NL2001357C2 - Werkwijze voor registratie van elektronische berichten. - Google Patents

Description

Werkwijze voor registratie van elektronische berichten

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het registreren van elektronische communicatie in een communicatiesysteem. Daarnaast heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een communicatiesysteem voor het registreren 5 van elektronische communicatie.

Door de beschikbaarheid van elektronische apparaten voor communicatiegebruik en de daarmee samenhangende netwerkfaciliteiten bestaan er voor gebruikers ruime mogelijkheden om elektronisch te communiceren. Ten opzichte van de niet-elektronische communicatie door middel van brieven wordt een steeds groter aandeel 10 van de communicatie tussen gebruikers afgehandeld via computersystemen in elektronische netwerken die wereldwijd met elkaar verbonden zijn.

Van dergelijke elektronische communicatie wordt in toenemende mate ook gebruik gemaakt voor correspondentie die juridische waarde kan hebben.

Een nadeel van elektronische communicatie ten opzichte van de vroeger 15 gebruikelijke schriftelijke communicatie betreft het ontbreken van een bewijs bij een conflict over vermeende afspraken die elektronisch tussen partijen zijn gecommuniceerd. Er kan twijfel bestaan over de inhoud van een elektronisch bericht, met name of de inhoud van het elektronisch bericht in ontvangen vorm wel dezelfde is als van het elektronisch bericht in verstuurde vorm.

20 Het is een doelstelling van de onderhavige uitvinding een werkwijze te verschaffen dat dit nadeel opheft dan wel vermindert.

Om de doelstelling te bereiken voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het registreren van een elektronisch bericht in een communicatiesysteem omvattende: 25 - een eerste terminal; een centrale server welke communicatief met de eerste terminal is verbonden, waarbij de centrale server een verwerkingseenheid en een database omvat; waarbij de werkwijze, welke wordt uitgevoerd door de centrale server, omvat: ontvangen van een elektronisch bericht afkomstig van de eerste terminal, 30 waarbij het elektronisch bericht is voorzien van een eerste unieke terminalcode, welke correspondeert met een in de database opgeslagen registratieaccount behorende bij de eerste terminal; 2 wanneer de eerste unieke terminalcode aanwezig is in het elektronisch bericht: • het op basis van een inhoud van het elektronisch bericht van de eerste terminal bepalen van geselecteerde informatie die eenduidig en uniek geassocieerd is met de inhoud van het elektronisch bericht, 5 · het opslaan van geselecteerde informatie met betrekking tot het elektronische bericht in de database in koppeling met de registratieaccount; waarbij een tijdstip van ontvangen wordt vastgelegd en dit tijdstip in de database in koppeling met de registratieaccount wordt opgeslagen.

Op voordelige wijze bereikt de werkwijze volgens de uitvinding dat een registratie 10 van een verstuurd elektronisch bericht plaatsvindt. Daarbij verschaft de registratie een identificatiewaarde die eenduidig en uniek geassocieerd is met de inhoud van het bericht. Deze identificatiewaarde van het verstuurde bericht kan worden vergeleken met een later berekende identificatiewaarde van het ontvangen bericht, om vast te stellen of de berichten overeenstemmen.

15 Voorts voorziet de uitvinding een communicatiesysteem voor het registreren van een elektronisch bericht omvattende: - een eerste terminal; - een centrale server welke communicatief met de eerste terminal is verbonden, waarbij de centrale server een verwerkingseenheid en een database omvat; 20 waarbij het communicatiesysteem verder is ingericht voor het uitvoeren van de werkwijze zoals hierboven beschreven is.

Tevens voorziet de uitvinding voor het registreren van een elektronisch bericht omvattende een computer voorzien van een centrale verwerkingseenheid en geheugen, waarbij het geheugen gekoppeld is aan de verwerkingseenheid; 25 waarbij de centrale server via een communicatienetwerk communicatief met een eerste terminal is verbonden, de centrale server een verwerkingseenheid en een database omvat, en de centrale server is ingericht voor het uit voeren van: het ontvangen van een elektronisch bericht afkomstig van de eerste terminal, waarbij het elektronisch bericht is voorzien van een eerste unieke terminalcode, welke 30 correspondeert met een in de database opgeslagen registratieaccount behorende bij de eerste terminal; wanneer de eerste unieke terminalcode aanwezig is in het elektronisch bericht: het op basis van een inhoud van het elektronisch bericht van de eerste terminal 3 bepalen van geselecteerde informatie die eenduidig en uniek geassocieerd is met de inhoud van het elektronisch bericht, opslaan van geselecteerde informatie met betrekking tot het elektronische bericht in de database in koppeling met de registratieaccount; 5 waarbij een tijdstip van ontvangen wordt vastgelegd en dit tijdstip in de database in koppeling met de registratieaccount wordt opgeslagen.

