NL2011690C2

NL2011690C2 - Led-lamp.

Info

Publication number: NL2011690C2
Application number: NL2011690A
Authority: NL
Inventors: Jeroen Achterhuis
Original assignee: Hemsson B V
Priority date: 2013-10-29
Filing date: 2013-10-29
Publication date: 2015-04-30
Also published as: EP3087307B1; EP3087307A1; WO2015065186A9; WO2015065186A1; US20160252217A1; US9752747B2

Description

Titel: LED-lamp

VELD

De uitvinding heeft betrekking op een LED-lamp. ACHTERGROND

Uit de praktijk zijn LED-lampen bekend. LED is een acronym voor light emitting diode. LEDs verbruiken bij eenzelfde bchtopbrengst veel minder energie dan conventionele gloeilampen. Het vervangen van gloeilampen door ander type verlichting, zoals bijvoorbeeld LED-verlichting heeft thans bijzondere aandacht in verband met energiebesparing. Het is reeds bekend dat dergelijke LED-lampen zijn voorzien van een lampvoet die is voorzien van Edisonschroefdraad en die kan worden opgenomen in een normale lampfitting waarin voorheen de normale gloeilampen werden opgenomen. Dergelijke LED-lampen werden van stroom voorzien via de lampfitting en gevoed door het elektriciteitsnet. In en uitschakelen van de bekende LED-lamp gebeurt door het omzetten van de normale lichtnetschakelaar waardoor wel of geen stroom aan de LED-lamp wordt toegevoerd, afhankelijk van de stand van de lichtnetschakelaar.

Uit de praktijk is ook LED-verlichting bekend die is voorzien van LEDs, een accu en van ten minste één fotovoltaïsche cel met behulp waarvan de accu kan worden opgeladen. Dergelijke LED-verlichting vindt met name toepassing in de buitenlucht, zoals tuinen en parken. De LEDs zijn bij die bekende verlichting aangesloten op de accu en kunnen naar wens, bijvoorbeeld met behulp van een schakelaar op de LED-verlichting worden ingeschakeld en uitgeschakeld. Dergelijke LED-verlichting is echter in het algemeen uitgevoerd als een zelfstandig functionerend lamp armatuur die bijvoorbeeld is geplaatst in de tuin. De bekende, van fotovoltaïsche cellen voorziene LED-verlichting is niet geschikt om in een algemeen aanwezige normale lampfitting te worden gemonteerd die is voorzien van Edisonschroefdraad. Het gevolg hiervan is dat wanneer een gebruiker van door het elektriciteitsnet bekrachtigde verlichting wil overschakelen op door zonne-energie bekrachtigde verlichting deze gebruiker de nieuwe zelfstandig functionerende armaturen moet plaatsen en de oude, op het elektriciteitsnet aangesloten armaturen moet verwijderen. Aangezien verlichtingsarmaturen over het algemeen kostbaar zijn, is het besluit om de door het elektriciteitsnet bekrachtigde verlichtingsarmaturen te vervangen door door zonne-energie bekrachtigde armaturen voor veel gebruikers uit kostenoverwegingen zodanig moeilijk, dat wordt afgezien van deze vervanging. De invoer van door zonne-energie bekrachtigde verlichting in tuinen en parken wordt hierdoor belemmerd.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding beoogt een oplossing voor de hierboven geschetste problematiek te verschaffen.

Daartoe verschaft de uitvinding een LED-lamp die omvat: • een lampframe; • een lampvoet die is verbonden met een eerste uiteinde van het lampframe waarbij de lampvoet in hoofdzaak cilindrisch is uitgevoerd en een centrale hartlijn heeft, waarbij de lampvoet is voorzien van Edisonschroefdraad die zich concentrisch uitstrekt rond de centrale hartlijn, of waarbij de lampvoet is voorzien van een bajonetbevestiging; • een aantal LEDs dat in of op het lampframe is bevestigd; • ten minste één fotovoltaïsche cel die in of op het lampframe is bevestigd; • een accu die met het lampframe of de lampvoet is verbonden; • een elektrische schakeling die met het lampframe of de lampvoet is verbonden en waarop het aantal LEDs, de accu en de tenminste ene fotovoltaïsche cel zijn aangesloten.

