NL2001936C

NL2001936C - LIQUID HOLDER.

Info

Publication number: NL2001936C
Application number: NL2001936A
Authority: NL
Inventors: Robert Sebastiaan Beens
Original assignee: Bin Innovations Bv
Priority date: 2008-08-29
Filing date: 2008-08-29
Publication date: 2010-03-11

Description

P85804NL00P85804NL00

Titel: VloeistofhouderTitle: Liquid container

De uitvinding betreft een vloeistofhouder, omvattende een houderlichaam dat een inhoudsruimte begrenst, een schenkopening die toegang verschaft tot de inhoudsruimte, een beluchtingsopening die toegang verschaft tot de inhoudsruimte, en een afsluitbaar mondstuk dat toegang 5 verschaft tot de schenkopening en de beluchtingsopening.The invention relates to a liquid container, comprising a container body that delimits a content space, a pouring opening that provides access to the content space, an aeration opening that provides access to the content space, and a closable nozzle that provides access to the pouring opening and the aeration opening.

Een dergelijk vloeistofhouder is bekend uit de praktijk en wordt veel toegepast als drankverpakking, bijvoorbeeld voor vruchtensap of mineraalwater. Aan zo een verpakking, die doorgaans bedoeld is voor eenmalig gebruik, wordt algemeen de eis gesteld dat zij goedkoop is, 10 gemakkelijk te distribueren en te hanteren, en dat de inhoud ervan desgewenst snel een eenvoudig toegankelijk is.Such a liquid container is known from practice and is widely used as a beverage package, for example for fruit juice or mineral water. Such a package, which is generally intended for single use, is generally required to be inexpensive, easy to distribute and to handle, and that its contents can be accessed quickly and easily if desired.

Een belangrijke groep vloeistofhouders van het voormelde type bestaat uit drankverpakkingen welke een in hoofdzaak prismatisch houderlichaam omvatten dat is vervaardigd uit een- of tweezijdig 15 gelamineerd papier of karton. Het houderlichaam begrenst een inhoudsruimte. Typisch is op een bovenwand van het houderlichaam een door middel van een schroefdop of scharnierbare klep afsluitbaar mondstuk voorzien. Het mondstuk biedt in niet-afgesloten toestand toegang tot ten minste twee openingen in de wand van het houderlichaam, welke openingen 20 op hun beurt toegang verschaffen tot de inhoudsruimte van het houderlichaam. Een eerste van de openingen, doorgaans de grootste en meest nabij een hoekpunt van het houderlichaam geplaatste opening, doet dienst als schenkopening voor het uitschenken van vloeistof uit het houderlichaam. Een tweede van de openingen doet dienst als beluchtingsgat 25 waardoor lucht de inhoudsruimte kan binnenstromen wanneer daarin, als gevolg van het uitschenken van vloeistof, een onderdruk ontstaat. Het 2 beluchtingsgat beoogt aldus een gecontroleerde, schokvrije uitstroom van vloeistof mogelijk te maken.An important group of liquid containers of the aforementioned type consists of beverage packages which comprise a substantially prismatic container body which is made from one or two-sided laminated paper or cardboard. The container body defines a content space. Typically, a nozzle closable by means of a screw cap or pivotable valve is provided on an upper wall of the container body. In the unclosed state, the nozzle provides access to at least two openings in the wall of the container body, which openings in turn provide access to the content space of the container body. A first of the apertures, usually the largest and closest to a corner point of the container body, serves as a pouring opening for pouring out liquid from the container body. A second of the openings serves as aeration hole 25 through which air can flow into the content space when, as a result of the pouring out of liquid, an underpressure is created therein. The aeration hole thus aims at enabling a controlled, shock-free outflow of liquid.

