NL2008988C2 - Montagesamenstel voor toepassing in een behuizing voor elektronische apparatuur, en een dergelijk montagesamenstel omvattende behuizing. - Google Patents

Montagesamenstel voor toepassing in een behuizing voor elektronische apparatuur, en een dergelijk montagesamenstel omvattende behuizing. Download PDF

Info

Publication number
NL2008988C2
NL2008988C2 NL2008988A NL2008988A NL2008988C2 NL 2008988 C2 NL2008988 C2 NL 2008988C2 NL 2008988 A NL2008988 A NL 2008988A NL 2008988 A NL2008988 A NL 2008988A NL 2008988 C2 NL2008988 C2 NL 2008988C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mounting
housing
assembly
mounting assembly
electronic equipment
Prior art date
Application number
NL2008988A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Hendrikus Driessen
Original Assignee
Minkels B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Minkels B V filed Critical Minkels B V
Priority to NL2008988A priority Critical patent/NL2008988C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2008988C2 publication Critical patent/NL2008988C2/nl

Links

Landscapes

  • Cooling Or The Like Of Electrical Apparatus (AREA)

Description

Montagesamenstel voor toepassing in een behuizing voor elektronische apparatuur, en een dergelijk montagesamenstel omvattende behuizing
De uitvinding heeft betrekking op een montagesamenstel voor toepassing in een 5 behuizing voor elektronische apparatuur, omvattende ten minste één montagerail welke in langsrichting is voorzien van een gatenpatroon voor doorvoer van mechanische bevestigingselementen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een behuizing, omvattende één of meerdere montagesamenstellen overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft vervolgens betrekking op een systeem dat meerdere behuizingen 10 overeenkomstig de uitvinding omvat.
Behuizingen voor elektronische apparatuur, in het bijzonder computerapparatuur, zijn reeds geruime tijd bekend. In bedrijfsmatige omgevingen wordt daarbij vaak gebruik gemaakt van behuizingen (“racks” of “cabinets”) voorzien van een gestandaardiseerd 15 frame voor ophanging van de modulaire elektronische apparatuur. Een bekend voorbeeld hiervan is een 19 inch behuizing. Een 19 inch behuizing omvat twee in hoofdzaak verticaal en in hoofdzaak parallel georiënteerde montagerails, ook aangeduid als montagestijlen, die doorgaans op 17,7 inch van elkaar zijn gepositioneerd. In elke montagerail zijn op gelijke hoogte volgens een lineair gatenpatroon ronde of vierkante 20 (schroefjgaten aangebracht, met circa 18,31 inch horizontale tussenruimte.
Gestandaardiseerde, geschikte elektronische apparatuur is maximaal 17,7 inch breed en is voorzien van uitstekende bevestigingslippen met schroefgaten zodat de apparatuur middels schroeven kan worden bevestigd aan beide montagerails. Op deze wijze kunnen meerdere elektronische componenten boven elkaar in eenzelfde behuizing worden 25 opgehangen. Voorbeelden van toepasbare elektronische apparatuur zijn servers, netwerkhardware en geluidstechnische apparatuur. In de telecommunicatie worden vooral 23 inch behuizingen gebruikt. Een toenemend probleem is dat de elektronische apparatuur krachtiger blijft worden en derhalve steeds meer warmte blijft ontwikkelen, waardoor effectieve koeling van de apparatuur steeds belangrijker wordt. Teneinde de 30 elektronische apparatuur te koelen wordt doorgaans gebruik gemaakt van ventilatoren die een luchtstroom opwekken die door of langs te elektronische apparatuur wordt geleid. Daar koeling van elektronische apparatuur steeds belangrijker wordt, bestaat de behoefte om de opgehangen elektronische apparatuur efficiënter te koelen.
2
Een eerste doel van de uitvinding is om in deze behoefte te voorzien.
Een tweede doel van de uitvinding is het verschaffen van een montagesamenstel voor ophanging van elektronische apparatuur, met behulp waarvan de elektronische 5 apparatuur efficiënter kan worden gekoeld.
