NL2001685C2

NL2001685C2 - Pipe and protective cover combination, has protective cover connected with wall of pipe, and comprising flanges located on outer periphery of sleeve, and opening formed between sleeve and outer circumference of flanges

Info

Publication number: NL2001685C2
Application number: NL2001685A
Authority: NL
Inventors: Hans Edward Guitoneau
Original assignee: Pipelife Nederland Bv
Priority date: 2008-06-13
Filing date: 2008-06-13
Publication date: 2009-12-15

Abstract

The combination has a protective cover (5) connected with a wall of a pipe (1), and comprising flanges located on an outer periphery of a sleeve. An opening is formed between the sleeve and an outer circumference of the flanges. Chambers are formed between the flanges, where a diameter of each flange is greater than an internal diameter of the pipe. The flanges and a wall of the sleeve are located in a single radial plane, and a handle is fixed to the flanges. An outer portion of the each flange is attached to an end face of the pipe.

Description

Pijp met stofkappenPipe with dust caps

De uitvinding betreft een combinatie uit een pijp alsmede beschermkappen die elk aan een pijpopening zijn bevestigd in verband met het beschermen van het 5 inwendige van de pijp tegen vuil, stof, beschadiging en dergelijke, welke beschermkappen in wezen afdichtend samenwerken met de pijpwand en zijn voorzien van een ontluchting.The invention relates to a combination of a pipe and protective caps, each of which is attached to a pipe opening in connection with the protection of the interior of the pipe against dirt, dust, damage and the like, which protective caps cooperate essentially sealingly with the pipe wall and are provided of a vent.

Bekend is om pijpen aan de open uiteinden te voorzien van zogenaamde stofkappen, die moeten verhinderen dat stof, vuil en dergelijke in de pijp dringt. Het 10 kan daarbij in het bijzonder gaan om pijpen of buizen die bestemd zijn voor de waterleiding. Tijdens opslag en transport moeten deze stofkappen ervoor zorgen dat het inwendige van de pijpen schoon blijft.It is known to provide pipes at the open ends with so-called dust caps, which must prevent dust, dirt and the like from penetrating into the pipe. This may in particular concern pipes or tubes intended for the water pipe. During storage and transport, these dust covers must ensure that the interior of the pipes remains clean.

In verband met het verzekeren van een goede bescherming tegen ook de fijnste deeltjes, moeten de stofkappen vrijwel luchtdicht aansluiten op de betreffende pijp. Als 15 gevolg van een volledige afdichting zouden echter door temperatuurschommelingen drukverschillen tussen het inwendige en het uitwendige van de pijp kunnen optreden. Dat is ongewenst, omdat bij inwendige overdruk de stofkappen van de pijp af kunnen schieten, terwijl bij inwendige onderdruk het verwijderen van de stofkappen problematisch is.In connection with ensuring good protection against even the finest particles, the dust caps must connect to the respective pipe almost airtight. However, as a result of a complete seal, pressure fluctuations between the interior and the exterior of the pipe could occur due to temperature fluctuations. This is undesirable because with internal overpressure the dust caps can come off the pipe, while with internal underpressure the removal of the dust caps is problematic.

20 Om die reden is in de stofkap een ontluchting aangebracht, zodat de inwendige druk vereffend kan worden. Hoewel de afmetingen van die ontluchting gering zijn, kan daar doorheen echter alsnog enig stof, vuil en dergelijke in de pijp dringen, in het bijzonder bij temperatuurschommelingen.For that reason, a vent is provided in the dust cover, so that the internal pressure can be equalized. Although the dimensions of this vent are small, some dust, dirt and the like can still penetrate through it, in particular in the event of temperature fluctuations.

Het doel van de uitvinding is een oplossing voor dat probleem te bieden. Dat doel 25 wordt bereikt doordat de ontluchting een meandervormig of labyrintvormig traject omvat.The object of the invention is to provide a solution to that problem. That goal is achieved in that the vent comprises a meandering or labyrinthine path.