Een nadeel van een dergelijke verpakking is dat de schenkopening en de beluchtingsopening tamelijk dicht bij elkaar liggen. Om de 5 beluchtingsopening het beoogde effect te laten sorteren dient het uitschenken van vloeistof zeer behoedzaam te geschieden, zodat voorkomen wordt dat ook de beluchtingsopening geheel of gedeeltelijk onder de vloeistofspiegel verdwijnt. Behoedzaamheid is in het bijzonder vereist bij het uitschenken van nog nagenoeg volle verpakkingen. Dit nadeel is 10 onderkend en in de techniek zijn oplossingen gepresenteerd in de vorm van een op grotere afstand van de uitschenkopening geplaatste beluchtingsopening. Een op betrekkelijk grote afstand van de schenkopening geplaatste beluchtingsopening heeft echter het nadeel dat zij een aparte bediening vereist. De schenkopening en beluchtingsopening van 15 de verpakking dienen, met andere woorden, afzonderlijk van elkaar te worden geopend en gesloten, hetgeen het gebruikersgemak van de verpakking vermindert.A drawback of such a package is that the pouring opening and the aeration opening are fairly close to each other. In order for the aeration opening to have the intended effect, the pouring out of liquid must be done with great care, so that the aeration opening also completely or partially disappears below the liquid level. Caution is required in particular when pouring out still nearly full packages. This disadvantage has been recognized and solutions have been presented in the art in the form of an aeration opening placed at a greater distance from the pouring opening. However, an aeration opening placed at a relatively large distance from the pouring opening has the disadvantage that it requires separate operation. The pouring opening and aeration opening of the package must, in other words, be opened and closed separately from each other, which reduces the ease of use of the package.

De onderhavige uitvinding heeft onder meer tot doel het 20 bovengenoemde probleem op economische wijze op te lossen.The present invention has for its object, inter alia, to solve the above-mentioned problem economically.

Hiertoe wordt een vloeistofhouder van het hiervoor genoemde type verschaft die gekenmerkt wordt doordat het mondstuk via een beluchtingskanaal toegang verschaft tot de beluchtingsopening, welk beluchtingskanaal althans gedeeltelijk aan een buitenzijde van het 25 houderlichaam is voorzien.To this end, a liquid container of the aforementioned type is provided which is characterized in that the nozzle provides access to the aeration opening via an aeration channel, which aeration channel is provided at least partially on an outside of the container body.

Het beluchtingskanaal voorziet in een luchtverbinding tussen de beluchtingsopening enerzijds en het afsluitbare mondstuk anderzijds. Het beluchtingskanaal schept aldus de mogelijkheid de beluchtingsopening op een willekeurige afstand van de schenkopening te plaatsen, terwijl zowel de 30 schenkopening als de beluchtingsopening toch door de enkelvoudige 3 handeling van het af- of ontsluiten van het mondstuk kunnen worden afgesloten respectievelijk ontsloten. Het moge duidelijk zijn dat de aan het mondstuk gekoppelde ingang van het beluchtingskanaal bij voorkeur zodanig gescheiden is van de eveneens via het mondstuk toegankelijke 5 schenkopening dat er tijdens het uitschenken van vloeistof geen vloeistof in het beluchtingskanaal kan lopen waardoor dit geblokkeerd zou kunnen raken. Het beluchtingskanaal is althans gedeeltelijk, en bij voorkeur geheel, aan een buitenzijde van het houderlichaam geplaatst. Een dergelijke plaatsing vereenvoudigt de fabricage van de vloeistofhouder, en maakt het 10 bovendien mogelijk dat de uitvinding wordt toegepast in combinatie met conventionele houderlichamen, in het bijzonder houderlichamen van in hoofdzaak papier of karton. Het aanbrengen van een beluchtingskanaal kan gemakkelijk als een nieuwe of uitgebreide bewerkingsstap in reeds bestaande productielijnen van dergelijke conventionele verpakkingen 15 worden geïntegreerd.The aeration channel provides an air connection between the aeration opening on the one hand and the closable mouthpiece on the other. The aeration channel thus creates the possibility of placing the aeration opening at an arbitrary distance from the pouring opening, while both the pouring opening and the aeration opening can nevertheless be closed or unlocked by the single operation of closing or unlocking the nozzle. It will be clear that the inlet of the aeration channel coupled to the nozzle is preferably separated from the pouring opening, which is also accessible via the nozzle, so that no liquid can run into the aeration channel during pouring out of liquid, as a result of which this could become blocked. The aeration channel is placed at least partially, and preferably completely, on an outside of the container body. Such a placement simplifies the manufacture of the liquid container, and furthermore makes it possible for the invention to be applied in combination with conventional container bodies, in particular container bodies of substantially paper or cardboard. The provision of an aeration channel can easily be integrated as a new or extensive processing step into already existing production lines of such conventional packages.

