NL2004325C2

NL2004325C2 - Arrangement for housing items for extermination of pest animals.

Info

Publication number: NL2004325C2
Application number: NL2004325A
Authority: NL
Inventors: Richard Alexander Mars
Original assignee: Mars Inc
Priority date: 2010-03-02
Filing date: 2010-03-02
Publication date: 2011-09-06

Claims

1. Inrichting voor het behuizen van elementen voor bestrijding van plaagdieren, de inrichting omvattende: 5 a) Een lichaam omvattende een bodemplaat en een aantal zijmuren: b) Een deksel voor het sluiten van het lichaam; c) Ten minste een eerste opening in een eerste zijmuur welke opening toegang geeft aan een eerste gang; 10 d) Een tweede blinde gang voor het ontvangen van een eerste val voor het vangen van de plaagdieren; Welke tweede blinde gang in een eerste hoek van minder dan 90° is geplaatst ten opzichte van een eerste deel van de eerste gang, welke eerste deel van de eerste gang zich tussen de eerste opening en de tweede blinde gang bevindt. 15 i*

2. Inrichting volgens conclusie 1, verder omvattende een tweede opening in een tweede zijmuur, welke tweede zijmuur zich tegenover de eerste zijmuur bevindt, welke tweede opening toegang geeft tot de eerste gang en welke opening in lijn is met de eerste opening en de eerste gang. 20

3. Inrichting volgens conclusie 1, verder omvattende een derde blinde gang voor het ontvangen van een tweede val voor het vangen van plaagdieren, welke derde blinde gang in een tweede hoek van minder dan 90° is geplaatst ten opzichte van een tweede deel van de eerste gang, welk tweede deel van de eerste gang zich uitstrekt 25 vanuit en in lijn is met het eerste deel van de eerste gang.

4. Inrichting volgens conclusie 1, verder omvattende een eenheid voor het ontvangen van aas voor het aantrekken van plaagdieren, welke eenheid voor het ontvangen van aas is verbonden met de eerste gang. 30

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de eenheid voor het ontvangen van aas is bepaald door ten minste een van de volgende: a) Een houder element voor het houden van aas, welk houder element zich uitstrekt vanaf de bodemplaat; 35 b) Een muur element dat uitsteekt van de bodemplaat tot een hoogte lager dan het deksel als het deksel op het lichaam is geplaatst, waarbij de eenheid voor het ontvangen van aas een gebied is tussen het muur element en een zijmuur van het lichaam; en/of c) Een element om aas te bevestigen, welk element om aas te bevestigen zich uitstrekt van de onderkant van het deksel naar de 5 binnenkant van het lichaam als het deksel op het lichaam is geplaatst.

6. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het element voor het ontvangen van aas zich nabij of naast de tweede blinde gang bevindt.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het element voor het ontvangen van aas en de tweede blinde gang zodanig ten opzichte van elkaar geplaatst zijn dat het element voor het ontvangen van aas vrij toegankelijk is vanaf de eerste gang als er een val is geplaatst in de tweede blinde gang.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij het element voor het ontvangen van aas en de tweede blinde gang zodanig ten opzichte van elkaar geplaatst zijn dat het element voor het ontvangen van aas vrij toegankelijk is vanaf de eerste gang als een plaagdier is gevangen in de val.

9. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het element voor het ontvangen van aas zich bevindt in een vierde blinde gang welke toegankelijk is vanaf de eerste gang.

10. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste hoek een waarde heeft uit ten minste een van de volgende verzamelingen:

25 Tussen 30° en 60° Tussen 40° en 50° en/of Ongeveer 45°