Ook voorziet de uitvinding een computer leesbaar medium welke door een computer uitvoerbare code omvat, die, wanneer deze geladen wordt op een computersysteem welke is omvat door de centrale server, de centrale server in staat stelt om de werkwijze 10 volgens de uitvinding uit te voeren.

Verdere uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding worden beschreven in de volgconclusies.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van enkele tekeningen, waarin uitvoeringsvoorbeelden daarvan zijn weergegeven. De tekeningen 15 zijn uitsluitend bedoeld als illustratie van de doeleinden van de uitvinding en niet ter beperking van de uitvindingsgedachte, die wordt gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies.

Daarbij tonen: figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van een communicatiesysteem voor toepassing van 20 de uitvinding; figuur 2 schematisch een computersysteem voor het uitvoeren van een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding figuur 3 een stroomschema voor een werkwijze voor een centrale server in een communicatiesysteem volgens de uitvinding; 25 figuur 4 een stroomschema voor een werkwijze voor een terminal in een communicatiesysteem volgens de uitvinding; figuur 5 een tweede uitvoeringsvorm van een communicatiesysteem voor toepassing van de uitvinding, en figuur 6 een derde uitvoeringsvorm van een communicatiesysteem voor toepassing van 30 de uitvinding.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een communicatiesysteem voor toepassing van de uitvinding.

4

Een communicatiesysteem 1 voor toepassing van de uitvinding omvat in een communicatienetwerk NW, een eerste terminal Tl, een tweede terminal T2 en een centrale server RS.

Het communicatienetwerk NW kan een groot aantal onderling verbonden netwerken 5 omvatten, zoals bijvoorbeeld het Public Switched Telephone Network (PSTN), of een willekeurig ander netwerk dat geschikt is voor datacommunicatie. Bijvoorbeeld kunnen zulke onderling verbonden netwerken een Local Area Network (LAN) zijn, of een Wide Area Network (WAN). Aan het communicatienetwerk NW kunnen een veelheid andere terminals (niet getoond) verbonden zijn voor onderlinge communicatie volgens 10 de onderhavige uitvinding tussen telkens twee van deze andere terminals.

Het communicatienetwerk NW is ingericht voor het verbinden van de eerste terminal en de tweede terminal voor het communiceren door middel van elektronische berichten.

Elektronische berichten omvatten in samenhang met een gebruikte dienst, zonder 15 daartoe te zijn beperkt, e-mail berichten, messaging service berichten zoals SMS (short message service) en MMS (multimedia messaging service) berichten, multimediale berichten, peer-to-pcer berichten, alsmede VOIP (voice over 1P) berichten.

De eerste en tweede terminals T1, T2 zijn ingericht voor het verzenden en het ontvangen van elektronische berichten via het communicatienetwerk NW. Dergelijke 20 terminals omvatten zonder daartoe te zijn beperkt, (mobiele) telefoons, computers, en elektronische assistenten (PDA: personal digital assistent) of apparaten met geschikte functionaliteit zoals set-top boxen.

De centrale server RS omvat een computersysteem dat geschikt is voor het ontvangen en verzenden van elektronische berichten van en naar terminals. In een 25 geheugen van de centrale server RS bevindt zich een database DB welke een rcgistratieaccount behorende bij de eerste terminal omvat. Deze registratieaccount zal hieronder nog nader worden toegelicht.

Een uitvoeringsvorm van een centrale server RS wordt nu toegelicht aan de hand van figuur 2.

30 Figuur 2 toont schematisch een uitvoeringsvorm van de centrale server.

De centrale server RS omvat een centrale verwerkingseenheid 21 met randapparatuur. De centrale verwerkingseenheid 21 is verbonden met geheugen 18, 19, 22, 23, 24 dat instructies en gegevens opslaan. Verder kan de centrale server RS

5 voorzien zijn van: één of meer inleeseenheden 30 (om bijvoorbeeld floppy disks, CDROMs, DVDs, draagbare niet-vluchtige geheugens etc. te lezen), een toetsenbord 26, en een muis 27 als invoerapparaten, en als uitvoerapparaten, een beeldscherm 28 en een printer 29. Zowel andere invoereenheden, zoals een trackball, een barcodelezer, een 5 scanner en een aanraakscherm, als ook andere uitvoerapparaten kunnen voorzien zijn.

