NL2001047C2 - Liquid i.e. liquor container cooling method, involves providing cartridge containing carbon-dioxide gas stored in liquid form, and transporting gas from cartridge to area of container containing liquor - Google Patents

Liquid i.e. liquor container cooling method, involves providing cartridge containing carbon-dioxide gas stored in liquid form, and transporting gas from cartridge to area of container containing liquor Download PDF

Info

Publication number
NL2001047C2
NL2001047C2 NL2001047A NL2001047A NL2001047C2 NL 2001047 C2 NL2001047 C2 NL 2001047C2 NL 2001047 A NL2001047 A NL 2001047A NL 2001047 A NL2001047 A NL 2001047A NL 2001047 C2 NL2001047 C2 NL 2001047C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cartridge
container
gas
liquid
dispensing
Prior art date
Application number
NL2001047A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Wolter Wolthers
Original Assignee
Heineken Supply Chain Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Heineken Supply Chain Bv filed Critical Heineken Supply Chain Bv
Priority to NL2001047A priority Critical patent/NL2001047C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001047C2 publication Critical patent/NL2001047C2/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F25REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
    • F25DREFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F25D31/00Other cooling or freezing apparatus
    • F25D31/006Other cooling or freezing apparatus specially adapted for cooling receptacles, e.g. tanks
    • F25D31/007Bottles or cans
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F25REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
    • F25DREFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F25D3/00Devices using other cold materials; Devices using cold-storage bodies
    • F25D3/10Devices using other cold materials; Devices using cold-storage bodies using liquefied gases, e.g. liquid air
    • F25D3/107Devices using other cold materials; Devices using cold-storage bodies using liquefied gases, e.g. liquid air portable, i.e. adapted to be carried personally
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F25REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
    • F25DREFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F25D2331/00Details or arrangements of other cooling or freezing apparatus not provided for in other groups of this subclass
    • F25D2331/80Type of cooled receptacles
    • F25D2331/805Cans

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)

Abstract

The method involves providing a cartridge (5) containing carbon-dioxide gas stored in liquid form, where the gas is stored in the cartridge at a pressure above 5.2 bar, and transporting the gas from the cartridge to an area of a container (1) containing liquor. The delivery of the gas from the cartridge is initiated independently of the opening of a delivery opening for the liquid from the container. An independent claim is also included for a container containing a liquid.

Description

P79355NL00P79355NL00

Titel: Werkwijze voor het koelen van vloeistof en een vloeistofcontainer voor koelen en afgeven van vloeistof zoals drank.Title: Method for cooling liquid and a liquid container for cooling and dispensing liquid such as beverage.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor koelen van een vloeistof. De uitvinding heeft bovendien betrekking op een vloeistofcontainer voor het koelen en afgeven van een vloeistof, in het bijzonder drank.The invention relates to a method for cooling a liquid. The invention furthermore relates to a liquid container for cooling and dispensing a liquid, in particular beverage.

5 Voor het koelen van drank kan gebruik worden gemaakt van gas dat van uit een patroon waarin het onder druk in vloeibare vorm is opgeslagen wordt afgevoerd naar de atmosfeer, zodanig dat een drukval optreedt. Het gas zal vanuit de vloeibare fase overgaan naar de gasfase en daarbij warmte onttrekken aan de omgeving. Door een te koelen vloeistof 10 om de patroon aan te brengen zal aan de vloeistof warmte worden onttrokken, waardoor deze wordt gekoeld.For cooling beverage use can be made of gas which is discharged from a cartridge in which it is stored under pressure in liquid form to the atmosphere, such that a pressure drop occurs. The gas will transfer from the liquid phase to the gas phase and thereby extract heat from the environment. By applying a liquid 10 to be cooled around the cartridge, heat will be extracted from the liquid, whereby it is cooled.

Een voorbeeld van een vloeistofcontainer waarbij van dit principe gebruik wordt gemaakt is een zelf koelend drankblikje zoals bijvoorbeeld beschreven in US6581401. Daarin is een patroon gevuld met een koelgas 15 voorzien in een binnen volume van een drankblikje. De patroon is voorzien van een gasuitlaat die is aangebracht in de bodem van het drankblikje. Door het openen van een afgifteopening van het drankblikje wordt, als gevolg van een drukverandering in het drankblikje, een afgifteopening van de patroon geopend en kan gas naar de omgeving wegstromen. Daardoor zal de 20 temperatuur van de buitenzijde van de patroon lager worden en de drank in het drankblikje koelen.An example of a liquid container using this principle is a self-cooling beverage can as described, for example, in US6581401. Therein, a cartridge filled with a cooling gas 15 is provided in an inner volume of a beverage can. The cartridge is provided with a gas outlet which is arranged in the bottom of the beverage can. By opening a dispensing opening of the beverage can, as a result of a pressure change in the beverage can, a dispensing opening of the cartridge is opened and gas can flow away to the environment. As a result, the temperature of the outside of the cartridge will become lower and the beverage in the beverage can cool.

Nadeel van deze bekende werkwijze is dat in de patroon als gevolg van het wegstromen van gas uit de patroon ijsvorming optreedt door bevriezen of ten minste solidificatie van een deel van het gas. Daardoor 25 wordt de warmteoverdracht naar de drank gehinderd. Bovendien bestaat de kans dat stukjes van genoemd vast gas in de afgifteopening van de patroon 2 terecht komen en daaruit door de gasstroom worden gelanceerd dan wel de afgifteopening blokkeren. Daardoor wordt het koelrendement verminderd, gaat koelcapaciteit verloren en kan gevaar voor de omgeving ontstaan. Bovendien kan de afgifteopening ten minste tijdelijk worden geblokkeerd, 5 waardoor gasafgifte wordt verhinderd of ten minste een onregelmatige gasafgifte ontstaat, waardoor de koeling verder nadelig wordt beïnvloed.A disadvantage of this known method is that ice formation occurs in the cartridge as a result of gas flowing out of the cartridge due to freezing or at least solidification of a part of the gas. Thereby the heat transfer to the drink is impeded. Moreover, there is a chance that pieces of said solid gas end up in the dispensing opening of the cartridge 2 and are therefrom launched by the gas stream or block the dispensing opening. As a result, the cooling efficiency is reduced, cooling capacity is lost and a danger to the environment can arise. Moreover, the dispensing opening can be blocked at least temporarily, whereby gas dispensing is prevented or at least an irregular gas dispensing occurs, whereby the cooling is further adversely affected.

De uitvinding beoogt een werkwijze te bieden waarbij ten minste één van deze of andere nadelen wordt geadresseerd.It is an object of the invention to provide a method in which at least one of these or other disadvantages is addressed.

De uitvinding beoogt voorts een vloeistofcontainer te verschaffen 10 waarmee drank kan worden gekoeld en afgegeven, met een hoog koelrendement.A further object of the invention is to provide a liquid container with which beverage can be cooled and dispensed, with a high cooling efficiency.

Een werkwijze volgens de uitvinding kan worden gekenmerkt doordat waarbij in de af te geven vloeistof een patroon is voorzien met daarin opgeslagen gas in vloeibare vorm, welk gas vanuit de patroon naar 15 de omgeving van de container wordt afgevoerd door een restrictie, zodanig dat de toestand in de patroon boven het triple punt in het fase diagram van het betreffende gas wordt gehouden.A method according to the invention can be characterized in that in the liquid to be dispensed a cartridge is provided with gas in liquid form stored therein, which gas is discharged from the cartridge to the surroundings of the container by a restriction such that the condition is held in the cartridge above the triple point in the phase diagram of the gas in question.

Onder gas dient in deze ten minste doch niet uitsluitend te worden begrepen een stof of mengsel van stoffen, gasvormig bij een druk van één 20 atmosfeer en een temperatuur boven nul graden Celcius. Onder toestand in de patroon dient ten minste te worden begrepen de combinatie van druk en temperatuur in de binnenruimte van de patroon waarin zich het gas bevindt.In this context gas is understood to mean at least but not exclusively a substance or mixture of substances, gaseous at a pressure of one atmosphere and a temperature above zero degrees Celsius. Condition in the cartridge is to be understood to mean at least the combination of pressure and temperature in the interior of the cartridge in which the gas is located.

