NL2005006C2 - Decentrale luchtbehandelingsinrichting, en van decentrale luchtbehandelingsinrichtingen voorzien luchtbehandelingssysteem. - Google Patents
Decentrale luchtbehandelingsinrichting, en van decentrale luchtbehandelingsinrichtingen voorzien luchtbehandelingssysteem. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2005006C2 NL2005006C2 NL2005006A NL2005006A NL2005006C2 NL 2005006 C2 NL2005006 C2 NL 2005006C2 NL 2005006 A NL2005006 A NL 2005006A NL 2005006 A NL2005006 A NL 2005006A NL 2005006 C2 NL2005006 C2 NL 2005006C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- air
- liquid
- air treatment
- ventilation
- heat exchanger
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F12/00—Use of energy recovery systems in air conditioning, ventilation or screening
- F24F12/001—Use of energy recovery systems in air conditioning, ventilation or screening with heat-exchange between supplied and exhausted air
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F1/00—Room units for air-conditioning, e.g. separate or self-contained units or units receiving primary air from a central station
- F24F1/0007—Indoor units, e.g. fan coil units
- F24F1/0059—Indoor units, e.g. fan coil units characterised by heat exchangers
- F24F1/0063—Indoor units, e.g. fan coil units characterised by heat exchangers by the mounting or arrangement of the heat exchangers
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24H—FLUID HEATERS, e.g. WATER OR AIR HEATERS, HAVING HEAT-GENERATING MEANS, e.g. HEAT PUMPS, IN GENERAL
- F24H3/00—Air heaters
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F7/00—Ventilation
- F24F2007/004—Natural ventilation using convection
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02B—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
- Y02B30/00—Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
- Y02B30/56—Heat recovery units
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- Central Air Conditioning (AREA)
Description
P91949NL00
Titel: Decentrale luchtbehandelingsinrichting, en van decentrale luchtbehandlingsinrichtingen voorzien luchtbehandelingssysteem
De uitvinding heeft betrekking op een decentrale luchtbehandelingsinrichting, en op een van decentrale luchtbehandlingsinrichtingen voorzien luchtbehandelingssysteem.
Decentrale luchtbehandelingsinrichtingen zijn bekend, en worden 5 toegepast om een vertrek van bijvoorbeeld een gebouw locaal van externe ventilatielucht te voorzien. Om energieverlies tegen te gaan, en ongerief door temperatuursverschil tussen ventilatielucht en de in het vertrek aanwezige lucht te verminderen, is reeds voorgesteld om te voorzien in een luchtbehandelingsinrichting met een lucht-lucht warmtewisselaar voor 10 locale warmte-uitwisseling met de externe ventilatielucht, en een op een vloeistofcircuit van een centraal verwarmingssysteem aangesloten vloeistof-lucht warmtewisselaar voor warmte-uitwisseling met in het vertrek aanwezige recirculatielucht. Om de lucht-lucht warmtewisselaar te bedrijven, wordt daarbij locaal lucht uit het vertrek afgevoerd.
15 Nadelig aan een dergelijke decentrale luchtbehandelingsinrichting is onder meer, dat er in de inrichting ventilatoren nodig zijn om de luchtlucht warmtewisselaar te bedrijven, waardoor de luchtbehandelingseenheid relatief complex is, een externe voeding nodig heeft, en een storend geluid kan veroorzaken.
20 De uitvinding beoogt dit nadeel tegen te gaan. Daartoe voorziet de uitvinding in een decentrale luchtbehandelingsinrichting voor opstelling in een vertrek, omvattende een behuizing met een zich vanaf een ventilatieluchtintree tot aan een ventilatieluchtuittree uitstrekkend ventilatieluchtpad voor het aan het vertrek toevoeren van locaal extern ten 25 opzichte van het vertrek betrokken ventilatielucht, een in het ventilatieluchtpad opgestelde eerste vloeistof-lucht warmtewisselaar voor 2 warmte-uitwisseling met de ventilatielucht, welke eerste warmtewisselaar is ingericht voor aansluiting op een vloeistofcircuit van een centrale ventilatiewarmteterugwininstallatie, en een zich van een recirculatieluchtintree tot aan een recirculatieluchtuittree uitstrekkend 5 recirculatieluchtpad voor het recirculeren van uit het vertrek betrokken lucht, en een in het recirculatieluchtpad opgestelde tweede vloeistof-lucht warmtewisselaar voor warmte-uitwisseling met de recirculatielucht, welke tweede vloeistof-lucht warmtewisselaar is ingericht voor aansluiting op een vloeistofcircuit van een centrale verwarmingsinstallatie. De luchtpaden 10 kunnen daarbij elk zijn ingericht voor passief luchttransport, maar kunnen indien gewenst zijn voorzien van hulp ventilatoren.
