NL2003778C2 - HOLDER FOR A TENSIONING DEVICE, AND THE COMPOSITION OF A HOLDER AND TENSIONING DEVICE. - Google Patents

HOLDER FOR A TENSIONING DEVICE, AND THE COMPOSITION OF A HOLDER AND TENSIONING DEVICE. Download PDF

Info

Publication number
NL2003778C2
NL2003778C2 NL2003778A NL2003778A NL2003778C2 NL 2003778 C2 NL2003778 C2 NL 2003778C2 NL 2003778 A NL2003778 A NL 2003778A NL 2003778 A NL2003778 A NL 2003778A NL 2003778 C2 NL2003778 C2 NL 2003778C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holder
machining device
fastening
fixing
assembly
Prior art date
Application number
NL2003778A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Klazina Gijsberta Duits
Original Assignee
Buro Zo Giselle Duits
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Buro Zo Giselle Duits filed Critical Buro Zo Giselle Duits
Priority to NL2003778A priority Critical patent/NL2003778C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2003778C2 publication Critical patent/NL2003778C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23DPLANING; SLOTTING; SHEARING; BROACHING; SAWING; FILING; SCRAPING; LIKE OPERATIONS FOR WORKING METAL BY REMOVING MATERIAL, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23D71/00Filing or rasping tools; Securing arrangements therefor
    • B23D71/04Hand files or hand rasps
    • B23D71/06Hand files or hand rasps using a single interchangeable blade
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23DPLANING; SLOTTING; SHEARING; BROACHING; SAWING; FILING; SCRAPING; LIKE OPERATIONS FOR WORKING METAL BY REMOVING MATERIAL, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23D51/00Sawing machines or sawing devices working with straight blades, characterised only by constructional features of particular parts; Carrying or attaching means for tools, covered by this subclass, which are connected to a carrier at both ends
    • B23D51/08Sawing machines or sawing devices working with straight blades, characterised only by constructional features of particular parts; Carrying or attaching means for tools, covered by this subclass, which are connected to a carrier at both ends of devices for mounting straight saw blades or other tools
    • B23D51/12Sawing machines or sawing devices working with straight blades, characterised only by constructional features of particular parts; Carrying or attaching means for tools, covered by this subclass, which are connected to a carrier at both ends of devices for mounting straight saw blades or other tools for use with tools, dealt with in this subclass, which are connected to a carrier at both ends, e.g. bows adjustable in length or height
    • B23D51/14Attachment of the tool
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25GHANDLES FOR HAND IMPLEMENTS
    • B25G1/00Handle constructions
    • B25G1/10Handle constructions characterised by material or shape
    • B25G1/102Handle constructions characterised by material or shape the shape being specially adapted to facilitate handling or improve grip
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25GHANDLES FOR HAND IMPLEMENTS
    • B25G3/00Attaching handles to the implements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Food-Manufacturing Devices (AREA)

Description

Houder voor een verspanende inrichting, alsmede samenstel van een houder en een verspanende inrichtingHolder for a machining device, as well as assembly of a holder and a machining device

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor een verspanende inrichting, 5 zoals een rasp of een vijl, waarbij de houder is ingericht voor het losneembaar met de houder verbinden van de verspanende inrichting.The invention relates to a holder for a machining device, such as a grater or a file, the holder being adapted for releasably connecting the machining device to the holder.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een houder en een daarmee losneembaar verbonden verspanende inrichting, zoals bijvoorbeeld een rasp of een vijl.The invention also relates to an assembly of a holder and a machining device detachably connected thereto, such as for example a grater or a file.

10 Een houder en samenstel van bovengenoemde soort zijn algemeen bekend. De verspanende inrichting is bijvoorbeeld een vijl of rasp. De vijl of rasp zijn veelal langwerpig. De houder bestaat uit een langwerpige handgreep die in het verlengde van de vijl geplaatst is. De handgreep is daarbij in hoofdzaak parallel aan de vijl geplaatst. De vijl kan losneembaar met de houder verbonden zijn. Daartoe is in de houder een 15 opneemruimte voor de vijl of rasp voorzien, waarin één uiteinde van de vijl of rasp opgenomen kan worden. In een deel van de vijl nabij het uiteinde is een gat voorzien. De vijl of rasp kan in de opneemruimte geplaatst worden en vervolgens met een schroefbevestiging losneembaar bevestigd worden. Het gat in de vijl neemt een deel van de schroef op. De vijl of rasp is met één uiteinde aan de houder bevestigd.A holder and assembly of the above-mentioned type are generally known. The machining device is, for example, a file or grater. The file or grater are often elongated. The holder consists of an elongated handle that is placed in line with the file. The handle is then placed substantially parallel to the file. The file can be detachably connected to the holder. For this purpose, a holder is provided in the holder for the file or rasp, in which one end of the file or rasp can be received. A hole is provided in a part of the file near the end. The file or grater can be placed in the receiving space and then detachably secured with a screw attachment. The hole in the file receives part of the screw. The file or grater is attached to the holder with one end.

20 Het is een nadeel van de bekende inrichting, en van het bekende samenstel, dat het losnemen van de vijl of rasp relatief moeilijk is, en relatief veel tijd kost. Het plaatsen van de vijl moet relatief nauwkeurig gebeuren, alvorens de schroef geplaatst kan worden. Dit kost tijd. Ook het aandraaien van de schroef kost tijd. Met name bij het vaak wisselen van verschillende raspen, of vijlen, is de gebruiker relatief veel tijd kwijt. 25 Het is derhalve een doel van de uitvinding om te voorzien in een houder en een samenstel van bovengenoemde soort, waarmee het bovengenoemde nadeel opgelost, of althans verminderd wordt.It is a drawback of the known device, and of the known assembly, that the removal of the file or grater is relatively difficult and takes a relatively long time. The placement of the file must be relatively accurate before the screw can be placed. This takes time. Tightening the screw also takes time. Especially when changing different graters, or files, the user loses relatively much time. It is therefore an object of the invention to provide a holder and an assembly of the above-mentioned type, with which the above-mentioned disadvantage is solved, or at least reduced.

Daartoe voorziet de uitvinding in een houder voor een verspanende inrichting van bovengenoemde soort. De houder omvat aan een onderzijde daarvan een eerste 30 bevestigingsvlak voor het daartegen plaatsen van een eerste deel van de verspanende inrichting, alsmede een in axiale richting van de houder op afstand van het eerste bevestigingsvlak geplaatst tweede bevestigingsvlak voor het daartegen plaatsen van een tweede deel van de verspanende inrichting, waarbij de houder nabij ten minste het 2 eerste bevestigingsvlak een bevestigingselement omvat voor het daarmee met een magnetische kracht losneembaar met de houder bevestigen van de verspanende inrichting. De verspanende inrichting kan met behulp van een magnetische kracht met de houder verbonden worden. De verspanende inrichting kan aan twee op afstand van 5 elkaar gelegen delen van de houder bevestigd zijn. Het plaatsen van de verspanende inrichting kan relatief snel gebeuren. De verspanende inrichting hoeft slechts op de bevestigingsvlakken gedrukt te worden, waarna het bevestigingselement de verspanende inrichting met een magnetische kracht op zijn plaats houdt. Tussen het eerste bevestigingsvlak en het tweede bevestigingsvlak kan in de houder een 10 uitneemruimte gevormd zijn, welke uitneemruimte is ingericht voor het daarmee in een geplaatste toestand van de verspanende inrichting verschaffen van toegang vanaf ten minste een zijkant van de houder voor ten minste een deel van een hand van een gebruiker om daarmee de verspanende inrichting van de houder los te nemen. De uitneemruimte zorgt ervoor dat de toegang tot de verspanende inrichting voor een 15 gebruiker voldoende groot is, bijvoorbeeld om diens vinger of hand achter de verspanende inrichting te krijgen, om zodoende de verspanende inrichting te bewegen voor het losnemen van de verspanende inrichting van de houder. Op deze wijze is de verspanende inrichting niet alleen eenvoudig plaatsbaar, maar ook eenvoudig en snel voor een gebruiker los te nemen.To this end, the invention provides a holder for a machining device of the above-mentioned type. The holder comprises on its underside a first mounting surface for placing a first part of the machining device against it, as well as a second mounting surface placed axially away from the first mounting surface for placing a second part of it against it the machining device, wherein the holder comprises, near at least the first fastening surface, a fastening element for detachably fastening the machining device with the holder with a magnetic force. The machining device can be connected to the holder by means of a magnetic force. The machining device can be attached to two spaced apart parts of the holder. The machining device can be placed relatively quickly. The machining device only needs to be pressed onto the fastening surfaces, whereafter the fastening element holds the machining device in place with a magnetic force. Between the first fastening surface and the second fastening surface, a removal space can be formed in the holder, which removal space is adapted to thereby provide access to at least a part of at least a side of the holder in a placed state of the machining device. a hand of a user to thereby release the machining device from the holder. The removal space ensures that the access to the machining device is sufficiently large for a user, for instance to get his finger or hand behind the machining device, so as to move the machining device for releasing the machining device from the holder. In this way the machining device is not only easy to place, but also easy and quick to remove for a user.