Door de toestand in de binnenruimte van de patroon boven het 25 triple punt in het fase diagram van het gas te houden wordt verhinderd dat zich als gevolg van bevriezing vaste delen van het gas vormen in de patroon en/of bij verlaten van de patroon. Daardoor wordt de warmteoverdracht tussen de patroon en de zich daaromheen bevindende drank verbeterd.Keeping the condition in the interior of the cartridge above the triple point in the phase diagram of the gas prevents solid parts of the gas from forming in the cartridge and / or upon leaving the cartridge due to freezing. Thereby, the heat transfer between the cartridge and the beverage surrounding it is improved.

In een tweede aspect kan de uitvinding worden gekenmerkt 30 doordat een vloeistofcontainer is voorzien met een ingesloten volume waarin 3 een gaspatroon is voorzien, in welk gaspatroon een hoeveelheid gas in vloeibare vorm is opgeslagen. Daarbij kan een equilibrium bestaan tussen de vloeibare fase en de gasfase van het gas. In het ingesloten volume is rond ten minste een gedeelte van de patroon een te koelen vloeistof voorzien, 5 waarbij de patroon is voorzien van een afgifte inrichting voor afgifte van gas uit de patroon naar een omgeving van de container. De afgifte inrichting is ingericht voor afgeven van gas uit de patroon met een debiet zodanig dat de toestand binnen de patroon gedurende lange tijd boven het triple punt van het fase diagram van het betreffende gas wordt gehouden. Bij voorkeur ten 10 minste totdat de resterende hoeveelheid gas in de container geheel gas vormig is.In a second aspect, the invention can be characterized in that a liquid container is provided with an enclosed volume in which a gas cartridge is provided, in which gas cartridge an amount of gas is stored in liquid form. An equilibrium can then exist between the liquid phase and the gas phase of the gas. In the enclosed volume a liquid to be cooled is provided around at least a portion of the cartridge, the cartridge being provided with a delivery device for delivering gas from the cartridge to an environment of the container. The dispensing device is arranged for dispensing gas from the cartridge at a flow rate such that the condition within the cartridge is kept above the triple point of the phase diagram of the gas in question for a long time. Preferably at least until the remaining amount of gas in the container is completely gas-shaped.

In een derde aspect kan een vloeistofcontainer volgens de uitvinding worden gekenmerkt doordat het afgeven van gas uit de patroon onafhankelijk van het openen of bedienen van een afgifteopening of afgifte 15 inrichting voor drank uit het binnenvolume van de drankcontainer kan plaatsvinden.In a third aspect, a liquid container according to the invention can be characterized in that the dispensing of gas from the cartridge can take place independently of opening or operating a dispensing opening or dispensing device for beverage from the inner volume of the beverage container.

Bij de hierboven beschreven bekende drankcontainer wordt afgifte van gas uit de patroon geïnitieerd door het openen van de afgifteopening voor drank. Dat betekent dat koeling van de drank pas op gang kan komen 20 wanneer de drankcontainer is geopend. Dat is nadelig voor zowel de drankkwaliteit als voor het koelrendement. Immers, voor het koelen van de drank is enige tijd nodig, gedurende welke tijd bij deze bekende inrichting contact zal bestaan tussen de drank en de omgeving. Eventueel gas zoals CO2 in de drank kan daardoor ontsnappen, waardoor de drankkwaliteit zal 25 verminderen. Bovendien kan bijvoorbeeld oxidatie van de drank optreden, kunnen vervuilingen in de drank treden en kan drank uit het binnenvolume stromen, bijvoorbeeld door schuimvorming of doordat de drankcontainer omvalt. Verder zal relatief warme lucht in de binnenruimte van de container kunnen treden, terwijl relatief koude lucht kan wegstromen, 30 waardoor het koelrendement vermindert. Een verder nadeel is dat een 4 gebruiker reeds drank uit de container kan verwijderen voordat deze is gekoeld. Scheiden in de tijd van het openen van de drankcontainer en het activeren van de patroon biedt het voordeel dat koeling kan plaatsvinden bij gesloten container.In the known beverage container described above, gas delivery from the cartridge is initiated by opening the beverage dispensing opening. This means that cooling of the drink can only start when the drink container is opened. This is disadvantageous for both the beverage quality and the cooling efficiency. After all, some time is required for cooling the drink, during which time there will be contact between the drink and the environment in this known device. Any gas such as CO2 in the drink can thereby escape, which will reduce the beverage quality. In addition, for example, oxidation of the beverage can occur, contamination can enter the beverage and beverage can flow out of the inner volume, for example by foaming or because the beverage container falls over. Furthermore, relatively warm air will be able to enter the inner space of the container, while relatively cold air can flow away, thereby reducing the cooling efficiency. A further drawback is that a user can already remove beverage from the container before it is cooled. Separating the time of opening the beverage container and activating the cartridge offers the advantage that cooling can take place with the container closed.

5 Ter verduidelijking zullen uitvoeringsvoorbeelden van een werkwijze en inrichting volgens de uitvinding nader worden beschreven aan de hand van de tekening. Daarin toont:For clarification, exemplary embodiments of a method and device according to the invention will be further described with reference to the drawing. It shows:

Fig. 1 in gedeeltelijk doorgesneden perspectivisch onderaanzicht een drankcontainer volgens de uitvinding, met weggenomen bovenzijde; 10 Fig. 2 in doorgesneden zijaanzicht een drankcontainer volgens fig. 1, gevuld en in gesloten toestand;FIG. 1 is a partially cut-away perspective bottom view of a beverage container according to the invention, with the top removed; FIG. 2 is a sectional side view of a beverage container according to FIG. 1, filled and in the closed state;

Fig. 3 in uitvergroting een gedeelte van een drankcontainer met patroon, waarin schematisch een uitvoeringsvorm is getoond van een afgifte inrichting; 15 Fig. 3A de afgifte inrichting van fig. 3, in geopende toestandFIG. 3 is an enlarged view of a portion of a beverage container with a pattern, schematically showing an embodiment of a dispensing device; FIG. 3A shows the dispensing device of FIG. 3, in the open state

Fig. 4 een fasediagram van C02 als koelgas;FIG. 4 a phase diagram of CO2 as a cooling gas;

Fig. 5 en 5A een grafiek waarin grafisch zijn weergegeven temperatuur en tijd respectievelijk tijd en druk voor het koelen van water met behulp van een werkwijze volgens de uitvinding vergeleken met een 20 werkwijze als beschreven in de stand van de techniek.FIG. 5 and 5A a graph in which temperature and time and time and pressure for cooling water using a method according to the invention are compared graphically with a method as described in the prior art.

De getoonde en beschreven uitvoeringsvormen zijn slechts ter illustratie van de uitvinding weergegeven en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd. In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In deze beschrijving zal 25 als voorbeeld van te koelen vloeistof drank worden beschreven. De vloeistof kan zich vrij in het binnenvolume van de container bevinden doch kan ook gebonden zijn aan of zijn opgenomen in bijvoorbeeld een vaste stof zoals een voedselproduct.The shown and described embodiments are only illustrative of the invention and should not be construed as being limitative in any way. In this description, the same or corresponding parts have the same or corresponding reference numerals. In this description, an example of liquid beverage to be cooled will be described. The liquid can be freely contained in the inner volume of the container, but can also be bound to or included in, for example, a solid such as a food product.

55

Onder ongeveer of woorden van gelijke strekking dient in deze te worden begrepen dat daar mee geassocieerde waarden licht kunnen afwijken, bijvoorbeeld met tenminste 10%.By approximately or similar words it should be understood that values associated with them may deviate slightly, for example by at least 10%.

In fig. 1 is in perspectivisch aanzicht een container 1 volgens de 5 uitvinding getoond, in gedeeltelijk doorgesneden aanzicht en met weggenomen deksel 2 zoals dat in fig. 2 is weergegeven. De container 1 weergegeven als drankcontainer in de vorm van een drankblikje (beverage can) zoals gebruikelijk toegepast voor het verpakken van relatief kleine hoeveelheden drank zoals bier en frisdrank, met name koolzuurhoudende 10 dranken. Dit is evenwel slechts een illustratie en dient niet beperkend te worden op gevat.Fig. 1 shows a perspective view of a container 1 according to the invention, in partly sectional view and with the lid 2 removed, as shown in Fig. 2. The container 1 shown as a beverage container in the form of a beverage can, as is customarily used for packaging relatively small quantities of beverage such as beer and soft drinks, in particular carbonated drinks. However, this is only an illustration and should not be construed as limiting.

