NL2004927C2 - Warenhuis, en werkwijze voor het toevoeren van lucht in de binnenruimte ervan. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Warenhuis, en werkwijze voor het toevoeren van lucht in de binnenruimte ervan.

BESCHRIJVING

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een warenhuis omvattende een aantal in het warenhuis verschafte teeltgoten voor het daarop laten groeien van een gewas, en een luchttoevoersysteem voor het in de binnenruimte van het warenhuis toevoeren van lucht, waarbij het luchttoevoersysteem een leidingsysteem met een aantal onder teeltgoten en zich over de lengte van de 10 betreffende teeltgoten uitstrekkende luchtbuizen en drukmiddelen voor het door het leidingsysteem forceren van lucht omvat, waarbij de luchtbuizen over de lengte ervan verdeelde doorgangen omvatten voor het verspreid over de lengte van de luchtbuizen in de binnenruimte toevoeren van lucht.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze 15 voor het toevoeren van lucht in de binnenruimte van een dergelijk warenhuis.

Een bekend warenhuis omvat een aantal binnenin het warenhuis opgestelde teeltgoten voor het daarop, meer specifiek op substraatmateriaal dat op/in de goten is voorzien, laten groeien van een gewas. Hierbij zijn de teeltgoten onderling parallel in het warenhuis opgesteld, waarbij de teeltgoten zich in een 20 langsrichting van het warenhuis over een aanzienlijk deel van de lengte van het warenhuis uitstrekken. Dergelijke teeltgoten kunnen een lengte hebben van enkele honderden meters. Gemiddeld is de lengte van een teeltgoot 100 tot 150 m. De teeltgoten hangen hierbij aan de dakconstructie van het warenhuis. Het warenhuis heeft verder een luchttoevoersysteem voor het toevoeren van lucht in de 25 binnenruimte van het warenhuis, dat wil zeggen het toevoeren van (verse) buitenlucht aan de binnenruimte van het warenhuis, en/of het binnenin het warenhuis circuleren van lucht. Het luchttoevoersysteem omvat een aantal luchtbuizen die zich elk in langsrichting van een respectievelijke teeltgoot, direct onder een teeltgoot, nabij het vloeroppervlak van het warenhuis uitstrekken. In de wand van elke luchtbuis 30 zitten over de lengte ervan verdeeld perforaties die doorgangen voor lucht vormen. Ter plaatse van een stroomopwaarts gelegen kops uiteinde, gangbaar bij een kopse zijwand van het warenhuis, zijn meerdere luchtbuizen onderling met een zich dwars op de langsrichting van de luchtbuizen uitstrekkende verbindingsluchtbuis verbonden 2 zodat onder gebruikmaking van één centrale ventilator lucht over de betreffende luchtbuizen kan worden verdeeld om zodoende door de perforaties heen lucht in de binnenruimte van het warenhuis toe te voeren. Ter plaatse van het stroomafwaarts kops uiteinde zijn de luchtbuizen afgesloten.

5 Op warme dagen loopt onder invloed van zonlicht de temperatuur (en de relatieve vochtigheid) in het warenhuis op en de aan de binnenruimte toegevoerde buitenlucht dan wel de binnenin het warenhuis gerecirculeerde lucht dient te worden gekoeld. Dit vindt in het bovenomschreven bekende warenhuis plaats door warmte-uitwisseling met (grond)water. ‘s Nachts, wanneer de 10 buitentemperatuur laag is, dient de lucht juist te worden verwarmd teneinde de temperatuur in het warenhuis niet te veel te laten dalen. Hiertoe wordt warmte weer onttrokken aan het (grond)water waar eerder warmte aan is afgegeven.

Een nadeel van het bovenomschreven bekende warenhuis is dat het luchttoevoersysteem relatief veel energie verbruikt aangezien bij een dergelijke 15 warmte-uitwisseling (warmte-opslag) relatief veel energie verloren gaat. Bovendien zijn er grote investeringen nodig voor het verschaffen van deze vorm van warmte-opslag/uitwisseling.