20 In een uitvoeringsvorm, is de uitneemruimte ingericht voor toegang te verschaffen voor ten minste een of meer vingers van een gebruiker. De gebruiker kan met een vinger voldoende kracht zetten om de verspanende inrichting los te nemen.In one embodiment, the removal space is adapted to provide access for at least one or more fingers of a user. The user can apply sufficient force with a finger to release the machining device.

De verspanende inrichting is bij voorkeur een schurende inrichting, zoals een vijl of rasp. De houder is ingericht voor het opnemen van de schurende inrichting.The machining device is preferably an abrasive device, such as a file or grater. The holder is adapted to receive the abrasive device.

25 Het bevestigingselement kan een magneetelement zijn. Het magneetelement kan een magneet omvatten. De magneet kan een magnetische kracht uitoefenen op de verspanende inrichting. De verspanende inrichting zal daarbij een magnetiseerbaar materiaal omvatten, zoals ijzer.The fixing element can be a magnetic element. The magnetic element can comprise a magnet. The magnet can exert a magnetic force on the machining device. The machining device will then comprise a magnetizable material, such as iron.

Het is echter ook mogelijk dat het bevestigingselement een magnetiseerbaar 30 materiaal omvat, dat is ingericht om samen te werken met een magneetelement dat in de verspanende inrichting voorzien is.However, it is also possible for the fixing element to comprise a magnetizable material which is adapted to cooperate with a magnetic element which is provided in the machining device.

Bij voorkeur is de uitneemruimte ingericht voor het daarmee toestaan voor een gebruiker van het losnemen van de verspanende inrichting tegen de werking van de 3 klemkracht van het bevestigingselement in. Bij het gebruiken van het samenstel voor een verspanende bewerking, zullen krachten optreden op de verspanende inrichting. Deze krachten die optreden hebben echter geen, of slechts een relatief kleine component in de richting tegen de klemkracht van het bevestigingselement in. De 5 uitneemruimte staat de gebruiker toe een kracht in deze richting uit te oefenen, om zo de verspanende inrichting relatief makkelijk los te nemen. De verspanende inrichting kan zo niet snel ongewenst loslaten.The removal space is preferably adapted to thereby allow a user to detach the machining device against the action of the clamping force of the fastening element. When using the assembly for a machining operation, forces will occur on the machining device. These forces which occur, however, have no, or only a relatively small, component in the direction against the clamping force of the fastening element. The removal space allows the user to exert a force in this direction, so as to release the machining device relatively easily. The machining device can thus not quickly unwantedly release.

Bij voorkeur is een lengte van de houder nagenoeg gelijk aan een lengte van de verspanende inrichting die in de houder opneembaar is. De houder kan zo relatief 10 compact uitgevoerd worden, en neem relatief weinig ruimte in beslag.A length of the holder is preferably substantially equal to a length of the machining device that can be received in the holder. The holder can thus be made relatively compact, and take up relatively little space.

In een uitvoeringsvorm, is een eerste bevestigingselement nabij het eerste bevestigingsvlak geplaatst, en is een tweede bevestigingselement nabij het tweede bevestigingsvlak geplaatst. Het toepassen van twee bevestigingselementen zorgt voor een stevige verbinding tussen de verspanende inrichting, en de houder.In one embodiment, a first fastening element is placed near the first fastening surface, and a second fastening element is placed near the second fastening surface. The use of two fixing elements ensures a firm connection between the machining device and the holder.

15 Bij voorkeur zijn het eerste bevestigingsvlak en het tweede bevestigingsvlak met een tussenruimte van ten minste 10 cm, bij voorkeur ten minste 20 cm, bij nog meer voorkeur ten minste 30 cm van elkaar geplaatst. De bevestigingselementen kunnen zo op twee punten die relatief ver van elkaar verwijderd zijn, aangrijpen op de verspanende inrichting. Dit vergroot de stabiliteit van de houder, en zorgt voor een 20 stevige verbinding.Preferably, the first mounting surface and the second mounting surface are spaced apart by at least 10 cm, preferably at least 20 cm, more preferably at least 30 cm from each other. The fastening elements can thus engage the machining device at two points that are relatively far apart. This increases the stability of the holder, and ensures a strong connection.

De houder kan voorzien zijn van een zich vanaf het eerste en/of tweede bevestigingsvlak naar beneden toe uitstrekkende rand voor het in een geplaatste positie van de verspanende inrichting beperken van een beweging daarvan in ten minste een eerste richting. De uitstrekkende rand kan een aanslag vormen, waar een zijkant van de 25 verspanende inrichting tegen rust in een geplaatste toestand. De uitstrekkende rand kan zodanig ingericht zijn dat deze drie zijden van de verspanende inrichting in een geplaatste toestand daarvan omringd. Zo worden bewegingen in drie richtingen beperkt en/of voorkomen. Bij toepassing van opstaande randen aan beide bevestigingsvlakken, is het mogelijk om beweging in vier hoofdrichtingen te voorkomen. Aldus wordt 30 beweging in het vlak evenwijdig aan het bevestigingsvlak voorkomen.The holder may be provided with an edge extending downwards from the first and / or second mounting surface for restricting a movement thereof in at least a first direction in a placed position of the machining device. The extending edge can form a stop against which a side of the machining device rests against in a placed state. The extending edge can be arranged such that it surrounds three sides of the machining device in a placed state thereof. In this way movements in three directions are limited and / or prevented. When using raised edges on both mounting surfaces, it is possible to prevent movement in four main directions. Movement in the plane parallel to the mounting surface is thus prevented.

Bij voorkeur omvat de houder een basislichaam, alsmede een zich ten opzichte van het basislichaam over een afstand naar beneden toe uitstrekkend eerste bevestigingslichaam, waarbij aan een onderzijde van het bevestigingslichaam het eerste 4 bevestigingsvlak voorzien is. Het basislichaam is bij voorkeur zodanig geplaatst dat deze een in hoofdzaak evenwijdig aan het bevestigingsvlak geplaatst is. De afstand tussen basislichaam en onderzijde van het eerste bevestigingsvlak zorgt ervoor dat de uitneemruimte een bepaalde afmeting krijgt. De afmeting is bij voorkeur zodanig dat de 5 gebruiker eenvoudig de verspanende inrichting kan bereiken, voor het vervolgens losnemen van de verspanende inrichting.The holder preferably comprises a basic body, as well as a first fastening body extending downwardly relative to the basic body, wherein the first fastening surface is provided on a bottom side of the fastening body. The basic body is preferably positioned such that it is placed substantially parallel to the mounting surface. The distance between the basic body and the underside of the first mounting surface ensures that the removal space acquires a certain size. The size is preferably such that the user can easily reach the machining device for subsequently releasing the machining device.

Het is mogelijk dat de houder voorzien is van een zich ten opzichte van het basislichaam met een afstand naar beneden toe uitstrekkend tweede bevestigingslichaam, waarbij aan een onderzijde van het tweede bevestigingslichaam 10 het tweede bevestigingsvlak voorzien is. De combinatie van het basislichaam met twee bevestigingslichamen zorgt ervoor dat de houder een boogvormig of U-vormig gedeelte omvat. Aan de punten van de boog, of benen van de U, is de verspanende inrichting plaatsbaar. De boog of U overbrugt een bepaalde afstand, gemeten in de lengte van de verspanende inrichting. Deze afstand zorgt ervoor dat de verspanende 15 inrichting eenvoudig geplaatst kan worden. Het basislichaam is op afstand van de bevestigingsvlakken geplaatst, waardoor het basislichaam en de bevestigingslichamen de uitneemruimte omsluiten.It is possible for the holder to be provided with a second fastening body which extends downwards relative to the basic body, wherein the second fastening surface is provided on a bottom side of the second fastening body 10. The combination of the basic body with two fastening bodies ensures that the holder comprises an arcuate or U-shaped portion. The machining device can be placed at the points of the bow, or legs of the U. The arc or U bridges a certain distance, measured in the length of the machining device. This distance ensures that the machining device can easily be placed. The basic body is placed at a distance from the mounting surfaces, whereby the basic body and the mounting bodies enclose the removal space.