Een container 1 omvat een buitencontainer 4, bijvoorbeeld vervaardigd uit dun metaal zoals aluminium of staal, bijvoorbeeld door diep-en/of duntrekken, persen of door samenstellen uit een gebogen wand 9 en 15 een bodem 7 die door bijvoorbeeld lijmen, lassen of felsen met de wand is verbonden. In een binnenvolume 3 van de buitencontainer 4 is een patroon 5 voorzien waarop nog nader zal worden ingegaan. De patroon 5 is met een hals 6 in de bodem 7 van de buitencontainer 4 vastgezet, bijvoorbeeld door verlijming, klemming of felstechniek. Geschikte bevestigingsmiddelen en -20 methoden zullen voor de vakman direct duidelijk zijn. De patroon 5 kan zodanig in het binnenvolume zijn opgesteld dat daaromheen tussen de wand 8 van de patroon 5 en de wand 9 van de buitencontainer 4 een in hoofdzaak cilindrische ruimte 10 is gevormd met een in hoofdzaak ringvormige doorsnede. De patroon kan in een middengebied van de container 1 zijn 25 opgesteld. Zoals getoond in fig. 2 kan in de ruimte 10 drank 11 of een andere vloeistof of vloeistof bevattend product zijn opgenomen die de patroon 5 nagenoeg geheel omgeeft en in contact is met de wand 8 van de patroon 5. Zoals in fig. 2 getoond kan het binnenvolume 3 worden afgesloten door een deksel 2 dat op bekende wijze op de wand 9 van de buitencontainer 4 wordt 30 bevestigd. In het deksel 2 is een afgifteopening 12 voorzien, bijvoorbeeld 6 voor gebruik afgesloten door een scheurlip zoals bekend van traditionele drankcontainers zoals drankblikjes.A container 1 comprises an outer container 4, for example manufactured from thin metal such as aluminum or steel, for example by deep-drawing and / or thin-drawing, pressing or by assembling from a curved wall 9 and a bottom 7 which, for example, by gluing, welding or seaming with the wall is connected. A cartridge 5 is provided in an inner volume 3 of the outer container 4, which will be discussed in more detail below. The cartridge 5 is fixed with a neck 6 in the bottom 7 of the outer container 4, for example by gluing, clamping or seaming technique. Suitable fasteners and methods will be immediately clear to the skilled person. The cartridge 5 can be arranged in the inner volume such that a substantially cylindrical space 10 with a substantially annular cross-section is formed between the wall 8 of the cartridge 5 and the wall 9 of the outer container 4. The cartridge can be arranged in a central area of the container 1. As shown in Fig. 2, the space 10 may contain beverage 11 or another liquid-containing product which surrounds the cartridge 5 substantially completely and is in contact with the wall 8 of the cartridge 5. As shown in Fig. 2 the inner volume 3 is closed off by a cover 2 which is mounted in known manner on the wall 9 of the outer container 4. Provided in the lid 2 is a dispensing opening 12, for example 6 closed for use by a tear lip as known from traditional beverage containers such as beverage cans.

Afgezien van de patroon 5 en daarmee geassocieerde onderdelen kan een container in de getoonde uitvoeringsvorm op traditionele wijze zijn 5 gevormd en opgebouwd, bijvoorbeeld uit voor drankblikjes bekende materialen en met bijpassende volumina en technieken.Apart from the cartridge 5 and associated parts, a container in the embodiment shown can be formed and built up in the traditional manner, for example from materials known for beverage cans and with matching volumes and techniques.

De patroon 5 is gevuld met een gas zoals CO2 dat zodanig onder druk is gebracht dat het in hoofdzaak vloeibaar is. In hoofdzaak dient in deze te worden begrepen als dat er een relatief kleine head space 13 kan zijn 10 of kan ontstaan boven een vloeistof niveau V in de patroon 5 waarin zich gasvormig gas kan bevinden, met name wanneer een relatief groot deel van het gas reeds is afgegeven uit de patroon, zoals nog zal worden beschreven. In een hals 6 van de patroon 5 is een afgifte inrichting 14 voorzien waarmee gedoseerd gas kan worden afgegeven vanuit de patroon naar de omgeving 15 van de container 1. De afgifte inrichting 14 kan zowel een regelbare of eenmalig of herhaald instelbare inrichting zijn, zoals een drukventiel, drukregelaar, aflaat ventiel of dergelijke, doch kan ook een vaste restrictie zijn zoals een opening of kanaal met een bepaalde stromingsweerstand. Het gas kan bijvoorbeeld bij een druk van meer dan 5,2 bar zijn opgeslagen, 20 meer in het bijzonder bij een druk van meer dan 40 bar. De druk van het opgeslagen gas kan bijvoorbeeld meer dan 45 bar zijn, gemeten bij gesloten patroon 5.The cartridge 5 is filled with a gas such as CO2 that has been pressurized in such a way that it is substantially liquid. Essentially, this should be understood to mean that there may be a relatively small head space 13 or may arise above a liquid level V in the cartridge 5 in which gaseous gas may be present, in particular when a relatively large part of the gas is already present. has been dispensed from the cartridge, as will be described. Provided in a neck 6 of the cartridge 5 is a dispensing device 14 with which metered gas can be dispensed from the cartridge to the environment 15 of the container 1. The dispensing device 14 can be either an adjustable or a single or repeatedly adjustable device, such as a pressure valve, pressure regulator, drain valve or the like, but can also be a fixed restriction such as an opening or channel with a certain flow resistance. The gas can for instance be stored at a pressure of more than 5.2 bar, more in particular at a pressure of more than 40 bar. The pressure of the stored gas can for instance be more than 45 bar, measured with the cartridge 5 closed.

In fig. 3 is schematisch een afgifte inrichting 14 getoond. Deze is in de hals 6 van de patroon 5 bevestigd, bijvoorbeeld door een vorm- en/of 25 perspassing, door verlijming, sealen of een andere voor de vakman bekende techniek. De inrichting 14 omvat een kanaal 15 met een doorsnede 16 en een lengte 17. De doorsnede 16 kan over de gehele lengte van het kanaal 15 gelijk zijn doch kan ook variëren, bijvoorbeeld nauwer worden in de richting van een naar de omgeving 18 van de container 1 gekeerd einde, of juist 30 nauwer. Het kanaal 15 vormt een restrictie 20 voor het uitstromende gas, 7 zodanig dat een relatief grote stromingsweerstand wordt verkregen. Ter illustratie zullen voorbeelden van mogelijke vormen en afmetingen van de restrictie worden gegeven, welke voorbeelden geenszins beperkend dienen te worden begrepen.Fig. 3 shows a delivery device 14 schematically. This is fixed in the neck 6 of the cartridge 5, for instance by a form and / or press fit, by gluing, sealing or another technique known to the skilled person. The device 14 comprises a channel 15 with a cross-section 16 and a length 17. The cross-section 16 can be the same over the entire length of the channel 15, but can also vary, for example become narrower in the direction of a to the environment 18 of the container 1 reversed end, or rather 30 narrower. The channel 15 forms a restriction 20 for the outflowing gas, 7 such that a relatively large flow resistance is obtained. By way of illustration, examples of possible shapes and dimensions of the restriction will be given, which examples are by no means to be understood as limiting.