Een doel van de onderhavige uitvinding is derhalve het verschaffen van een warenhuis waarbij een luchttoevoersysteem is voorzien met een hoog 20 energetisch rendement, waarbij op eenvoudige en kostentechnisch gunstige wijze warmte tijdelijk kan worden opgeslagen. Het genoemde doel is bereikt met het warenhuis volgens de onderhavige uitvinding, dat wordt gekenmerkt doordat het luchttoevoersysteem een laag van voor lucht doorlaatbaar materiaal omvat voor warmte-uitwisseling met lucht, welke laag ter plaatse van doorgangen van 25 luchtbuizen is voorzien, waarbij onder invloed van de drukmiddelen lucht door de laag heen forceerbaar is. Een voordeel van het warenhuis volgens de onderhavige uitvinding is dat door toepassing van de laag van voor lucht doorlaatbaar materiaal waardoorheen lucht kan worden geforceerd op een eenvoudige, kostentechnisch gunstige wijze en met een hoog energetisch rendement warmte lokaal kan worden 30 opgeslagen en weer kan worden vrijgegeven. Dat wil zeggen dat overdag (of althans bij verhoogde temperatuur) de lucht warmte afgeeft aan het materiaal en ‘s nachts (of althans bij lagere temperatuur) de lucht de in het materiaal opgeslagen warmte weer opneemt. Bovendien wordt bij het luchttoevoersysteem volgens de onderhavige 3 uitvinding geen beslag gelegd op bodemwater voor warmte-uitwisseling zodat ook de belasting van het milieu lager is.

In een uitermate gunstige uitvoeringsvorm is het materiaal van het stortbaar type, bij voorkeur korrels. Een laag bij voorkeur omvattende korrels of als 5 alternatief bijvoorbeeld een poeder is op kostentechnisch gunstige, eenvoudige wijze te verschaffen. Het materiaal heeft bij grote voorkeur een verhoogde capaciteit voor warmte opslag zodat hiermee een efficiënte voorziening voor warmte-opslag is gevormd. Bij voorkeur ondergaat het materiaal een vast-vast of een vast-vloeibaar faseovergang in het temperatuurbereik van 15 tot 35 graden Celsius. Een voorbeeld 10 van een dergelijk materiaal is een PCM (Phase Change Material), zeer geschikt voor toepassing vanwege de grote warmte opslag capaciteit ervan. Thermusol® van de firma Capzo in Nederland is een voorbeeld van een geschikte PCM.

In een gunstige voorkeursuitvoeringsvorm hierbij is PCM in een aantal afzonderlijke capsules voorzien welk aantal capsules de laag vormt, welke 15 capsules bij voorkeur zodanig zijn gevormd dat de aldus gevormde laag een geringe weerstand heeft tegen de door de laag stromende lucht.

Bij voorkeur strekt per zich onder een teeltgoot uitstrekkende luchtbuis de laag zich over ten minste een deel van de lengte van de betreffende luchtbuis uit. Hiermee is op eenvoudige wijze een laag met voldoende oppervlak 20 gevormd.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm is de laag tussen een teeltgoot en een daarbij behorende luchtbuis in voorzien.

Als alternatief is het echter ook denkbaar om, indien de teeltgoot in hoofdzaak is gevormd uit een C-vormig profiel waarbij de vrije zijde van de C-vorm 25 neerwaarts is gericht, de laag in de door de C-vorm bepaalde ruimte aan te brengen. Aldus wordt op efficiënte wijze gebruik gemaakt van (gangbare) vrije ruimte middenin een teeltgoot waardoor een compacte constructie wordt verkregen.

Het is hierbij gunstig indien de laag in een houder die aan de teeltgoot hangt is aangebracht. Het is bovendien gunstig indien ook de luchtbuizen 30 aan de teeltgoten zijn opgehangen. Hierdoor blijft het vloeroppervlak van het warenhuis vrij waardoor bijvoorbeeld reinigingswerkzaamheden zeer eenvoudig zijn.

In een kostentechnisch gunstige uitvoeringsvorm zijn luchtbuizen uit een flexibel dunwandig kunststof gevormd.