Voorts is de centrale verwerkingseenheid 21 voorzien van een netwerkadapter 32 voor datacommunicatie met een netwerk 33. De netwerkadapter 32 is verbonden met het netwerk 33. Het netwerk is een willekeurig netwerk dat geschikt is voor datacommunicatie, bijvoorbeeld het communicatienetwerk NW.

10 Aan het netwerk 33 kunnen andere computersystemen en/of terminals verbonden zijn, die via die verbinding 32 kunnen communiceren met de computer van centrale server RS.

Het in figuur 2 getoonde geheugen omvat er één of meer geselecteerd uit RAM 22, (E)EPROM 23, ROM 24, tape eenheid 19, en harde schijf 18. Echter, er kunnen meer 15 en/of andere geheugeneenheden voorzien zijn, zoals voor een deskundige op het vakgebied duidelijk zal zijn. Bovendien, als dat nodig is, kunnen één of meer van de geheugenmiddelen op afstand van de centrale verwerkingseenheid 21 zijn geplaatst.

De centrale verwerkingseenheid 21 wordt getoond als een enkele eenheid, maar kan ook verscheidene ondergeschikte verwerkingseenheden omvatten die parallel werken, 20 of bestuurd worden door één centrale eenheid. Deze ondergeschikte verwerkingseenheden kunnen op afstand van elkaar geplaatst zijn, zoals bekend zal zijn aan deskundigen op dit vakgebied.

De centrale server RS omvat functionaliteit in hardware en/of software om de hieronder toegelichte werkwijze in overeenstemming met de onderhavige uitvinding te 25 kunnen uitvoeren. De centrale server RS is ingericht, dan wel bedrijfbaar, om berekeningen te kunnen uitvoeren in overeenstemming met de werkwijze volgens de uitvinding in de vorm van computerprogrammatuur. Dergelijke computerprogrammatuur die zich bevindt in/op een computer-leesbaar medium, stelt, na vanuit het computer-leesbaar medium te zijn geladen in het geheugen van de centrale server, 30 de centrale server in staat om de werkwijze voor het registreren van elektronische communicatie uit te voeren.

6

In figuur 1 wordt de situatie getoond dat een eerste terminal Tl een elektronisch bericht M verstuurd naar een tweede terminal T2 via een eerste verbinding LI voor het verzenden van het elektronisch bericht M. Tweede terminal T2 ontvangt het bericht M.

Eerste terminal Tl verstuurt het elektronisch bericht M tevens naar centrale server 5 RS via een tweede verbinding L2.

De centrale server RS ontvangt het bericht M van de eerste terminal Tl en voert de volgende acties uit: - het doorzoeken van het bericht M van eerste terminal Tl op een eerste unieke terminalcode, welke correspondeert met een in de database opgeslagen 10 registratieaccount behorende bij de eerste terminal; wanneer de eerste unieke terminalcode aanwezig is in het bericht M: - het op basis van een inhoud van het bericht M van de eerste terminal T1 bepalen van geselecteerde informatie die eenduidig en uniek geassocieerd is met de inhoud van het bericht M, en het opslaan van de geselecteerde informatie in de database in koppeling 15 met de registratieaccount voor de eerste terminal Tl, waarbij een tijdstip van ontvangen wordt vastgelegd en dit tijdstip in de database in koppeling met de registratieaccount wordt opgeslagen.

Op deze wijze wordt bereikt dat een registratie van het elektronisch bericht M plaatsvindt, waarbij de geselecteerde informatie een identificatie van het elektronisch 20 bericht eenduidig vastlegt.

De geselecteerde informatie van de inhoud van het elektronisch bericht M is geassocieerd met ten minste het inhoudelijk relevante deel van het elektronisch bericht, dat wil zeggen een berichtkem die door een gebruiker van de eerste terminal Tl als bericht is ingevoerd.

25 In een uitvoeringsvorm is het mogelijk dat aanvullende informatie in het elektronisch bericht zoals adresinformatie die betrekking heeft op de geadresseerde (dwz. de tweede terminal T2) in beschouwing wordt genomen voor het bepalen van de geselecteerde informatie.