5 Het kanaal 15 kan een doorsnede oppervlak hebben dat bijvoorbeeld is gelegen tussen 0.001 mm2 en 1 mm2, absoluut of gemiddeld, en een lengte tussen 0.1 en meer dan 2 mm. Absoluut kan hierbij worden begrepen als dat elke doorsnede van het kanaal haaks op een lengterichting bij de betreffende doorsnede hieraan voldoet, terwijl gemiddeld hierbij kan 10 worden begrepen als dat het gemiddelde van al die doorsneden aan dit criterium voldoet. Voordelig is gebleken wanneer een doorsnede oppervlak wordt gekozen tussen 0.006 en 0.5 mm2 en bij voorkeur tussen 0.008 en 0.03 mm2. Daarbij zal steeds een optimalisatie kunnen worden gekozen, waarbij in beginsel zal gelden dat een kleinere doorsnede een kleinere lengte zal 15 vragen. Meer in algemene zin kan een restrictie worden gekozen die zodanig is dat over de restrictie een drukval wordt verkregen die voldoende groot is om bij wegstromen van het gas uit de patroon te verhinderen dat de toestand in de patroon onder het triple punt T van het fase diagram voor het betreffende gas of mengsel van gassen daalt. Zo kan bijvoorbeeld een 20 restrictie 20 worden gekozen die zodanig debiet mogelijk maakt dat bij een atmosferische druk aan een uitlaat einde 19 van de restrictie, in de omgeving van de container 1 de druk in de binnenruimte van de patroon en in het bijzonder aan een inlaatzijde 21 van de restrictie niet zal dalen tot onder bijvoorbeeld 5.2 bar, meer in het bijzonder niet onder de 40 bar en bij 25 voorkeur gedurende relatief lange tijd rond 50 bar wordt gehouden, voordat nagenoeg alle gas in de patroon 5 gasvormig is. In een uitvoeringsvorm kan de restrictie een lengte hebben tussen bijvoorbeeld 0 en ten minste 1 mm, bijvoorbeeld ten minste 2 mm. In een uitvoeringsvorm kan de restrictie of ten minste het kanaal een lengte, vormgeving en dimensionering hebben die 30 zodanig is dat de drukval over de restrictie ten minste ongeveer 49 bar is bij 8 een druk aan een invoerzijde van de restrictie 20 van ongeveer 50 bar of meer. Zonder aan enige theorie gebonden te willen worden lijkt de lengte minder invloed te hebben dan de doorsnede.The channel 15 can have a cross-sectional area that is, for example, between 0.001 mm 2 and 1 mm 2, absolute or average, and a length between 0.1 and more than 2 mm. It can absolutely be understood here that each cross-section of the channel perpendicular to a longitudinal direction at the relevant cross-section satisfies this, while on average it can be understood here that the average of all those cross-sections meets this criterion. It has been found to be advantageous when a cross-sectional area is chosen between 0.006 and 0.5 mm 2 and preferably between 0.008 and 0.03 mm 2. An optimization can always be chosen, in which case it will in principle be the case that a smaller cross-section will require a smaller length. More generally, a restriction can be chosen such that a pressure drop is obtained over the restriction that is sufficiently large to prevent the gas condition from flowing below the triple point T of the phase diagram when the gas flows out of the cartridge. for the gas or mixture of gases concerned. For example, a restriction 20 can be selected that allows flow to be such that at an atmospheric pressure at an outlet end 19 of the restriction, in the vicinity of the container 1, the pressure in the inner space of the cartridge and in particular on an inlet side 21 of the restriction will not fall below, for example, 5.2 bar, more particularly not below 40 bar, and preferably is kept around 50 bar for a relatively long time, before substantially all of the gas in the cartridge 5 is gaseous. In one embodiment, the restriction may have a length between, for example, 0 and at least 1 mm, for example at least 2 mm. In one embodiment, the restriction or at least the channel may have a length, shape and dimensioning such that the pressure drop across the restriction is at least about 49 bar at 8 a pressure on an input side of the restriction 20 of about 50 bar or Lake. Without wanting to be bound by any theory, the length seems to have less influence than the diameter.

In deze beschrijving dient onder hoge druk ten minste te worden 5 begrepen een druk boven het triple punt T of een druk zodanig dat het gas in een vloeistof fase wordt gehouden binnen de container. Onder head space dient in deze beschrijving ten minste te worden begrepen een ruimte binnen de patroon boven het vloeibare gas, waarin zich gas in de gasfase zal bevinden. Een bar wordt hierin gelijk gesteld aan 105 Pascal.In this description, high pressure is to be understood to mean at least a pressure above the triple point T or a pressure such that the gas is kept in a liquid phase within the container. In this description, head space is to be understood to mean at least a space within the cartridge above the liquid gas, in which gas will be present in the gas phase. A bar is set equal here to 105 Pascal.

10 In plaats van een kanaal 15 met een constante of verlopende relatief kleine doorsnede kan ook een kanaal 15 zijn voorzien met een relatief groot doorsnede oppervlak, bijvoorbeeld enkele vierkante millimeters waarin een restrictie 20 is ingebouwd in de vorm van een afsluiting met een kleine opening, bijvoorbeeld een rond gat met een 15 doorsnede van minder dan 0.9 mm, meer in het bijzonder een doorsnede van minder dan 0.7 mm. Gebleken is dat een doorsnede van ongeveer 0.2 mm tot goede resultaten leidt bijvoorbeeld tussen 0,1 en 0,2 mm., ook wanneer de lengte van de opening met een dergelijke doorsnede beperkt is tot bijvoorbeeld ongeveer 2 mm of minder. Bij voorkeur heeft deze wel een 20 lengte die groter is dan bijvoorbeeld ongeveer 0.1 mm, meer in het bijzonder meer dan ongeveer 1 mm. Uiteraard kan de opening ook een andere dan ronde vorm hebben m met een vergelijkbaar oppervlak. De oppervlakte kan bijvoorbeeld liggen tussen 0.001 en 1 mm2, in het bijzonder tussen 0.006 en 0,5 mm2, meer in het bijzonder tussen 0.008 en 0.03 mm2.Instead of a channel 15 with a constant or running relatively small cross-section, a channel 15 can also be provided with a relatively large cross-sectional area, for example a few square millimeters in which a restriction 20 is built in in the form of a closure with a small opening, for example a round hole with a diameter of less than 0.9 mm, more in particular a diameter of less than 0.7 mm. It has been found that a diameter of about 0.2 mm leads to good results, for example between 0.1 and 0.2 mm, also when the length of the opening with such a diameter is limited to, for example, about 2 mm or less. Preferably, it does have a length that is greater than, for example, about 0.1 mm, more in particular more than about 1 mm. The opening can of course also have a shape other than a round shape with a similar surface. The surface can for instance be between 0.001 and 1 mm 2, in particular between 0.006 and 0.5 mm 2, more in particular between 0.008 and 0.03 mm 2.

25 Verder kan naast of in plaats van een restrictie 20 in de vorm van een kanaal of opening met een vaste doorsnede ook een restrictie in de vorm van een regelinrichting zijn voorzien waarmee de doorlaat opening of ten minste het debiet kan worden geregeld, bijvoorbeeld handmatig of automatisch op basis van bijvoorbeeld het drukverschil tussen het gas in de 9 patroon 5 en de omgevingsdruk, een temperatuursverschil tussen de drank en de omgeving of andere factoren, of door eenmalige instelling.In addition to or instead of a restriction in the form of a channel or opening with a fixed cross-section, a restriction in the form of a control device can also be provided with which the passage opening or at least the flow rate can be controlled, for example manually or automatically based on, for example, the pressure difference between the gas in the cartridge 5 and the ambient pressure, a temperature difference between the beverage and the environment or other factors, or due to a one-off setting.

De patroon 5 kan zijn voorzien van een bedieningsknop 23 waarmee de restrictie 20 kan worden geopend, bijvoorbeeld door daaruit een 5 afdichting weg te trekken of duwen. In fig. 3 en 3A is de bedieningsknop 23 getoond als een draaiknop met een opening 22 die in een stand (fig. 3) het kanaal 15 afsluit en in een andere stand (fig. 3A) het kanaal vrijgeeft. Daardoor kan het openen van de restrictie of ten minste het starten van de koeling worden gestart los van het openen van de container 1. Evenwel is 10 ook mogelijk een afdichting uit of van het kanaal 15 te doen verdwijnen uit de restrictie bij openen van de container 1, bijvoorbeeld als gevolg van de drukverlaging in de container 1. Het gas wordt bij voorkeur afgevoerd aan een zijde anders dan die waarin de afgifteopening 12 is voorzien, bijvoorbeeld de tegenovergelegen zijde. In een uitvoeringsvorm kan een 15 piercing element zijn voorzien aan de bedieningsknop 23 of in de container 1 waarmee een seal over of in de restrictie 20 kan worden gepierced dan wel waarmee de restrictie kan worden gevormd, bijvoorbeeld in een afdichting van de patroon of in een wand daarvan.The cartridge 5 can be provided with an operating button 23 with which the restriction 20 can be opened, for example by pulling or pushing a seal out of it. In Figs. 3 and 3A the control knob 23 is shown as a rotary knob with an opening 22 which closes the channel 15 in one position (Fig. 3) and releases the channel in another position (Fig. 3A). As a result, the opening of the restriction or at least the start of the cooling can be started independently of the opening of the container 1. However, it is also possible to make a seal from or of the channel 15 disappear from the restriction upon opening of the container. 1, for example as a result of the pressure reduction in the container 1. The gas is preferably discharged on a side other than that in which the dispensing opening 12 is provided, for example the opposite side. In one embodiment a piercing element can be provided on the operating button 23 or in the container 1 with which a seal can be pierced over or in the restriction 20 or with which the restriction can be formed, for example in a seal of the cartridge or in a wall thereof.