4

In een gunstige voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de doorgangen van een luchtbuis een aantal eerste doorgangen voor het uit de luchtbuis door de laag heen doen stromen van lucht, en een aantal tweede doorgangen voor het uit de luchtbuis direct in de binnenruimte van het warenhuis doen stromen van lucht 5 omvatten, waarbij de luchtbuis eerste klepmiddelen voor het voor lucht afsluiten dan wel openen van ten minste één van het aantal eerste doorgangen en tweede klepmiddelen voor het voor lucht afsluiten dan wel openen van ten minste één van het aantal tweede doorgangen omvat. Hierbij kan door geschikte bediening van de eerste en tweede klepmiddelen naar wens de hoeveelheid lucht die door de laag 10 heen stroomt worden ingesteld. Aldus kan de mate van opname en afgifte van warmte door de laag in hoge mate worden gereguleerd.

Het is hierbij gunstig indien zich dwars op de lengterichting van een luchtbuis een aantal buisstukken door de luchtbuis heen uitstrekken, waarbij elk van het aantal buisstukken een eerste uiteinde heeft dat een eerste doorgang vormt en 15 een tweede, tegenovergelegen uiteinde heeft dat een tweede doorgang vormt, waarbij tussen het eerste en het tweede uiteinde in een inlaatopening is aangebracht waardoorheen lucht vanuit de luchtbuis in het buisstuk kan stromen. Door toepassing van dergelijke buisstukken waarbij de eerste en tweede klepmiddelen bij voorkeur in de buisstukken zijn aangebracht zijn de eerste en tweede doorgangen op 20 eenvoudige wijze gerealiseerd.

Hierbij zijn de eerste en de tweede klepmiddelen bij voorkeur gevormd door één in het ten minste ene buisstuk aangebracht blokkeerorgaan dat tussen het eerste en het tweede uiteinde verplaatsbaar is voor het afsluiten van één van het eerste uiteinde en het tweede uiteinde en het openen van het andere van het 25 eerste uiteinde en het tweede uiteinde. Aldus hoeft voor het naar keuze al dan niet door de laag laten stromen van lucht slechts één blokkeerorgaan te worden verplaatst van het eerste naar het tweede uiteinde en vice versa.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het toevoeren van lucht in de binnenruimte van een warenhuis, het warenhuis 30 omvattende een aantal in het warenhuis opgestelde teeltgoten voor het daarop laten groeien van een gewas, en een luchttoevoersysteem voor het in de binnenruimte van het warenhuis toevoeren van lucht, waarbij het luchttoevoersysteem een leidingsysteem met een aantal onder teeltgoten en zich over de het warenhuis 5 omvattende een aantal in het warenhuis verschafte teeltgoten voor het daarop laten groeien van een gewas, en een luchttoevoersysteem voor het in de binnenruimte van het warenhuis toevoeren van lucht, waarbij het luchttoevoersysteem een leidingsysteem met een aantal onder teeltgoten en zich over de lengte van de 5 respectievelijke teeltgoten uitstrekkende luchtbuizen omvat, waarbij de luchtbuizen over de lengte ervan verdeelde doorgangen omvatten, de werkwijze omvattende - het met drukmiddelen door het leidingsysteem heen forceren van lucht zodat lucht via de doorgangen verspreid over de lengte van de luchtbuizen in de binnenruimte wordt toegevoerd. De werkwijze wordt volgens de onderhavige 10 uitvinding gekenmerkt door - het ter plaatse van doorgangen van luchtbuizen verschaffen van een laag van voor lucht doorlaatbaar materiaal omvat voor warmte-uitwisseling met lucht, en - het met de drukmiddelen door de laag heen forceren van lucht.

15 Voordelen van een dergelijke werkwijze volgens de onderhavige uitvinding zijn analoog aan de bovengenoemde voordelen van het warenhuis volgens de onderhavige uitvinding.