Een voorkeursvorm van geselecteerde informatie van het elektronisch bericht is een 30 hash code die door de centrale verwerkingseenheid 21 berekend wordt voor de inhoud van het elektronisch bericht M. Zou de inhoud van het elektronisch bericht M na de registratie veranderd worden, zal de waarde van de hash code niet meer overeenkomen met de inhoud van het bericht M.

7

Een verder voorbeeld van geselecteerde informatie van het elektronisch bericht is een checksum die door de centrale verwerkingseenheid 21 berekend is voor de inhoud van het elektronisch bericht M. Andere codes zijn denkbaar en zullen op zichzelf bekend zijn aan de vakman.

5 In een uitvoeringsvorm voert de centrale server aanvullend een actie uit van het: - vormen van een bevestigingsrecord, waarbij het bevestigingsrecord het tijdstip van ontvangen van het elektronische bericht M omvat; - opslaan van informatie met betrekking tot het bevestigingsrecord in de database in koppeling met de registratieaccount, en 10 - het zenden via een derde verbinding L3 van een kopie van het bevestigingsrecord naar de eerste terminal T1.

Op deze wijze verkrijgt de gebruiker van de eerste terminal Tl een bevestiging van het versturen van het bericht. In een verdere uitvoeringsvorm omvat het bevestigingsrecord een kopie van de geselecteerde informatie.

15 In een verdere uitvoeringsvorm voert de centrale server RS een verdere actie uit van het zenden via een vierde verbinding L4 van een kopie van het bevestigingsrecord naar de tweede terminal T2. Op deze wijze is ook de gebruiker van de tweede terminal bekend met de registratie van het elektronisch bericht M.

De centrale server RS maakt gebruik van een registratieaccount voor de gebruiker 20 van de eerste terminal Tl om relevante informatie met betrekking tot de registratie van het elektronisch bericht M te kunnen vastleggen in de database betreffende één of meer berichten verstuurd vanaf de eerste terminal Tl. De werkwijze waarop de gebruiker een registratieaccount kan verkrijgen, omvat, voorafgaand aan het ontvangen van het elektronisch bericht: 25 - via een interface instellen van een registratieaccount, waarbij de registratieaccount is geassocieerd met de eerste terminal; toewijzen van een eerste unieke terminalcode aan de registratieaccount; zenden van de eerste unieke terminalcode naar de eerste terminal; opslaan van de eerste unieke terminalcode in koppeling met de registratieaccount 30 in de database.

Voorbeelden van informatie die per elektronisch bericht M in het registratieaccount in de database kan worden vastgelegd, zijn: netwerkadres van de eerste terminal Tl, netwerkadres van geadresseerde (tweede 8 terminal T2), adres van de eerste terminal Tl binnen de gebruikte dienst (zoals e-mail adres), adres van de geadresseerde binnen de gebruikte dienst, onderwerp van bericht, ontvangsttijdstip, retouradres van de eerste terminal Tl binnen de gebruikte dienst, de bepaalde geselecteerde informatie zoals de hash code, omvang van het elektronisch 5 bericht (bijvoorbeeld bestandsgrootte), naam van een bijgevoegd bestand, en omvang van het bij gevoegde bestand.

Een netwerkadres kan een IP (Internet Protocol) adres zijn, maar afhankelijk van het netwerkplatform van de gebruikte dienst zijn ook andere netwerkadresvormen denkbaar.

10 Figuur 3 toont een stroomschema 100 voor een werkwijze voor een centrale server in een communicatiesysteem volgens de uitvinding.

In een eerste actie 101 begint de centrale verwerkingseenheid 21 de uitvoering van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. Er kan in deze stap een initialisatie worden uitgevoerd.

15 Dan, in een actie 102 ontvangt de centrale server RS het bericht M van de eerste terminal Tl.

In actie 103 daarna voert de centrale verwerkingseenheid 21 de actie uit van het doorzoeken van het bericht M van eerste terminal Tl op een eerste unieke terminalcode, welke correspondeert met een in de database opgeslagen 20 registratieaccount behorende bij de eerste terminal.

In actie 104 bepaalt de centrale verwerkingseenheid 21 indien de eerste unieke terminalcode aanwezig is, op basis van een inhoud van het bericht M van de eerste terminal Tl de geselecteerde informatie die eenduidig en uniek geassocieerd is met de inhoud van het bericht M.