Het verdient de voorkeur de container 1 tijdens het afgeven van 20 gas uit de patroon 5 zodanig op te stellen dat de restrictie 20 omhoog is gericht, of tenminste zodanig dat het vloeibare deel van het gas zich in hoofdzaak onder de restrictie bevindt. Daardoor wordt verhinderd dat vloeibaar gas zoals CO2 wordt afgegeven. Daartoe kan inde getoonde uitvoering de container 1 "onderste boven" worden gehouden, dat wil zeggen 25 met de schenkopening 12 omlaag, totdat de gasafgifte tenminste in hoofdzaak is gestopt. Dan kan de container 1 worden omgekeerd en geopend.It is preferable to arrange the container 1 during dispensing of gas from the cartridge 5 in such a way that the restriction 20 is directed upwards, or at least such that the liquid part of the gas is substantially below the restriction. This prevents liquid gas such as CO2 from being released. To this end, in the embodiment shown, the container 1 can be kept "lower up", i.e. with the pouring opening 12 down, until the gas delivery is at least substantially stopped. Then the container 1 can be inverted and opened.

De koelende werking van een inrichting volgens deze beschrijving komt in hoofdzaak voort uit het onttrekken van warmte aan de omgeving bij 30 het over gaan van het gas vanuit de vloeistof fase naar de gas fase. Daarbij 10 wordt bij voorkeur geen of eventueel een minimum aan vaste fase verkregen. Deze fase verandering ontrekt warmte aan onder meer de vloeibare gasfase en de wand van de patroon 5 of andere houder waarin het gas onder druk is opgenomen. Het te koelen medium zoals een drank of 5 andere vloeistof kan in contact zijn met de wand van de patroon 5 en daardoor worden afgekoeld. Daarbij kan de koelende werking nog beter worden doordat de vloeibare gasfase tegen de binnenzijde van de wand van de patroon 5 kan gaan koken, waardoor de intensiteit van contact tussen de vloeistoffase en gasfase binnen de patroon met de wand van de patroon nog 10 wordt verhoogd en daardoor de warmte uitwisseling wordt verbeterd. Met name ook omdat zich in hoofdzaak en bij voorkeur in het geheel geen kristallen zoals ijskristallen zullen vormen in de patroon 5.The cooling effect of a device according to this description mainly results from the extraction of heat from the environment when the gas passes from the liquid phase to the gas phase. Preferably, no or optionally a minimum of solid phase is obtained. This phase change draws heat from, among other things, the liquid gas phase and the wall of the cartridge 5 or other container in which the gas is incorporated under pressure. The medium to be cooled, such as a beverage or other liquid, can be in contact with the wall of the cartridge 5 and thereby be cooled. The cooling effect can thereby be even better because the liquid gas phase can start to boil against the inside of the wall of the cartridge 5, whereby the intensity of contact between the liquid phase and gas phase within the cartridge with the wall of the cartridge is further increased and thereby the heat exchange is improved. In particular also because crystals such as ice crystals will form substantially and preferably not at all in the cartridge 5.

Bij een inrichting volgens de beschrijving kan de toestand van het gas in de patroon boven het triple punt T in het fase diagram van het 15 betreffende gas wordt gehouden. In fig. 4 is een fasediagram getoond van CO2. Hierin is op de horizontale as de temperatuur van het C02, verder en hiervoor ook aangeduid als gas, uitgezet, in een lineaire schaal, in graden Celsius, en op de verticale as de druk van het C02, het gas, in bar, op een logaritmische schaal. In het fasediagram zijn drie fasen te herkennen, te 20 weten de vaste fase I, de vloeistof fase II en de gasfase III. IN het diagram zijn drie lijnen A, B en C ingetekend. De eerste lijn A is de scheiding tussen vaste fase I en gasfase III. Deze geeft de sublimatielijn aan. De tweede lijn B geeft de overgang tussen de vloeistof fase II en de gasfase III aan. De derde lijn C geeft de overgang tussen de vaste fase I en de vloeistoffase II aan. De 25 drie lijnen komen tezamen in het triple punt T. Daarin kan de vloeistof fase II zowel in de gasfase III als in de vaste fase I overgaan. Door de druk en temperatuur van het gas in de patroon 5 steeds zodanig in te stellen dat de toestand van het gas boven het triple punt T wordt gehouden zal zich geen vaste fase I vormen in de patroon 5. Dat betekent dat er zich geen vaste 30 deeltjes zoals kristallen, bijvoorbeeld koudijs, in de vloeibare fase en/of 11 tegen de wand van de patroon of zelfs in de uitlaat van de patroon zullen vormen. Dit kan worden geregeld door het gas relatief rustig en beheerst, bij een relatief laag debiet uit de patroon te laten stromen, in tegenstelling tot de stand van de techniek waarbij het gas door een grote opening zo snel 5 mogelijk wordt afgevoerd, teneinde de wachttijd voor het koelen te minimaliseren.In a device according to the description, the state of the gas in the cartridge can be kept above the triple point T in the phase diagram of the gas in question. Fig. 4 shows a phase diagram of CO2. Herein the temperature of the CO2, further and also referred to as gas, is plotted on the horizontal axis in a linear scale, in degrees Celsius, and on the vertical axis the pressure of the CO2, the gas, in bar, on a logarithmic scale. Three phases can be recognized in the phase diagram, namely the solid phase I, the liquid phase II and the gas phase III. Three lines A, B and C are drawn in the diagram. The first line A is the separation between solid phase I and gas phase III. This indicates the sublimation line. The second line B indicates the transition between the liquid phase II and the gas phase III. The third line C indicates the transition between the solid phase I and the liquid phase II. The three lines come together in the triple point T. The liquid phase II can then pass into both the gas phase III and the solid phase I. By always setting the pressure and temperature of the gas in the cartridge 5 such that the state of the gas is kept above the triple point T, no solid phase I will form in the cartridge 5. That means that no solid particles such as crystals, for example cold ice, will form in the liquid phase and / or 11 against the wall of the cartridge or even in the outlet of the cartridge. This can be controlled by allowing the gas to flow out of the cartridge at a relatively low flow rate relatively calmly and in a controlled manner, in contrast to the prior art in which the gas is discharged through a large opening as quickly as possible, in order to reduce the waiting time for minimize cooling.

In fig. 5 is een diagram getoond waarin de koelresultaten van twee tests zijn weergegeven. Daarbij werd in een container 1 zoals eerder beschreven een hoeveelheid van 250 cc water verpakt, en een patroon 5 met 10 daarin 46 gram vloeibaar CO2. De container werd enige tijd op kamertemperatuur gehouden, zodat de wand van de patroon 5 en het water ongeveer dezelfde temperatuur hadden. Een eerste container 1 werd getest waarbij het gas door een grote opening, zonder merkbare restrictie kon wegstromen. Een tweede container 1 werd toegepast volgens deze 15 beschrijving, waarbij een naaldafsluiter werd gebruikt voor het beperken van de uitstroming door instelling van een restrictie 20. Bij instelling van een kleinere opening, "medium vent", werd in ongeveer 4 minuten zoveel CO2 afgegeven dat verdere uitstroom van CO2 geen merkbare druk verandering meer opleverde. Bij "slow vent" werd een opening met een 20 doorsnede tussen ongeveer 0,1 en 0,2 mm toegepast, waardoor na 4 minuten nog een interne druk aanwezig was in de patroon van ongeveer 20 bar. Bij "fast vent" was binnen enkele seconden de druk uit de patroon weg.Fig. 5 shows a diagram showing the cooling results of two tests. An amount of 250 cc of water was packaged in a container 1 as described earlier, and a cartridge 5 containing 46 grams of liquid CO2. The container was kept at room temperature for some time, so that the wall of the cartridge 5 and the water had about the same temperature. A first container 1 was tested in which the gas could flow away through a large opening, without noticeable restriction. A second container 1 was used according to this description, wherein a needle valve was used to limit the outflow by setting a restriction 20. When setting a smaller opening, "medium vent", so much CO2 was released in about 4 minutes that further outflow of CO2 no longer produced a noticeable pressure change. With "slow vent" an opening with a diameter between approximately 0.1 and 0.2 mm was used, so that after 4 minutes an internal pressure was still present in the cartridge of approximately 20 bar. With "fast vent" the pressure disappeared within a few seconds.

