NL2007803C2 - Stimulatiesamenstel. - Google Patents

Description

NLP189687A

Stimulatiesamenstel

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op stimulatiesamenstel ter ondersteuning bij het insemineren van vee, in het 5 bijzonder een stimulatiesamenstel ter ondersteuning bij het insemineren van zeugen.

Bekend is een stimulatiesamenstel ter ondersteuning bij het insemineren van zeugen omvattende een veerkrachtige beugel. De beugel wordt klemmend op een zeug 10 aangebracht, waarna de beugel een constante aandrukkracht uitoefent op de flanken van de zeug. Door de aandrukkracht wordt de sta-reflex van de zeug gestimuleerd, hetgeen de opname van sperma tijdens het insemineren kan bevorderen.

De constante aandrukkracht levert een min of meer 15 statische situatie op, waarbij de sta-reflex door gewenning van de zeug na verloop van tijd zou kunnen af nemen. Een oplossing hiervoor is een elektrisch aangedreven stimulatiesamenstel, waarbij de beugel is voorzien van een rugdeel en scharnierend aan het rugdeel gekoppelde flankdelen. De 20 flankdelen worden vanaf het rugdeel door elektrisch aangedreven armen heen- en weergaand bewogen teneinde de door de flankdelen op de flanken van de zeug uitgeoefende drukkracht te variëren. Door de variatie in de drukkracht kan een meer natuurlijke stimulatie van de zeug worden verzorgd waarbij 2 de sta-reflex ook over langere tijd in stand wordt gehouden.

Het bekende elektrisch aangedreven stimulatiesa-menstel is echter gevoelig voor storingen tengevolge van de omstandigheden in de stal. Er kan zich bijvoorbeeld vuil 5 ophopen tussen de armen en de scharnierpunten van het stimu-latiesamenstel, waardoor de onderdelen sneller slijten, geluidsoverlast geven of kapot gaan. Daarnaast kan er vocht of vuil in de elektrische componenten komen, hetgeen kan leiden tot uitval van het stimulatiesamenstel.

10 Het is een doel van de uitvinding om een stimu latiesamenstel te verschaffen, waarbij haperingen van het stimulatiesamenstel tengevolge van vuil of water kunnen worden tegengegaan.

15 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding verschaft vanuit een eerste aspect een stimulatiesamenstel ter ondersteuning bij het insemine-ren van vee, in het bijzonder bij het insemineren van een 20 zeug, omvattende een beugel voorzien van een eerste flank-deel, een tweede flankdeel en een rugdeel dat de flankdelen in hoofdzaak op vaste afstand van elkaar houdt, waarbij de flankdelen en het rugdeel een opneemruimte binnen de beugel bepalen voor het daarbinnen opnemen van vee, waarbij het 25 rugdeel en de flankdelen in geplaatste toestand van het stimulatiesamenstel op het vee tegenover respectievelijk de rug en flanken van het vee gelegen zijn, waarbij het stimulatiesamenstel aan de naar de opneemruimte gerichte zijde van de beugel is voorzien van een luchtkussen dat is inge-30 richt om gekoppeld te worden met een externe luchtbron, waarbij het luchtkussen in een eerste stand een eerste volume binnen de beugel inneemt en in een tweede stand een tweede volume binnen de beugel inneemt dat groter is dan het eerste volume.

35 Het opblazen van het luchtkussen vindt pneumatisch plaats door de toevoer van lucht vanuit de externe luchtbron. De met brandstof of elektriciteit aangedreven externe 3 luchtbron kan op een schone, externe locatie geplaatst worden die minder gevoelig is voor storingen. Het aantal storingsgevoelige elektrische componenten in het stimulatie-samenstel kan hierdoor worden teruggedrongen.

5 In een uitvoeringsvorm is het luchtkussen inge richt in de tweede stand aan te liggen tegen en een druk-kracht uit te oefenen op de flanken van het vee. De druk-kracht kan de sta-reflex van het vee stimuleren. Hierdoor kan het sperma dat tijdens het insemineren in het vee wordt 10 ingebracht beter door het vee worden opgenomen.