Het eerste bevestigingslichaam heeft ten opzichte van het tweede bevestigingslichaam bij voorkeur een grotere doorsnede. Zo kan de houder relatief 20 compact en met weinig materiaal uitgevoerd worden, zonder daarbij concessies te doen voor wat betreft de grip die een gebruiker op de houder heeft.The first fastening body preferably has a larger cross-section than the second fastening body. The holder can thus be made relatively compact and with little material, without thereby making concessions with regard to the grip that a user has on the holder.

In een uitvoeringsvorm heeft het basislichaam een in hoofdzaak gebogen vorm, waarbij het eerste bevestigingslichaam zich met een grotere afstand naar beneden toe uitstrekt dan het tweede bevestigingslichaam. De gebruiker kan het eerste 25 bevestigingslichaam beetnemen met een eerste hand, en het tweede bevestigingslichaam met een tweede hand. De tweede hand kan daarbij relatief dicht bij de verspanende inrichting geplaatst worden, zodanig dat een goede en nauwkeurige drukverdeling op het te bewerken oppervlak tot stand gebracht kan worden. Ook kan de verspanende inrichting relatief nauwkeurig gestuurd worden door een gebruiker. De 30 eerste hand kan daarbij hoofdzakelijk gebruikt worden voor het heen-en-weer bewegen van de verspanende inrichting, en daarbij tevens druk op het te bewerken oppervlak geven, om zo het oppervlak te bewerken, terwijl de tweede hand de 5 beweging en druk van de verspanende inrichting nauwkeurig en subtiel bij kunnen sturen.In one embodiment, the basic body has a substantially curved shape, the first fastening body extending downwardly by a greater distance than the second fastening body. The user can grasp the first fastening body with a first hand, and the second fastening body with a second hand. The second hand can be placed relatively close to the machining device, such that a good and accurate pressure distribution can be achieved on the surface to be machined. The machining device can also be controlled relatively accurately by a user. The first hand can be used mainly for moving the machining device back and forth, while also applying pressure to the surface to be machined, so as to process the surface, while the second hand controls the movement and pressure of the machining device. being able to accurately and subtly adjust the machining design.

De uitneemruimte van de houder is bij voorkeur begrensd door ten minste een deel van het basislichaam en ten minste een deel van het bevestigingslichaam. Op deze 5 wijze kan een voldoende grote uitneemruimte tot stand gebracht worden, voor het toestaan voor een gebruiker om de verspanende inrichting los te nemen.The removal space of the holder is preferably limited by at least a part of the basic body and at least a part of the fixing body. In this way, a sufficiently large removal space can be created for allowing a user to release the machining device.

In een uitvoeringsvorm is de houder in hoofdzaak U-vormig uitgevoerd, waarbij aan twee uiteinden daarvan de bevestigingsvlakken voorzien zijn. De houder kan dus, in deze uitvoeringsvorm, een U-vormig basislichaam bevatten. Het binnenste van de U 10 kan de uitneemruimte begrenzen. Een dergelijke uitvoeringsvorm is relatief compact, en eenvoudig te maken.In one embodiment, the holder is substantially U-shaped, the mounting surfaces being provided at two ends thereof. The holder can thus, in this embodiment, contain a U-shaped basic body. The interior of the U 10 can limit the removal space. Such an embodiment is relatively compact and easy to make.

Om de grip voor de gebruiker te verbeteren, kan de houder ten minste gedeeltelijk voorzien zijn van een anti-slip materiaal.To improve the grip for the user, the holder can at least partially be provided with an anti-slip material.

Volgens een aspect van de uitvinding wordt voorzien in een samenstel van een 15 houder en een daarmee losneembaar verbonden verspanende inrichting, zoals bijvoorbeeld een rasp of een vijl. De houder omvat aan een onderzijde daarvan een eerste bevestigingsvlak waartegen een eerste deel van de verspanende inrichting geplaatst is, waarbij de houder tevens een in axiale richting van de houder op afstand van het eerste bevestigingsvlak geplaatst tweede bevestigingsvlak omvat waartegen een 20 tweede deel van de verspanende inrichting geplaatst is. De houder kan nabij ten minste het eerste bevestigingsvlak een bevestigingselement omvatten voor het daarmee met een magnetische kracht met de houder verbinden van de verspanende inrichting. Het gebruik van een dergelijk bevestigingselement zorgt ervoor dat de verspanende inrichting relatief eenvoudig, snel en nauwkeurig op de houder plaatsbaar is. Tussen het 25 eerste bevestigingsvlak en het tweede bevestigingsvlak kan een uitneemruimte in het samenstel gevormd zijn, welke uitneemruimte ten minste gedeeltelijk begrensd wordt door de verspanende inrichting, en welke uitneemruimte is ingericht voor het verschaffen van toegang vanaf een zijkant van het samenstel voor ten minste een deel van een hand van een gebruiker om zodoende de verspanende inrichting van de houder 30 los te nemen. Zoals reeds eerder beschreven, zorgt een dergelijke uitneemruimte ervoor dat de verspanende inrichting relatief eenvoudig van de houder genomen kan worden.According to an aspect of the invention, there is provided an assembly of a holder and a machining device detachably connected thereto, such as, for example, a grater or a file. The holder comprises on a underside thereof a first fastening surface against which a first part of the machining device is placed, wherein the holder also comprises a second fastening surface placed in the axial direction of the holder at a distance from the first fastening surface against which a second part of the machining device is placed. Near at least the first mounting surface, the holder can comprise a mounting element for connecting the machining device therewith with a magnetic force to the holder. The use of such a fastening element ensures that the machining device can be placed on the holder relatively easily, quickly and accurately. Between the first fastening surface and the second fastening surface, a removal space can be formed in the assembly, which removal space is at least partially bounded by the machining device, and which removal space is arranged for providing access from one side of the assembly for at least one part of a user's hand so as to detach the machining device from the holder 30. As previously described, such a removal space ensures that the machining device can be removed relatively easily from the holder.

Het bevestigingselement kan een magneetelement, zoals een magneet, omvatten, waarbij tenminste een gedeelte van het eerste deel en het tweede deel een 6 magnetiseerbaar materiaal omvat. Tenminste een gedeelte van de contactpunten tussen de verspanende inrichting en de houder kan gemaakt zijn van een magnetiseerbaar materiaal. Het magnetiseerbaar materiaal is bij voorkeur in de verspanende inrichting voorzien, terwijl het magneetelement in de houder voorzien is. Op deze wijze zal een 5 goede verbinding tussen houder en verspanende inrichting tot stand gebracht kunnen worden.The fastening element may comprise a magnetic element, such as a magnet, wherein at least a part of the first part and the second part comprise a magnetizable material. At least a portion of the contact points between the machining device and the holder can be made of a magnetizable material. The magnetizable material is preferably provided in the machining device, while the magnet element is provided in the holder. In this way a good connection between holder and machining device can be achieved.

In een alternatieve uitvoering, omvat het bevestigingselement een magnetiseerbaar materiaal, waarbij tenminste een gedeelte van het eerste deel en het tweede deel een magneetelement, zoals een magneet, omvat. Het magnetiseerbaar 10 materiaal is in deze uitvoeringsvorm in de houder voorzien, terwijl het magneetelement in de verspanende inrichting voorzien is. De bekende verspanende inrichting is niet voorzien van een magneetelement. Door de verspanende inrichting te voorzien van een magneetelement, en de houder van een magnetiseerbaar materiaal, wordt er voor gezorgd dat slechts enkele verspanende inrichtingen op de houder geplaatst kunnen 15 worden. In het bijzonder kunnen alleen specifiek aan de houder aangepaste vijlen en/of raspen op de houder geplaatst worden. Dit voorkomt dat vijlen en/of raspen die niet geschikt zijn voor de houder, bijvoorbeeld omdat ze een afwijkende afmeting hebben, toch op de houder geplaatst kunnen worden.In an alternative embodiment, the fixing element comprises a magnetisable material, wherein at least a part of the first part and the second part comprise a magnetic element, such as a magnet. The magnetizable material is provided in the holder in this embodiment, while the magnet element is provided in the machining device. The known machining device is not provided with a magnetic element. By providing the machining device with a magnetic element and the holder from a magnetizable material, it is ensured that only a few machining devices can be placed on the holder. In particular, only files and / or graters specifically adapted to the holder can be placed on the holder. This prevents files and / or rasps that are not suitable for the holder, for example because they have a different size, from being placed on the holder.

Het samenstel omvat in een uitvoeringsvorm een verspanende inrichting die in 20 hoofdzaak langwerpig.In one embodiment the assembly comprises a machining device which is substantially elongated.

De verspanende inrichting kan, zoals reeds eerder beschreven, met een eerste uiteinde op het eerste bevestigingsvlak geplaatst zijn, en met een tweede uiteinde op het tweede bevestigingsvlak geplaatst zijn.The machining device can, as previously described, be placed with a first end on the first mounting surface, and with a second end placed on the second mounting surface.

