NL2000736C2

NL2000736C2 - Gecombineerde inrichting voor het bereiden van koffie en een andere op heet water gebaseerde drank.

Info

Publication number: NL2000736C2
Application number: NL2000736A
Authority: NL
Inventors: Gerardus Adrianus Van Loon; Adriaan Cornelis Ouburg
Original assignee: Princess Household Appliances
Priority date: 2007-01-26
Filing date: 2007-07-09
Publication date: 2008-07-29

Description

Gecombineerde inrichting voor het bereiden van koffie en een andere op heet water gebaseerde drank

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bereiden van 5 koffie en een andere op heet water gebaseerde drank, omvattende een kofïiebereidingsinriching voor het bereiden van koffie en een waterbereidingsinrichting voor het bereiden van heet water.

Dergelijke inrichtingen zijn bekend als de modelserie ‘Royal Twin’ van het merk 10 ‘Princess’®. Deze bekende inrichtingen maken het mogelijk met een enkel apparaat zowel koffie als warm water voor thee te bereiden. Hierdoor wordt het aantal apparaten op een werkblad zoals een aanrecht en het aantal snoeren verminderd. Omdat dit apparaat met een dubbele functie met slechts een enkel snoer kan worden aangesloten, is bovendien slechts een enkele wandcontactdoos noodzakelijk.

15

De koffiebereidingsinrichting van dit apparaat is geschikt voor het bereiden van filterkoffie, zodat het bekende apparaat geschikt is voor het bereiden van filterkoffie en heet water, bijvoorbeeld voor het bereiden van thee. Met de opkomst van andere wijzen voor het bereiden van koffie zoals het met ‘pads’, ‘pods’ of capsules zetten van koffie 20 en voor huishoudelijk gebruik geschikte espressoapparaten, is er behoefte te aan een apparaat dat geschikt is voor het bereiden van een combinatie van andere dranken.

Hiertoe verschaft de uitvinding een dergelijk apparaat, waarbij de koffiebereidingsinrichting is ingericht voor het bereiden van koffie door het door een 25 hoofdzakelijk gesloten extractiehouder voor gemalen koffie heen dringen van verhit water. Hierdoor wordt het mogelijk heet water voor bijvoorbeeld thee te kunnen bereiden in combinatie met ‘padkoffie’, espresso of andere koffiesoorten die met behulp van afgesloten extractiehouders worden bereid. Hierbij wordt opgemerkt dat bij het bereiden van koffie door middel van een afgesloten extractiehouder veelal, doch niet 30 uitsluitend, gebruik wordt gemaakt van porties water; de voordelen van het op deze wijze bereiden van koffie blijken immers het beste bij portie-gewijze bereiding. Het is echter eveneens mogelijk met dergelijke afgesloten extractiehouders in één keer een grotere hoeveelheid koffie, bijvoorbeeld een kan te bereiden, waarbij een desbetreffende dimensionering van een extractiehouder en waterbereidingsinrichting wordt 2 verondersteld. Dit is in tegenspraak met het bereiden van filterkoffie waarbij steeds een aantal koppen koffie tegelijkertijd wordt bereid. Voorts vormt een filter, zoals dat bij het bereiden van koffie wordt gebruikt, een open extractiehouder.

5 Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is de waterbereidingsinrichting ingericht voor het aan een tweede extractiehouder voor gemalen koffie toevoeren van het hete water en vormt de combinatie van de waterbereidingsinrichting en de tweede extractiehouder een tweede koffiebereidingsinrichting. Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk tegelijkertijd met twee koffiebereidingsinrichting koffie te bereiden hetgeen de 10 capaciteit vergroot.

Volgens een specifieke uitvoeringsvorm is de tweede koffiebereidingsinrichting ingericht voor het op een andere wijze dan de eerste koffiebereidingsinrichting bereiden van koffie. Met behulp van deze maatregelen is het mogelijk koffie volgens twee 15 verschillende bereidingswijzen te bereiden, bijvoorbeeld filterkoffie en ‘padkoffie’ of filterkoffie en espresso. In afhankelijkheid van het tijdstip van de dag bestaat immers wel behoefte aan koffie van verschillende soort; zo drinkt men veelal ’s morgens filterkoffie en ’s avonds na het diner espresso. Andere combinaties worden geenszins uitgesloten.

20

In overeenstemming met de voorgaande uitvoeringsvorm verschaft een meer specifieke uitvoeringsvorm inderdaad de maatregel dat de tweede koffiebereidingsinrichting is ingericht voor het bereiden van filterkoffie. Hierbij kan de eerste koffiebereidingsinrichting zijn ingericht voor het bereiden van espresso, ‘padkoffie’, 25 ‘podkoffie’ of capsulekoflfie.