De decentrale luchtbehandelingsinrichtingen kunnen worden toegepast in een luchtbehandelingssysteem, omvattende een centrale warmteterugwininstallatie en een centraal verwarmingssysteem. De 15 centrale warmteterugwininstallatie is daarbij ingericht om lucht van meerdere vertrekken via een centrale afvoer af te voeren, en omvat een centrale ventilator en een centrale vloeistof-lucht warmtewisselaar voor warmte-uitwisseling met de af te voeren lucht, en een op de centrale vloeistof-lucht warmtewisselaar aangesloten vloeistofcircuit voor 20 aansluiting op de eerste vloeistof-lucht warmtewisselaars van de decentrale luchtbehandelingseenheden. Het centrale verwarmingssysteem omvat een centrale verwarmingsinstallatie met een vloeistofcircuit voor aansluiting op de tweede vloeistof-lucht warmtewisselaars van de decentrale luchtbehandelingseenheden. De eerste vloeistof-lucht warmtewisselaar kan 25 dan de ten gevolge van de centrale luchtafvoer toetredende ventilatielucht opwarmen, en de tweede vloeistof-lucht warmtewisselaar kan dan door convectie in het vertrek recirculerende lucht verwarmen. De warmteterugwininstallatie en de centrale verwarmingsinstallatie kunnen dan bijvoorbeeld op de zolder van een gebouw zijn opgesteld.
3
Door de luchtbehandelingseenheid met twee vloeistof-lucht warmtewisselaars uit te rusten, wordt voorzien in een compacte eenheid waarvan de eerste vloeistof-lucht warmtewisselaar op een relatief dichtbij kamertemperatuur gelegen temperatuursniveau kan worden bedreven, 5 terwijl een andere warmtewisselaar op een verder van kamertemperatuursniveau af gelegen temperatuursniveau kan worden bedreven. Ook als de centrale verwarmingsinstallatie niet in bedrijf is, kan dan de ventilatielucht worden voorverwarmd met behulp van teruggewonnen warmte. De vloeistofcircuits zijn daarbij bij voorkeur 10 gescheiden uitgevoerd.
De ventilatieluchtuittree van de luchtbehandelingsinrichting mondt daarbij in de ruimte uit, en de luchthebandelingsinrichting kan dus vrij zijn van een luchtafvoer voor locale aansluiting op de externe ruimte.
Door de luchtbehandelingsinrichting filterloos uit te voeren, 15 kunnen stromingsverliezen in de inrichting worden vermeden. Door de ventilatieluchtintree te voorzien van een zelfregelende mechanische toevoerklep, kan worden tegengegaan dat het debiet van de ventilatielucht bij hogere drukverschillen tussen het vertrek en de externe ruimte te veel toeneemt. Als alternatief kan de ventilatieluchttoevoer inrichting worden 20 voorzien van een handmatig instelbare toevoerklep, of van een elektronisch bestuurde ventilatieluchttoevoer. De ventilatieluchtintree kan voorts eventueel worden voorzien van een geluiddempingsinrichting, zoals bijvoorbeeld een suskast.
Door de luchtbehandelingsinrichting te voorzien van een behuizing 25 die verstelbaar is tussen een bedrijfsstand waarin de warmtewisselaars althans gedeeltelijk zijn afgeschermd, en een onderhoudsstand waarin de warmtewisselaars toegankelijk zijn om te worden gereinigd, kan worden bereikt dat het onderhoud van de inrichting verder wordt vergemakkelijkt. De luchtbehandelingsinrichting kan daartoe bijvoorbeeld zijn voorzien van 30 een verzwenkbaar of losneembaar frontpaneel.