Het is uiteraard ook mogelijk dat het samenstel een houder omvat volgens een of 25 meer van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.It is of course also possible that the assembly comprises a holder according to one or more of the embodiments described above.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende figuurbeschrijving. Enkele uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen hieronder nader beschreven worden. Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat de hier getoonde voorbeelden niet bedoeld zijn 30 als zijnde beperkend, maar dat vele mogelijke variaties hierop denkbaar zijn. In de figuren tonen: 7Further advantages, features and details of the present invention will be elucidated with reference to the following figure description. Some embodiments of the invention will be further described below. It will be clear to those skilled in the art that the examples shown here are not intended to be limiting, but that many possible variations thereof are conceivable. In the figures: 7

Fig. 1 - een aanzicht in perspectief van een samenstel van een houder en een verspanende inrichting;FIG. 1 - a perspective view of an assembly of a holder and a machining device;

Fig. 2 - een onderaanzicht in perspectief van een houder en een daarop plaatsbare verspanende inrichting; 5 Fig. 3 - een zijaanzicht van een houder en een daarop plaatsbare verspanende inrichting;FIG. 2 - a bottom perspective view of a holder and a machining device that can be placed thereon; FIG. 3 - a side view of a holder and a machining device that can be placed thereon;

Fig. 4a,b - een zijaanzicht en achteraanzicht van een uitvoeringsvorm van de houder;FIG. 4a, b - a side view and rear view of an embodiment of the holder;

Fig. 5a,b - een zijaanzicht en achteraanzicht van een uitvoeringsvorm van de 10 houder;FIG. 5a, b - a side view and rear view of an embodiment of the holder;

Fig. 6a,b - een zijaanzicht en achteraanzicht van een uitvoeringsvorm van de houder;FIG. 6a, b - a side view and rear view of an embodiment of the holder;

Fig. 1 toont een samenstel 1 van een houder 3 en een verspanende inrichting 4.FIG. 1 shows an assembly 1 of a holder 3 and a machining device 4.

15 De houder 3 is in de getoonde uitvoeringsvorm in hoofdzaak U-vormig, of boogvormig uitgevoerd. De verspanende inrichting 4 is in de getoonde uitvoeringsvorm een vijl, of rasp. De vijl of rasp is losneembaar met de houder verbonden, zoals verderop aan de hand van Fig. 2 in meer detail beschreven wordt. Tussen de vijl 4 en de houder 3 is een uitneemruimte 6 gevormd. De uitneemruimte 6 is toegankelijk voor ten minste een deel 20 van een hand van de gebruiker. Bij voorkeur is de uitneemruimte ten minste toegankelijk voor een of meer vingers van een gebruiker. Bij nog meer voorkeur is de uitneemruimte toegankelijk voor de hele hand van een gebruiker. Zo heeft de gebruiker vanaf een zijkant van de houder via de uitneemruimte 6 toegang tot de verspanende inrichting 4. Aldus kan de gebruiker de vijl bereiken, bijvoorbeeld om deze vast te 25 pakken, of om deze op gemakkelijke wijze van de houder los te nemen, zoals hierna beschreven zal worden aan de hand van Fig. 2.In the embodiment shown, the holder 3 is substantially U-shaped or arcuate. In the embodiment shown, the machining device 4 is a file or grater. The file or grater is detachably connected to the holder, as will be further explained with reference to Figs. 2 is described in more detail. A removal space 6 is formed between the file 4 and the holder 3. The removal space 6 is accessible to at least a part 20 of a user's hand. The removal space is preferably accessible at least for one or more fingers of a user. Even more preferably, the removal space is accessible to the entire hand of a user. The user thus has access to the machining device 4 from a side of the holder via the take-out space 6. Thus, the user can reach the file, for instance to grasp it, or to easily remove it from the holder, as will be described below with reference to Figs. 2.

De houder 3 omvat een eerste handvatdeel 8. Op een afstand hiervan, in axiale richting van de houder, is een tweede handvatdeel 9 voorzien. De twee handvatdelen 8,9 zijn verbonden met elkaar door middel van een verbindingsdeel 5. De houder omvat 30 aan een onderzijde daarvan, in dit geval aan de onderzijde van ieder handvatdeel 8,9, een eerste en tweede bevestigingsvlak voor het daarop losneembaar bevestigen van de verspanende inrichting. Het bevestigingsvlak maakt bij voorkeur onderdeel uit van een bevestigingslichaam. De houder omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een 8 basis lichaam, van waaruit zich de twee bevestigingslichamen 11,12 naar beneden toe uitstrekken. Het basislichaam omvat ten minste het verbindingsdeel 5. Het basislichaam kan delen van de handvatdelen 8,9 omvatten. De handvatdelen omvatten elk het eerste 11 en tweede bevestigingslichaam 12, met aan een onderzijde daarvan respectievelijk 5 een eerste en een tweede bevestigingsvlak. De bevestigingsvlakken zullen verderop aan de hand van Fig. 2 in meer detail beschreven worden.The holder 3 comprises a first handle part 8. At a distance therefrom, in the axial direction of the holder, a second handle part 9 is provided. The two handle parts 8, 9 are connected to each other by means of a connecting part 5. The holder comprises on a underside thereof, in this case on the underside of each handle part 8, 9, a first and a second mounting surface for releasably mounting on it. the machining device. The mounting surface is preferably part of a mounting body. In the embodiment shown, the holder comprises a basic body, from which the two fixing bodies 11, 12 extend downwards. The basic body comprises at least the connecting part 5. The basic body can comprise parts of the handle parts 8,9. The handle parts each comprise the first 11 and second fixing body 12, with a first and a second fixing surface on a bottom side thereof, respectively. The mounting surfaces will be explained later with reference to Figs. 2 can be described in more detail.

In de getoonde uitvoeringsvorm, zijn de bevestigingsvlakken, in dit geval de onderzijden van de houder, in hoofdzaak in hetzelfde vlak geplaatst. Hierdoor kan een relatief vlakke en rechte verspanende inrichting, zoals bijvoorbeeld een vijl, welke zich 10 in hoofdzaak recht in een vlak uitstrekt, op relatief stevige wijze bevestigd worden aan de houder. Bevestiging van de verspanende inrichting 4 gebeurt bij voorkeur door middel van een magnetische verbinding. Daarbij omvat ten minste een gedeelte van de verspanende inrichting een magnetiseerbaar materiaal dat een magnetische verbinding kan vormen met een in de houder geplaatst magneetelement.In the embodiment shown, the mounting surfaces, in this case the undersides of the holder, are placed substantially in the same plane. As a result, a relatively flat and straight machining device, such as for example a file, which extends substantially straight in a plane, can be attached to the holder in a relatively sturdy manner. Fixation of the machining device 4 is preferably done by means of a magnetic connection. At least a part of the machining device herein comprises a magnetisable material which can form a magnetic connection with a magnetic element placed in the holder.

15 Een alternatieve, voordelige uitvoering kan ook tot stand gebracht worden door een magnetiseerbaar materiaal in de houder te plaatsen, en de verspanende inrichting ten dele magnetisch uit te voeren. Het is bijvoorbeeld mogelijk om twee uiteinden van een vijl van magneetelementen, zoals magneten te voorzien, welke samenwerken met een deel van de houder dat een magnetiseerbaar materiaal, zoals bijvoorbeeld ijzer, 20 omvat. Een dergelijke uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat enkel en alleen speciaal voor de houder geschikte verspanende inrichtingen op de houder geplaatst kunnen worden.An alternative, advantageous embodiment can also be achieved by placing a magnetizable material in the holder, and partially constructing the machining device magnetically. It is for instance possible to provide two ends of a file with magnetic elements, such as magnets, which co-act with a part of the holder which comprises a magnetizable material, such as for instance iron. Such an embodiment has the advantage that only machining devices especially suitable for the holder can be placed on the holder.

Het moge tevens duidelijk zijn voor de vakman, dat het ook mogelijk is om de bevestiging op andere wijze vorm te geven. Bijvoorbeeld is het mogelijk om een 25 schroefverbinding te gebruiken, of een sleufverbinding, voor het losneembaar verbinden van de verspanende inrichting met de houder. Combinaties van bevestigingsmiddelen zijn ook mogelijk, zoals bijvoorbeeld één magnetische verbinding en een tweede niet-magnetische verbinding. Een dergelijke uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat de verspanende inrichting bijzonder stevig 30 verbonden kan worden, maar tevens relatief eenvoudig losgenomen kan worden van de houder.It will also be clear to those skilled in the art that it is also possible to shape the attachment in a different manner. For example, it is possible to use a screw connection, or a slot connection, for releasably connecting the machining device to the holder. Combinations of fasteners are also possible, such as for example one magnetic connection and a second non-magnetic connection. Such an embodiment has the advantage that the machining device can be connected particularly firmly, but can also be detached from the holder relatively easily.