De uitvinding verschaft daartoe een montagesamenstel voor toepassing in een behuizing voor elektronische apparatuur, omvattende: ten minste één, in het bijzonder langwerpige, montagerail welke, in het bijzonder in langsrichting, is voorzien van een 10 gatenpatroon voor doorvoer van mechanische bevestigingselementen, in het bijzonder schroeven, voor het bevestigen van constructieve elementen aan de montagerail, en ten minste één tegen de ten minste ene montagerail aangelegen afschermelement voor het in hoofdzaak afdekken van het gatenpatroon, waarbij het ten minste ene afschermelement penetreerbaar is voor de mechanische bevestigingselementen. Door de montagegaten 15 van een montagerail in hoofdzaak af te schermen door middel van één of meerdere afschermelementen kan worden voorkomen dat een groot deel van een opgewekte luchtstroom door de montagegaten zal worden geleid, waardoor een grotere fractie van de luchtstroom zal worden aangewend voor koeling van de elektronische apparatuur wordt geleid, hetgeen leidt tot een efficiëntere koeling van de elektronische apparatuur. 20 Doordat het ten minste ene afschermelement penetreerbaar is voor mechanische bevestigingselementen kan het afschermelement tegen de montagegaten zijn aangelegen, waardoor lekkage van lucht via de montagegaten verder kan worden tegengegaan. De montagegaten kunnen daarbij in hoofdzaak volledig luchtdicht worden afgeschermd door de één of meerdere afschermelementen, bij voorkeur door toepassing 25 van een folie. Echter, het is tevens mogelijk om de montagegaten niet volledig luchtdicht te laten afschermen door de één of meerdere afschermelementen, doorgaans doordat de afschermelementen kunnen zijn vervaardigd uit een schuimachtig materiaal. Echter, de één of meerdere afschermelementen zullen daarbij de luchtweerstand ter plaatse van of nabij de montagegaten zodanig verhogen dat nauwelijks lucht zal 30 weglekken via de montagegaten, waardoor een groter deel van de opgewekte luchtstroom door en/of langs de elektronische apparatuur zal worden geleid, hetgeen koeling van de elektronische apparatuur intensiever en derhalve efficiënter maakt. De montagegaten van de montagerail kunnen daarbij bijvoorbeeld rond, rechthoekig, en/of sleufvormig zijn vormgegeven. Doorgaans zal de montagerail ten minste gedeeltelijk uit 3 metaal, in het bijzonder staal, zijn vervaardigd. De montagerail kan in hoofdzaak vlak dan wel geprofileerd zijn uitgevoerd. In een bijzondere uitvoeringsvariant van de montagerail is de geprofileerde montagerail in hoofdzaak kokervormig uitgevoerd. De constructieve elementen die kunnen worden bevestigd aan de montagerail kunnen zeer 5 divers van aard zijn, en kunnen bijvoorbeeld worden gevormd door een andere montagerail, rangeerogen, spanningssloffen, et cetera. Doorgaans zal de elektronische apparatuur niet direct zijn verbonden met de montagerail van het montagesamenstel overeenkomstig de uitvinding, maar zal de elektronische apparatuur zijn bevestigd aan een gestandaardiseerde montagestijl, zoals een 19 inch montagestijl, welke montagestijl 10 als zodanig evenwel kan zijn verbonden met de montagerail van het montagesamenstel overeenkomstig de uitvinding. De ten minste ene montagestijl voor het ophangen van elektronische apparatuur kan daarbij tevens deel uitmaken van het montagesamenstel overeenkomstig de uitvinding, waarbij de montagestijl is gekoppeld metten minste één montagerail van het montagesamenstel.
15
Het ten minste ene afschermelement is bij voorkeur gepositioneerd tegen een achterzijde van de montagerail. Op deze wijze kan een voorzijde van de montagerail vrij worden gelaten, waardoor de volgens het gatenpatroon gerangschikte montagegaten goed zichtbaar blijven, hetgeen bevestiging van constructieve elementen 20 vergemakkelijkt. In een alternatieve uitvoeringsvariant zou kan het ten minste ene afschermelementen tegen een voorzijde van de montagerail zijn aangebracht. Daarbij geniet het doorgaans evenwel de voorkeur om het toegepaste afschermelement ten minste gedeeltelijk transparant uit te voeren en/of om de montagegaten te markeren, teneinde het bevestigen van constructieve elementen. Optioneel kunnen zowel de 25 voorzijde van als de achterzijde van de montagerail zijn bedekt met één of meerdere afschermelementen.
Teneinde het ontstaan van ongewenste lekkages via de montagegaten zoveel mogelijk tegen te gaan is het voordelig ingeval het ten minste ene afschermelement is gefixeerd 30 ten opzichte van de montagerail. Deze fixatie kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door verlijming van de één of meerdere afschermelementen met de montagerail. Daarnaast kunnen de afschermelementen eventueel door toepassing van één of meerdere borgelementen worden geklemd tegen de montagerail. De borgelementen kunnen daarbij eventueel integraal deel uitmaken van de montagerail. Daarbij kan het voordelig 4 zijn om de montagerail in hoofdzaak kokervormig vorm te geven, zodat de één of meerdere afschermelementen in een door de kokervormige montagerail omsloten volume kunnen worden geschoven.