Een dergelijke LED-lamp kan in een fitting worden gedraaid van een conventionele, door het lichtnet bekrachtigde lamp armatuur. De bestaande lamparmaturen behoeven derhalve niet te worden vervangen. Slechts de daarin aanwezige gloeilampen of LED-lampen behoeven te worden vervangen door een lamp volgens de uitvinding. De conventionele lichtarmatuur behoeft niet meer te worden gebruikt om de LEDs van stroom te voorzien wanneer verlichting gewenst is. De conventionele lichtarmatuur kan slechts nog als houder van de LED-lamp volgens de uitvinding dienen.

In uitvoeringsvorm van de uitvinding kan op de lampvoet een contactpunt zijn voorzien dat elektrisch geleidend is en dat in verbinding staat met de elektrische schakeling, waarbij de elektrische schakeling is geconfigureerd om de LEDs in verbinding te stellen met de accu, zodat de LEDs branden wanneer op het contactpunt een spanning staat, en waarbij de elektrische schakeling is geconfigureerd om de verbinding tussen de accu en de LEDs te verbreken wanneer geen spanning op het contactpunt staat, zodat de LEDs niet branden.

Een aldus uitgevoerde LED-lamp kan nog worden ingeschakeld met de normale hchtnetschakelaar. Wanneer verlichting gewenst is, zal de gebruiker, zoals hij gewend was, de hchtnetschakelaar die met de betreffende verlichtingsarmatuur is geassocieerd bedienen. Vervolgens komt er een spanning op het contactpunt te staan. De elektrische schakeling neemt deze spanning waar en schakelt de LEDs in verbinding met de accu. Er vloeit derhalve geen stroom vanuit het lichtnet naar de LEDs. De spanning op het contactpunt dient slechts voor het tot stand brengen van een elektrische verbinding tussen de accu en de LEDs door een daartoe geëigende actie van de elektrische schakeling.

Nadere uitwerkingen zijn beschreven in de volgconclusies, en zullen hierna, aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld verder worden verduidelijkt.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Fig. 1 toont een perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een LED-lamp;

Fig. 2 toont een aanzicht met uiteen genomen delen (e. exploded view) van het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld;

Fig. 3 toont een zij-aanzicht van het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; en

Fig. 4 toont doorsnede-aanzicht over lijn IV-IV uit figuur 3. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Hierna zal de uitvinding en diverse uitvoeringsvormen daarvan worden besproken onder verwijzing naar de tekening. Er wordt op gewezen dat de tekening slechts een voorbeeld toont waarin althans een aantal van de hierna te beschrijven uitvoeringsvormen zijn behchaamd. De uitvoeringsvormen kunnen echter ook op andere wijze zijn behchaamd dan getoond in het voorbeeld uit de figuren. De figuren dienen slechts ter verduidelijking. De diverse uitvoeringsvormen kunnen onafhankelijk van elkaar worden toegepast maar kunnen ook met elkaar worden gecombineerd. In de hierna volgende gedetailleerde beschrijving en de conclusies dienen de verwijzingscijfers slechts als verduidelijking en beperken deze de uitvinding geenszins.

In de meest algemene termen omvat de LED-lamp 10 een lampframe 12 en een lampvoet 14 die is verbonden met een eerste uiteinde 12a van het lampframe 12. De lampvoet 14 is in hoofdzaak cilindrisch uitgevoerd en heeft een centrale hartlijn L. De lampvoet is voorzien van Edisonschroefdraad 16 die zich concentrisch uitstrekt rond de centrale hartlijn L, of is voorzien van een bajonetbevestiging. Verder omvat de LED-lamp 10 een aantal LEDs 18 dat in of op het lampframe 12 is bevestigd en ten minste één fotovoltaïsche cel 20 die in of op het lampframe 12 is bevestigd. Met het lampframe 12 of de lampvoet 14 is een accu 22 verbonden, alsmede een elektrische schakeling 24. Op de elektrische schakeling zijn het aantal LEDs 18, de accu 22 en de tenminste ene fotovoltaïsche cel 20 aangesloten.