25 In een volgende actie 105 voert de centrale verwerkingseenheid 21 de stap uit van het opslaan van de geselecteerde informatie in de database in koppeling met de registratieaccount voor de eerste terminal Tl, waarbij een tijdstip van ontvangen wordt vastgelegd en dit tijdstip in de database in koppeling met de registratieaccount wordt op ges lagen.

30 Hierna wordt in actie 106 de werkwijze afgesloten.

Figuur 4 toont een stroomschema 200 voor een werkwijze voor een terminal in een communicatiesysteem volgens de uitvinding.

9

In een eerste actie 201 begint de eerste terminal Tl de uitvoering van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. Er kan in deze stap een initialisatie worden uitgevoerd.

In een actie 202 daarna, voert de terminal Tl een voorbereiding uit voor het 5 versturen van een elektronisch bericht M naar de tweede terminal T2. In deze stap wordt met behulp van een geschikt programma zoals bijvoorbeeld een e-mail cliënt programma of een messaging service programma, een elektronisch bericht M samengesteld. Aan het bericht wordt een eerste adres van de tweede terminal T2 binnen de gebruikte dienst toegevoegd.

10 In een vervolgstap 203, wanneer het bericht M is voltooid, wordt aan het bericht M de eerste unieke terminalcode toegevoegd die gerelateerd is aan het registratieaccount van de eerste terminal Tl. Daarnaast wordt nog een tweede adres toegevoegd dat het adres binnen de gebruikte dienst is van de centrale server RS voor het registreren van elektronische berichten.

15 In een actie 204 daarna, verstuurt de eerste terminal Tl het elektronisch bericht M

via de eerste verbinding LI voor het verzenden van het elektronisch bericht M naar het eerste adres dat behoort bij de tweede terminal T2 en via de tweede verbinding L2 naar het tweede adres dat behoort bij de centrale server RS.

In actie 205 eindigt de werkwijze voor de eerste terminal Tl.

20 Er wordt opgemerkt dat het toevoegen van het tweede adres dat behoort bij de centrale server RS op verschillende wijze kan plaatsvinden. Het programma dat gebruikt wordt voor het samenstellen van het bericht, kan de mogelijkheid hebben om het tweede adres automatisch toe te voegen. Ook kan een aanvullend programma in de eerste terminal Tl in de vorm van een plug-in programma of een resident programma 25 bij het versturen van het elektronisch bericht het tweede adres van de centrale server RS toevoegen.

Figuur 5 toont een tweede uitvoeringsvorm van een communicatiesysteem voor toepassing van de uitvinding.

In figuur 5 verwijzen dezelfde verwijzingscijfers als gebruikt in de voorgaande 30 figuren naar overeenkomstige onderdelen in die figuren.

In figuur 5 wordt de situatie getoond waarin de eerste terminal Tl een elektronisch bericht M naar de tweede terminal T2 stuurt via een tussenstation TS.

10

Een dergelijk tussenstation TS kan een berichtenserver zijn waarlangs berichtenverkeer wordt geleid voor de door de eerste terminal Tl gebruikte dienst. In dit geval omvat de eerste verbinding een eerste traject Lla als verbinding tussen de eerste terminal Tl en het tussenstation TS, en een tweede traject Llb tussen het 5 tussenstation TS en de tweede terminal T2.

Het tussenstation TS kan ook een relaisstation zijn dat berichten die door de eerste terminal verstuurd worden door middel van een eerste dienst, omzet naar een tweede dienst die gebruikt wordt door de tweede terminal.

Figuur 6 toont een derde uitvoeringsvorm van een communicatiesysteem voor 10 toepassing van de uitvinding.

In figuur 6 verwijzen dezelfde verwijzingscijfers als gebruikt in de voorgaande figuren naar overeenkomstige onderdelen in die figuren.

In figuur 6 wordt de situatie getoond waarin de centrale server RS naast de bovengeschetste taak voor het registreren van elektronische communicatie in een 15 communicatiesysteem, eveneens de taak heeft van een berichtenserver waarlangs berichtenverkeer wordt geleid voor de door de eerste terminal Tl gebruikte dienst.

Op voordelige wijze kan het registreren dan plaatsvinden gelijktijdig met het afhandelen van het berichtenverkeer.