5 Ieder montagegat van een montagerail kan worden afgedekt door een eigen afschermelement. Echter, het is doorgaans efficiënter om het afschermelement gelijktijdig meerdere gaten van een montagerail, bij nadere voorkeur het volledige gatenpatroon (alle gaten) van de montagerail, af te laten dekken. Hierdoor is het voordelig ingeval het afschermelement tevens langwerpig uit te voeren ingeval een 10 langwerpige montagerail wordt toegepast. Alhoewel montagerails doorgaans langwerpig zijn vormgegeven is het denkbaar een montagerail op andersoortige wijze vorm te geven.
In een voorkeursuitvoering is het ten minste ene afschermelement ten minste 15 gedeeltelijk vervaardigd uit een in hoofdzaak flexibel materiaal. Het flexibele materiaal wordt daarbij bij voorkeur gevormd door een (kunststof) folie en/of een flexibel schuim. Een flexibel materiaal, bij voorkeur een elastomeer, in het bijzonder een rubber, heeft als eerste voordeel dat een bevestigingselement, in het bijzonder een montageschroef, relatief makkelijk het afschermelement kan penetreren, hetgeen montage van de 20 constructieve elementen ten goede komt. Een verder voordeel van het toepassen van een flexibel materiaal is dat het flexibele materiaal zich doorgaans relatief goed aanpast aan de exacte vormgeving van de montagerail, hetgeen de afdichting van de montagerail ter plaatse van de montagegaten veelal ten goede komt. Een derde voordeel van toepassing van een flexibel materiaal is dat een flexibel materiaal na verwijdering van een 25 bevestigingselement, in het bijzonder een schroef, de neiging heeft om de ontstane ruimte ten minste gedeeltelijk af te dichten, hetgeen de totale afdichting van het montagesamenstel ten goede komt.
In een alternatieve voorkeursuitvoering is het ten minste ene afschermelement ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit een in hoofdzaak star materiaal. Dit materiaal kan 30 tevens schuimvormig zijn uitgevoerd, waarbij een thermoharder, zoals polyurethaan is toegepast, ter vervaardiging van het in hoofdzaak starre schuim. Tevens kunnen andersoortige materialen, zoals karton, metaal, en kunststof worden toegepast. Voordeel van het toepassen van relatief starre materialen is dat deze doorgaans relatief eenvoudig 5 kunnen worden aangebracht en doorgaans relatief makkelijk te bevestigen zijn aan de montagerail.
Het is denkbaar om het ten minste ene afschermelement te laten vormen door een 5 laminaat van meerdere lagen. Daarbij is het denkbaar ingeval het laminaat ten minste één schuim en ten minste één folie omvat. Een dergelijk laminaat maakt het mogelijk om bijvoorbeeld de schuimlaag te laten aansluiten op de montagegaten en de folielaag op afstand van de montagegaten, tegen de schuimlaag aan, te positioneren. Voordeel hiervan is dat de folie in takt blijft, en daarmee de afdichting zoveel mogelijk 10 gewaarborgd blijft.
Ongeacht de flexibiliteit of starheid van het materiaal waaruit het afschermelement minste gedeeltelijk is vervaardigd kan het voordelig zijn ingeval het ten minste ene afschermelement ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit een in hoofdzaak 15 brandwerend materiaal. Op deze wijze kan worden voorkomen of althans worden tegengegaan dat het afschermelement zal smelten of verbranden tijdens ingeval van brand, waardoor het afschermelement niet zal bijdragen aan het verspreiden van de brand.
20 Het montagesamenstel omvat bij voorkeur meerdere, onderling verbonden montagerails, welke montagerails deel kunnen uitmaken van een gevormd draagframe voor elektronische apparatuur en/of welke montagerails direct of indirect kunnen zijn verbonden met een draagframe voor elektronische apparatuur, waarbij het gatenpatroon van meerdere montagerails in hoofdzaak is afgeschermd door ten minste één 25 afschermelement. Eventueel kan daarbij gebruik worden gemaakt van één of meerdere met de montagerails verbonden (gestandaardiseerde) montagestijlen voor het koppelen en ophangen van de elektronische apparatuur. De montagestijlen maken daarbij tevens deel uit van het draagframe. Het draagframe vormt daarbij een ten minste een deel van een ophangstructuur (behuizing) voor modulaire elektronische apparatuur. De 30 dimensionering van althans een deel van het draagframe is bij voorkeur gestandaardiseerd, zodat elektronische apparatuur met een gestandaardiseerde dimensionering exact past binnen het draagframe.
