NL2009550C2

NL2009550C2 - Daknaadklem voor het vastzetten van een voorwerp op een van daknaden voorzien dak.

Info

Publication number: NL2009550C2
Application number: NL2009550A
Authority: NL
Inventors: Matthijs Vogels
Original assignee: Xsplatforms B V
Priority date: 2012-10-01
Filing date: 2012-10-01
Publication date: 2014-04-02

Description

Daknaadklem voor het vastzetten van een voorwerp op een van daknaden voorzien dak BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een daknaadklem voor het vastzetten van een voorwerp op een van daknaden voorzien dak. Een daknaad vormt een 10 verbinding tussen twee naburige dakplaten en is gevormd door de randen van de dakplaten om te zetten en de tegen elkaar aanwezige omgezette randen samen verder om te zetten zodanig dat de enen dakplaat de andere omklemt. De daknaadklem wordt op de opstaande daknaad geklemd en het vast te zetten voorwerp wordt vastgezet op de daknaadklem. Het vast te zetten voorwerp kan bijvoorbeeld een voetplaat van een 15 verankering spunt zij n.

Stand van de techniek

Een daknaadklem is bekend uit WO-A-02/055329. Deze bekende 20 daknaadklem heeft een U-vormig klemstuk dat om de daknaad wordt aangebracht. In een poot van het klemstuk bevindt zich een van inwendige schroefdraad voorzien gat, waarin een draadeinde verdraaibaar is. De andere poot wordt door dit draadeinde tegen de daknaad getrokken, waardoor de daknaad tussen deze poot en het draadeinde is vastgeklemd. Het draadeinde dient hierbij dus vanaf een zijkant van de opstaande 25 daknaad aangedraaid te worden. Het klemstuk is in het deel tussen de beide poten voorzien van een verder gat met inwendige schroef waarin een bout gedraaid kan worden om zo het voorwerp op de daknaadklem vast te kunnen zetten.

Samenvatting van de uitvinding 30

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een daknaadklem van de in de aanhef omschreven soort waarmee eenvoudig een voorwerp op een daknaad vastgezet kan worden. Hiertoe is de daknaadklem volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat deze twee tegenover elkaar aanwezige klemelementen omvat die elk voorzien 2 zijn van een klemdeel, welke klemdelen na aanbrengen van de daknaadklem om een daknaad aan weerszijde van de daknaad aanwezig zijn en de daknaad vastklemmen, welke klemelementen voorts elk voorzien zijn van een aandrukdeel, dat via hefboomwerking het klemdeel tegen de daknaad drukt, waarbij de klemelementen op 5 een plaats tussen het klemdeel en het aandrukdeel via een scharnier met een tussen de klemelementen aanwezig scharnierblok zijn verbonden, welk schamierblok is voorzien van schroefdraad en door een daarmee samenwerkend van verdere schroefdraad voorzien aantrekelement tegen een voorwerp getrokken kan worden, waarbij de aandrukdelen tegen het voorwerp getrokken worden en door de hefboomwerking de 10 klemdelen tegen de daknaad klemmen. Door deze constructie van de daknaadklem wordt met één draaiende beweging zowel de daknaadklem op een daknaad vastgeklemd als het voorwerp op de daknaadklem vastgezet. Daar deze draaiende beweging aan de bovenzijde van de daknaad en niet aan de zijkant van de daknaad uitgevoerd wordt kan men er goed bij op deze uit te voeren. Bovendien wordt door de hefboomwerking een 15 stevige verbinding verkregen.

Bij voorkeur is het schamierblok voorzien van een gat met inwendige schroefdraad en is het aantrekelement gevormd door een bout.

Om een robuuste constructie te verkrijgen is een uitvoeringsvorm van de daknaadklem volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het scharnier is gevormd door 20 een aan het klemelement bevestigde scharnieras, alsmede een langwerpige uitsparing in het schamierblok met een C-vormige dwarsdoorsnede waarin de scharnieras aanwezig is.

Bij voorkeur is hierbij het deel van de scharnieras dat door de opening in de C-vorm uitsteekt aan het klemelement bevestigd, en verder vormt de scharnieras bij 25 voorkeur een geheel met het klemelement.

Een verdere uitvoeringsvorm van de daknaadklem volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat tussen de klemdelen en het schamierblok een ruimte aanwezig is om een omgezette rand van de daknaad op te kunnen nemen.

30 Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de daknaadklem volgens de uitvinding. Hierbij toont: 3

Figuur 1 een kabelsteun die met de voetplaat door middel van daknaadklemmen volgens de uitvinding is vastgeklemd op daknaden, in vooraanzicht;

Figuur 2 de in figuur 1 weergegeven op het dak vastgezette kabelsteun in bovenaanzicht; 5 Figuur 3 een detail van figuur 1 ter plaatse van een van de daknaadklemmen in dwarsdoorsnede;

Figuur 4 een eerste alternatieve uitvoeringsvorm van de daknaadklem aangebracht op een daknaad in dwarsdoorsnede; en

Figuur 5 een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van de daknaadklem 10 aangebracht op een daknaad in dwarsdoorsnede.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