Bij de stofkap volgens de uitvinding komt geen directe verbinding voor tussen het uitwendige en het inwendige van de pijp. Daardoor kan eventueel stof, vuil en dergelijk dat toch nog de ontluchting binnentreedt, neerslaan en gevangen gehouden worden in 30 het meandervormige of labyrintvormige traject.With the dust cover according to the invention there is no direct connection between the exterior and the interior of the pipe. As a result, possibly dust, dirt and the like that still enters the vent, can precipitate and be held captive in the meander-shaped or labyrinth-shaped path.

Een dergelijk grillig gevormd traject kan op verschillende manieren worden verkregen. Zo kan bij voorbeeld een hulpleiding met geringe dwardoorsnede- 2 afmetingen worden verbonden met een ontluchtingsgat in de stofkap. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm echter, waarbij de beschermkap tenminste twee flenzen omvat die samenwerken met het inwendig oppervlak van de pijpwand, bezit elke flens een opening, welke openingen in verschillende flenzen in omtreksrichting ten opzichte 5 van elkaar verschoven zijn.Such a capriciously shaped section can be obtained in various ways. For example, an auxiliary pipeline with small cross-sectional dimensions can be connected to a vent hole in the dust cover. According to a preferred embodiment, however, wherein the protective cap comprises at least two flanges which co-act with the inner surface of the pipe wall, each flange has an opening, which openings in different flanges are circumferentially displaced relative to each other.

Vuil, stof en dergelijke dat binnentreedt via een uitwendig gat in de stofkap, bijvoorbeeld een gaatje in de uiterste of buitenste flens, komt terecht in de kamer die is gevormd tussen beide flenzen. De doorstroomcapaciteit van deze kamer is zodanig groot ten opzichte van de doorstroomcapaciteit van het gaatje, dat de binnentredende 10 stroming tot rust kan komen zodanig dat eventueel zich daarin bevindend stof, vuil en dergelijk kan neerslaan in de kamer. De stroming die vervolgens via het gaatje in de volgende flens loopt, bezit dan nauwelijks of geen vuil en dergelijke meer, zodanig dat het inwendige van de pijp niet verontreinigd raakt.Dirt, dust and the like entering through an external hole in the dust cover, for example a hole in the outermost or outer flange, ends up in the chamber formed between the two flanges. The flow capacity of this chamber is so large relative to the flow capacity of the hole that the incoming flow can come to rest so that any dust, dirt and the like contained therein can settle in the chamber. The flow which subsequently runs through the hole in the next flange then has hardly any or no dirt and such, such that the interior of the pipe is not contaminated.

De flenzen kunnen zich op een centrale drager bevinden, die vele verschillende 15 vormen kan aannemen, zoals een staaf en dergelijke. Bij voorkeur is een gesloten kern, zoals een huls, voorzien en bevinden de flenzen zich op de buitenomtrek van de kern.The flanges can be on a central support, which can take many different forms, such as a rod and the like. A closed core, such as a sleeve, is preferably provided and the flanges are on the outer periphery of the core.

Volgens een uitvoering kan een opening zich bevinden tussen de huls en de uitwendige omtrek van een flens; als alternatief kan een opening zich bevinden aan de buitenomtrek van een flens. Ook is een uitvoering mogelijk waarbij sommige 20 openingen zich tussen de huls en de uitwendige omtrek van de bijbehorende flenzen vinden, en andere zich aan de buitenomtrek van andere flenzen bevinden. Natuurlijk kunnen ook alle openingen zich tussen de uitwendige omtrek en de huls bevinden, of kunnen zij zich alle aan de buitenomtrek van de flenzen bevinden.According to an embodiment, an opening may be located between the sleeve and the outer circumference of a flange; alternatively, an opening may be located on the outer circumference of a flange. An embodiment is also possible in which some openings are located between the sleeve and the outer circumference of the associated flanges, and others are located on the outer circumference of other flanges. Of course, all openings can also be located between the outer circumference and the sleeve, or they can all be located on the outer circumference of the flanges.

