NL2007135C2 - Luisterondersteuningsinrichting, in het bijzonder een hoortoestel, alsmede een samendrukbare huls voor toepassing daarmee. - Google Patents

Luisterondersteuningsinrichting, in het bijzonder een hoortoestel, alsmede een samendrukbare huls voor toepassing daarmee. Download PDF

Info

Publication number
NL2007135C2
NL2007135C2 NL2007135A NL2007135A NL2007135C2 NL 2007135 C2 NL2007135 C2 NL 2007135C2 NL 2007135 A NL2007135 A NL 2007135A NL 2007135 A NL2007135 A NL 2007135A NL 2007135 C2 NL2007135 C2 NL 2007135C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ear
support device
microphone
electro
listening support
Prior art date
Application number
NL2007135A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Marinus Doorn
Randall Carey Dillon
Mark Alan Bren
Timothy Scott Peterson
Original Assignee
Exsilent Res Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Exsilent Res Bv filed Critical Exsilent Res Bv
Priority to NL2007135A priority Critical patent/NL2007135C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2007135C2 publication Critical patent/NL2007135C2/nl

Links

Landscapes

  • Headphones And Earphones (AREA)

Description

Luisterondersteuningsinrichting, in het bijzonder een hoortoestel, alsmede een samendrukbare huls voor toepassing daarmee.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een luisterondersteuningsinrichting 5 omvattende een in het oor gedragen deel, bestemd en ingericht om althans in hoofdzaak volledig verzonken in een gehoorgang van een gebruiker te worden ontvangen, en een buiten het oor gedragen deel, bestemd en ingericht om althans in hoofdzaak volledig buiten een gehoorgang van de gebruiker te worden gedragen, waarbij het in het oor gedragen deel ten minste een microfoon en ten minste één elektro-akoestische omzetter 10 omvat en waarbij het buiten het oor gedragen deel een elektronische voedingsbron en een signaalverwerkingsinrichting omvat, waarbij het in het oor gedragen deel en het buiten het oor gedragen deel althans ten dele door een draadgebonden verbinding onderling zijn verbonden, welke verbinding een meeraderige verbindingskabel omvat.
15 Een dergelijke inrichting wordt ook wel aangeduid als ALD, naar het Engelstalige "assistive listening device", en kan in velerlei vormen gestalte hebben, variërend van een hoortoestel of gehoorapparaat (hearing aid) voor doven en slecht(er) horenden tot oordopjes voor al of niet natuurgetrouwe audioweergave, ook wel aangeduid als personal sound amplifier, en actieve geluidsfilters. Kenmerkend voor deze inrichtingen 20 is een microfoon om omgevingsgeluid op te vangen en om te zetten in een daarmee corresponderend elektronisch signaal en een signaalverwerkingsinrichting die dit signaal versterkt en/of anderszins bewerkt aan een elektro-akoestische omzetter (vaak aangeduid als transducer, receiver, speaker of luidspreker) afgeeft om het ontvangen geluid in gemodificeerde vorm aan het gehoor van de gebruiker aan te bieden. Aldus 25 kan het omgevingsgeluid worden versterkt ten behoeve van een verbeterde hoorbaarheid of kunnen schadelijke of hinderlijke componenten daaruit worden gefilterd of het omgevingsgeluid worden verzwakt om het gehoor tegen gehoorbeschadiging te beschermen.
30 Een inrichting van de in de aanhef beschreven soort is bijvoorbeeld bekend uit
Internationale octrooiaanvrage WO 2008/010716. De daarin beschreven inrichting omvat een in het oor gedragen deel dat in een eerste toestelhuis is opgenomen dat diep en daardoor geheel verscholen in een gehoorgang van de gebruiker wordt ontvangen. Dit PA2229NL00.nl -2- toestelhuis omvat ten minste de elektro-akoestische omzetter en de microfoon.
Daarnaast omvat de bekende inrichting een tweede toestelhuis dat geheel buiten de gehoorgang van de gebruiker achter of op het oor wordt gedragen. Hierin schuilt een elektronische voedingsbron zoals een condensator of een al of niet oplaadbare batterij.
5 Tevens bevindt zich in het tweede toestelhuis de signaalverwerkingsinrichting die zijn elektrische voeding rechtstreeks aan de voedingsbron onttrekt. Ten behoeve van een elektronische onderlinge verbinding van beide delen van de inrichting is daartussen een meeraderige kabelverbinding aangebracht die voorziet in een elektrische voeding van het in het oor deel en een signaaloverdracht tussen beide delen. De plaatsing van de 10 microfoon bij de luidspreker in het in het oor deel van de inrichting draagt in belangrijke mate bij aan een natuurlijke geluidsbeleving doordat daarbij met voordeel gebruik wordt gemaakt van een akoestische wisselwerking tussen het ingevangen geluid en de natuurlijke anatomie van de gehoorgang van de gebruiker.