6
De uitvinding heeft tevens betrekking op een montagesamenstel overeenkomstig de uitvinding, waarbij het montagesamenstel is voorzien van ten minste één mechanisch bevestigingselement, in het bijzonder een schroef, welk mechanische bevestigingselement samenwerkt met ten minste één gat van ten minst één montagerail, 5 waarbij een deel van het mechanische bevestigingselement ten minste één afschermelement ten minste gedeeltelijk penetreert. Doorgaans zal een uitwendige zijde van het bevestigingselement aangrijpen op een inwendige zijde van het montagegat, waardoor een schroefdraadverbinding tussen het bevestigingselement en de montagerail wordt gevormd. In plaats van schroeven kunnen eventueel ook andersoortige 10 bevestigingselementen worden toegepast, zoals bouten en pluggen.
De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een behuizing voor elektronische apparatuur, omvattende ten minste één montagesamenstel overeenkomstig de uitvinding. Daarbij zal de behuizing doorgaans een toevoerzijde en een afvoerzijde voor 15 een luchtstroom omvatten, waartussen één of meerdere elektronische componenten zijn opgehangen. Het montagesamenstel overeenkomstig de uitvinding vormt daarbij bij voorkeur een deel van de toevoerzijde van de behuizing, teneinde in de behuizing stromende lucht te blokkeren, waardoor de lucht wordt gedwongen te stromen door en/of langs de elektronische apparatuur. Het is voordelig ingeval de toevoerzijde is 20 voorzien van één of meerdere opneemopeningen voor elektronische apparatuur en dat een overig deel van de toevoerzijde in hoofdzaak gesloten is uitgevoerd, onder meer door toepassing van het montagesamenstel overeenkomstig de uitvinding. Op deze wijze wordt de koelende luchtstroom gedwongen zich te verplaatsen door en/of langs de elektronische apparaat.
25
De uitvinding heeft voorts betrekking op een samenstel van een behuizing overeenkomstig de uitvinding en ten minste één elektronisch apparaat dat in hoofdzaak in de behuizing is bevestigd aan ten minste van de behuizing deel uitmakend één montagesamenstel. Daarbij is het voordelig ingeval het elektronisch apparaat is 30 voorzien van ten minste één doorvoer voor een koelende luchtstroom, hetgeen doorgaans het geval zal zijn. Veelal zal een warmteproducerend elektronisch apparaat zijn voorzien van een eigen ventilator. De behuizing omvat bij voorkeur (tevens) ten minste één ventilator voor het genereren van een door de elektronische apparatuur te 7 leiden koelende luchtstroom. De behuizing wordt doorgaans afgesloten middels een deur.
De uitvinding heeft bovendien betrekking op een systeem omvattende: een gangruimte, 5 meerdere behuizingen overeenkomstig de uitvinding, waarbij de toevoerzijde van iedere behuizing grenst aan de gangruimte, en ten minste één ventilator voor het opwekken van een via de gangruimte door de behuizingen te leiden luchtstroom. De gangruimte wordt ook wel aangeduid als corridor. De behuizingen kunnen naast elkaar zijn gepositioneerd en/of tegenover elkaar, aan weerszijden van de gangruimte. Doorgaans 10 zal de gangruimte in hoofdzaak gesloten zijn uitgevoerd, en bij voorkeur zijn gekoppeld met een luchtbehandelende eenheid voor het conditioneren van de lucht in de gangruimte. De gangruimte is voldoende ruim voor personen om zich te bewegen door de gangruimte om zichzelf toegang te verschaffen tot de behuizingen en de daarin opgenomen elektrische apparatuur. De gangruimte is veelal beveiligd afsluitbaar 15 middels een toegangsdeur.
De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een vooraanzicht op een montagesamenstel overeenkomstig de uitvinding, 20 figuur 2a een zijaanzicht op het montagesamenstel volgens figuur 1, figuur 2b een zijaanzicht op het montagesamenstel volgens figuur 1 en 2a waaraan een elektronische component is bevestigd, figuur 3 een perspectivisch aanzicht op een behuizing omvattende meerdere montagesamenstellen volgens figuren l-2b, 25 figuur 4 een vooraanzicht op een systeem omvattende meerdere behuizingen overeenkomstig de uitvinding, figuur 5 een vooraanzicht op een detail van een behuizing overeenkomstig de uitvinding, in het bijzonder van het type behuizing zoals getoond in figuur 3, en figuur 6 een perspectivisch aanzicht op een detail van de behuizing volgens figuur 5.
30