Zoals hiervoor reeds vermeld is van belang dat bepaalde flenzen afdichtend 25 aanliggen tegen het inwendig oppervlak van de pijpwand. Niettemin kan bijvoorbeeld een uiterste flens een diameter hebben die groter is dan de inwendige diameter van de pijp, zodanig dat die uiterste flens aanligt tegen het kopvlak van de pijpwand. De uiterste flens vormt aldus een aanslag die bepaalt over welke diepte de stofkap maximaal in het open eind van de pijp kan worden gestoken. Tevens kan die uiterste 30 flens samen met een sluitwand van de kern in een en hetzelfde radiale vlak liggen, zodat het uiteinde van de stofkap een vlak oppervlak kan vormen. Aan dat oppervlak 3 kan een handgreep en dergelijke zijn bevestigd in verband met het manipuleren van de stofkap.As already stated above, it is important that certain flanges lie sealingly against the inner surface of the pipe wall. Nevertheless, for example, an extreme flange may have a diameter that is larger than the internal diameter of the pipe, such that said extreme flange abuts the end face of the pipe wall. The extreme flange thus forms a stop which determines the maximum depth at which the dust cover can be inserted into the open end of the pipe. That extreme flange, together with a closing wall of the core, can also lie in one and the same radial plane, so that the end of the dust cap can form a flat surface. A handle and the like can be attached to said surface 3 in connection with the manipulation of the dust cover.

Verder kan een flens een diameter hebben die in wezen gelijk is aan de inwendige diameter van de pijpwand. Een dergelijke flens schraapt met zijn buitenomtrek langs 5 het inwendig oppervlak van de pijpwand. Verder kan een flens een diameter hebben die groter is dan de inwendige diameter van de pijp, en in vervormde toestand onder voorspanning aanliggen tegen het inwendig oppervlak van de pijp. Een dergelijke onder voorspanning tegen het inwendig oppervlak van de pijpaanliggende flens verzekert een goede afdichting tegen het binnentreden van vuil, stof en dergelijke.Furthermore, a flange can have a diameter that is essentially the same as the internal diameter of the pipe wall. Such a flange scrapes with its outer circumference along the inner surface of the pipe wall. Furthermore, a flange may have a diameter that is larger than the internal diameter of the pipe, and in a deformed state may be biased against the internal surface of the pipe. Such a pre-stress against the internal surface of the pipe abutting flange ensures a good seal against the entry of dirt, dust and the like.

10 Bovendien heeft een dergelijke flens een schrapende werking, zodanig dat bij het verwijderen van de stofkap uit de pijp eventueel toch nog op het inwendig oppervlak van de betreffende kamer neergeslagen verontreinigingen mee naar buiten uit de pijp gesleept kunnen worden.Moreover, such a flange has a scraping effect, such that when removing the dust cap from the pipe, possibly contaminants deposited on the inner surface of the relevant chamber can also be dragged out of the pipe.

De uitvinding betreft tevens een beschermkap voor gebruik bij de combinatie 15 zoals hiervoor beschreven, omvattende een gesloten kern alsmede tenminste twee aan de buitenomtrek van de kern voorziene flenzen die elk een opening bezitten, welke openingen in omtreksrichting van de huls ten opzichte van elkaar verschoven zijn.The invention also relates to a protective cap for use with the combination as described above, comprising a closed core and at least two flanges provided on the outer circumference of the core, each having an opening, which openings are displaced relative to each other in the circumferential direction of the sleeve .

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment shown in the figures.

20 Figuur 1 toont een combinatie uit een pijp met twee beschermkappen volgens de uitvinding,Figure 1 shows a combination of a pipe with two protective caps according to the invention,

Figuur 2 toont een aanzicht in doorsnede van een eind van de pijp met beschermkap.Figure 2 shows a cross-sectional view of an end of the pipe with protective cap.

Figuur 3 toont een zijaanzicht van een beschermkap.Figure 3 shows a side view of a protective cap.