In een uitvoeringsvorm is het luchtkussen via een drukwisselinrichting met de luchtbron gekoppeld, waarbij de drukwisselinrichting de lucht vanuit de luchtbron pulserend doorlaat naar het luchtkussen. Het pulserend doorlaten van 15 lucht door de drukwisselinrichting veroorzaakt een variatie in drukkracht die een verdere, meer natuurlijke stimulatie van het vee kan verzorgen hetgeen het opnemen van het sperma kan bevorderen. De variatie in drukkracht kan een continue prikkel aan het vee afgeven teneinde de sta-reflex in stand 20 te houden.

In een uitvoeringsvorm omvat het luchtkussen een eerste luchtkussendeel en een tweede luchtkussendeel die zijn bevestigd aan de naar de opneemruimte gerichte zijden van respectievelijk het eerste flankdeel en het tweede 25 flankdeel. Met behulp van het eerste luchtkussendeel en het tweede luchtkussendeel kan op beide flanken van het vee een aandrukkracht worden uitgeoefend.

In een uitvoeringsvorm omvat het luchtkussen een derde luchtkussendeel dat is bevestigd aan de naar de op-30 neemruimte gerichte zijde van het eerste rugdeel. Met behulp van het derde luchtkussendeel kan de beugel comfortabel aanliggen tegen de rug van het vee.

In een uitvoeringsvorm vormen de luchtkussendelen afzonderlijke luchtkamers. Elke luchtkamer kan afzonderlijk 35 worden voorzien van lucht vanuit de luchtbron.

In een uitvoeringsvorm vormen de luchtkussendelen een enkele aaneengesloten luchtkamer. Door lucht te blazen 4 in de enkele luchtkamer kunnen alle luchtkussendelen gelijktijdig worden voorzien van lucht.

In een uitvoeringsvorm vormt het rugdeel een starre verbinding tussen het eerste flankdeel en het tweede 5 flankdeel. Hierdoor is de afstand tussen het eerste flankdeel en het tweede flankdeel bepaald en kan het luchtkussen vanaf de flankdelen drukkracht uitoefenen op het vee zonder dat de flankdelen tengevolge van de reactiekracht buitenwaarts verplaatsen.

10 In een uitvoeringsvorm is de drukwisselinrichting een luchtregelventiel of een pulsator. Het luchtregelventiel of de pulsator kan de luchtstroom vanuit de luchtbron naar het luchtkussen automatisch in een voorafbepaalde frequentie pulserend doorlaten en onderbreken en kan tussen de pulsen 15 door lucht laten wegvloeien uit het door de pulsen op druk gebrachte luchtkussen.

In een uitvoeringsvorm is de luchtbron een persluchtbron. De persluchtbron is over het algemeen onderdeel van een standaarduitrusting in een stal en kan een pers-20 luchtstroom met voldoende luchtdruk aanleveren aan het stimulatiesamenstel voor het opblazen van het luchtkussen tot in de tweede stand.

De uitvinding verschaft vanuit een tweede aspect een werkwijze voor het insemineren van vee, in het bijzonder 25 voor het insemineren van een zeug, met ondersteuning van een stimulatiesamenstel, waarbij het stimulatiesamenstel een beugel omvat die is voorzien van een eerste flankdeel, een tweede flankdeel en een rugdeel dat de flankdelen in hoofdzaak op afstand van elkaar houdt, waarbij de flankdelen en 30 het rugdeel een opneemruimte binnen de beugel bepalen voor het daarbinnen opnemen van vee, waarbij het stimulatiesamenstel aan de naar de opneemruimte gerichte zijde van de beugel is voorzien van een luchtkussen dat is ingericht om gekoppeld te worden met een externe luchtbron, waarbij de 35 werkwijze de stappen omvat van het plaatsen van de beugel van het stimulatiesamenstel op het vee met het rugdeel en de flankdelen tegenover respectievelijk de rug en flanken van 5 het vee, waarbij het luchtkussen in een eerste stand een eerste volume binnen de beugel inneemt, het vanuit de luchtbron doorlaten van lucht naar het luchtkussen zodanig, dat het luchtkussen ten opzichte van de eerste stand in volume 5 toeneemt tot een tweede stand waarin het luchtkussen een tweede volume binnen de beugel inneemt dat groter is dan het eerste volume.