Figuur 1 toont een vooraanzicht op een montagesamenstel 1 voor toepassing in een behuizing voor het herbergen van elektronische apparatuur overeenkomstig de uitvinding. Het montagesamenstel 1 omvat een langwerpige montagerail 2 voorzien van een gatenpatroon van montagegaten 3 (schroefgaten). Achter de montagerail 2 is een uit 8 polyetherschuim vervaardigde afdichtende strip 4 gepositioneerd die, in dit uitvoeringsvoorbeeld, is verlijmd met een achterzijde van de montagerail 2, zoals tevens is getoond in figuur 2a. De flexibele strip 4 dekt de montagegaten 3 in hoofdzaak af, teneinde het stromen van lucht door de montagegaten 3 zoveel mogelijk te verhinderen, 5 hetgeen in de uiteindelijke toepassing in een behuizing het voordeel heeft dat een grotere fractie van een gegenereerde koelende luchtstroom wordt gedwongen zich via de elektronische apparatuur te verplaatsen, hetgeen de koeling van de apparaat intensiever en derhalve efficiënter maakt. De montagegaten 3 zijn ingericht voor samenwerking met montageschroeven 5 (zie figuur 2b), waarbij een schroefverbinding 10 ontstaat. Middels de montageschroeven 5 kan een constructief element 6, zoals een ander profiel, worden verbonden met het montagesamenstel 1, in het bijzonder de montagerail 2. Daarbij zal iedere montageschroef 5 zich tevens boren in de achterliggende strip 4 en/of de strip 4 wegduwen waarbij de strip 4 niet noodzakelijkerwijs hoeft te worden gepenetreerd. De strip 4 is voldoende dik om de 15 montageschroef 5 de strip 4 niet volledig te laten doorboren. Bij het verwijderen van de montageschroef 5 zal de flexibele strip 4 het ontstane gat in hoofdzaak dichten, waardoor de luchtdichtheid van het montagesamenstel 1 zoveel mogelijk gewaarborgd kan blijven.
20 Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht op een behuizing 30 omvattende een vijftal (getoonde) montagesamenstellen la, lb, lc, ld, le waarbij ieder montagesamenstel la, lb, lc, ld, le in het bijzonder is geconstrueerd zoals getoond in figuren l-2b. De montagerails 2 van de montagesamenstellen la, lb, lc zijn in hoofdzaak verticaal georiënteerd, waaraan stijlen 31 zijn verbonden voor ophanging van al dan niet 25 verschillende soorten elektronische apparatuur 32a-d, alsmede voor het monteren van blindplaten 33 De montagerails 2 van het vierde montagestel ld en het vijfde montagesamenstel 2d zijn liggend georiënteerd en definiëren daarbij een (deel van de) onderzijde van de behuizing 30. Meer in het bijzonder vormt het eerste montagesamenstel la daarbij een zogenaamde side skirt waaraan de stijlen 31 zijn 30 verbonden. Het tweede montagesamenstel lb wordt tevens aangeduid als hoogtestijl, onderwijl het derde montagesamenstel lc wordt aangeduid als zogenaamde side plates. Het eerste montagesamenstel la, het derde montagesamenstel lc, en het vijfde montagesamenstel le omvatten in dit uitvoeringsvoorbeeld gezette montagerails 2 waartegen een kunststof folie als afdichtelement voor een in de montagerails 2 9 aangebracht gatenpatroon is aangebracht. Het tweede montagesamenstel lb en het vierde montagesamenstel ld omvatten in dit uitvoeringsvoorbeeld een door een aluminium extrusieprofiel gevormde montagerail 2 waartegen een flexibel schuim als afdichtelement voor een in de montagerails 2 aangebracht gatenpatroon is aangebracht.
5 De stijl 31 als zodanig zijn tevens voorzien van een gatenpatroon voor ophanging van de apparatuur 32 en blindplaten 33, doch deze gatenpatronen worden reeds in hoofdzaak volledig afgeschermd door de apparatuur 32 en de blindplaten 33, waardoor deze gatenpatronen niet aanvullend middels een separaat afdichtelement hoeven te worden afgedicht. De montagesamenstellen la, lb, lc, ld, le zijn aan een toevoerzijde (A) van 10 de behuizing gepositioneerd. De toevoerzijde (A) is daardoor in hoofdzaak gesloten uitgevoerd, waarbij zoals aangegeven niet voor elektronische apparatuur 32 toegepaste delen van de toevoerzijde (A) zijn opgevuld met blindplaten 33. Doordat de blindplaten 33 alsook de montagesamenstellen la, lb, lc, ld, le in hoofdzaak luchtdicht (impermeabel) zijn uitgevoerd zal een door een ventilator 34 opgewekte luchtstroom 15 zich hoofdzakelijk door en/of langs de elektronische apparaat verplaatsen, waardoor een effectieve en efficiënte koeling van de apparatuur 32 kan worden gerealiseerd. De opgewarmde lucht zal daarbij via een afvoerzijde (B) worden afgevoerd. De ventilator 34 kan daarbij deel uitmaken van de behuizing 30, doch kan tevens op afstand van de behuizing 30 zijn gepositioneerd. Eventueel kan de apparatuur 32 zelf tevens zijn 20 voorzien van één of meerdere ventilatoren (niet-weergegeven). De montagerails 2 maken deel uit van een frame, en zijn onderling verbonden en gefixeerd door toepassing van één of meerdere liggers 35. Een onderwand 36, een bovenwand 37, en beide zijwanden 38 van de behuizing 30 zijn in hoofdzaak gesloten uitgevoerd in dit uitvoeringsvoorbeeld, waardoor een behuizing rondom in hoofdzaak gesloten is 25 uitgevoerd ter bescherming van de elektronische apparatuur.