25 Figuur 4 toont het aanzicht op de beschermkap volgens IV van figuur 3.Figure 4 shows the view of the protective cap according to IV of Figure 3.

De in figuur 1 weergegeven combinatie bestaat uit de pijp 1 alsmede de beschermkappen 5 die elk in een open eind 2 van de pijp 1 een zijn gestoken. Aldus is de pijp 1 goed beschermd tegen vuil, stof en dergelijke uit de omgeving, zodanig dat het inwendig oppervlak 3 (zie figuur 2) van de pijp 1 schoon blijft.The combination shown in Figure 1 consists of the pipe 1 as well as the protective caps 5, each of which is inserted into an open end 2 of the pipe 1. The pipe 1 is thus well protected against dirt, dust and the like from the environment, such that the internal surface 3 (see figure 2) of the pipe 1 remains clean.

30 Zoals meer gedetailleerd is weergegeven in de figuren 2-4 bestaat de beschermkap of stofkap 5 uit een hulsvormige kem 6 die allereerst een uiterste flens 7 draagt aan het buitenste eind van de kem 6. Deze uiterste flens 7 heeft een uitwendige 4 diameter die groter is dan de diameter van het inwendig oppervlak 3 van de pijp 1, zodanig dat het buitenste gedeelte van de uiterste flens 7 aanligt tegen het kopvlak 4 van de pijp 1. De uiterste flens 7 vormt aldus een aanslag die de maximale insteekdiepte van de beschermkap 5 in het open eind 2 van de pijp 1 bepaalt. De flens 7 5 gaat over in de eindwand 11 die de kem of huls 6 afsluit.As is shown in more detail in figures 2-4, the protective cap or dust cover 5 consists of a sleeve-shaped core 6 which first of all carries an outer flange 7 at the outer end of the core 6. This outer flange 7 has an outer diameter 4 that is larger is then the diameter of the inner surface 3 of the pipe 1, such that the outer part of the extreme flange 7 rests against the end face 4 of the pipe 1. The extreme flange 7 thus forms a stop that the maximum insertion depth of the protective cap 5 in the open end 2 of the pipe 1. The flange 7 merges into the end wall 11 which closes the core or sleeve 6.

Volgend op de uiterste flens 7 is een verdere flens 8 aanwezig op de kem 6, van welke verdere flens 8 de uitwendige diameter in wezen gelijk is aan de diameter van het inwendig oppervlak 3 van de pijp 1. Deze verdere flens 8 schraapt bij het inbrengen en verwijderen van de beschermkap 5 langs het inwendig oppervlak 3.Subsequent to the extreme flange 7, a further flange 8 is present on the core 6, the further diameter of which is essentially the same as the diameter of the inner surface 3 of the pipe 1. This further flange 8 scrapes upon insertion and removing the protective cap 5 along the inner surface 3.

10 Volgend op de verdere flens 8 zijn twee flenzen voorzien waarvan de uitwendige diameter groter is dan de diameter van het inwendig oppervlak 3 van de pijp 1. Bij het inbrengen van de beschermkap 5 in de pijp 1 nemen deze flenzen 9,10 de gekromde vorm aan zoals getoond in figuur 2, zodanig dat zij met hun buitenomtrek onder verende voorspanning komen aan te liggen tegen het inwendig oppervlak 3 van de pijp 15 1. Daardoor is een goede afdichting van de beschermkap 5 ten opzichte van de pijp 1 verzekerd. In verband met het aanbrengen respectievelijk verwijderen van de beschermkap 5 is de handgreep 12 aangebracht aan de flens 7.Following the further flange 8, two flanges are provided whose external diameter is larger than the diameter of the inner surface 3 of the pipe 1. When the protective cap 5 is inserted into the pipe 1, these flanges 9, 10 take the curved shape as shown in figure 2, such that with their outer circumference they come to rest under spring bias against the inner surface 3 of the pipe 1. This ensures a good seal of the protective cap 5 with respect to the pipe 1. In connection with the fitting or removal of the protective cap 5, the handle 12 is arranged on the flange 7.