Het opblazen van het luchtkussen vindt pneumatisch plaats door de toevoer van lucht vanuit de externe lucht-10 bron. De met brandstof of elektriciteit aangedreven externe luchtbron kan op een schone, externe locatie geplaatst worden die minder gevoelig is voor storingen. Het aantal storingsgevoelige elektrische componenten in het stimulatie-samenstel kan hierdoor worden teruggedrongen.

15 In een uitvoeringsvorm is het luchtkussen in de tweede stand in aanliggend contact met en oefent het luchtkussen een drukkracht uit op de flanken van het vee. De drukkracht kan de sta-reflex van het vee stimuleren. Hierdoor kan het sperma dat tijdens het insemineren in het vee 20 wordt ingebracht beter door het vee worden opgenomen.

In een uitvoeringsvorm is het luchtkussen via een drukwisselinrichting met de luchtbron gekoppeld, waarbij de werkwijze verder de stappen omvat van het met de drukwisselinrichting pulserend doorlaten van de lucht vanuit de lucht-25 bron naar het luchtkussen en het tussen de pulsen door via een uitgang laten wegvloeien van de lucht uit het luchtkussen. Het pulserend doorlaten van lucht door de drukwisselinrichting veroorzaakt een variatie in drukkracht die een verdere, meer natuurlijke stimulatie van het vee kan verzor-30 gen hetgeen het opnemen van het sperma kan bevorderen. De variatie in drukkracht kan een continue prikkel aan het vee afgeven teneinde de sta-reflex in stand te houden.

In een uitvoeringsvorm keert het luchtkussen tijdens het laten wegvloeien van de lucht uit het luchtkus-35 sen in de richting van de eerste stand van het luchtkussen terug. Het laten wegvloeien van de lucht en daarmee de druk vanuit het luchtkussen veroorzaakt een variatie in druk- 6 kracht die een verdere, meer natuurlijke stimulatie van het vee kan verzorgen hetgeen het opnemen van het sperma kan bevorderen. De variatie in drukkracht kan een continue prikkel aan het vee afgeven teneinde de sta-reflex in stand 5 te houden.

In een uitvoeringsvorm blijft het luchtkussen tussen de pulsen van de drukwisselinrichting door in aanliggend contact met de flanken van het vee, waarbij elke door de drukwisselinrichting afgegeven puls een variatie bewerk-10 stelligt in de drukkracht die het luchtkussen op de flanken van het vee uitoefent. Deze variatie in drukkracht verzorgt een verdere, meer natuurlijke stimulatie van de zeug bij het opnemen van het sperma. Bovendien verschaft een pulserende variatie in drukkracht een continue prikkel aan de zeug 15 teneinde de sta-reflex in stand te houden. Met 'tussen de pulsen van de drukwisselinrichting door' wordt de tijd tussen de pulsen bedoeld wanneer de drukwisselinrichting in gebruik is ter stimulatie van het vee, ofwel in hoofdzaak reguliere pulsen afgeeft. Bij het uitschakelen van het 20 stimulatiesamenstel zal het luchtkussen tengevolge van het langdurig wegvloeien van lucht terugkeren naar de eerste stand van het luchtkussen en het aanliggend contact met de flanken van het vee verbreken. Wanneer het stimulatiesamenstel tot in de eerste stand is teruggekeerd kan het stimula-25 tiesamenstel vervolgens eenvoudig worden afgenomen.