De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen van warenhuizen volgens de 20 onderhavige uitvinding aan de hand van de navolgende figuren:

Figuur 1a toont in isometrische weergave een voorkeursuitvoeringsvorm van een gedeelte van een warenhuis,

Figuur 1 b toont doorsnede IB-IB volgens figuur 1,

Figuur 2 toont doorsnede ll-ll volgens figuur 1, 25 Figuur 3 toont in dezelfde weergave als figuur 2 een voorkeursuitvoeringsvorm van een gedeelte van een luchttoevoersysteem van een warenhuis volgens de onderhavige uitvinding, en

Figuur 4a en 4b tonen in dezelfde weergave als figuur 2 in twee respectievelijke bedrijfstoestanden een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een 30 gedeelte van een luchttoevoersysteem van een warenhuis volgens de onderhavige uitvinding.

Het warenhuis 1 zoals weergegeven in figuur 1a is opgebouwd uit een geraamte van staanders 2 en door de staanders 2 gedragen liggers 3 en goten 6 4. Tussen twee zich onderling parallel uitstrekkende goten 4 zijn omgekeerd V-vormige puntdaken aangebracht. Buitenwanden van het warenhuis 1 worden gevormd door een matrix van naast elkaar en boven elkaar gelegen glaspanelen 5, welke door middel van roeden 6 onderling correct ten opzichte van elkaar zijn 5 gepositioneerd.

In het warenhuis 1 is een luchttoevoersysteem aangebracht waarmee lucht op een hoger niveau, dat wil zeggen op een hoogte nabij de liggers 3 en goten 4, kan worden aangezogen en op een lager gelegen niveau, dat wil zeggen nabij het vloeroppervlak 7 van het warenhuis, weer aan de binnenruimte van het 10 warenhuis 1 kan worden vrijgegeven. Het luchttoevoersysteem circuleert aldus lucht in de binnenruimte van het warenhuis. Daartoe omvat het systeem een luchtschacht 10 die aan één zijde door glaspanelen 5 van een buitenwand wordt begrensd en die zich over de breedte van de betreffende buitenwand uitstrekt. De luchtschacht 10 wordt verder aan een tegenoverliggende zijde door een transparant paneel 11 15 begrensd. Paneel 11 strekt zich parallel aan de genoemde glaspanelen 5 van de betreffende buitenwand van het warenhuis 1 uit. Zie ook de in figuur 1b weergegeven doorsnede ll-ll volgens figuur 1a. De bovenrand 12 van paneel 11 strekt zich hierbij in verticale richting van onder naar boven gezien tot op een lager niveau in het warenhuis 1 uit dan de buitenwand omvattende glaspanelen 5. 20 Hierdoor, zoals in figuur 1b duidelijk zichtbaar is, kan lucht op een hoger gelegen niveau in het warenhuis 1 langs bovenrand 12 in luchtschacht 10 stromen.

Aan de onderzijde is luchtschacht 10 begrensd door ondersteuning 13. Verder omvat paneel 11 een doorgang 14 waarop een ventilator 15 en een luchtverwarmer 16 zijn aangesloten. Ventilator 15 zuigt lucht aan uit luchtschacht 10 25 en forceert deze door een leidingsysteem omvattende een aantal via een dwarse buis met de ventilator 15 in verbinding staande luchtbuizen 17 die elk onder een teeltgoot 18 zijn voorzien voor het op gewenste locaties terug in het warenhuis brengen van lucht (in figuur 1a zijn slechts twee althans delen van teeltgoten 18 getoond). Hiertoe zijn buizen 17 op deze gewenste locaties voorzien van openingen 30 19 waardoorheen de lucht terug in de binnenruimte van het warenhuis 1 kan stromen. Buizen 17 zijn elk ter plaatse van hun stroomafwaarts, ofwel van de ventilator af gekeerd uiteinde afgesloten. Een dergelijk luchttoevoersysteem is beschreven in Nederlandse octrooiaanvrage NL 1037152. De specifieke uitvoering 7 van het luchttoevoersysteem is echter niet relevant voor de onderhavige uitvinding, hoewel de onderhavige uitvinding uitermate gunstig is bij toepassing in het luchttoevoersysteem volgens NL 1037152, waarvan de inhoud hier derhalve als inbegrepen kan worden beschouwd.