Omdat bij een dergelijke goede afdichting van het inwendige van de pijp 1 door de beschermkappen 5 drukverschillen tussen het inwendige en het uitwendige van de 20 pijp 1 kunnen optreden, is elke beschermkap 5 voorzien van een ontluchting 13. Deze ontluchting omvat een de gaatjes 14,15,16,17 in de respectievelijke flenzen 7, 8,9, 10. Deze gaatjes 14-17 zijn in opeenvolgende flenzen 7-10 telkens over 180 graden versprongen aangebracht, zoals het duidelijkst te zien is in de doorsnede van figuur 2.Because with such a good seal of the interior of the pipe 1 through the protective caps 5 pressure differences can occur between the interior and the exterior of the pipe 1, each protective cap 5 is provided with a vent 13. This vent comprises one of the holes 14, 15, 16, 17 in the respective flanges 7, 8, 9, 10. These holes 14-17 are arranged in successive flanges 7-10, offset in each case by 180 degrees, as can be seen most clearly in the section of Figure 2.

Daardoor heeft de ontluchting 13 een meandervorm of een labyrint vorm. Als 25 gevolg van deze vorm bestaat geen directe verbinding tussen het uitwendige en het inwendige van de pijp, zoals bij de bekende beschermkap met het geval was omdat het gaatje zich bevond in de eindwand 11. Bij een naar binnen gerichte stroming van de omgevingslucht als gevolg van een onderdruk inwendige van de pijp, kon in dat geval eventueel vuil en stof dat in de omgevingslucht aanwezig was ongehinderd neerslaan 30 op het inwendig oppervlak 3 van de pijp 1.Therefore, the vent 13 has a meander shape or a labyrinth shape. As a result of this shape, there is no direct connection between the outside and the inside of the pipe, as was the case with the known protective cap because the hole was located in the end wall 11. With an inward flow of the ambient air as a result of an underpressure interior of the pipe, in that case any dirt and dust present in the ambient air could deposit unimpededly on the interior surface 3 of the pipe 1.

Bij het optreden van een dergelijke onderdruk in het geval van de combinatie volgens de uitvinding komt de omgevingslucht via het gaatje 14 in de uiterste flens 7 5 terecht in een kamer 18 die is bepaald tussen die uiterste flens 7 en de volgende flens 8. In die kamer treedt reeds een vertraging van de luchtstroming op, waardoor eventueel in de lucht aanwezig vuil, stof en dergelijke al voor een belangrijk deel in die kamer zal neerslaan. De stroming wordt vervolgens gedwongen een omweg van 180 graden te 5 maken rondom de cilindrische huls 6, alvorens het gaatje 15 in de volgende flens 8 wordt bereikt.When such an underpressure occurs in the case of the combination according to the invention, the ambient air enters via the hole 14 in the extreme flange 7 into a chamber 18 which is defined between said extreme flange 7 and the following flange 8. In that The chamber already has a delay in air flow, as a result of which any dirt, dust and such like present in the air will already settle to a large extent in that chamber. The flow is then forced to make a 180 degree detour around the cylindrical sleeve 6, before the hole 15 in the next flange 8 is reached.

