracht kan worden gerealiseerd en er niet voor behoeft te worden gevreesd, dat bij het assembleren de koppeling openspringt door een onjuiste manoeuvre.In a further elaboration, this variant can have the special feature that the locking cam means comprises a number of at least more or less tangentially arranged second hook parts. The series of second hook parts form a ratchet, as a result of which the greatest possible pressing force can always be realized and it is not necessary to fear that during assembly the coupling will spring open due to an incorrect maneuver.

In weer een andere uitvoering wordt afgezien van de hiervoor beschreven schamierverbinding. Een dergelijke koppeling vertoont het kenmerk, dat beide drukringdelen een verende borglip met een eerste haakdeel en een borgnokmiddel met een tweede haakdeel omvatten, welke eerste haakdelen borgend samenwerken met de tweede haakdelen van het andere drukringdeel. Het zal duidelijk zijn, dat ook deze uitvoering zodanig kan zijn uitgevoerd, dat gebruik wordt gemaakt van een reeks althans min of meer tangentieel opgestelde tweede haakdelen. Ook in deze uitvoering is het van belang dat gekozen kan worden voor een uitvoering, waarin beide drukringdelen identiek zijn.In yet another embodiment, the hinge connection described above is dispensed with. Such a coupling is characterized in that both pressure ring parts comprise a resilient locking tab with a first hook part and a locking cam means with a second hook part, which first hook parts cooperate in a securing manner with the second hook parts of the other pressure ring part. It will be clear that this embodiment can also be designed such that use is made of a series of at least more or less tangentially arranged second hook parts. Also in this embodiment it is important that it is possible to opt for an embodiment in which both pressure ring parts are identical.

In een uitvoering waarin de koppeling drukringdelen omvat waarin de sluiting en de handhaving van de sluitkracht tussen de drukringdelen althans ten dele wordt verzorgd door magneetmiddelen, bijvoorbeeld twee samenwerkende permanente magneten of een met een ferromagnetisch anker samenwerkende permanente magneet, kan de koppeling met voordeel het kenmerk vertonen, dat ten minste één drukringdeel twee permanente magneten of een algemeen U-vormige permanente magneet omvat, waarvan de polen aan het scheidingsvlak tussen de drukringdelen uitmonden; en een door bedieningsmiddelen van buiten af beweegbare ferromagnetische shunt aanwezig is, die beweegbaar is tussen een passieve stand, waarin hij zich op afstand van de polen uitstrekt en aldus het magnetische veld tussen de polen nagenoeg niet beïnvloedt; en een actieve stand, waarin hij zich tussen de polen uitstrekt en de sterkte van het magneetveld tot nagenoeg nul reduceert.In an embodiment in which the coupling comprises pressure ring parts in which the closure and the maintenance of the closing force between the pressure ring parts is at least partly provided by magnetic means, for example two cooperating permanent magnets or a permanent magnet cooperating with a ferromagnetic anchor, the coupling can advantageously be characterized have at least one pressure ring part comprising two permanent magnets or a generally U-shaped permanent magnet, the poles of which open out at the interface between the pressure ring parts; and a ferromagnetic shunt which is movable from outside by operating means and which is movable between a passive position in which it extends at a distance from the poles and thus substantially does not influence the magnetic field between the poles; and an active position, in which it extends between the poles and reduces the strength of the magnetic field to almost zero.

Een dergelijke uitvoering heeft het grote voordeel, dat de sluiting met magneetmiddelen zeer stevig en betrouwbaar kan zijn, en bovendien gemakkelijk gedeactiveerd kan worden.Such an embodiment has the great advantage that the closure with magnetic means can be very sturdy and reliable, and moreover can easily be deactivated.

Op vergelijkbare wijze kan de koppeling de bijzonderheid vertonen, dat aan het scheidingsvlak tussen de drukringdelen aan het ene drukringdeel een eerste paar magneetpolen uitmondt en aan het andere drukringdeel een tweede paar magneetpolen uitmondt; en ten minste één van de paren door bedieningsmiddelen van buiten af beweegbaar is tussen een eerste stand, waarin de paren elkaar aantrekken; en een tweede stand, waarin de paren nagenoeg vrij zijn van onderlinge aantrekking.Similarly, the coupling can have the special feature that at the interface between the pressure ring parts a first pair of magnet poles opens out at one pressure ring part and a second pair of magnet poles ends out at the other pressure ring part; and at least one of the pairs is movable from outside by operating means between a first position in which the pairs attract each other; and a second position in which the pairs are substantially free of mutual attraction.

Met groot voordeel kan deze laatste variant zodanig zijn uitgevoerd, dat het ten minste ene paar door de bedieningsmiddelen kan worden bewogen tussende eerste stand; de tweede stand; en een derde stand, waarin de paren elkaar afstoten.This latter variant can be designed with great advantage that the at least one pair can be moved between the first position by the operating means; the second position; and a third position in which the pairs repel each other.

Begrepen moet worden dat de eerste stand de gekoppelde stand is waarin de koppeling actief is, de tweede stand een neutrale stand is, waarin de aantrekkende magneetkrachten tot nagenoeg nul zijn gereduceerd, en de derde stand waarin de paren elkaar afstoten en aldus bijdragen tot een gemakkelijk ontmantelen van de koppeling. Begrepen moet worden dat zowel de aantrekkende als de afstotende krachten tussen respectievelijk tegengestelde en gelijke magneetpolen in het geval van een kleine onderlinge afstand tussen de eindvlakken van die polen zeer groot kunnen zijn. De verplaatsing tussen de eerste en de tweede, respectievelijk de eerste, de tweede en de derde stand moeten dan ook zodanig plaatsvinden, dat de magneten niet dwars op het vlak van de polen van elkaar worden getrokken, omdat immers die aantrekkende kracht daar zeer groot is, maar in dat vlak zijdelings verplaatst moeten worden. De verplaatsing tussen de genoemde standen moet derhalve bij voorkeur plaatsvinden in dwarsrichting ten opzichte van het magneetveld tussen de polen.It must be understood that the first position is the coupled position in which the coupling is active, the second position is a neutral position, in which the attracting magnetic forces are reduced to practically zero, and the third position in which the pairs repel each other and thus contribute to an easy dismantle the coupling. It must be understood that both the attracting and the repelling forces between opposing and equal magnet poles, respectively, can be very large in the case of a small mutual distance between the end faces of those poles. The displacement between the first and the second, respectively the first, the second and the third position must therefore take place in such a way that the magnets are not pulled apart transversely to the plane of the poles, since the attracting force there is very great , but must be moved laterally in that plane. The displacement between said positions must therefore preferably take place in the transverse direction with respect to the magnetic field between the poles.

Om de aantrekkende magneetkrachten van een actieve koppeling te kunnen overwinnen kan gebruik worden gemaakt van mechanische middelen voor het in het gebied van de ten minste ene permanente magneet op de beide drukringdelen uitoefenen van een die drukringdelen van elkaar af dringende scheidingskracht.In order to be able to overcome the attractive magnetic forces of an active coupling, use can be made of mechanical means for exerting a separation force urging said pressure ring parts apart from one another in the region of the at least one permanent magnet on the two pressure ring parts.

In het eenvoudigste geval zou gebruik kunnen worden gemaakt van een schroevendraaier, die in het gebied van het scheidingsvlak op beide drukringdelen door rotatie tegengestelde krachten kan uitoefenen, bijvoorbeeld via daartoe in de drukringdelen aan het buitenvlak aangebrachte verdiepingen.In the simplest case use could be made of a screwdriver, which in the area of the interface on both pressure ring parts can exert opposite forces by rotation, for example via recesses arranged for this purpose in the pressure ring parts on the outer surface.

Volgens weer een ander aspect van de uitvinding kan deze laatste uitvoering zodanig zijn uitgevoerd, dat de mechanische middelen tevens zijn ingericht om als ferromagnetische shunt te dienen.According to yet another aspect of the invention, this latter embodiment can be embodied such that the mechanical means are also adapted to serve as a ferromagnetic shunt.

In deze uitvoering wordt gebruik gemaakt van een min of meer schroevendraaierachtig hulpmiddel, waarvan althans de werkzame voorzijde ferromagnetisch is en door middel van een aangepaste vormgeving van de drukringdelen bij het insteken in desbetreffende verdiepingen een ferromagnetische shunt tussen de magneetpolen vormt, waardoor de effectieve magnetische aantrekkende kracht tussen beide drukringdelen zeer substantieel wordt gereduceerd, en bijvoorbeeld door een rotatie op de wijze van een schroevendraaier de drukringdelen uit elkaar beweegt.Use is made in this embodiment of a more or less screwdriver-like aid, the operative front of which is at least ferromagnetic and forms a ferromagnetic shunt between the magnet poles during insertion into respective recesses during insertion into relevant recesses, whereby the effective magnetically attracting magnet force between the two pressure ring parts is reduced substantially, and for example the pressure ring parts move apart due to a rotation in the manner of a screwdriver.

Zeer eenvoudig is een uitvoering, waarin de mechanische middelen unitair met de bedieningsmiddelen zijn uitgevoerd.Very simple is an embodiment in which the mechanical means are unitary to the operating means.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen.The invention will now be explained with reference to the accompanying drawings.

In de tekeningen tonen: figuur 1 een axiale doorsnede door een koppeling tussen twee buisvormige elementen volgens de stand der techniek; figuur 2 een met figuur 1 corresponderende doorsnede, waarin, sterk overdreven, de optredende vervormingen bij belasting door een medium onder druk zijn weergegeven; figuur 3 de buiskoppeling volgens figuur 1 in perspectivisch aanzicht; figuur 4 een met figuur 1 overeenkomende axiale doorsnede door een eerste uitvoering van een buiskoppeling volgens de uitvinding, omvattende een flensverbinding met bouten en moeren, en een verzonken afdichtring volgens de uitvinding; figuur 5 het detail V volgens figuur 4 op grotere schaal; figuur 6 een variant conform figuur 5 met een rondgaande registratietrede; figuur 7 een uitvoering van de buiskoppeling volgens de uitvinding in axiale doorsnede, waarin de verbredingen aan de eindzones van de betreffende buisvormige elementen zijn voorzien van afgeknotte-kegelvormige contactvlakken, die drukkend samenwerken met de corresponderend gevormde contactvlakken van een uit delen bestaande drukring, welke delen door een borgring bijeen worden gehouden; figuur 8 een met figuur 7 corresponderende axiale doorsnede, waarin de aandrukmiddelen twee conische schroefdraden omvatten; figuur 9 een plof aanzicht van de buiskoppeling volgens figuur 8, waarin de diverse onderdelen op onderlinge afstand geplaatst zijn zoals voorafgaand aan de assemblage van de buiskoppeling; figuur 10 een met figuur 8 corresponderende axiale doorsnede, waarin de aandrukmiddelen hellende drukvlakken omvatten, die de algemene vorm van f(x) = sin2Vx bezitten; figuur 11 een plofaanzicht van de buiskoppeling volgens figuur 10, waarin de diverse onderdelen op onderlinge afstand geplaatst zijn zoals voorafgaand aan de assemblage van de buiskoppeling; figuur 12 een met de figuren 8 en 10 corresponderende axiale doorsnede, waarin de aandrukmiddelen twee althans min of meer conische schroefdraden omvatten, waarbij de axiale doorsnede door het imaginaire basisvlak voldoet aan de vergelijking f(x) = siirVrx; figuur 13 een plofaanzicht van de buiskoppeling volgens figuur 12, waarin de diverse onderdelen op onderlinge afstand geplaatst zijn zoals voorafgaand aan de assemblage van de buiskoppeling; figuur 14 een met figuur 1 corresponderende axiale doorsnede op dezelfde schaal als figuur 1 van een buiskoppeling volgens de uitvinding; figuur 15 een met figuur 3 corresponderend en op dezelfde schaal als figuur 3 getekende geassembleerde buiskoppeling volgens de uitvinding; figuur 16A een met figuur 7 corresponderend aanzicht van een uitvoering, waarin aan de eindvlakken een rondgaande registratietrede aansluit; de figuren 16B, 16C en 16D varianten met zoekranden aan de registratie-treden volgens het detail XVI in figuur 16A; figuur 17 een plofaanzicht van de uitvoering van figuur 14; figuur 18 een met figuur 17 corresponderend plofaanzicht, gedeeltelijk weggebroken, van een variant, waarin de verbredingen spiebanen vertonen en één van de drukringdelen een meegevormde spie vertoont, zodanig dat de buizen slechts in één relatieve hoekpositie kunnen worden geplaatst en in die positie tegen rotatie geborgd zijn; figuur 19 een perspectivisch aanzicht, gedeeltelijk in doorzicht, van een koppeling tijdens de assemblage daarvan, met gebruikmaking van een gereedschap; figuur 20 een met figuur 14 corresponderende axiale doorsnede door een koppeling volgens de uitvinding tijdens de assemblage daarvan conform figuur 19; figuur 21 een met figuur 20 corresponderende axiale doorsnede tijdens het ontmantelen van de koppeling onder gebruikmaking van het gereedschap volgens de figuren 19 en 20; figuur 22 een met het detail XXII van figuur 16D op vergrote schaal corresponderende axiale doorsnede door de verbredingen ter plaatse van de eindvlakken, met een rechthoekige verdieping waarin een in hoofdzaak onvervormde O-ring als afdichtring is geplaatst, voorafgaand aan het assembleren van de koppeling; figuur 23 een met het detail XXIII van figuur 16A corresponderend detail op vergrote schaal van de situatie waarin de koppeling geassembleerd is en de O-ring is gecomprimeerd in de verdieping onder vrijlating van enige ruimte; figuur 24 een met figuur 22 corresponderende doorsnede door een uitvoering van een onpraktische uitvoering ter toelichting van het risico op afklemming van materiaal van de afdichtring tijdens het tegen elkaar brengen van de eindvlakken bij het assembleren van de koppeling; figuur 25 een aanzicht conform figuur 24 van een uitvoering, waarin het risico op afklemming praktisch is uitgesloten door het afschuinen van de randen van de verdiepingen; figuur 26 een doorsnede conform de figuren 24 en 21 van een uitvoering, waarin de diepte van de verdieping een waarde heeft die ligt tussen 0,5x en lx de diameter van de dwarsdoorsnede van de afdichtring; figuur 27 een axiale doorsnede door een variant van de uitvoering volgens figuur 7, waarin op de platte eindvlakken ter weerszijden van de borgring-verdieping omwentelingssymmetrische, althans min of meer sinusvormige profileringen zijn gesuperponeerd, welke profileringen van beide eindvlakken complementair zijn, in de niet-geassembleerde toestand van de koppeling; figuur 28 de koppeling volgens figuur 27 in perspectivisch aanzicht; figuur 29 een met de figuren 16B, 16C en 16D corresponderende doorsnede door een uitvoering, waarin de afdichtring hol is en bestaat uit metaal met een deklaag, en een zich over de gehele omtrek van de afdichtring uitstrekkend drukvereffenings-sleufgat vertoont; figuur 30A een met figuur 29 corresponderende doorsnede door een afdichtring die is voorzien van een krans van drukvereffeningsgaten; figuur 30B een perspectivisch aanzicht van een deel van de afdichtring volgens figuur 30A; figuur 31 een axiale doorsnede door een gereedschap voor het fixeren van de geregistreerde posities van een buisstomp van een koppeling volgens de uitvinding en een externe buis voor het aan elkaar vast lassen daarvan; figuur 32 een dwarsdoorsnede door het gereedschap en de buizen volgens figuur 31; figuur 33 een variant van de nagestreefde lasverbinding volgens de figuren 31 en 32, waarin de buisstomp van de pijpverbinding volgens de uitvinding en de additionele buis complementaire rondgaande registratietreden vertonen, alsmede respectieve afgeschuinde vlakken met de vorm van afgeknotte kegels die samen een V-groef definiëren ten behoeve van de lasverbinding; figuur 34 een koppeling volgens de uitvinding, omvattende een buiskoppeling volgens figuur 7 en ter weerszijden daaraan aansluitende knelkoppelingen; figuur 35A een variant van de buiskoppeling volgens figuur 16A, waarin aan één einde een flexibele slang door middel van een klemkoppeling is aangesloten; figuur 35B op grotere schaal een deel van de variant volgens figuur 35A; figuur 36 een met figuur 35A corresponderende axiale doorsnede door een buiskoppeling waarin aan beide einden een flexibele slang door middel van een klemkoppeling is aangesloten; figuur 37 een axiale doorsnede door een slangkoppeling die in de handel verkrijgbaar is van de fabrikant Gardena/Husqvarna (handelsnamen); figuur 38 de bekende koppeling van Gardena/Husqvama (handelsnamen) in plofaanzicht; figuur 39 een plofaanzicht van een koppeling, die een variant is van de koppeling volgens figuur 36, op dezelfde schaal als de bekende koppeling volgens figuur 38; figuur 40 een met de figuren 35A, 35B en 36 corresponderende axiale doorsnede waarin de drukringdelen door een conische schroefverbinding met elkaar verbonden zijn; figuur 41 een axiale doorsnede door een variant van de uitvoering volgens figuur 40; figuur 42 een verdere variant van de koppeling volgens figuur 40; figuur 43 een axiale doorsnede door een eerste uitvoering van een alternatieve buiskoppeling volgens de uitvinding, die is gebaseerd op het gebruik van twee knelkoppelingen; figuur 44 schematische weergaven van de trekkrommen van staal, aluminium en zachtere metalen zoals koper en zilver, in één grafiek; figuur 45 een met figuur 43 corresponderende axiale doorsnede door een tweede uitvoering van een buiskoppeling volgens de uitvinding die is gebaseerd op twee knelkoppelingen; figuur 46 het detail XLI van figuur 45; figuur 47 een met figuur 46 corresponderend aanzicht van een variant; figuur 48 een met de figuren 46 en 47 overeenkomend aanzicht van een verdere variant; figuur 49 een opengewerkt schematisch perspectivisch aanzicht van een bekende straalmotor waarin een groot aantal flenskoppelingen volgens de stand der techniek is opgenomen; figuur 50 een perspectivisch aanzicht van een deel van de behuizing van een straalmotor, waarvan twee segmenten door een monteur met elkaar worden gekoppeld op de wijze volgens de stand der techniek, met flenzen en bout/moerverbindingen; figuur 51 een rand-doorsnede in axiale richting van een van de straalmotor volgens figuur 49 deel uitmakende buisverbinding op basis van flenzen, bouten en moeren; figuur 52 een met figuur 51 corresponderende axiale doorsnede door een buisverbinding volgens de uitvinding, ter vervanging van de buisverbinding volgens figuur 51, op dezelfde schaal; figuur 53 een axiale doorsnede door een variant van de buiskoppeling volgens figuur 43, waarin de aandrukmiddelen twee conische schroefdraden omvatten; figuur 54 een met figuur 45 corresponderende axiale doorsnede door een variant van de buiskoppeling volgens de uitvinding, waarin de aandrukmiddelen twee conische schroefdraden omvatten; figuur 55 een met figuur 19 corresponderend perspectivisch aanzicht, gedeeltelijk in doorzicht, van de variant van de buiskoppeling volgens de figuren 8, 9, 53 en 54, tijdens de assemblage daarvan, met gebruikmaking van een gereedschap; figuur 56 een axiale doorsnede van de buiskoppeling volgens figuur 39, op dezelfde schaal als figuur 37; figuur 57 een met de figuren 24, 25, 26 corresponderende doorsnede, waarin beide rondgaande uitstekende delen zijn voorzien van identieke verdiepingen, waarin identieke afdichtringen geaccommodeerd zijn; figuur 58 een met figuur 39 corresponderend perspectivisch aanzicht, waarin beide slangen aan de koppelstukken zijn aangebracht; figuur 59 een dwarsdoorsnede door de koppeling volgens figuur 58; figuur 60 een perspectivisch aanzicht van een geopende drukring, waarin het scharnier geen filmscharnier is zoals in figuur 58, maar is uitgevoerd als een deelbaar scharnier met een losse pen; figuur 61 een dwarsdoorsnede door de drukring volgens figuur 60; figuur 62 een perspectivisch aanzicht van een drukring die ten dele overeenkomt met de drukring volgens figuur 39, maar voorzien is van een sluitlip met een aantal als ratel uitgevoerde tanden; figuur 63 een dwarsdoorsnede door de drukring volgens figuur 62; figuur 64 een perspectivisch aanzicht van een drukring die bestaat uit twee separate identieke drukringdelen conform het bovenste drukringdeel in de uitvoering volgens figuur 62; figuur 65 een dwarsdoorsnede van de drukring volgens figuur 64; figuur 66 een perspectivisch aanzicht van een geopende drukring met een rondgaande verdieping, waarin een strop verzonken kan worden geplaatst, welke strop ofwel is aangevormd aan de drukringdelen, ofwel een losse strop is; figuur 67 een doorsnede door de drukring volgens figuur 66; figuur 68 een perspectivisch aanzicht van een geopende drukring, waarvan de drukringdelen zijn voorzien van daarmee verbonden klitband respectievelijk lusband; figuur 69 een dwarsdoorsnede van de drukring volgens figuur 68; figuur 70 een perspectivisch aanzicht van een scharnierbare drukring, waarin de drukringdelen van onderling aantrekkende magneetpolen voorzien zijn; figuur 71 een dwarsdoorsnede door de drukring volgens figuur 70; figuur 72 een met figuur 70 corresponderend perspectivisch aanzicht van een uitvoering, waarin door middel van een ferromagnetisch werktuig de magneetmiddelen kunnen worden kortgesloten en door een draaibeweging de drukring kan worden geopend; figuur 73 een dwarsdoorsnede door de drukring volgens figuur 72; figuur 74 een perspectivisch aanzicht van een drukring met permanente magneten en een in- en uitschakelbare shunt, die tevens dienst kan doen als mechanisch hulpmiddel voor het openen van de drukring; figuur 75 een vooraanzicht van de drukring volgens figuur 74; figuur 76 de dwarsdoorsnede van de drukring volgens figuur 74; figuur 77 een perspectivisch aanzicht van een drukring in een volgende uitvoering; figuur 78 een horizontale doorsnede door de drukring volgens figuur 77; figuur 79 een gedeeltelijk transparant voor aanzicht van de drukring volgens figuur 77; figuur 80 een verticale doorsnede door de drukring volgens figuur 77; figuur 81 een perspectivisch aanzicht van weer een andere uitvoering van een drukring volgens de uitvinding; figuur 82 een horizontale doorsnede door de drukring volgens figuur 81; figuur 83 een gedeeltelijk transparant voor aanzicht van de drukring volgens figuur 81; figuur 84 een verticale doorsnede door de drukring volgens figuur 81; figuur 85 een dwarsdoorsnede van een in een onder sneden holte in een kunststof onderdeel door spuitgieten ingebedde permanente magneet; figuur 86 een onderaanzicht van het onderdeel volgens figuur 85 met permanente magneet; figuur 87 een dwarsdoorsnede van een alternatief, waarin de magneet eveneens een ondersneden vorm bezit en is verankerd in de kunststof; figuur 88 een met figuur 86 overeenkomend onderaanzicht van het drukringdeel volgens figuur 87; figuur 89 een dwarsdoorsnede van een alternatief, waarbij de magneet niet in een ondersneden holte, maar in een prismatische holte is opgenomen, dat wil zeggen een holte die op elke axiale positie dezelfde dwarsdoorsnede vertoont, welke magneet een algemene stervorm bezit; figuur 90 een onderaanzicht van het drukringdeel volgens figuur 89, waaruit de stervorm van de permanente magneet blijkt; figuur 91 een dwarsdoorsnede van een variant van de uitvoering van figuur 85, waarin de magneet is opgenomen in een ondersneden ruimte in een kunststof huls, die in een niet-ondersneden, cilindrische holte in een kunststof drukringdeel is vastgelast, bijvoorbeeld ultrasoon; en figuur 92 een onderaanzicht van het drukringdeel volgens figuur 91.In the drawings: figure 1 shows an axial section through a coupling between two tubular elements according to the prior art; figure 2 shows a section corresponding with figure 1, in which, highly exaggerated, the deformations occurring during loading by a medium under pressure are shown; figure 3 shows the pipe coupling according to figure 1 in perspective view; figure 4 shows an axial section corresponding to figure 1 through a first embodiment of a pipe coupling according to the invention, comprising a flange connection with bolts and nuts, and a countersunk sealing ring according to the invention; figure 5 shows the detail V according to figure 4 on a larger scale; figure 6 shows a variant according to figure 5 with a circular registration step; Fig. 7 shows an embodiment of the tube coupling according to the invention in axial section, in which the widening at the end zones of the tubular elements in question are provided with truncated conical contact surfaces, which co-act cooperatively with the correspondingly shaped contact surfaces of a pressure ring consisting of parts, be held together by a circlip; figure 8 shows an axial section corresponding to figure 7, wherein the pressing means comprise two conical threads; figure 9 shows a flattened view of the pipe coupling according to figure 8, in which the various parts are placed at a mutual distance, such as prior to the assembly of the pipe coupling; figure 10 shows an axial section corresponding to figure 8, in which the pressing means comprise inclined pressure surfaces, which have the general form of f (x) = sin2Vx; Figure 11 is an exploded view of the pipe coupling according to Figure 10, in which the various components are placed at a mutual distance, such as prior to the assembly of the pipe coupling; figure 12 shows an axial section corresponding to figures 8 and 10, wherein the pressing means comprise two at least more or less conical threads, the axial section through the imaginary base surface satisfying the equation f (x) = siirVrx; Figure 13 is an exploded view of the pipe coupling according to Figure 12, in which the various components are placed at a mutual distance, such as prior to the assembly of the pipe coupling; figure 14 shows an axial section corresponding to figure 1 on the same scale as figure 1 of a pipe coupling according to the invention; figure 15 shows an assembled pipe coupling according to the invention corresponding to figure 3 and drawn on the same scale as figure 3; figure 16A shows a view corresponding with figure 7 of an embodiment, in which a circular registration step connects to the end faces; figures 16B, 16C and 16D variants with search edges on the recording steps according to the detail XVI in figure 16A; Figure 17 is an exploded view of the embodiment of Figure 14; Fig. 18 is a plan view, partially broken away, corresponding to Fig. 17, of a variant in which the widening has keyways and one of the pressure ring parts has a key formed in such a way that the tubes can only be placed in one relative angular position and secured against rotation in that position to be; Fig. 19 is a perspective view, partially in view, of a coupling during assembly thereof, using a tool; figure 20 shows an axial section corresponding with figure 14 through a coupling according to the invention during the assembly thereof according to figure 19; Figure 21 shows an axial section corresponding to Figure 20 during the dismantling of the coupling using the tool according to Figures 19 and 20; figure 22 shows an axial section corresponding to detail XXII of figure 16D on an enlarged scale through the widening at the end faces, with a rectangular recess in which a substantially undeformed O-ring is placed as sealing ring, before assembling the coupling; Fig. 23 is an enlarged-scale detail corresponding to detail XXIII of Fig. 16A of the situation in which the coupling is assembled and the O-ring is compressed in the recess while leaving some space free; Figure 24 is a section corresponding to Figure 22 through an embodiment of an impractical embodiment for explaining the risk of pinching material from the sealing ring during bringing the end faces together when assembling the coupling; figure 25 shows a view according to figure 24 of an embodiment in which the risk of pinching is practically excluded by chamfering the edges of the floors; figure 26 shows a cross-section according to figures 24 and 21 of an embodiment, wherein the depth of the recess has a value that lies between 0.5 x and 1 x the diameter of the cross-section of the sealing ring; figure 27 shows an axial section through a variant of the embodiment according to figure 7, wherein rotationally symmetrical, at least more or less sinusoidal, profiles are superimposed on the flat end faces on either side of the retaining ring recess, which profiles of both end faces are complementary, in the non- assembled condition of the coupling; figure 28 shows the coupling according to figure 27 in perspective view; Fig. 29 shows a cross-section corresponding to Figs. 16B, 16C and 16D through an embodiment in which the sealing ring is hollow and consists of metal with a cover layer, and has a pressure-equalizing slot hole extending over the entire circumference of the sealing ring; figure 30A shows a section corresponding with figure 29 through a sealing ring provided with a ring of pressure equalization holes; figure 30B is a perspective view of a part of the sealing ring according to figure 30A; figure 31 shows an axial section through a tool for fixing the registered positions of a pipe stub of a coupling according to the invention and an external pipe for welding it together; figure 32 shows a cross section through the tool and the tubes according to figure 31; Fig. 33 shows a variant of the desired weld connection according to Figs. 31 and 32, in which the pipe stub of the pipe connection according to the invention and the additional pipe have complementary circumferential registration steps, as well as respective beveled surfaces with the shape of truncated cones which together define a V-groove for the welding connection; figure 34 shows a coupling according to the invention, comprising a pipe coupling according to figure 7 and compression fittings connecting thereto on either side; figure 35A shows a variant of the pipe coupling according to figure 16A, wherein a flexible hose is connected at one end by means of a clamp coupling; figure 35B shows on a larger scale a part of the variant according to figure 35A; figure 36 shows an axial section corresponding to figure 35A through a pipe coupling in which a flexible hose is connected by means of a clamp coupling at both ends; Figure 37 is an axial section through a hose coupling that is commercially available from the manufacturer Gardena / Husqvarna (trade names); Figure 38 shows the well-known link of Gardena / Husqvama (trade names) in exploded view; Figure 39 is an exploded view of a coupling, which is a variant of the coupling according to Figure 36, on the same scale as the known coupling according to Figure 38; figure 40 shows an axial section corresponding to figures 35A, 35B and 36 in which the pressure ring parts are connected to each other by a conical screw connection; figure 41 shows an axial section through a variant of the embodiment according to figure 40; figure 42 shows a further variant of the coupling according to figure 40; figure 43 shows an axial section through a first embodiment of an alternative pipe coupling according to the invention, which is based on the use of two compression fittings; Figure 44 shows schematic representations of the draw curves of steel, aluminum and softer metals such as copper and silver, in one graph; figure 45 shows an axial section corresponding with figure 43 through a second embodiment of a pipe coupling according to the invention which is based on two compression fittings; figure 46 shows the detail XLI of figure 45; figure 47 shows a view corresponding with figure 46 of a variant; figure 48 shows a view corresponding with figures 46 and 47 of a further variant; Fig. 49 is a cut-away schematic perspective view of a known jet engine in which a large number of flange couplings according to the prior art are included; Fig. 50 shows a perspective view of a part of the housing of a jet engine, two segments of which are coupled to each other by a fitter in the manner according to the prior art, with flanges and bolt / nut connections; Fig. 51 shows an edge section in axial direction of a tube connection forming part of the jet engine according to Fig. 49 on the basis of flanges, bolts and nuts; Fig. 52 is an axial section corresponding to Fig. 51 through a pipe connection according to the invention, replacing the pipe connection according to Fig. 51, on the same scale; figure 53 shows an axial section through a variant of the pipe coupling according to figure 43, wherein the pressing means comprise two conical threads; figure 54 shows an axial section corresponding to figure 45 through a variant of the pipe coupling according to the invention, wherein the pressing means comprise two conical threads; Fig. 55 is a perspective view, corresponding partly to Fig. 19, of the variant of the pipe coupling according to Figs. 8, 9, 53 and 54, during assembly thereof, using a tool; figure 56 shows an axial section of the pipe coupling according to figure 39, on the same scale as figure 37; figure 57 shows a cross-section corresponding with figures 24, 25, 26, in which both circumferential projecting parts are provided with identical recesses, in which identical sealing rings are accommodated; figure 58 shows a perspective view corresponding with figure 39, in which both hoses are arranged on the coupling pieces; Fig. 59 shows a cross section through the coupling according to Fig. 58; figure 60 shows a perspective view of an opened pressure ring, in which the hinge is not a film hinge as in figure 58, but is designed as a divisible hinge with a loose pin; Fig. 61 shows a cross section through the pressure ring according to Fig. 60; figure 62 is a perspective view of a pressure ring that partly corresponds to the pressure ring according to figure 39, but is provided with a closing lip with a number of teeth designed as a ratchet; figure 63 shows a cross section through the pressure ring according to figure 62; Fig. 64 is a perspective view of a pressure ring consisting of two separate identical pressure ring parts in accordance with the upper pressure ring part in the embodiment according to Fig. 62; figure 65 shows a cross section of the pressure ring according to figure 64; Fig. 66 is a perspective view of an opened pressure ring with a circular recess, into which a sling can be placed sunk, which sling is either molded on to the pressure ring parts, or is a loose sling; Fig. 67 is a section through the pressure ring of Fig. 66; Fig. 68 is a perspective view of an opened pressure ring, the pressure ring parts of which are provided with Velcro or loop tape connected thereto; figure 69 shows a cross section of the pressure ring according to figure 68; Fig. 70 is a perspective view of a hinged pressure ring, in which the pressure ring parts are provided with mutually attracting magnetic poles; Fig. 71 shows a cross section through the pressure ring according to Fig. 70; Fig. 72 is a perspective view corresponding with Fig. 70 of an embodiment in which the magnetic means can be short-circuited by means of a ferromagnetic tool and the pressure ring can be opened by a rotary movement; Fig. 73 shows a cross section through the pressure ring according to Fig. 72; Fig. 74 is a perspective view of a pressure ring with permanent magnets and a shunt that can be switched on and off, which can also serve as a mechanical aid for opening the pressure ring; Fig. 75 is a front view of the pressure ring according to Fig. 74; Fig. 76 shows the cross section of the pressure ring according to Fig. 74; Fig. 77 is a perspective view of a pressure ring in a subsequent embodiment; Figure 78 is a horizontal section through the pressure ring of Figure 77; Fig. 79 is a partially transparent front view of the pressure ring of Fig. 77; figure 80 shows a vertical section through the pressure ring according to figure 77; Fig. 81 is a perspective view of yet another embodiment of a pressure ring according to the invention; Figure 82 is a horizontal section through the pressure ring of Figure 81; Figure 83 is a partially transparent front view of the pressure ring of Figure 81; figure 84 shows a vertical section through the pressure ring according to figure 81; Fig. 85 is a cross-sectional view of a permanent magnet embedded in an undercut cavity in a plastic part by injection molding; Fig. 86 is a bottom view of the part according to Fig. 85 with permanent magnet; Fig. 87 is a cross-sectional view of an alternative in which the magnet also has an undercut shape and is anchored in the plastic; figure 88 shows a bottom view corresponding with figure 86 of the pressure ring part according to figure 87; Fig. 89 is a cross-sectional view of an alternative, wherein the magnet is not accommodated in an undercut cavity, but in a prismatic cavity, i.e. a cavity which has the same cross-section at each axial position, which magnet has a general star shape; Fig. 90 is a bottom view of the pressure ring part of Fig. 89, showing the star shape of the permanent magnet; Fig. 91 shows a cross-section of a variant of the embodiment of Fig. 85, in which the magnet is received in an undercut space in a plastic sleeve, which is welded in a non-undercut, cylindrical cavity in a plastic pressure ring part, for example ultrasonic; and figure 92 shows a bottom view of the pressure ring part according to figure 91.