Figuur 4 toont een vooraanzicht op een systeem 14 omvattende meerdere behuizingen 7a, 7b overeenkomstig de uitvinding, waarbij iedere behuizing 7a, 7b kan worden gevormd door een in figuur 3 getoonde behuizing 30. Het systeem 14 omvat een 30 gangpad 15 en aan weerszijden van het gangpad 15 gerangschikte behuizingen 7a, 7b voorzien van elektronische apparatuur. De behuizing 7a, 7b is bij voorkeur van het type zoals getoond in figuur 3. De indeling van de behuizingen 7a, 7b met elektronische apparatuur kan daarbij onderling afwijken. De behuizingen 7a, 7b zijn met een toevoerzijde naar het gangpad 15 gekeerd. Het gangpad 15 is ruim genoeg voor 10 personen om door het gangpad 15 te kunnen lopen, waardoor personen zich eenvoudig toegang te kunnen verschaffen tot de behuizingen 7a 7b. Het gangpad 15 is in hoofdzaak afgesloten uitgevoerd en - doorgaans aan een buitenzijde voorzien van een luchtbehandelende eenheid 16 voor het conditioneren van de temperatuur en bij 5 voorkeur tevens de luchtvochtigheid van middels een ventilator 17 in het gangpad te leiden lucht. Doorgaans zal de toegevoerde lucht relatief koud zijn, teneinde een koelend effect te realiseren. Derhalve is het doorgaans het meest voordelig om de ventilator 17 de relatief koude lucht van onderuit, doorgaans via een verhoogde vloer of leidingen (niet-weergegeven), in het gangpad 15 te blazen. Doordat het gangpad 15 in 10 hoofdzaak afgesloten is wordt de lucht geforceerd door de behuizingen 7a, 7b geleid voor het kunnen koelen van de elektronische apparatuur en via de afvoerzijde van de behuizingen 7a, 7b uit het systeem 14 geleid (zie pijlen). In figuur 4 is slechts een tweetal behuizingen 7a, 7b weergegeven die, onder tussenkomst van het gangpad 15, tegenover elkaar zijn gepositioneerd. Het is uiteraard tevens denkbaar om de 15 behuizingen 7a, 7b naast elkaar te positioneren en/of meer dan twee behuizingen 7a, 7b toe te passen die naast en/of tegenover elkaar zijn gepositioneerd. Doorgaans zal het in figuur 4 getoonde systeem met name in bedrijfsmatige omgevingen worden toegepast alwaar doorgaans een grote hoeveelheid elektronische apparatuur wordt toegepast die tezamen een aanzienlijke hoeveelheid warmte produceren. Het systeem overeenkomstig 20 de uitvinding maakt het mogelijk het koelen van de elektronische apparatuur efficiënter te laten verlopen, hetgeen vanuit energetisch alsook economisch oogpunt voordeliger is dan voorheen.
Figuur 5 toont een vooraanzicht op een detail van een behuizing 16 overeenkomstig de 25 uitvinding, in het bijzonder van het type zoals getoond in figuur 3. In het bijzonder is een vooraanzicht getoond op een hoek van de behuizing 16 die zich linksonder bevindt. Het aanzicht volgens figuur 5 toont meerdere montagesamenstellen 17a, 17b, 17c, 17d overeenkomstig de uitvinding, waarbij ieder montagesamenstel 17a, 17b, 17c, 17d een montagerail 18a, 18b, 18c, 18d omvat voorzien van een gatenpatroon 19a, 19b, 19c, 19d 30 waarachter een schuimstrip 20a, 20b of een folie 20c, 20d is geplaatst ter afdichting van het gatenpatroon 19a, 19b, 19c, 19d. Het rechts getoonde montagesamenstel 17b is ingericht voor montage van een 19 inch montagestijl 21 voor het ophangen van elektronische apparatuur. In figuur 6 wordt een perspectivisch aanzicht op een onderste deel van de behuizing 16 volgens figuur 5 getoond, waarin duidelijk zichtbaar is dat de 11 gatenpatronen 19a, 19b, 19c, 19d zijn aangebracht in een bovenzijde van de bijbehorende montagerails 18a, 18b, 18c, 18d. In figuur 6 is getoond dat ook een voorzijde is voorzien van de montagesamenstel 17a overeenkomstig de uitvinding. Door afdichting van de gatenpatronen 19a, 19b, 19c, 19d kan de behuizing 16 relatief 5 luchtdicht worden gemaakt, waardoor zoveel mogelijk door de behuizing stromende, koelende lucht door en/of langs in de behuizing opgehangen elektronische apparatuur (niet-weergegeven) wordt geleid, hetgeen koeling van de apparatuur ten goede komt.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en 10 beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