Het verbindingsdeel 5 is in de getoonde uitvoeringsvorm enigszins gekromd uitgevoerd. Nabij het tweede handvatdeel 9 loopt het verbindingsdeel 5 in hoofdzaak 9 parallel aan de verspanende inrichting 4. In de richting van het eerste handvatdeel 8 strekt het verbindingsdeel zich ten opzichte van de verspanende inrichting 4 naar boven toe uit. Het verbindingsdeel bezit ter plekke van het eerste handvatdeel 8 dus een grotere afstand tot de vijl, dan nabij het tweede handvatdeel 9. Het eerste handvatdeel 8 5 strekt zich daardoor met een grotere afstand van het verbindingsdeel uit, dan het tweede handvatdeel 9. De kromming van het handvat leidt er toe dat het eerste handvatdeel 8 een grotere hoogte heeft dan het tweede handvatdeel 9. Het eerste handvatdeel 8 kan hierdoor relatief groot worden uitgevoerd, zodat deze eenvoudig en makkelijk aan te grijpen is door een gebruiker. De gebruiker kan zo relatief goed zijn kracht overdragen 10 op bijvoorbeeld de vijl, en daarmee op het werkstuk. Daarnaast zorgt de kromming van het handvat, samen met de relatief grote hoogte van het eerste handvatdeel 8 ervoor dat het oppervlakte van de uitneemruimte 6 vergroot wordt, zodanig dat deze voor een gebruiker makkelijker toegankelijk is.The connecting part 5 has a slightly curved design in the shown embodiment. Near the second handle part 9, the connecting part 5 extends substantially 9 parallel to the machining device 4. In the direction of the first handle part 8, the connecting part extends upwards relative to the machining device 4. The connecting part therefore has a greater distance from the file at the location of the first handle part 8 than near the second handle part 9. The first handle part 8 therefore extends with a greater distance from the connecting part than the second handle part 9. The curvature of the handle leads to the first handle part 8 having a greater height than the second handle part 9. The first handle part 8 can hereby be made relatively large, so that it is simple and easy to grasp by a user. The user can thus transfer his force relatively well to, for example, the file, and thus to the workpiece. In addition, the curvature of the handle, together with the relatively large height of the first handle part 8, ensures that the surface of the removal space 6 is increased, such that it is more easily accessible to a user.

In een uitvoeringsvorm, heeft het eerste handvatdeel 8 een cilindrische of 15 ellipsoïde doorsnede. Het tweede handvatdeel 9 kan ook een cilindrische of ellipsoïde doorsnede bezitten. Hierdoor ligt het handvatdeel 9 relatief makkelijk in de hand voor een gebruiker. De vorm draagt bij aan de ergonomie van de greep. Bij voorkeur is de doorsnede van het eerste handvatdeel 8 groter dan de doorsnede van het tweede handvatdeel 9.In one embodiment, the first handle part 8 has a cylindrical or ellipsoidal section. The second handle part 9 can also have a cylindrical or ellipsoidal section. As a result, the handle part 9 lies relatively easily in the hand for a user. The shape contributes to the ergonomics of the handle. The cross-section of the first handle part 8 is preferably larger than the cross-section of the second handle part 9.

20 Het eerste handvatdeel 8 is in het algemeen bij voorkeur groter uitgevoerd dan het tweede handvatdeel 9. In gebruik van de inrichting, zal een gebruiker hoofdzakelijk het eerste handvatdeel 8 beetnemen. Het handvatdeel 8 zal voornamelijk langs een omtrek hiervan beetgenomen worden. De afmetingen van het eerste handvatdeel 8 zijn zodanig aangepast, zoals ook hierboven beschreven aan de hand van de hoogte en 25 doorsnede daarvan, dat een gebruiker een goede grip op de houder heeft, en dat de houder ergonomisch in de hand ligt voor een gebruiker. Het tweede handvatdeel 9 is voornamelijk ingericht om vanaf een bovenzijde daarvan vastgepakt te worden. Een gebruiker kan bijvoorbeeld een vrije hand op de houder 3 leggen, om zodoende een regelmatige druk op de verspanende inrichting (en daarmee op het te bewerken 30 oppervlak) uit te oefenen. Het tweede handvatdeel kan ook gebruikt worden voor een gebruiker om de verspanende inrichting nauwkeurig te sturen tijdens het bewerken. Nauwkeurige correcties zijn zo mogelijk. In de hier getoonde uitvoeringsvorm, kan de vrije hand geplaatst worden op het tweede handvatdeel 9, maar ook op het 10 verbindingsdeel 5. In deze uitvoeringsvorm, is de gehele houder aan te grijpen door een gebruiker. De gehele houder is op te vatten als een handvat. De gebruiker kan eenvoudig van greep verwisselen, om aldus nauwkeurige bewerkingen mogelijk te maken. De afwisseling van de greep zorgt er tevens voor dat de gebruiker minder snel 5 last zal krijgen van zijn handen, omdat bijvoorbeeld verkramping en verslechterde doorbloeding minder snel zullen optreden.The first handle part 8 is generally preferably larger than the second handle part 9. In use of the device, a user will mainly grip the first handle part 8. The handle part 8 will mainly be taken along a circumference thereof. The dimensions of the first handle part 8 are adapted such as also described above with reference to the height and cross-section thereof, that a user has a good grip on the holder, and that the holder lies ergonomically in the hand for a user. The second handle part 9 is mainly adapted to be grasped from an upper side thereof. For example, a user can place a free hand on the holder 3, in order to thereby exert a regular pressure on the machining device (and hence on the surface to be processed). The second handle part can also be used for a user to accurately control the machining device during machining. Accurate corrections are possible if possible. In the embodiment shown here, the free hand can be placed on the second handle part 9, but also on the connecting part 5. In this embodiment, the entire holder can be engaged by a user. The entire holder can be seen as a handle. The user can easily change hands, thus enabling accurate operations. The alternation of the grip also ensures that the user will be less likely to suffer from his hands, because, for example, cramping and impaired blood flow will occur less quickly.

Aan een zijkant van het eerste handvatdeel 8 kan een anti-slip materiaal 7 voorzien zijn. Hiermee krijgt de gebruiker een nog betere grip op de houder 3. Het anti-slip materiaal kan tevens een relatief zacht, veerkrachtig materiaal zijn, voor het 10 vergroten van het comfort van de gebruiker.An anti-slip material 7 can be provided on a side of the first handle part 8. This gives the user an even better grip on the holder 3. The anti-slip material can also be a relatively soft, resilient material, for increasing the comfort of the user.

Fig. 2 toont een onderaanzicht van een samenstel 21 van houder 23 en van een verspanende inrichting 24, zoals bijvoorbeeld een vijl of rasp, waarbij de vijl 24 is losgenomen van de houder 23. De houder 23 is in de getoonde uitvoeringsvorm U-vormig, of ook wel boogvormig, uitgevoerd. De benen van de U worden gevormd door 15 twee handvatdelen 28, 29, welke met elkaar verbonden zijn door middel van een verbindingselement 25. Het verbindingselement 25 vormt een basislichaam 25, van waaruit twee bevestigingslichamen 31,32 zich uitstrekken. De bevestigingslichamen 31,32 kunnen onderdeel uitmaken van de handvatdelen 28,29. Aan een onderzijde van het eerste bevestigingslichaam 31 is een eerste bevestigingsvlak 42 voorzien. Aan een 20 onderzijde van het tweede bevestigingslichaam 32 is een tweede bevestigingsvlak 43 voorzien. De bevestigingsvlakken zijn bij voorkeur in het verlengde van elkaar geplaatst. In de getoonde uitvoeringsvorm, zijn de bevestigingsvlakken 42,43 in hoofdzaak in hetzelfde vlak geplaatst.FIG. 2 shows a bottom view of an assembly 21 of holder 23 and of a machining device 24, such as, for example, a file or rasp, the file 24 being detached from the holder 23. In the embodiment shown, the holder 23 is U-shaped, or also curved. The legs of the U are formed by two handle parts 28, 29 which are connected to each other by means of a connecting element 25. The connecting element 25 forms a basic body 25, from which two fastening bodies 31, 32 extend. The fixing bodies 31, 32 can form part of the handle parts 28, 29. A first mounting surface 42 is provided on a bottom side of the first fixing body 31. A second mounting surface 43 is provided on a bottom side of the second fastening body 32. The mounting surfaces are preferably placed in line with each other. In the embodiment shown, the mounting surfaces 42, 43 are positioned substantially in the same plane.