De aandacht word erop gevestigd, dat de figuren 1 en 14, de figuren 3 en 15, de figuren 37 en 56 (op kleinere schaal) en ook de figuren 38 en 39 samen op respectieve pagina’s op gelijke schalen zijn weergegeven ter vergelijking tussen de bekende techniek en de uitvinding, en ter illustratie van de uiterst compacte bouw van de koppeling volgens de uitvinding ten opzichte van de stand der techniek en het zeer geringe aantal onderdelen van de koppeling volgens de uitvinding in vergelijking tot de bekende techniek.Attention is drawn to the fact that Figures 1 and 14, Figures 3 and 15, Figures 37 and 56 (on a smaller scale) and also Figures 38 and 39 together on respective pages are represented on equal scales for comparison between the known technique and the invention, and to illustrate the extremely compact construction of the coupling according to the invention relative to the state of the art and the very small number of components of the coupling according to the invention in comparison with the known technology.

Ook figuur 57 is ter vergelijking met de figuren 24, 25 en 26 op dezelfde bladzijde als die figuren weergegeven.Figure 57 is also shown on the same page as those figures for comparison with Figures 24, 25 and 26.

Figuur 1 toont een koppeling 1 van de producent Vector (handelsnaam) tussen twee via respectieve doorstroomruimten 2, 3 voor medium doorstroombare min of meer cilindrische buizen 4, 5, waarin zich tussen de naar elkaar gerichte eindzones 6, 7 van beide buizen 4, 5 een onder druk vervormde afdichtring 8 bevindt, waardoor als gevolg van het tijdens het assembleren van de koppeling 1 met enige kracht naar elkaar toe bewegen van de eindzones 6, 7 de koppeling 1 mediumdicht is geworden, aan beide eindzones 6, 7 rondgaande zijdelings uitstekende delen of flenzen 9, 10 integraal aangevormd zijn, aan de naar elkaar gerichte zijden van welke beide buizen eindvlakken 11,12 aanwezig zijn, aandrukmiddelen in de vorm van een krans van bouten 13 en bijbehorende moeren 14 aanwezig zijn, die met de voorafgaand aan het tot stand brengen van de koppeling 1 in onderling althans ongeveer gealigneerde posities gebrachte flenzen 9, 10 samenwerken en die naar elkaar toe gedrukt houden onder handhaving van de vervorming van de afdichtring 8, en tevens door de bouten 13 en moeren 14 gevormde borgmiddelen voor het handhaven van de naar elkaar gedrukte onderlinge stand van de flenzen 9, 10 en het aldus tevens handhaven van de tot stand gebrachte mediumdichte koppeling 1 tussen de buizen 4, 5. In de uitvoering volgens figuur 1 omvat de koppeling 1 vier bouten 13 en moeren 14. De bouten strekken zich uit door althans ongeveer gealigneerde doorgaande gaten 15, 16 in de respectieve flenzen 9, 10.Figure 1 shows a coupling 1 of the manufacturer Vector (trade name) between two more or less cylindrical tubes 4, 5 which can be flowed through medium through-flow spaces 2, 3, in which the end zones 6, 7 of both tubes 4, 5 facing one another a sealing ring 8 deformed under pressure, as a result of which, as a result of moving the end zones 6, 7 towards each other with some force during assembly of the coupling 1, the coupling 1 has become medium-tight, parts protruding laterally on both end zones 6, 7 or flanges 9, 10 are integrally molded, on the mutually facing sides of which both tubes end faces 11,12 are present, pressing means in the form of a ring of bolts 13 and associated nuts 14 are present, which are connected to the bringing the coupling 1 into flanges 9, 10 brought to one another at least approximately aligned positions and which keep it pressed towards each other while maintaining the deformation of the sealing ring 8, and also locking means formed by the bolts 13 and nuts 14 for maintaining the mutually pressed position of the flanges 9, 10 and thus also maintaining the established medium-tight coupling 1 between the tubes 4 5. In the embodiment according to figure 1 the coupling 1 comprises four bolts 13 and nuts 14. The bolts extend through at least approximately aligned through holes 15, 16 in the respective flanges 9, 10.

Aan de buizen 4, 5 zijn verdere buizen 17, 18 vastgelast via orbitale laszones 45, 46. Deze omvatten binnenwaarts gerichte platte contactzones tussen de buizen 3, 4 en de buizen 17, 18 en V-vormige groeven aan de buitenzijde daarvan. De V-vormige groeven hebben een diepte in de orde van grootte van de helft van de lokale wanddikten en zijn door lasbewerking gevuld met lasmateriaal.Further tubes 17, 18 are welded to the tubes 4, 5 via orbital welding zones 45, 46. These comprise inwardly directed flat contact zones between the tubes 3, 4 and the tubes 17, 18 and V-shaped grooves on the outside thereof. The V-shaped grooves have a depth in the order of magnitude of half the local wall thicknesses and are filled with welding material by welding.

Figuur 2 toont de koppeling volgens figuur 1 met getrokken lijnen. Met onderbroken lijnen is, ter wille van de duidelijkheid sterk overdreven, de mechanische vervorming van de flenzen 9, 10 weergegeven onder invloed van de druk van het medium in de doorstroomruimten 2 en 3. Overdreven en daardoor enigszins symbolisch is aangegeven, dat de eindvlakken 11, 12 de neiging hebben om onder de druk van het medium uiteen te wijken, waardoor het risico op lekkage ontstaat, doordat de druk op de afdichtring 8 kleiner wordt door de mediumdruk.Figure 2 shows the coupling according to Figure 1 with solid lines. With broken lines, for the sake of clarity, the mechanical deformation of the flanges 9, 10 is shown under the influence of the pressure of the medium in the flow spaces 2 and 3. Exaggerated and therefore somewhat symbolically indicated that the end faces 11 12 have a tendency to diverge under the pressure of the medium, whereby the risk of leakage arises because the pressure on the sealing ring 8 becomes smaller due to the medium pressure.

De aandacht wordt er verder op gevestigd, dat bij de koppeling 1 ter plaatse van de afdichtring de stroming van het medium lokaal sterk gehinderd wordt door de rondgaande verdieping, omdat in deze in de handel verkrijgbare koppeling 1 het radiaal het meest naar binnen gelegen rondgaande cirkelvormige oppervlak van de afdichtring 8 radiaal verder naar buiten is gelegen ten opzichte van de hartlijn 19 dan de wanden van de buizen 4 en 5. Als gevolg van dit obstakel kan zich tijdens het met groot debiet doorstromen van medium onder druk zich het uiterst ongewenste verschijnsel voordoen, dat de koppeling 1 een zeer hinderlijk of luid geluid voortbrengt, bijvoorbeeld een zeer scherp gepiep bij een frequentie in de orde van 5 kHz en bij geluiddrukniveaus op een afstand in de orde van 1 a 2 m tot 115 dB SPL.Attention is further drawn to the fact that at the coupling 1 at the location of the sealing ring, the flow of the medium is locally strongly impeded by the circumferential recess, because in this commercially available coupling 1 the radially the most inwardly located circular the surface of the sealing ring 8 is located radially further outwards with respect to the axis 19 than the walls of the tubes 4 and 5. As a result of this obstacle, the extremely undesirable phenomenon may occur during the high-flow flow of medium under pressure. that the coupling 1 produces a very annoying or loud sound, for example a very sharp squeak at a frequency of the order of 5 kHz and at sound pressure levels at a distance of the order of 1 to 2 m to 115 dB SPL.

Opgemerkt wordt, dat de koppeling volgens de figuren 1 en 2 in de handel verkrijgbaar is en op grote schaal wordt toegepast. De daarbij behorende nadelen worden voor lief genomen bij gebreke aan een in de stand der techniek ontbreken van betere oplossingen.It is noted that the coupling according to figures 1 and 2 is commercially available and is used on a large scale. The associated disadvantages are taken for granted in the absence of better solutions in the prior art.

Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van de koppeling 1. De opstelling van de bouten 13 en moeren 14, alsmede de gaten 15 in de flens 9 zijn hierin duidelijk te zien.Figure 3 shows a perspective view of the coupling 1. The arrangement of the bolts 13 and nuts 14, as well as the holes 15 in the flange 9 can be clearly seen herein.

Begrepen moet worden, dat bij het assembleren van de koppeling 1 eerste één moer 14 bcht wordt aangedraaid, vervolgens de diagonaal daar tegenovergelegen moer, daarna een van de andere moeren, daarna de daar diagonaal tegenovergelegen moer, waarna de gehele procedure één of meerdere malen wordt herhaald totdat de gebruikte momentsleutel aangeeft, dat alle moeren met nagenoeg hetzelfde moment aangedraaid zijn. Dit eindmoment is vooraf vastgelegd. Duidelijk moge zijn, dat bij het assembleren van een groot aantal dergelijke koppebngen na elkaar de menselijke factor in de vorm van een gebrek aan concentratie of vermoeiing een rol kan gaan spelen, waardoor het in de praktijk voorkomt, dat koppelingen niet met de vereiste zorgvuldigheid en nauwkeurigheid worden geassembleerd.It must be understood that when assembling the coupling 1, first one nut 14 is tightened, then the nut opposed diagonally, then one of the other nuts, then the nut opposed diagonally thereafter, after which the entire procedure is performed one or more times. repeated until the torque wrench used indicates that all nuts have been tightened at nearly the same time. This final moment has been determined in advance. It will be clear that when assembling a large number of such couplings one after the other the human factor in the form of a lack of concentration or fatigue may play a role, as a result of which it is prevented in practice that couplings do not perform with the required care and attention. accuracy can be assembled.

Figuur 4 toont een koppeling 20 volgens de uitvinding. Onderdelen van deze koppeling 20 die overeenkomen met die van de koppeling 1 volgens de figuren 1, 2 en 3 zijn met dezelfde verwijzingsgetallen aangeduid als daar.Figure 4 shows a coupling 20 according to the invention. Parts of this coupling 20 which correspond to those of the coupling 1 according to figures 1, 2 and 3 are indicated with the same reference numerals as there.

Anders dan bij de koppeling 1 volgens de figuren 1, 2 en 3 verkeren de eindvlakken 11, 12 in direct contact met elkaar. In de eindzone 6 is een rondgaande verdieping aanwezig, die concentrisch ten opzichte van de hartlijn 19 gepositioneerd is, en uitmondt aan het eindvlak 11. Zoals in het bijzonder figuur 5 duidelijk toont, bevindt zich in de verdieping 20 een O-ring 21. In het geval waarin deze O-ring van bijvoorbeeld rubber of een rubberachtig materiaal is vervaardigd en derhalve nagenoeg niet compressibel is, moet het volume van de ring 21 iets kleiner zijn dan het volume van de verdieping 20. Daarmee wordt verzekerd dat de eindvlakken 11, 12 met elkaar in contact kunnen komen. In de gecomprimeerde toestand volgens figuur 5 vult de afdichtring 21 de verdieping 20 dan ook niet volledig. Er blijft enige ruimte vrij.Unlike the coupling 1 according to figures 1, 2 and 3, the end faces 11, 12 are in direct contact with each other. In the end zone 6 there is a circumferential recess, which is positioned concentrically with respect to the center line 19, and which terminates at the end face 11. As in particular Fig. 5 clearly shows, there is an O-ring 21 in the recess 20. In In the case where this O-ring is made of, for example, rubber or a rubber-like material and is therefore virtually non-compressible, the volume of the ring 21 must be slightly smaller than the volume of the depression 20. This ensures that the end faces 11, 12 can come into contact with each other. In the compressed state according to Figure 5, the sealing ring 21 therefore does not completely fill the depression 20. Some space remains free.

In het geval waarin de moeren 14 met een voldoend groot moment zijn aangedraaid, is de koppeling 22 in hoge mate bestand tegen buigende momenten. Dit is het gevolg van het feit dat de eindvlakken 11,12 van de in het algemeen uit metaal bestaande buizen 4, 5 nauwelijks of niet zal vervormen in geval van een buigmoment, in afwijking van de koppeling 1, waarin de buizen 4, 5 met elkaar in contact staan via de afdichtring 8, die althans een zekere mate van vervormbaarheid vertoont en derhalve onder invloed van een buigmoment geneigd is, aan één zijde ingedrukt te raken.In the case where the nuts 14 are tightened with a sufficiently large torque, the coupling 22 is highly resistant to bending moments. This is due to the fact that the end faces 11, 12 of the tubes 4, 5 generally made of metal will hardly deform or not deform in the case of a bending moment, in deviation from the coupling 1, in which the tubes 4, 5 with are in contact with each other via the sealing ring 8, which has at least a certain degree of deformability and is therefore inclined to get depressed on one side under the influence of a bending moment.

Figuur 6 toont een variant, waarin aan de eindvlakken 11,12 complementaire omwentelingssymmetrische registratie-treden 23 aansluiten. Deze verzekeren, dat de cilindrische binnenwanden van de doorstroomruimten 2, 3 exact uitgelijnd zijn ten opzichte van de hartlijn 19 en er derhalve ter plaatse van de overgang tussen de eindvlakken 11,12 geen enkele verstoring van het doorstromende medium kan optreden. In het geval van platte vlakken 11,12 volgens figuur 5 moeten speciale maatregelen genomen worden om deze exacte positionering te verzekeren. De registratie-treden 23 volgens figuur 6 hebben dan ook een sterke voorkeur.Figure 6 shows a variant in which complementary rotation-symmetrical recording steps 23 connect to the end faces 11,12. These ensure that the cylindrical inner walls of the flow-through spaces 2, 3 are precisely aligned with respect to the center line 19 and therefore no disturbance of the flow-through medium can occur at the location of the transition between the end faces 11, 12. In the case of flat surfaces 11, 12 according to Figure 5, special measures must be taken to ensure this exact positioning. The registration steps 23 according to Figure 6 are therefore strongly preferred.

Figuur 7 toont een koppeling 28 die vrij is van bouten en moeren, en met weinig of geen vakmanschap met een grote mate van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid kan worden geassembleerd en nauwelijks of niet behept is met de hiervoor beschreven nadelen van de bekende techniek, zoals de koppeling 1 en zelfs de eenvoudige uitvoering van de koppeling 22 volgens figuur 4.Figure 7 shows a coupling 28 that is free of bolts and nuts, and that can be assembled with little or no craftsmanship with a high degree of accuracy and reliability and that is barely or not coped with the aforementioned disadvantages of the known art, such as the coupling 1 and even the simple embodiment of the coupling 22 according to figure 4.

Ook in deze figuur 7 zijn functioneel met elkaar overeenkomende onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzingsgetallen als in de voorgaande figuren. Opgemerkt wordt, dat de betreffende onderdelen niet gelijkvormig behoeven te zijn maar wel dezelfde functies vervullen.Also in this figure 7 functionally corresponding parts are indicated with the same reference numerals as in the previous figures. It is noted that the parts in question do not have to be uniform, but they do fulfill the same functions.

In de koppeling 28 vertonen de eindzones 6, 7 van de buizen 4, 5 rondgaande uitstekende delen 24, 25. Deze bezitten aan hun van elkaar af gewende zijden afgeknotte-kegelvormige eerste contactvlakken 26, 27, die gelijke vormen vertonen, maar tegengesteld georiënteerd zijn. Tijdens het assembleren van de koppeling 28 worden de contactvlakken 26, 27 in axiale richting, dus volgens de hartlijn 19, naar elkaar gedrongen door het in radiale richtingen naar elkaar toe dringen van de delen, met op elke positie dezelfde radiale doorsnede, van een in dit geval uit de twee delen 29, 30 bestaande gedeelde drukring met een rondgaande interne verdieping met twee naar elkaar gerichte afgeknotte-kegelvormige tweede contactvlakken 31, 32, waarvan de vorm en helling overeenkomt met die van de eerste contactvlakken 26, 27. Na het aldus met kracht tegen elkaar drukken van de eindvlakken 11, 12 als gevolg van de naar binnen gerichte verplaatsing van de drukringdelen 29, 30 is ten slotte een als borgmiddel dienst doende borgring 33 over de buitenvlakken van de drukringdelen 29, 30 aangebracht.In the coupling 28, the end zones 6, 7 of the tubes 4, 5 have circumferential projecting parts 24, 25. These have frusto-conical first contact surfaces 26, 27 on their sides facing away from each other, which have identical shapes but are oriented in opposite directions . During the assembly of the coupling 28, the contact surfaces 26, 27 are urged toward each other in the axial direction, i.e. along the axis 19, by urging the parts towards each other in radial directions, with the same radial section at each position, of a this case consists of the split pressure ring consisting of the two parts 29, 30 with a circumferential internal recess with two frusto-conical second contact surfaces 31, 32 facing each other, the shape and inclination of which correspond to those of the first contact surfaces 26, 27. forcefully pressing the end faces 11, 12 together as a result of the inwardly directed displacement of the pressure ring parts 29, 30, a locking ring 33 serving as locking means is finally arranged over the outer surfaces of the pressure ring parts 29, 30.

Voor een goed begrip wordt opgemerkt, dat de eindvlakken 11, 12 de geassembleerde posities van alle in het geding zijnde onderdelen bepalen. De drukringdelen worden immers naar elkaar toe gedrukt onder compressie van de O-ring 21, totdat de eindvlakken 11, 12 in contact met elkaar verkeren. Dat houdt in, dat het meest naar binnen gelegen deels-cilindrische vlakken 34, 35 en tevens het deels-cilindrische binnenvlak 36, 37, van de door de drukringdelen 29, 30 bepaalde verdieping op enige afstand gelegen moeten blijven van de buitenoppervlakken van respectievelijk de buizen 4, 5 en de rondgaande uitstekende delen 24, 25. Figuur 7 toont de koppeling 28 in geassembleerde toestand, waarin het bovenstaande duidelijk is weergegeven.For a good understanding, it is noted that the end faces 11, 12 determine the assembled positions of all the parts involved. After all, the pressure ring parts are pressed towards each other under compression of the O-ring 21 until the end faces 11, 12 are in contact with each other. This means that the most inwardly located part-cylindrical surfaces 34, 35 and also the part-cylindrical inner surface 36, 37 of the depression defined by the pressure ring parts 29, 30 must remain at some distance from the outer surfaces of the tubes 4, 5 and the circumferential projecting parts 24, 25. Figure 7 shows the coupling 28 in assembled condition, in which the above is clearly shown.

Door het door middel van een gereedschap met een toereikende kracht naar elkaar toe aandrukken van de drukringdelen 29, 30, in combinatie met de in figuur 7 getoonde hellingshoek van de samenwerkende contactvlakken 26, 31 en 27, 32 houdt de wrijving tussen die contactvlakken de koppeling in zijn geassembleerde toestand, zelfs zonder dat daar de borgring 33 noodzakelijk voor is. Het moge echter duidelijk zijn, dat men voor een door mediumdruk belast systeem als de koppeling 28 niet uitsluitend op de wrijving kan vertrouwen voor de dichtheid van de koppeling. Onder alle omstandigheden wordt dan ook het gebruik van een borgring 33 dwingend voorgeschreven in verband met de vereiste veiligheid.By pressing the pressure ring parts 29, 30 together with a sufficient force towards each other, in combination with the angle of inclination of the cooperating contact surfaces 26, 31 and 27, 32 shown in Figure 7, the friction between these contact surfaces keeps the coupling in its assembled state, even without the locking ring 33 being necessary for this. It should be understood, however, that for a fluid pressure system such as the clutch 28, one cannot rely solely on the friction for the tightness of the clutch. Under all circumstances the use of a locking ring 33 is therefore mandatory because of the required safety.

De halve tophoek van de door de vlakken 26, 27, 31 en 32 bepaalde imaginaire kegels bedraagt in deze uitvoering ongeveer 70°.The half apex angle of the imaginary cones determined by the surfaces 26, 27, 31 and 32 in this embodiment is approximately 70 °.

De aandacht wordt er verder op gevestigd, dat, anders dan de hiervoor getoonde en beschreven koppelingen 1 en 22 het gebruik van registratie-treden 23 conform figuur 6 niet strikt noodzakelijk is. Bij het assembleren van de koppeling is door de omwentelingssymmetrie het systeem als het ware zelf-zoekend. Door de optredende drukkrachten en wrijvingskrachten zullen de rondgaande uitstekende delen 24, 25 zichzelf naar de in figuur 7 getoonde gealigneerde positie rond de hartlijn 19 bewegen.Attention is further drawn to the fact that, unlike the couplings 1 and 22 shown and described above, the use of registration steps 23 according to Figure 6 is not strictly necessary. When assembling the coupling, due to the rotation symmetry, the system is as it were self-searching. Due to the occurring pressure forces and frictional forces, the circumferential projecting parts 24, 25 will move themselves to the aligned position shown in Figure 7 around the center line 19.

In de rondgaande overgangsgebieden waar kerfwerking moet worden gevreesd zijn tegen kerfwerking werkzame rondgaande holle verdiepingen aanwezig, die alle met 38 zijn aangeduid. Het eventueel vormen van kerven onder buigbelasting is hiermee effectief voorkomen.In the circular transition areas where notch effect is to be feared, circular hollow recesses effective against notching are present, all of which are designated 38. The possible formation of notches under bending load is thus effectively prevented.

De figuren 8 en 9 tonen een alternatieve koppeling die in die zin afwijkt van de koppeling 28 volgens figuur 7, dat de eerste contactvlakken 26, 27 en de tweede contactvlakken 31,32 delen van mantelvlakken van imaginaire kegels zijn, waarop complementaire samenwerkende schroefdraden gesuperponeerd zijn, waardoor conische schroefkoppelingen zijn gevormd. De schroefdraden, die alle met het verwijzingsgetal 40 zijn aangeduid op de algemeen afgeknotte-kegelvormige contactvlakken 26, 27, 31, 32 vertonen een zodanige vorm en onderlinge hoekstand, dat hun axiale projecties exact samenvallen. Hoewel de schroefdraad-profileringen afgeronde vormen bezitten en relatief ondiep zijn, bijvoorbeeld een sinusvormige profilering vertonen, kan met de getoonde constructie een zeer druk- en trekbestendige koppeling gerealiseerd worden, mede door de hoeken van de contactvlakken 26, 27, 31, 32, die in deze uitvoering ongeveer 45° bedraagt.Figures 8 and 9 show an alternative coupling that differs from the coupling 28 according to Figure 7 in that the first contact surfaces 26, 27 and the second contact surfaces 31, 32 are parts of lateral surfaces of imaginary cones on which complementary co-operating threads are superimposed , whereby conical screwed connections are formed. The threads, all of which are designated by the reference numeral 40 on the generally truncated conical contact surfaces 26, 27, 31, 32, have such a shape and mutual angular position that their axial projections exactly coincide. Although the threaded profiles have rounded shapes and are relatively shallow, for example have a sinusoidal profile, a very pressure-resistant and tensile-resistant coupling can be realized with the construction shown, also through the corners of the contact surfaces 26, 27, 31, 32, which approximately 45 ° in this embodiment.