4
Door de luchtpaden gescheiden uit te voeren, kan onderlinge beïnvloeding van de warmtewisselaars worden tegengegaan. Om het rendement van de tweede warmtewisselaar te vergroten, kan de eerste vloeistof-lucht warmtewarmtewisselaar daarbij onder vorming van een 5 schoorsteenkanaal zijn gelegen in een gebied boven de tweede vloeistof-lucht warmtewisselaar. Een laag isolatiemateriaal kan er daarbij voor zorgen, dat de luchtpaden gescheiden blijven. De ventilatieluchtuittree en de recirculatieluchtuittree van de luchtpaden kunnen daarbij gemeenschappelijk of aangrenzend zijn. Hierdoor kan de luchtstroom door 10 het recirculatieluchtpad bijvoorbeeld de luchtstroom door het ventilatieluchtpad versterken, en kan een na uittree van de luchtstromen een menging worden bewerkstelligd.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een luchtbehandelingssysteem. Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn 15 weergegeven in de volgconclusies.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven.
In de tekening toont:
Fig. IA een schematisch perspectivisch aanzicht van een 20 luchtbehandelingsinrichting in een bedrijfsstand;
Fig. 1B de luchtbehandelingsinrichting van Fig. IA in een onderhoudsstand;
Fig. 2A een schematische dwarsdoorsnede van een luchtbehandelingsinrichting met een daarin met behulp van pijlen 25 weergegeven ventilatieluchtstroom en een met behulp van verdere pijlen weergegeven recirculatieluchtstroom;
Fig. 2B de luchtbehandelingsinrichting van Fig. 2A met daarin een met behulp van pijlen weergegeven ventilatieluchtstroom;
Fig. 2C de luchtbehandelingsinrichting van Fig. 2A met daarin een 30 met behulp van verdere pijlen weergegeven recirulatieluchtstroom, en 5
Fig. 3 een schematische weergave van een luchtbehandelingssysteem met luchtbehandelingsinrichtingen.
Opgemerkt wordt, dat de figuren slechts schematische weergaven betreffen van een niet-limiterend uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding. In 5 de figuren zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers weergegeven.
Fig. IA toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een decentrale luchtbehandelingsinrichting 1 in een bedrijfsstand. De luchtbehandelingsinrichting 1 is geschikt voor opstelling in een vertrek 8 en 10 omvat een behuizing 2. De inrichting 1 wordt bijvoorkeur aan een rand van een vertrek 8 opgesteld. Hierbij kan de luchtbehandelingsinrichting 1 bijvoorbeeld aan een binnenwand van een buitenmuur 4 worden opgehangen zoals in Fig. 2A t/m 3 is getoond, bijvoorbeeld onder een raam. De bevestiging aan de muur 4 kan bijvoorbeeld geschieden met behulp 15 keilbouten, schroeven of chemische ankers. Alternatief kan de luchtbehandelingsinrichting 1 ook al dan niet gedeeltelijk in een muur 4 verzonken worden bevestigd, op een vloer worden geplaatst, bijvoorbeeld op pootjes, of nog anders worden opgesteld, zoals door deze aan een plafond te bevestigen. In één vertrek 8 kunnen ook meer dan één 20 luchtbehandelingsinrichtingen 1 zijn opgesteld, bijvoorbeeld twee, drie, vier of tien. Voorts kunnen ook in meer dan één vertrek 8 van een gebouw, bijvoorbeeld een woonhuis of kantoorpand, een luchtbehandelingsinrichting 1 geplaatst zijn. Hierbij kan in verschillende vertrekken 8 een verschillend aantal luchtbehandelingsinrichtingen zijn geplaatst. Tevens kunnen er ook 25 vertrekken 8 zijn waar geen luchtbehandelingsinrichtingen 1 aanwezig zijn.