In zowel het eerste bevestigingslichaam 31, als in het tweede bevestigingslichaam 25 32, is een bevestigingselement 34, 35 geplaatst. Het is echter ook mogelijk om slechts een enkel bevestigingselement toe te passen. Het bevestigingselement is ingericht om de verspanende inrichting met een magnetische kracht op het bevestigingsvlak te houden, doordat op de verspanende inrichting een magnetische kracht in de richting van het bevestigingsvlak uitgeoefend wordt. Daarbij is het mogelijk dat het 30 bevestigingselement een magneetelement, zoals een magneet is, en de verspanende inrichting een magnetiseerbaar materiaal omvat. Anderzijds is het ook mogelijk dat het bevestigingselement een magnetiseerbaar materiaal is, en de verspanende inrichting een magneetelement, zoals een magneet omvat. Het magneetelement kan een 11 ferromagnetisch materiaal zijn. Ook een neodymium magnetisch materiaal kan gebruikt worden. Dit laatste materiaal heeft als voordeel dat hiermee een relatief sterk magneetveld geleverd kan worden, ook bij toepassing van relatief weinig materiaal, zodat de verspanende inrichting stevig, maar toch losneembaar met de houder 5 verbonden kan worden.In both the first fastening body 31 and the second fastening body 32, a fastening element 34, 35 is placed. However, it is also possible to use only a single fastening element. The fastening element is adapted to hold the machining device on the fastening surface with a magnetic force, because a magnetic force is exerted on the fastening device in the direction of the fastening surface. It is thereby possible that the fastening element is a magnetic element, such as a magnet, and the machining device comprises a magnetizable material. On the other hand, it is also possible that the fixing element is a magnetizable material, and the machining device comprises a magnetic element, such as a magnet. The magnetic element can be an 11 ferromagnetic material. A neodymium magnetic material can also be used. This latter material has the advantage that a relatively strong magnetic field can be supplied with it, also when relatively little material is used, so that the machining device can be connected firmly, yet releasably, to the holder.

De verspanende inrichting 24, in dit geval een vijl of rasp, kan langwerpig zijn.The machining device 24, in this case a file or grater, can be elongated.

De houder is bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat twee uiteinden 40, 41 van de verspanende inrichting op de twee bevestigingsvlakken 42,43 geplaatst kunnen worden. De twee uiteinden 40,41 kunnen het magnetiseerbaar materiaal omvatten, of zoals reeds 10 eerder beschreven, een magneetelement omvatten. De twee uiteinden 40,41kunnen ingericht zijn om samen te werken met het bevestigingselement van de houder. Zowel het eerste, als het tweede bevestigingsvlak 42,43 wordt omringd door een opstaande rand 37,38. De opstaande rand is ingericht om in een geplaatste toestand van de verspanende inrichting 24 een beweging daarvan in ten minste een richting te beperken. 15 De opstaande rand vormt een aanslag, waartegen een deel van de verspanende inrichting 24 zal rusten. In de getoonde uitvoeringsvorm beperken de opstaande randen 37,38 een beweging in vier richtingen. Met name beweging in het vlak van de bevestigingsvlakken wordt voorkomen. Beweging in een eerste richting loodrecht op het bevestigingsvlak wordt voorkomen door het bevestigingsvlak zelf. Beweging in een 20 tweede richting die tegengesteld is aan de eerste richting, wordt beperkt door de kracht die veroorzaakt wordt door het bevestigingselement, in het bijzonder door de kracht tussen de magneet en het magnetiseerbaar materiaal. Het bevestigingselement is echter zodanig uitgevoerd, dat een gebruiker een kracht met een component in de tweede richting kan uitoefenen op de verspanende inrichting, die groot genoeg is om de 25 magnetische verbinding tussen verspanende inrichting en houder te verbreken. De gebruiker wordt daarbij geholpen door de aanwezigheid van een uitneemruimte 26 in de houder. De uitneemruimte 26 is tussen het eerste bevestigingsvlak 42 en het tweede bevestigingsvlak 43 in de houder gevormd. De uitneemruimte 26 is ingericht voor het daarmee in een geplaatste toestand van de verspanende inrichting verschaffen van 30 toegang vanaf ten minste een zijkant van de houder voor ten minste een deel van een hand van een gebruiker om daarmee de verspanende inrichting van de houder los te nemen. Bij voorkeur is de uitneemruimte groot genoeg om tenminste een vinger toegang te verschaffen, bij nog meer voorkeur groot genoeg om tenminste een hand 12 toegang te verschaffen. De uitneemruimte 26 kan aan een zijde daarvan begrensd worden door tenminste een deel van het basislichaam 25. Het basislichaam 25 is bij voorkeur op afstand van het bevestigingsvlak geplaatst. De afstand kan bijvoorbeeld 5 cm zijn, of 10 cm, zodat voldoende ruimte voor een gebruiker geboden wordt.The holder is preferably embodied such that two ends 40, 41 of the machining device can be placed on the two mounting surfaces 42, 43. The two ends 40, 41 may comprise the magnetizable material or, as already described above, may comprise a magnetic element. The two ends 40, 41 can be adapted to cooperate with the fixing element of the holder. Both the first and the second mounting surface 42,43 are surrounded by a raised edge 37,38. The raised edge is arranged to limit a movement thereof in at least one direction in a placed state of the machining device 24. The raised edge forms a stop against which a part of the machining device 24 will rest. In the embodiment shown, the raised edges 37,38 limit movement in four directions. Movement in the plane of the mounting surfaces in particular is prevented. Movement in a first direction perpendicular to the mounting surface is prevented by the mounting surface itself. Movement in a second direction that is opposite to the first direction is limited by the force caused by the fastening element, in particular by the force between the magnet and the magnetizable material. However, the fastening element is designed such that a user can exert a force with a component in the second direction on the machining device that is large enough to break the magnetic connection between the machining device and the holder. The user is thereby assisted by the presence of a removal space 26 in the holder. The removal space 26 is formed in the holder between the first mounting surface 42 and the second mounting surface 43. The removal space 26 is adapted to thereby provide access to at least a part of a user's hand from at least a side of the holder in a placed state of the machining device in order to thereby release the machining device from the holder . Preferably the take-out space is large enough to provide access to at least one finger, even more preferably large enough to provide access to at least one hand 12. The removal space 26 can be bounded on one side thereof by at least a part of the basic body 25. The basic body 25 is preferably placed at a distance from the mounting surface. The distance can be, for example, 5 cm or 10 cm, so that sufficient space is provided for a user.

5 Grotere afstanden zijn natuurlijk mogelijk. De uitneemruimte wordt bij voorkeur begrensd door een deel van het basislichaam 25 en een deel van het opneemlichaam 31. In een geplaatste toestand van de verspanende inrichting is de uitneemruimte bij voorkeur begrensd door het basislichaam 25, de opneemlichamen 31,29 en de verspanende inrichting 24.5 Larger distances are of course possible. The take-out space is preferably bounded by a part of the basic body 25 and a part of the pick-up body 31. In a placed state of the machining device, the take-out space is preferably bounded by the basic body 25, the pick-up bodies 31, 29 and the machining device 24 .

10 Fig. 3 toont een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van het samenstel 51, omvattende een houder 53 en een daarop plaatsbare verspanende inrichting 54. De houder omvat een basislichaam 55. Twee bevestigingslichamen 57, 58 strekken zich vanaf het basislichaam naar beneden toe uit. Aan een onderzijde van de bevestigingslichamen 57, 58 is telkens een opneemruimte 60, 61 voorzien. De 15 opneemruimtes worden aan een bovenzijde daarvan begrensd door een bevestigingsvlak. De opneemruimtes 60, 61 zijn zodanig aan de houder voorzien, dat de verspanende inrichting, zoals een vijl of rasp, nauwsluitend op de houder 53 geplaatst kan worden. De houder zal daarbij op het bevestigingsvlak aanliggen. De opneemruimtes 60, 61 zijn ten minste gedeeltelijk omgeven door opstaande randen 67, 20 68. De opstaande randen 67, 68 voorkomen een beweging van de verspanende inrichting, bij voorkeur een beweging in het vlak van bevestiging. Boven de opneemruimtes 60,61 is in de getoonde uitvoeringsvorm telkens een bevestigingselement 63, 65 geplaatst. Het bevestigingselement is bij voorkeur in het binnenste van de houder voorzien. Het bevestigingselement kan, zoals reeds eerder 25 omschreven, een magneetelement zijn, of een magnetiseerbaar materiaal omvatten. Het bevestigingselement is ingericht om samen te werken met een bevestigingselement 58, 59 dat voorzien is aan de verspanende inrichting. In de getoonde uitvoering, is het bevestigingselement 58, 59 van de verspanende inrichting 54 aan een uiteinde daarvan voorzien. Het bevestigingselement 58, 59 kan een magnetiseerbaar materiaal omvatten, 30 of een magnetisch element omvatten.FIG. 3 shows a side view of an embodiment of the assembly 51, comprising a holder 53 and a machining device 54 that can be placed thereon. The holder comprises a basic body 55. Two fastening bodies 57, 58 extend downwards from the basic body. A receiving space 60, 61 is provided on a bottom side of the fixing bodies 57, 58. The receiving spaces are bounded on an upper side thereof by a mounting surface. The receiving spaces 60, 61 are provided on the holder such that the machining device, such as a file or grater, can be placed tightly on the holder 53. The holder will then lie on the mounting surface. The receiving spaces 60, 61 are at least partially surrounded by raised edges 67, 68. The raised edges 67, 68 prevent movement of the machining device, preferably movement in the plane of attachment. In the embodiment shown, a fastening element 63, 65 is placed above the receiving spaces 60,61. The fixing element is preferably provided in the interior of the holder. The fixing element can, as already described earlier, be a magnetic element or comprise a magnetizable material. The fixing element is adapted to cooperate with a fixing element 58, 59 which is provided on the machining device. In the embodiment shown, the fixing element 58, 59 of the machining device 54 is provided at one end thereof. The mounting element 58, 59 may comprise a magnetizable material, or may comprise a magnetic element.