Zowel het mondstuk als het beluchtingskanaal worden bij voorkeur vervaardigd uit kunststof teneinde het gewicht van de vloeistofhouder en de productiekosten ervan te beperken. Het mondstuk en het beluchtingskanaal kunnen bovendien voordelig als één geheel worden vervaardigd, 20 bijvoorbeeld door middel van spuitgieten, en dan in één fabricagestap gezamenlijk op het houderlichaam worden aangebracht.Both the nozzle and the aeration channel are preferably made of plastic in order to limit the weight of the liquid container and its production costs. The nozzle and the aeration channel can moreover advantageously be manufactured as a whole, for example by means of injection molding, and then be applied to the container body together in one manufacturing step.

Het houderlichaam kan een conventioneel houderlichaam zijn dat bij voorkeur in hoofdzaak vervaardigd is van karton. Karton is een lichtgewicht en betrekkelijk goedkoop materiaal dat op eenvoudige wijze 25 vloeistofdicht gemaakt kan worden door middel van laminering met kunststof. Het houderlichaam kan in hoofdzaak de vorm hebben van een recht prisma, bijvoorbeeld met een rechthoekig grondvlak. Dergelijk gevormde houderlichamen laten - tenminste in een vlak - een ruimtelijk-efficiënte rangschikking toe, hetgeen de distributiekosten van een veelheid 30 aan verpakkingen beperkt.The container body can be a conventional container body which is preferably substantially made of cardboard. Cardboard is a lightweight and relatively inexpensive material that can be made liquid-tight in a simple manner by means of laminating with plastic. The holder body can be substantially in the form of a straight prism, for example with a rectangular base surface. Such shaped container bodies allow - at least in one plane - a spatially efficient arrangement, which limits the distribution costs of a plurality of packages.

44

Volgens een nader aspect van de uitvinding is de schenkopening en/of de beluchtingsopening gevormd als een gat in een wand van het houderlichaam. Het vervaardigen van gaten in een wand van het houderlichaam is een eenvoudige bewerkingsstap die voordelig kan worden 5 uitgevoerd. Bovendien is deze bewerkingsstap in veel productielijnen van veel conventionele houderlichamen reeds aanwezig, zodat slechts een herafstelling van de productiemachines vereist is.According to a further aspect of the invention, the pouring opening and / or the aeration opening is formed as a hole in a wall of the container body. The production of holes in a wall of the container body is a simple processing step that can be carried out advantageously. Moreover, this processing step is already present in many production lines of many conventional container bodies, so that only a re-adjustment of the production machines is required.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding zijn de schenkopening en de beluchtingsopening voorzien in eenzelfde wand van 10 het houderlichaam, bijvoorbeeld in een bovenwand. Een bovenwand van het houderlichaam is een praktische plaats voor beide openingen, nu deze bovenwand zich boven het vloeistofniveau in de inhoudruimte bevindt. De schenkopening en de beluchtingsopening worden bij voorkeur op enige afstand uit elkaar geplaatst, bijvoorbeeld nabij tegenoverliggende 15 zijden/randen van de bovenwand. Hiermee wordt bereikt dat wanneer een gevulde vloeistofhouder wordt gekanteld om vloeistof uit te schenken, de uitschenkopening althans gedeeltelijk onder de vloeistofspiegel in de vloeistofhouder wordt gebracht, terwijl de beluchtingsopening juist hoger boven de vloeistofspiegel wordt gepositioneerd. Gegeven de gebruikelijke 20 verpakkingsmaten voor consumentenverpakkingen lijkt een minimale scheidingsafstand van 6 cm hiervoor met redelijke zekerheid tot een gelijkmatige en goed begrensde uitschenkstraal te leiden, ook wanneer het uitschenken weinig behoedzaam, bijvoorbeeld door het houderlichaam aanzienlijk verder te kantelen dan nodig is, gebeurt.According to a further elaboration of the invention, the pouring opening and the aeration opening are provided in the same wall of the holder body, for example in an upper wall. A top wall of the container body is a practical place for both openings, now that this top wall is above the liquid level in the content space. The pouring opening and the aeration opening are preferably placed at some distance from each other, for instance near opposite sides / edges of the top wall. Hereby is achieved that when a filled liquid container is tilted to pour out liquid, the pouring opening is at least partially brought under the liquid level in the liquid holder, while the aeration opening is just positioned higher above the liquid level. Given the usual packaging sizes for consumer packaging, a minimum separation distance of 6 cm for this seems to lead with reasonable certainty to a uniform and well-limited pouring radius, even when the pouring out takes place cautiously, for example by tilting the container body considerably further than necessary.