Omdat het wezenlijk is, dat de schroefdraden altijd dezelfde hoekstand bezitten, is de koppeling 39 voorzien van rotatieborgmiddelen om de onderlinge rotatie van de uitstekende delen 24, 25 vooral tijdens, maar ook na de assemblage van de koppeling 39 te blokkeren. Daartoe vertoont het eindvlak 12 twee borgpennen 41, 42, die strak passen in corresponderend gevormde blinde gaten 43, 44 die uitmonden aan het eindvlak 11. Omdat het wezenlijk is, dat tijdens montage nooit de vergissing mag worden gemaakt, dat de buizen 4, 5 bijvoorbeeld abusievelijk 180° ten opzichte van de nominale positie zijn geroteerd, waardoor de schroefverbinding met de conische schroefdraden niet tot stand kan worden gebracht, zijn de borgpennen 41, 42 en de bijbehorende blinde gaten 43, 44 zodanig gepositioneerd, dat ze in slechts één hoekstand in elkaar passen. Deze hoekstand komt overeen met de geassembleerde vorm van de koppeling 39 volgens figuur 8. Door het na een initiële grove positionering naar elkaar drukken van de drukringdelen 29, 30 kunnen in deze aangedrukte toestand, eventueel zelfs na het aanbrengen van de borgring 33 de drukringdelen 29, 30 gezamenlijk over een zekere hoek worden geroteerd, en wel met een zodanige kracht, dat onder indrukking van de O-ring 21 de eindvlakken 11, 12 met elkaar in contact worden gebracht. Daarmee is de koppeling voltooid. Door de aard van de toegepaste schroefkoppeling, in het bijzonder een dergelijke koppeling volgens EP-B 2 268 930, behoeft voor het losraken van de aldus tot stand gebrachte zeer drukvaste buiskoppeling niet te worden gevreesd.Because it is essential that the threads always have the same angular position, the coupling 39 is provided with rotation locking means to block the mutual rotation of the projecting parts 24, 25 especially during, but also after, the assembly of the coupling 39. To that end, the end face 12 has two locking pins 41, 42 that fit tightly into correspondingly shaped blind holes 43, 44 that open out to the end face 11. Because it is essential that the assembly 4 never makes the mistake of making the tubes 4, 5 for example, by mistake 180 ° rotated relative to the nominal position, whereby the screw connection to the conical threads cannot be established, the locking pins 41, 42 and the associated blind holes 43, 44 are positioned such that they are in only one angular position fit together. This angular position corresponds to the assembled form of the coupling 39 according to figure 8. By pressing the pressure ring parts 29, 30 together after an initial rough positioning, the pressure ring parts 29 can be pressed in this pressed state, optionally even after the locking ring 33 has been fitted 30 can be rotated together through a certain angle, and with such a force that the end faces 11, 12 are brought into contact with each other under the pressure of the O-ring 21. This completes the connection. Due to the nature of the screw coupling used, in particular such a coupling according to EP-B 2 268 930, there is no need to fear the detachment of the highly pressure-resistant pipe coupling thus produced.

De aandacht wordt erop gevestigd, dat de borgring 33 in de uitvoering volgens figuur 7 een ronde vorm bezit, terwijl de borgring 33 volgens de figuren 8 en 9 in deze uitvoering een zeskantige vorm bezit, corresponderend met het buitenvlak van de samengestelde drukringdelen 29, 30.Attention is drawn to the fact that the locking ring 33 in the embodiment according to Fig. 7 has a round shape, while the locking ring 33 according to Figs. 8 and 9 in this embodiment has a hexagonal shape corresponding to the outer surface of the assembled pressure ring parts 29, 30 .

De figuren 10 en 11 tonen een koppeling 121 die grosso modo overeenkomt met de koppeling 28 volgens figuur 7, maar daarin in die zin verschilt, dat de contactvlakken 31, 32 vormen hebben, die corresponderen met de functie f(x) = sin2Vx.Figures 10 and 11 show a coupling 121 which roughly corresponds to the coupling 28 according to Figure 7, but differs in that the contact surfaces 31, 32 have shapes corresponding to the function f (x) = sin2Vx.

Opgemerkt wordt, dat in de figuren 10 en 11 die onderdelen die corresponderen met die volgens figuur 7, met dezelfde verwijzingsgetallen zijn aangeduid als daar.It is noted that in Figs. 10 and 11 those parts corresponding to those according to Fig. 7 are designated with the same reference numerals as there.

De figuren 12 en 13 tonen een variant van de koppeling 121 volgens de figuren 10 en 11. De koppeling 122 omvat drukringdelen 29, 30, die in afwijking van de koppeling 121 volgens de figuren 10 en 11 zijn voorzien van complementaire schroefdraden op de hellende, afgeronde contactvlakken 26, 27, zodanig dat daarmee een althans min of meer conische schroefkoppeling is ontstaan.Figures 12 and 13 show a variant of the coupling 121 according to figures 10 and 11. The coupling 122 comprises pressure ring parts 29, 30 which, contrary to the coupling 121 according to figures 10 and 11, are provided with complementary threads on the inclined, rounded contact surfaces 26, 27, such that an at least more or less conical screw coupling is thereby created.

Evenals bij de koppeling 39 volgens de figuren 8 en 9 zijn de buizen 4, 5 tegen onderlinge rotatie geborgd door middel van pennen 41, 42, die samenwerken met gaten 43, 44. De hoofdvorm van de contactvlakken 26, 27 komt overeen met die van de corresponderende contactvlakken van de koppeling 121. Op deze contactvlakken is echter een althans min of meer conische schroefdraad gesuperponeerd. Deze conische schroefdraden van de rondgaande uitstekende delen 24, 25 hebben samenvallende axiale projecties. Dat is een voorwaarde om ervoor te kunnen zorgen, dat bij rotatie van de drukringdelen 29, 30 de schroefdraden correct kunnen functioneren, zodanig, dat de buizen 4, 5 naar elkaar worden gedrongen totdat de eindvlakken 11, 12 elkaar raken. Hierbij wordt opgemerkt, dat de naar elkaar gerichte, in dit geval in hoofdzaak radiaal gerichte vlakken 301, 302 aan ten minste één zijde elkaar niet mogen raken, daar anders het gevaar bestaat dat de eindvlakken 11,12 elkaar niet raken en dat zou in strijd zijn met de leer van de uitvinding.As with the coupling 39 according to Figs. 8 and 9, the tubes 4, 5 are secured against mutual rotation by means of pins 41, 42, which cooperate with holes 43, 44. The main shape of the contact surfaces 26, 27 corresponds to that of the corresponding contact surfaces of the coupling 121. However, an at least more or less conical screw thread is superimposed on these contact surfaces. These conical threads of the circumferential projections 24, 25 have coincident axial projections. This is a condition for ensuring that when the compression ring parts 29, 30 rotate, the threads can function correctly, such that the tubes 4, 5 are forced towards each other until the end faces 11, 12 touch each other. It is noted here that the surfaces 301, 302 facing each other, in this case substantially radially oriented surfaces, must not touch each other on at least one side, since otherwise there is a risk that the end surfaces 11, 12 do not touch each other and that would conflict with the teachings of the invention.

Figuur 14 toont een buiskoppeling 47, waarvan de hoofdconstructie overeenkomt met die van de koppeling 28 volgens figuur 7. Ter wille van een absoluut zekere nauwkeurige uitlijning is in deze uitvoering gebruik gemaakt van de omwentelingssymmetrische registratie-treden 23 waardoor de rondgaande uitstekende delen 24, 25 ten opzichte van de hartlijn 19 zuiver gealigneerd zijn.Figure 14 shows a pipe coupling 47, the main construction of which corresponds to that of the coupling 28 according to Figure 7. For the sake of an absolutely certain accurate alignment use has been made in this embodiment of the rotationally symmetrical recording steps 23 through which the circumferential projecting parts 24, 25 are aligned with respect to the center line 19.

Figuur 15 toont de koppeling 47 volgens figuur 14 in perspectivisch aanzicht. Het is van belang, op te merken, dat figuur 14 op dezelfde schaal is getekend als figuur 1. Hetzelfde geldt voor de figuren 3 en 15. Bij het vergelijken van de koppeling 1 volgens de stand der techniek en de koppeling 47 volgens de uitvinding valt onmiddellijk op, hoe veel eenvoudiger, kleiner, lichter en gemakkelijker te assembleren de koppeling 47 is dan de koppeling 1.Figure 15 shows the coupling 47 according to Figure 14 in perspective view. It is important to note that Figure 14 is drawn on the same scale as Figure 1. The same applies to Figures 3 and 15. When comparing the coupling 1 according to the prior art and the coupling 47 according to the invention falls immediately, the much simpler, smaller, lighter and easier to assemble the coupling 47 than the coupling 1.

Figuur 16A toont een koppeling 48 die voor een belangrijk deel overeenkomt met de koppeling 28 volgens figuur 7, maar daarvan in die zin verschilt, dat de eindvlakken 11,12 registratie-treden 23 vertonen. Daarmee is een uiterst nauwkeurige uitlijning ten opzichte van de hartlijn 19 van de wanden van de doorstroomruimten 2, 3 verzekerd, zonder het risico dat er ter plaatse van de overgang tussen beide enig obstakel bestaat. De aandacht wordt erop gevestigd, dat de radiale vlakken 11,12 met elkaar in contact verkeren en dat de radiale ringvormige vlakken 54, 55 van de trede 23 op enige afstand van elkaar gelegen zijn. Daarmee is verzekerd dat, zoals eerder beschreven, de vlakken 11, 12 in contact met elkaar verkeren;Figure 16A shows a coupling 48 which largely corresponds to the coupling 28 according to Figure 7, but differs therefrom in that the end faces 11, 12 have recording steps 23. This ensures an extremely accurate alignment with respect to the center line 19 of the walls of the flow-through spaces 2, 3, without the risk that there is any obstacle at the location of the transition between the two. Attention is drawn to the fact that the radial surfaces 11, 12 are in contact with each other and that the radial annular surfaces 54, 55 of the step 23 are situated at some distance from each other. This ensures that, as previously described, the surfaces 11, 12 are in contact with each other;

Figuur 16B toont, dat het rondgaande uitsteeksel 24 ter plaatse van de registratietrede 23 van een rondgaande zoekrand 49 voorzien kan zijn;Figure 16B shows that the circumferential protrusion 24 can be provided with a circumferential locating edge 49 at the location of the recording step 23;

Figuur 16C toont een variant, waarin het rondgaande uitstekende deel 25 van een zoekrand 50 voorzien is;Figure 16C shows a variant in which the circumferential projecting part 25 is provided with a search edge 50;

Figuur 16D toont een combinatie van de aspecten volgens de figuren 16B en 16C, waarin het rondgaande uitsteeksel 24 van een zoekrand 49 voorzien is en het rondgaande uitsteeksel 25 van een zoekrand 50 voorzien is.Figure 16D shows a combination of the aspects according to Figures 16B and 16C, in which the circumferential protrusion 24 is provided with a search edge 49 and the circumferential protrusion 25 is provided with a search edge 50.

Het gebruik van zoekranden heeft het voordeel, dat de rondgaande uitsteeksels 24 en 25 gemakkelijker in hun exacte geregistreerde posities kunnen worden gebracht.The use of search edges has the advantage that the circumferential projections 24 and 25 can be brought more easily into their exact registered positions.

Figuur 17 toont de koppeling 48 volgens figuur 16A in plof-aanzicht. Dit aanzicht correspondeert met een tekening van de situatie, waarin de samenstellende onderdelen van de koppeling 48 nog niet tot een geassembleerde koppeling zijn samengesteld, maar waarin ze in de voorfase van de assemblage verkeren.Figure 17 shows the coupling 48 according to Figure 16A in an exploded view. This view corresponds to a drawing of the situation in which the constituent parts of the coupling 48 are not yet assembled into an assembled coupling, but in which they are in the preliminary phase of the assembly.

Tijdens het assemblageprocédé worden eerst de rondgaande uitstekende delen in register in hoofdzaak tegen elkaar geplaatst, waardoor de afdichtring 21 nog nauwelijks of niet ingedrukt wordt. Vervolgens worden de drukringdelen 29 en 30 naar elkaar toe bewogen, zodanig dat de eerste contactvlakken 26, 27 in contact raken met de tweede contactvlakken 31, 32, waardoor deze vlakken over elkaar heen schuiven en er een axiale aandrukkende beweging plaatsvindt, waarbij de eindvlakken 11, 12 met kracht naar elkaar toe worden bewogen onder vervorming van de afdichtring 21. Zodra de eindvlakken 11,12 met elkaar in contact verkeren wordt de borgring 33 over de nu samengestelde drukringdelen 29, 30 geschoven. Hiermee is de koppeling 48 geassembleerd.During the assembly process, the circumferential projecting parts are first placed in register against each other substantially, so that the sealing ring 21 is hardly or not pressed. The pressure ring parts 29 and 30 are then moved towards each other such that the first contact surfaces 26, 27 come into contact with the second contact surfaces 31, 32, whereby these surfaces slide over each other and an axial pressing movement takes place, the end surfaces 11 12 can be forcefully moved towards each other while distorting the sealing ring 21. As soon as the end faces 11,12 are in contact with each other, the locking ring 33 is slid over the now assembled pressure ring parts 29, 30. The coupling 48 is thus assembled.

Figuur 18 toont een koppeling 51 die voor een belangrijk deel gelijk is aan de koppeling 48 volgens figuur 13, maar daarvan in die zin verschilt, dat de uitstekende delen 24 en 25, in afwijking van de koppeling 48 volgens figuur 13, geen vrij te kiezen hoekstand bezitten, maar slechts in twee hoekstanden vastgezet kunnen worden. Daartoe zijn de binnen vlakken van de drukringdelen 29 en 30 elk voorzien van een spie, welke beide spieën borgend samenwerken met spiebanen 52 in de vorm van zich in axiale richting uitstrekkende doorgaande uitsparingen 52 waarin de spieën 53 met geringe speling passen. Na het assembleren van de koppeling 51 kan deze bijvoorbeeld worden gebruikt als boorschacht voor het winnen van minerale olie en gas.Figure 18 shows a coupling 51 which is substantially the same as the coupling 48 according to Figure 13, but differs therefrom in that the projecting parts 24 and 25, contrary to the coupling 48 according to Figure 13, cannot be freely selected have a corner position, but can only be fixed in two corner positions. To this end, the inner surfaces of the pressure ring parts 29 and 30 are each provided with a key, which both keys engage with locking keys 52 in the form of axially extending through-going recesses 52 into which the keys 53 fit with little play. After assembling the coupling 51, it can be used, for example, as a drilling shaft for extracting mineral oil and gas.

Figuur 19 toont zeer schematisch, op welke wijze de koppelingen 48 of 51 tot stand gebracht kunnen worden. Zoals hiervoor beschreven, moet als laatste stap de borgring 33 met een vrij aanzienlijke drukkracht over de buitenvlakken van de samengestelde drukringdelen 29, 30 worden geschoven. Daartoe wordt een gereedschap gebruikt, dat op basis van bijvoorbeeld elektrische of hydraulische bekrachtiging twee vorken 56, 57 met kracht naar elkaar toe beweegt.Figure 19 shows very schematically how the couplings 48 or 51 can be made. As described above, the final step is to push the locking ring 33 over the outer surfaces of the assembled thrust ring parts 29, 30 with a fairly considerable compressive force. To this end, a tool is used which, on the basis of, for example, electrical or hydraulic power, forces two forks 56, 57 towards each other with force.

In de getekende uitvoering wordt gebruik gemaakt van een hydraulische cilinder 58 die wordt bekrachtigd door een hydraulische pomp 59.In the embodiment shown, use is made of a hydraulic cylinder 58 which is powered by a hydraulic pump 59.

De vork 56 grijpt aan aan de buitenzijde van het rondgaande uitstekende deel 24, terwijl de vork 57 aangrijpt aan de meest naar buiten gelegen achterrand 60 van de borgring 33.The fork 56 engages on the outside of the circumferential protruding part 24, while the fork 57 engages on the most outwardly located rear edge 60 of the locking ring 33.

Het is hier de plaats om de aandacht te vestigen op de aanwezigheid van twee zoekzones 61, 62 aan respectievelijk in bijvoorbeeld de figuren 17 en 19 voorste respectievelijk de achterste zijde van de borgring 33. Deze zoekzones hebben een zich naar buiten toe verwijdende vorm, waardoor in de situatie volgens de figuren 17 en 19 de borgring 33 via de voorste zoekzone 61 gemakkelijk tot op de juiste lokatie initieel over de buitenvlakken van de drukringdelen 29, 30 kan worden geschoven. Door de drukkracht die wordt uitgeoefend op de vorken 56, 57 door de bekrachtiging van de hydraulische cilinder 58 wordt aldus de borgring 33 met kracht in positie geschoven tot de bijvoorbeeld in de figuren 8, 10, 12, 14, 15, 16A getoonde positie. Hiermee is de betreffende koppeling, in dit geval de koppeling 48 voltooid. De bekrachtiging van de pomp 59 kan worden opgeheven en de hydraulische cilinder kan naar zijn uitgangspositie worden terugverplaatst.It is here the place to draw attention to the presence of two search zones 61, 62 on the front and rear sides of the locking ring 33, for example respectively in figures 17 and 19. These search zones have an outwardly widening shape, whereby in the situation according to figures 17 and 19, the locking ring 33 can easily be slid via the front search zone 61 to the right location initially over the outer surfaces of the pressure ring parts 29, 30. As a result of the pressure force exerted on the forks 56, 57 by the actuation of the hydraulic cylinder 58, the locking ring 33 is forcefully pushed into position to the position shown, for example, in Figures 8, 10, 12, 14, 15, 16A. This completes the relevant coupling, in this case the coupling 48. The excitation of the pump 59 can be canceled and the hydraulic cylinder can be moved back to its starting position.

Figuur 20 toont de situatie, waarin de zoekzone 61 over zojuist de voorrand van de buitenvlakken van de drukringdelen 29, 30 gepasseerd is en volgens pijlen 63 verder wordt aangedrukt.Figure 20 shows the situation in which the search zone 61 has just passed the front edge of the outer surfaces of the pressure ring parts 29, 30 and is further pressed according to arrows 63.

Figuur 21 toont de situatie voorafgaand aan het verwijderen van de borgring 33 met behulp van een axiaal gedeeld buisdeel 303 en het gereedschap volgens figuur 19.Figure 21 shows the situation prior to the removal of the locking ring 33 with the aid of an axially divided tube part 303 and the tool according to Figure 19.

Figuur 22 toont in de situatie volgens figuur 16D, dat de afdichtring in de vorm van de O-ring 21 nagenoeg onvervormd in de verdieping 20 is geaccommodeerd.Figure 22 shows, in the situation according to Figure 16D, that the sealing ring in the form of the O-ring 21 is accommodated in the recess 20 substantially undeformed.

Figuur 23 toont de situatie waarin de uitstekende delen 24, 25 naar elkaar zijn bewogen totdat hun eindvlakken 11, 12 elkaar raken. In deze situatie is de afdichtring 21 gecomprimeerd tot de in figuur 23 getoonde vorm, waarin hij de verdieping 20 voor het belangrijkste deel vult, maar waarin niettemin enige vrije ruimte resteert. Deze vrije ruimte is weergegeven met de verwijzingsgetallen 64 en bevindt zich in de vier hoekzones.Figure 23 shows the situation in which the projecting parts 24, 25 have been moved towards each other until their end faces 11, 12 touch each other. In this situation, the sealing ring 21 is compressed to the shape shown in Figure 23, in which it fills the recess 20 for the most part, but in which nevertheless some free space remains. This free space is represented by the reference numbers 64 and is located in the four corner zones.

Figuur 24 toont bij wijze van illustratie een volstrekt onpraktische uitvoering, waarin het middelpunt van de ronde O-ring 21 buiten het eindvlak 11 ligt. Bij het naar elkaar toe bewegen van de uitstekende delen 24 en 25 bestaat er een groot risico, dat de afdichtring 21 bekneld raakt tussen de scherpe randen van de verdieping 20 in het uitstekende deel 24 en de daarmee samenwerkende, daar tegenover gelegen verdieping 20’ in het uitstekende deel 25.Figure 24 shows by way of illustration a completely impractical embodiment, in which the center of the round O-ring 21 lies outside the end face 11. When the protruding parts 24 and 25 move towards each other there is a great risk that the sealing ring 21 becomes entangled between the sharp edges of the recess 20 in the protruding part 24 and the cooperating opposite recess 20 'in it the protruding part 25.

Figuur 25 toont een uitvoering, waarin het risico van afklemming nagenoeg geheel uitgesloten is. Daartoe zijn de randen van de verdiepingen 20, 20’ afgeschuind en afgerond. Deze randen zijn alle met het verwijzingsgetal 65 aangeduid.Figure 25 shows an embodiment in which the risk of pinching is almost completely excluded. To that end, the edges of floors 20, 20 "are chamfered and rounded. These edges are all indicated by the reference number 65.

Figuur 26 toont een variant, waarin de ronde afdichtring 21 zodanig diep in de verdieping 20 ligt, dat zijn middelpunt binnenwaarts ten opzichte van het eindvlak 11 ligt. Het zal duidelijk zijn dat hiermee voor afklemming van de ring bij het naar elkaar toe bewegen van de eindvlakken 11, 12 niet behoeft te worden gevreesd.Figure 26 shows a variant in which the round sealing ring 21 lies so deep in the recess 20 that its center point lies inwards relative to the end face 11. It will be clear that there is no need to fear for clamping the ring when the end faces 11, 12 move towards each other.

De figuren 27 en 28 tonen delen van een koppeling 66. Het betreft de buizen 4, 5, met hun respectieve rondgaande uitstekende delen 24, 25 en de afdichtring 21, terwijl de drukringdelen 29, 30, zie bijvoorbeeld figuur 7, ter wille van de duidelijkheid zijn weggelaten.Figures 27 and 28 show parts of a coupling 66. These are the pipes 4, 5, with their respective circumferential projecting parts 24, 25 and the sealing ring 21, while the pressure ring parts 29, 30, see for example Figure 7, for the sake of clarity.

De koppeling 66 verschilt in die zin van de koppeling 28 volgens figuur 7, dat de eindvlakken 11,12 een ten opzichte van respectieve imaginaire hoofdvlakken, die zich althans min of meer dwars op de axiale richting uitstrekken, golfvormig, in het bijzonder sinusvormig, profileringspatroon 166 vertonen. De rondgaande verdieping 20 bevindt zich in een rondgaande zone 67 die vrij is van een dergelijke profilering.The coupling 66 differs in the sense from the coupling 28 according to Figure 7 in that the end faces 11,12 have a wave-shaped, in particular sinusoidal, profiling pattern, with respect to respective imaginary main surfaces, which extend at least more or less transversely to the axial direction. 166. The circular floor 20 is located in a circular zone 67 which is free from such a profiling.

Aan de vrije einden van de buizen 4, 5 zijn daaraan aansluitende buizen 17, 18 over laszones 45, 46 vastgelast.At the free ends of the tubes 4, 5, adjacent tubes 17, 18 are welded over welding zones 45, 46.

Figuur 29 toont een uitvoering, waarin de afdichtring 68 hol is en uit een ten opzichte van rubber inherent stijf en treksterk materiaal, bijvoorbeeld metaal, in deze uitvoering voorzien van een relatief vervormbare deklaag of een deklaag 69 van een materiaal met een lagere vloeigrens dan het materiaal van de afdichtring, bestaat.Figure 29 shows an embodiment in which the sealing ring 68 is hollow and made of a material which is inherently rigid and tensile to rubber, for example metal, in this embodiment provided with a relatively deformable cover layer or a cover layer 69 of a material with a lower yield point. material of the sealing ring.

De wand van de afdichtring vertoont aan zijn naar de doorstroomruimten 2, 3 gerichte zijde in het gebied van het eindvlak 11 een zich over de gehele omtrek uitstrekkend drukvereffenings-sleufgat 70.The wall of the sealing ring has on its side facing the flow spaces 2, 3 in the area of the end face 11 a pressure equalizing slot 70 extending over the entire circumference.

De figuren 30A en 30B tonen een variant, waarin een afdichtring een krans van drukvereffeningsgaten 72 vertoont.Figures 30A and 30B show a variant in which a sealing ring has a ring of pressure equalization holes 72.

De figuren 31 en 32 tonen een gereedschap voor het nauwkeurig in register met elkaar plaatsen en tijdelijk houden van de buis 5 met het daaraan integraal aangevormde rondgaande uitsteeksel 25 en de daaraan vast te lassen buis 18. Opgemerkt wordt, dat de buizen 5 en 18 identiek gedimensioneerd zijn.Figures 31 and 32 show a tool for accurately registering and temporarily holding the tube 5 with the circumferentially projected circumferential projection 25 and the tube 18 to be welded thereto. It is noted that the tubes 5 and 18 are identical be dimensioned.

Beide buizen worden op de in figuur 31 getoonde wijze tegen elkaar aangelegd en gesteund door een in figuur 32 getoonde V-vormige bok 72. Na deze positionering worden de betreffende eindzones van de buizen 5 en 18 tegen de bok 72 gedrukt door het aandraaien van een klemschroef 73, door tussenkomst van een klemblok 74, dat een ondervlak zit met een aan de kromming van de buizen 5, 18 aangepaste kromming. Aldus zijn de buizen met hun eindvlakken tegen elkaar gelegen en in die positie gefixeerd. Met een eenvoudige lasbewerking kan de hierdoor ontstane en in het voorgaande reeds beschreven V-vormige groef 75 worden gevuld met lasmateriaal en worden aldus de buizen 5, 18 ten dele aan elkaar gelast, althans voor zo ver de laszone bereikbaar is. Zodra de lasbewerking zodanig is voortgeschreden, dat de buizen onverbrekelijk aan elkaar vastzitten, kunnen de aan elkaar vast gelaste buizen 5, 18 uit de kleminrichting 72, 73, 74 worden verwijderd en kan de lasbewerking worden voltooid. Als alternatief kan ook de klem kracht door schroef 73 enigszins worden verkleind, waardoor de combinatie 5, 18 kan worden geroteerd en aldus de orbitale lasbewerking kan worden voltooid.Both tubes are laid against each other in the manner shown in Figure 31 and supported by a V-shaped trestle 72 shown in Figure 32. After this positioning, the respective end zones of the tubes 5 and 18 are pressed against the trestle 72 by tightening a clamping screw 73, through a clamping block 74, which has a lower surface with a curvature adapted to the curvature of the tubes 5, 18. The tubes are thus situated with their end faces against each other and fixed in that position. With a simple welding operation, the V-shaped groove 75 created thereby and already described above can be filled with welding material and the tubes 5, 18 are thus partially welded to each other, at least as far as the welding zone is accessible. As soon as the welding operation has progressed such that the tubes are inseparably bonded to each other, the tubes 5, 18 welded to each other can be removed from the clamping device 72, 73, 74 and the welding operation can be completed. Alternatively, the clamping force can also be slightly reduced by screw 73, whereby the combination 5, 18 can be rotated and thus the orbital welding operation can be completed.

Figuur 33 toont een uitvoering, waarin de eindzones van de buizen 5, 18 van aan de schuine vlakken 75, 76 van de V-groef aansluitende registratietreden 77, 78 zijn voorzien, waardoor de buizen 5,18 gemakkelijk exact geregistreerd kunnen worden, eventueel zelfs zonder toepassing van de kleminrichting 72, 73, 74. Ook hier zou ten minste één van de randen van de treden 77 en/of 78 van een afgeschuinde zoekrand voorzien kunnen zijn.Fig. 33 shows an embodiment in which the end zones of the tubes 5, 18 are provided with recording steps 77, 78 connecting to the oblique surfaces 75, 76 of the V-groove, whereby the tubes 5.18 can easily be precisely recorded, possibly even without applying the clamping device 72, 73, 74. Here too at least one of the edges of the steps 77 and / or 78 could be provided with a beveled search edge.

Figuur 34 toont een structuur, waarbij aan beide zijden van de buiskoppeling volgens de figuren 14 en 15 een knelkoppeling toegevoegd is.Figure 34 shows a structure in which a compression fitting is added on both sides of the pipe coupling according to Figures 14 and 15.

Deze knelkoppelingen, die met de verwijzingsgetallen 79 en 80 zijn aangeduid, zijn identiek. Daarom zal nu uitsluitend de knelkoppeling 80 besproken worden.These compression fittings, which are designated by reference numerals 79 and 80, are identical. Therefore, only the compression fitting 80 will now be discussed.