Fig. 1B toont de luchtbehandelingsinrichting 1 van Fig. IA in een onderhoudsstand. De behuizing 2 omvat een scharnierend frontpaneel 3. Dit frontpaneel 3 is in de onderhoudsstand weggeklapt, waardoor het inwendige van de luchtbehandelingsinrichting 1 bloot ligt. In een andere 30 uitvoeringsvorm kan de luchtbehandelingsinrichting 1 op een andere 6 manier bloot of gedeeltelijk bloot worden gelegd, bijvoorbeeld door de behuizing 2 te voorzien van een losneembaar frontpaneel of door een wegschuifbaar luikje in de behuizing 2 op te nemen. Het blootleggen van het inwendige van de luchtbehandelingsinrichting 1 is gewenst voor onderhoud, 5 zoals bijvoorbeeld reparatie- en schoonmaakwerkzaamheden.
Fig. 2A toont een schematische dwarsdoorsnede van een luchtbehandelingsinrichting 1 met een daarin met behulp van pijlen met een zwarte punt weergegeven ventilatieluchtstroom V en een met behulp van verdere pijlen met een witte punt weergegeven recirculatieluchtstroom 10 R. De behuizing 2 van de luchtbehandelingsinrichting 1 omvat een ventilatieluchtintree 5 en een ventilatieluchtuittree 6. Van de ventilatieluchtintree 5 tot aan een ventilatieluchtuittree 6 strekt zich een ventilatieluchtpad 7 uit. Het ventilatieluchtpad 7 voert locaal extern ten opzichte van het vertrek 8 betrokken ventilatielucht aan. De ventilatielucht 15 wordt in het uitvoeringsvoorbeeld via een zich in de muur 4 bevindend gat rechtstreeks van buiten het vertrek 8 betrokken, bijvoorbeeld van buiten het gebouw. Indien een luchtbehandelingsinrichting 1 bijvoorbeeld op enige afstand van de muur 4 is geplaatst kan de ventilatielucht bijvoorbeeld via een pijp of buis worden betrokken. Het ventilatieluchtpad 7 is bijvoorkeur 20 ingericht voor passief luchttransport. Alternatief kan het ventilatieluchtpad 7 ook zijn ingericht voor ondersteund luchttransport, bijvoorbeeld door één of een meervoudig aantal hulpventilatoren in het luchtpad 7 aan te brengen.
Tevens omvat de ventilatieluchtintree 5 een toevoerklep 18. Deze toevoerklep dient voor het doseren van de toevoer van de ventilatielucht.
25 Voorts dient de klep 18 voor het indien gewenst afsluiten van de opening in de muur 4, opdat lucht die zich in het vertrek 8 bevindt niet ongewild via luchtbehandelingsinrichting 1 en het gat in de muur naar buiten stroomt.
De toevoerklep 18 kan hierbij bijvoorbeeld handmatig instelbaar zijn. In een andere uitvoeringsvorm is de klep 18 regelbaar, bijvoorbeeld mechanisch of 30 electronisch.
7
Voorts bevindt zich in het ventilatieluchtpad 7 een eerste vloeistof-lucht warmtewisselaar 9 voor warmte-uitwisseling met de ventilatielucht.
De eerste warmtewisselaar 9 is ingericht voor aansluiting op een vloeistofcircuit 10 van een centrale ventilatiewarmteterugwininstallatie 11, 5 zoals getoond in Fig. 3. Hiervoor kan de luchtbehandelingsinrichting 1 bijvoorbeeld voorzien zijn van klemkoppelingen of andere aansluitingen. Tevens omvat de behuizing 2 van de luchtbehandelingsinrichting 1 een recirculatieluchtintree 12 en een recirculatieluchtuittree 13. Van de recirculatieluchtintree 12 tot aan een recirculatieluchtuittree 13 strekt zich 10 een recirculatieluchtpad 14 uit. Het recirculatieluchtpad 14 voert uit het vertrek 8 betrokken recirculatielucht R aan. Het recirculatieluchtpad 14 is bij voorkeur ingericht voor passief luchttransport. Hierbij stijgt verwarmde lucht op. Relatief koelere lucht, die zwaarder is zakt af. Vandaar dat de recirculatielucht R in het uitvoeringsvoorbeeld aan de onderkant van de 15 decentrale luchtbehandelingsinrichting 1 wordt betrokken. Deze recirculatielucht R wordt als het ware aangezogen en opgewarmd door de tweede vloeistof-lucht warmtewisselaar 15 en stijgt vervolgens op, waardoor een recirculatie van de lucht wordt verkregen.