25 Volgens een nader aspect van de uitvinding ligt het beluchtingskanaal tegen een buitenwand van het houderlichaam aan, en strekt het zich in hoofdzaak parallel aan deze wand uit. Het op het houderlichaam aanbrengen van het beluchtingskanaal kan hierdoor gemakkelijk plaatsvinden, bijvoorbeeld door het beluchtingskanaal, al dan 30 niet tezamen met het mondstuk waarmee het één geheel kan vormen, met 5 behulp van een (uithardende) kleefstof op het houderlichaam te lijmen. In een bijzonder voordelige uitvoering van de uitvinding kan het beluchtingskanaal zelfs gedeeltelijk worden begrensd door genoemde buitenwand. Deze configuratie vermindert de hoeveelheid voor productie 5 van het beluchtingskanaal benodigd materiaal, en schept bovendien de mogelijkheid om vóór het aanbrengen van het beluchtingskanaal een zowel de schenkopening als de beluchtingsopening afdekkende foliestrip aan te brengen. Deze foliestrip, die zich bij voorkeur althans gedeeltelijk door het beluchtingskanaal uitstrekt, sluit de in de wand van het houderlichaam 10 voorziene openingen tot aan het eerste gebruik van de vloeistofhouder hermetisch af, en kan op een gewenst moment eenvoudig door een gebruiker worden verwijderd. Alternatief zou een foliesluiting kunnen worden aangebracht op het mondstuk. Een dergelijk mondstukafsluiting heeft echter het nadeel dat het beluchtingskanaal, via de beluchtingsopening, in 15 contact blijft met de inhoudsruimte van het houderlichaam. Tijdens distributie van de vloeistofhouder kan hierdoor vloeistof in het beluchtingskanaal belanden, waardoor het beluchtingskanaal, na het verwijderen van de mondstuksluiting, niet of niet goed in staat is lucht naar binnen de inhoudsruimte te leiden. Dit zou betekenen dat het 20 beluchtingskanaal juist wanneer het het meest nodig is (i.e. bij het uitschenken van een nog volledig gevulde inhoudsruimte) verstopt zou kunnen zitten, en mogelijk niet zou functioneren.According to a further aspect of the invention, the aeration channel rests against an outer wall of the container body, and extends substantially parallel to this wall. The application of the aeration channel to the container body can hereby take place easily, for instance by gluing the aeration channel, whether or not together with the mouthpiece with which it can form a whole, with the aid of a (curing) adhesive on the container body. In a particularly advantageous embodiment of the invention, the aeration channel can even be partially limited by said outer wall. This configuration reduces the amount of material required for production of the aeration channel, and moreover creates the possibility of applying a film strip covering both the pouring opening and the aeration opening prior to arranging the aeration channel. This foil strip, which preferably extends at least partially through the aeration channel, hermetically closes the openings provided in the wall of the container body 10 until the first use of the liquid container, and can easily be removed by a user at a desired moment. Alternatively, a foil closure could be applied to the nozzle. Such a mouthpiece closure, however, has the disadvantage that the aeration channel, via the aeration opening, remains in contact with the content space of the container body. As a result, during distribution of the liquid container, liquid may end up in the aeration channel, as a result of which the aeration channel, after removal of the nozzle closure, is not or not properly able to guide air into the contents space. This would mean that the aeration channel could be clogged precisely when it was most needed (i.e., when pouring out a still fully filled content space), and might not function.