15 In de praktijk is gebleken dat het omgevingsgeluid soms hinderlijk verstoord wordt weergegeven, wat afbreuk doet aan de duidelijkheid, kwaliteit en/of herkenbaarheid daarvan. Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een luisterondersteuningsinrichting die met behoud van akoestische voordelen minder gevoelig is voor externe interferenties.
20
Om het beoogde doel te bereiken heeft een luisterondersteuningsinrichting van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de verbindingskabel ten minste één met de microfoon verbonden verbindingsader omvat, en dat de ten minste ene met de microfoon verbonden verbindingsader fysiek is gepaard met een 25 afschermingsader. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de luisterondersteuning sinrichting volgens de uitvinding daarenboven gekenmerkt doordat de afschermingsader, althans tijdens bedrijf, aan een vaste referentiepotentiaal is gekoppeld. De afschermingsader zorgt aldus voor en elektromagnetische afscherming van de daarmee gepaarde aansluiting van de microfoon, met name indien daarbij een 30 vaste referentiepotentiaal aan de afschermingsader wordt opgelegd -3-
Een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting heeft daarbij volgens de uitvinding als kenmerk dat de verbindingskabel ten minste een eerste met de microfoon verbonden verbindingsader en een tweede met de microfoon verbonden verbindingsader omvat, dat de eerste verbindingsader een uitgang van de microfoon met een ingang van de 5 signaalverwerking sinrichting verbindt en dat de tweede verbindingsader een voedingsaansluiting van de microfoon aan een voedingsaansluiting van de voedingsbron koppelt. Door aldus het relatief zwakke microfoonsignaal aan de bron tegen interferentie te beschermen, blijkt effectief te worden bijgedragen aan een robuuster geheel dat minder gevoelig zal zijn voor elektro-magnetische interferentie, zowel van buitenaf als 10 overspraak tussen de verbindingsaders onderling.
In een eerste bijzondere uitvoeringsvorm is de luisterondersteuningsinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de ten minste ene met de microfoon verbonden verbindingsader individueel met de afschermingsader tot een aderpaar is gewikkeld.
15 Door aldus de verbindingsader te wikkelen met een afschermingsader die aan een vaste potentiaal ligt, wordt reeds een adequate verbetering van de signaal-ruis verhouding op de verbindingsader van de microfoon bereikt, terwijl de aderparen niettemin voldoende buigzaam blijven om zich tijdens gebruik probleemloos te vleien naar de natuurlijke anatomie van de gehoorgang.
20
Een optimale afscherming van de microfoon verbindingsader wordt bereikt met een voorkeursuitvoeringsvorm van de luisterondersteuningsinrichting die volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat de afschermingsader de met de microfoon verbonden verbindingsader co-axiaal omgeeft. Aldus is de microfoonader volledig omhuld in een 25 metalen mantel die door de afschermingsader wordt gevormd en die bij voorkeur aan een vaste of dynamische (referentie)potentiaal ligt. Deze mantel functioneert als een zogenoemde kooi van Faraday die effectief elektro-magnetische interferentie van buitenaf weet tegen te gaan. Een belangrijke verbetering van de signaal-ruisverhouding op de microfoonader is hiervan het gevolg en dus een belangrijke kwaliteitsverbetering 30 van het door de inrichting geleverde uitgangssignaal. Een dikte van de coaxiale -4- omhulling wordt met voordeel relatief dun gehouden om een flexibiliteit van de verbindingskabel niet onnodig te belemmeren.
Met het oog op een behoud van de genoemde flexibiliteit heeft een verdere bijzondere 5 uitvoeringsvorm van de luisterondersteuningsinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de meeraderige verbindingskabel een eerste verdere verbindingsader en een tweede verdere verbindingsader omvat tussen een uitgang van de signaalverwerkingsinrichting en de elektro-akoestische omzetter die beide fysiek ongepaard zijn. Deze uitvoeringsvorm berust daarbij op het inzicht dat deze verdere 10 verbindingsaders hun signaal van de signaalverwerkingsinrichting ontvangen, waardoor het signaal daarop desgewenst versterkt en/of digitaal kan worden aangeboden. Aldus is dit signaal robuuster en minder gevoelig voor verstoring terwijl de afschermingsader(s) in dezelfde verbindingskabel bovendien reeds voor enige afscherming zal/zullen zorgen. Met voordeel wordt een paring met een verdere afschermingsader dan ook bij de eerste 15 verdere verbindingsader en tweede verdere verbindingsader achterwege gelaten ten faveure van een flexibiliteit en buigzaamheid van de verbindingskabel. Dit komt het draagcomfort uiteindelijke ten goede.