De voordelen van een dergelijke LED-lamp 10 zijn dat deze in een normaal, reeds aanwezige hchtarmatuur kan worden gedraaid. De LED-lamp 10 is niet meer afhankelijk van het lichtnet om de omgeving te verlichten. Alle energie die nodig is om de LEDs te laten branden kan worden opgewekt door de ten minste ene fotovoltaïsche cel 20 die de accu 22 oplaadt als de zon schijnt of voldoende licht op de fotovoltaïsche cel 20 valt. Wanneer het donker wordt, wordt de in de accu 22 opgeslagen energie gebruikt voor het doen laten branden van de LEDs 18. Aldus wordt een LED-lamp 10 verschaft die geen stroom meer aan het hchtnet behoeft te onttrekken en die toch in reeds aanwezige verlichtingsarmaturen kan worden bevestigd door deze met behulp van de lampvoet voorzien van Edisonschroefdraad of bajonetbevestiging in de fitting van de reeds aanwezige hchtarmatuur te draaien.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan op de lampvoet 14 een contactpunt 26 zijn voorzien dat elektrisch geleidend is en dat in verbinding staat met de elektrische schakeling 24. De elektrische schakeling 24 kan daarbij zijn geconfigureerd om de LEDs 18 in verbinding te stellen met de accu 22, zodat de LEDs 18 branden wanneer op het contactpunt 26 een spanning staat. Verder kan de elektrische schakeling zijn geconfigureerd om de verbinding tussen de accu 22 en de LEDs 18 te verbreken wanneer geen spanning op het contactpunt 26 staat, zodat de LEDs niet branden.

Aldus kan door het bedienen van de met de hchtarmatuur geassocieerde lichtschakelaar de LED-lamp 10 worden in- en uitgeschakeld terwijl er toch geen stroom aan het hchtnet wordt onttrokken om de LEDs 18 van de LED-lamp te doen laten branden. De wijze van bediening blijft bij een dergelijke uitvoeringsvorm voor de gebruiker hetzelfde terwijl voor de betreffende verlichting geen energie meer aan het lichtnet wordt onttrokken.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan de Edisonschroefdraad 16 van het type E27 zijn volgens IEC 60061-1 7004-21 of DIN 49620 of van het type E14 volgens IEC 60061 7004-23 of DIN 49615.

Deze twee typen Edisonschroefdraad zijn in 220-230 V-netwerken de meest toegepaste en de meeste lamparmaturen zijn in die gebieden voorzien van fittingen met dergelijke schroefdraad. Hierdoor kan de lamp volgens deze uitvoeringsvorm in de meeste beschikbare lamparmaturen worden toegepast.

In een alternatieve uitvoeringsvorm, waarvan geen voorbeeld is getoond, kan de bajonetbevestiging van de lampvoet 14 van het type B15d volgens IEC 60061-1 (7704-11) of DIN 49721 zijn of van het type B22d volgens IEC 60061-1 (7004-10) zijn.

Deze twee typen bajonetbevestigingen zijn in 220-230 V-netwerken ook veel toegepast. Hierdoor kan deze uitvoeringsvorm in vele beschikbare lamparmaturen worden toegepast.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het lampframe 12 tezamen met de daarop gemonteerde ten minste ene fotovoltaïsche cel 20 een lamplichaam 28 vormen met een lamplichaaminwendige 28a (zie figuur 4). In het lamplichaaminwendige 28a kunnen de accu 22 en de elektrische schakeling 24 zijn opgenomen. Het lamplichaam 28 kan, gezien in doorsnedevlak IV-IV dat zich loodrecht op de hartlijn L uitstrekt, een in hoofdzaak veelhoekige doorsnede hebben die veelhoekzijden Vs en veelhoek-hoekpunten Vp omvat. De veelhoek -hoekpunten Vp kunnen zijn afgevlakt (e. chamfered). De LEDs 18 kunnen zijn bevestigd op de delen van het lampframe 12 die corresponderen met de afgevlakte veelhoek-hoekpunten Vp. De fotovoltaïsche cellen 20 kunnen corresponderen met de veelhoekzijden Vs.

Bij een aldus uitgevoerde uitvoeringsvorm vangt altijd wel één van de fotovoltaïsche cellen 20 voldoende licht om de accu 22 op te laden. Dit omdat altijd wel één van de fotovoltaïsche cellen 20 voldoende naar de zon of het licht is toegekeerd.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan de veelhoekige doorsnede een driehoekige doorsnede zijn.