In een geplaatste toestand van de verspanende inrichting 54 op de houder 53, zal in het binnenste van het samenstel 51 een 13In a placed state of the machining device 54 on the holder 53, a 13 will be placed in the interior of the assembly 51

Fig. 4a en 4b tonen een zijaanzicht en een achteraanzicht van een uitvoeringsvorm van de houder 71. In de hier getoonde uitvoeringsvorm is met name de plaatsing en vorm van het anti-slip materiaal 72 te zien. Het anti-slip materiaal is vrijwel op de gehele houder 71 voorzien. De gebruiker kan de volledige houder 5 aangrijpen, en het anti-slip materiaal zorgt voor een goede grip. Bepaalde delen 73 van de houder 71 zijn niet voorzien van een anti-slip materiaal. Het gedeelte van de houder dat voorzien is van anti-slip materiaal is in de getoonde uitvoeringsvorm ongeveer 75-90%. Het is echter ook mogelijk om een kleiner gedeelte van de houder van anti-slip materiaal te voorzien, zoals duidelijk zal worden uit Fig. 5 en Fig. 6 10 De in Fig. 5a en 5b getoonde houder 81 is ook voorzien van een anti-slip materiaal. Het gedeelte van de houder dat voorzien is van anti-slip materiaal 82 is ongeveer gelijk aan 10-25%. Het overige gedeelte 83 is niet voorzien van anti-slip materiaal. Het anti-slip materiaal kan op strategische plaatsen geplaatst zijn, met name op plaatsen waar de gebruiker de houder vaak vast zal nemen. Hierdoor is met name 15 het eerste handvatdeel voorzien van het anti-slip materiaal.FIG. 4a and 4b show a side view and a rear view of an embodiment of the holder 71. In particular, the embodiment shown here shows the placement and shape of the anti-slip material 72. The anti-slip material is provided on almost the entire holder 71. The user can grip the entire holder 5, and the anti-slip material ensures a good grip. Certain parts 73 of the holder 71 are not provided with an anti-slip material. The portion of the container that is provided with anti-slip material is approximately 75-90% in the embodiment shown. However, it is also possible to provide a smaller portion of the holder with anti-slip material, as will become clear from FIG. 5 and FIG. 6 The embodiment shown in FIG. Holder 81 shown in 5a and 5b is also provided with an anti-slip material. The portion of the container that is provided with anti-slip material 82 is approximately equal to 10-25%. The remaining part 83 is not provided with anti-slip material. The anti-slip material can be placed in strategic places, in particular in places where the user will often hold the holder. As a result, in particular the first handle part is provided with the anti-slip material.

Fig. 6a en 6b tonen een houder 91 omvattende een oppervlak 93, waarbij een gedeelte van het oppervlak 93 voorzien is van anti-slip materiaal 92. In deze uitvoering is het percentage van het oppervlak 93 dat voorzien is van anti-slip materiaal 92 ongeveer gelijk aan 40-60 %.FIG. 6a and 6b show a holder 91 comprising a surface 93, wherein a portion of the surface 93 is provided with anti-slip material 92. In this embodiment, the percentage of the surface 93 provided with anti-slip material 92 is approximately equal to 40-60%.

20 Andere plaatsingen van het anti-slip materiaal, alsmede andere percentages van het anti-slip materiaal zijn uiteraard denkbaar.Other placements of the anti-slip material, as well as other percentages of the anti-slip material are of course conceivable.

Het moge duidelijk zijn voor de vakman, dat verschillende equivalente uitvoeringsvormen mogelijk zijn. De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven uitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden 25 voornamelijk bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan talrijke modificaties denkbaar zijn.It will be apparent to those skilled in the art that various equivalent embodiments are possible. The present invention is not limited to the embodiments thereof described herein. The rights sought are mainly determined by the following claims, within the scope of which numerous modifications are conceivable.

Claims (19)