Om de elektronische contacten aan weerszijden van de verbindingsader te ontlasten 20 heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de luisterondersteuningsinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de verbindingskabel een versterkingsdraad omvat die aan een eerste uiteinde met het toestelhuis van het in het oor deel is verbonden en aan een tegenovergelegen uiteinde aan een behuizing van het buiten het oor gedragen deel is gekoppeld en dat een vrije lengte van de versterkingsdraad tussen het toestelhuis 25 en de behuizing ten hoogste gelijk is aan een kortste vrije lengte van elk van de verbindingsaders in de verbindingskabel. De versterkingsdraad kan bijvoorbeeld uit een kunststof met voldoende treksterkte, zoals met name van polyester of polyamidevezels, worden gevormd dan wel een metaaldraad omvatten, in het bijzonder een gevlochten metaaldraad om voldoende flexibiliteit te behouden. Door de vrije lengte van de 30 versterkingsdraad af te stemmen op die van de overige aders in de verbindingskabel wordt aldus een trekontlasting van deze laatsten geboden.
-5-
Op zichzelf kunnen de afschermingsaders aan een willekeurige vaste potentiaal worden gelegd, doch in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de luisterondersteuningsinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de genoemde afschermingsaders zijn geaard. Aldus kan de potentiaal van de afschermingsader tevens 5 als referentiepotentiaal worden aangewend voor de verschillende elektronische componenten van de inrichting, met name de microfoon en de signaalverwerkingsinrichting.
Om verdere interferentie met het relatief zwakke microfoonsignaal te onderdrukken 10 heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de luisterondersteuningsinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat het in het oor gedragen deel een toestelhuis omvat waarin de microfoon en de elektro-akoestische omzetter zijn ondergebracht alsmede een samendrukbare huls, waarin het toestelhuis losneembaar is gestoken en die het toestelhuis zijdelings althans ten dele omringt. De samendrukbare huls kan 15 bijvoorbeeld zijn samengesteld uit een rubberachtige bio-compatibele kunststof, bijvoorbeeld een hypoallergeen siliconenrubber of polyurethaan, en voorziet dankzij de inherente flexibiliteit daarvan in een zekere demping van daardoorheen passerende akoestische trillingen, zoals bijvoorbeeld eigen spraak van de gebruiker en door de omzetter gegeneerde trillingen, opdat die niet, althans verzwakt de microfoon bereiken. 20 Hierdoor verbetert de geluidskwaliteit en vermindert een kans op rondzingen in de inrichting.
De onderhavige uitvinding heeft voorts betrekking op een luisterondersteuning sinrichting, omvattende een in het oor gedragen deel, bestemd en 25 ingericht om althans in hoofdzaak volledig verzonken in een gehoorgang van een gebruiker te worden ontvangen, waarbij het in het oor gedragen deel een toestelhuis omvat, waarin althans een elektro-akoestische omzetter is ondergebracht, dat losneembaar in een samendrukbare huls is gestoken, welke het toestelhuis zijdelings althans ten dele omringt. Om storende occlusieverschijnselen tegen te gaan heeft een 30 dergelijke luisterondersteuningsinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de huls ten minste één kanaal omvat dat een open communicatie verzorgt tussen een proximale, -6- naar een uitgang van de gehoorgang gewende, zijde en een tegenoverliggende distale zijde daarvan. Aldus staat de huls een vrije luchtstroom toe tussen een naar het trommelvlies van de gebruiker gewende zijde van de inrichting en een naar de gehooruitgang gewende zijde daarvan, zodat steeds sprake zal zijn van een 5 druknivellering tussen beide zijden.
Om een ongewenste terug-koppeling (feedback) tussen de microfoon en de omzetter tegen te gaan, gewoonlijk aangeduid als rondzingen, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de luisterondersteuningsinrichting volgens de uitvinding als 10 kenmerk dat het ten minste ene kanaal dwars op de gehoorgang in totaal een dwarsdoorsnede omvat die tussen 5 en 50% bedraagt van een lokale dwarsdoorsnede van de gehoorgang. Een eventuele resterende feedback kan bij een dergelijke dimensionering met een geschikte programmering van de signaalverwerkingsinrichting, die dan tevens dient als feedback manager, worden opgevangen en onderdrukt.
15
Een bijzonder voorkeursuitvoeringsvorm van de luisterondersteuningsinrichting volgens de uitvinding heeft daarbij als kenmerk dat het ten minste ene kanaal een aantal, in het bijzonder een drietal, longitudinale holten in de huls omvat, die in een omtreksrichting op regelmatige afstanden van elkaar zijn geplaatst, en meer in het bijzonder dat de huls, 20 althans in ontspannen toestand, een ronde dwarsdoorsnede heeft met een diameter van tussen 6 en 10 millimeter en dat de holten althans nagenoeg cilindrische doorgangen omvatten met ieder een diameter van circa 15 % van de diameter van de huls. Een dergelijke uitvoering biedt in de praktijk een juiste balans tussen feedback onderdrukking enerzijds en occlusie onderdrukking anderzijds.