Claims (23)

1. Montagesamenstel voor toepassing in een behuizing voor elektronische apparatuur, omvattende: 5. ten minste één, in het bijzonder langwerpige, montagerail welke, in het bijzonder in langsrichting, is voorzien van een gatenpatroon voor doorvoer van mechanische bevestigingselementen, in het bijzonder schroeven, voor het bevestigen van constructieve elementen aan de montagerail, en ten minste één tegen de ten minste ene montagerail aangelegen afschermelement 10 voor het in hoofdzaak afdekken van het gatenpatroon, waarbij het ten minste ene afschermelement penetreerbaar is voor de mechanische bevestigingselementen.
2. Montagesamenstel volgens conclusie 1, waarbij het ten minste ene afschermelement is gepositioneerd tegen een achterzijde van de montagerail. 15
3. Montagesamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het ten minste ene afschermelement is gefixeerd ten opzichte van de montagerail.
4. Montagesamenstel volgens conclusie 3, waarbij het ten minste ene 20 afschermelement is verlijmd met de montagerail.
5. Montagesamenstel volgens conclusie 3 of 4, waarbij het montagesamenstel ten minste één borgelement omvat voor het borgen van het ten minste ene afschermelement ten opzichte van de ten minste ene montagerail. 25
6. Montagesamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene afschermelement gelijktijdig meerdere gaten van een montagerail afdekt.
7. Montagesamenstel volgens conclusie 6, waarbij het afschermelement alle gaten 30 van een montagerail in hoofdzaak volledig afdekt.
8. Montagesamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene afschermelement ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit een in hoofdzaak flexibel materiaal.
9. Montagesamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene afschermelement ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit een in hoofdzaak star materiaal. 5
10. Montagesamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene afschermelement ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit een in hoofdzaak brandwerend materiaal.
11. Montagesamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene afschermelement ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit een schuim.
12. Montagesamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene afschermelement ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit een folie. 15
13. Montagesamenstel volgens conclusie 11 en 12, waarbij het ten minste ene afschermelement een ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit een laminaat omvattende: ten minste één schuim en ten minste één folie.
14. Montagesamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het montagesamenstel een door onderling verbonden montagerails gevormd draagframe voor elektronische apparatuur omvat, waarbij het gatenpatroon van meerdere montagerails in hoofdzaak is afgeschermd door ten minste één afschermelement.
15. Montagesamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het montagesamenstel ten minste één mechanisch bevestigingselement, in het bijzonder een schroef, omvat, welk mechanische bevestigingselement samenwerkt met ten minste één gat van ten minst één montagerail, waarbij een deel van het mechanische bevestigingselement ten minste één afschermelement ten minste gedeeltelijk penetreert. 30
16. Behuizing voor elektronische apparatuur, omvattende ten minste één montagesamenstel volgens een der voorgaande conclusies.
17. Behuizing volgens conclusie 16, waarbij de behuizing een toevoerzijde en een afvoerzijde voor een luchtstroom omvat, waarbij het montagesamenstel een deel van de toevoerzijde van de behuizing vormt.
18. Behuizing volgens conclusie 17, waarbij de toevoerzijde in hoofdzaak gesloten is uitgevoerd en slechts is voorzien ten minste één opneemopening voor een elektronisch apparaat.
19. Behuizing volgens een der conclusies 16-18, waarbij de behuizing ten minste 10 één elektronisch apparaat omvat dat is in hoofdzaak in de behuizing is bevestigd aan ten minste één montagesamenstel.
20. Behuizing volgens conclusie 19, waarbij het elektronisch apparaat is voorzien van ten minste één doorvoer voor een koelende luchtstroom. 15
21. Behuizing volgens een der conclusies 16-20, waarbij de behuizing ten minste één ventilator omvat voor het genereren van een door de elektronische apparatuur te leiden luchtstroom.
22. Behuizing volgens een der conclusies 16-21, waarbij de behuizing ten minste één deur omvat voor het door de behuizing volledig kunnen laten omsluiten van in de behuizing opgenomen elektronische apparatuur.
23. Systeem omvattende: 25. een gangruimte, - meerdere behuizingen volgens een der conclusies 16-22, waarbij de toevoerzijde van iedere behuizing grenst aan de gangruimte, en - ten minste één ventilator voor het opwekken van een via de gangruimte door de behuizingen te leiden luchtstroom. 30
NL2008988A 2012-05-08 2012-06-12 Montagesamenstel voor toepassing in een behuizing voor elektronische apparatuur, en een dergelijk montagesamenstel omvattende behuizing. NL2008988C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008988A NL2008988C2 (nl) 2012-05-08 2012-06-12 Montagesamenstel voor toepassing in een behuizing voor elektronische apparatuur, en een dergelijk montagesamenstel omvattende behuizing.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008770A NL2008770C2 (nl) 2012-05-08 2012-05-08 Montagesamenstel voor toepassing in een behuizing voor elektronische apparatuur, en een dergelijk montagesamenstel omvattende behuizing.
NL2008770 2012-05-08
NL2008988 2012-06-12
NL2008988A NL2008988C2 (nl) 2012-05-08 2012-06-12 Montagesamenstel voor toepassing in een behuizing voor elektronische apparatuur, en een dergelijk montagesamenstel omvattende behuizing.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2008988C2 true NL2008988C2 (nl) 2013-11-11