Volgens een nader aspect van de uitvinding heeft het beluchtingskanaal een dwarsdoorsnedeoppervlak ter grootte van ongeveer 25 20%-50% van het oppervlak van de schenkopening. Bij een dergelijke verhouding van oppervlakken is een schokvrije uitstroom van vloeistof uit de inhoudsruimte mogelijk zonder overdimensionering van het beluchtingskanaal.According to a further aspect of the invention, the aeration channel has a cross-sectional area of approximately 20% -50% of the area of the pouring opening. With such a ratio of surfaces, a shock-free outflow of liquid from the content space is possible without overdimensioning the aeration channel.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding hebben het 30 mondstuk in afgesloten toestand, en het beluchtingskanaal, een hoogte die 6 niet groter is dan circa 0.5 cm. De beperkte hoogte van de mogelijk op een bovenwand van het houderlichaam te bevestigen elementen, in combinatie met nature enigszins flexibele wanden van bijvoorbeeld een kartonnen houderlichaam, maken stapeling en ruimtelijk-efficiënte distributie van 5 meerdere vloeistofhouders mogelijk. Hoewel het mogelijk is draaidoppen met een dergelijke hoogte te vervaardigen ligt met name gezien het geringe gebruikersgemak van een dergelijk kleine draaidoppen het gebruik van een klepsluiting in de rede. Een scharnierbaar met het mondstuk verbonden klep is bovendien economisch te vervaardigen.According to a further elaboration of the invention, the mouthpiece in closed condition, and the aeration channel, have a height that is 6 no greater than approximately 0.5 cm. The limited height of the elements that may be mounted on an upper wall of the container body, in combination with naturally somewhat flexible walls of, for example, a cardboard container body, enable stacking and spatially efficient distribution of several liquid containers. Although it is possible to manufacture rotary caps of such a height, the use of a valve closure is reasonable in view of the low user-friendliness of such small rotary caps. A hinged valve connected to the nozzle can moreover be manufactured economically.

10 De hierboven genoemde en andere voordelen van de uitvinding zullen hierna aan de hand van enkele figuren worden toegelicht.The above-mentioned and other advantages of the invention will be explained below with reference to a few figures.

Korte beschrijving van de figurenBrief description of the figures

Fig. 1 is een schematische ploftekening van een 15 uitvoeringsvoorbeeld van een vloeistofhouder overeenkomstig de onderhavige uitvinding.FIG. 1 is a schematic plan drawing of an exemplary embodiment of a liquid container according to the present invention.

Opgemerkt zij dat getoonde elementen, afstanden en oriëntaties niet noodzakelijkerwijs op schaal weergegeven zijn.It should be noted that the elements, distances and orientations shown are not necessarily shown to scale.

2020

FiguurbeschriivingFigure description

Fig, 1 toont in perspectiefaanzicht schematisch een vloeistofhouder 100 overeenkomstig de onderhavige uitvinding. Zichtbaar is een deel van een in hoofdzaak prismatisch houderlichaam 102 met een rechthoekig 25 grondvlak. Het houderlichaam 102 kan uit tal van materialen zijn vervaardigd, zoals bijvoorbeeld metaal of glas, maar is bij voorkeur in hoofdzaak gemaakt van papier of karton dat is gelamineerd met kunststof om de erdoor gedefinieerde inhoudsruimte vloeistof- en/of gasdicht te maken. In een bovenwand 103 van de vloeistofhouder 102 zijn een 30 schenkopening 104 en een beluchtingsopening 106 voorzien. De beide 7 openingen 102, 104 zijn nabij tegenoverliggende randen 103a, 103b van de bovenwand 103 voorzien om de scheidingsafstand tussen beide te optimaliseren. Desgewenst kunnen de sehenkopening 104 en de beluchtingsopening 106 op andere plaatsen in de bovenwand, of in andere 5 wanden van het houderlichaam 102 worden voorzien.Fig. 1 schematically shows a liquid container 100 according to the present invention in perspective view. A part of a substantially prismatic holder body 102 with a rectangular base surface is visible. The container body 102 can be made from a variety of materials, such as, for example, metal or glass, but is preferably essentially made of paper or cardboard that is laminated with plastic to make the defined content space liquid and / or gas-tight. A pouring opening 104 and an aeration opening 106 are provided in an upper wall 103 of the liquid container 102. The two 7 openings 102, 104 are provided near opposite edges 103a, 103b of the top wall 103 to optimize the separation distance between the two. If desired, the viewing opening 104 and the aeration opening 106 can be provided at other places in the top wall, or in other walls of the holder body 102.