Rond de buis 18 is een zogenaamde ferrule 81 aangebracht. Deze heeft een naar buiten toe zich versmallende vorm en werkt in dat gebied samen met een corresponderend gevormde huls 82 met externe schroefdraad, die samenwerkt met een wartel 83, die bij rotatie een axiale verplaatsing ondergaat en aldus door nissenkomst van een drukring 84 een drukkracht op de ferrule 81 uitoefent. De huls 82 kan met zijn eindzone 85 met conische schroefdraad met een verder buisvormig element gekoppeld worden. Bij het met kracht roteren van de wartel 83 worden de drukring en de ferrule aan een grote drukkracht onderworpen. Aangezien ze opgesloten zijn tussen de wartel en de huls 82 hebben ze beide slechts één uitwijkmogelijkheid om te vervormen en aldus de opgelegde druk te verkleinen, namelijk het vervormen van de buis 18 in het gebied van de drukring 84 en de toelopende eindzone van de ferrule 81. Aldus wordt op de buis 18 een zeer grote drukkracht uitgeoefend, waardoor de buis 18, die bijvoorbeeld van staal of koper kan zijn vervaardigd, elasto-plastisch vervormd. Hiermee is de knelkoppeling 80 tot stand gebracht.A so-called ferrule 81 is arranged around the tube 18. This has an outwardly narrowing shape and cooperates in that area with a correspondingly shaped external threaded sleeve 82, which cooperates with a swivel 83, which undergoes axial displacement during rotation and thus exerts a compressive force through the recess of a pressure ring 84. the ferrule 81. The sleeve 82 can be coupled with its conical threaded end zone 85 to a further tubular element. When the swivel 83 is rotated with force, the pressure ring and the ferrule are subjected to a large pressure force. Since they are confined between the swivel and the sleeve 82, they both have only one deflection option to deform and thus reduce the pressure applied, namely the deformation of the tube 18 in the area of the pressure ring 84 and the tapering end zone of the ferrule 81. A very great compressive force is thus exerted on the tube 18, as a result of which the tube 18, which may be made of steel or copper, for example, is deformed elastically. The compression fitting 80 is hereby established.

Figuur 35A toont een koppeling 86 die kan worden beschouwd als een variant van de koppeling 48 volgens figuur 16A. Het rechter deel van de koppeling 86 is gelijk aan het rechter deel van de koppeling 48. Het linker deel echter is ingericht voor koppeling met een flexibele leiding of slang 87. Deze slang 87 is tot een ringvormig aanslagvlak 88 over de buis 4 geschoven en de radiaal het meest naar binnen gelegen randen van de drukringdelen 29, 30 drukken de slang 87 met kracht afdichtend tegen het buitenvlak van de buis 4. Voor een optimale afdichting en een grote mate van trekvastheid is de buis 4 voorzien van een ringvormige verdikking 89, die door tussenkomst van de slang 87 samenwerkt met de desbetreffende rondgaande eindrand 90 van de drukringdelen 29, 30.Figure 35A shows a coupling 86 that can be considered as a variant of the coupling 48 according to Figure 16A. The right-hand part of the coupling 86 is equal to the right-hand part of the coupling 48. The left-hand part, however, is adapted for coupling with a flexible conduit or hose 87. This hose 87 is slid over the tube 4 into an annular stop surface 88 and the the most radially inwardly situated edges of the pressure ring parts 29, 30 press the hose 87 with force against the outer surface of the tube 4. For optimum sealing and a high degree of tensile strength, the tube 4 is provided with an annular thickening 89 which cooperates with the respective circumferential end edge 90 of the pressure ring parts 29, 30 through the hose 87.

Figuur 35B toont een deel van de koppeling 86 volgens figuur 35A op grotere schaal, zodanig dat de details duidelijker zichtbaar zijn. De aandacht wordt erop gevestigd, dat de rondgaande eindrand 90 zich in de geassembleerde vorm van de koppeling 86 aan de rechter zijde van de ringvormige verdikking 89 bevindt en twee ringvormige ribben omvat.Figure 35B shows a part of the coupling 86 according to Figure 35A on a larger scale, such that the details are more clearly visible. Attention is drawn to the fact that the circumferential end edge 90 is in the assembled form of the coupling 86 on the right-hand side of the annular bulge 89 and comprises two annular ribs.

Figuur 36 toont een buiskoppeling 123, die kan worden beschouwd als een tweezijdige, in hoofdzaak symmetrische uitvoering van de koppeling 86 volgens figuur 35. Om deze symmetrie te onderstrepen zijn de desbetreffende identieke maar in spiegelbeeld geplaatste onderdelen aan beide zijden met dezelfde verwijzingsgetallen aangeduid.Figure 36 shows a pipe coupling 123, which can be considered as a two-sided, substantially symmetrical embodiment of the coupling 86 according to Figure 35. To underline this symmetry, the respective identical but mirrored parts are indicated on both sides with the same reference numerals.

Figuur 37 toont een bekende, in de handel verkrijgbare slangkoppeling 333 van de fabrikant Gardena/Husqvarna (handelsnamen). Naast figuur 37 is een slangkoppeling 323 volgens de uitvinding opnieuw getekend, maar ter vergelijking met de slangkoppeling 333 volgens figuur 37 op dezelfde schaal als de koppeling 333. Het is evident dat de koppeling 323 volgens de uitvinding zeer aanzienlijk compacter is dan de koppeling 333 volgens de stand der techniek.Figure 37 shows a known, commercially available hose coupling 333 from the manufacturer Gardena / Husqvarna (trade names). In addition to figure 37, a hose coupling 323 according to the invention has been redrawn, but for comparison with the hose coupling 333 according to figure 37 on the same scale as the coupling 333. It is evident that the coupling 323 according to the invention is very considerably more compact than the coupling 333 according to the state of the art.

Figuur 38 toont de koppeling 333 in plofaanzicht. Op dezelfde bladzijde is een plofaanzicht van de koppeling 323 volgens de uitvinding, zoals in langsdoorsnede is weergegeven in figuur 56, weergegeven. Behalve de reeds genoemde compactheid valt tevens op, dat het aantal onderdelen van de koppeling volgens de uitvinding zeer substantieel geringer is dan het aantal onderdelen van de koppeling 323 volgens de stand der techniek.Figure 38 shows the coupling 333 in exploded view. On the same page, a plan view of the coupling 323 according to the invention, as shown in longitudinal section in Figure 56, is shown. In addition to the compactness already mentioned, it is also striking that the number of parts of the coupling according to the invention is very substantially smaller than the number of parts of the coupling 323 according to the prior art.

Figuur 39 toont de koppeling 323 volgens de uitvinding in plofaanzicht. Figuur 39 is op dezelfde schaal getekend als het plofaanzicht van de koppeling 333 volgens de stand der techniek, zoals weergegeven in figuur 38.Figure 39 shows the coupling 323 according to the invention in exploded view. Figure 39 is drawn to the same scale as the exploded view of the prior art coupling 333, as shown in Figure 38.

Begrepen moet worden dat de figuren 37, de daarnaast weergegeven figuur 56, en de figuren 38 en 39 op dezelfde schalen zijn getekend.It should be understood that Figures 37, Figure 56 shown next to it, and Figures 38 and 39 are drawn on the same scales.

De figuren 37 en 38 tonen de slangkoppeling 333 volgens de stand der techniek.Figures 37 and 38 show the hose coupling 333 according to the prior art.

De figuren 39 en 56 tonen op dezelfde schaal de slangkoppeling 323 volgens de uitvinding. In de figuren 38 en 39 zijn links van het midden van de koppeling de diverse onderdelen in gekoppelde toestand met de slang 87 getekend. Aan de rechter zijde is de slang los van de in plofaanzicht weergegeven onderdelen getekend. De slang 87 is over buisstomp 307 geschoven in het gebied van een krans verende kunststof lippen 308, die door het aanschroeven van een wartelmoer 309 in axiale richting een radiale binnenwaartse verplaatsing ondergaan en aldus de slang 87 vastklemmen op de buisstomp 307. De lippen 308 zijn integraal gevormd met het kunststof onderdeel 310, waaraan drie weerhaken 311 als losse onderdelen toegevoegd zijn die samenwerken met een rondgaande rand 312 van een koppelstuk 313. Aan elke zijde is aan het koppelstuk 312 een O-ring 314 toegevoegd. Rond een deel van het onderdeel 310 en het koppelstuk 330 strekt zich een ontgrendelhuls 315 uit, die door een drukveer 316 belast is in de richting van een centrale flens 317, die deel uitmaakt van het koppelstuk 313. Door het naar buiten met enige kracht, tegen de werking van de veer 316 in in de richting van de slang 87 bewegen van de ontgrendelhuls 315 worden de weerhaken 311 ontspannen en kunnen aldus vrij, in terugwaartse richting, de ringvormige verbreding of rand 312 passeren, zodanig dat de complete eenheid 318 (zie het geïntegreerd getekende linker deel van de koppeling 333 in figuur 38, van het koppelstuk 313 kan worden losgenomen.Figures 39 and 56 show the hose coupling 323 according to the invention on the same scale. Figures 38 and 39 show the various components in the coupled condition with the hose 87 to the left of the center of the coupling. On the right-hand side the hose is drawn separately from the parts shown in the plan view. The hose 87 is slid over the pipe stub 307 in the area of a ring of plastic lips 308 which, by screwing on a union nut 309, undergo a radial inward movement in the axial direction and thus clamp the hose 87 onto the pipe stub 307. The lips 308 are integrally formed with the plastic part 310, to which three barbs 311 are added as separate parts which cooperate with a circumferential edge 312 of a coupling piece 313. On each side, an coupling ring 312 is added to the coupling piece 312. Extending around a part of the part 310 and the coupling piece 330 is an unlocking sleeve 315, which is loaded by a compression spring 316 in the direction of a central flange 317, which forms part of the coupling piece 313. By exiting with some force, moving the release sleeve 315 against the action of the spring 316 in the direction of the hose 87, the barbs 311 are released and can thus pass freely, in the reverse direction, the annular widening or edge 312 such that the complete unit 318 (see the integrated drawn left-hand part of the coupling 333 in Figure 38 can be detached from the coupling piece 313.

De aandacht wordt er verder op gevestigd, dat het koppelstuk 313 aan beide zijden een O-ring 314 is toegevoegd. Deze O-ringen worden onder enige elastische rek over de einden van de buisstompen 326 geschoven en worden geaccommodeerd in respectieve rondgaande verdiepingen 327.Attention is further drawn to the fact that the coupling piece 313 has an O-ring 314 added on both sides. These O-rings are slid over the ends of the tubular stubs 326 under some elastic elongation and are accommodated in respective circular recesses 327.

De drukveer 316 is enerzijds aan weerszijden opgesloten tussen een rondgaand aanslagvlak 328 aan het binnenvlak van de ontgrendelhuls 315 en een rondgaand aanslagvlak 329 dat deel uitmaakt van een flens 330 die aan het buitenvlak van het onderdeel 310 aanwezig is.The compression spring 316 is, on the one hand, confined on either side between a circumferential stop face 328 on the inner surface of the release sleeve 315 and a circumferential stop face 329 that forms part of a flange 330 that is present on the outer face of the part 310.

De positionering van de weerhaken 311 is verzekerd door drie paren positioneringsribben 331.The positioning of the barbs 311 is ensured by three pairs of positioning ribs 331.

De figuren 39 en 56 tonen de koppeling 323 volgens de uitvinding. Onmiddellijk valt de grote eenvoud van deze koppeling op, in combinatie met zijn spectaculaire compactheid ten opzichte van de koppeling 333 volgens de stand der techniek.Figures 39 and 56 show the coupling 323 according to the invention. Immediately the great simplicity of this coupling is striking, in combination with its spectacular compactness compared to the coupling 333 according to the prior art.

De koppeling 323 omvat twee koppeldelen 319, 320 met buisstompen 321, waar de slang 87 overheen geschoven is. Voor het met elkaar koppelen van de koppeldelen 319, 320, worden deze naar elkaar gebracht, zodanig dat de onderling geregistreerde afdichtringen 21 elkaar raken, althans nagenoeg raken en derhalve de eindvlakken 11, 12 geregistreerd tegenover elkaar liggen. Vervolgens worden de drukringdelen 29, 30 op de hiervoor al eerder beschreven wijze zodanig geplaatst en behandeld, dat een axiale naar elkaar toe gerichte verplaatsing van de koppeldelen 319, 320 plaatsvindt, totdat onder elasto-plastische vervorming van de afdichtringen de eindvlakken 11, 12 in contact met elkaar raken.The coupling 323 comprises two coupling parts 319, 320 with pipe stubs 321, over which the hose 87 is slid. For coupling the coupling parts 319, 320 to each other, these are brought to each other, such that the mutually registered sealing rings 21 touch each other, at least substantially touch each other and, therefore, the end faces 11, 12 are registered opposite each other. The pressure ring parts 29, 30 are then placed and treated in the manner previously described such that an axial mutually directed displacement of the coupling parts 319, 320 takes place, until the end faces 11, 12 engage in elastically plastic deformation of the sealing rings. contact each other.

Anders dan in de vele hiervoor beschreven en in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zijn de drukringdelen 29, 30, hoewel overeenkomstig gevormd, in deze uitvoering niet los van elkaar maar door middel van een zich in axiale richting uitstrekkend scharnier 322 scharnierbaar met elkaar verbonden. Bijvoorbeeld kan gedacht worden aan een filmscharnier, in het geval waarin de gehele drukring 29, 30, 322 als spuitgietonderdeel van kunststof is vervaardigd. Voor de principiële werking van de drukringdelen wordt onder meer verwezen naar de koppeling 28 volgens figuur 7.Unlike in the many exemplary embodiments described above and shown in the drawings, the thrust ring members 29, 30, although correspondingly shaped, are not hingedly connected in this embodiment, but pivotably connected to each other by means of a hinge 322 extending in axial direction. A film hinge, for example, can be envisaged in the case where the entire pressure ring 29, 30, 322 is made of plastic as an injection-molded part. For the principle operation of the pressure ring parts, reference is made, inter alia, to the coupling 28 according to Figure 7.

Anders dan het geval was met de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden, omvatten de drukringdelen 29, 30 samenwerkende borgmiddelen, die met deze drukringdelen geïntegreerd zijn. Hierdoor kan worden afgezien van het gebruik van een borgring. Zo omvat het drukringdeel 29 een verende borglip met een eerste haakdeel en omvat het drukringdeel 30 een daarmee samenwerkende borgnok met een tweede haakdeel. Door het in de beschreven situatie met kracht naar elkaar toe scharnieren van de drukringdelen 29, 30 worden de eindvlakken 11, 12 naar elkaar toe bewogen tegen de elasto-plastische vervormingskrachten van de afdichtringen 21, en klikken de haken 324, 325 over elkaar, zodanig dat de verbinding geborgd is. De verbinding kan worden losgenomen door het met voldoende kracht ongeveer in radiale richting naar buiten bewegen van het einde van de lip 324, waardoor de genoemde haken buiten aangrijping raken, de borgring losraakt, verwijderd kan worden en de koppeldelen 319, 320 los van elkaar zijn.Contrary to what was the case with the previous exemplary embodiments, the pressure ring parts 29, 30 comprise cooperating locking means which are integrated with these pressure ring parts. As a result, the use of a locking ring can be dispensed with. The pressure ring part 29 thus comprises a resilient locking tab with a first hook part and the pressure ring part 30 comprises a locking cam cooperating with a second hook part. By pivoting the pressure ring parts 29, 30 towards each other with force in the described situation, the end faces 11, 12 are moved towards each other against the elastic-plastic deformation forces of the sealing rings 21, and the hooks 324, 325 snap together, such that the connection is secured. The connection can be released by moving the end of the lip 324 with sufficient force outwardly in radial direction, whereby the said hooks become out of engagement, the locking ring comes loose, can be removed and the coupling parts 319, 320 are separate from each other .

In het bijzonder, maar niet uitsluitend, met verwijzing naar de doorstroombare koppeling 323 volgens de figuren 39 en 56 wordt opgemerkt, dat aan één van beide zijden een koppeldeel 319, 320 deel kan uitmaken of gekoppeld kan zijn met een kraan, in het bijzonder een buitenkraan, waarbij de slang 87 bijvoorbeeld een tuinslang is. De koppeling van een koppeldeel met de kraan kan eventueel plaatsvinden door gebruikmaking van een verloopstuk, dat bijvoorbeeld enerzijds schroefbaar is op de externe schroefdraad van een bekende buitenkraan, ofwel het betreffende koppeldeel deel uitmaakt van de kraan zelf.With particular reference, but not exclusively, to the flow-through coupling 323 according to Figs. 39 and 56, it is noted that a coupling part 319, 320 may form part or be coupled to a tap, in particular a external tap, wherein the hose 87 is, for example, a garden hose. The coupling of a coupling part with the tap can optionally take place by using a reducer which, for example, can be screwed on to the external screw thread of a known outside tap, or the relevant coupling part forms part of the tap itself.

Het zal nu duidelijk zijn dat de koppeling 323 volgens de figuren 39 en 56 uitsluitend hoeft te bestaan uit drie delen, in het bijzonder spuitgietdelen en ten minste één, maar bij voorkeur twee identieke en onderling geregistreerde afdichtringen. Dit laatste is van belang omdat verschillende onderdelen op volstrekt willekeurige wijze moeten worden gekoppeld hetgeen zich niet verdraagt met twee typen onderdelen. Als materiaal wordt gedacht aan PA (nylon), PC (polycarbonaat), ABS, of dergelijke superieure kunststoffen. Het gebruik van een inferieur materiaal als PVC wordt in principe afgewezen. PVC is in het algemeen een te zacht, kwetsbaar en aan snelle veroudering en vermoeiing onderhevig materiaal. Bij het gebruik van de genoemde superieure materialen zal bij de meeste voorkomende toepassingen geen vezelversterking nodig zijn. Het zal overigens duidelijk zijn, dat voor de wat luxere uitvoeringen of meer veeleisende toepassingen ook andere bekende constructiematerialen, zoals messing, toegepast kunnen worden.It will now be clear that the coupling 323 according to figures 39 and 56 need only consist of three parts, in particular injection-molded parts and at least one, but preferably two identical and mutually registered sealing rings. The latter is important because different parts must be coupled in a completely random manner, which is incompatible with two types of parts. PA (nylon), PC (polycarbonate), ABS, or similar superior plastics are considered as material. The use of an inferior material such as PVC is in principle rejected. PVC is generally too soft, fragile and subject to rapid aging and fatigue. With the use of the above-mentioned superior materials, fiber reinforcement will not be required in most common applications. For that matter, it will be clear that for the more luxurious designs or more demanding applications, other known construction materials, such as brass, can also be used.

Zoals in het bijzonder figuur 56 duidelijk toont, worden de slangen 87 onder druk vastgehouden tussen ringvormige verdikkingen, in welk verband ter vergelijking wordt gewezen op de figuren 36, 40, 41, 42. Hiermee wordt een extreem trekvaste verbinding gegarandeerd en is de koppeling tevens bestand tegen zeer hoge mediumdrukken. Anders is dit bij de koppeling 333 volgens de figuren 37 en 38, waar de slang lokaal wordt aangegrepen door de binnenwaarts gerichte verdikkingen aan de verende lippen 308.As Figure 56 in particular clearly shows, the hoses 87 are held under pressure between annular thickenings, in which connection reference is made to Figures 36, 40, 41, 42. This guarantees an extremely tensile-resistant connection and the coupling is also resistant to very high medium pressures. This is different with the coupling 333 according to figures 37 and 38, where the hose is locally engaged by the inwardly directed thickenings on the resilient lips 308.

Het koppelstuk 313 volgens figuur 37 vertoont een centrale flens 317, die unitair met het koppelstuk gevormd is. De flens 317 strekt zich omtreksgewijze in dwarsrichting ten opzichte van de hartlijn van de structuur uit.The coupling piece 313 according to Figure 37 has a central flange 317, which is formed unitarily with the coupling piece. The flange 317 extends circumferentially in the transverse direction with respect to the axis of the structure.

In de koppeling 333 volgens figuur 37 is de wartelmoer 309 intern voorzien van een afgeknotte-kegelvormig drukvlak dat bij rotatie voor het vastklemmen van elk van beide slangen 87 met grote kracht over de buitenvlakken van de verende lippen 308 schraapt. Deze lippen zijn van PVC vervaardigd en vertonen een slechts beperkte mechanische sterkte en resistentie tegen schrapen. PVC is een relatief zachte kunststof. Door dit met grote kracht schrapen over de buitenvlakken van de verende lippen 308 worden deze niet alleen radiaal naar binnen gedrongen, maar tevens met grote kracht zijdelings ten opzichte van hun langsrichting, dus in tangentiële richting belast. Aldus worden de lippen 308 tijdens het roteren van de wartelmoer 309 zwaar mechanisch belast op een wijze, waar de lippen zowel qua materiaalkeuze als vorm in wezen niet op zijn ingericht. Hierdoor is de standtijd van deze lippen beperkt. De praktijk is dan ook dat de lippen na een aantal van de genoemde rotaties van de wartelmoer 309 afbreken. Het is duidelijk dat dit sterk ten koste gaat van de levensduur van de koppeling 333. Voor de consument is dit zeer onvoordelig, omdat duidelijk moge zijn dat de uit vele gecompliceerde spuitgietdelen opgebouwde koppeling 333 allerminst goedkoop is.In the coupling 333 according to Figure 37, the union nut 309 is internally provided with a truncated conical pressure surface which scrapes with great force over the outer surfaces of the resilient lips 308 during rotation for clamping each of the two hoses 87. These lips are made of PVC and have only limited mechanical strength and resistance to scraping. PVC is a relatively soft plastic. As a result of this great scraping over the outer surfaces of the resilient lips 308, they are not only forced radially inwards, but are also loaded with great force laterally with respect to their longitudinal direction, i.e. in tangential direction. Thus, during rotation of the union nut 309, the lips 308 are heavily mechanically loaded in a manner that the lips are essentially not adapted to both in terms of material choice and shape. As a result, the service life of these lips is limited. The practice is therefore that the lips break off the union nut 309 after a number of the aforementioned rotations. It is clear that this is greatly at the expense of the service life of the coupling 333. This is very disadvantageous for the consumer, since it is clear that the coupling 333 constructed from many complicated injection molded parts is by no means cheap.

Een vergelijking met de koppeling 323 volgens de uitvinding, die onder meer in figuur 56 is getekend, toont aan, dat deze koppeling niet alleen zeer substantieel eenvoudiger is uitgevoerd, maar bovendien geen roterende en/of elkaar schrapende onderdelen vertoont. Aldus zal de koppeling 323 volgens de uitvinding een zeer substantieel langere standtijd bezitten dan de koppeling 333 volgens de stand der techniek.A comparison with the coupling 323 according to the invention, which is drawn, inter alia, in Figure 56, shows that this coupling is not only very substantially simpler, but moreover has no rotating and / or scraping parts. The coupling 323 according to the invention will thus have a very substantially longer service life than the coupling 333 according to the prior art.

Ten overvloede wordt nog verwezen naar de plofaanzichten van respectievelijk de koppeling 333 volgens figuur 38 en de koppeling 323 volgens de uitvinding, zoals weergegeven in figuur 39.For the sake of completeness, reference is made to the plan views of the coupling 333 according to Figure 38 and the coupling 323 according to the invention, as shown in Figure 39, respectively.

Vooruitlopend op de hierna nog te beschrijven verdere varianten van de koppeling volgens de uitvinding wordt opgemerkt, dat de figuren 58-84 belangrijke varianten van de koppeling volgens de uitvinding tonen. Aan de hand van de beschrijving van die figuren zal duidelijk worden, dat in het bijzonder die koppeling volgens de uitvinding zeer eenvoudig en uiterst betrouwbaar kunnen worden gesloten en geopend, zonder dat dit ten koste gaat van de standtijd van de koppelingen.In anticipation of the further variants of the coupling according to the invention to be described below, it is noted that Figures 58-84 show important variants of the coupling according to the invention. It will become clear from the description of those figures that in particular the coupling according to the invention can be closed and opened very simply and extremely reliably, without this being at the expense of the service life of the couplings.

Figuur 40 toont een koppeling 124, die in die zin verschilt van de koppeling 123 volgens figuur 36, dat de drukring 29, 30 twee in axiale richting gescheiden drukringsegmenten 125, 126 omvat, elk van welke segmenten is samengesteld uit ten minste twee drukringdelen. De borgring, die bij de koppeling 123 volgens figuur 36 en alle daaraan voorafgaand beschreven en getekende koppelingen uit één deel bestaat, is bij de koppeling 124 volgens figuur 40 gedeeld uitgevoerd. Hij bestaat uit twee in axiale richting gescheiden borgringdelen 33a en 33b, die samenwerken met de twee respectieve drukringsegmenten 125, 126. De drukringsegmenten 125, 126 zijn op de in figuur 40 getoonde wijze met elkaar verbonden door middel van een althans min of meer conische schroefverbinding 127. Deze is bij voorkeur van het type, zoals in de hiervoor gegeven specificatie is beschreven. Met een dergelijke superieure schroefverbinding kan door een relatieve rotatie van de drukringsegmenten 125, 126 van slechts een fractie van een omwenteling, bijvoorbeeld in het gebied van 90-180°, een zeer stevige schroefverbinding tot stand worden gebracht. Voor het uitvoeren van een dergelijke rotatie heeft het de voorkeur als de hui ten vlakken van de drukringsegmenten 125 en 126 onrond zijn, bijvoorbeeld een zeskantige vorm bezitten. Voorafgaand aan de rotatie moet elke drukring geassembleerd worden door het met elkaar verbinden van de drukringdelen 29, 30 door middel van de respectieve borgringdelen 33a en 33b. Deze hebben een aan de onronde vorm van de buitenvlakken van de drukringsegmenten 125, 126 aangepaste vorm.Figure 40 shows a coupling 124, which differs in that sense from the coupling 123 according to Figure 36, that the pressure ring 29, 30 comprises two pressure ring segments 125, 126 separated in axial direction, each of which segments is composed of at least two pressure ring parts. The retaining ring, which consists of one part at the coupling 123 according to Fig. 36 and all the couplings described and shown before, is of a split design at the coupling 124 according to Fig. 40. It consists of two securing ring parts 33a and 33b separated in axial direction, which co-act with the two respective pressure ring segments 125, 126. The pressure ring segments 125, 126 are connected to each other in the manner shown in Fig. 40 by means of an at least more or less conical screw connection 127. This is preferably of the type as described in the above specification. With such a superior screw connection, a very strong screw connection can be achieved by a relative rotation of the pressure ring segments 125, 126 of only a fraction of a revolution, for example in the range of 90-180 °. To perform such a rotation, it is preferable if the faces of the pressure ring segments 125 and 126 are unround, for example, have a hexagonal shape. Prior to rotation, each pressure ring must be assembled by joining the pressure ring parts 29, 30 together by means of the respective retaining ring parts 33a and 33b. These have a shape adapted to the non-circular shape of the outer surfaces of the pressure ring segments 125, 126.

De aandacht wordt erop gevestigd, dat de drukringsegmenten 125 en 126 voorzien zijn van kransen ondiepe uitsparingen 135 waardoor een gebruiker bij het door rotatie met elkaar koppelen van de drukringsegmenten 125, 126 daarop een stevige greep heeft. Opgemerkt wordt, dat dergelijke ondiepe uitsparingen op zichzelf algemeen bekend zijn.Attention is drawn to the fact that the pressure ring segments 125 and 126 are provided with wreaths of shallow recesses 135, whereby a user has a firm grip thereon when the pressure ring segments 125, 126 are coupled to each other by rotation. It is noted that such shallow recesses are generally known per se.

Figuur 41 toont een slangkoppeling 134, die grotendeels overeenkomt met de koppeling 124 volgens figuur 40 maar van die koppeling in die zin verschilt, dat de borgringdelen 33A en 33B op de in figuur 41 duidelijk getoonde wijze strak om elkaar heen passen en aldus een bijdrage leveren tot de permanente koppeling tussen de drukringsegmenten 125 en 126.Figure 41 shows a hose coupling 134, which largely corresponds to the coupling 124 according to Figure 40, but differs from that coupling in that the locking ring parts 33A and 33B fit tightly around each other in the manner clearly shown in Figure 41 and thus make a contribution to the permanent coupling between the pressure ring segments 125 and 126.

Figuur 42 toont een slangkoppeling 136, die in die zin afwijkt van de koppelingen 124 en 134 volgens respectievelijk de figuren 40 en 41, dat de rondgaande eindranden 90, die elk twee rondgaande ribben omvatten, zich ten opzichte van de ringvormige verdikking 89 aan de buitenzijde bevinden.Figure 42 shows a hose coupling 136, which differs in that sense from the couplings 124 and 134 according to Figures 40 and 41, respectively, in that the circumferential end edges 90, which each comprise two circumferential ribs, extend relative to the annular bulge 89 on the outside are located.

Anders dan bij de koppelingen 124 en 134, waar de borgringdelen 33a en 33b bestaan uit verenstaal of ander geschikt sterk materiaal, bestaat de borgring 137 van de koppeling 136 volgens figuur 42 uit een siliconenrubber. Hiermee wordt door wrijvingscontact effectief elke potentiële onderlinge rotatie van de drukringsegmenten 125, 126 voorkomen. De aandacht wordt erop gevestigd, dat door de aard van de conische schroefkoppeling, die hiervoor al besproken is, voor het losraken van de koppeling niet gevreesd behoeft te worden. Onder zeer extreme omstandigheden, in het bijzonder een zeer sterk sterke stootbelasting, is het echter denkbaar, dat de conische koppeling losraakt. De borgring 137 van siliconenrubber voorkomt dit effectief en op een zeer eenvoudige wijze.Unlike with the couplings 124 and 134, where the locking ring parts 33a and 33b consist of spring steel or other suitable strong material, the locking ring 137 of the coupling 136 according to Figure 42 consists of a silicone rubber. With this, frictional contact effectively prevents any potential mutual rotation of the pressure ring segments 125, 126. Attention is drawn to the fact that due to the nature of the conical screw coupling, which has already been discussed above, there is no need to fear that the coupling will come loose. However, under very extreme conditions, in particular a very strong impact load, it is conceivable that the conical coupling will come loose. The silicone rubber circlip 137 prevents this effectively and in a very simple way.