25
In een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een luisterondersteuningsinrichting, omvattende een in het oor gedragen deel, bestemd en ingericht om althans in hoofdzaak volledig verzonken in een gehoorgang van een gebruiker te worden ontvangen, waarbij het in het oor gedragen deel ten minste een 30 microfoon en ten minste één elektro-akoestische omzetter omvat. Een dergelijke luisterondersteuningsinrichting is volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de ten -7- minste ene elektro-akoestische omzetter een elektro-akoestische membraan omvat met een eerste vibratierichting, dat de microfoon een elektro-akoestische membraan omvat met een tweede vibratierichting, en dat de eerste vibratierichting onder een hoek ten opzichte van de tweede vibratierichting is georiënteerd, in het bijzonder een althans 5 nagenoeg rechte hoek. Deze uitvoeringsvorm berust op het inzicht dat althans voornamelijk een in de tweede vibratierichting gerichte component van de door de omzetter gegenereerde trillingen verantwoordelijk zal zijn voor een ongewenste feedback tussen beide componenten. Door aldus microfoon en de elektro-akoestische omzetters met hun vibratierichtingen onder een hoek, en in het bijzonder een rechte 10 hoek, te plaatsen, kan deze interferentie-component effectief worden teruggedrongen.
In een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een luisterondersteunings-inrichting, omvattende een in het oor gedragen deel, bestemd en ingericht om althans in hoofdzaak volledig verzonken in een gehoorgang van een gebruiker te worden 15 ontvangen, waarbij het in het oor gedragen deel ten minste één elektro-akoestische omzetter omvat, welke volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat met het kenmerk dat de ten minste ene elektro-akoestische omzetter een eerste elektro-akoestische membraan en een tweede elektro-akoestische membraan omvat, en dat de eerste elektro-akoestische membraan en de tweede elektro-akoestische membraan met een onderling 20 tegengestelde vibratierichting tegenover elkaar zijn geplaatst. Hierbij wordt bereikt dat intern de trillingen van beide membranen elkaar in de eerste vibratierichting althans ten dele uitdoven, waardoor ook deze dwarscomponent wordt onderdrukt.
Hoewel de luisterondersteuningsinrichting volgens de uitvinding op velerlei gebied kan 25 worden toegepast, zoals met name als oordopje(s) (head set) voor een al of niet draagbare audioweergaveinrichting, waaronder begrepen al of niet draagbare computers en communicatieapparatuur met een audio-uitgang, heeft de uitvinding in het bijzonder betrekking op een hoortoestel omvattende de hiervoor omschreven luisterondersteuningsinrichting volgens de uitvinding.
30 -8-
De uitvinding biedt aldus in het algemeen een oplossing tegen ongewenste interferentie van het uitgangssignaal, ongeacht de herkomst daarvan die van elektronische, akoestische of mechanische aard kan zijn.
5 De uitvinding heeft tevens betrekking op de hiervoor beschreven samendrukbare huls en zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een begeleidende tekening, waarin: figuur 1 een perspectivische aanzicht toont van een uitvoeringsvoorbeeld van een luisterondersteuningsinrichting volgens de uitvinding; 10 figuur 2 een dwarsdoorsnede weergeeft van de verbindingskabel volgens de lijn A-A van figuur 1; en figuur 3A-F dwarsdoorsneden en perspectivische aanzichten van een uitvoeringsvoorbeeld van een samendrukbare huls volgens de uitvinding toepasbaar met de luisterondersteuningsinrichting van figuur 1.
15 De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
20 De in figuur 1 getoonde inrichting omvat een toestelhuis 6 dat bestemd en ingericht is om volledig binnen een gehoorgang van een gebruiker te worden ontvangen. Een buitenmantel van het toestelhuis 6 is daartoe naar de natuurlijke anatomie van de gehoorgang gemodelleerd of steekt, zoals in dit geval, in een samendrukbare huls van zacht elastisch materiaal, gewoonlijk aangeduid als soft tip. Een daarvoor veel gebruikt 25 materiaal is siliconenrubber of een andere geschikte, bio-compatibele elastomeer die zich comfortabel naar de natuurlijk anatomie van de gehoorgang zet. Ter wille van de duidelijkheid is de samendrukbare huls in figuur 3A-3F afzonderlijk weergegeven. In figuur 3A-3B is de samendrukbare huls weergeven in verschillende perspectivische aanzichten. Figuur 3C-D toont de samendrukbare huls in respectievelijk vooraanzicht en 30 zijaanzicht. Figuur 3E-F toont de samendrukbare huls in dwarsdoorsnede, respectievelijk volgens de lijn E-E en F-F.
-9-
De huls 30 omvat een aantal cilindrische doorgangen (holten) 31,32,33 die daarmee in een aantal open luchtkanalen voorzien waardoor een vrije luchtstroom tussen een distale en een proximale zijde van het toestel in het oor is verzekerd. De huls 30 omvat een holte 35 met een uniforme binnenmaat dint, waarin het vormvaste toestelhuis 6 met de 5 luidspreker 61 steekt, maar wordt geleverd met een drietal buitenmaten dext, te weten een diameter van respectievelijk 6, 8 en 10 millimeter, wat gewoonlijk voor de meeste gebruikers toereikend zal zijn. De maat van de kanalen 31,32,33 is hierop aangepast in de zin dat de totale luchtdoorlaat maximaal circa 15% van het totale doorsnede van de huls zal bedragen. In dit voorbeeld gaat het in dit opzicht om een drietal van dergelijke 10 cilindrische holten 31..33 met ieder een diameter van circa 1.0, 1.2 of 1.4 millimeter bij respectievelijk een buitenmaat dext van 6, 8 of 10 millimeter van de huls zelf.