Een dergelijke uitvoeringsvorm vormt een mooi compromis tussen het aantal zonnecellen en de mate waarop altijd één der zonnecellen naar het licht of de zon is gekeerd.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan de lampvoet 14 met de Edisonschroefdraad 16 zijn vervaardigd uit kunststof. Een dergelijke lampvoet geleidt geen elektriciteit. Aldus wordt verhinderd dat elektriciteit aan het elektriciteitsnet wordt onttrokken of dat het lampframe 12 onder stroom komt te staan.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan de lampvoet 14 een bodemplaat 30 omvatten met behulp waarvan de lampvoet 14 losmaakbaar is verbonden met het eerste uiteinde 12a van het lampframe 12.

In het getoonde voorbeeld kan de verbinding tot stand zijn gebracht met schroeven, die door gaten 44 op de hoekpunten van de bodemplaat 30 reiken en die aangrijpen in schroefbussen 46 van het frame 12. Het is echter ook mogelijk dat de verbinding met behulp van een klikverbinding tot stand is gebracht of dat de bodemplaat 30 door middel van hjm met het lampframe is verbonden.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, heeft het lampframe 12 een tweede uiteinde 12b dat tegenover het eerste uiteinde 12a ligt, waarbij het tweede uiteinde 12b is afgesloten door een eindwand 32. Met een dergelijke eindwand 32 wordt het lamplichaaminwendige 28a afgesloten van de buitenwereld, in die zin dat het lamplichaaminwendige en de zich daarin bevindende accu 22 en elektrische schakeling 24 niet direct toegankelijk zijn voor een gebruiker van de lamp 10.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan op de eindwand 32 ten minste één LED 34 zijn bevestigd. In een dergelijke uitvoeringsvorm wordt niet alleen licht uitgezonden in radiale richting, gezien vanaf de centrale hartlijn L, maar tevens in de axiale richting van de centrale hartlijn L. Aldus kan een lichtverdeling worden verkregen die veel overeenkomsten vertoont met een conventionele gloeilamp.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het lamp frame 12 een aantal zich evenwijdig aan de centrale hartlijn uitstrekken de profieldelen 34 omvatten die eendelig zijn verbonden met de eindwand 32 en die zich uitstrekken van het tweede uiteinde 12b naar het eerste uiteinde 12a van het lampframe 12. Het genoemde aantal LEDs 18 kan zijn geplaatst op, van de centrale harthjn L afgekeerde zijden 34a van deze profieldelen 34.

Bij deze uitvoeringsvorm wordt straalt het hcht dat de LEDs 18 uitzenden, gezien vanaf de centrale hartlijn L, met name in radiale richting.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan tussen elk paar naburige profieldelen 34 een fotovoltaïsche cel 20 zijn opgesteld.

Aldus wordt op efficiënte wijze het lamplichaam 28 gevormd, dat een veelhoekige configuratie heeft. In het getoonde voorbeeld is deze veelhoekige configuratie een driehoekige configuratie. Het is echter duidelijk dat ook een vierkante, vijf-, zes- of meerhoekige configuratie tot de mogelijkheden behoort, waarbij het aantal hoeken en het aantal fotovoltaïsche cellen dan overeenstemt.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan de eindwand 32 tussen elk naburig paar profieldelen 34 zijn voorzien van ten minste één bevestigingsnok 36. Bij een dergelijk uitvoeringsvorm kan ook de bodemplaat 30 tussen elk naburig paar profieldelen 34 zijn voorzien van ten minste één bevestigingsnok 38. De bevestigingsnokken 36, 38 kunnen aangrijpen op een voorzijde van een daarmee geassocieerde fotovoltaïsche cel 20 ter bevestiging van de betreffende fotovoltaïsche cel 20 in het lampframe 12.