Opgemerkt wordt, dat de ringvormige verdikking 89 zich in de uitvoeringen volgens de figuren 40 en 41 buitenwaarts ten opzichte van de eindranden 304 van de drukringdelen 29, 30 bevinden. In de uitvoering volgens figuur 42 is deze onderlinge plaatsing omgedraaid. In deze uitvoering liggen de ringvormige verdikkingen 89 binnenwaarts ten opzichte van de eindranden 304. Verder wordt er de aandacht op gevestigd, dat de eindranden 304 dubbel zijn uitgevoerd. Hiermee wordt de lokale contactdruk op de slang 87 vergroot.It is noted that in the embodiments according to Figs. 40 and 41, the annular bulge 89 is located outwards with respect to the end edges 304 of the pressure ring parts 29, 30. In the embodiment according to Figure 42, this mutual placement is reversed. In this embodiment, the annular bulges 89 lie inwardly with respect to the end edges 304. Furthermore, attention is drawn to the fact that the end edges 304 are of double design. This increases the local contact pressure on the hose 87.

Verder wordt de aandacht erop gevestigd, dat in alle koppelingen volgens de uitvinding, waarbij de drukringdelen door middel van een conische schroefkoppeling met elkaar gekoppeld zijn, deze drukringdelen bij voorkeur een onrond buitenvlak hebben, en gebruik wordt gemaakt van een corresponderend gevormde onronde borgring, of gebruik wordt gemaakt van de verdiepingen 135, waarmee een gebruiker een betere greep op de betreffende onderling te roteren drukringdelen heeft. Voor zwaardere constructies, die slechts met een relatief grote kracht kunnen worden geassembleerd, zal het onder omstandigheden niet mogelijk zijn, de drukringdelen met de hand met elkaar te koppelen. Er moet dan van twee samenwerkende gereedschappen gebruik gemaakt worden. Daarvoor verdient het dan de voorkeur, gebruik te maken van onronde buitenvlakken.Furthermore, attention is drawn to the fact that in all couplings according to the invention, wherein the pressure ring parts are coupled to each other by means of a conical screw coupling, these pressure ring parts preferably have an unround outer surface, and use is made of a correspondingly shaped non-round locking ring, or use is made of the recesses 135, with which a user has a better grip on the respective pressure ring parts to be rotated relative to each other. For heavier constructions, which can only be assembled with a relatively large force, it will not be possible under certain circumstances to manually connect the pressure ring parts to each other. Two cooperating tools must then be used. For that purpose, it is preferable to use non-circular outer surfaces.

Verwijzend naar figuur 42 wordt nog opgemerkt, dat de siliconenrubberen borgring 137 een geringe dikte kan bezitten. In dat geval kan hij gemakkelijk over de samengestelde koppeling worden heen gestroopt. Dit aanbrengen wordt vergemakkelijkt door de in figuur 42 getoonde lichte tonvorm.Referring to Figure 42, it is further noted that the silicone rubber locking ring 137 may have a small thickness. In that case it can easily be slipped over the assembled coupling. This application is facilitated by the light barrel shape shown in Figure 42.

De siliconenrubberen borgring 137 is tevens werkzaam als stootbeveiliging.The silicone rubber circlip 137 also acts as an impact protection.

Figuur 43 toont een koppeling 190 waarin een aantal aspecten van bijvoorbeeld de koppeling 28 volgens figuur 7 en de knelkoppelingen 79 en 80 volgens figuur 34 verenigd zijn.Figure 43 shows a coupling 190 in which a number of aspects of, for example, the coupling 28 according to Figure 7 and the compression fittings 79 and 80 according to Figure 34 are combined.

Anders dan in de in het voorgaande besproken buiskoppelingen volgens de uitvinding zijn de rondgaande uitstekende delen 24, 25 niet onverbrekelijk met de buizen 4, 5 verbonden, maar zijn uitgevoerd als separate ringen met dezelfde vorm als bijvoorbeeld de rondgaande uitstekende delen 24, 25 in de koppeling 28 volgens figuur 7. De delen 24, 25 zijn schuifbaar over de buizen 4, 5.Unlike in the pipe couplings according to the invention discussed above, the circumferential projecting parts 24, 25 are not inseparably connected to the pipes 4, 5, but are designed as separate rings with the same shape as, for example, the circumferential projecting parts 24, 25 in the coupling 28 according to figure 7. The parts 24, 25 are slidable over the tubes 4, 5.

Over de eindzones van de buizen 4, 5 strekt zich een als afdichtring dienst doende huls 91 uit. Deze huls 91 ligt strak over de buitenvlakken van de eindzones. De twee zijzones 92, 96 van de huls, dat wil zeggen de zones ter weerszijden van de middenzone daarvan, versmallen zich naar hun vrije einden toe. De huls 91 is geaccommodeerd in de rondgaande verdiepingen 93, 94, die aansluiten aan de eindvlakken 11, 12 van de uitstekende delen 24, 25. Deze verdiepingen 93, 94 zijn aan elkaar gelijk. De middenzone van de huls 91 vertoont een zich vanaf zijn binnenvlak naar binnen toe uitstrekkende rondgaande binnenflens 95 die zich in deze uitvoering over de gehele wanddikte van de buizen 4, 5 tussen de eindvlakken van die buizen uitstrekt en daarmee in drukcontact verkeerd. De eindvlakken 11, 12 worden, zoals al eerder beschreven, onder invloed van de radiale naar elkaar gerichte beweging van de drukringdelen 29, 30 naar elkaar toe gedrongen en in contact met elkaar gebracht, zodanig, dat de bij het assembleren van de koppeling 190 naar elkaar gerichte axiale verplaatsing van de uitstekende delen 24, 25, de genoemde zijzones 92, 96 van de huls 91 radiaal naar binnen toe vervormen, waardoor tevens de eindzones van de buizen 4, 5 lokaal naar binnen toe vervormen. Deze ringvormige vervormingen worden na het assembleren van de koppeling 190 gehandhaafd, mede onder invloed van werkzaamheid van de drukringdelen 29, 30 en de daaromheen onder spanning aangebrachte borgring 33. Aldus zijn de twee buizen 4, 5 door twee gelijke en ten opzichte van de naar elkaar gerichte eindvlakken van de buizen 4, 5 symmetrisch geplaatste knelkoppelingen door middel van de huls 91 afdichtend met elkaar gekoppeld.A sleeve 91 serving as a sealing ring extends over the end zones of the tubes 4, 5. This sleeve 91 lies tightly over the outer surfaces of the end zones. The two side zones 92, 96 of the sleeve, that is to say the zones on either side of the central zone thereof, narrow towards their free ends. The sleeve 91 is accommodated in the circular recesses 93, 94 which connect to the end faces 11, 12 of the projecting parts 24, 25. These recesses 93, 94 are identical to each other. The central zone of the sleeve 91 has a circulating inner flange 95 extending inwardly from its inner surface, which flange in this embodiment extends over the entire wall thickness of the tubes 4, 5 between the end faces of those tubes and is therefore in pressure contact. As previously described, the end faces 11, 12 are urged towards each other and brought into contact with each other under the influence of the radially directed movement of the pressure ring parts 29, 30, such that when assembling the coupling 190 to axial displacement of the projecting parts 24, 25, deforming said side zones 92, 96 of the sleeve 91 radially inwards, whereby the end zones of the tubes 4, 5 also deform locally inwards. These ring-shaped deformations are maintained after the assembly of the coupling 190, also under the influence of the action of the pressure ring parts 29, 30 and the circlip 33 arranged under tension around them. Thus, the two tubes 4, 5 have two equal and relative to the end faces of the tubes 4, 5 facing each other symmetrically arranged compression couplings sealingly coupled to each other by means of the sleeve 91.

Figuur 44 toont ter illustratie een grafiek waarin drie trekkrommen zijn weergegeven, namelijk de trekkromme 97 van staal, de trekkromme 98 van een aluminium en de trekkromme van koper en zilver. Opgemerkt wordt, dat de krommen ter wille van de duidelijkheid slechts indicatief zijn getekend en dat de werkelijke trekkrommen andere vormen hebben.Figure 44 shows by way of illustration a graph in which three draw curves are shown, namely the draw curve 97 of steel, the draw curve 98 of an aluminum and the draw curve of copper and silver. It is noted that for the sake of clarity the curves are drawn only as an indication and that the actual draw curves have different shapes.

Verticaal is de trekspanning σ, uitgedrukt in N/mm2, uitgezet en in horizontale richting de rek ε in %.Vertically the tensile stress σ, expressed in N / mm2, is plotted and in the horizontal direction the elongation ε in%.

De trekkromme 97 van staal vertoont drie delen. Het elastische deel 100 heeft een zeer grote helling, overeenkomstig de E-modulus van staal. Het moge duidelijk zijn dat de steilheid van het deel 100 zodanig groot is, dat die in deze figuur niet op schaal getekend kon worden. Aan het elastische deel sluit een deel van min of meer constante trekspanning aan, waarin de rek toeneemt. Aan het deel met ongeveer constante trekspanning sluit het laatste deel 102 van de trekkromme aan. Hierin is een geleidelijke oploop tot een maximale spanning te zien, gevolgd door een afneming van de trekspanning tot het breekpunt 103. Zou in het gebied 102 de trekspanning tot nul worden gereduceerd, dan keert het materiaal niet terug naar de waarde σ=0 en ε=0, dus de oorsprong van de grafiek, maar behoudt een plastische vervorming, waardoor hij in de overgang van het gebied 102 naar het gebied 101 volgens de onderbroken lijn 104 terugkeert naar een nieuwe rustwaarde So overeenkomstig de permanente plastische vervorming van het materiaal. De lijnen 100 en 104 lopen evenwijdig.The tensile curve 97 of steel has three parts. The elastic part 100 has a very large slope, corresponding to the E-modulus of steel. It will be clear that the steepness of the part 100 is so great that it could not be drawn to scale in this figure. A part of more or less constant tensile stress connects to the elastic part, wherein the elongation increases. The last part 102 of the tensile curve connects to the part with approximately constant tensile stress. This shows a gradual rise to a maximum stress, followed by a decrease in the tensile stress to the breaking point 103. If the tensile stress were reduced to zero in the area 102, the material would not return to the value σ = 0 and ε = 0, thus the origin of the graph, but retains a plastic deformation, as a result of which it returns to a new rest value So according to the permanent plastic deformation of the material in the transition from the area 102 to the area 101 along the broken line 104. The lines 100 and 104 are parallel.

De trekkromme 98 van aluminium toont aanvankelijk ook een elastisch gedrag van het materiaal, namelijk het elastische deel 105, dat een geringere hellinghoek vertoont dan die van het elastische deel 100 van staal, overeenkomstig de geringere E-modulus van aluminium. Daaraan sluit de rest 106 van de trekkromme aan. Duidelijk zal zijn, dat staal een substantieel sterker materiaal is dan aluminium. De breekrek van aluminium is aanzienlijk groter dan die van staal, zoals te zien is aan de ligging van het breekpunt 107.The tensile curve 98 of aluminum initially also shows an elastic behavior of the material, namely the elastic part 105, which has a lower angle of inclination than that of the elastic part 100 of steel, corresponding to the lower E-modulus of aluminum. The remainder 106 of the draw curve connects to this. It will be clear that steel is a substantially stronger material than aluminum. The breaking elongation of aluminum is considerably larger than that of steel, as can be seen from the location of the breaking point 107.

De trekkromme 99 van koper, die grosso modo overeenkomt met die van zilver, toont, dat dit materiaal nog zachter is dan aluminium en een breekrek 108 vertoont die overeenkomt met een nog grotere ε dan het punt 107 bij aluminium.The tensile curve 99 of copper, which roughly corresponds to that of silver, shows that this material is even softer than aluminum and has a breaking elongation 108 that corresponds to an even larger ε than the point 107 for aluminum.

Op grond van deze kwalitatieve weergave van enkele materiaaleigenschappen van staal, aluminium, koper en zilver blijkt, dat bijvoorbeeld koper mogelijk geschikt zou zijn als materiaal voor de afdichtring. Koper vertoont een ander gedrag dan bijvoorbeeld staal volgens de kromme 97. De trekkromme 99 van koper toont, dat de elasticiteitsmodulus, dat wil zeggen de tangens van de hellingshoek bij kleine ε aanzienlijk kleiner is dan de tangens van de hellingshoek van het elastische deel 100 van de trekkromme 79 van staal, die voldoet aan de wet van Hooke. Bij voortgezette uitrekking neemt de spanning in het materiaal slechts in beperkte mate toe en de breukrek 108 is aanzienlijk groter dan de breukrek 103 in het geval van staal. Koper is, zo blijkt, een materiaal dat relatief gemakkelijk elasto-plastisch vervormt. Conform de leer van de uitvinding kan hiermee worden gerealiseerd, dat een afdichtring van koper relatief gemakkelijk vervormt, en zich uitstekend kan voegen naar zelfs zeer kleine oneffenheden aan het oppervlak van het materiaal dat de rondgaande verdieping begrenst, waarin de afdichtring geaccommodeerd is. Gedacht moet worden aan kleine oppervlakte-ruwheden en zelfs aan kristalvlakken, die zeer hinderlijk kunnen zijn in het geval waarin een goede afdichting vereist is.On the basis of this qualitative representation of some material properties of steel, aluminum, copper and silver, it appears that, for example, copper might be suitable as material for the sealing ring. Copper exhibits a different behavior than, for example, steel according to curve 97. The copper tensile curve 99 shows that the modulus of elasticity, that is to say the tangent of the angle of inclination at small ε is considerably smaller than the tangent of the angle of inclination of the elastic part 100 of 79 steel curve, which complies with Hooke's law. With continued stretching, the stress in the material increases only to a limited extent and the elongation elongation 108 is considerably greater than the elongation elongation 103 in the case of steel. Copper, it turns out, is a material that deforms elasto-plastic relatively easily. In accordance with the teachings of the invention, it can be realized in this way that a copper sealing ring deforms relatively easily, and can excellently conform to even very small irregularities on the surface of the material bounding the circumferential recess in which the sealing ring is accommodated. Consider small surface roughness and even crystal surfaces, which can be very annoying in the case where a good seal is required.

Figuur 45 toont een koppeling 112, die een variant vormt van de koppeling 190 volgens figuur 43. In de koppeling 112 zijn de rondgaande verdiepingen 93, 94 gebogen gevormd, zodanig, dat ze de versmallende zijzones 92, 96 van de huls 91 aanvankelijk met enige tussenruimte accommoderen, waarbij, evenals bij de koppeling 190 het volume van de huls 91 kleiner is dan de ruimte die wordt begrensd door de rondgaande verdiepingen 93 en de buitenvlakken van de buizen 4, 5. Door het op de hiervoor beschreven wijze tegen elkaar drukken van de eindvlakken 11,12 drukken de eindzones 92, 96 met een zodanig grote kracht tegen de buizen 4, 5, dat deze plastisch vervormen en de knelkoppeling tot stand is gebracht.Fig. 45 shows a coupling 112, which is a variant of the coupling 190 according to Fig. 43. In the coupling 112, the circumferential recesses 93, 94 are bent so that they initially contain the narrowing side zones 92, 96 of the sleeve 91 accommodating intermediate space, wherein, like the coupling 190, the volume of the sleeve 91 is smaller than the space bounded by the circumferential recesses 93 and the outer surfaces of the tubes 4, 5. By pressing against each other in the manner described above the end faces 11, 12 press the end zones 92, 96 against the tubes 4, 5 with such great force that they are plastically deformed and the compression coupling is established.

Figuur 46 toont de beschreven structuur van de huls 91 met de binnenflens 95 en de buitenflens 109 in de geassembleerde toestand van de koppeling 112 op grotere schaal. Duidelijk zal ook zijn, dat de rondgaande verdiepingen 93, 94 een zodanige vorm bezitten, dat in het bijzonder de versmalde eindzones van de zijzones 92, 96 op druk belast worden en derhalve de lokale druk op de buizen 4, 5 zodanig groot wordt, dat de buizen lokaal plastisch vervormd raken.Figure 46 shows the described structure of the sleeve 91 with the inner flange 95 and the outer flange 109 in the assembled state of the coupling 112 on a larger scale. It will also be clear that the circumferential recesses 93, 94 have a shape such that in particular the narrowed end zones of the side zones 92, 96 are subjected to pressure and therefore the local pressure on the tubes 4, 5 becomes such that the tubes become plastically deformed locally.

De binnenflens 95 strekt zich bij de koppelingen 90 volgens de figuren 43, 45 en 46 en de koppeling 212 volgens de figuren 45 en 46 over de gehele wanddikte van de buizen 4, 5 uit. De vorm van de flens 95 is zodanig, dat het doorstromende medium geen storende overgang ondervindt.The inner flange 95 extends at the couplings 90 according to Figs. 43, 45 and 46 and the coupling 212 according to Figs. 45 and 46 over the entire wall thickness of the tubes 4, 5. The shape of the flange 95 is such that the flowing medium does not experience any disturbing transition.

Figuur 47 toont een alternatief van de huls 91 waarin de flens is opgenomen in een met de flens gelijkvormige V-vormige groef 212, die wordt gevormd door de schuine eindvlakken van de buizen 4, 5.Figure 47 shows an alternative of the sleeve 91 in which the flange is received in a V-shaped groove 212 similar to the flange, which is formed by the oblique end faces of the tubes 4, 5.

Figuur 48 toont een verdere variant, waarin de flens 95 eveneens is opgenomen in een daarmee gelijkvormige groef 112, die zich, in afwijking van figuur 47, slechts tot ongeveer de helft van de dikte van de wanden van de buizen 4, 5 uitstrekt. De resterende delen van de platte eindvlakken van de buizen 4, 5 drukken tegen elkaar.Fig. 48 shows a further variant, in which the flange 95 is also received in a groove 112 of the same shape, which, contrary to Fig. 47, extends only to approximately half the thickness of the walls of the tubes 4, 5. The remaining parts of the flat end faces of the tubes 4, 5 press against each other.

Figuur 49 toont zeer schematisch een uit de literatuur bekende straalmotor 113.Figure 49 shows very schematically a jet engine 113 known from the literature.

Het is bekend dat alle secties van straalmotoren gewoonlijk met flensverbindingen met bouten en moeren met elkaar gekoppeld zijn. Daarmee zijn ze onderhevig aan de beperkingen die in het hiervoor gaande zijn beschreven aan de hand van de figuren 1, 2 en 3 die zeer schematisch elementen van de stand der techniek aanduiden.It is known that all sections of jet engines are usually coupled to each other with flange connections with bolts and nuts. They are therefore subject to the limitations described above with reference to Figures 1, 2 and 3, which very schematically indicate elements of the prior art.

Enkele flens verbindingen volgens de beschreven stand der techniek zijn in figuur 49 alle aangeduid met het verwijzingsgetal 114. De aanduidingen 114 zijn echter slechts indicatief. Elke straalmotor, in het bijzonder straalmotoren voor verkeersvliegtuigen, vertonen vele tientallen flensverbindingen van het beschreven type volgens de stand der techniek. Omdat het bij straalmotoren altijd gaat om hightech en thermisch en qua druk zeer zwaarbelaste structuren wordt bij het ontwerp en tijdens de fabricage van een straalmotor gewerkt met de meest extreme zorgvuldigheid om de veiligheid van elke straalmotor zoveel mogelijk te garanderen, ook op de zeer lange termijn. Bedacht moet immers worden, dat straalmotoren voor een belangrijk deel mede-bepalend zijn voor de veiligheid van bemanning en passagiers.Some flange connections according to the described prior art are all indicated in Fig. 49 by the reference numeral 114. However, the designations 114 are only indicative. Each jet engine, in particular jet engines for commercial aircraft, has many dozens of flange connections of the type described according to the prior art. Because jet engines always involve high-tech and thermal and pressure-sensitive structures, the design and manufacture of a jet engine is carried out with the utmost care to guarantee the safety of each jet engine as much as possible, even in the very long term. . After all, it must be borne in mind that jet engines are to a large extent co-determining the safety of crew and passengers.

Figuur 50 toont, op welke wijze een monteur 128 twee segmenten 130, 131 van een straalmotor-behuizing met elkaar koppelt door middel van een flens verbinding 129 met bouten 13 en moeren 14, op de wijze zoals is aangeduid aan de hand van figuur 1. De monteur 128 moet op uiterst zorgvuldige wijze de bouten en moeren aanbrengen door de vooraf in register gebrachte gaten in de flenzen 9, 10. Deze zijn vooraf zeer nauwkeurig in register gebracht door middel van paspennen. Zelfs het aanbrengen van de doorgaande gaten voor het opnemen van de bouten moet meticuleus gebeuren en dan nog kan niet onder alle omstandigheden geheel voorkomen worden, dat er aan de binnenvlakken van de segmenten 130 en 131 ter plaatse van de koppeling een lichte verschuiving optreedt, die bij de extreme stromingen zoals in straalmotoren aanleiding kunnen geven tot turbulenties en stromingsverliezen.Fig. 50 shows how a fitter 128 couples two segments 130, 131 of a jet engine housing to each other by means of a flange connection 129 with bolts 13 and nuts 14, in the manner indicated with reference to Fig. 1. The fitter 128 must install the bolts and nuts through the pre-registered holes in the flanges 9, 10 with the utmost care. These are pre-registered very accurately by means of dowel pins. Even the provision of the through holes for receiving the bolts must be done meticulously and it cannot yet be completely prevented under all circumstances that a slight shift occurs at the inner surfaces of the segments 130 and 131 at the location of the coupling, which at extreme currents such as in jet engines can give rise to turbulences and flow losses.

Uit de realistische weergave van de werkzaamheden van de monteur 128 voor het assembleren van een flenskoppeling met bouten en moeren tussen twee straalmotorsegmenten 130, 131 moge duidelijk zijn, dat het werk van de monteur zeer veeleisend is. Hij moet tijdens het assembleren van de koppeling soms zeer wonderlijke posities innemen, omdat de door bokken 305 gedragen segmenten vast opgesteld zijn en de monteur derhalve vaak moet bukken of boven zijn macht werken of met gebruikmaking van een ladder-inrichting zijn werkpositie zo goed mogelijk moet kiezen.From the realistic representation of the work of the engineer 128 for assembling a flange coupling with bolts and nuts between two jet engine segments 130, 131, it is clear that the work of the engineer is very demanding. He must sometimes take very wonderful positions during assembly of the coupling, because the segments supported by trestles 305 are fixed and therefore the fitter often has to stoop or work above his power or use a ladder device to make his working position as good as possible. select.

Het moge duidelijk zijn, bijvoorbeeld door een vergelijking tussen de figuren 1 en 14, dat het zeer langdurige en zeer veeleisende werk van de monteur 128 volgens de stand der techniek, zoals weergegeven in figuur 50, met zeer groot technisch en economisch voordeel kan worden vervangen door het aanbrengen van de eenvoudige koppeling van het type zoals in figuur 14 is weergegeven. In dit verband wordt op voorhand verwezen naar de nu volgende bespreking van de figuren 51 en 52.It will be clear, for example through a comparison between Figures 1 and 14, that the very long-lasting and very demanding work of the prior art engineer 128, as shown in Figure 50, can be replaced with very great technical and economic advantage. by applying the simple coupling of the type as shown in Figure 14. In this connection, reference is made in advance to the following discussion of Figures 51 and 52.

Figuur 51 toont de koppeling 114 van het type als gebruikelijk bij straalmotoren 113. In figuur 51 zijn, zoals steeds in deze specificatie, onderdelen die functioneel overeenkomen met onderdelen van de koppeling 1 volgens de figuren 1, 2 en 3 met dezelfde verwijzingsgetallen aangeduid als daar. Een uitzondering is gemaakt voor de pakkingring, die in figuur 1 is aangeduid met het verwijzingsgetal 8 en in figuur 51, dus bij de koppeling 114 is aangeduid met het verwijzingsgetal 115. De ring 115 wijkt qua vorm namelijk zeer substantieel af van de ring 8. Hij strekt zich uit over niet alleen de volledige wanddikte van de buizen 4, 5, maar tevens over de gehele naar elkaar gerichte eindvlakken 11,12 van de rondgaande flenzen 9, 10.Fig. 51 shows the coupling 114 of the type usual with jet engines 113. In Fig. 51, as always in this specification, parts which functionally correspond to parts of the coupling 1 according to Figs. 1, 2 and 3 are designated by the same reference numerals as there . An exception has been made for the packing ring, which is indicated in Fig. 1 by the reference number 8 and in Fig. 51, so in the coupling 114 is indicated by the reference number 115. The ring 115 differs very substantially from the ring 8 in shape. It extends not only over the full wall thickness of the tubes 4, 5, but also over the entire end faces 11, 12 of the circumferential flanges 9, 10 facing each other.

Tussen de flens 9 en de houtkop 116 bevindt zich een borgring 117. Tussen de flens 10 en de moer 14 bevindt zich eveneens een borgring die met 118 is aangeduid. Door deze structuur wordt vreten bij het aandraaien van de moeren 14 en eventueel de houtkoppen 116 ten opzichte van de flenzen 9, 10 voorkomen. Daarbij komt dat de ringen 117, 118, op op zichzelf bekende wijze voorzien kunnen zijn van een krans schuine lippen die onbedoeld terugdraaien van de moeren ten opzichte van de bouten 13 voorkomen.Between the flange 9 and the wood head 116 there is a locking ring 117. Between the flange 10 and the nut 14 there is also a locking ring indicated by 118. This structure prevents fouling when tightening the nuts 14 and possibly the wood heads 116 relative to the flanges 9, 10. In addition, the rings 117, 118, in a manner known per se, may be provided with a ring of oblique lips which prevent unintentional turning of the nuts relative to the bolts 13.

Figuur 52 toont op dezelfde schaal als de koppeling 114 volgens de stand der techniek zoals getekend in figuur 51 een koppeling 119 als inventief alternatief volgens de uitvinding van de koppeling 114. De koppeling 119 vertoont een opbouw die overeenkomt met die van de koppeling 47 volgens de figuren 14 en 15. De aandacht wordt erop gevestigd, dat de buizen 4, 5 via registratietreden 23 ten opzichte van elkaar in register gebracht zijn.Figure 52 shows, on the same scale as the coupling 114 according to the prior art as drawn in Figure 51, a coupling 119 as an inventive alternative according to the invention of the coupling 114. The coupling 119 has a structure corresponding to that of the coupling 47 according to the Figures 14 and 15. Attention is drawn to the fact that the tubes 4, 5 are registered relative to each other via registration steps 23.

Het zal duidelijk zijn, dat het toepassen van de koppeling 119 als vervanging van de koppeling 114 volgens de stand der techniek bij de straalmotor 113 zeer grote voordelen biedt. Een onmiddellijk in het oog springend voordeel is, dat de koppelingen 119 met een aanzienlijke verhoogde nauwkeurigheid in substantieel kortere tijd kunnen worden geassembleerd dan de koppelingen van het type 114. Aangezien het gaat om grote kransen met bouten, bijvoorbeeld met een diameter in de orde van 2,5-3 m, en het aantal bouten per koppeling vaak in de orde van 50-150 ligt, en tevens rekening houdend met het feit dat er sprake is van vele tientallen dergelijke koppelingen, zal duidelijk zijn dat door het overbodig maken van het volgens een zeer strak gereguleerd en gecontroleerd protocol enkele malen na elkaar aantrekken van de moeren, gevolgd door een zeer nauwkeurige inspectie en nacontrole, de relatief eenvoudige procedure voor het assembleren van de koppeling volgens de uitvinding extreem grote economische voordelen met zich mee brengt. Daarbij komt dat er bij de koppeling volgens de uitvinding een zeer belangrijke bron van mogelijke storingen en falen is uitgeschakeld, namelijk de menselijke factor, in de vorm van de monteurs die met momentsleutels en andere geavanceerde apparatuur de moeren moeten aanbrengen. Daarbij komt dat de koppeling volgens de uitvinding zeer aanzienlijk minder materiaal vraagt dan de koppeling volgens de stand der techniek. In dit verband wordt verwezen naar een vergelijking tussen de koppeling 114 volgens figuur 51 en de op dezelfde schaal getekende koppeling 119 volgens figuur 52. Doordat de koppeling volgens de uitvinding zo veel lichter kan zijn, zal er sprake kunnen zijn van een aanzienlijke gewichtbesparing. Ten slotte wordt de aandacht erop gevestigd dat de koppeling volgens de uitvinding in aanzienlijk kortere tijd kan worden vervaardigd dan de koppeling volgens de stand der techniek. Aldus kunnen orders in kortere tijd worden uitgeleverd.It will be clear that the use of the coupling 119 as a replacement of the coupling 114 according to the prior art with the jet engine 113 offers very great advantages. An immediate eye-catching advantage is that the couplings 119 can be assembled with a considerably higher accuracy in a substantially shorter time than the couplings of the type 114. Since these are large rings with bolts, for example with a diameter of the order of 2.5-3 m, and the number of bolts per coupling is often in the order of 50-150, and also taking into account the fact that there are many dozens of such couplings, it will be clear that by making superfluous the according to a very tightly regulated and controlled protocol several times in succession tightening of the nuts, followed by a very accurate inspection and follow-up, the relatively simple procedure for assembling the coupling according to the invention brings extremely great economic advantages. In addition, with the coupling according to the invention, a very important source of possible malfunctions and failures has been eliminated, namely the human factor, in the form of the engineers who have to install the nuts with torque wrenches and other advanced equipment. In addition, the coupling according to the invention requires considerably less material than the coupling according to the prior art. Reference is made in this connection to a comparison between the coupling 114 according to Fig. 51 and the coupling 119 according to the same scale drawn according to Fig. 52. Because the coupling according to the invention can be so much lighter, there can be a considerable saving in weight. Finally, attention is drawn to the fact that the coupling according to the invention can be manufactured in considerably shorter time than the coupling according to the prior art. Orders can thus be delivered in a shorter time.