In het diagram volgens fig. 5 zijn voor fast vent en slow vent experimenten het temperatuur verloop van het water en van de wand van 25 de patroon tegen de tijd afgezet.In the diagram according to Fig. 5, for fast vent and slow vent experiments, the temperature course of the water and of the wall of the cartridge are plotted against time.

In het eerste experiment liep de temperatuur Tw van de wand van de patroon bijzonder snel terug, van ongeveer 17 °C naar ongeveer -6 eC, in ongeveer 5 sec. Daarna liep de temperatuur van de wand relatief snel weer op naar ongeveer 5 eC, in ongeveer 25 sec, om vervolgens geleidelijk weer 30 verder op te lopen naar ongeveer 12 °C. De totale koeltijd was ongeveer 150 12 sec. De totale afname in temperatuur Tw van de wand van de patroon was in deze ongeveer 150 sec ongeveer 5 ‘C. De temperatuur van het water Ti liep daarbij gedurende deze ongeveer 150 sec geleidelijk terug van ongeveer 17 °C naar ongeveer 12°C, eveneens een afname van ongeveer 5 °C in 5 ongeveer 150 sec.In the first experiment, the temperature Tw of the wall of the cartridge decreased particularly rapidly, from about 17 ° C to about -6 ° C, in about 5 seconds. Thereafter, the temperature of the wall again rose relatively quickly to about 5 ° C, in about 25 seconds, and then gradually increased again to about 12 ° C. The total cooling time was approximately 150 12 sec. The total decrease in temperature Tw of the wall of the cartridge in this approximately 150 sec was approximately 5 "C. The temperature of the water Ti thereby gradually decreased from about 17 ° C to about 12 ° C during this about 150 seconds, also a decrease of about 5 ° C in about 150 seconds.

In het tweede experiment liep de temperatuur Tw van de wand van de patroon 5 in een eerste traject geleidelijk terug van ongeveer 18 “C naar ongeveer 3 °C, in ongeveer 120 sec. Vervolgens liep de temperatuur Tw van de wand van de patroon 5 weer geleidelijk op naar ongeveer 7 °C. De gehele 10 koeltijd bedroeg ongeveer 240 sec. De totale afname in temperatuur Tw van de wand van de patroon was in deze ongeveer 240 sec ongeveer 11 °C. De temperatuur van het water Ti liep daarbij gedurende deze ongeveer 240 sec geleidelijk terug van ongeveer 18 eC naar ongeveer 7eC, eveneens een afname van ongeveer 11 °C in ongeveer 240 sec.In the second experiment, the temperature Tw of the wall of the cartridge 5 gradually decreased in a first range from about 18 ° C to about 3 ° C, in about 120 seconds. Subsequently, the temperature Tw of the wall of the cartridge 5 gradually increased again to approximately 7 ° C. The entire cooling time was approximately 240 seconds. The total decrease in temperature Tw of the wall of the cartridge was approximately 11 ° C in this approximately 240 seconds. The temperature of the water Ti gradually decreased from about 18 ° C to about 7 ° C during this about 240 seconds, also a decrease of about 11 ° C in about 240 seconds.

15 In fig. 5A is het bijbehorende drukverloop weergegeven. Hierbij werden de resultaten van de medium vent test toegevoegd, waarbij 61,5 gram CO2 gas werd uitgedreven, in ongeveer 4 minuten.The associated pressure curve is shown in Fig. 5A. The results of the medium vent test were added, expelling 61.5 grams of CO2 gas, in about 4 minutes.

Duidelijk is uit deze experimenten dat door toepassing van de uitvinding met eenzelfde hoeveelheid gas een aanmerkelijke verbetering in 20 de koeling kan worden verkregen. Daarbij werd bovendien het voordeel bereikt dat de temperatuur van de wand van de patroon gedurende de koeltijd boven het vriespunt van het water werd gehouden, zodat zich ook geen ijs vormde tegen de buitenzijde van de patroon 5. Aangezien voor veel dranken, zoals bijvoorbeeld voor bier, geldt dat de vriestemperatuur rond 25 0 °C ligt zal dit voordeel ook bij het koelen van deze dranken optreden.It is clear from these experiments that by applying the invention with the same amount of gas a considerable improvement in the cooling can be obtained. Moreover, the advantage was achieved that the temperature of the wall of the cartridge was kept above the freezing point of the water during the cooling time, so that no ice formed on the outside of the cartridge 5. Since for many drinks, such as for example for beer If the freezing temperature is around 0 ° C, this advantage will also occur when these drinks are cooled.

Overigens kan dus ook volgens de uitvinding met minder gas eenzelfde koeling worden verkregen als met meer gas volgens de stand van de techniek.Incidentally, therefore, the same cooling can also be obtained with less gas as with more gas according to the prior art.

Ter illustratie zal een niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld van een 30 inrichting volgens de uitvinding worden beschreven. De container 1 kan een 13 inhoud hebben van ongeveer 330 cc en de vorm van een gebruikelijk drankblikje. Een patroon met een inhoud van ongeveer 80 cc kan daarin zijn opgenomen. Dat betekent dat in de container rond de patroon ongeveer 250 cc drank kan worden opgenomen. Voor het terugkoelen daarvan met een 5 delta T van ongeveer 16 °C is ongeveer 16.7 kJ nodig. Voor C02 geldt dat de warmte bij verdamping ongeveer 570 kJ/kg zal zijn. Dat zou bij een maximale efficiëntie van de koeling betekenen dat ten minste ongeveer 29 gr C02 in de patroon 5 zou moeten worden opgenomen voor het bereiken van deze temperatuurval van de drank van ongeveer 16 °C. In de patroon 10 van 80 cc kan eenvoudig 60 gr C02 of zelfs enigszins meer worden opgeslagen. Dit betekent dat met een dergelijke container 1 een koeling van de drank van 16 ’C eenvoudig te bereiken kan zijn. In een uitvoeringsvorm kan tussen 10 en 80 gram C02 per 250 ml drank zijn opgenomen in de patroon 5, bijvoorbeeld tussen 29 en 80 gram. In een uitvoeringsvorm kan 15 tussen 30 en 70 gram C02 zijn opgenomen per 250 ml te koelen drank, bijvoorbeeld tussen 35 en 60 gram. Het kan daarbij voordelig zijn indien ten minste 90% van het gas wordt afgegeven bij een toestand in de patroon boven het triple punt T, bijvoorbeeld meer dan 95%. Uiteraard kan op deze wijze voor elke hoeveelheid drank door de vakman een geschikte 20 hoeveelheid CO2 worden bepaald om een gewenste temperatuurdaling van de drank te kunnen bewerkstelligen.By way of illustration, a non-limiting exemplary embodiment of a device according to the invention will be described. The container 1 can have a capacity of approximately 330 cc and the shape of a conventional beverage can. A cartridge with a capacity of approximately 80 cc may be included therein. This means that around 250 cc of drink can be included in the container around the cartridge. Cooling them back with a delta T of about 16 ° C requires about 16.7 kJ. For CO 2, the heat on evaporation will be approximately 570 kJ / kg. With a maximum cooling efficiency, that would mean that at least about 29 g of CO2 would have to be included in the cartridge 5 to achieve this temperature drop of the drink of about 16 ° C. The 80 cc cartridge 10 can easily store 60 g CO2 or even slightly more. This means that with such a container 1 a cooling of the drink of 16 ° C can be easily achieved. In one embodiment, between 10 and 80 grams of CO2 per 250 ml of beverage can be included in the cartridge 5, for example between 29 and 80 grams. In one embodiment, between 30 and 70 grams of CO2 can be included per 250 ml of beverage to be cooled, for example between 35 and 60 grams. It can thereby be advantageous if at least 90% of the gas is released at a condition in the cartridge above the triple point T, for example more than 95%. Of course, in this way a suitable amount of CO2 can be determined for any quantity of beverage by those skilled in the art in order to be able to achieve a desired temperature drop of the beverage.