Aan een distale zijde omvat het toestelhuis een uittreedopening 61 van een daarachter gelegen elektro-akoestische omzetter om daardoor gegenereerd geluid vrijwel 15 rechtstreeks aan een trommelvlies van de gebruiker af te geven. In lijn daarmee is in de huls 30 een overeenkomstige uittreedopening 36 voorzien. Teneinde een binnendringen van cerumen tegen te gaan is tussen beide uittreedopeningen 61,36 een cerumen-barrière voorzien in de vorm van een staafvormig barrièrelichaam 37 tussen beide uittreedopeningen 36,61 dat zich dwars op een geluidpropagatierichting uitstrekt en aan 20 ten minste één zijde een akoestische doorgang 38 vrijlaat om geluid niettemin relatief ongestoord te laten passeren. Het staafvormige barrièrelichaam 37 is, integraal met de huls 30, uit hetzelfde materiaal gevormd, maar kan eventueel ook als separaat lichaam daarin zijn aangebracht.
25 Aan een proximale zijde omvat het toestelhuis een microfoon achter een opening 62 in een buitenmantel, waarmee omgevingsgeluid dat de gehoorgang is binnengedrongen, kan worden opgevangen. De microfoon is in staat om het ingevangen geluid om te zetten in een representatief elektronisch audiosignaal en wordt om die reden ook wel aangeduid als primaire transducer of omzetter, tegenover de elektro-akoestische 30 omzetter 61 of luidspreker die als secundaire transducer fungeert.
-lO-
Om feedback tussen de omzetter 61 en microfoon 62 tegen te gaan, wat anders tot een hinderlijk rondzingen zou kunnen leiden, zijn beide componenten onder een hoek ten opzichte van elkaar geplaatst, in dit voorbeeld zelfs haaks, voor wat betreft een natuurlijke vibratierichting van de in deze componenten aanwezige elektro-akoestische 5 membranen die uiteindelijke voor de gewenste omzetting verantwoordelijk zijn. Aldus worden trillingen van de ene membraan niet of slechts beperkt overgedragen op de andere. In dit voorbeeld is bovendien een dubbel uitgevoerde omzetter 61 toegepast met twee membranen die tegengesteld aan elkaar zijn georiënteerd zodat intem gerichte, parasitaire trillingen daarvan reeds elkaar althans gedeeltelijk zullen uitdoven. Voor een 10 vergelijkbaar effect kunnen ook twee enkelvoudige om zetters mg-aan-mg worden toegepast.
Het uitgangssignaal van de microfoon wordt afgegeven aan een signaalverwerkingsinrichting (DSP) 71 die het signaal versterkt en/of bewerkt alvorens 15 het aan de luidspreker 61 door te leiden. In de onderhavige uitvinding huist de signaalverwerkingsinrichting 71 tezamen met een elektrische voedingsbron in de vorm van een al of niet oplaadbare batterij 72 in een tweede toestelhuis 7 dat volledig buiten de gehoorgang, achter of op het oor wordt gedragen. Het tweede toestelhuis biedt bovendien plaats aan een bedienings schakelaar 73 waarmee de inrichting kan worden 20 geactiveerd of gedeactiveerd en in voorkomende gevallen naar wens van de gebruiker ingesteld. Eventueel kan een fysieke bedieningsschakelaar overigens ook achterwege worden gelaten en in dat geval bijvoorbeeld worden uitgegaan van een vaste instelling, die eventueel buiten het oor is in te stellen of te programmeren, of de inrichting door middel van specifieke geluidspulspatronen kan worden ingesteld.
25
Beide delen van de inrichting zijn onderling verbonden door middel van een meeraderige verbindingskabel 5 die in figuur 2 in dwarsdoorsnede nader is weergegeven. De verbindingskabel heeft een isolerende buitenmantel 10 van een geschikte kunststof en heeft een diameter van enkele tienden millimeter tot enkele 30 millimeter, in dit geval circa 1,0 millimeter. In dit voorbeeld is ten aanzien van de buitenmantel voor een polyether-polyamide blok co-polymeer gekozen als -11- hoogwaardige bio-compatibele kunststof die onder de aanduiding PEBAX commercieel verkrijgbaar is. In plaats daarvan kan echter desgewenst ook een andere, minder complexe kunststof, zoals polyethyleen, polypropyleen, worden toegepast.
