NL2008984C2 - Inrichting voor het aanbrengen van een tape op een ondergrond. - Google Patents

Description

Inrichting voor het aanbrengen van een tape op een ondergrond

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van een tape op een ondergrond, in het bijzonder voor het aanbrengen van een gaastape op 5 een ondergrond van gipsplaat, zoals een gipsplaten wand of plafond.

Voor het aanbrengen van tape zijn diverse inrichtingen bekend, in het bijzonder voor het aanbrengen van tape op verpakkingen. Dergelijke inrichtingen omvatten doorgaans een houder voor een rol tape, een geleider voor het geleiden van de tape terwijl deze 10 over een ondergrond wordt bewogen, en een mes, waarmee de tape door het maken van een draaibeweging met de inrichting kan worden afgesneden.

Dergelijke inrichtingen komen van pas voor hun primaire doel om verpakkingen dicht te plakken, maar blijken minder geschikt voor het aanbrengen van tape op andere 15 ondergronden, zoals gipswanden, of ten behoeve van werkzaamheden af te plakken muren of soortgelijke ondergronden. In het bijzonder zijn zij ongeschikt om een tape aan te brengen op zonder hulpmiddelen onbereikbare locaties, zoals plafonds en hoge delen van muren.

20 Het is daarom een doel van de onderhavige uitvinding om een inrichting te verschaffen die de bovengenoemde nadelen althans gedeeltelijk opheft, danwel een bruikbaar alternatief te bieden.

De uitvinding betreft daartoe een inrichting voor het aanbrengen van een tape op een 25 ondergrond, omvattende een frame, een met het frame verbonden houder, zoals een rol, voor de tape, een geleider, voor het vanaf de houder in een baan geleiden van de tape, en een mes, dat ten opzichte van het frame beweegbaar is tussen een eerste positie waarin het zich buiten de baan van de tape bevindt en een tweede positie waarin het de baan van de tape doorsnijdt.

30

Het beweegbare mes maakt het mogelijk de tape te snijden zonder daarbij de gehele inrichting te hoeven verdraaien. Hierdoor wordt het aantal situaties en mogelijkheden waarin de inrichting bruikbaar is in vergelijk met een conventionele inrichting voor het aanbrengen van tape aanzienlijk vergroot. De inrichting kan nu naar een eindpositie 2 worden gebracht, al tape aanbrengend op de ondergrond, en op de eindpositie kan het mes van de eerste naar de tweede positie worden bewogen.

De geleider kan een aan een uiterste zijde van het frame opgesteld eerste geleiderdeel en 5 een tweede geleiderdeel omvatten, voor het daartussen doen uitstrekken van de baan van de tape. Door van twee geleiderdelen gebruik te maken kan de tape tussen de twee plekken waar deze langs de geleiderdelen gevoerd wordt strak getrokken worden, hetgeen het doorsnijden vereenvoudigt.

10 Het eerste en/of tweede geleiderdeel kan een (al dan niet gekromde) plaat of een stang of bus, maar bijvoorbeeld ook een rol omvatten. Hierdoor ondervindt de tape een minimale wrijfweerstand, en kan deze eenvoudig op een ondergrond worden aangebracht.

15 Ten behoeve van het aanbrengen van tape in de vorm van gaas ten behoeven van het stucen van gipswanden of plafonds, zijn de eerste en tweede tapegeleider bij voorkeur ten minste 5 cm breed. De praktijk wijst uit dat smallere tapegeleiders de tape niet goed doen aanhechten op de randen van gipsplaat naast een te bedekken sleuf. Bij een aanzienlijk grotere breedte dan 5 centimeter, kan de tape evenmin optimaal meer 20 aangedrukt worden, omdat de geleider de tape dan niet meer de aandrukt in de sleuf. De breedte van het mes is daartoe bij voorkeur eveneens ten minste 5 cm breed, en bij voorkeur net iets breder dan de te gebruiken tapesoort.

In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting een veerelement voor het in rust naar de 25 eerste positie dringen van het mes. Daarbij is de door de veer opgewekte kracht bij voorkeur groter dan de voor het op een ondergrond aanbrengen van de tape benodigde drukkracht. De inrichting kan dan worden gebruikt voor het aanbrengen van een tape door deze met een beperkte druk op over de ondergrond te verrollen of te verschuiven, en het vervolgens snijden van de tape door de inrichting dan met een grotere kracht 30 tegen de ondergrond te drukken.