5 Figuur 2 toont doorsnede ll-ll volgens figuur 1a en betreft een dwarsdoorsnede van een inblaasslurf 17 en een teeltgoot 18, welke onderdelen zijn van het luchttoevoersysteem van het warenhuis.

In figuur 3 is een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een althans gedeelte van een luchttoevoersysteem volgens de onderhavige uitvinding 10 weergegeven. Hierbij komt luchtbuis 20 grotendeels overeen met luchtbuis 17 volgens figuur 2 waarbij echter bij luchtbuis 20 slechts aan de bovenzijde ervan openingen 19 zijn voorzien (over de lengte van luchtbuis 20 verdeeld). Onder teeltgoot 18 is een plaat 26 voorzien waaraan over de gehele lengte van teeltgoot 18 en luchtbuis 20 een zakvormige cassette met wanden 21 is aangebracht waarvan 15 een nabij plaat 26 gelegen gedeelte voor lucht doorlaatbaar is. De cassette sluit aan diens onderzijde aan op de openingen 19 van luchtbuis 20. De binnenruimte van de cassette is gevuld met een althans schematisch weergegeven laag korrels 24. Ter plaatse van openingen 19 is een niet weergegeven filterelement voorzien dat voor lucht doorlaatbaar is maar waardoorheen korrels niet kunnen passeren zodat de 20 korrels 24 in het binnenste van de cassette blijven. Wanneer nu met ventilator 15 (zie figuur 1b) lucht door luchtbuizen 20 heen wordt geforceerd stroomt lucht via openingen 19 door de laag van korrels 24 heen en verlaat de cassette via de genoemde voor lucht doorlaatbare gedeelten van wanden 21 zoals met pijlen 22 schematisch is weergegeven. De korrels betreffen een PCM, meer specifiek een met 25 bij voorkeur een kunststof omkapselde zoutoplossing, en hebben een hoge warmte opslag capaciteit. De korrels nemen de temperatuur aan van de lucht die door de laag korrels heen wordt geforceerd. Gedurende een (relatief warme) dag stijgt de temperatuur in de binnenruimte van het warenhuis naarmate de instraling door zonlicht toeneemt. De steeds warmer wordende lucht in de binnenruimte van het 30 warenhuis wordt aan de bovenzijde van luchtschacht 10 aangezogen, en stroomt via luchtschacht 10 en via de ventilator in luchtbuizen 20. Tijdens het door de laag korrels 24 heen stromen geeft de lucht warmte af aan de korrels die hierdoor opwarmen en de lucht aldus koelen. Op het einde van de dag en ook ‘s nachts daalt 8 de temperatuur van de lucht in de binnenruimte van het warenhuis. Indien er nu zoals bovenomschreven lucht door de laag korrels 24 heen wordt geforceerd zullen de korrels de daarin gedurende de dag opgeslagen warmte weer afgeven aan de lucht. Door de hoge warmte opslag capaciteit van de korrels zullen de korrels gedurende 5 een aanzienlijke tijd warmte afgeven aan de lucht. Door het gecirculeerde luchtvolume alsmede de specifieke tijdstippen van luchtcirculatie te kiezen kan men naar warmte uitwisselen tussen lucht uit het warenhuis en de laag korrels 24.