5 Binnenin de mantel bevindt zich een eerste verbindingsader 1 alsmede een tweede verbindingsader 2. De eerste verbindingsader 1 is aan een uitgang van de microfoon 62 gekoppeld en verbindt deze elektronisch met een corresponderende ingang van de signaalverwerkingsinrichting 71. De tweede verbindingsader 2 verbindt een pool van de batterij 72, gewoonlijk de positieve pool, met een overeenkomstige voedingsaansluiting 10 van de microfoon 62. In plaats daarvan kan de tweede verbindingsader eventueel ook zijn verbonden met een spanningsregulator, die in de regel deel uitmaakt van de signaalverwerkingsinrichting 71. Beide verbindingsaders omvatten een kern van gevlochten zilver-, goud- of koperdraad ten behoeve van een lage elektronische impedantie in combinatie met een grote mechanische souplesse. Daaromheen bevindt 15 zich een isolerende mantel 11 van kunststof.
Om het microfoonsignaal voor externe elektro-magnetische interferentie af te schermen zijn zowel de eerste- als de tweede verbindingsader in de kabel 5 gepaard met een afschermingsader 51,52 die, tijdens gebruik, aan een vaste verzorgingspotentiaal ligt.
20 Hiertoe kan een dergelijke verdere ader 51,52 met de eerste- 1 respectievelijk tweede ader 2 worden gewikkeld dan wel, zoals in dit voorbeeld, co-axiaal daaromheen worden aangebracht. Dit laatste geeft een optimale afscherming tegen storende invloeden van buitenaf die anders de signaal-ruisverhouding van het signaal nadelig zouden kunnen beïnvloeden. In dit voorbeeld liggen beide verdere aders 51,52 aan aarde en dienen zij 25 daarmee tevens als drager van een referentiepotentiaal voor de microfoon 62 en de signaalverwerkingsinrichting 71.
De meeraderige kabel 5 omvat naast de eerste en tweede verbindingsaders 1,2 ten behoeve van de aansluiting van de microfoon 62 tevens een eerste verdere 30 verbindingsader en een tweede verdere verbindingsader 3,4 waarmee de luidsprekers 61 aan de signaalverwerkingsinrichting 71 zijn gekoppeld. Anders dan het eerste stel aders -12- 1,2 is dit laatste stel 3,4 niet gepaard met een afschermingsader om de souplesse van de kabel niet onnodig aan te tasten met het oog op het uiteindelijke draagcomfort van de inrichting. Daarbij is rekening gehouden met een eventuele signaalversterking vanuit de signaalverwerking sinrichting 71 die de signaal-ruisverhouding van het uitgangssignaal 5 minder gevoelig maakt voor interferentie, terwijl overspraak vanaf of naar het eerste stel aders reeds door de daaromheen aanwezige coaxiale omhulling 51,52 wordt onderdrukt.
Tot slot is in de kabel een versterkingsdraad 8 opgenomen met een kortere vrije lengte tussen beide toestelhuizen 6,7 dan die van een kortste van de overige aders 1,2,3,4,51,52 10 in de kabel 5. Deze versterkingsdraad is aan weerszijden met een vast behuizingsdeel van het desbetreffende toestelhuis 6,7 verbonden en biedt daardoor een trekontlasting voor de elektronische aders 1..4,51,52. Voor de versterkingsdraad 8 is in dit voorbeeld uitgegaan van gevlochten of gewikkelde aramidevezels omwille van hun uitmuntende treksterkte. In plaats daarvan kunnen ook andere treksterke materialen worden 15 toegepast, zoals bijvoorbeeld een metaaldraad of een andere kunststof.
De kabel 5 kan aan één van beide of beide uiteinden door middel van een gesoldeerde verbinding met het betreffende deel van de inrichting zijn verbonden dan wel door tussenkomst van een losneembare microstekker constructie daaraan zijn gekoppeld. In 20 dit voorbeeld is ten aanzien van het in het oor gedragen deel 6 van een vaste soldeerverbinding uitgegaan terwijl op het buiten het oor gedragen deel een dergelijke micro-connector 75 is toegepast.
Hoewel de uitvinding aan de hand van dit ene voorbeeld nader werd toegelicht moge het 25 duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk. Zo kan desgewenst ook op het in het oor gedragen deel een losneembare micro-connector worden toegepast, waarbij dan met voordeel wordt uitgegaan van een multilaags dunne film connector van afwisselend geleidende 30 metaallagen en isolerende polymere tussenlagen.
-13-
Het beschreven uitvoeringsvoorbeeld omvat naast het in het oor gedragen deel tevens een buiten of achter het oor gedragen deel, waarin verdere elektronica is ondergebracht. De uitvinding is evenwel althans in een aantal van haar aspecten tevens toepasbaar op een luisterondersteuningsinrichting die volledig in een in het oor gedragen deel is 5 geïntegreerd en verder, daarmee fysiek verbonden deel buiten het oor ontbeert.
In het getoonde voorbeeld zijn de microfoon en de elektro-akoestische omzetter voor wat betreft een vibratierichting van daarin voorziene akoestische membranen dwars op elkaar geplaatst. Met name indien de omzetter tegengesteld opererende akoestische 10 membranen omvat, kan deze ook reeds met voordeel in lijn met een vibratierichting van de microfoon worden toegepast.