In een uitvoeringsvorm kan de verhouding tussen het gewicht van de te koelen vloeistof zoals drank en het gewicht van het opgeslagen CO2 zijn gelegen tussen ongeveer 16.6 en 2.4. Zo kan de verhouding zijn gelegen 25 tussen 8.7 en 3.1. In een uitvoeringsvorm kan de verhouding zijn gelegen tussen 7.2 en 4.1, gemeten bij het gas in vloeibare fase in de patroon 5.In one embodiment, the ratio between the weight of the liquid to be cooled such as beverage and the weight of the stored CO2 can be between about 16.6 and 2.4. The ratio can thus be between 8.7 and 3.1. In one embodiment, the ratio may be between 7.2 and 4.1, measured with the liquid phase gas in the cartridge 5.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en tekeningen getoonde uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.The invention is in no way limited to the embodiments shown in the description and drawings. Many variations thereof are possible within the scope of the invention as set forth in the claims.

1414

Zo kan een ander gas dan CO2 worden toegepast in de patroon 5. Een deel van of de gehele stroom kan vanuit de patroon 5 direct naar de omgeving worden afgevoerd doch kan ook geheel of gedeeltelijk door de drank worden gevoerd of worden gebruikt voor bijvoorbeeld het verdrijven 5 van de drank uit de container, voor het onder druk brengen daarvan of voor het carboniseren of voor bijvoorbeeld schuimen daarvan. Ook kan het gas worden opgevangen in een compartiment in de container 1, gescheiden van de drank en van de omgeving. Verder kunnen de wand van de patroon en/of de container 1 zijn voorzien van oppervlak vergrotende elementen, zoals 10 vinnen, noppen, randen, richels en dergelijke, voor het vergroten van het warmte overdragend oppervlak. Er kunnen meerdere restricties zijn voorzien die tezamen de genoemde restrictie vormen. Ook kunnen er meerdere patronen zijn voorzien die tegelijkertijd of afzonderlijk kunnen worden geactiveerd voor het afgeven van daarin opgeslagen gas.For example, a gas other than CO2 can be used in the cartridge 5. A part or all of the stream can be discharged directly from the cartridge 5 to the environment, but can also be wholly or partially passed through the beverage or used for, for example, expelling 5 of the beverage from the container, for pressurizing it or for carbonizing or for foaming thereof, for example. The gas can also be collected in a compartment in the container 1, separated from the drink and from the environment. Furthermore, the wall of the cartridge and / or the container 1 can be provided with surface-increasing elements, such as fins, studs, edges, ridges and the like, for increasing the heat-transferring surface. Multiple restrictions may be provided which together form the aforementioned restriction. A plurality of cartridges can also be provided which can be activated simultaneously or separately to dispense gas stored therein.

1515

Claims (19)

1. Werkwijze voor het koelen van een vloeistof, in het bijzonder drank in een container, waarbij in de vloeistof een patroon is voorzien met daarin opgeslagen gas in vloeibare vorm, welk gas vanuit de patroon naar de omgeving van de container wordt afgevoerd door een restrictie, zodanig dat 5 de toestand van het gas in de patroon boven het triple punt in het fase diagram van het betreffende gas wordt gehouden.Method for cooling a liquid, in particular beverage in a container, wherein a liquid is provided in the liquid with gas stored therein, which gas is discharged from the cartridge to the surroundings of the container by a restriction such that the state of the gas in the cartridge is kept above the triple point in the phase diagram of the gas in question. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij als gas C02 wordt gebruikt dat onder hoge druk in de patroon is opgeslagen, zodanig dat het vloeibaar is, waarbij de toestand in de patroon boven het triple punt in het fase 10 diagram van C02 wordt gehouden.2. A method according to claim 1, wherein the gas used is CO2 stored in the cartridge under high pressure, such that it is liquid, the condition in the cartridge being kept above the triple point in the phase 10 diagram of CO2. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het gas in de patroon wordt opgeslagen bij zodanige druk dat in een head space van de patroon een druk boven 5.2 bar wordt verkregen bij een vloeistof temperatuur van 20 °C, meer in het bijzonder boven 50 bar, terwijl de druk in ten minste de 15 head space van de patroon tijdens afgifte van gas boven het triple punt wordt gehouden.Method as claimed in claim 1 or 2, wherein the gas is stored in the cartridge at such a pressure that in a head space of the cartridge a pressure above 5.2 bar is obtained at a liquid temperature of 20 ° C, more particularly above 50 bar, while the pressure in at least the head space of the cartridge is kept above the triple point during gas release. 4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het vloeibare gas in de patroon aan de kook wordt gebracht binnenin de patroon tijdens afgifte van gas, welk vloeibaar kokend gas in contact wordt gebracht 20 met de wand van de patroon.4. Method as claimed in any of the foregoing claims, wherein the liquid gas in the cartridge is brought to the boil inside the cartridge during release of gas, which liquid boiling gas is brought into contact with the wall of the cartridge. 5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tussen 29 en 80 gram C02 per 250 ml vloeistof wordt op geslagen in de patroon, meer in het bijzonder tussen 35 en 60 gram C02 per 250 ml vloeistof, waarvan ten minste 90% wordt afgegeven bij een toestand binnen de 25 patroon boven het triple punt, meer in het bijzonder ten minste 95%.A method according to any one of the preceding claims, wherein between 29 and 80 grams of CO2 per 250 ml of liquid is stored in the cartridge, more particularly between 35 and 60 grams of CO2 per 250 ml of liquid, at least 90% of which is released at a state within the cartridge above the triple point, more in particular at least 95%. 6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het afgeven van gas uit de patroon kan worden geïnitieerd onafhankelijk van het openen van een afgifteopening voor de vloeistof uit de container.A method according to any one of the preceding claims, wherein dispensing gas from the cartridge can be initiated independently of opening a dispensing opening for the liquid from the container. 7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 5 container een afgifteopening voor de vloeistof omvat, waarbij het gas wordt afgegeven aan een zijde van de container afgekeerd van de afgifteopening.7. Method as claimed in any of the foregoing claims, wherein the container comprises a dispensing opening for the liquid, wherein the gas is dispensed on a side of the container remote from the dispensing opening. 8. Container, voorzien van een ingesloten volume waarin een gaspatroon is voorzien, in welk gaspatroon een hoeveelheid gas in vloeibare vorm is opgeslagen, en in het ingesloten volume rond ten minste een 10 gedeelte van de patroon een te koelen vloeistof is voorzien, waarbij de patroon is voorzien van een afgifte inrichting voor afgifte van gas uit de patroon naar een omgeving van de container, welke afgifte inrichting is ingericht voor afgeven van gas uit de patroon met een debiet zodanig dat de toestand binnen de patroon boven het triple punt van het fase diagram van 15 het betreffende gas wordt gehouden.8. Container provided with an enclosed volume in which a gas cartridge is provided, in which gas cartridge an amount of gas is stored in liquid form, and in the enclosed volume around at least a part of the cartridge a liquid to be cooled is provided, cartridge has a dispensing device for delivering gas from the cartridge to an environment of the container, which dispensing device is adapted to deliver gas from the cartridge at a flow rate such that the condition within the cartridge is above the triple point of the phase diagram of the gas in question. 9. Container volgens conclusie 8, waarbij de afgifte inrichting een restrictie omvat.The container of claim 8, wherein the dispensing device comprises a restriction. 10. Container volgens conclusie 9, waarbij de restrictie een opening heeft met een doorlaatoppervlak tussen 0.001 en 1 mm2, meer in het 20 bijzonder tussen 0.08 en 0.5 mm2 en bij voorkeur tussen 0.008 en 0.03 mm2.10. Container as claimed in claim 9, wherein the restriction has an opening with a passage surface between 0.001 and 1 mm 2, more in particular between 0.08 and 0.5 mm 2 and preferably between 0.008 and 0.03 mm 2. 11. Container volgens conclusie 9 of 10, waarbij de restrictie een lengte heeft van ten minste 1 mm, meer in het bijzonder ten minste 2 mm of ten minste een stromingsweerstand heeft zodanig dat de drukval over genoemde restrictie ten minste ongeveer 49 bar is bij een druk aan een invoerzijde van 25 de restrictie van ongeveer 50 bar.A container according to claim 9 or 10, wherein the restriction has a length of at least 1 mm, more in particular at least 2 mm or has at least one flow resistance such that the pressure drop over said restriction is at least about 49 bar at a pressure on an input side of the restriction of about 50 bar. 12. Container volgens een der conclusies 8 — 11, waarbij de container aan een eerste zijde is voorzien van een opening voor afgifte van de vloeistof uit het ingesloten volume, waarbij de afgifte inrichting is ingericht voor het afgeven van genoemd gas nabij een tegenovergelegen zijde.12. Container as claimed in any of the claims 8-11, wherein the container is provided on a first side with an opening for dispensing the liquid from the enclosed volume, wherein the dispensing device is arranged for dispensing said gas near an opposite side. 13. Container volgens een der conclusies 8 - 12, waarbij de patroon in een middengebied van de container is opgesteld, zodanig dat een buitenwand van de patroon nagenoeg volledig wordt omstroomd door de vloeistof.A container according to any one of claims 8 - 12, wherein the cartridge is arranged in a central region of the container, such that an outer wall of the cartridge is almost completely surrounded by the liquid. 14. Container volgens een der conclusies 8 - 13, waarbij de patroon C02 omvat, bij voorkeur hoofdzakelijk in vloeibare vorm, bij een druk van meer dan 5.2 bar absoluut, meer in het bijzonder bij een druk van meer dan 40 bar, bij voorkeur bij een druk van 45 bar of meer.Container as claimed in any of the claims 8-13, wherein the cartridge comprises CO 2, preferably mainly in liquid form, at a pressure of more than 5.2 bar absolute, more in particular at a pressure of more than 40 bar, preferably at a pressure of 45 bar or more. 15. Container volgens een der conclusies 8 - 14, waarbij de vloeistof in 10 het ingesloten volume drank is.15. Container as claimed in any of the claims 8-14, wherein the liquid is in the enclosed volume of beverage. 16. Container volgens een der conclusies 8 - 15, waarbij in het ingesloten volume een eerste gewicht vloeistof is opgeslagen en in de patroon een tweede gewicht gas is opgeslagen, waarbij de verhouding tussen het eerste en tweede gewicht is gelegen tussen 16.6 en 2.4, in het bijzonder 15 tussen 8.7 en 3.1, meer in het bijzonder tussen 7.2 en 4.1.16. Container as claimed in any of the claims 8-15, wherein a first weight of liquid is stored in the enclosed volume and a second weight of gas is stored in the cartridge, the ratio between the first and second weight being between 16.6 and 2.4, in in particular between 8.7 and 3.1, more in particular between 7.2 and 4.1. 17. Container volgens een der conclusies 8 - 16, waarbij de afgifte inrichting is voorzien van middelen voor openen of activeren daarvan onafhankelijk van het openen van een afgifteopening van de container voor afgifte van de vloeistof uit het ingesloten volume.A container according to any of claims 8-16, wherein the dispensing device is provided with means for opening or activating it independently of opening a dispensing opening of the container for dispensing the liquid from the enclosed volume. 18. Container volgens een der conclusies 8 - 17, waarbij de container de vorm van een drankblikje heeft, waarbij de patroon met de afgifte inrichting is bevestigd in een bodemdeel van de container.A container according to any one of claims 8 - 17, wherein the container is in the form of a beverage can, the cartridge with the dispensing device being mounted in a bottom part of the container. 19. Buitencontainer voor gebruik in een container volgens een der conclusies 8 — 18, waarbij een bevestigingsinrichting is voorzien voor 25 bevestiging van de patroon.19. Outer container for use in a container according to any one of claims 8 - 18, wherein a fixing device is provided for fixing the cartridge.
NL2001047A 2007-12-04 2007-12-04 Liquid i.e. liquor container cooling method, involves providing cartridge containing carbon-dioxide gas stored in liquid form, and transporting gas from cartridge to area of container containing liquor NL2001047C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001047A NL2001047C2 (en) 2007-12-04 2007-12-04 Liquid i.e. liquor container cooling method, involves providing cartridge containing carbon-dioxide gas stored in liquid form, and transporting gas from cartridge to area of container containing liquor