In een uitvoeringsvorm is het stimulatiesamenstel voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

30 In een uitvoeringsvorm is de werkwijze voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

De in deze beschrijving en conclusies van de 35 aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die 7 afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

5

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde schematische tekeningen 10 weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: figuur 1 een isometrisch aanzicht van een stimulatiesamenstel, in aangebrachte toestand op een zeug, volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 een vooraanzicht van het stimulatiesamen-15 stel volgens figuur 1; figuur 3 een bovenaanzicht in dwarsdoorsnede van het stimulatiesamenstel volgens de lijn III-III in figuur 2; en figuur 4 een vooraanzicht van een alternatief 20 stimulatiesamenstel volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

25 Figuren 1-3 tonen een stimulatiesamenstel 1 ter ondersteuning bij het insemineren van vee, in het bijzonder bij het insemineren van zeugen 40, volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Zoals in figuur 1 is weergegeven omvat het stimu-30 latiesamenstel 1 een kunststof of metalen beugel 2 die als een zadel op de rug 41 en aan weerszijden van de flanken 42, 43 van een zeug 40 is geplaatst. Het stimulatiesamenstel 1 is aan de naar de zeug 40 gerichte binnenzijde van de beugel 2 voorzien van een luchtkussen 6 voor het uitoefenen van 35 druk op de flanken 42, 43 en de rug 41 van de zeug 40. Het stimulatiesamenstel 1 omvat verder een van de beugel 2 opstaande houder 11 en een aan de houder 11 bevestigd infuus 8 12 voor het houden van sperma.

Zoals in figuur 2 in vooraanzicht is weergegeven bezit de beugel 2 een omgekeerde U-vorm. De beugel 2 omvat een eerste flankdeel 3, een zich in hoofdzaak evenwijdig aan 5 het eerste flankdeel 3 uitstrekkend tweede flankdeel 4 en een rugdeel 5 dat het eerste flankdeel 3 en het tweede flankdeel 4 op afstand van elkaar houdt. De verbinding tussen de flankdelen 3, 4 en het rugdeel 5 is bij voorkeur star, zodat de afstand tussen de flankdelen 3, 4 in hoofd- 10 zaak constant blijft. Het eerste flankdeel 3, het tweede flankdeel 4 en het rugdeel 5 bepalen een opneemruimte 30 binnen de beugel waarin de zeug 40 past. De afstand tussen de flankdelen 3, 4 is groter dan de flankbreedte F tussen de flanken 42, 43 van de zeug, zodat beugel 2 eenvoudig en met 15 speling tussen de flankdelen 3, 4 van de beugel 2 en de flanken 42, 43 van de zeug 40 op de zeug 40 geplaatst kan worden.

Zoals in figuur 3 is weergegeven is de beugel 2 in dit voorbeeld ter plaatse van het eerste flankdeel 3 en het 20 tweede flankdeel 4 voorzien van een constante C-vormige dwarsdoorsnede die is voortgezet in het rugdeel 5. De beugel 2 omvat een buitenwand 23 en twee van de buitenwand 23 opstaande zijwanden 21, 22 die gezamenlijk een kanaal 24 vormen dat open is aan de naar de opneemruimte 30 gerichte 25 binnenzijde van de beugel 2.

Zoals in figuur 1, 2 en 3 is weergegeven is het luchtkussen 6 bevestigd in het kanaal 24, waar het opgesloten is tussen de zijwanden 21, 22 en de buitenwand 23 van de beugel 2. Het luchtkussen 6 is vervaardigd van een lucht- 30 dicht, elastisch of oprekbaar materiaal, zoals rubber, kunststof of textiel, dat een afgesloten luchtkamer 35 vormt. Het luchtkussen 6 omvat een eerste luchtkussendeel 31, een tweede luchtkussendeel 32 en een derde luchtkussendeel 33 langs de naar de opneemruimte gerichte binnenzijden 35 van respectievelijk het eerste flankdeel 3, het tweede flankdeel 4 en het rugdeel 5. De luchtkamer 35 strekt zich door het eerste, tweede en derde luchtkussendeel 31-33 uit 9 door het kanaal 24 van de beugel 2. De luchtkamer 35 is via een in een behuizing 7 van het rugdeel 5 opgenomen pneumatisch aangestuurde drukwisselaar, pulsator of luchtregelven-tiel 10 aangesloten op een persluchtleiding 9. De perslucht-5 leiding 9 is aangesloten op een niet weergegeven, externe persluchtbron in de veestal. Het luchtregelventiel 10 is ingericht voor het automatisch in een voorafbepaalde frequentie pulserend doorlaten en onderbreken van de persluchtstroom uit de persluchtleiding 9 naar de luchtkamer 35 en 10 het tussen de pulsen door geleidelijk laten wegvloeien van lucht uit de door de pulsen op druk gebrachte luchtkamer 35. Tijdens een puls van perslucht uit de persluchtleiding 9 wordt de luchtkamer 35 op een zodanige druk gebracht, dat het luchtkussen 6 in richtingen A, B, C uitzet vanuit het 15 kanaal 24 van de beugel 2 tot voorbij de zijwanden 21, 22 van de beugel 2, waardoor de opneemruimte 30 tussen de flankdelen 3, 4 en het rugdeel 5 wordt verkleind.