Via dat gaatje 15 in de volgende flens 8 kan de stroming dan terechtkomen in de kamer 13 zoals bepaald tussen de flenzen 8 en 9. Ook daar kan wederom nog aanwezig vuil, stof en dergelijke neerslaan. Tevens wordt ook daar de stroming gedwongen een 10 omweg van 180 graden te maken rondom de huls 6 naar het gaatje 16 in de flens 9. Via dat gaatje 16 komt de stroming vervolgens terecht in de kamer 20 zoals bepaald tussen de flenzen 9 en 10. Ook daar kan weer neerslaan optreden, en wordt de stroming gedwongen de omweg van 180 graden te volgen rond de huls 6 naar het gaatje 17 in de laatste flens 10. Zodra echter de stroming bij dat gaatje 17 is aangekomen, is alle uur 15 vrijwel alle stof, vuil en dergelijke neergeslagen in de kamers 18-20.Via that hole 15 in the following flange 8, the flow can then end up in the chamber 13 as determined between the flanges 8 and 9. Again, dirt, dust and the like can still precipitate there. Also there, too, the flow is forced to make a 180 degree detour around the sleeve 6 to the hole 16 in the flange 9. Via that hole 16, the flow then ends up in the chamber 20 as determined between the flanges 9 and 10. There too, precipitation can occur again, and the flow is forced to follow the 180-degree detour around the sleeve 6 to the hole 17 in the last flange 10. However, once the flow has arrived at that hole 17, all hours 15 are virtually all dust, dirt and the like deposited in the rooms 18-20.

Bij het neerslaan van vuil, stof en dergelijke in de kamers 18-20 zal een belangrijk deel daarvan terechtkomen op de oppervlakken van de huls 6 en de flenzen 7-10. Een deel echter zal terechtkomen op het inwendige oppervlak 3 van de pijp 1 ter hoogte van de kamers 18-20. Bij het verwijderen van de beschermkap 5 uit de pijp 1 20 echter, zal door de schraapwerking van de flenzen, in het bijzonder van de flenzen 9,10 het op het inwendig oppervlak 3 aldaar aanwezige vuil mee naar buiten geschraapt worden.When depositing dirt, dust and the like in the chambers 18-20, an important part thereof will end up on the surfaces of the sleeve 6 and the flanges 7-10. However, a portion will end up on the inner surface 3 of the pipe 1 at the level of the chambers 18-20. When removing the protective cap 5 from the pipe 1, however, the scraping action of the flanges, in particular of the flanges 9, 10, will remove the dirt present on the internal surface 3 there.

Claims

1. In combination, a pipe (1) and protective caps (5) which are each attached to a pipe opening (2) in connection with protecting the interior of the pipe against dirt, dust, damage and the like, which protective caps (5 ) cooperate substantially sealingly with the pipe wall and are provided with a vent (13), characterized in that the vent (13) comprises a meandering or labyrinthine path.

Combination according to claim 1, wherein the protective cap (5) comprises at least two flanges (7-10) which cooperate with the pipe (1) and each flange (7-10) has an opening (14-17), which openings in different flanges are circumferentially offset with respect to each other.

Combination according to claim 2, wherein a closed core, such as a sleeve (6), is provided and the flanges (7-10) are located on the outer periphery of the core (6).

A combination according to claim 2 or 3, wherein an opening (14) is located between the sleeve (6) and the outer circumference of a flange (7). 20

A combination according to claim 2, 3 or 4, wherein an opening (15-17) is located on the outer circumference of a flange (8-10).

6. Combination as claimed in any of the claims 2-5, wherein a chamber (18-20) is defined between each pair of flanges (7-10).

A combination according to any one of the preceding claims, wherein an extreme flange (7) has a diameter that is larger than the inner diameter of the pipe (1) and abuts against the end face (4) of the pipe wall.

A combination according to claim 7, wherein the extreme flange (7) and a closing wall (11) of the core (6) lie in one and the same radial plane. 30

A combination according to any one of the preceding claims, wherein a flange (8) has a diameter that is essentially the same as the internal diameter of the pipe (1).

A combination according to any one of the preceding claims, wherein a flange (9, 10) has a diameter that is larger than the internal diameter of the pipe (1) and, in deformed condition, abuts against the internal surface (3) of the pipe (1).

A combination according to any one of the preceding claims, wherein the outer end of the protective cap (5) is provided with a handle (12).

12. Protective cap (5) for the combination according to any one of the preceding claims, comprising a closed core (6) and at least two flanges (7-10) provided on the outer circumference of the core (6), each having an opening (14-17) ), which openings are offset relative to each other in the circumferential direction of the sleeve.