In figuren 4a en 4b is een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van althans een gedeelte van een luchttoevoersysteem volgens de onderhavige 10 uitvinding getoond. Ook hierbij wordt een laag korrels 24 zoals boven omschreven toegepast. In dit geval is de laag korrels 24 echter in een C-vormige teeltgoot 18 geïntegreerd voorzien doordat de laag op een onder teeltgoot 18 aangebrachte plaat 30 in de aldus gevormde binnenruimte van de teeltgoot 18 is aangebracht. Onder teeltgoot 18 is een luchtbuis 40 analoog aan luchtbuizen 20 en 17 voorzien met het 15 verschil dat doorgangen zoals de bovenomschreven doorgangen 19 in dit geval worden gevormd door uiteinden van zich verticaal door de wand van de luchtbuis 40 heen uitstrekkende buisstukken 32 (over de lengte van buis 40 verdeeld en bijvoorbeeld elke vijf meter). Aan de bovenzijde strekt buisstuk 32 zich ook door plaat 30 heen uit en mondt boven het oppervlak van de laag korrels 24 uit in de genoemde 20 binnenruimte van teeltgoot 18. Aan de onderzijde strekt buisstuk 32 zich met een onderste uiteinde door de wand van luchtbuis 40 heen uit. Lucht die via ventilator 15 in luchtbuis 40 wordt geforceerd kan via openingen 34 in de wand van buisstuk 32, welke openingen 34 slechts zijn voorzien in het gedeelte van buisstuk 32 dat zich binnen in luchtbuis 40 bevindt, in luchtbuis 32 stromen en zoals in figuur 4b is 25 weergegeven opwaarts tot in de binnenruimte van teeltgoot 18 stromen en vervolgens door de laag korrels 24 heen en door een voor lucht doorlaatbaar gedeelte van plaat 30 heen in de binnenruimte van het warenhuis stromen. Een balvormige afsluitklep 42 voorkomt (zie figuur 4b) dat lucht ter plaatse van het onderste uiteinde 36 van buisstuk 32 direct in de binnenruimte van het warenhuis kan 30 stromen doordat afsluitklep 42 op die plaats passage van lucht door buisstuk 32 afsluit.

Aldus heeft de tot dusver omschreven combinatie van buisstuk 32 en laag korrels 24 een analoge werking als de voorkeursuitvoeringsvorm zoals in 9 figuur 3 getoond en hierboven beschreven. Wanneer echter geen uitwisseling van warmte tussen lucht en korrels 24 gewenst is wordt met niet nader getoonde verplaatsingsmiddelen balvormige afsluitklep 42 opwaarts bewogen tot boven de openingen 34 waardoor de afsluitklep 42 de passage van lucht opwaarts tot in de 5 richting van de laag korrels 24 afsluit. Deze situatie is in figuur 4a afgebeeld. Lucht kan nu echter vrij richting het onderste uiteinde 36 van buisstuk 32 stromen en daarmee direct, dat wil zeggen zonder laag korrels 24 te passeren, in de binnenruimte van het warenhuis stromen. Het gewicht van balvormig kleporgaan 42 is zodanig laag gekozen dat onder invloed van de als gevolg van de luchtstroming 10 door openingen 34 verschafte luchtdruk binnenin buisstuk 32 de bal 42 niet neerwaarts verplaatst (valt). Overigens kan de als alternatief voor de onder invloed van luchtdruk op zijn plaats blijvende bal 42 ook aan een mechanische blokkering van bal 42 worden gedacht zoals bijvoorbeeld een tot in buisstuk 32 uitstekende pen of dergelijke. Aldus is met de in figuren 4a en 4b getoonde voorkeursuitvoeringsvorm 15 van het luchttoevoersysteem volgens de onderhavige uitvinding gerealiseerd dat het al dan niet overdragen van warmte tussen lucht en de laag korrels 24 in nog hogere mate kan worden gestuurd.

20

Claims (13)

1. Warenhuis omvattende een aantal in het warenhuis verschafte teeltgoten voor het daarop laten groeien van een gewas, en een 5 luchttoevoersysteem voor het in de binnenruimte van het warenhuis toevoeren van lucht, waarbij het luchttoevoersysteem een leidingsysteem met een aantal onder teeltgoten en zich over de lengte van de betreffende teeltgoten uitstrekkende luchtbuizen en drukmiddelen voor het door het leidingsysteem forceren van lucht omvat, waarbij de luchtbuizen over de lengte ervan verdeelde doorgangen omvatten 10 voor het verspreid over de lengte van de luchtbuizen in de binnenruimte toevoeren van lucht, met het kenmerk, dat het luchttoevoersysteem een laag van voor lucht doorlaatbaar materiaal omvat voor warmte-uitwisseling met lucht, welke laag ter plaatse van doorgangen van luchtbuizen is voorzien, waarbij onder invloed van de drukmiddelen lucht door de laag heen forceerbaar is.