In deze uitvoeringsvorm omvat de werkwijze, na het ontvangen van het elektronisch 20 bericht M via een eerste deel verbinding L1 a voor het verzenden van het elektronisch bericht M, waarbij het elektronisch bericht M afkomstig is van de eerste terminal Tl en gericht is aan de tweede terminal T2: toewijzen van een eerste unieke communicatiecode aan het elektronisch bericht, waarbij de eerste unieke communicatiecode representatief is voor het elektronisch 25 bericht; opnieuw zenden van het elektronisch bericht aan de tweede terminal T2 via een tweede deelverbinding Llb voor het verzenden van het elektronisch bericht M, waarbij het elektronisch bericht is voorzien van een tweede unieke terminalcode welke correspondeert met een in de database opgeslagen verificatieaccount behorende bij de 30 eerste terminal; vastleggen van een tijdstip van opnieuw zenden van het elektronisch bericht; opslaan van het vastgelegde tijdstip en de eerste unieke communicatiecode in de database in koppeling met de verificatieaccount.

11

Op deze wijze is het mogelijk om de ontvangst van het elektronisch bericht bij de tweede terminal T2 te verifiëren.

Voorts omvat de werkwijze in een uitvoeringsvorm: vormen van een verder bevestigingsrecord, waarbij het verdere 5 bevestigingsrecord het tijdstip van opnieuw zenden van het elektronisch bericht omvat; opslaan van informatie met betrekking tot het verdere bevestigingsrecord in de database in koppeling met de verificatieaccount.

Daarnaast omvat in een verdere uitvoeringsvorm de werkwijze voor de centrale server RS het ontvangen van een ontvangstbevestiging afkomstig van de tweede 10 terminal, waarbij de ontvangstbevestiging is voorzien van de tweede unieke terminalcode en de tweede unieke communicatiecode, waarbij de tweede unieke communicatiecode representatief is voor het door de tweede terminal ontvangen elektronisch bericht afkomstig van de centrale server. Op deze wijze wordt informatie die gekoppeld is aan de ontvangst van het elektronisch bericht door de tweede terminal 15 T2 als ontvangst bevestiging verkregen.

Vervolgens voert de centrale server de actie uit van het opslaan van informatie met betrekking tot de bevestiging van ontvangst en de tweede unieke communicatiecode in de database in koppeling met de verificatieaccount welke behoort bij de tweede unieke terminalcode.

20 De ontvangstbevestiging door de tweede terminal T2 wordt geregistreerd door de centrale server.

Ter verificatie van het feit dat het elektronisch bericht dat verstuurd is door de eerste terminal Tl daadwerkelijk is ontvangen, voert de centrale server RS de actie uit van het vergelijken van de eerste unieke communicatiecode en de tweede unieke 25 communicatiecode.

Indien de eerste unieke communicatiecode en de tweede unieke communicatiecode gelijk zijn aan elkaar, voert de centrale server de actie uit van het zenden van een eerste type bericht via een elektronische communicatie naar de eerste terminal, waarbij het eerste bericht een aanduiding omvat dat het elektronisch bericht zoals ontvangen door 30 de tweede terminal T2 overeenstemt met het elektronisch bericht zoals verstuurd door de eerste terminal Tl.

Indien de eerste unieke communicatiecode en de tweede unieke communicatiecode ongelijk zijn aan elkaar, voert de centrale server de actie uit van het zenden van een 12 tweede type bericht via een elektronische communicatie naar de eerste terminal, waarbij het tweede bericht een aanduiding omvat dat het elektronisch bericht zoals ontvangen door de tweede terminal T2 niet overeenstemt met het elektronisch bericht zoals verstuurd door de eerste terminal Tl, 5 Wanneer de centrale server RS erop is ingericht om voor elk bericht in het berichtenverkeer de werkwijze voor het registreren van elektronische communicatie uit te voeren, is het mogelijk om in de eerste terminal Tl het toevoegen van het tweede adres dat het adres binnen de gebruikte dienst is van de centrale server RS voor het registreren van elektronische berichten, achterwege te laten.

10 Alternatieve en equivalente uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn denkbaar binnen de uitvindingsgedachte, zoals aan de deskundige op het vakgebied duidelijk zal zijn. De uitvindingsgedachte wordt slechts beperkt door de bijgevoegde conclusies.