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001047A NL2001047C2 (en) 2007-12-04 2007-12-04 Liquid i.e. liquor container cooling method, involves providing cartridge containing carbon-dioxide gas stored in liquid form, and transporting gas from cartridge to area of container containing liquor
NL2001047 2007-12-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001047C2 true NL2001047C2 (en) 2009-06-08

Family

ID=39669727

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001047A NL2001047C2 (en) 2007-12-04 2007-12-04 Liquid i.e. liquor container cooling method, involves providing cartridge containing carbon-dioxide gas stored in liquid form, and transporting gas from cartridge to area of container containing liquor

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2001047C2 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106461319A (en) * 2014-04-30 2017-02-22 约瑟夫国际股份有限公司 Self-cooling beverage container having a heat exchange unit using liquid carbon dioxide

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4045972A (en) * 1976-07-23 1977-09-06 Lewis Tyree Jr CO2 Cooling of vehicles
CA1021733A (en) * 1974-02-19 1977-11-29 William T. Riley (Jr.) Self-cooling disposable liquid container
US4669273A (en) * 1986-05-07 1987-06-02 Liquid Co2 Engineering Inc. Self-cooling beverage container
EP0482429A2 (en) * 1990-10-26 1992-04-29 Linde Aktiengesellschaft Liquefied gases expansion apparatus
US6581401B1 (en) * 2002-03-01 2003-06-24 Michael M. Anthony Self-cooling container with phase locked refrigerant and process of manufacturing the same

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1021733A (en) * 1974-02-19 1977-11-29 William T. Riley (Jr.) Self-cooling disposable liquid container
US4045972A (en) * 1976-07-23 1977-09-06 Lewis Tyree Jr CO2 Cooling of vehicles
US4669273A (en) * 1986-05-07 1987-06-02 Liquid Co2 Engineering Inc. Self-cooling beverage container
EP0482429A2 (en) * 1990-10-26 1992-04-29 Linde Aktiengesellschaft Liquefied gases expansion apparatus
US6581401B1 (en) * 2002-03-01 2003-06-24 Michael M. Anthony Self-cooling container with phase locked refrigerant and process of manufacturing the same

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106461319A (en) * 2014-04-30 2017-02-22 约瑟夫国际股份有限公司 Self-cooling beverage container having a heat exchange unit using liquid carbon dioxide
EP3137827A4 (en) * 2014-04-30 2017-10-11 Joseph Company International, Inc. Self-cooling beverage container having a heat exchange unit using liquid carbon dioxide

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2019222809B2 (en) Mixing chamber for beverage machine
US5555741A (en) Self-cooling fluid container with integral refrigerant chamber
TWI389659B (en) Capsule for the preparation of a beverage
KR101750003B1 (en) Method and apparatus for cartridge­based carbonation of beverages
TW418169B (en) Method and device for manufacturing positive pressure packaging body
NL2002851C2 (en) METHOD AND DEVICE FOR DOSED DELIVERY OF A LIQUID INCLUDED IN A HOLDER.
US20170305731A1 (en) Pressurized temperature-controlled liquid infusing device
US20150321894A1 (en) Method for adsorbing propellant gas for a beer dispensing system
CA3207639A1 (en) Cartridge holder for beverage machine
CA2965136A1 (en) Flow circuit for carbonated beverage machine
EA012761B1 (en) An assembly for dispensing beverage
CA2965128A1 (en) Method and apparatus for cooling beverage liquid with ice bank
KR20160147850A (en) Self-cooling beverage container having a heat exchange unit using liquid carbon dioxide
EA022684B1 (en) A system for rapid contact cooling of a collapsible beverage container in a beverage dispensing system
EP3730009A1 (en) Cooling duct for beverage machine
US8939324B2 (en) Fizz retaining device for beverage containers
NL2001047C2 (en) Liquid i.e. liquor container cooling method, involves providing cartridge containing carbon-dioxide gas stored in liquid form, and transporting gas from cartridge to area of container containing liquor
US7114634B2 (en) Fizz retaining device for beverage containers
US20090014446A1 (en) Pressure top for beverage-containing vessels and method for its operation
EP2803631A1 (en) A beverage dispensing system and a method of dispensing beverage
RU2004128946A (en) SELF-COOLING CONTAINER AND RELATED ACTIVATING DEVICE
US9823007B2 (en) Beverage container chilling apparatus and method
JP6964078B2 (en) Methods and devices for producing beverages in beverage containers, as well as beverage articles
NL2025364B1 (en) Dispensing supercooled beverage
NL2007545C2 (en) COMBINATION OF A HOLDER FOR A PRODUCT AND A CAPSULE FOR NITROGEN, SUCH A CAPSULE AND ITS USE.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110701