Tijdens fabricage van de vloeistofhouder 100 kan. bijvoorbeeld met een kleefstof, een foliestrip 120 worden aangebracht op de bovenwand 103 van het houderlichaam 102. Delen 122 en 124 van de foliestrip 122 sluiten respectievelijk de sehenkopening 104 en de beluchtingsopening 106 10 fluïdumdicht af. Hierdoor wordt de in de inhoudsruimte van de vloeistofhouder 102 opgeslagen vloeistof gescheiden van atmosferische invloeden, en kan zij hygiënisch en - gegeven de juiste voorbehandeling -zelfs steriel worden bewaard. Tevens sluit de foliestrip 120 het beluchtingskanaal 110 af van de inhoudsruimte van het houderlichaam 102, 15 waardoor wordt voorkomen dat het beluchtingskanaal zich voorafgaand een eerste gebruik althans gedeeltelijk vult met vloeistof waardoor het verstopt raakt. De foliestrip 120 is bij voorkeur voorzien van een aangrijptong 126 waarmee een gebruiker, ten behoeve van een eerste gebruik van de vloeistofhouder 100, de foliestrip 120 kan verwijderen door hem van het 20 houderlichaam 102 af te trekken. Daarbij worden dan de sehenkopening 104 en de beluchtingsopening 106 gelijktijdig ontsloten. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld van de vloeistofhouder 100 is de aangrijptong 126 na assemblage van de vloeistofhouder via het mondstok 108 toegankelijk.During manufacture of the liquid container 100 is possible. for example with an adhesive, a foil strip 120 can be applied to the upper wall 103 of the container body 102. Parts 122 and 124 of the foil strip 122 close the seal opening 104 and the aeration opening 106 respectively in a fluid-tight manner. As a result, the liquid stored in the content space of the liquid container 102 is separated from atmospheric influences, and can be stored hygienically and, given the correct pre-treatment, even sterile. The foil strip 120 also closes off the aeration channel 110 from the content space of the container body 102, which prevents the aeration channel from at least partially filling itself with liquid prior to a first use, as a result of which it becomes clogged. The foil strip 120 is preferably provided with a gripping tongue 126 with which a user can remove the foil strip 120 for the first use of the liquid container 100 by pulling it off the holder body 102. Thereby, the seal opening 104 and the aeration opening 106 are simultaneously unlocked. In the exemplary embodiment of the liquid container 100 shown, the engagement tongue 126 is accessible via the nozzle 108 after assembly of the liquid container.

Bovenop de bovenwand 103 kunnen het mondstuk 108 en het 25 beluchtingskanaal 110 worden geplaatst. Het mondstuk 108 wordt bij voorkeur over de sehenkopening 104 geplaatst, terwijl een uiteinde van het beluchtingskanaal 110 de beluchtingsopening 106 omsluit. Het mondstuk 108 en het beluchtingskanaal 110 kunnen voordelig uit één stuk worden vervaardigd, bijvoorbeeld door middel van spuitgieten. Met het mondstuk 30 108 kan een scharnierbaar deksel 112 verbonden zijn, waarmee het 8 mondstuk aan een bovenzijde vloeistofdicht kan worden afgesloten. Bij voorkeur bedraagt de hoogte van het mondstuk 108 in afgesloten toestand, en het de hoogte van het beluchtingskanaal 110, niet meer dan 0.5 cm teneinde het stapelen van verschillende vloeistofhouders mogelijk te maken.The nozzle 108 and the aeration channel 110 can be placed on top of the upper wall 103. The nozzle 108 is preferably placed over the seal opening 104, while one end of the aeration channel 110 encloses the aeration opening 106. The nozzle 108 and the aeration channel 110 can advantageously be made in one piece, for example by means of injection molding. A hinged lid 112 can be connected to the nozzle 108, with which the nozzle can be sealed in a liquid-tight manner on an upper side. Preferably, the height of the nozzle 108 in the closed state, and the height of the aeration channel 110, is no more than 0.5 cm to allow the stacking of different liquid containers.