Zowel de eindwand 32 als de bodemplaat 30 kunnen zijn voorzien van naar de lamplichaambinnenruimte 28a toegekeerde opstaande randen 48, respectievelijk 50 waartegen de naar de lamplichaambinnenruimte 28a gekeerde zijden van de fotovoltaïsche cellen 20 kunnen aanliggen. Aldus kunnen de fotovoltaïsche cellen 20 zijn gefixeerd tussen de genoemde opstaande randen 48, 50 en de bevestigingsnokken 36, 38.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan de LED-lamp 10 een draadloze ontvanger 40 omvatten die is geconfigureerd voor draadloze communicatie met een zender (niet getoond). De draadloze ontvanger 40 kan deel uitmaken van de elektrische schakeling 24. En de elektrische schakeling 24 kan zijn geconfigureerd om in afhankelijkheid van een door de draadloze ontvanger 40 afgegeven signaal de LEDs 18, 34 in en uit te schakelen.

De ontvanger 40 kan bijvoorbeeld een infrarood-ontvanger zijn of een ontvanger 40 die is geconfigureerd voor het namen van andere elektromagnetische straling, zoals bijvoorbeeld radiogolven.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan de LED-lamp een schakelaar 42 omvatten die op het lampframe 12 of de lampvoet 14, 30 is aangebracht en die deel uitmaakt van de elektrische schakeling 24. Bij een dergehjke uitvoeringsvorm kan de elektrische schakeling 24 zijn geconfigureerd om in afhankelijkheid van de stand van de schakelaar 42 de LEDs 18, 34 in en uit te schakelen.

In een uitvoeringsvorm van de LED-lamp 10 kan de lampvoet 14 zijn voorzien van elektrisch geleidende contactpunten. Daarbij kan de elektrische schakeling 24 zijn geconfigureerd om de accu 22 in verbinding te stellen met de contactpunten wanneer de hoeveelheid opgeslagen energie in de accu 22 beneden een eerste drempelwaarde ligt. Onder die omstandigheden zal de accu 22 via het lichtnet worden opgeladen. Verder kan de elektrische schakeling 24 zijn geconfigureerd om de elektrische verbinding tussen de accu 22 en de contactpunten te verbreken wanneer de hoeveelheid opgeslagen energie in de accu 22 boven een tweede drempelwaarde ligt. Daarmee wordt bewerkstelligd dat de ontrekking van energie aan het lichtnet wordt gestaakt wanneer het energieniveau in de accu 22 voldoende is. Wanneer er voldoende omgevingslicht is zal de accu 22 voornamelijk worden opgeladen via de ten minste ene fotovoltaïsche cel 20. Echter, wanneer er onvoldoende omgevingslicht is, en het energieniveau in de accu 22 zakt onder de genoemde eerste drempelwaarde, kan energie aan het lichtnet worden onttrokken om zeker te stellen dat de lamp dan ook blijft functioneren.

Een dergelijke uitvoeringsvorm zorgt voor een veel lager stroomgebruik dan een normale LED-lamp zonder fotovoltaïsche cellen. Bovendien kan een dergelijke LED-lamp 10 ook binnen worden toegepast omdat zelfs bij onvoldoende omgevingslicht de LED-lamp 10 toch blijft functioneren.

In een uitvoeringsvorm van de LED-lamp 10 kan de accu 22 uitneembaar zijn. Als gevolg hiervan kan de accu 22, wanneer deze bijvoorbeeld leeg is, worden uitgewisseld met een volle accu 22. De lege accu 22 kan dan bijvoorbeeld in een laadunit worden opgeladen.

In een uitvoeringsvorm van de LED-lamp 10 kan deze zijn voorzien van een voedingsadaptoraansluiting die is ingericht voor aansluiting van een externe voedingsadaptor ten behoeve van het opladen van de accu 22. Wanneer de accu 22 leeg blijkt te zijn, kan de accu 22 dan weer worden opgeladen door de voedingsadaptor op de LED-lamp 10 aan te sluiten. Daarbij behoeft de LED-lamp 10 dan niet uit de fitting van de lichtarmatuur te worden genomen.

In een uitvoeringsvorm van de LED-lamp 10 kan de ten minste ene fotovoltaïsche cel zich bevinden in een vlak dat zich loodrecht uitstrekt op de centrale hartlijn L en waarbij een licht-gevoelige oppervlak van de fotovoltaïsche cel is afgekeerd van de lampvoet 14. Daarbij kunnen de LEDs 18 zodanig zijn aangebracht dat deze ten minste stralen in de richting van de centrale hartlijn L en wel zo dat de strahngsrichting in hoofdzaak van de lampvoet 14 wegwijst. Eventueel kan over LEDs 18 een transparante kap of melkglazen kap zijn geplaatst. Wanneer de lampvoet 14 in een fitting is geplaatst die zodanig is gepositioneerd dat de LED-lamp 10 zich boven de fitting bevindt, zal het licht derhalve in hoofdzaak naar boven toe stralen. Een dergelijke lamp is met name bedoeld voor sfeerverlichting waarbij het licht via het plafond in de ruimte wordt verspreid.