2. Warenhuis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het materiaal van het stortbaar type is, bij voorkeur korrels.

3. Warenhuis volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het materiaal een vast-vast of een vast-vloeibaar faseovergang ondergaat in het temperatuurbereik van 15 tot 35 graden Celsius.

4. Warenhuis volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat per zich onder een teeltgoot uitstrekkende luchtbuis de laag zich over ten minste een deel van de lengte van de betreffende luchtbuis uitstrekt.

5. Warenhuis volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de laag tussen een teeltgoot en een daarbij behorende luchtbuis in is voorzien.

6. Warenhuis volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de teeltgoot in hoofdzaak is gevormd uit een C-vormig profiel waarbij de vrije zijde van de C-vorm neerwaarts is gericht, waarbij de laag in de door de C-vorm bepaalde ruimte is aangebracht.

7. Warenhuis volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de laag in 30 een houder die aan de teeltgoot hangt is aangebracht.

8. Warenhuis volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat luchtbuizen aan teeltgoten zijn opgehangen.

9. Warenhuis volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat luchtbuizen uit een flexibel dunwandig kunststof zijn gevormd.

10. Warenhuis volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doorgangen van een luchtbuis een aantal eerste doorgangen voor het uit de luchtbuis door de laag heen doen stromen van lucht, en een aantal tweede 5 doorgangen voor het uit de luchtbuis direct in de binnenruimte van het warenhuis doen stromen van lucht omvatten, waarbij de luchtbuis eerste klepmiddelen voor het voor lucht afsluiten dan wel openen van ten minste één van het aantal eerste doorgangen en tweede klepmiddelen voor het voor lucht afsluiten dan wel openen van ten minste één van het aantal tweede doorgangen omvat.

11. Warenhuis volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat zich dwars op de lengterichting van een luchtbuis een aantal buisstukken door de luchtbuis heen uitstrekken, waarbij elk van het aantal buisstukken een eerste uiteinde heeft dat een eerste doorgang vormt en een tweede, tegenovergelegen uiteinde heeft dat een tweede doorgang vormt, waarbij tussen het eerste en het tweede uiteinde in een 15 inlaatopening is aangebracht waardoorheen lucht vanuit de luchtbuis in het buisstuk kan stromen.

12. Warenhuis volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de eerste klepmiddelen en de tweede klepmiddelen zijn gevormd door één in het ten minste ene buisstuk aangebracht blokkeerorgaan dat tussen het eerste en het tweede 20 uiteinde verplaatsbaar is voor het afsluiten van één van het eerste uiteinde en het tweede uiteinde en het openen van het andere van het eerste uiteinde en het tweede uiteinde.

13. Werkwijze voor het toevoeren van lucht in de binnenruimte van een warenhuis, het warenhuis omvattende een aantal in het warenhuis verschafte 25 teeltgoten voor het daarop laten groeien van een gewas, en een luchttoevoersysteem voor het in de binnenruimte van het warenhuis toevoeren van lucht, waarbij het luchttoevoersysteem een leidingsysteem met een aantal onder teeltgoten en zich over de lengte van de respectievelijke teeltgoten uitstrekkende luchtbuizen omvat, waarbij de luchtbuizen over de lengte ervan verdeelde 30 doorgangen omvatten, de werkwijze omvattende - het met drukmiddelen door het leidingsysteem heen forceren van lucht zodat lucht via de doorgangen verspreid over de lengte van de luchtbuizen in de binnenruimte wordt toegevoerd, waarbij de werkwijze wordt gekenmerkt door - het ter plaatse van doorgangen van luchtbuizen verschaffen van een laag van voor lucht doorlaatbaar materiaal omvat voor warmte-uitwisseling met lucht, en 5. het met de drukmiddelen door de laag heen forceren van lucht. 10