Een dak 1 van een gebouw, zie figuur 1, is bedekt met langwerpige 15 dakplaten 3 die met de langsranden vormgesloten met elkaar zijn verbonden door deze randen om te zetten waarbij een van de langsranden de andere omsluit. De omgezette langsranden vormen hierbij opstaande daknaden 5. Deze daknaden kunnen worden gebruikt om voorwerpen op het dak vast te zetten. In de figuren 1 en 2 is een voorwerp in de vorm van een kabelsteun 7, die met een voetplaat 9 door middel van 20 daknaadklemmen 11 op de daknaden 5 is vastgeklemd weergegeven in voor- respectievelijk bovenaanzicht. De voetplaat 9 is voorzien van sleuven 13 waardoorheen bouten 15 steken die de daknaadklemmen 11 vastklemmen op de daknaden 5 en de voetplaat vastzetten op de daknaadklemmen. De kabelsteun heeft een verticale steun 17 die op de voetplaat 9 is bevestigd en is voorzien van een bus 19 waardoor een 25 geleidingskabel 21 aanwezig is. Aan deze geleidingskabel kunnen weer veiligheidskabels vastgemaakt worden die een valbeveiliging vormen voor aan deze veiligheidkabels gekoppelde personen.

In figuur 3 is een detail A van figuur 1 in dwarsdoorsnede weergegeven ter plaatse van een van de daknaadklemmen. De daknaadklem 11 heeft twee tegenover 30 elkaar aanwezige klemelementen 23, die elk een klemdeel 23A hebben, die aan weerszijde van de daknaad 5 aanwezig zijn en deze vastklemmen. De klemelementen 23 hebben elk voorts een aandrukdeel 23B, dat via hefboomwerking het klemdeel tegen de daknaad drukt. Op een plaats tussen het klemdeel 23A en het aandrukdeel 23B is het klemelement 23 scharnierend met een schamierblok 25 verbonden. Dit scharnierblok 4 bevindt zich tussen beide klemelementen en is voorzien van een gat met inwendige schroefdraad waarin de bout 15 is vastgedraaid. De bout 15 trekt de daknaadklem 5 tegen de voetplaat 9 waarbij aandrukdelen 23B de klemelementen 23 om scharnierassen 27 verdraaien en daarbij de klemdelen 23A tegen de daknaad 5 drukken. In het 5 schamierblok 25 zijn langwerpige uitsparingen 29 aanwezig met een C-vormige dwarsdoorsnede waarin de scharnierassen 27 zich uitstrekken. De scharnierassen 27 zijn elk met het deel dat door de opening in de C-vorm uitsteekt aan de klemelementen 23 bevestigd en vormen één geheel met de klemelementen.

Tussen de klemdelen 23A en het schamierblok 25 is een ruimte 31 10 aanwezig om de omgezette rand 5A van de daknaad 5 op te kunnen nemen. In de figuren 4 en 5 zijn twee alternatieve uitvoeringsvormen van de daknaadklem 33 en 35 volgens de uitvinding aangebracht op een daknaad in dwarsdoorsnede weergegeven. De daknaden 37 en 39 hebben hierbij een andere vorm waardoor de ruimte 41 en 43 tussen de klemdelen 23A en het schamierblok 25 een andere vorm hebben.

15 Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims

1. Daknaadklem (11) voor het vastzetten van een voorwerp (7) op een van daknaden (5) voorzien dak (3), met het kenmerk, dat deze twee tegenover elkaar aanwezige klemelementen (2)3 omvat die elk voorzien zijn van een klemdeel (23A), 5 welke klemdelen na aanbrengen van de daknaadklem om een daknaad aan weerszijde van de daknaad aanwezig zijn en de daknaad vastklemmen, welke klemelementen voorts elk voorzien zijn van een aandrukdeel (23B), dat via hefboomwerking het klemdeel tegen de daknaad drukt, waarbij de klemelementen op een plaats tussen het klemdeel en het aandrukdeel via een scharnier met een tussen de klemelementen 10 aanwezig schamierblok (25) zijn verbonden, welk schamierblok is voorzien van schroefdraad en door een daarmee samenwerkend van verdere schroefdraad voorzien aantrekelement (15) tegen een voorwerp (7) getrokken kan worden, waarbij de aandrukdelen (23 B) tegen het voorwerp getrokken worden en door de hefboomwerking de klemdelen (23A) tegen de daknaad (5) klemmen.

2. Daknaadklem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het schamierblok (25) is voorzien van een gat met inwendige schroefdraad en het aantrekelement (15) is gevormd door een bout.

3. Daknaadklem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het scharnier is gevormd door een aan het klemelement (23) bevestigde schamieras (27), 20 alsmede een langwerpige uitsparing (29) in het schamierblok (25) met een C-vormige dwarsdoorsnede waarin de scharnieras aanwezig is.

4. Daknaadklem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de schamieras (27) met het deel dat door de opening in de C-vorm uitsteekt aan het klemelement (23) is bevestigd.

5. Daknaadklem volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de schamieras (27) een geheel vormt met het klemelement (23).

6. Daknaadklem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de klemdelen (23A) en het schamierblok (25) een ruimte (31) aanwezig is om een omgezette rand (5A) van de daknaad (5) op te kunnen nemen.