De uitvinding is niet beperkt tot de voorbeelden die zijn getoond in de figuren. De uitvoeringsvormen zoals geclaimd in de volgconclusies en die hiervoor onder verwijzing naar de tekening zijn beschreven, kunnen ook op andere wijze zijn uitgevoerd. De uitvoeringsvormen kunnen op verschillende wijze met elkaar worden gecombineerd en ook onafhankelijk van elkaar worden toegepast. De verwijzingscijfers in de conclusies dienen slechts tot verduidelijking en beperken de conclusies niet.

Claims

1 Een LED-lamp (10) omvattend: • een lampframe (12); • een lampvoet (14) die is verbonden met een eerste uiteinde (12a) van het lampframe (12), waarbij de lampvoet (14) in hoofdzaak cilindrisch is uitgevoerd en een centrale hartlijn (L) heeft, waarbij de lampvoet (14) is voorzien van Edisonschroefdraad (16) die zich concentrisch uitstrekt rond de centrale harthjn (L), of waarbij de lampvoet van is voorzien van een bajonetbevestiging; • een aantal LEDs (18) dat in of op het lampframe (12) is bevestigd; • ten minste één fotovoltaïsche cel (20) die in of op het lampframe (12) is bevestigd; • een accu (22) die met het lampframe (12) of de lampvoet (14) is verbonden; • een elektrische schakeling (24) die met het lampframe (12) of de lampvoet (14) is verbonden en waarop het aantal LEDs (18), de accu (22) en de tenminste ene fotovoltaïsche cel (20) zijn aangesloten.

2. De LED-lamp volgens één der voorgaande conclusies, waarbij op de lampvoet (14) een contactpunt (26) is voorzien dat elektrisch geleidend is en dat in verbinding staat met de elektrische schakeling (24), waarbij de elektrische schakeling (24) is geconfigureerd om de LEDs (18) in verbinding te stellen met de accu (22), zodat de LEDs (18) branden wanneer op het contactpunt (26) een spanning staat, en waarbij de elektrische schakeling is geconfigureerd om de verbinding tussen de accu (22) en de LEDs (18) te verbreken wanneer geen spanning op het contactpunt (26) staat, zodat de LEDs niet branden.

3. De LED-lamp volgens conclusie 1, waarbij de Edisonschroefdraad (16) van het type E27 volgens IEC 60061-1 (7004-21) of DIN 49620 is of van het type E14 volgens IEC 60061 (7004-23) of DIN 49615 is.

4. De LED-lamp volgens conclusie 1, waarbij de bajonetbevestiging van het type B15d volgens IEC 60061-1 (7704-11) of DIN 49721 is of van het type B22d volgens IEC 60061-1 (7004-10) is.

5. De LED-lamp volgens één der conclusie 1-4, waarbij het lampframe (12) tezamen met de daarop gemonteerde ten minste ene fotovoltaïsche cel (20) een lamplichaam (28) vormen met een lamplichaaminwendige (28a), waarbij in het lamplichaaminwendige (28a) de accu (22) en de elektrische schakeling (24) zijn opgenomen, waarbij het lamplichaam (28), gezien in doorsnedevlak (IV-IV) dat zich loodrecht op de hartlijn (L) uitstrekt, een in hoofdzaak veelhoekige doorsnede heeft die veelhoekzijden (Vs) en veelhoek-hoekpunten (Vp) omvat, waarbij de veelhoek-hoekpunten (Vp) zijn afgevlakt, waarbij de LEDs (18) zijn bevestigd op de delen van het lampframe (12) die corresponderen met de afgevlakte veelhoek-hoekpunten (Vp), waarbij fotovoltaïsche cellen (20) corresponderen met de veelhoekzijden (Vs).