Claims (20)

1. Luisterondersteuningsinrichting omvattende een in het oor gedragen deel, bestemd en ingericht om althans in hoofdzaak volledig verzonken in een gehoorgang 5 van een gebruiker te worden ontvangen, en een buiten het oor gedragen deel, bestemd en ingericht om althans in hoofdzaak volledig buiten een gehoorgang van de gebruiker te worden gedragen, waarbij het in het oor gedragen deel ten minste een microfoon en ten minste één elektro-akoestische omzetter omvat en waarbij het buiten het oor gedragen deel een elektronische voedingsbron en een signaalverwerkingsinrichting omvat, 10 waarbij het in het oor gedragen deel en het buiten het oor gedragen deel althans ten dele door een draadgebonden verbinding onderling zijn verbonden, welke een meeraderige verbindingskabel omvat, met het kenmerk dat de verbindingskabel ten minste één met de microfoon verbonden verbindingsader omvat, en dat de ten minste ene met de microfoon verbonden verbindingsader fysiek is gepaard met een afschermingsader. 15
2. Luisterondersteuningsinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de afschermingsader, althans tijdens bedrijf, aan een vaste referentiepotentiaal is gekoppeld.
3. Luisterondersteuningsinrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de verbindingskabel ten minste een eerste met de microfoon verbonden verbindingsader en een tweede met de microfoon verbonden verbindingsader omvat, dat de eerste verbindingsader een uitgang van de microfoon met een ingang van de signaalverwerkingsinrichting verbindt en dat de tweede verbindingsader een 25 voedingsaansluiting van de microfoon aan een voedingsaansluiting van de voedingsbron koppelt.
4. Luisterondersteuningsinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk dat de met de microfoon verbonden verbindingsader individueel met de afschermingsader 30 tot een aderpaar is gewikkeld. -15-
5. Luisterondersteuningsinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk dat de afschermingsader de met de microfoon verbonden verbindingsader co-axiaal omgeeft.
6. Luisterondersteuningsinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de meeraderige verbindingskabel een eerste verdere verbindingsader en een tweede verdere verbindingsader omvat tussen een uitgang van de signaalverwerkingsinrichting en de elektro-akoestische omzetter die beide fysiek ongepaard zijn. 10
7. Luisterondersteuningsinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de verbindingskabel een versterkingsdraad omvat die aan een eerste uiteinde met het toestelhuis van het in het oor deel is verbonden en aan een tegenovergelegen uiteinde aan een behuizing van het buiten het oor gedragen deel is 15 gekoppeld en dat een vrije lengte van de versterkingsdraad tussen het toestelhuis en de behuizing ten hoogste gelijk is aan een kortste vrije lengte van elk van de verbindingsaders in de verbindingskabel.
8. Luisterondersteuningsinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusie 20 met het kenmerk dat de afschermingsaders zijn geaard.
9. Luisterondersteuningsinrichting, omvattende een in het oor gedragen deel, bestemd en ingericht om althans in hoofdzaak volledig verzonken in een gehoorgang van een gebruiker te worden ontvangen, waarbij het in het oor gedragen deel een 25 toestelhuis omvat, waarin althans een elektro-akoestische omzetter is ondergebracht, dat losneembaar in een samendrukbare huls is gestoken, welke het toestelhuis zijdelings althans ten dele omringt, met het kenmerk dat de huls ten minste één doorlopend kanaal omvat dat een open communicatie verzorgt tussen een proximale, naar een uitgang van de gehoorgang gewende, zijde en een tegenoverliggende distale zijde daarvan. 30 -16-
10. Luisterondersteuningsinrichting volgens conclusie 9 met het kenmerk dat het ten minste ene kanaal dwars op de gehoorgang in totaal een dwarsdoorsnede omvat die tussen 5 en 50% bedraagt van een lokale dwarsdoorsnede van de gehoorgang.
11. Luisterondersteuningsinrichting volgens conclusie 9 of 10 met het kenmerk dat het ten minste ene kanaal een aantal, in het bijzonder een drietal, longitudinale holten in de huls omvat, die in een omtreksrichting op regelmatige afstanden van elkaar zijn geplaatst.
12. Luisterondersteuningsinrichting volgens conclusie 11 met het kenmerk dat de huls, althans in ontspannen toestand, een ronde dwarsdoorsnede heeft met een diameter van tussen 6 en 10 millimeter en dat de holten althans nagenoeg cilindrische doorgangen omvatten met ieder een diameter van circa 15 % van de diameter van de huls.
13. Luisterondersteuningsinrichting volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de huls een geluid-uittreedopening omvat die in open communicatie verkeert met een geluid-uittreedopening van de elektro-akoestische omzetter en dat de huls tussen de geluid-uittreedopening daarvan en de geluid-uittreedopening van de akoestische omzetter een cerumen-barrière omvat. 20
14. Luisterondersteuningsinrichting volgens conclusie 13 met het kenmerk dat de cerumen-barrière ten minste één barrièrelichaam tussen beide uittreedopeningen omvat dat zich dwars op een geluidpropagatierichting uitstrekt en aan ten minste één zijde een akoestische doorgang vrijlaat. 25
15. Luisterondersteuningsinrichting volgens conclusie 14 met het kenmerk dat het ten minste ene barrièrelichaam integraal met de huls is gevormd.