Alternatief kan het recirculatieluchtpad 14 ook zijn ingericht voor 20 ondersteund luchttransport, bijvoorbeeld door één of een meervoudig aantal hulpventilator in het recirculatieluchtpad 14 aan te brengen. Tevens bevindt zich in het recirculatieluchtpad 14 een tweede vloeistof-lucht warmtewisselaar 15 voor warmte-uitwisseling met de recirculatielucht. De tweede warmtewisselaar 15 is ingericht voor aansluiting op een 25 vloeistofcircuit 16 van een centrale verwarmingsinstallatie 17, zoals getoond in Fig. 3. In de voorkeursuitvoering omvat het recirculatieluchtpad 14 een in een gebied boven de tweede vloeistof-lucht warmtewisselaar 15 gelegen schoorsteenkanaal 24. De aanzuigende werking van het schoorsteenkanaal 24 vergroot het rendement van de tweede warmtewisselaar 15. De 30 luchtpaden 7, 14 zijn gescheiden door een laag isolatiemateriaal 25, zoals 8 bijvoorbeeld van steenwol of andere minerale, natuurlijke of synthetische isolatiematerialen.
Zoals getoond in Fig. 2A zijn in de voorkeursuitvoering de luchtpaden 7, 14 gescheiden uitgevoerd, maar zijn de luchtuittreden 6, 13 5 wel aangrenzend gepositioneerd. Het is echter ook mogelijk dat de luchtuittreden 6, 13 verder uit elkaar geplaatst of gemeenschappelijk worden uitgevoerd. In een andere uitvoeringsvorm kunnen deze paden 7, 14 ook geheel of gedeeltelijk gecombineerd worden, waarbij de luchtuittreden 6, 13 al dan niet gemeenschappelijk zijn uitgevoerd.
10 Fig. 2B toont de luchtbehandelingsinrichting 1 van Fig. 2A met daarin een met behulp van met pijlen weergegeven ventilatieluchtstroom V. De centrale verwarmingsinstallatie 17 is niet in bedrijf in Fig. 2B. Toch wordt de ventilatielucht V opgewarmd. Dit wordt gedaan met behulp van de ventilatielucht V voor te verwarmen met behulp van de eerste vloeistof-15 lucht warmtewisselaar 9. De vloeistof in het vloeistofcircuit van een centrale ventilatiewarmteterugwininstallatie 10 en derhalve ook de eerste vloeistof-lucht warmtewisselaar 9 hebben een relatief dichtbij kamertemperatuur gelegen temperatuur, waarbij de kamer temperatuur tussen de circa 15°C en de circa 25°C ligt, bijvoorkeur op circa 20°C. De warmtewisselaar 9 20 verwarmt de van buiten het vertrek 8 betrokken ventilatielucht V voor tot bijna de temperatuur van de afgezogen lucht A, die in principe gelijk is aan de kamertemperatuur.
Fig. 2C de luchtbehandelingsinrichting 1 van Fig. 2A met daarin een met behulp van verdere pijlen weergegeven recirulatieluchtstroom R. In 25 de situatie van Fig. 2C staat de toevoerklep 18 zodanig dat de ventilatieluchtintree 5 is afgesloten. Het vertrek 8 wordt dus niet geventileerd, maar wel wordt de in de kamer aanwezige lucht gerecirculeerd en opgewarmd met behulp van de tweede vloeistof-lucht warmtewisselaar 15.