Zoals in figuur 1 is weergegeven strekt de van de beugel 2 opstaande houder 11 zich tot boven de achterkant 2 0 van de zeug 40 uit. Het infuus 12, dat aan de houder 11 is aangebracht, is voorzien van een flexibele slang 13 die kan worden ingebracht in het geslachtsdeel van de zeug 40, teneinde tengevolge van de zwaartekracht sperma vanuit het infuus 12 naar de zeug 40 over te kunnen brengen.

25 De werking van het stimulatiesamenstel 1 is hier onder uitgelegd aan de hand van de figuren 1-3.

In figuur 1 is de situatie weergegeven waarin de beugel 2 van het stimulatiesamenstel 1 op de zeug 4 0 is aangebracht. Bij het aanbrengen van het stimulatiesamenstel 30 1 op de zeug 40 houdt het luchtregelventiel 10 de persluchtstroom vanuit de persluchtleiding 9 tegen en heeft het luchtregelventiel 10 de lucht uit de luchtkamer 35 ten minste gedeeltelijk laten wegvloeien. Het volume van het luchtkussen 6 neemt af waardoor het luchtkussen 6 samentrekt 35 en in een eerste stand 61 terug komt te liggen in het kanaal 24 van de beugel 2, zoals dat in figuur 3 met onderbroken lijnen is aangegeven. De opneemruimte 30 tussen het eerste 10 flankdeel 3, het tweede flankdeel 4 en het rugdeel 5 wordt in de eerste stand 61 van het luchtkussen 6 niet verder verkleind door het luchtkussen 6, waardoor de opneemruimte 30 in de eerste stand 61 groter is dan de flankbreedte F 5 tussen de flanken van de zeug 40. Het stimulatiesamenstel 1 past in de eerste stand 61 van het luchtkussen 6 ruim op de zeug 40 en kan bovendien weer eenvoudig worden afgenomen.

In figuur 2 is de situatie weergegeven waarin het luchtregelventiel 10 perslucht heeft doorgelaten naar de 10 luchtkamer 35 van het luchtkussen 6, waardoor het volume van het luchtkussen 6 is toegenomen en het luchtkussen 6 is uitgezet vanaf het eerste flankdeel 3, het tweede flankdeel 4 en het rugdeel 5 in respectievelijk de richtingen A, B en C tot in een tweede, onder druk gebrachte stand 62. In deze 15 tweede stand 62 verkleint het luchtkussen 6 de opneemruimte 30 tussen het eerste flankdeel 3, het tweede flankdeel 4 en het rugdeel 5, waardoor het luchtkussen 6 in aanraking komt met de flanken 42, 43 en de rug 41 van de zeug 40. Bij voorkeur wordt het luchtkussen 6 zodanig opgeblazen dat het 20 luchtkussen 6 niet alleen aanligt tegen de flanken 42, 43 van de zeug 40, maar aldaar ook een krachtige druk uitoefent. De druk op de flanken 42, 43 stimuleert de sta-reflex van de zeug 40, waardoor het sperma vanuit het infuus 12 beter door de zeug 40 wordt opgenomen.