16. Luisterondersteuningsinrichting omvattende een in het oor gedragen deel, 30 bestemd en ingericht om althans in hoofdzaak volledig verzonken in een gehoorgang van een gebruiker te worden ontvangen, waarbij het in het oor gedragen deel ten minste -17- een microfoon en ten minste één elektro-akoestische omzetter omvat met het kenmerk dat de ten minste ene elektro-akoestische omzetter een elektro-akoestische membraan omvat met een eerste vibratierichting, dat de microfoon een elektro-akoestische membraan omvat met een tweede vibratierichting, en dat de eerste vibratierichting onder 5 een hoek ten opzichte van de tweede vibratierichting is georiënteerd
17. Luisterondersteuningsinrichting volgens conclusie 16 met het kenmerk dat de hoek een althans nagenoeg rechte hoek is.
18. Luisterondersteuningsinrichting omvattende een in het oor gedragen deel, bestemd en ingericht om althans in hoofdzaak volledig verzonken in een gehoorgang van een gebruiker te worden ontvangen, waarbij het in het oor gedragen deel ten minste één elektro-akoestische omzetter omvat met het kenmerk dat de ten minste ene elektro-akoestische omzetter een eerste elektro-akoestische membraan en een tweede elektro-15 akoestische membraan omvat, en dat de eerste elektro-akoestische membraan en de tweede elektro-akoestische membraan met een onderling tegengestelde vibratierichting tegenover elkaar zijn geplaatst.
19. Hoortoestel omvattende de luisterondersteuningsinrichting volgens één of meer 20 der voorgaande conclusies.
20. Huls van de aard zoals toegepast in het luisterondersteuningsinrichting volgens één of meer der conclusies 9 tot en met 15.
NL2007135A 2011-07-18 2011-07-18 Luisterondersteuningsinrichting, in het bijzonder een hoortoestel, alsmede een samendrukbare huls voor toepassing daarmee. NL2007135C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2007135A NL2007135C2 (nl) 2011-07-18 2011-07-18 Luisterondersteuningsinrichting, in het bijzonder een hoortoestel, alsmede een samendrukbare huls voor toepassing daarmee.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2007135 2011-07-18
NL2007135A NL2007135C2 (nl) 2011-07-18 2011-07-18 Luisterondersteuningsinrichting, in het bijzonder een hoortoestel, alsmede een samendrukbare huls voor toepassing daarmee.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2007135C2 true NL2007135C2 (nl) 2013-01-21

Family

ID=48013659

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2007135A NL2007135C2 (nl) 2011-07-18 2011-07-18 Luisterondersteuningsinrichting, in het bijzonder een hoortoestel, alsmede een samendrukbare huls voor toepassing daarmee.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2007135C2 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3748992B1 (en) Hearing aid device unit along a single curved axis
US5606621A (en) Hybrid behind-the-ear and completely-in-canal hearing aid
US8295523B2 (en) Energy delivery and microphone placement methods for improved comfort in an open canal hearing aid
JP5341507B2 (ja) 改善された高周波数応答を有する聴覚システム
EP3439316A1 (en) Sound reproducing device
US8023674B2 (en) Connector for hearing assistance device having reduced mechanical feedback
CN106888414A (zh) 具有闭塞耳朵的说话者的自身语音体验的控制
EP2391321B1 (en) System and method for providing active hearing protection to a user
US20150237451A1 (en) Systems and methods for facilitating electroacoustic stimulation using an off-the-ear sound processor module
KR102023456B1 (ko) Rit를 사용한 귀걸이형 보청기
DK2645744T3 (en) Hearing instrument with flexible earplug tube connection
US8379897B2 (en) Hearing assistance device having reduced mechanical feedback
NL2007136C2 (nl) Luisterondersteuningsinrichting, in het bijzonder een hoortoestel, alsmede een samendrukbare huls voor toepassing daarmee.
NL2007135C2 (nl) Luisterondersteuningsinrichting, in het bijzonder een hoortoestel, alsmede een samendrukbare huls voor toepassing daarmee.
NL2007138C2 (nl) Luisterondersteuningsinrichting, in het bijzonder een hoortoestel, alsmede een samendrukbare huls voor toepassing daarmee.
NL2007137C2 (nl) Luisterondersteuningsinrichting, in het bijzonder een hoortoestel, alsmede een samendrukbare huls voor toepassing daarmee.
EP2493559B1 (en) Two-piece sound processor system for use in an auditory prosthesis system
JP7222352B2 (ja) 骨伝導音響伝達装置
EP3435688A1 (en) In the ear hearing aid with exposed electronic components
US9538295B2 (en) Hearing aid specialized as a supplement to lip reading
CA2485475A1 (en) External hearing aids

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210801