9
Fig. 3 toont een schematische weergave van een luchtbehandelingssysteem 19 met luchtbehandelingsinrichtingen 1, welk systeem in een gebouw 22 is aangebracht. Het luchtbehandelingssysteem 19, waarin een aantal decentrale luchtbehandelingsinrichtingen 1 zijn 5 toegepast, omvat een centrale warmteterugwininstallatie 11 en een centraal verwarmingssysteem 17. De centrale warmteterugwininstallatie 11 is daarbij ingericht om lucht van meerdere vertrekken 8 via een centrale afvoer 20 af te voeren. Het luchtbehandelingssysteem 19 omvat een centrale ventilator 21 en een centrale vloeistof-lucht warmtewisselaar 23 voor 10 warmte-uitwisseling met af te voeren lucht A. Voorts omvat het luchtbehandelingssysteem 19 een op de centrale vloeistof-lucht warmtewisselaar 23 aangesloten vloeistofcircuit 10 voor aansluiting op de eerste vloeistof-luchtwarmtewisselaars 9 van de decentrale luchtbehandelingseenheden 1. Het vloeistofcircuit 10 is bijvoorbeeld 15 uitgevoerd als een buizenstelsel. Bij voorkeur is de vloeistof in het vloeistofcircuit 10 water, maar een andere vloeistof voor het transport van thermische energie, zoals bijvoorbeeld een zoutoplossing, kan ook worden toegepast.
Het centrale verwarmingssysteem 17 omvat een centrale 20 verwarmingsinstallatie 17 met een vloeistofstofcircuit 16 voor aansluiting op de tweede vloeistof-luchtwarmtewisselaars 15 van de decentrale luchtbehandelingseenheden 1. Ook de vloeistof in heet vloeistofstof circuit 16 voor aansluiting op de tweede vloeistof-luchtwarmtewisselaars is bij voorkeur water, maar ook hier kan gebruik worden gemaakt van een 25 andere vloeistof voor het transport van thermische energie, zoals bijvoorbeeld olie. De vloeistof in het vloeistofcircuit van een centrale verwarmingsinstallatie 16 ligt bijvoorkeur verder van de kamertemperatuur af dan de vloeistof in het vloeistofcircuit van een centrale ventilatiewarmteterugwininstallatie 10, bijvoorbeeld op een temperatuur 30 tussen de circa 40°C en de circa 60°C, in het bijzonder op ongeveer 50°C.
10
Doordat de centrale ventilator 21 lucht afvoert uit het gebouw 22 ontstaat er in het gebouw een lagere luchtdruk dan buiten het gebouw 22. De onderdruk in het vertrek 8 of in het gebouw 22 is bijvoorbeeld 0,2 bar, ten opzichte van de luchtdruk buiten het vertrek 8 of het gebouw 22. De 5 luchtbehandelingsinrichting kan filterloos zijn. Dit om aanzuiging van ventilatielucht V van buiten het gebouw 22 te bewerkstelligen met een relatief klein drukverschil en zonder actieve aanzuiging, zoals bijvoorbeeld een ventilator. Zoals eerder opgemerkt kan het frontpaneel 3 worden weggeklapt om het inwendige van de luchtbehandelingsinrichting 1 bloot te 10 leggen. Dit is gewenst het reinigen van de warmtewisselaars 9, 15.
Zoals in Fig. 2B weergegeven, treedt door dit drukverschil, indien de toevoerklep 18 de ventilatieluchtintree 5 niet afsluit, ventilatielucht via de luchtbehandelingsinrichtingen 1 toe tot het vertrek 8. Hierbij legt de ventilatielucht het ventilatieluchtpad 7 af en passeert de lucht de in het pad 15 7 gelegen eerste vloeistof-luchtwarmtewisselaars 9, welke de lucht op warmt tot bijna de temperatuur van de vloeistof in het vloeistofcircuit 10 van een centrale ventilatiewarmteterugwininstallatie, welke een relatief dichtbij kamertemperatuur gelegen temperatuursniveau heeft.
Opgemerkt wordt, dat de uitvinding niet beperkt is tot het hier 20 beschreven uitvoeringsvoorbeeld, en dat vele variaties mogelijk zijn binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord in de hierna volgende conclusies.