25 In figuur 3 zijn zowel de eerste stand 61 als de tweede stand 62 van het luchtkussen 6 weergegeven. Tijdens het in werking zijn van het stimulatiesamenstel 1 beweegt het luchtkussen 6 tengevolge van de pulserende persluchtstroom vanuit het luchtregelventiel 10 tussen de eerste 30 stand 61 en de tweede stand 62. Bij voorkeur loopt het luchtkussen 6 tussen de pulsen door niet volledig leeg tot in de eerste stand 61 en blijft het luchtkussen 6 ook tussen de pulsen door in aanliggend contact met de flanken 42, 43 van de zeug 40. Bij voorkeur neemt de druk in het luchtkus-35 sen 6 zodanig af dat slechts een variatie in de drukkracht die het luchtkussen 6 op de flanken 42, 43 van de zeug 40 uitoefent door de zeug 40 wordt waargenomen. De pulserende 11 variatie in drukkracht verschaft een continue prikkel aan de zeug 40 teneinde de sta-reflex in stand te houden. Bovendien verzorgt de pulserende variatie in drukkracht een verdere, meer natuurlijke stimulatie van de zeug 40 bij het opnemen 5 van het sperma.

Een volledig terugkeer van het luchtkussen 6 tot in de eerste stand 61 zoals die met onderbroken lijnen is weergegeven in figuur 3 doet zich bijvoorbeeld voor als het stimulatiesamenstel 1 van de zeug 40 moet worden afgenomen.

10 Figuur 4 toont een alternatief stimulatiesamenstel 101 volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het alternatieve stimulatiesamenstel 101 omvat net als het stimulatiesamenstel 1 zoals dat getoond is in de figuren 1-3 een beugel 102 met twee flankdelen 103, 104, een rugdeel 105 15 en een in het rugdeel 105 opgenomen luchtregelventiel 110. Het alternatieve stimulatiesamenstel 101 verschilt van het stimulatiesamenstel 1 zoals dat getoond is in de figuren 1-3 doordat het luchtkussen 106 in plaats van één enkele luchtkamer twee afzonderlijke, luchtdicht afgesloten luchtkamers 20 135, 136 omvat. De eerste luchtkamer 135 en de tweede lucht kamer 136 zijn gevormd door respectievelijk een eerste luchtkussendeel 131 en een tweede luchtkussendeel 132 die zijn bevestigd aan weerszijden van de beugel 102 aan de naar de opneemruimte 130 gerichte zijden van respectievelijk het 25 eerste flankdeel 103 en het tweede flankdeel 104. De luchtkamers 135, 136 zijn beiden via persluchtleidingen 115, 116 verbonden met het in het rugdeel 105 gelegen luchtregelventiel 110. Het rugdeel 105 is, in tegenstelling tot het rugdeel 5 van het stimulatiesamenstel 1 volgens de figuren 30 1-3 niet voorzien van een luchtkussendeel. Het alternatieve stimulatiesamenstel is in deze uitvoeringsvorm beperkt tot het pulserend stimuleren van slechts de flanken van de zeug.

Het rugdeel 105 volgens de alternatieve uitvoeringsvorm van het stimulatiesamenstel 101 van figuur 4 kan 35 in een verdere, niet weergegeven alternatieve uitvoeringsvorm zijn voorzien van een op constante druk gehouden of een met een zacht materiaal gevuld rugkussen, waarmee de beugel 12 comfortabel aanligt tegen de rug van de zeug.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat een enkele pulserende luchtkamer, maar ook een meervoud van afzonderlijk pulserende luchtkamers gevormd door een meer-5 voud aan luchtkussendelen onder de reikwijdte van de onderhavige uitvinding vallen.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te 10 beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (17)

1. Stimulatiesamenstel ter ondersteuning bij het insemineren van vee, in het bijzonder bij het insemineren van een zeug, omvattende een beugel voorzien van een eerste flankdeel, een tweede flankdeel en een rugdeel dat de flank- 5 delen in hoofdzaak op vaste afstand van elkaar houdt, waarbij de flankdelen en het rugdeel een opneemruimte binnen de beugel bepalen voor het daarbinnen opnemen van vee, waarbij het rugdeel en de flankdelen in geplaatste toestand van het stimulatiesamenstel op het vee tegenover respectievelijk de 10 rug en flanken van het vee gelegen zijn, waarbij het stimulatiesamenstel aan de naar de opneemruimte gerichte zijde van de beugel is voorzien van een luchtkussen dat is ingericht om gekoppeld te worden met een externe luchtbron, waarbij het luchtkussen in een eerste stand een eerste 15 volume binnen de beugel inneemt en in een tweede stand een tweede volume binnen de beugel inneemt dat groter is dan het eerste volume.