Figuur 53 toont een koppeling 219, die kan worden beschouwd als een mengvorm van de koppeling 90 volgens figuur 43, die op het principe van de knelkoppeling gebaseerd is, en de koppeling 39 volgens de figuren 8 en 9, waarin gebruik is gemaakt van conische schroefdraden tussen de rondgaande uitstekende delen 24, 25 en de drukringdelen 29, 30.Figure 53 shows a coupling 219, which can be considered as a mixed form of the coupling 90 according to Figure 43, which is based on the principle of the compression coupling, and the coupling 39 according to Figures 8 and 9, in which use is made of conical screw threads between the circumferential projecting parts 24, 25 and the pressure ring parts 29, 30.

De koppeling 219 wordt op dezelfde wijze geassembleerd als de koppeling 90, met dien verstande, dat de rondgaande uitstekende delen 24, 25 conform figuur 43 los schuifbaar zijn over de buizen 4, 5 en op de wijze van figuur 8 voor rotatie geborgd zijn door de borgpen 41 die passend is geaccommodeerd in het blinde gat 43.The coupling 219 is assembled in the same manner as the coupling 90, on the understanding that the circumferential projecting parts 24, 25 according to Figure 43 are slidably slidable over the tubes 4, 5 and are secured for rotation by the locking pin 41 suitably accommodated in blind hole 43.

Verder worden, anders dan bij de koppeling 90, de drukringdelen 29, 30 niet radiaal naar elkaar toe gedrukt, maar worden ze met hun inwendige conische schroefdraden 40 in aangrijping gebracht met de corresponderend complementair gevormde conische schroefdraden 40 aan de corresponderende binnen vlakken van de drukringdelen 29, 30.Furthermore, unlike the coupling 90, the compression ring parts 29, 30 are not pressed radially towards each other, but are brought into engagement with their internal conical screw threads 40 with the corresponding complementary shaped conical screw threads 40 on the corresponding inner surfaces of the compression ring parts 29, 30.

Bij het tot stand brengen van de koppeling 119 moeten de drukringdelen 29, 30 eerst worden samengesteld tot één drukring. Dit vindt plaats door het aanbrengen van de borgring 33. Na het aanbrengen van die borgring 33 wordt door een gereedschap een roterende kracht op de drukring 29, 30 uitgeoefend. Als gevolg van de werking van de onderlinge werking van de schroefdraden vindt hierdoor een axiaal naar elkaar gerichte verplaatsing van de uitstekende delen 24, 25 plaats. In dit verband wordt verder verwezen naar de beschrijving van figuur 43.When establishing the coupling 119, the pressure ring parts 29, 30 must first be assembled into one pressure ring. This takes place by arranging the locking ring 33. After applying that locking ring 33, a rotating force is exerted on the pressure ring 29, 30 by a tool. As a result of the effect of the mutual action of the threads, an axially directed displacement of the projecting parts 24, 25 takes place. In this connection, further reference is made to the description of Figure 43.

Op de wijze die eerder is beschreven aan de hand van de figuren 8 en 9 wordt door het met kracht gemeenschappelijk roteren van de drukringdelen 29, 30 de koppeling tot stand gebracht door de axiale aandrukking van de rondgaande uitstekende delen, totdat de eindvlakken 11, 12 in contact met elkaar verkeren. Daarmee is de knelkoppeling geheel geassembleerd.In the manner previously described with reference to Figs. 8 and 9, by jointly rotating the pressure ring parts 29, 30, the coupling is effected by the axial pressing of the circumferential projections until the end faces 11, 12 are in contact with each other. This means that the compression fitting is completely assembled.

Figuur 54 toont een koppeling 220, waarvan de opbouw en werking grosso modo correspondeert met die van de koppeling 119 volgens figuur 53, met dien verstande, dat de vorm van de huls 91 en de vormen van de rondgaande verdiepingen 93, 94 gelijk zijn aan die, welke in de figuren 45 en 46 zijn weergegeven voor de koppeling 212.Fig. 54 shows a coupling 220, the construction and operation of which roughly corresponds to that of the coupling 119 according to Fig. 53, provided that the shape of the sleeve 91 and the shapes of the circular recesses 93, 94 are equal to those , which are shown in Figures 45 and 46 for the coupling 212.

Figuur 55 toont, op welke wijze de assemblage van koppeling 219 of de koppeling 220 wordt voltooid door het met kracht over de buitenvlakken van de drukringdelen 29, 30 schuiven van de zeskantige borgring 33, waarvan de vorm overeenkomt met de zeskantige buitenvorm van de samengestelde drukringdelen 29, 30. Voor het overige wordt verwezen naar de beschrijving van figuur 19. Aangetekend wordt, dat de vork 56 aan zijn beide benen is voorzien van drukplaten 120, die voorafgaand aan het opschuiven van de borgring 33 drukkend samenwerken met de betreffende buitenvlakken van de drukringdelen 29, 30. Aldus worden de drukringdelen 29, 30 in hun gewenste onderlinge positie gehouden, waarin de borgring 33 daaroverheen kan worden geschoven. Voorafgaand daaraan of eventueel daarna kunnen de aldus met elkaar verbonden drukringdelen met kracht worden geroteerd waardoor als gevolg van de aanwezigheid van de samenwerkende conische schroefdraden 40 waardoor als gevolg de koppeling 219 of 220 afdichtend wordt geassembleerd.Fig. 55 shows how the assembly of coupling 219 or coupling 220 is completed by forcefully sliding over the outer surfaces of the pressure ring parts 29, 30 of the hexagonal locking ring 33, the shape of which corresponds to the hexagonal outer shape of the assembled pressure ring parts 29, 30. For the rest, reference is made to the description of Fig. 19. It is noted that the fork 56 is provided on its both legs with pressure plates 120 which, prior to sliding up the locking ring 33, press cooperatively with the respective outer surfaces of the pressure ring parts 29, 30. The pressure ring parts 29, 30 are thus held in their desired mutual position, into which the locking ring 33 can be slid over it. Prior to or optionally thereafter, the pressure ring members thus connected to each other can be rotated with force, so that, as a result of the presence of the cooperating conical threads 40, the coupling 219 or 220 is assembled in a sealing manner.

Overal waar technisch toepasselijk kunnen de op buiging belaste zones met vlakken die via hoeklijnen met elkaar verbonden zijn, worden voorzien van tegen kerfwerking werkzame rondgaande verdiepingen. Deze rondgaande holle verdiepingen met een vloeiende afgeronde vorm zijn overal in de tekeningen met het verwijzingsgetal 38 aangeduid.Wherever technically applicable, the zones subject to bending with surfaces that are connected via corner lines can be provided with circular recesses that work against notching. These circular hollow floors with a smooth, rounded shape are indicated everywhere by reference numeral 38 throughout the drawings.

Figuur 57 toont een variant, waarin de rondgaande uitstekende delen 24, 25 identiek zijn, maar spiegelsymmetrisch zijn geplaatst en elk zijn voorzien van eenzelfde rondgaande verdieping 20, 20’, waarin identieke afdichtringen 21, 21’ zijn geaccommodeerd. Bij een gesloten koppeling liggen de platte eindvlakken 11, 12 tegen elkaar en zijn de O-ringen 21, 21’ gecomprimeerd, terwijl er in de holten 20, 20’ enige vrije, met lucht gevulde ruimte resteert.Figure 57 shows a variant in which the circumferential projecting parts 24, 25 are identical, but are arranged mirror-symmetrically and are each provided with the same circumferential recess 20, 20 ", in which identical sealing rings 21, 21" are accommodated. When the coupling is closed, the flat end faces 11, 12 lie against each other and the O-rings 21, 21 "are compressed, while some free air-filled space remains in the cavities 20, 20".

Figuur 58 correspondeert met figuur 39. De slang 87 aan de rechterzijde is, in afwijking met figuur 39, in gekoppelde toestand met het koppeldeel 320 getekend. Dit is de praktijksituatie, waarin de gebruiker, na het met de koppeldelen 319, 320 van de slangen 87 slechts de koppeldelen stevig en afdichtend met elkaar behoeft te koppelen door middel van de borgring 30,31.Fig. 58 corresponds to Fig. 39. The hose 87 on the right-hand side is, in deviation from Fig. 39, shown in coupled condition with the coupling part 320. This is the practical situation in which, after connecting the coupling parts 319, 320 to the hoses 87, the user only needs to couple the coupling parts firmly and sealingly to each other by means of the locking ring 30.31.

Figuur 59 toont in dwarsdoorsnede, dat de verende lip 324 aan zijn binnenzijde voorzien is van een samen met de lip 324 verplaatsbare borgnok 401, die in de gekoppelde toestand van figuur 59 onder de veerkracht van de verende lip 324 naar binnen wordt gedrongen en aldus haakt achter de met het onderste borgringdeel 30 samengevormde vaste borgnok 402. In deze situatie is de koppeling tot stand gebracht en kan hij slechts worden ontkoppeld door het aangrijpen van de eindzone 402 van de lip 324 om die in min of meer radiale richting naar buiten te verplaatsen, zodanig dat de borgnok 401 buiten aangrijping raakt van de vaste borgnok 402. Zodra die samenwerking verbroken is, kunnen de borgringdelen 29, 30 rond het filmschamier 322 weer worden opengeklapt tot de in figuur 58 getoonde stand, waarin de koppeldelen 319, 320 elk vrij zijn.Fig. 59 shows in cross-section that the resilient lip 324 is provided on its inner side with a locking cam 401 which is movable together with the lip 324 and which in the coupled condition of Fig. 59 is urged inwards under the spring force of the resilient lip 324 and thus hooks behind the fixed locking cam 402 formed with the lower locking ring part 30. In this situation the coupling is established and can only be released by engaging the end zone 402 of the lip 324 to move it outwards in more or less radial direction such that the locking cam 401 becomes out of engagement with the fixed locking cam 402. As soon as that cooperation is broken, the locking ring parts 29, 30 around the film joint 322 can be folded open again to the position shown in Fig. 58, in which the coupling parts 319, 320 are each freely to be.

Figuur 60 toont een variant van de koppeling 29, 30, waarin geen gebruik is gemaakt van een filmschamier 322, maar van een scharnier 404 met een scharnierpen 405. Een dergelijk scharnier kan worden toegepast in het geval waarin het gebruik van een filmschamier niet in aanmerking komt, bijvoorbeeld in het geval van gebruik van metaal als materiaal van de borgringdelen 29, 30.Fig. 60 shows a variant of the coupling 29, 30, in which use is not made of a film hinge 322, but of a hinge 404 with a hinge pin 405. Such a hinge can be used in the case where the use of a film hinge is not considered. comes, for example, in the case of the use of metal as the material of the circlip parts 29, 30.

Figuur 61 toont de borgring 29, 30, 404, 405 in dwarsdoorsnede. Deze komt op het scharnier 404 na exact overeen met de in figuur 59 getekende borgring.Figure 61 shows the locking ring 29, 30, 404, 405 in cross section. With the exception of hinge 404, this corresponds exactly to the locking ring shown in Figure 59.

Figuur 62 toont een variant, waarin een verende lip 406, die functioneel in principe overeenstemt met de verende lip 324 volgens de figuren 58 en 59, aan zijn binnenzijde niet is voorzien van slechts één verplaatsbare borgnok 401, maar van een aantal dergelijke borgnokken, die alle met 407 zijn aangeduid. Deze vormen samen een ratel, die tijdens het aandrukken van de borgringdelen 29, 30 ratelend opeenvolgend samenwerken met de vaste borgnok 402, totdat de gewenste aandrukkracht zijn maximale waarde heeft bereikt en de koppebng is voltooid.Fig. 62 shows a variant in which a resilient lip 406, which functionally corresponds in principle to the resilient lip 324 according to Figs. 58 and 59, is not provided on its inside with only one movable locking cam 401, but with a number of such locking cams, which all are denoted by 407. These together form a ratchet which, during pressing of the locking ring parts 29, 30, rattles consecutively cooperate with the fixed locking cam 402 until the desired pressing force has reached its maximum value and the coupling is complete.

Figuur 63 toont de variant volgens figuur 62 in dwarsdoorsnede.Figure 63 shows the variant according to Figure 62 in cross section.

Het moge duidelijk zijn, dat door het naar buiten verplaatsen van de eindzone 403 in alle drie hiervoor beschreven uitvoeringen de koppeling kan worden vrijgegeven.It will be clear that by moving the end zone 403 outwards in all three embodiments described above, the coupling can be released.

In de uitvoering volgens de figuren 58-63 steken de verende lippen 324, 406 niet uit buiten het in hoofdzaak cilindrische hoofd-buitenvlak van de geassembleerde borgringen 29, 30. Deze lippen zijn geaccommodeerd in een corresponderendvormige verdieping 408, die een toereikende mimte biedt voor niet alleen het accommoderen van de verende lip 324, 406, maar ook voor het bijvoorbeeld met een vinger of een schroevendraaier aangrijpen van de eindzone 403 van de betreffende verende lip.In the embodiment of Figures 58-63, the resilient lips 324, 406 do not protrude beyond the substantially cylindrical main outer surface of the assembled locking rings 29, 30. These lips are accommodated in a corresponding recess 408 which provides a sufficient space for not only accommodating the resilient lip 324, 406, but also for engaging, for example, a finger or a screwdriver of the end zone 403 of the respective resilient lip.

Figuur 64 toont een uitvoering, waarin de borgringdelen uit twee separate, zij het identieke, delen 29, 30 bestaat. Aan elke zijde komt de uitvoering in principe overeen met de uitvoering volgens de figuren 58 en 59. Anders dan in die uitvoering bevat elk van beide borgringdelen 29 een verende lip 324, die analoog aan de uitvoering volgens figuur 62, 63 samenwerkt met de vaste borgnok 402, die deel uitmaakt van het andere borgringdeel. Het zal duidelijk zijn dat door het naar elkaar toe verplaatsen van de borgringdelen 29, 30 volgens figuur 64 de gekoppelde toestand kan worden verkregen.Fig. 64 shows an embodiment in which the locking ring parts consist of two separate, albeit identical, parts 29, 30. On each side, the embodiment corresponds in principle to the embodiment according to Figs. 58 and 59. Unlike in that embodiment, each of the two locking ring parts 29 comprises a resilient lip 324 which cooperates analogously with the embodiment according to Figs. 62, 63 with the fixed locking cam 402, which is part of the other locking ring part. It will be clear that by moving the locking ring parts 29, 30 according to Figure 64 towards each other, the coupled state can be obtained.

Het losnemen van de koppeling volgens figuur 65 kan weer plaatsvinden door het eerst naar buiten verplaatsen van een eindzone 403 van een verende lip 326, waarna dezelfde handeling kan worden uitgevoerd aan de andere zijde van de borgring.The disconnection of the coupling according to Figure 65 can again take place by first moving an end zone 403 of a resilient lip 326 outwards, whereafter the same operation can be carried out on the other side of the locking ring.

Figuur 66 toont een variant waarin de borgringdelen 29, 30 zijn voorzien van een stropconstructie van bijvoorbeeld een treksterke kunststof. Aan het bovenste borgringdeel 29 strekt zich vanaf het filmscharnier 322 een aan de buitenzijde van tanden of nokken 409 voorziene treksterke kunststof strook 410 uit, die kan worden ingestoken in een koppelhuls 411 van op zichzelf bekende structuur met aan de binnenzijde weerhaak-middelen, die kunnen samenwerken met de als weerhaken werkende tanden of nokken 409. De koppelhuls 411 is aangevormd aan het einde van een tweede strook 412, die vast verbonden is met het onderste borgringdeel 30, naast het filmscharnier 322. De strop 410, 411, 412 is in de gekoppelde toestand volgens figuur 67 geaccommodeerd in een in hoofdzaak rondgaande verdieping 413, zodanig, dat hij binnen het min of meer cilindrische buitenste hoofdvlak van de koppeling 29, 30 valt.Figure 66 shows a variant in which the locking ring parts 29, 30 are provided with a sling construction of, for example, a tensile plastic. Extending from the film hinge 322 on the upper locking ring part 29 is a tensile plastic strip 410 provided on the outside with teeth or cams 409, which strip can be inserted into a coupling sleeve 411 of per se known structure with internal barb means which can co-operate with barbed teeth or cams 409. Coupling sleeve 411 is molded at the end of a second strip 412, which is fixedly connected to the lower locking ring part 30, next to the film hinge 322. The strap 410, 411, 412 is in the the coupled state according to Figure 67 accommodated in a substantially circumferential recess 413, such that it falls within the more or less cylindrical outer main surface of the coupling 29, 30.

Begrepen moet worden, dat de koppeling volgens de figuren 66 en 67 eenmalig is en na het met kracht aantrekken van de strook 40 door de koppelhuls 411 niet meer kan worden verwijderd, anders dan door een van de stroken 410, 412 door te snijden.It must be understood that the coupling according to Figs. 66 and 67 is one-off and can no longer be removed after the forceful tightening of the strip 40 by the coupling sleeve 411, other than by cutting through one of the strips 410, 412.

De figuren 68 en 69 tonen een variant, waarin gebruik wordt gemaakt van een vergelijkbaar principe als in figuren 66 en 67, zij het dat de koppeling volgens de figuren 68 en 69 na te zijn gesloten weer kan worden geopend. Daartoe is aan elk van de borgringdelen 29, 30 een deel van een klit-/lusband combinatie gehecht. Figuur 68 toont dat in een verdieping 413 in het onderste borgringdeel 30 een klitbandelement 414 is vastgehecht, terwijl in eenzelfde verdieping 414 in het bovenste borgringdeel 29 een eerste deel van een lusbandelement 415 is gehecht, dat daarbuiten uitsteekt, zoals figuur 68 toont in de geopende toestand van de borgring, en tot samenwerking met het klitbandelement 414 kan worden gebracht na het met kracht na elkaar toe bewegen van de borgringelementen 29, 30 tot de gesloten stand van figuur 69. Vanuit de in figuur 69 getoonde gesloten stand kan de borgring weer worden geopend door het einde van het klitbandelement 414 aan te grijpen en op de op zichzelf bekende wijze naar buiten te verplaatsen, waardoor de koppeling met het lusbandelement 414 verloren gaat.Figures 68 and 69 show a variant in which use is made of a similar principle as in Figures 66 and 67, although the coupling according to Figures 68 and 69 can be reopened after being closed. To this end, a part of a Velcro / Loop band combination is attached to each of the locking ring parts 29, 30. Fig. 68 shows that in a recess 413 in the lower retaining ring part 30 a Velcro fastener 414 is attached, while in the same recess 414 in the upper retaining ring part 29 a first part of a loop retaining member 415 is projected outside, as Fig. 68 shows in the opened condition of the locking ring, and can be brought into cooperation with the Velcro element 414 after the locking ring elements 29, 30 have been moved one after the other to the closed position of Fig. 69. From the closed position shown in Fig. 69, the locking ring can be released again opened by gripping the end of the Velcro element 414 and moving it out in the manner known per se, whereby the coupling with the loop element 414 is lost.

De figuren 70 en 71 tonen een variant, waarin de borgringdelen 29, 30 gesloten blijven onder invloed van de kracht van samenwerkende sterke permanente magneten, in het bijzonder neodymium magneten, 416, 417; 418, 419 zoals bekend, is de kracht waarmee de noordpolen en de zuidpolen van magneten elkaar aantrekken groter naarmate de afstand tussen beide polen kleiner is. In het getekende geval van figuur 70 kan en moet zelfs de afstand weliswaar klein maar niet geheel nul zijn, omdat immers de eindvlakken 11,12 van de koppelstukken tegen elkaar moeten rusten, conform de leer van de uitvinding. In het geval waarin de magneten 416, 417; 418, 419 tegen elkaar zouden rusten, rusten de genoemde eindvlakken 11,12 niet tegen elkaar, hetgeen in strijd met de uitvinding zou zijn.Figures 70 and 71 show a variant in which the locking ring parts 29, 30 remain closed under the influence of the force of cooperating strong permanent magnets, in particular neodymium magnets, 416, 417; 418, 419, as is known, the force with which the north poles and the south poles of magnets attract each other, the greater the distance between the two poles is. In the case shown in Fig. 70, even the distance can and must be small, but not entirely zero, because the end faces 11, 12 of the coupling pieces must rest against each other, in accordance with the teachings of the invention. In the case where the magnets 416, 417; 418, 419 would rest against each other, said end faces 11, 12 do not rest against each other, which would be contrary to the invention.

Na het bereiken van de in figuur 71 getoonde gesloten toestand kunnen de drukringdelen 29, 30 weer van elkaar worden verwijderd door het tussen rand-verdiepingen 420, 421 plaatsen van een schroevendraaier (niet getekend) en het met enige kracht uitvoeren van een roterende beweging daarmee. Daarmee kan een zodanig grote kracht worden uitgeoefend, dat deze de aantrekkingskracht tussen de magneten 416, 417; 418, 419 overstijgt, waardoor de koppeling wordt geopend en de geopende toestand volgens figuur 17 wordt bereikt.After reaching the closed state shown in Fig. 71, the pressure ring parts 29, 30 can be removed from each other again by placing a screwdriver (not shown) between edge recesses 420, 421 and performing a rotating movement therewith with some force . With this, such a large force can be exerted that it is the attraction between the magnets 416, 417; 418, 419, whereby the coupling is opened and the opened position according to Figure 17 is reached.

De figuren 72 en 73 tonen een uitvoering, die voor een belangrijk deel overeenkomt met de uitvoering volgens de figuren 70 en 71, maar daarvan in die zin verschilt, dat de randverdiepingen 420, 421 zich tot een grotere diepte uitstrekken en bovendien zich zijdelings uitstrekken tussen de magneetpolen 416, 418; 417, 419.Figs. 72 and 73 show an embodiment which largely corresponds to the embodiment according to Figs. 70 and 71, but differs therefrom in that the rim floors 420, 421 extend to a greater depth and moreover extend laterally between the magnet poles 416, 418; 417, 419.

Aan de drukring 29, 30 is een gereedschap 422 toegevoegd, met behulp waarvan de drukring vanuit zijn gesloten toestand gemakkelijk kan worden geopend, zelfs gemakkelijker dan door het draaien van een schroevendraaier zoals beschreven aan de hand van de figuren 70 en 71. Het gereedschap 422 omvat een ferromagnetische lip 423, die wordt gedragen door een handgreep 424. De ferromagnetische lip 423 kan worden ingestoken in de aan elkaar aansluitende randverdiepingen 420, 421, van de gesloten drukring 29, 30. Deze randverdiepingen 420, 421 vertonen dezelfde vorm als de voorrand van de ferromagnetische lip 423. Door het insteken van deze lip 423 in de gemeenschappelijke randverdiepingen 420, 421 worden de magneetpolen 416, 418; 417, 419 magnetisch kortgesloten, waardoor hun aantrekkende kracht tot nagenoeg nul wordt gereduceerd. De insteekbeweging is met een pijl 425 aangeduid. Na het insteken volgens pijl 425 zoals hiervoor beschreven en het neutraliseren van de aantrekkende krachten tussen de genoemde magneten kan door een rotatie van de handgreep 424 en daarmee de lip 423 conform een pijl 426 de drukring geopend worden, doordat de drukringdelen 29, 30 van elkaar worden gescheiden.A tool 422 is added to the thrust ring 29, 30, with the aid of which the thrust ring can be easily opened from its closed position, even easier than by turning a screwdriver as described with reference to Figures 70 and 71. The tool 422 comprises a ferromagnetic lip 423, which is carried by a handle 424. The ferromagnetic lip 423 can be inserted into the adjoining edge storeys 420, 421, of the closed pressure ring 29, 30. These edge storeys 420, 421 have the same shape as the front edge of the ferromagnetic lip 423. By inserting this lip 423 into the common edge levels 420, 421, the magnetic poles 416, 418; 417, 419 magnetically shorted, reducing their attracting force to virtually zero. The insertion movement is indicated by an arrow 425. After the insertion according to arrow 425 as described above and the neutralization of the attracting forces between said magnets, the pressure ring can be opened by rotating the handle 424 and thereby the lip 423 in accordance with an arrow 426, because the pressure ring parts 29, 30 are apart be separated.

De figuren 74, 75 en 76 tonen een drukring 427, waarvan de samenstellende drukringdelen 29, 30 algemeen U-vormige magneten 428, 429 dragen.Figures 74, 75 and 76 show a pressure ring 427, the component pressure ring parts 29, 30 of which generally support U-shaped magnets 428, 429.

In een grotendeels cilindervormige samengestelde randverdieping 430, 431 bevindt zich een met de hand roteerbare bedieningsvleugel 432 van ferromagnetisch materiaal. In de getekende stand strekt de bedieningsvleugel zich op afstand van de polen van de magneten 428, 429 uit. Ter toelichting van de plaatsing van die polen wordt gemakshalve verwezen naar de analoge plaatsing volgens de figuren 70 en 72. De bedieningsvleugel is in deze stand magnetisch passief. Hij kan volgens een pijl 433 worden geroteerd naar een stand, waarin hij, analoog aan de ingestoken ferromagnetische lip 423 volgens figuur 72, effectief werkzaam is als magnetische shunt en aldus de aantrekkende magneetkrachten tussen de magneten 428, 429 tot verwaarloosbare proporties reduceert.In a largely cylindrical composite edge recess 430, 431 there is a manually rotatable operating wing 432 of ferromagnetic material. In the position shown, the operating wing extends at a distance from the poles of the magnets 428, 429. For the purpose of explaining the placement of those poles, for the sake of convenience, reference is made to the analog placement according to FIGS. 70 and 72. The operating wing is magnetically passive in this position. It can be rotated according to an arrow 433 to a position in which, analogously to the inserted ferromagnetic lip 423 of Fig. 72, it effectively acts as a magnetic shunt and thus reduces the attractive magnetic forces between the magnets 428, 429 to negligible proportions.

Om de drukringdelen rond scharnier 322 te kunnen doen zwenken en aldus de delen van elkaar te scheiden en de koppeling vrij te geven kan de bedieningsvleugel 432 volgens pijl 433 vanuit de met 434 getoonde stand verder worden geroteerd, waardoor hij door een voortgezette krachtige rotatie rond rotatieas 435, die is verbonden met het bovenste drukringdeel 29, zich kan afzetten tegen een trede 436, door welke mechanische kracht drukringdelen van elkaar kunnen worden gescheiden tot de geopende toestand, analoog aan die welke in de figuren 70 en 72 is getoond.In order to be able to pivot the pressure ring parts around hinge 322 and thus to separate the parts from one another and to release the coupling, the operating wing 432 can be further rotated from arrow 433 from the position shown with 434, so that it can be rotated by a continued powerful rotation about rotation axis. 435, which is connected to the upper pressure ring part 29, can deposit against a step 436, by means of which mechanical pressure ring parts can be separated from one another to the open state, analogous to that shown in FIGS. 70 and 72.

Het buitenvlak van het drukringdeel 29 is gemarkeerd met aanduidingen 437 voor de gesloten toestand en 438 voor de geopende toestand van de drukring.The outer surface of the pressure ring part 29 is marked with indications 437 for the closed state and 438 for the open condition of the pressure ring.

De figuren 77, 78, 79 en 80 tonen een drukring 29, 30, waarvan de functionahteit overeenkomt met de drukring 29, 30 volgens de figuren 74, 75, 76, maar daarvan in die zin verschilt, dat een ferromagnetische shunt 439 door een vleugelmoer annex houtkop 440 in langsrichting kan worden verplaatst tussen de in de figuren 78, 79 en 80 getoonde passieve stand, waarin de shunt 439 zich buiten het bereik van de magneten 428, 429 bevindt, en een actieve stand waarin de shunt 439 zich tussen de magneetpolen 428, 429 uitstrekt en het magnetische veld kortsluit. In de actieve stand is de aantrekkende kracht tussen de magneten 428, 429 maximaal en kan de drukring 29, 30 slechts door het uitoefenen van een corresponderende grote kracht geopend worden. In de passieve stand is de aantrekkende kracht tussen de magneten 428, 429 praktisch nul en is de voor het openen van de drukring nodige kracht klein.Figures 77, 78, 79 and 80 show a pressure ring 29, 30, the functionality of which corresponds to the pressure ring 29, 30 according to Figures 74, 75, 76, but differs from this in that a ferromagnetic shunt 439 through a wing nut annex wood head 440 can be moved longitudinally between the passive position shown in Figs. 78, 79 and 80, in which the shunt 439 is outside the range of the magnets 428, 429, and an active position in which the shunt 439 is located between the magnet poles 428, 429 and short-circuiting the magnetic field. In the active position the attractive force between the magnets 428, 429 is maximum and the pressure ring 29, 30 can only be opened by applying a corresponding large force. In the passive position, the attractive force between the magnets 428, 429 is practically zero and the force required to open the pressure ring is small.