Claims (11)
1. Decentrale luchtbehandelingsinrichting voor opstelling in een vertrek, omvattende een behuizing met een zich vanaf een ventilatieluchtintree tot aan een ventilatieluchtuittree uitstrekkend ventilatieluchtpad voor het aan het vertrek toevoeren van locaal extern ten 5 opzichte van het vertrek betrokken ventilatielucht, een in het ventilatieluchtpad opgestelde eerste vloeistof-lucht warmtewisselaar voor warmte-uitwisseling met de ventilatielucht, welke eerste warmtewisselaar is ingericht voor aansluiting op een vloeistofcircuit van een centrale ventilatiewarmteterugwininstallatie, en een zich van een 10 recirculatieluchtintree tot aan een recirculatieluchtuittree uitstrekkend recirculatieluchtpad voor het recirculeren van uit het vertrek betrokken lucht, en een in het recirculatieluchtpad opgestelde tweede vloeistof-lucht warmtewisselaar voor warmte-uitwisseling met de recirculatielucht, welke tweede vloeistof-lucht warmtewisselaar is ingericht voor aansluiting op een 15 vloeistofcircuit van een centrale verwarmingsinstallatie.
2. Luchtbehandelingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de luchtpaden zijn ingericht voor passief luchttransport.
3. Luchtbehandelingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de luchtpaden filterloos zijn uitgevoerd.
4. Luchtbehandelingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ventilatieluchtintree is voorzien van een regelbare toevoerklep
5. Luchtbehandelingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ventilatieluchtintree is voorzien van een handmatig 25 instelbare toevoerklep.
6. Luchtbehandelingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de behuizing verstelbaar is tussen een bedrijfsstand waarin de warmtewisselaars althans gedeeltelijk zijn afgeschermd, en een onderhoudsstand waarin de warmtewisselaars toegankelijk zijn om te worden gereinigd.
7. Luchtbehandelingsinrichting volgens een der voorgaande 5 conclusies, waarbij de luchtpaden gescheiden zijn uitgevoerd.
8. Luchtbehandelingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ventilatieluchtuittree en de recirculatieluchtuittree van de luchtpaden gemeenschappelijk of aangrenzend zijn uitgevoerd.
9. Luchtbehandelingsinrichting volgens een der voorgaande 10 conclusies, waarbij de eerste vloeistof-lucht warmtewarmtewisselaar onder vorming van een schoorsteenkanaal is gelegen in een gebied boven de tweede vloeistof-lucht warmtewisselaar.
10. Luchtbehandelingssysteem, omvattende een aantal luchtbehandelingsinrichtingen volgens een der voorgaande conclusies, en 15 centrale warmteterugwininstallatie en een centraal verwarmingssysteem, waarbij de centrale warmteterugwininstallatie is ingericht om lucht van meerdere vertrekken via een centrale afvoer af te voeren, en een centrale ventilator en een centrale vloeistof-lucht warmtewisselaar omvat voor warmte-uitwisseling met de af te voeren lucht, en een op de centrale 20 vloeistof-lucht warmtewisselaar aangesloten vloeistofcircuit voor aansluiting op de eerste vloeistof-luchtwarmtewisselaars van de decentrale luchtbehandelingseenheden, en waarbij het centrale verwarmingssysteem een centrale verwarmingsinstallatie omvat met een vloeistofstofcircuit voor aansluiting op de tweede vloeistof-luchtwarmtewisselaars van de decentrale 25 luchtbehandelingseenheden.
11. Luchtbehandelingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste vloeistof-lucht warmtewisselaar is ingericht om op een relatief dichtbij kamertemperatuur gelegen temperatuursniveau te worden bedreven, terwijl de tweede vloestof-lucht warmtewisselaar is ingericht om op een verder van kamertemperatuur af gelegen temperatuursniveau te worden bedreven.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2005006A NL2005006C2 (nl) | 2010-06-30 | 2010-06-30 | Decentrale luchtbehandelingsinrichting, en van decentrale luchtbehandelingsinrichtingen voorzien luchtbehandelingssysteem. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2005006 | 2010-06-30 | ||
NL2005006A NL2005006C2 (nl) | 2010-06-30 | 2010-06-30 | Decentrale luchtbehandelingsinrichting, en van decentrale luchtbehandelingsinrichtingen voorzien luchtbehandelingssysteem. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2005006C2 true NL2005006C2 (nl) | 2012-01-03 |
Family
ID=43568056
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2005006A NL2005006C2 (nl) | 2010-06-30 | 2010-06-30 | Decentrale luchtbehandelingsinrichting, en van decentrale luchtbehandelingsinrichtingen voorzien luchtbehandelingssysteem. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2005006C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2571723A (en) * | 2018-03-05 | 2019-09-11 | Ventive Ltd | Ventilation system including a heat pump |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2726636A1 (fr) * | 1994-11-04 | 1996-05-10 | Electricite De France | Perfectionnements aux convecteurs |
DE19526872A1 (de) * | 1995-07-22 | 1997-01-23 | Krantz Tkt Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zum Abführen von Wärme aus einem Raum |
EP0903545A2 (en) * | 1994-08-08 | 1999-03-24 | Van Holsteijn & Kemna Special Products B.V. | Heating, cooling and ventilating system, and room atmosphere conditioning unit for such a system |
EP0942237A2 (de) * | 1998-03-10 | 1999-09-15 | Olsberg Hermann Everken GmbH | Lüftungs-Heizvorrichtung |
-
2010
- 2010-06-30 NL NL2005006A patent/NL2005006C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0903545A2 (en) * | 1994-08-08 | 1999-03-24 | Van Holsteijn & Kemna Special Products B.V. | Heating, cooling and ventilating system, and room atmosphere conditioning unit for such a system |
FR2726636A1 (fr) * | 1994-11-04 | 1996-05-10 | Electricite De France | Perfectionnements aux convecteurs |
DE19526872A1 (de) * | 1995-07-22 | 1997-01-23 | Krantz Tkt Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zum Abführen von Wärme aus einem Raum |
EP0942237A2 (de) * | 1998-03-10 | 1999-09-15 | Olsberg Hermann Everken GmbH | Lüftungs-Heizvorrichtung |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2571723A (en) * | 2018-03-05 | 2019-09-11 | Ventive Ltd | Ventilation system including a heat pump |
GB2571723B (en) * | 2018-03-05 | 2021-11-24 | Ventive Ltd | Ventilation system including a heat pump |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP1788317B1 (en) | Air conditioning system | |
CN100531542C (zh) | 便于电子机柜冷却的装置和方法 | |
US9677777B2 (en) | HVAC system and zone control unit | |
US20160153671A9 (en) | Hvac system and zone control unit | |
AU2016273127B2 (en) | Data centre cooling system | |
CN101502192A (zh) | 控制的热空气捕获 | |
US11035586B2 (en) | Energy recovery ventilator | |
KR101763267B1 (ko) | 공기 조화 시스템 | |
CN110402363A (zh) | 干燥室 | |
US5148683A (en) | Device for introducing cold air into a room | |
NL2005006C2 (nl) | Decentrale luchtbehandelingsinrichting, en van decentrale luchtbehandelingsinrichtingen voorzien luchtbehandelingssysteem. | |
RU2010100754A (ru) | Модульная вентиляционная система | |
JP6126447B2 (ja) | 空気調和機 | |
US20180003398A1 (en) | Variable refrigerant flow (VRF) air conditioning and related methods | |
US20210113933A1 (en) | Free Fall Simulator Cooling System | |
KR100846000B1 (ko) | 모듈화된 일체형 냉난방시스템 | |
US20160265804A1 (en) | Building ventilator | |
KR102006448B1 (ko) | 실내공기 환기장치 | |
JP6982724B2 (ja) | 熱交換形換気装置 | |
JP3197279U (ja) | 冷却装置および冷却システム | |
EP2017538A2 (en) | Air conditioning system for dwelling hause | |
NL1026707C2 (nl) | Ventilatietoestel. | |
JP2007071407A (ja) | 床面誘導気流空調システム | |
BE1019835A3 (nl) | Ventilatie-eenheid. | |
SE422708B (sv) | Anordning for styrning och distribution av ventilationsluft |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20160701 |