5 Fig. 1 omvat een kleine inzet waarin drie loodrecht op elkaar staande assen zijn weergegeven. De assen zijn gelabeld met de letters b, 1 en h en duiden respectievelijk de breedte-, lengte- en hoogterichting in de tekening aan.FIG. 1 comprises a small insert in which three axes perpendicular to each other are shown. The axes are labeled with the letters b, 1 and h and indicate the width, length and height direction respectively in the drawing.

Hoewel in het voorgaande de onderhavige uitvinding is beschreven 10 aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden dient te worden opgemerkt dat de uitvinding niet tot deze uitvoeringsvoorbeelden is beperkt. Door een vakman kunnen verschillende aanpassingen en wijzigingen op de besproken uitvoeringsvoorbeelden worden aangebracht zonder dat hierdoor de gedachte en het bereik van de uitvinding, zoals neergelegd in de 15 hiernavolgende conclusies, wordt verlaten. In het bijzonder kunnen daarbij verschillende hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding worden gecombineerd tot nieuwe uitvoeringsvormen.Although the present invention has been described above with reference to a few exemplary embodiments, it should be noted that the invention is not limited to these exemplary embodiments. Various modifications and changes can be made by a person skilled in the art to the exemplary embodiments discussed, without thereby departing from the spirit and scope of the invention as set forth in the following claims. In particular, various exemplary embodiments of the invention described above can thereby be combined into new embodiments.

Claims

A liquid container, comprising: - a container body (102) that delimits a content space; - a pouring opening (104) providing access to the content space; - an aeration opening (106) providing access to the content space; - a lockable nozzle (108) providing access to the pouring opening and the aeration opening; characterized in that the nozzle provides access to the aeration opening via an aeration channel (110), which aeration channel 10 is provided at least partially on an outside of the container body.

Liquid container as claimed in claim 1, wherein the pouring opening and the aeration opening are covered with a one-off, occasionally used, removable foil strip which covers both holes. 15

The liquid container according to claim 2, wherein the foil strip (120) extends at least partially through the aeration channel (110).

4. Liquid container according to one of the preceding claims, wherein the container body (102) is substantially made of cardboard.

A liquid container according to any one of the preceding claims, wherein the container body (102) is substantially in the form of a straight prism.

Liquid container according to one of the preceding claims, wherein the pouring opening (104) and / or the aeration opening (106) are / are formed as a hole in a wall (103) of the container body (102).

Liquid container according to one of the preceding claims, wherein the pouring opening (104) and the aeration opening (106) are provided in the same wall of the container body (102), for example in an upper wall 5 (103).

8. Liquid container according to claim 7, wherein the pouring opening (104) and the aeration opening (106) are provided at a mutual distance of at least 6 cm, measured along the wall in which the two openings are provided.

A liquid container according to any one of the preceding claims, wherein the aeration channel (110) rests against an outer wall of the container body (102) and extends substantially parallel to this wall. 15

A liquid container according to any one of the preceding claims, wherein the aeration channel (110) is partially bounded by a wall of the container body (102).

A liquid container according to any one of the preceding claims, wherein the aeration channel (110) has a cross-sectional area of approximately 20% -50% of the area of the pouring opening (104).

12. Liquid container as claimed in any of the foregoing claims, wherein the nozzle (108) in closed condition, and the aeration channel (110), have a height that is no greater than approximately 0.5 cm.

13. Liquid container as claimed in any of the foregoing claims, wherein the nozzle (108) is placed on an outside of the container body (102), and at least partially over the pouring opening (104).

A liquid container according to any one of the preceding claims, wherein the nozzle (108) is closable with a valve (112) hingedly connected to the nozzle. 5

A liquid container according to any one of the preceding claims, wherein the nozzle (108) and / or the aeration channel (110) are / are substantially made of plastic.

A liquid container according to any one of the preceding claims, wherein the nozzle (108) and the aeration channel (110) are made in one piece.

A liquid container according to claim 15 or 16, wherein the nozzle 15 (108) and the aeration channel (110) are attached to the container body (102) by means of an adhesive.