In de in de voorgaande zin beschreven passieve stand is de voor het openen van de drukring nodige kracht beperkt tot het overwinnen van de Coulomb-wrijving tussen de afgeknotte-kegelvormige eerste contactvlakken 26, 27 enerzijds en de tweede contactvlakken 31, 32 anderzijds, waarvoor voor de duidelijkheid wordt verwezen naar figuur 7. Ten overvloede wordt hierbij aangetekend, dat voor het tot stand brengen van de koppeling volgens figuur 7 en alle andere uitvoeringsvormen met dergelijke samenwerkende afgeknotte-kegelvormige eerste en tweede contactvlakken de borgringdelen 29, 30 met enige kracht naar elkaar toe moeten worden bewogen voor het overwinnen van de Coulomb-wrijving. Onder omstandigheden kan het zelfs gewenst zijn, een lichte tik, bijvoorbeeld met een kunststof hamer, op deze drukringdelen te geven, waardoor ze de facto muurvast komen vast te zitten, zelfs in afwezigheid van de later aan te brengen borgring 33.In the passive position described in the preceding sentence, the force required for opening the pressure ring is limited to overcoming the Coulomb friction between the truncated conical first contact surfaces 26, 27 on the one hand and the second contact surfaces 31, 32 on the other hand, for which For the sake of clarity, reference is made to Figure 7. For the sake of completeness, it is noted that for establishing the coupling according to Figure 7 and all other embodiments with such cooperating truncated conical first and second contact surfaces, the retaining ring members 29, 30 with some force towards each other must be moved to overcome the Coulomb friction. Under certain circumstances it may even be desirable to give a light tap, for example with a plastic hammer, to these pressure ring parts, so that they will in fact become stuck to the wall even in the absence of the locking ring 33 to be fitted later.

Zodra in de genoemde passieve stand de aantrekkende kracht tussen de magneten 428, 429 nul is geworden, moet de Coulomb-frictie tussen de genoemde eerste en tweede contactvlakken worden opgeheven, hetgeen bijvoorbeeld kan plaatsvinden door het insteken en roteren van een schroevendraaier volgens de figuren 70 en 71, het insteken en roteren van het gereedschap 422 volgens de figuren 72 en 73, het met kracht roteren van de bedieningsvleugel 432, zodat die zich afzet tegen de trede 436 volgens de figuren 74, 75 en 76, en het gebruikmaken van voortgezette rotatie van de roteerbare drager 446 volgens de figuren 81-84 tot de stand waarin de magneten elkaar met grote kracht afstoten. Al deze genoemde hulpmiddelen dragen ertoe bij, de genoemde Coulomb-wrijvingskrachten te overwinnen en aldus met relatief gemak de borgringdelen van elkaar te kunnen verwijderen om de koppeling vrij te geven.As soon as the attractive force between the magnets 428, 429 has become zero in said passive position, the Coulomb friction between said first and second contact surfaces must be canceled, which can for instance take place by inserting and rotating a screwdriver according to Figs. 70 and 71, inserting and rotating the tool 422 according to FIGS. 72 and 73, forcibly rotating the operating wing 432 so that it stands against the step 436 according to FIGS. 74, 75, and 76, and using continued rotation from the rotatable carrier 446 of Figs. 81-84 to the position in which the magnets repel each other with great force. All these aforementioned aids help to overcome the aforementioned Coulomb frictional forces and thus to be able to remove the locking ring parts from each other with relative ease in order to release the coupling.

De translatie van de shunt 439 vindt plaats doordat hij, tegen rotatie geborgd, op de wijze van een moer samenwerkt met een vast aan de vleugelmoer aangebracht draadeind 441. Door het roteren van de vleugelmoer tussen de standen 437 en 438 vindt de verplaatsing in de langsrichting plaats.The translation of the shunt 439 takes place in that, locked against rotation, it cooperates in the manner of a nut with a threaded end 441 fixed to the wing nut. Rotation of the wing nut between positions 437 and 438 causes the displacement in the longitudinal direction place.

De figuren 81, 82, 83, 84 tonen weer een andere uitvoering van een drukring. In deze uitvoering is elk van de drukringdelen 29, 30 voorzien van staafmagneten. Het onderste drukringdeel 30 draagt twee vast in de kunststof van het drukringdeel 30 ingebedde staafmagneten 444, 445, terwijl het bovenste drukringdeel 29 een roteerbare drager 446 vertoont, waarin ten opzichte van de magneten 444, 445 exact geregistreerd opgestelde staafmagneten 442, 443 zijn ingebed. In de genoemde geregistreerde toestand volgens figuur 83 verkeert de drukring 29, 30 in zijn gesloten en vergrendelde toestand. Een draaiknop 447, die aan de roteerbare drager 446 is aangevormd, is dan ook gericht naar de markering “gesloten” 437, zoals is getoond in figuur 81. Door het roteren over 90° van de draaiknop 447 naar de markering 438 “open”, worden de paren magneten 442, 443 over 90° gedraaid ten opzichte van de magneten 444, 445. Dit is de volstrekt neutrale centrale positie, waarin de aantrekkende kracht tussen de magneten 442, 444 respectievelijk 443, 445 in principe tot nul is gereduceerd. Zoals figuur 81 toont, vertoont het buitenvlak van het bovenste drukringdeel 29 een derde markering 448. In de daarmee corresponderende situatie zijn de magneten 442, 443 ten opzichte van de in figuur 83 getoonde stand van plaats gewisseld. De tegengesteld georiënteerde en derhalve aantrekkende magneten 442, 444 respectievelijk 443, 445 zijn nu vervangen door de afstotende paren 443, 444 respectievelijk 442, 445. In die stand is er geen sprake meer van een neutrale, krachtenvrije situatie, maar oefenen de magneten een zeer sterke afstotende kracht op elkaar uit, waardoor zonder de geringste inspanning de drukringdelen 29, 30 van elkaar kunnen worden gescheiden, tot een stand, analoog aan die volgens de figuren 70 en 72.Figures 81, 82, 83, 84 show yet another embodiment of a pressure ring. In this embodiment, each of the pressure ring parts 29, 30 is provided with rod magnets. The lower pressure ring part 30 carries two rod magnets 444, 445 firmly embedded in the plastic of the pressure ring part 30, while the upper pressure ring part 29 has a rotatable carrier 446, in which rod magnets 442, 443 arranged precisely registered with respect to the magnets 444, 445 are embedded. In the aforementioned registered state according to Figure 83, the pressure ring 29, 30 is in its closed and locked state. A rotary knob 447, which is molded onto the rotatable carrier 446, is therefore directed to the "closed" mark 437, as shown in Fig. 81. By rotating the rotary knob 447 to the open 438 mark by 90 °, the pairs of magnets 442, 443 are rotated through 90 ° with respect to the magnets 444, 445. This is the completely neutral central position in which the attractive force between the magnets 442, 444 and 443, 445 is in principle reduced to zero. As Fig. 81 shows, the outer surface of the upper pressure ring part 29 has a third mark 448. In the corresponding situation, the magnets 442, 443 have changed positions relative to the position shown in Fig. 83. The oppositely oriented and therefore attracting magnets 442, 444 and 443, 445 have now been replaced by the repelling pairs 443, 444 and 442, 445. In that position there is no longer a neutral, force-free situation, but the magnets exert a very strong repulsive force on each other, so that the pressure ring parts 29, 30 can be separated from each other without the slightest effort, to a position analogous to that according to Figs. 70 and 72.

Opgemerkt wordt, dat ook in de uitvoering volgens de figuren 81, 82, 83, 84 gebruik zou kunnen worden gemaakt van algemeen U-vormige magneten. Strikt noodzakelijk is dit niet. Bij voorkeur wordt immers gebruik gemaakt van permanente magneten van neodymium. Neodymium is een buitengewoon krachtig permanent-magnetisch materiaal en het toevoegen van extra magneetmassa en gewicht levert ten opzichte van de staafmagneten in de voorliggende uitvoering slechts weinig voordeel op.It is noted that also in the embodiment according to figures 81, 82, 83, 84 use could be made of generally U-shaped magnets. This is not strictly necessary. After all, use is preferably made of permanent magnets of neodymium. Neodymium is an extremely powerful permanent-magnetic material and the addition of additional magnet mass and weight provides little advantage over the rod magnets in the present embodiment.

De figuren 85 en 86 tonen een drukringdeel of een roteerbare drager 29, 30, 446, waarin in een ondersneden holte een corresponderend gevormde permanente magneet 449 is ingebed in de kunststof van het betreffende onderdeel. De magneet is tijdens het spuitgieten daarin als inzetstuk geplaatst. De figuren 87 en 88 tonen een variant, waarin een magneet 450 een omwentelingssymmetrische vorm met een aantal uitstekende, afgeronde flenzen vertoont en aldus op dezelfde wijze als de magneet 449 als inzetstuk tijdens het spuitgieten van het onderdeel 29, 30, 446 in de betreffende kunststof is ingebed.Figures 85 and 86 show a pressure ring part or a rotatable carrier 29, 30, 446, in which a correspondingly shaped permanent magnet 449 is embedded in the plastic of the part in question in an undercut cavity. The magnet is placed therein as an insert during injection molding. Figures 87 and 88 show a variant in which a magnet 450 has a rotationally symmetrical shape with a number of protruding, rounded flanges and thus in the same way as the magnet 449 as an insert during the injection molding of the part 29, 30, 446 in the relevant plastic is embedded.

De figuren 89 en 90 tonen, dat het niet onder alle omstandigheden strikt noodzakelijk is, van ondersneden vormen gebruik te maken. Een magneet 451 vertoont een prismatische vorm, dat wil zeggen dat hij op elke axiale positie dezelfde dwarsdoorsnede bevindt. De dwarsdoorsnede is te zien in het onderaanzicht volgens figuur 89. Een algemeen cilindrische vorm is aangevuld met zes afgeronde, zich in langsrichting van de magneet 451 uitstrekkende ribben. Het daardoor ontstane sterk vergrote oppervlak is in de praktijk voldoende om een zodanige hechtkracht van de magneet 451 in het materiaal van het onderdeel 29, 30, 446 te realiseren, dat bij het van elkaar verwijderen van de magneetmiddelen van de in het voorgaande beschreven drukringen het losraken uit de betreffende kunststof van de betreffende magneet niet behoeft te worden gevreesd.Figures 89 and 90 show that it is not strictly necessary to use undercut shapes under all circumstances. A magnet 451 has a prismatic shape, that is, it has the same cross-section at every axial position. The cross-section can be seen in the bottom view according to figure 89. A generally cylindrical shape is supplemented by six rounded ribs extending in the longitudinal direction of the magnet 451. The resulting greatly enlarged surface is sufficient in practice to realize such a bonding force of the magnet 451 in the material of the part 29, 30, 446 that when the magnet means of the pressure rings described above are removed from each other, loosening from the relevant plastic of the relevant magnet need not be feared.

De figuren 91 en 92 tonen een variant van de uitvoering van de figuren 85 en 86, waarin de magneet 449 is ingebed in een cilindrische kunststof huls 452 die vervolgens bijvoorbeeld door een lasbewerking, zoals ultrasoon lassen, is vastgelast in een corresponderend gevormde cilindrische holte in het onderdeel 29, 30, 446.Figures 91 and 92 show a variant of the embodiment of Figures 85 and 86, in which the magnet 449 is embedded in a cylindrical plastic sleeve 452 which is subsequently welded, for example by welding, such as ultrasonic welding, into a correspondingly shaped cylindrical cavity in the part 29, 30, 446.

Het zal duidelijk zijn dat alle vier uitvoeringsvoorbeelden volgens de figuren 85-92 een zeer sterke hechting van de magneten 449, 450, 451 in de kunststof van het onderdeel 29, 30, 446 garanderen en dat daarmee is verzekerd, dat de betreffende magneten onder geen enkele praktijkomstandigheid kunnen losraken onder invloed van de grote aantrekkende magneetkrachten die kunnen optreden bij het openen van de desbetreffende drukring.It will be clear that all four exemplary embodiments according to Figures 85-92 guarantee a very strong adhesion of the magnets 449, 450, 451 in the plastic of the part 29, 30, 446 and that this ensures that the magnets in question do not under any circumstances. some practical circumstances can come loose under the influence of the large attractive magnetic forces that can occur when opening the respective pressure ring.

Bij voorkeur verkeren de eindvlakken van de rondgaande uitstekende delen in alle uitvoeringen met hun gehele overlappende delen met elkaar in contact.Preferably, the end faces of the circumferentially projecting portions are in contact with each other with their entire overlapping portions.

De hardheid van de afdichtringen wordt gekozen aan de hand van de toepassing van de koppeling volgens de uitvinding.The hardness of the sealing rings is selected on the basis of the application of the coupling according to the invention.

Claims (73)