Claims (17)

1. Werkwijze voor het registreren van een elektronisch bericht in een communicatiesysteem omvattende: 5. een eerste terminal (Tl); een centrale server (RS) welke communicatief met de eerste terminal is verbonden, waarbij de centrale server een verwerkingseenheid (21) en een database (DB) in een geheugen (18, 19,22, 23, 24) omvat; waarbij de werkwijze, welke wordt uitgevoerd door de centrale server, omvat: 10. ontvangen van een elektronisch bericht (M) afkomstig van de eerste terminal, waarbij het elektronisch bericht is voorzien van een eerste unieke terminalcode, welke correspondeert met een in de database opgeslagen registratieaccount behorende bij de eerste terminal; wanneer de eerste unieke terminalcode aanwezig is in het elektronisch bericht: 15 · het op basis van een inhoud van het elektronisch bericht van de eerste terminal bepalen van geselecteerde informatie die eenduidig en uniek geassocieerd is met de inhoud van het elektronisch bericht, • het opslaan van geselecteerde informatie met betrekking tot het elektronische bericht in de database in koppeling met de registratieaccount; 20 waarbij een tijdstip van ontvangen wordt vastgelegd en dit tijdstip in de database in koppeling met de registratieaccount wordt opgeslagen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de werkwijze verder omvat: - vormen van een bevestigingsrecord, waarbij het bevestigingsrecord het tijdstip 25 van ontvangen van het elektronisch bericht omvat; opslaan van informatie met betrekking tot het bevestigingsrecord in de database in koppeling met de registratieaccount; - zenden van een kopie van het bevestigingsrecord naar de eerste terminal.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij in het communicatiesysteem de centrale server via een interface met de eerste terminal communicatief is verbonden, en de werkwijze, vóór het ontvangen van het elektronisch bericht, verder omvat: via de interface instellen van een registratieaccount, waarbij de registratieaccount is geassocieerd met de eerste terminal; - toewijzen van een eerste unieke terminalcode aan de registratieaccount; - zenden van de eerste unieke terminalcode naar de eerste terminal; 5. opslaan van de eerste unieke terminalcode in koppeling met de registratieaccount in de database.

4. Werkwijze volgens cén van conclusies 1-3, waarbij het communicatiesysteem verder een tweede terminal (T2) omvat, welke communicatief is verbonden met de 10 eerste terminal (Tl) en de centrale server (RS), waarbij de tweede terminal is ingericht voor het ontvangen van het elektronisch bericht afkomstig van de eerste terminal, waarbij de werkwijze, na het ontvangen van het elektronisch bericht, welke afkomstig is van de eerste terminal en gericht is aan de tweede terminal, verder omvat: toewijzen van een eerste unieke communicatiecode aan het elektronisch 15 bericht, waarbij de eerste unieke communicatiecode representatief is voor het elektronisch bericht; opnieuw zenden van het elektronisch bericht aan de tweede terminal, waarbij het elektronisch bericht is voorzien van een tweede unieke terminalcode welke correspondeert met een in de database opgeslagen verificatieaccount behorende 20 bij de eerste terminal; - vastleggen van een tijdstip van opnieuw zenden van het elektronisch bericht; - opslaan van het vastgelegde tijdstip en de eerste unieke communicatiecode in de database in koppeling met de verificatieaccount.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de werkwijze verder omvat vormen van een verder bevestigingsrecord, waarbij het verdere bevestigingsrecord het tijdstip van opnieuw zenden van het elektronisch bericht omvat; - opslaan van informatie met betrekking tot het verdere bevestigingsrecord in de 30 database in koppeling met de verificatieaccount.

6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, waarbij de werkwijze verder omvat: ontvangen van een bevestiging van ontvangst afkomstig van de tweede terminal, waarbij de bevestiging van ontvangst is voorzien van de tweede unieke terminalcode en een tweede unieke communicatiecode, waarbij de tweede unieke communicatiecode representatief is voor de door de tweede 5 terminal ontvangen elektronisch bericht afkomstig van de centrale server; opslaan van informatie met betrekking tot de bevestiging van ontvangst en de tweede unieke communicatiecode in de database in koppeling met de verifïcatieaccount welke behoort bij de tweede unieke terminalcode.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de werkwijze verder omvat vergelijken van de eerste unieke communicatiecode en de tweede unieke communicatiecode en: indien deze gelijk zijn aan elkaar, zenden van een eerste type bericht via een elektronische communicatie naar de eerste terminal; - indien deze ongelijk zijn aan elkaar, zenden van een tweede type bericht via een 15 elektronische communicatie naar de eerste terminal.