6. De LED-lamp volgens conclusie 5, waarbij de veelhoekige doorsnede een driehoekige doorsnede is.

7. De LED-lamp volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de lamp voet (14) is vervaardigd uit kunststof.

8. De LED-lamp volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de lampvoet (14) een bodemplaat (30) omvat met behulp waarvan de lampvoet (14) losmaakbaar is verbonden met het eerste uiteinde (12a) van het lampframe (12).

9. De LED-lamp volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het lampframe (12) een tweede uiteinde (12b) heeft dat tegenover het eerste uiteinde (12a) ligt, waarbij het tweede uiteinde (12b) is afgesloten door een eindwand (32).

10. De LED-lamp volgens conclusie 9, waarbij op de eindwand (32) ten minste één LED (34) is bevestigd.

11. De LED-lamp volgens conclusie 9 of 10, waarbij het lampframe (12) een aantal zich evenwijdig aan de centrale hartlijn uitstrekkende profieldelen (34) omvat die eendelig zijn verbonden met de eindwand (32) en die zich uitstrekken van het tweede uiteinde (12b) naar het eerste uiteinde (12a) van het lampframe (12), waarbij het genoemde aantal LEDs (18) is geplaatst op, van de centrale harthjn (L) afgekeerde zijden (34a) van deze profieldelen (34).

12. De LED-lamp volgens conclusie 11, waarbij tussen elk paar naburige profieldelen (34) een fotovoltaïsche cel (20) is opgesteld.

13. De LED-lamp volgens conclusie 12, wanneer deze afhankelijk is van conclusie 8, waarbij de eindwand (32) tussen elk naburig paar profieldelen (34) is voorzien van ten minste één bevestigingsnok (36), en waarbij de bodemplaat (30) tussen elk naburig paar profieldelen (34) is voorzien van ten minste één bevestigingsnok (38), waarbij de bevestigingsnokken (36, 38) aangrijpen op een voorzijde van een daarmee geassocieerde fotovoltaïsche cel (20) ter bevestiging van de betreffende fotovoltaïsche cel (20) in het lampframe (12).

14. De LED-lamp volgens één der voorgaande conclusies, omvattend: • een draadloze ontvanger (40) die is geconfigureerd voor draadloze communicatie met een zender, waarbij de draadloze ontvanger (40) deel uitmaakt van de elektrische schakeling (24), waarbij de elektrische schakeling (24) is geconfigureerd om in afhankelijkheid van een door de draadloze ontvanger (40) afgegeven signaal de LEDs (18, 34) in en uit te schakelen.

15. De LED-lamp volgens één der voorgaande conclusies, omvattend: een schakelaar (42) die op het lampframe (12) of de lamp voet (14, 30) is aangebracht en die deel uitmaakt van de elektrische schakeling (24), waarbij de elektrische schakeling (24) is geconfigureerd om in afhankelijkheid van de stand van de schakelaar (42) de LEDs (18, 34) in en uit te schakelen.

16. De LED-lamp volgens één der voorgaande conclusies, waarbij op de lampvoet (14) is voorzien van elektrisch geleidende contactpunten, waarbij de elektrische schakeling (24) is geconfigureerd om de accu (22) in verbinding te stellen met de contactpunten wanneer de hoeveelheid opgeslagen energie in de accu (22) beneden een eerste drempelwaarde ligt, en waarbij de elektrische schakeling is geconfigureerd om de elektrische verbinding tussen de accu (22) en de contactpunten te verbreken wanneer de hoeveelheid op geslagen energie in de accu (22) boven een tweede drempelwaarde ligt.

17. De LED-lamp volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de accu (22) uitneembaar is.

18. De LED-lamp volgens één van de voorgaande conclusies, voorzien van een adaptor-aansluiting die is ingericht voor aansluiting van een externe voedingsadaptor ten behoeve van het opladen van de accu (22).

19. De LED-lamp volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ten minste ene fotovoltaïsche cel zich bevindt in een vlak dat zich loodrecht uitstrekt op de centrale hartlijn (L) en waarbij een licht-gevoelige oppervlak van de fotovoltaïsche cel is afgekeerd van de lampvoet (14), waarbij de LEDs (18) zodanig zijn aangebracht dat deze ten minste stralen in de richting van de centrale hartlijn (L) en wel zo dat de stralingsrichting van de lampvoet (14) wegwijst.