Voor een eenvoudige bediening op afstand kan de inrichting een overbrenging omvatten voor het op afstand bedienen van het mes tussen de eerste en tweede positie, welke overbrenging in het bijzonder voorzien kan zijn van een koppelmiddel voor een stok.

3

Op deze manier kan de tape worden aangebracht door de inrichting met behulp van de stok met een eerste aandrukkracht, voldoende om de tape te doen aanhechten, langs de ondergrond te bewegen, en afgesneden worden door de stok met een hogere kracht, voldoende om het mes te bewegen, tegen de ondergrond te drukken. Het gebruik van 5 een stok of steel maakt tevens dat er niet meer gebukt hoeft te worden of dat er een trap gebruikt hoeft te worden voor kleine hoogtes.

Voor een robuuste en eenvoudig te vervaardigen constructie kan het frame ten minste gedeeltelijk gestanst worden uit een metaalplaat. Het frame kan daarbij ten behoeve van 10 de veiligheid zodanig zijn vormgegeven dat het het mes ten minste op de eerste positie omsluit. In het geval van een uit metaalplaat gestanst frame kan de metaalplaat voorzien zijn van een uitkraging, voor het omsluiten van het mes.

Wanneer een tape is afgesneden kan deze de neiging hebben van het eerste en/of tweede 15 geleiderdeel af te vallen, waardoor een extra handeling vereist is om de tape weer in de juiste positie te brengen. Om de noodzaak tot deze handeling te voorkomen kan een aanslag worden voorzien, voor het opvangen van een met de rol verbonden eind van een doorgesneden tape.

20 Ook is het mogelijk om het mes roteerbaar op te stellen, voor het aanpassen van het snijvlak aan een van de tape te voorziene ondergrond. Het mes kan zich dan tijdens het uitoefenen van een kracht of druk voor de snijbeweging zetten naar de ondergrond.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de navolgende figuren. Hierin 25 toont: • Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding; • Figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een detail van de uitvinding; en • Figuur 3 het toepassen van de uitvinding voor het aanbrengen van een tape.

30 Figuur 1 toont een inrichting 1 voor het aanbrengen van een tape op een ondergrond, met een frame 2, een met het frame verbonden houder 3, gevormd door een rol, voor de tape (niet afgebeeld), een geleider, voor het vanaf de houder in een baan geleiden van de tape, gevormd door het eerste geleiderdeel 4a en een tweede geleiderdeel 4b, beide gevormd door een rol, en een mes 5, ten opzichte van het frame 2 beweegbaar tussen 4 een eerste positie (getoond) waarin het zich buiten de baan van de tape bevindt; en een tweede positie (niet getoond) waarin het de baan van de tape doorsnijdt. Het eerste en tweede geleiderdeel zijn ten minste 5 cm breed 10. Voorts is veerelement 8 zichtbaar, dat dient voor het in rust naar de eerste positie dringen van het mes 5. Het mes 5 is 5 aangebracht op een overbrenging 9 voor het op afstand bedienen van het mes tussen de eerste en tweede positie. Om het verplaatsen van het mes soepel te laten verlopen en te voorkomen dat er frictie optreedt is er een geleideblok 15 geplaatst, dat bijvoorbeeld in nylon uitgevoerd kan worden. Ook kan een bus 19, die voorzien is voor het geleiden van de overbrenging, roteerbaar worden opgesteld.

10

Voorts is zichtbaar dat er in het frame 2 een sleuf 16 is voorzien, waardoor een met de overbrenging 9 verbonden nok 17 beweegt tijdens het bewegen van de overbrenging.

De lengte van de sleuf 16 bepaalt de slag die de overbrenging kan maken. In een voorkeursuitvoeringsvorm is die zodanig gekozen, dat het mes een van tape te 15 voorziene ondergrond juist niet raakt, wanneer de inrichting onder een hoek van tussen de 40 en 50, en in het bijzonder ongeveer 45 graden staat met de ondergrond. Met name in hoeken, zoals weergegeven in figuur 3c, leidt dit tot voorkoming van beschadiging van de ondergrond door het mes.

20 De uitkraging 18, waaraan de rolhouder 3 gemonteerd is, is dusdanig geplaatst dat de rol de ondergrond niet raakt en de gebruiker niet hindert bij het aanbrengen van de tape.

De overbrenging wordt in detail getoond in figuur 2, en is voorzien van een koppelmiddel 12 voor een stok.