8. Werkwijze volgens één van conclusies 4 tot en met 7, waarbij in het communicatiesysteem de centrale server met de eerste terminal communicatief is verbonden, en de werkwijze, vóór het ontvangen van het elektronisch bericht, verder 20 omvat - via de interface instellen van een verifïcatieaccount, waarbij de verifïcatieaccount is geassocieerd met de eerste terminal; - toewijzen van een tweede unieke terminalcode aan de verifïcatieaccount; - opslaan van de tweede unieke terminalcode in koppeling met de 25 verifïcatieaccount in de database.

9. Communicatiesysteem voor het registreren van een elektronisch bericht (M) omvattende: - een eerste terminal (Tl); 30. een centrale server (RS) welke communicatief met de eerste terminal is verbonden, waarbij de centrale server een verwerkingseenheid (21) en een database (DB) in een geheugen (18, 19, 22,23,24) omvat; waarbij het communicatiesysteem verder is ingericht voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één van conclusies 1-3.

10. Communicatiesysteem voor het registreren van een elektronisch bericht 5 volgens conclusie 9, verder omvattende: - een tweede terminal (T2); waarbij de centrale server (RS) communicatief met de tweede terminal is verbonden waarbij het communicatiesysteem verder is ingericht voor het uitvoercn van de werkwijze volgens één van conclusies 4-8. 10

11. Communicatiesysteem voor het registreren van een elektronisch bericht volgens conclusie 10, waarbij de tweede terminal (T2) communicatief met de eerste terminal (Tl) is verbonden.

12. Communicatiesysteem volgens één van de conclusies 9-11, waarbij ten minste één van de eerste terminal en tweede terminal een op afstand gelegen inrichting is.

13. Communicatiesysteem volgens één van de conclusies 9-12, waarbij de communicatieve verbinding tussen de eerste terminal en centrale server wordt 20 verkregen door een verbinding die is geselecteerd uit een groep verbindingen die bestaat uit internetverbinding en intranetverbinding.

14. Communicatiesysteem volgens één van conclusies 9-13, waarbij de database ten minste één database omvat uit een groep databases bestaande uit email-database, SMS- 25 database, MMS-database, VOIP-database en multimedia-content database.

15. Communicatiesysteem volgens één van conclusies 9 - 14, waarbij de registratieaccount van de eerste terminal ten minste één van de gegevens omvat uit de groep van gegevens bestaande uit naam zender, email zender, SMS-adres, MMS-adres,

30 Voice-over-IP-adres, Multimedia content adres, email delivery service, SMS delivery service, MMS delivery service, VOIP delivety service en multimedia content delivery service.

16. Centrale server (RS) voor het registreren van een elektronisch bericht (M) omvattende een computer voorzien van een centrale verwerkingseenheid (21) en geheugen (18, 19, 22,23,24), waarbij het geheugen gekoppeld is aan de verwerkingseenheid; 5 waarbij de centrale server via een communicatienetwerk communicatief met een eerste terminal (Tl) is verbonden, de centrale server een verwerkingseenheid (21) en een database (DB) in een geheugen (18,19,22,23,24) omvat, en de centrale server is ingericht voor het uitvoeren van: het ontvangen van een elektronisch bericht (M) afkomstig van de eerste terminal, 10 waarbij het elektronisch bericht is voorzien van een eerste unieke terminalcode, welke correspondeert met een in de database opgeslagen registratieaccount behorende bij de eerste terminal; wanneer de eerste unieke terminalcode aanwezig is in het elektronisch bericht: het op basis van een inhoud van het elektronisch bericht van de eerste terminal 15 bepalen van geselecteerde informatie die eenduidig en uniek geassocieerd is met de inhoud van het elektronisch bericht, opslaan van geselecteerde informatie met betrekking tot het elektronische bericht in de database in koppeling met de registratieaccount; waarbij een tijdstip van ontvangen wordt vastgelegd en dit tijdstip in de database in 20 koppeling met de registratieaccount wordt opgeslagen.

17. Computer leesbaar medium welke door een computer uitvoerbare code omvat, die, wanneer deze geladen wordt op een computersysteem welke is omvat door de centrale server (RS), de centrale server in staat stelt om de werkwijze volgens één van 25 conclusies 1 - 8 uit te voeren