1. Houder voor een verspanende inrichting, zoals een rasp of een vijl, waarbij de houder is ingericht voor het met een magnetische kracht losneembaar met de houder verbinden van de verspanende inrichting, waarbij de houder aan een onderzijde daarvan 5 een eerste bevestigingsvlak omvat voor het daartegen plaatsen van een eerste deel van de verspanende inrichting, alsmede een in axiale richting van de houder op afstand van het eerste bevestigingsvlak geplaatst tweede bevestigingsvlak omvat voor het daartegen plaatsen van een tweede deel van de verspanende inrichting, waarbij de houder nabij ten minste het eerste bevestigingsvlak een bevestigingselement omvat voor het daarmee 10 met een magnetische kracht losneembaar met de houder bevestigen van de verspanende inrichting, waarbij tussen het eerste bevestigingsvlak en het tweede bevestigingsvlak een uitneemruimte in de houder gevormd is, welke uitneemruimte is ingericht voor het daarmee in een geplaatste toestand van de verspanende inrichting verschaffen van toegang vanaf ten minste een zijkant van de houder voor ten minste een deel van een 15 hand, bij voorkeur een vinger, van een gebruiker om daarmee de verspanende inrichting van de houder los te nemen.1. Holder for a machining device, such as a grater or file, wherein the holder is adapted to releasably connect the machining device to the holder with a magnetic force, the holder comprising a first mounting surface on its underside for placing a first part of the machining device against it, as well as a second mounting surface placed spaced apart from the first fixing surface in the axial direction of the holder for placing a second part of the machining device against it, the holder near at least the first fastening surface comprises a fastening element for releasably securing the machining device with the holder therewith with a magnetic force, wherein a removal space is formed in the holder between the first fastening surface and the second fastening surface, which removal space is adapted for placing it in a placed state therewith of the machining device provide access from at least one side of the holder for at least a part of a hand, preferably a finger, of a user to thereby release the machining device from the holder. 2. Houder volgens conclusie 1, waarbij het bevestigingselement een magneetelement, zoals een magneet, is. 20Holder as claimed in claim 1, wherein the fixing element is a magnetic element, such as a magnet. 20 3. Houder volgens conclusie 1 of 2, waarbij de uitneemruimte is ingericht voor het daarmee toestaan voor een gebruiker van het losnemen van de verspanende inrichting tegen de werking van de klemkracht van het bevestigingselement in.3. Holder as claimed in claim 1 or 2, wherein the removal space is arranged for thereby allowing a user to detach the machining device against the action of the clamping force of the fixing element. 4. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een eerste bevestigingselement nabij het eerste bevestigingsvlak geplaatst is, en waarbij een tweede bevestigingselement nabij het tweede bevestigingsvlak geplaatst is.Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein a first fastening element is placed near the first fastening surface, and wherein a second fastening element is placed near the second fastening surface. 5. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder voorzien 30 is van een zich vanaf het eerste en/of tweede bevestigingsvlak naar beneden toe uitstrekkende rand voor het in een geplaatste positie van de verspanende inrichting beperken van een beweging daarvan in ten minste een eerste richting.5. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder is provided with an edge extending downwards from the first and / or second fixing surface for limiting a movement thereof in at least one position in the placed position of the machining device first direction. 6. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder een basislichaam omvat, alsmede een zich ten opzichte van het basislichaam over een afstand naar beneden toe uitstrekkend eerste bevestigingslichaam, waarbij aan een onderzijde van het bevestigingslichaam het eerste bevestigingsvlak voorzien is. 56. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder comprises a basic body, as well as a first fastening body extending downwardly relative to the basic body, wherein the first fastening surface is provided on a bottom side of the fastening body. 5 7. Houder volgens conclusie 6, waarbij de houder voorzien is van een zich ten opzichte van het basislichaam met een afstand naar beneden toe uitstrekkend tweede bevestigingslichaam, waarbij aan een onderzijde van het tweede bevestigingslichaam het tweede bevestigingsvlak voorzien is. 107. Holder as claimed in claim 6, wherein the holder is provided with a second fixing body extending downwards relative to the basic body, wherein the second fixing surface is provided on a bottom side of the second fixing body. 10 8. Houder volgens conclusie 7, waarbij het eerste bevestigingslichaam ten opzichte van het tweede bevestigingslichaam een grotere doorsnede heeft.8. Holder as claimed in claim 7, wherein the first fixing body has a larger cross-section relative to the second fixing body. 9. Houder volgens conclusie 7 of 8, waarbij het basislichaam een in hoofdzaak 15 gebogen vorm heeft, en waarbij het eerste bevestigingslichaam zich met een grotere afstand naar beneden toe uitstrekt dan het tweede bevestigingslichaam.9. Holder as claimed in claim 7 or 8, wherein the basic body has a substantially curved shape, and wherein the first fixing body extends downwards with a greater distance than the second fixing body. 10. Houder volgens een der voorgaande conclusies 6-9, waarbij de uitneemruimte begrensd is door ten minste een deel van het basislichaam en ten minste 20 een deel van het bevestigingslichaam.10. Holder as claimed in any of the foregoing claims 6-9, wherein the removal space is limited by at least a part of the basic body and at least a part of the fixing body. 11. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder in hoofdzaak U-vormig is uitgevoerd, waarbij aan twee uiteinden daarvan de bevestigingsvlakken voorzien zijn. 2511. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder is substantially U-shaped, wherein the mounting surfaces are provided at two ends thereof. 25 12. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder ten minste gedeeltelijk voorzien is van een anti-slip materiaal.12. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder is at least partially provided with an anti-slip material. 13. Samenstel van een houder en een met een magnetische kracht met de 30 houder losneembaar verbonden verspanende inrichting, zoals bijvoorbeeld een rasp of een vijl, waarbij de houder aan een onderzijde daarvan voorzien is van een eerste bevestigingsvlak waartegen een eerste deel van de verspanende inrichting geplaatst is, alsmede van een in axiale richting van de houder op afstand van het eerste bevestigingsvlak geplaatst tweede bevestigingsvlak waartegen een tweede deel van de verspanende inrichting geplaatst is, waarbij de houder nabij ten minste het eerste bevestigingsvlak een bevestigingselement omvat voor het daarmee met een magnetische kracht met de houder verbinden van de verspanende inrichting, waarbij 5 tussen het eerste bevestigingsvlak en het tweede bevestigingsvlak een uitneemruimte in het samenstel gevormd is, welke uitneemruimte ten minste gedeeltelijk begrensd wordt door de verspanende inrichting, en welke uitneemruimte is ingericht voor het verschaffen van toegang vanaf een zijkant van het samenstel voor ten minste een deel van een hand van een gebruiker om zodoende de verspanende inrichting van de houder 10 los te nemen.13. Assembly of a holder and a machining device releasably connected to the holder with a magnetic force, such as for example a grater or file, the holder being provided on a underside thereof with a first mounting surface against which a first part of the machining device is placed, as well as of a second mounting surface placed in the axial direction of the holder at a distance from the first mounting surface, against which a second part of the machining device is placed, wherein the holder comprises at least the first mounting surface a mounting element for attaching it with a magnetic forcefully connecting the machining device to the holder, wherein a removal space is formed in the assembly between the first fastening surface and the second fastening surface, which removal space is at least partially bounded by the machining device, and which removal space is arranged for providing access from after a side of the assembly for at least a part of a user's hand so as to detach the machining device from the holder 10. 14. Samenstel volgens conclusie 13, waarbij het bevestigingselement een magneetelement, zoals een magneet, omvat, en waarbij tenminste een gedeelte van het eerste deel en het tweede deel een magnetiseerbaar materiaal omvat. 15Assembly as claimed in claim 13, wherein the fixing element comprises a magnetic element, such as a magnet, and wherein at least a part of the first part and the second part comprise a magnetizable material. 15 15. Samenstel volgens conclusie 13, waarbij het bevestigingselement een magnetiseerbaar materiaal omvat, en waarbij tenminste een gedeelte van het eerste deel en het tweede deel een magneetelement, zoals een magneet, omvat.Assembly according to claim 13, wherein the fixing element comprises a magnetizable material, and wherein at least a part of the first part and the second part comprise a magnetic element, such as a magnet. 16. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 13-15, waarbij de verspanende inrichting in hoofdzaak langwerpig is.Assembly as claimed in any of the foregoing claims 13-15, wherein the machining device is substantially elongated. 17. Samenstel volgens conclusie 16, waarbij de verspanende inrichting met een eerste uiteinde op het eerste bevestigingsvlak geplaatst is, alsmede met een tweede 25 uiteinde op het tweede bevestigingsvlak geplaatst is.17. Assembly as claimed in claim 16, wherein the machining device is placed with a first end on the first mounting surface, and with a second end is placed on the second mounting surface. 18. Samenstel volgens een der conclusies 13-16, waarbij de verspanende inrichting een schurende inrichting, zoals een vijl of rasp, is.An assembly according to any one of claims 13-16, wherein the machining device is an abrasive device, such as a file or grater. 19. Samenstel volgens een der conclusies 13-18, waarbij de houder is gedefinieerd volgens een der conclusies 1-12.19. Assembly as claimed in any of the claims 13-18, wherein the holder is defined according to any of the claims 1-12.
NL2003778A 2009-11-10 2009-11-10 HOLDER FOR A TENSIONING DEVICE, AND THE COMPOSITION OF A HOLDER AND TENSIONING DEVICE. NL2003778C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003778A NL2003778C2 (en) 2009-11-10 2009-11-10 HOLDER FOR A TENSIONING DEVICE, AND THE COMPOSITION OF A HOLDER AND TENSIONING DEVICE.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003778A NL2003778C2 (en) 2009-11-10 2009-11-10 HOLDER FOR A TENSIONING DEVICE, AND THE COMPOSITION OF A HOLDER AND TENSIONING DEVICE.
NL2003778 2009-11-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2003778C2 true NL2003778C2 (en) 2011-05-11

Family

ID=42200038

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2003778A NL2003778C2 (en) 2009-11-10 2009-11-10 HOLDER FOR A TENSIONING DEVICE, AND THE COMPOSITION OF A HOLDER AND TENSIONING DEVICE.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2003778C2 (en)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2208837A (en) * 1939-11-14 1940-07-23 Eix Fritz Albert File holding device
DE102005054378A1 (en) * 2005-11-15 2007-05-16 Bruno Gruber Filing tool for processing work-pieces has a file blade segment and a device for holding/mounting the file blade segment

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2208837A (en) * 1939-11-14 1940-07-23 Eix Fritz Albert File holding device
DE102005054378A1 (en) * 2005-11-15 2007-05-16 Bruno Gruber Filing tool for processing work-pieces has a file blade segment and a device for holding/mounting the file blade segment

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9950731B2 (en) Stroller cup holder
CN107107358B (en) Shaving blade cartridge and shaver comprising same
US8701243B2 (en) Waste receptacle
US20120066914A1 (en) Double Handle Kitchen Knife
US20030110570A1 (en) Scraper with stowable file
EP1483999A1 (en) Tool having quick attach system for replacing the working element
CA2055857A1 (en) Sanding block
US9446532B2 (en) Magnetic knife wedge attachment
NL2003778C2 (en) HOLDER FOR A TENSIONING DEVICE, AND THE COMPOSITION OF A HOLDER AND TENSIONING DEVICE.
EP3684231A1 (en) Camping utensil kit
WO2009073339A1 (en) Double handle kitchen knife
US9555381B2 (en) Container restraint assembly
US1199653A (en) Surgical instrument.
US9352475B2 (en) Magnetic knife blade wiper
US9901421B1 (en) Orthodontic braces assembly
US20160288352A1 (en) Knife having removable blade guard
EP1941976A1 (en) A rotary power and tool having a flexible handle and attachment system
JP2020506063A (en) Tool cassette
US9689567B2 (en) Handheld surgical instrument repair station with associated alignment tools
JP2006205283A (en) Cutter polishing holder
US2777725A (en) Pan lifting device
US20210219563A1 (en) Chicken Wing Meat Removal Apparatus
JP3895489B2 (en) Wrapping material holder
US20040168328A1 (en) Multiple orientation saw
JP2718890B2 (en) Fixtures such as removable bars

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20131120

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20151201