2. Stimulatiesamenstel volgens conclusie 1, waarbij het luchtkussen is ingericht in de tweede stand aan 2. te liggen tegen en een drukkracht uit te oefenen op de flanken van het vee.

3. Stimulatiesamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het luchtkussen via een drukwisselinrichting met de luchtbron gekoppeld is, waarbij de drukwisselinrichting de 25 lucht vanuit de luchtbron pulserend doorlaat naar het luchtkussen .

4. Stimulatiesamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het luchtkussen een eerste luchtkussen-deel en een tweede luchtkussendeel omvat die zijn bevestigd 30 aan de naar de opneemruimte gerichte zijden van respectievelijk het eerste flankdeel en het tweede flankdeel.

5. Stimulatiesamenstel volgens conclusie 4, waarbij het luchtkussen een derde luchtkussendeel omvat dat is bevestigd aan de naar de opneemruimte gerichte zijde van het eerste rugdeel.

6. Stimulatiesamenstel volgens conclusie 4 of 5, waarbij luchtkussendelen afzonderlijke luchtkamers vormen.

7. Stimulatiesamenstel volgens conclusie 4 of 5, waarbij de luchtkussendelen een enkele aaneengesloten luchtkamer vormen.

8. Stimulatiesamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het rugdeel een starre verbinding vormt tussen het eerste flankdeel en het tweede flankdeel.

9. Stimulatiesamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de drukwisselinrichting een luchtregel- 15 ventiel of een pulsator is.

10. Stimulatiesamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de luchtbron een persluchtbron is.

11. Werkwijze voor het insemineren van vee, in het bijzonder voor het insemineren van een zeug, met ondersteu- 20 ning van een stimulatiesamenstel, waarbij het stimulatiesamenstel een beugel omvat die is voorzien van een eerste flankdeel, een tweede flankdeel en een rugdeel dat de flank-delen in hoofdzaak op afstand van elkaar houdt, waarbij de flankdelen en het rugdeel een opneemruimte binnen de beugel 25 bepalen voor het daarbinnen opnemen van vee, waarbij het stimulatiesamenstel aan de naar de opneemruimte gerichte zijde van de beugel is voorzien van een luchtkussen dat is ingericht om gekoppeld te worden met een externe luchtbron, waarbij de werkwijze de stappen omvat van het plaatsen van 30 de beugel van het stimulatiesamenstel op het vee met het rugdeel en de flankdelen tegenover respectievelijk de rug en flanken van het vee, waarbij het luchtkussen in een eerste stand een eerste volume binnen de beugel inneemt, het vanuit de luchtbron doorlaten van lucht naar het luchtkussen zoda-35 nig, dat het luchtkussen ten opzichte van de eerste stand in volume toeneemt tot een tweede stand waarin het luchtkussen een tweede volume binnen de beugel inneemt dat groter is dan het eerste volume.

12. Werkwijze volgens een der conclusie 11, waarbij het luchtkussen in de tweede stand in aanliggend contact is met en een drukkracht uitoefent op de flanken van het 5 vee.

13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij het luchtkussen via een drukwisselinrichting met de luchtbron gekoppeld is, waarbij de werkwijze verder de stappen omvat van het met de drukwisselinrichting pulserend doorla- 10 ten van de lucht vanuit de luchtbron naar het luchtkussen en het tussen de pulsen door via een uitgang laten wegvloeien van de lucht uit het luchtkussen.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij het luchtkussen tijdens het laten wegvloeien van de lucht uit 15 het luchtkussen in de richting van de eerste stand van het luchtkussen terugkeert.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het luchtkussen tussen de pulsen van de drukwisselinrichting door in aanliggend contact blijft met de flanken van het 20 vee, waarbij elke door de drukwisselinrichting afgegeven puls een variatie bewerkstelligt in de drukkracht die het luchtkussen op de flanken van het vee uitoefent.

16. Stimulatiesamenstel voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de 25 bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

17. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- RM/FG