Family

ID=50190969

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2008770A NL2008770C2 (nl) 2012-05-08 2012-05-08 Montagesamenstel voor toepassing in een behuizing voor elektronische apparatuur, en een dergelijk montagesamenstel omvattende behuizing.
NL2008988A NL2008988C2 (nl) 2012-05-08 2012-06-12 Montagesamenstel voor toepassing in een behuizing voor elektronische apparatuur, en een dergelijk montagesamenstel omvattende behuizing.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2008770A NL2008770C2 (nl) 2012-05-08 2012-05-08 Montagesamenstel voor toepassing in een behuizing voor elektronische apparatuur, en een dergelijk montagesamenstel omvattende behuizing.

Country Status (1)

Country Link
NL (2) NL2008770C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2021198206A1 (en) 2020-03-31 2021-10-07 Minkels B.V. A sheet metal part for use in a housing for accommodating devices such as electrical, electronic and optical devices

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2021198206A1 (en) 2020-03-31 2021-10-07 Minkels B.V. A sheet metal part for use in a housing for accommodating devices such as electrical, electronic and optical devices
NL2025247B1 (en) 2020-03-31 2021-10-22 Legrand France A sheet metal part for use in a housing for accommodating devices such as electrical, electronic and optical devices

Also Published As

Publication number Publication date
NL2008770C2 (nl) 2013-11-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10674634B2 (en) Electronic equipment enclosure
US20120049706A1 (en) Air Flow Management Enclosure
US8310832B2 (en) Side-exhaust cooling system for rack mounted equipment
US20100141105A1 (en) Thermal Management Cabinet for Electronic Equipment
US8405984B2 (en) Exhaust air duct with adjustable filler panel assemblies
US5747734A (en) Universal modular housing system
US10251314B1 (en) Datacenter aisle containment structure
US9145677B2 (en) Electromagnetic lock drop ceiling for aisle containment system and method
US20100319986A1 (en) Modular vented circuit board enclosure
US20130300266A1 (en) Modular Containment System
CA2531936A1 (en) Air distribution arrangement for rack-mounted equipment
US10455741B2 (en) Rack enclosure with perforations for cooling
NL2008988C2 (nl) Montagesamenstel voor toepassing in een behuizing voor elektronische apparatuur, en een dergelijk montagesamenstel omvattende behuizing.
EP3402318A1 (en) 4-post rack with integrated intake/exhaust regions
US20140137500A1 (en) Method and apparatus for cover for enclosure and enclosure having cover
US8708164B2 (en) Internal seals for server racks
TW201401989A (zh) 伺服器機架
US6893091B1 (en) Side-vented enclosure and telescoping rail system
NL2006026C2 (en) Housing for electrical equipment.
JP5258047B2 (ja) ラック間通路遮へい構造
BR102014027666A2 (pt) rack para servidores e periféricos de rede, com sistema de montagem ajustável/parcial entre partes e sistema de montagem modular entre os racks
BRMU9100269U2 (pt) disposiÇço construtiva aplicada em gabinete