25

Te zien is voorts in de figuur hoe het frame 2 het mes 5 op de getoonde eerste positie omsluit, doordat de metaalplaat voorzien is van een uitkraging 7, voor het omsluiten van het mes, en dat de inrichting voorzien is van een aanslag 6, voor het opvangen van een met de rol 3 verbonden eind van een doorgesneden tape. Tenslotte is zichtbaar in figuur 30 1 dat het mes roteerbaar is opgesteld rond een rotatiepunt 11, voor het aanpassen van het snijvlak aan een van de tape te voorziene ondergrond.

Figuur 2 toont de overbrenging 9 van de inrichting 1 uit figuur 1 voor het op afstand bedienen van het mes tussen de eerste en tweede positie. De overbrenging is voorzien 5 van een koppelmiddel voor een stok, en het mes is roteerbaar opgesteld rond een rotatiepunt 11, voor het aan het de van tape te voorziene ondergrond aanpassen van de rotatiehoek alpha.

5 Figuur 3 toont de inrichting 1 uit figuren 1 en 2 tijdens gebruik. In situatie A is de tape 13 op een ondergrond 14 (in dit geval een plafond) aangebracht. De inrichting 1 steunt met geleiderdeel 4a af op de ondergrond 14, en de tape hecht zich daaraan. Het mes bevindt zich in de eerste positie.

10 In situatie B is de tape 13 met behulp van de inrichting 1 verder afgerold, en steunt de inrichting met zowel geleidedeel 4a als geleidedeel 4b af op de ondergrond. Het mes bevindt zich nog steeds in de eerste positie.

In situatie C is de tape 13 met behulp van de inrichting 1 afgerold tot de gewenste 15 lengte, en is het mes door het uitoefenen van een kracht F naar de tweede positie gebracht, waardoor de tape is doorgesneden. Het niet op de ondergrond 14 aangebrachte deel van de tape 13 rust op aanslag 6, en kan daardoor snel weer in positie gebracht worden voor het aanbrengen van een volgende strook tape.

20

Claims (18)

1. Inrichting voor het aanbrengen van een tape op een ondergrond, omvattende: - een frame, 5. een met het frame verbonden houder, zoals een rol, voor de tape; - een geleider, voor het vanaf de houder in een baan geleiden van de tape; - een mes, ten opzichte van het frame beweegbaar tussen: - een eerste positie waarin het zich buiten de baan van de tape bevindt; en - een tweede positie waarin het de baan van de tape doorsnijdt. 10

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de geleider een aan een uiterste zijde van het frame opgestelde eerste geleiderdeel en een tweede geleiderdeel omvat, voor het daartussen doen uitstrekken van de baan van de tape.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste en/of tweede geleiderdeel een rol omvat.

4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste of tweede geleiderdeel ten minste 5 cm breed zijn. 20

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een veerelement voor het in rust naar de eerste positie dringen van het mes.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de door de veer opgewekte kracht groter 25 is dan de voor het op een ondergrond aanbrengen van de tape benodigde drukkracht.

7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een overbrenging voor het op afstand bedienen van het mes tussen de eerste en tweede positie. 30

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de overbrenging voorzien is van een koppelmiddel voor een stok.

9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een deel van het frame gestanst is uit een metaalplaat.

10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het frame het mes 5 ten minste op de eerste positie omsluit.

11. Inrichting volgens conclusies 9 en 10, waarbij de metaalplaat voorzien is van een uitkraging, voor het omsluiten van het mes.

12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een aanslag, voor het opvangen van een met de rol verbonden eind van een doorgesneden tape.

13. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het mes roteerbaar is opgesteld, voor het aanpassen van het snijvlak aan een van de tape te voorziene 15 ondergrond.

14. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, voorzien van een geleideblok voor het geleiden van de overbrenging, zoals een nylon geleideblok.

15. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het frame een sleuf omvat voor het geleiden van een met de overbrenging verbonden nokvoor het bepalen van de slag die de overbrenging kan maken.

16. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij de slag zodanig is gekozen, dat het mes een 25 van tape te voorziene ondergrond juist niet raakt, wanneer de inrichting onder een hoek van tussen de 40 en 50, en in het bijzonder ongeveer 45 graden staat met de ondergrond.

17. Werkwijze voor het aanbrengen van een tape op een ondergrond, omvattende: - het over een baan tussen een eerste geleidedeel en een tweede geleidedeel doen uitstrekken van de tape; - het langs de ondergrond bewegen van de baan tape; 5. het snijden van de tape door een mes door de baan tape te bewegen, dwars op de richting waarop de tape zich uitstrekt.

18. Werkwijze voor het aanbrengen van een tape op een ondergrond, omvattende het met behulp van een inrichting volgens conclusies 1-13 aanbrengen van de tape. 10