1. Koppeling tussen twee langwerpige, eventueel via respectieve doorstroomrui mten voor medium doorstroombare, buisvormige of staafvormige elementen, zoals buizen, buisstompen, pijpen, vaten, rompen, assen, stangen, met een gemeenschappelijke hartlijn, waarin zich tussen de eindzones van beide langwerpige elementen een onder druk vervormde afdichtring bevindt, waardoor als gevolg van het tijdens het assembleren van de koppeling met enige kracht naar elkaar toe bewegen van de eindzones de koppeling mediumdicht is geworden; aan beide eindzones rondgaande zijdelings uitstekende delen toegevoegd zijn; aan de naar elkaar gerichte zijden van beide langwerpige elementen en/of van beide uitstekende delen eindvlakken aanwezig zijn; aandrukmiddelen aanwezig zijn, die met de voorafgaand aan het tot stand brengen van de koppeling in onderling althans ongeveer gealigneerde posities gebrachte uitstekende delen samenwerken en die naar elkaar toe gedrukt houden onder handhaving van de vervorming van de afdichtring; met de aandrukmiddelen samenwerkende borgmiddelen aanwezig zijn voor het handhaven van de naar elkaar gedrukte onderhnge stand van de uitstekende delen en het aldus tevens handhaven van de tot stand gebrachte mediumdichte koppeling tussen de twee langwerpige elementen; de afdichtring is geaccommodeerd in een rondgaande verdieping in ten minste één van de eindvlakken; de eindvlakken althans over corresponderende rondgaande zones complementaire vormen bezitten; de eindvlakken althans in de genoemde rondgaande zones onder invloed van de aandrukmiddelen in rechtstreeks contact met elkaar verkeren; en de afdichtring zodanig is uitgevoerd, dat hij in de geassembleerde toestand van de koppeling onder invloed van de aandrukmiddelen uitgeoefende aandrukkracht elasto-plastisch vervormd is en zich in dominante mate naar de vorm van de rondgaande verdieping(en) heeft gevoegd onder vrijlating van enige vrije ruimte; met het kenmerk, dat de uitstekende delen aan hun van elkaar af gewende zijden omwentelingssymmetrische, in de richting van de eindvlakken toe zich verbredende eerste contactvlakken bezitten, die gelijke vormen vertonen maar tegengesteld georiënteerd zijn; tijdens het assembleren van de koppeling de contactvlakken in axiale richting naar elkaar worden gedrongen door het in radiale richtingen naar elkaar toe dringen van de delen, met op elke positie dezelfde radiale doorsnede, van een uit ten minste twee delen bestaande gedeelde drukring met een rondgaande interne verdieping met twee naar elkaar gerichte met de eerste contactvlakken in hoofdzaak complementaire tweede contactvlakken, waarvan de vorm en helling overeenkomt met die van de eerste contactvlakken; en na het aldus tegen elkaar drukken van de eindvlakken een borgmiddel geactiveerd is, bijvoorbeeld een als borgmiddel dienst doende borgring over de buitenvlakken van de drukringdelen aangebracht is.1. Coupling between two elongated, possibly through respective through-flow areas for medium-flowable, tubular or rod-shaped elements, such as tubes, stubs, pipes, vessels, hulls, shafts, rods, with a common center line, in which there are located between the end zones of both elongated elements a sealing ring deformed under pressure, as a result of which the coupling has become medium-tight as a result of moving the end zones towards each other with some force during assembly of the coupling; circumferentially projecting lateral parts are added to both end zones; end faces are provided on the mutually facing sides of both elongated elements and / or of both projecting parts; pressure means are present which cooperate with the protruding parts brought into mutually at least approximately aligned positions prior to establishing the coupling and which keep pressed towards each other while maintaining the deformation of the sealing ring; locking means cooperating with the pressing means are present for maintaining the mutually pressed down position of the projecting parts and thus also maintaining the established medium-tight coupling between the two elongate elements; the sealing ring is accommodated in a circular floor in at least one of the end faces; the end faces have complementary shapes at least over corresponding circumferential zones; the end faces are in direct contact with each other at least in the said circumferential zones under the influence of the pressing means; and the sealing ring is designed such that in the assembled state of the coupling, the pressure force exerted under the influence of the pressing means is elastoplastically deformed and has dominated to the shape of the circumferential recess (s) while releasing some free space; characterized in that, on their sides facing away from each other, the projecting parts have rotationally symmetrical first contact surfaces widening towards the end faces, which have identical shapes but are oppositely oriented; during assembly of the coupling, the contact surfaces are urged towards each other in the axial direction by urging the parts towards each other in radial directions, with the same radial section at each position, of a shared pressure ring consisting of at least two parts with a circumferential internal storey with two mutually complementary second contact surfaces facing the first contact surfaces, the shape and slope of which correspond to those of the first contact surfaces; and after the end surfaces are thus pressed against each other a locking means is activated, for example a locking ring serving as locking means is arranged over the outer surfaces of the pressure ring parts. 2. Koppeling volgens conclusie 1, waarin de uitstekende delen onbeweeglijk met de betreffende langwerpige elementen verbonden zijn.2. Coupling according to claim 1, wherein the projecting parts are immovably connected to the relevant elongate elements. 3. Koppeling volgens conclusie 2, waarin de uitstekende delen integraal met de betreffende langwerpige elementen gevormd of daarmee onverbrekelijk verbonden zijn.3. Coupling according to claim 2, wherein the projecting parts are integrally formed with the relevant elongate elements or are inseparably connected thereto. 4. Koppeling volgens conclusie 1, waarin de uitstekende delen separaat van de langwerpige elementen zijn en daarmee gekoppeld zijn door de door de aandrukmiddelen uitgeoefende drukkrachten.4. Coupling as claimed in claim 1, wherein the projecting parts are separate from the elongated elements and are coupled thereto by the pressing forces exerted by the pressing means. 5. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de of elke verdieping symmetrisch ten opzichte van de hartlijn gelegen is.5. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the or each floor is symmetrical with respect to the center line. 6. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de langwerpige elementen buisvormig zijn en de open einden van de twee doorstroomruimten gelijke vormen bezitten en de langwerpige elementen in register zijn geplaatst, zodanig, dat de wanden van de twee doorstroomruimten in hoofdzaak glad en vloeiend aan elkaar aansluiten.6. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the elongated elements are tubular and the open ends of the two flow-through spaces have the same shapes and the elongated elements are placed in register, such that the walls of the two flow-through spaces are substantially smooth and smooth on connect each other. 7. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de drukring twee in axiale richting gescheiden drukringsegmenten omvat, die elk samengesteld zijn uit ten minste twee drukringdelen; de borgring twee in axiale richting gescheiden borgringdelen omvat, die samenwerken met de twee respectieve drukringsegmenten; en de drukringsegmenten met elkaar verbonden zijn door middel van een althans min of meer conische schroefkoppeling.7. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the pressure ring comprises two pressure ring segments separated in axial direction, each of which is composed of at least two pressure ring parts; the locking ring comprises two axially separated locking ring parts which cooperate with the two respective pressure ring segments; and the pressure ring segments are connected to each other by means of an at least more or less conical screw coupling. 8. Koppeling volgens conclusie 7, waarin het ene drukringsegment een externe schroefdraad en een andere drukringsegment een daarmee complementaire interne schroefdraad bezit, de schroefdraden zijn gesuperponeerd op twee, zich in de richting van een hartlijn monotoon vernauwende respectievelijk verbredende, bijvoorbeeld afgeknotte-kegelvormige basisvlakken, de langsdoorsnede van elk van de schroefdraden ten opzichte van de hartlijn een periodieke eenwaardige functie is, die althans in de buigpunten continu is, de eerste afgeleide van de langsdoorsnede van elke schroefdraad langs het basisvlak een continue functie is; de tweede afgeleide van de langsdoorsnede van elke schroefdraad langs het basisvlak een continue functie is; de tweede afgeleide van de langsdoorsnede van elke schroefdraad ten opzichte van de hartlijn althans in het gebied van de buigpunten een continue functie is; de functie is berekend op basis van een Fourier-reeks; en de harmonischen boven een gekozen maximaal rangnummer, bijvoorbeeld 5, zijn verwaarloosd; als gevolg waarvan de schroefdraden over een substantieel, van lijncontact afwijkend oppervlak in contact met elkaar verkeren.8. Coupling as claimed in claim 7, wherein one pressure ring segment has an external screw thread and another pressure ring segment has an internal screw thread that is complementary thereto, the screw threads are superimposed on two basic surfaces narrowing or widening, for example truncated-cone-shaped, in the direction of a central axis, the longitudinal section of each of the threads with respect to the center line is a periodic monovalent function which is continuous at least at the inflection points, the first derivative of the longitudinal section of each thread along the base surface being a continuous function; the second derivative of the longitudinal section of each thread along the base surface is a continuous function; the second derivative of the longitudinal section of each thread with respect to the axis is at least in the region of the inflection points a continuous function; the function is calculated based on a Fourier series; and the harmonics above a selected maximum rank number, for example 5, are neglected; as a result of which the threads are in contact with each other over a substantial surface deviating from line contact. 9. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de borgring een monokristallijn materiaal omvat, bijvoorbeeld monokristallijn staal of koolstof.9. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the locking ring comprises a monocrystalline material, for example monocrystalline steel or carbon. 10. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de borgring vezels met hoge treksterkte omvat, bijvoorbeeld van glas, koolstof, borium, aramide, verstrekte PE (polyetheen).10. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the circlip comprises fibers with high tensile strength, for example of glass, carbon, boron, aramid, stretched PE (polyethylene). 11. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de eerste en de tweede contactvlakken beide een afgeknotte-kegelvorm bezitten.11. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first and the second contact surfaces both have a truncated cone shape. 12. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin het ene drukringdeel ten minste één eerste permanente magneet, bijvoorbeeld van neodymium, omvat; en het tweede drukringdeel ten minste één met de eerste permanente magneet samenwerkende andere permanente magneet of een ferromagnetisch anker omvat.12. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the one pressure ring part comprises at least one first permanent magnet, for example of neodymium; and the second pressure ring part comprises at least one other permanent magnet or a ferromagnetic anchor cooperating with the first permanent magnet. 13. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de drukring uit twee drukringdelen bestaat, die elk een boog van 180° beslaan.A coupling according to any one of the preceding claims, wherein the pressure ring consists of two pressure ring parts, each covering an arc of 180 °. 14. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin alle drukringdelen identiek zijn.14. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein all pressure ring parts are identical. 15. Koppeling volgens een der conclusies 7-14, waarin de eerste en de tweede contactvlakken delen van de mantelvlakken van imaginaire kegels zijn, waarvan de halve tophoek een grootte (90-X)° bezit, waarin X een zodanige waarde heeft, dat de drukringdelen, na aandrukking op de uitstekende delen, daarop in positie blijven onder invloed van de wrijving tussen de contactvlakken en in het bijzonder is gelegen in de volgende, in volgorde van voorkeur aangegeven gebieden 55°-85°, 60°-80°, 65°-75°, 67°-73°.15. Coupling as claimed in any of the claims 7-14, wherein the first and the second contact surfaces are parts of the lateral surfaces of imaginary cones, the half apex of which has a magnitude (90-X) °, wherein X has such a value that the pressure ring parts, after pressing on the projecting parts, remain in position thereon under the influence of the friction between the contact surfaces and in particular is located in the following, in the order of preferred ranges 55 ° -85 °, 60 ° -80 °, 65 ° -75 °, 67 ° -73 °. 16. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin in de ringvormige overgangsgebieden tussen de buitenvlakken van de langwerpige elementen en de betreffende eerste contactvlakken, tegen kerfwerking werkzame rondgaande afgeronde verdiepingen aanwezig zijn.16. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein in the annular transition regions between the outer surfaces of the elongate elements and the relevant first contact surfaces, circumferential rounded recesses which act against notch action are present. 17. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin in de ringvormige overgangsgebieden tussen het zich tussen de tweede contactvlakken uitstrekkende vlak en die tweede contactvlakken van de drukringdelen tegen kerfwerking werkzame rondgaande afgeronde verdiepingen aanwezig zijn.17. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein circumferential rounded recesses are present in the annular transition regions between the surface extending between the second contact surfaces and said second contact surfaces of the pressure ring parts against notch action. 18. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de eerste en de tweede contactvlakken vloeiende, afgeronde vormen bezitten en aan hun brede eindzones en aan hun smalle eindzones met elkaar samenvallende, met de hartlijn coaxiale raakcilinders bezitten; en de eerste en de tweede contactvlakken buigvlakken met een afgeknotte-kegelvorm vertonen, die buigcirkels met de contactvlakken gemeen hebben.18. Coupling according to any one of the preceding claims, wherein the first and the second contact surfaces have flowing, rounded shapes and have coaxial tangent cylinders coincial with their axis and coincial with their central end zones; and the first and the second contact surfaces have bending surfaces with a truncated cone shape, which have bending circles in common with the contact surfaces. 19. Koppeling volgens conclusie 18, waarin de contactvlakken over een substantieel gebied ter weerszijden van de buigcirkels vormen bezitten die althans bij benadering overeenkomen met de vorm van de buigvlakken.Coupling according to claim 18, wherein the contact surfaces over a substantial area on either side of the bending circles have shapes which at least approximately correspond to the shape of the bending surfaces. 20. Koppeling volgens conclusie 19, waarin de axiale doorsnede van elk van de contactvlakken voldoet aan de vergelijking f(x) = A.sinB πχ, waarin x = de axiale locatie; A = een met de radiale uitgestrektheid van het betreffende contactvlak recht evenredige constante; B = een te kiezen macht, in volgorde van voorkeur: B > 10; B > 20; B > 40.Coupling according to claim 19, wherein the axial section of each of the contact surfaces satisfies the equation f (x) = A.sinB πχ, wherein x = the axial location; A = a constant proportional to the radial extent of the contact surface in question; B = a power to choose, in order of preference: B> 10; B> 20; B> 40. 21. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de borgringdelen uitsluitend door contact tussen de eerste en de tweede contactvlakken met de uitstekende delen in aangrijping verkeren.21. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the locking ring parts engage with the projecting parts exclusively through contact between the first and the second contact surfaces. 22. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin aan de eindvlakken met elkaar samenwerkende registratietreden aansluiten.22. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein registration steps cooperate with each other at the end faces. 23. Koppeling volgens conclusie 22, waarin de registratietreden ten minste één zoekrand vertonen.A coupling according to claim 22, wherein the registration steps have at least one search edge. 24. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de drukringdelen een in radiale richting buitenwaarts zich in axiale richting verbredende vorm vertonen tot ongeveer de radiale positie van de radiale buitenrand van de uitstekende delen, zodanig, dat de lokale momentspanningen in de drukringdelen in het gebied van de zich verbredende vorm althans min of meer constant zijn.24. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the pressure ring parts have a shape extending radially outward in axial direction to approximately the radial position of the radial outer edge of the projecting parts, such that the local momentary stresses in the pressure ring parts in the region of the broadening form are at least more or less constant. 25. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de langwerpige elementen buisvormig zijn en een bepaalde wanddikte bezitten; en de kleinste radiale uitgestrektheid van elk drukringdeel in het axiale gebied van de grootste diameter van de uitstekende delen althans bij benadering even groot is als de wanddikte van de buisvormige elementen.25. Coupling according to any one of the preceding claims, wherein the elongated elements are tubular and have a specific wall thickness; and the smallest radial extent of each compression ring portion in the axial region of the largest diameter of the projecting portions is at least approximately as large as the wall thickness of the tubular members. 26. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de borgring strak rond de geassembleerde drukring past, eventueel met enige vervorming.26. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the locking ring fits tightly around the assembled thrust ring, possibly with some distortion. 27. Koppeling volgens conclusie 26, waarin de borgring is vervaardigd door een ring van een staal, onder versteviging van het materiaal, tot de gewenste omtrek op te rekken, zodanig, dat de verkregen borgring bestaat uit verenstaal met een ten opzichte van het oorspronkelijke staal substantieel verhoogde treksterkte.27. Coupling as claimed in claim 26, wherein the circlip is made by stretching a ring of a steel, with reinforcement of the material, to the desired circumference, such that the circlip obtained is made of spring steel with a relative to the original steel substantially increased tensile strength. 28. Koppeling volgens een der conclusies 26 en 27, waarin de geassembleerde drukring een prismatisch buitenvlak bezit en de borgring een corresponderend gevormd prismatisch borgringdeel vertoont; aan het prismatische borgringdeel aan althans één axiaal einde een rondgaande zoekrand aansluit; en het prismatische deel van de borgring op zijn positie is gebracht door het passeren van de zoekrand en het, eventueel met enige kracht, verder verschuivend aanduwen van de borgring.28. Coupling as claimed in any of the claims 26 and 27, wherein the assembled pressure ring has a prismatic outer surface and the locking ring has a correspondingly shaped prismatic locking ring part; a circumferential locating edge connects to the prismatic locking ring part at least one axial end; and the prismatic part of the locking ring is brought to its position by passing the locating edge and, possibly with some force, pushing the locking ring further slidingly. 29. Koppeling volgens conclusies 28, waarin het buitenvlak een cilindrische vorm bezit.29. Coupling according to claim 28, wherein the outer surface has a cylindrical shape. 30. Koppeling volgens conclusie 28, waarin het buitenvlak een onronde vorm bezit.The coupling of claim 28, wherein the outer surface has an unround shape. 31. Koppeling volgens conclusie 30, waarin het buitenvlak een dwarsdoorsnede met de vorm van een regelmatige veelhoek, in het bijzonder een zeshoek of een achthoek, bezit.A coupling according to claim 30, wherein the outer surface has a cross-section in the form of a regular polygon, in particular a hexagon or an octagon. 32. Koppeling volgens een der conclusies 26-31, waarin de borgring op de drukring gekrompen is, ofwel door hem eerst te verwarmen, hem vervolgens over de drukring in positie te schuiven en hem ten slotte te laten afkoelen, ofwel door de drukring eerst af te koelen, bijvoorbeeld met behulp van vloeibare stikstof, vervolgens de borgring over de drukring in positie te schuiven en de drukring vervolgens te laten opwarmen.32. Coupling according to one of claims 26-31, wherein the locking ring has shrunk on the pressure ring, either by first heating it, then sliding it into position over the pressure ring and finally allowing it to cool, or by first removing the pressure ring. cooling, for example with the aid of liquid nitrogen, then sliding the locking ring over the pressure ring in position and then allowing the pressure ring to heat up. 33. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de twee uitstekende delen door rotatieborgmiddelen tegen onderlinge rotatie rond hun gemeenschappelijke hartlijn geborgd zijn.33. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the two protruding parts are secured by rotation locking means against mutual rotation about their common axis. 34. Koppeling volgens conclusie 33, waarin de rotatieborgmiddelen een spiekoppeling tussen de twee uitstekende delen en ten minste één drukringdeel omvatten.A coupling according to claim 33, wherein the rotation locking means comprise a key coupling between the two projecting parts and at least one pressure ring part. 35. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de rondgaande verdieping een zodanige vorm ten opzichte van de afdichtring bezit, dat tijdens het assembleren van de koppeling inklemming van de afdichtring tussen de eindvlakken uitgesloten is.35. Coupling according to one of the preceding claims, wherein the circumferential recess has such a shape with respect to the sealing ring that clamping of the sealing ring between the end faces is excluded during assembly of the coupling. 36. Koppeling volgens conclusie 35, waarin de afdichtring een ronde dwarsdoorsnedevorm bezit, waarvan de diameter slechts weinig groter is dan de radiale breedte van de verdieping, zodanig dat voorafgaand aan het assembleren van de koppeling de afdichtring onder enige elastische vervorming in de verdieping kan worden gedrukt, en de axiale diepte van de verdieping groter is dan de straal van de dwarsdoorsnede van de afdichtring.36. Coupling according to claim 35, wherein the sealing ring has a round cross-sectional shape, the diameter of which is only slightly larger than the radial width of the recess, such that prior to assembling the coupling the sealing ring can be placed under some elastic deformation in the recess pressed, and the axial depth of the depression is greater than the cross-sectional radius of the sealing ring. 37. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin het materiaal van de afdichtring of een eventuele deklaag daarvan een natuurrubber, een kunstrubber, een rubberachtig materiaal of een elastomeer is.37. Coupling according to one of the preceding claims, wherein the material of the sealing ring or an optional covering layer thereof is a natural rubber, an artificial rubber, a rubber-like material or an elastomer. 38. Koppeling volgens een der conclusies 1-36, waarin het materiaal van de afdichtring of een eventuele deklaag daarvan een metaal is dat een geringere hardheid en/of een lagere vloeigrens bezit dan het materiaal van althans de wanden van de rondgaande verdieping.38. Coupling as claimed in any of the claims 1-36, wherein the material of the sealing ring or an optional cover layer thereof is a metal which has a lower hardness and / or a lower yield point than the material of at least the walls of the circumferential floor. 39. Koppeling volgens een der conclusies 1-36, waarin de afdichtring een kristallijn materiaal met een deklaag van een rubberachtig materiaal of een elastomeer, zoals PTFE, of koper, zilver of babbitt omvat.The coupling of any one of claims 1-36, wherein the sealing ring comprises a crystalline material with a coating of a rubbery material or an elastomer, such as PTFE, or copper, silver or babbitt. 40. Koppeling volgens conclusie 35, waarin beide zijwanden van de of elke verdieping via een naar buiten toe zich verwijdend vlak aan het betreffende eindvlak aansluiten.40. Coupling as claimed in claim 35, wherein both side walls of the or each floor connect to the relevant end surface via an outwardly widening surface. 41. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de eindvlakken plat zijn en zich loodrecht op de axiale richting uitstrekken.A coupling according to any one of the preceding claims, wherein the end faces are flat and extend perpendicular to the axial direction. 42. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de eindvlakken een ten opzichte van een imaginair hoofdvlak, dat zich althans min of meer dwars op de axiale richting uitstrekt, golfvormig, in het bijzonder sinusvormig, profileringspatroon vertonen; en de of elke rondgaande verdieping zich in een rondgaande zone bevindt die vrij is van profilering.42. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the end faces have a wave-shaped, in particular sinusoidal, profile pattern with respect to an imaginary main surface which extends at least more or less transversely to the axial direction; and the or each circular floor is in a circular zone that is free of profiling. 43. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de afdichtring hol is en uit een ten opzichte van rubber inherent stijf en treksterk materiaal, bijvoorbeeld metaal, eventueel met een relatief vervormbare deklaag of een deklaag van een materiaal met een lagere vloeigrens dan het materiaal van de afdichtring, bestaat.Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the sealing ring is hollow and made of a material which is inherently stiff and tensile to rubber, for example metal, possibly with a relatively deformable cover layer or a cover layer of a material with a lower yield point than the material of. the sealing ring. 44. Koppeling volgens conclusie 43, waarin de langwerpige elementen buisvormig zijn; en de wand van de afdichtring aan zijn naar de doorstroomruimte gerichte zijde in het gebied van het betreffende eindvlak ten minste één doorgaand drukvereffeningsgat vertoont.The coupling of claim 43, wherein the elongate elements are tubular; and the wall of the sealing ring has at least one through-going pressure equalization hole on its side facing the flow-through space in the region of the respective end face. 45. Koppeling volgens conclusie 44, waarin de wand van de afdichtring een krans van drukvereffeningsgaten vertoont.45. Coupling according to claim 44, wherein the wall of the sealing ring has a ring of pressure equalization holes. 46. Koppeling volgens conclusie 44, waarin de wand van de afdichtingring een zich over de gehele omtrek van de afdichtring uitstrekkend sleufgat vertoont.46. Coupling as claimed in claim 44, wherein the wall of the sealing ring has a slotted hole extending over the entire circumference of the sealing ring. 47. Koppeling volgens een der conclusies 43-46, waarin het materiaal van een uit één materiaal bestaande afdichtring of, respectievelijk de materialen van een gelaagd opgebouwde afdichtring is/zijn gekozen uit de groep waartoe behoren: staal, verenstaal, Inconel, zilver, koper, titanium, en legeringen op basis van deze materialen, zoals berylliumkoper.Coupling according to any of claims 43-46, wherein the material of a sealing ring consisting of one material or, respectively, the materials of a layered sealing ring is / are selected from the group to which: steel, spring steel, Inconel, silver, copper , titanium, and alloys based on these materials, such as beryllium copper. 48. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de langwerpige elementen buisvormig zijn; en met het vrije einde van althans één van de buisvormige elementen een daaraan aansluitend buisvormig element mediumdicht verbonden, bijvoorbeeld daaraan vastgelast is.A coupling according to any one of the preceding claims, wherein the elongate elements are tubular; and with the free end of at least one of the tubular elements a tubular element adjoining it is medium-tightly connected, for example welded to it. 49. Koppeling volgens conclusie 48, waarin de twee langwerpige elementen buisvormig zijn en doorstroomruimten met gelijke dwarsdoorsnede-vormen bezitten, voorafgaand aan het aan elkaar vastlassen van complementaire rondgaande registratietreden voorzien zijn, in elkaar geschoven zijn en vervolgens aan elkaar over een externe orbitale laszone aan elkaar zijn vastgelast, zodanig dat de wanden van de aan elkaar aansluitende doorstroomruimten in hoofdzaak glad en vloeiend aan elkaar aansluiten.A coupling according to claim 48, wherein the two elongate elements are tubular and have flow-through spaces with equal cross-sectional shapes, are provided before welding together with complementary circumferential registration steps, are pushed into each other and then joined to each other over an external orbital welding zone are welded to each other, such that the walls of the adjoining flow spaces connect substantially smoothly and smoothly to each other. 50. Koppeling volgens conclusie 49, waarin de omtrekseindranden van de twee langwerpige elementen zodanig afgeschuind zijn, dat ze samen een algemeen V-vormige rondgaande groef begrenzen, die na de lasbewerking met lasmateriaal gevuld is.50. Coupling as claimed in claim 49, wherein the peripheral end edges of the two elongated elements are chamfered such that together they define a generally V-shaped circumferential groove which is filled with welding material after the welding operation. 51. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de langwerpige elementen buisvormig zijn; en met de vrije eindzone van althans één buisvormig element een knelkoppeling verbonden is voor verbinding met een verder buisvormig element of een flexibele leiding of slang.A coupling according to any one of the preceding claims, wherein the elongate elements are tubular; and a compression coupling is connected to the free end zone of at least one tubular element for connection to a further tubular element or a flexible conduit or hose. 52. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de langwerpige elementen buisvormige zijn; aan althans één buisvormig element van de koppeling een flexibele leiding of slang rechtstreeks aansluit; de leiding of slang tot een van de eindzone van het betreffende buisvormige element deel uitmakend aanslagvlak over het naar buiten stekende deel van het buisvormige element geschoven is; en de radiaal het meest naar binnen gelegen randen van de drukringdelen de flexibele leiding of slang met kracht afdichtend tegen het buitenvlak van de eindzone van het betreffende buisvormige element drukken.A coupling according to any one of the preceding claims, wherein the elongate elements are tubular; a flexible pipe or hose connects directly to at least one tubular element of the coupling; the conduit or hose is slid over a stop surface forming part of the end zone of the tubular element in question over the projecting part of the tubular element; and the radially inwardly located edges of the pressure ring members forcefully press the flexible conduit or hose against the outer surface of the end zone of the tubular element in question. 53. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de koppeling is ontworpen op basis van een exacte analyse, bijvoorbeeld met een computer en het gebruik van software voor het uitvoeren van een iteratieve, sterk niet-lineaire eindige-elementen-berekening, waarin rekening wordt gehouden met de wrijvingskrachten tussen de contactvlakken.A coupling according to any one of the preceding claims, wherein the coupling is designed on the basis of an exact analysis, for example with a computer and the use of software for performing an iterative, highly non-linear finite element calculation, which takes into account taken into account the frictional forces between the contact surfaces. 54. Koppeling volgens conclusie 5, waarin de langwerpige elementen buisvormig zijn; zich over de eindzones van de buisvormige elementen een als afdichtring dienst doende huls uitstrekt; de huls strak over de buitenvlakken van de eindzones van de buisvormige elementen ligt; de twee zijzones van de huls ter weerszijden van de middenzone daarvan zich naar hun vrije einden toe versmallen; de huls is geaccommodeerd in de rondgaande verdiepingen in de eindvlakken van de uitstekende delen; de verdiepingen aan elkaar gelijk zijn; de middenzone van de huls een zich vanaf zijn binnenvlak uitstrekkende rondgaande binnenflens vertoont die zich over althans een deel van de wanddikte van de buisvormige elementen tussen de eindvlakken van die elementen uitstrekt en in drukcontact met althans een deel van de eindvlakken van de buisvormige elementen verkeert; en de eindvlakken van de separate uitstekende delen onder invloed van de aandrukmiddelen naar elkaar toe gedrongen worden, zodanig, dat de bij het assembleren van de koppeling naar elkaar gerichte axiale verplaatsing van de uitstekende delen de zijzones van de huls radiaal naar binnen toe vervormen, waardoor tevens de buisvormige elementen lokaal naar binnen toe vervormen, welke vervormingen na het assembleren van de koppeling worden gehandhaafd onder invloed van de aandrukmiddelen en de borgmiddelen; een en ander zodanig, dat de twee buisvormige elementen door twee gelijke en ten opzichte van de eindvlakken van de buisvormige elementen symmetrisch geplaatste knelkoppelingen door middel van de huls afdichtend met elkaar gekoppeld zijn.The coupling of claim 5, wherein the elongate elements are tubular; a sleeve serving as a sealing ring extends over the end zones of the tubular elements; the sleeve lies tightly over the outer surfaces of the end zones of the tubular elements; the two side zones of the sleeve on either side of its central zone narrow towards their free ends; the sleeve is accommodated in the circular floors in the end faces of the projections; the floors are equal to each other; the central zone of the sleeve has a circular inner flange extending from its inner surface which extends over at least a part of the wall thickness of the tubular elements between the end faces of said elements and is in pressure contact with at least a part of the end faces of the tubular elements; and the end faces of the separate projecting parts are urged towards each other under the influence of the pressing means, such that the axial displacement of the projecting parts directed towards each other during assembly of the coupling deforms the side zones of the sleeve radially inwards, whereby also deform the tubular elements locally inwards, which deformations are maintained after assembly of the coupling under the influence of the pressing means and the locking means; all such that the two tubular elements are sealingly coupled to each other by two identical compression fittings placed symmetrically with respect to the end faces of the tubular elements by means of the sleeve. 55. Koppeling volgens conclusie 54, waarin de binnenflens zich over de gehele wanddikte van de buisvormige elementen uitstrekt.55. Coupling according to claim 54, wherein the inner flange extends over the entire wall thickness of the tubular elements. 56. Koppeling volgens conclusie 55, waarin de eindvlakken van de buisvormige elementen vlak zijn.A coupling according to claim 55, wherein the end faces of the tubular elements are flat. 57. Koppeling volgens conclusie 55, waarin de binnenflens zich over een deel van de wanddikte van de buisvormige elementen uitstrekt en de eindvlakken van de buisvormige elementen over het resterende deel van de wanddikte in contact met elkaar verkeren.57. Coupling according to claim 55, wherein the inner flange extends over a part of the wall thickness of the tubular elements and the end faces of the tubular elements are in contact with each other over the remaining part of the wall thickness. 58. Koppeling volgens conclusie 55 of 56, waarin de eindvlakken van de buisvormige elementen samen een algemeen V-vormige groef begrenzen.58. Coupling according to claim 55 or 56, wherein the end faces of the tubular elements together define a generally V-shaped groove. 59. Koppeling volgens een der conclusies 54-58, waarin de middenzone van de huls een zich vanaf zijn buitenvlak uitstrekkende rondgaande buitenflens vertoont, die passend is geaccommodeerd in een ringvormige holte die wordt begrensd door twee gelijke rondgaande registratie-treden die aansluiten aan de rondgaande verdiepingen; zodanig, dat de buitenflens tijdens het assembleren van de koppebng een ten opzichte van de eindvlakken van de buisvormige elementen symmetrische positionering van de uitstekende delen verzekert.59. Coupling according to any of claims 54-58, wherein the central zone of the sleeve has a circumferential outer flange extending from its outer surface, which is suitably accommodated in an annular cavity bounded by two equal circumferential recording steps connecting to the circumferential storeys; such that during assembly of the coupling, the outer flange ensures symmetrical positioning of the projecting parts with respect to the end faces of the tubular elements. 60. Koppeling volgens conclusie 6, waarin de eerste en de tweede contactvlakken delen van mantelvlakken van imaginaire kegels zijn, waarop complementaire samenwerkende schroefdraden gesuperponeerd zijn; de projecties in axiale richting van de twee paren complementaire schroefdraden met elkaar samenvallen, of over een zekere hoek onderling verdraaid zijn; de halve tophoek van de kegels een grootte (90-X)° bezit, waarin X is gelegen in de volgende, in volgorde van voorkeur aangegeven gebieden: 35°-55°, 40°-50°, 43°-47°; rotatieborgmiddelen aanwezig zijn om de onderlinge rotatie van de uitstekende delen tijdens en na de assemblage van de koppeling te blokkeren; en tijdens assemblage van de koppeling door middel van een gereedschap de drukringdelen naar elkaar worden gedrukt en gemeenschappelijk met kracht worden geroteerd, zodanig, dat als gevolg van de samenwerking van de conische schroefdraden de eindvlakken althans in de rondgaande zones met elkaar in contact worden gebracht en na de assemblage worden gehouden.A coupling according to claim 6, wherein the first and second contact surfaces are parts of lateral surfaces of imaginary cones, on which complementary cooperating threads are superimposed; the projections in axial direction of the two pairs of complementary threads coincide with each other, or are mutually rotated through a certain angle; the half apex angle of the cones has a size (90-X) °, wherein X is located in the following, in order of preference indicated areas: 35 ° -55 °, 40 ° -50 °, 43 ° -47 °; rotation locking means are present to block the mutual rotation of the projecting parts during and after the assembly of the coupling; and during assembly of the coupling by means of a tool, the pressure ring parts are pressed towards each other and jointly rotated with force, such that as a result of the cooperation of the conical threads the end faces are brought into contact with each other at least in the circumferential zones and after assembly. 61. Koppeling volgens conclusie 60, waarin de rotatieborgmiddelen zodanig uitgevoerd zijn, dat ze slechts één onderlinge hoekstand van de uitstekende delen mogelijk maken.61. Coupling according to claim 60, wherein the rotation locking means are designed such that they only allow one mutual angular position of the projecting parts. 62. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin in beide eindvlakken geregistreerde rondgaande verdiepingen aanwezig zijn, in elk van welke verdiepingen een afdichtring geaccommodeerd is, welke geregistreerde afdichtringen afdichtend met elkaar samenwerken.62. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein in each end faces registered circular recesses are present, in which of each recesses a sealing ring is accommodated, which registered sealing rings cooperate sealingly with each other. 63. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin de drukringdelen aan de ene zijde door een axiaal scharnier verbonden zijn en aan de andere zijde respectievelijk een verende borglip met een eerste haakdeel en een borgnokmiddel met een daarmee samenwerkend tweede haakdeel omvatten.63. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein the pressure ring parts are connected on one side by an axial hinge and on the other side respectively comprise a resilient locking lip with a first hook part and a locking cam means with a second hook part cooperating therewith. 64. Koppeling volgens conclusie 63, waarin het borgnokmiddel een aantal althans min of meer tangentieel opgestelde tweede haakdelen omvat.A coupling according to claim 63, wherein the locking cam means comprises a number of at least more or less tangentially arranged second hook parts. 65. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarin beide drukringdelen een verende borglip met een eerste haakdeel en een borgnokmiddel met een tweede haakdeel omvatten, welke eerste haakdelen borgend samenwerken met de tweede haakdelen van het andere drukringdeel.65. Coupling as claimed in any of the foregoing claims, wherein both pressure ring parts comprise a resilient locking lip with a first hook part and a locking cam means with a second hook part, which first hook parts cooperate in a securing manner with the second hook parts of the other pressure ring part. 66. Koppeling volgens conclusie 65, waarin beide drukringdelen identiek zijn.66. Coupling according to claim 65, wherein both pressure ring parts are identical. 67. Koppeling volgens conclusie 12, waarin ten minste één drukringdeel twee permanente magneten of een algemeen U-vormige permanente magneet omvat, waarvan de polen aan het scheidingsvlak tussen de drukringdelen uitmonden; en een door bedieningsmiddelen van buiten af beweegbare ferromagnetische shunt aanwezig is, die beweegbaar is tussen een passieve stand, waarin hij zich op afstand van de polen uitstrekt en aldus het magnetische veld tussen de polen nagenoeg niet beïnvloedt; en een actieve stand, waarin hij zich tussen de polen uitstrekt en de sterkte van het magneetveld tot nagenoeg nul reduceert.67. Coupling according to claim 12, wherein at least one pressure ring part comprises two permanent magnets or a generally U-shaped permanent magnet, the poles of which open out at the interface between the pressure ring parts; and a ferromagnetic shunt which is movable from outside by operating means and which is movable between a passive position in which it extends at a distance from the poles and thus substantially does not influence the magnetic field between the poles; and an active position, in which it extends between the poles and reduces the strength of the magnetic field to almost zero. 68. Koppeling volgens conclusie 12, waarin aan het scheidingsvlak tussen de drukringdelen aan het ene drukringdeel een eerste paar magneetpolen uitmondt en aan het andere drukringdeel een tweede paar magneetpolen uitmondt; en ten minste één van de paren door bedieningsmiddelen van buiten af beweegbaar is tussen een eerste stand, waarin de paren elkaar aantrekken; en een tweede stand, waarin de paren nagenoeg vrij zijn van onderlinge aantrekking.68. Coupling according to claim 12, wherein a first pair of magnet poles opens out at the interface between the pressure ring parts on one pressure ring part and a second pair of magnet poles opens out on the other pressure ring part; and at least one of the pairs is movable from outside by operating means between a first position in which the pairs attract each other; and a second position in which the pairs are substantially free of mutual attraction. 69. Koppeling volgens conclusie 68, waarin het ten minste ene paar door de bedieningsmiddelen kan worden bewogen tussen de eerste stand; de tweede stand; en een derde stand, waarin de paren elkaar afstoten.69. Coupling according to claim 68, wherein the at least one pair can be moved between the first position by the operating means; the second position; and a third position in which the pairs repel each other. 70. Koppeling volgens een der conclusies 12, 67, 68 of 69, omvattende mechanische middelen voor het in het gebied van de ten minste ene permanente magneet op de beide drukringdelen uitoefenen van een die drukringdelen van elkaar af dwingende scheidingskracht.70. Coupling as claimed in any of the claims 12, 67, 68 or 69, comprising mechanical means for exerting a separating force on the two pressure ring parts in the region of the at least one permanent magnet on the two pressure ring parts. 71. Koppeling volgens conclusie 70, waarin de mechanische middelen tevens zijn ingericht om als ferromagnetische shunt te dienen.71. Coupling according to claim 70, wherein the mechanical means are also adapted to serve as a ferromagnetic shunt. 72. Koppeling volgens conclusie 70 en een der conclusies 67, 68 en 69, waarin de mechanische middelen unitair met de bedieningsmiddelen zijn uitgevoerd.72. Coupling according to claim 70 and one of claims 67, 68 and 69, wherein the mechanical means are embodied unitarily with the operating means. 73. Koppeling volgens conclusies 68 of 69, waarin de verplaatsing tussen de genoemde standen plaatsvindt in dwarsrichting ten opzichte van het magneetveld tussen de polen.73. Coupling according to claim 68 or 69, wherein the displacement between said positions takes place in the transverse direction with respect to the magnetic field between the poles.
NL2012581A 2014-04-07 2014-04-07 Link. NL2012581B1 (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012581A NL2012581B1 (en) 2014-04-07 2014-04-07 Link.
EP15719852.4A EP3129693A1 (en) 2014-04-07 2015-03-27 Coupling
PCT/NL2015/050198 WO2015156664A1 (en) 2014-04-07 2015-03-27 Coupling

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012581A NL2012581B1 (en) 2014-04-07 2014-04-07 Link.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2012581A true NL2012581A (en) 2016-01-18
NL2012581B1 NL2012581B1 (en) 2016-07-08

Family

ID=50981807

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2012581A NL2012581B1 (en) 2014-04-07 2014-04-07 Link.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3129693A1 (en)
NL (1) NL2012581B1 (en)
WO (1) WO2015156664A1 (en)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2962922T3 (en) * 2018-11-29 2024-03-21 General Electric Renovables Espana Sl Bolt connection to connect two flanges
NL2025727B1 (en) 2020-06-02 2022-01-20 Bronswerk/Radiax Tech ® B V Electric motor with cooling
CN112733294B (en) * 2021-01-11 2023-03-31 重庆长安汽车股份有限公司 Design method of engine cylinder gasket
CN116201968B (en) * 2023-05-05 2023-07-07 山西省安装集团股份有限公司 Building water supply and drainage pipeline structure
CN116398723B (en) * 2023-06-09 2023-08-25 安徽宝绿光电工程有限公司 Intelligent operation and maintenance sewage conveying pipeline for black and odorous water body

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3567258A (en) * 1969-03-10 1971-03-02 Domer Scaramucci Seal assembly
US3746348A (en) * 1971-01-15 1973-07-17 Parker Hannifin Corp Sealing ring with retaining means
US5287730A (en) * 1992-06-18 1994-02-22 Securus, Inc. Plumbing leakage test apparatus and method of use
US20100059988A1 (en) * 2007-08-27 2010-03-11 Nowla Engineering Co., Ltd. Loose flange pipe joint
DE202011100506U1 (en) * 2010-06-21 2011-07-13 Alfred Jung Seal for flange connection

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB191117432A (en) * 1911-07-31 1912-02-01 Bertram Poidevin Richardson Improvements in or relating to Pipe Couplings.
GB798650A (en) * 1955-11-15 1958-07-23 Dairy Pipe Lines Ltd Improvements in pipe couplings
US3016249A (en) * 1959-04-29 1962-01-09 Aeroquip Corp Joint structure
US3503632A (en) * 1968-07-29 1970-03-31 Karlheinz Braun Electrically insulating pipe coupling assembly,particularly for small diameter pipes
DE7811916U1 (en) * 1978-04-20 1983-10-27 Stückle, Jürgen, Dipl.-Ing., 4620 Castrop-Rauxel PIPE COUPLING
DE3444930A1 (en) * 1984-12-08 1986-06-12 Gustav 6128 Höchst Horn Pipe joint for flushing- and cooling-liquid lines on machine tools

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3567258A (en) * 1969-03-10 1971-03-02 Domer Scaramucci Seal assembly
US3746348A (en) * 1971-01-15 1973-07-17 Parker Hannifin Corp Sealing ring with retaining means
US5287730A (en) * 1992-06-18 1994-02-22 Securus, Inc. Plumbing leakage test apparatus and method of use
US20100059988A1 (en) * 2007-08-27 2010-03-11 Nowla Engineering Co., Ltd. Loose flange pipe joint
DE202011100506U1 (en) * 2010-06-21 2011-07-13 Alfred Jung Seal for flange connection

Also Published As

Publication number Publication date
WO2015156664A1 (en) 2015-10-15
NL2012581B1 (en) 2016-07-08
EP3129693A1 (en) 2017-02-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2012581B1 (en) Link.
CN109154411B (en) Cam type sanitary fixture
US8496421B1 (en) Ferrule lock nuts
NL1014082C2 (en) System for connecting elements.
KR20090091735A (en) Pull-up by torque fitting
JP6833709B2 (en) Swage fitting
CA2671222A1 (en) Coupling with concave bearing surface
WO2010142901A1 (en) Family of fixation devices with variable taper
US20140338178A1 (en) Method and Jaw Assembly for Applying End Fittings or Couplings to a Fluid Hose
EP2787579B1 (en) Quick-attachment device for a two-part connector with quick disconnection
US20060220381A1 (en) Interchangeable pipe coupling
EP2798141B1 (en) Thread joint with low tightening torque
EP1793153B1 (en) Pipe coupling
EP3112091A1 (en) System for handle assembly for a hand tool
EP3695129A1 (en) Grooved nut for blind fastening, rivet and assembly comprising such a nut
EP3143291B1 (en) Connection device for tubular elements
EP0274926A1 (en) Assembly-method of panels in various angular positions, and panels adapted to be used in this method
US20070241555A1 (en) Field replaceable sanitary hose end coupling
EP1467110B1 (en) Screw and fastening cap nut, especially for fixing panels or elements for covering or cladding.
EP3751158A1 (en) Concrete screw for hanging a framework for a suspended ceiling
EP1304065B1 (en) Device and method for securing a handle on a cooking utensil
FR2881776A1 (en) Maximum tensile force limit visualizing device for tightening rod, has force limit indicator deformed with amplitude of order of centimeter for relative displacement between rings of order of millimeter, when preset force is reached
FR2713724A1 (en) Rivet for joining metal sheets from one side
FR2962504A1 (en) INTEGRATED SCREW STRUCTURE IN SOCKET AND CORRESPONDING SENSOR HOUSING
WO2002101248A1 (en) Temporary fixing device

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220501