Alhoewel de smaak van filterkoffie en door een hoofdzakelijk gesloten extractiehouder bereide koffie sterk afwijkt, bestaan er evenzeer verschillen tussen verschillende soorten door een hoofdzakelijk gesloten extractiehouder bereide koffie. Volgens een verdere 30 voorkeursuitvoeringsvorm zijn beide koffiebereidingsinrichtingen ingericht voor het naar een hoofdzakelijk gesloten extractiehouder leiden van water.

In verband met het succes van ‘padkoffie’ en de daaruit voortvloeiende grote beschikbaarheid van ‘pads’, wordt veel vraag verwacht naar een apparaat dat is 3 ingericht voor het bereiden van ‘padkoffie’ of ‘podkoffie’ en dat de hoofdzakelijk gesloten extractiehouder is ingericht voor het bevatten van een ‘pad’ of‘pod’. ‘Pads’ zijn met gemalen koffie gevulde ‘kussentjes’ van voor water doordringbaar materiaal, die onder andere worden toegepast van apparaten van het type ‘Senseo’® Onder ‘pods’ 5 worden soortgelijke kussentjes verstaan welke grotere aftnetingen hebben en welke al geruime tijd verkrijgbaar zijn, evenals de daartoe geschikte apparaten. Overigens kan de inrichting zijn ingericht voor het zowel bereiden van ‘padkoffie’ als ‘podkoffie’. Ook combinaties van een van deze koffiesoorten en capsulekoffie en espresso zijn zeer goed mogelijk.

10

Vele koffiedrinkers stellen prijs op capsulekoffie. Capsules worden onder andere toegepast onder de naam ‘Nespresso’®. Hierbij is een metalen capsule gevuld met gemalen koffie. Het gebruik van een metalen capsule vermindert de zeker voorheen frequente afdichtingproblemen als gevolg van de hoge drukken van espressomachines.

15 Dit systeem leent zich uitstekend voor de bereiding van koffie met espressosterkte. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is tenminste een van de koffiebereidingsinrichtingen ingericht voor het bereiden van capsulekoffie en is de hoofdzakelijk gesloten extractiehouder ingericht voor het bevatten van een capsule. De inrichting kan zijn ingericht voor het eveneens bereiden van espresso.

20

Om ook de drinkers van op klassieke wijze bereide espressokoffïe te kunnen bedienen, verschaft weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm de maatregel dat tenminste een van de koffiebereidingsinrichtingen is ingericht voor het bereiden van espresso en dat de inrichting is ingericht voor het onder druk naar de houder toevoeren van water.

25

Het bereiden van koffie en andere op heet water gebaseerde dranken vereist in het algemeen water met verschillende temperatuur. In verband met de betere oplosbaarheid, is in het algemeen voor thee, soep en warme chocoladedrank een hogere watertemperatuur vereist dan voor de bereiding van koffie. Een hoge watertemperatuur 30 bij de bereiding van koffie leidt immers tot het - ongewenst - oplossen van bittere stoffen uit de gemalen koffiebonen. Een hierop toegespitste voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de inrichting is ingericht voor het bereiden van heet water met tenminste een eerste temperatuur en van een tweede temperatuur, waarbij de tweede temperatuur hoger is dan de eerste temperatuur.

4

Om de kostprijs van de inrichting zo klein mogelijk te houden, kan worden volstaan met een enkele waterverwarmingsinrichting die is ingericht voor het verwarmen van water tot de eerste temperatuur. Voor het verschaffen van water met de tweede, hogere 5 temperatuur, wordt dan gebruik gemaakt van een hulpverwarmings-inrichting voor het verwarmen van het uit de waterverwarmingsinrichting afkomstige water van de eerste temperatuur naar de tweede temperatuur.

Voor het leveren van water met een optimale temperatuur voor het bereiden van koffie 10 en op heet water gebaseerde dranken zoals thee, verschaft een bijzonderde voorkeursuitvoeringsvorm de maatregel dat de inrichting is ingericht voor het verwarmen van water met de eerste temperatuur tussen 92°C en 94°C en dat de inrichting is ingericht voor het verwarmen van water met tweede temperatuur tussen 94°C en 98°C. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van afzonderlijke water-15 verwarmingsinrichtingen maar eveneens van de hierboven toegelichte combinatie van een waterverwarmingsinrichting en een hulpwaterverwarmingsinrichting.

Een klassiek filterkoffieapparaat is ingericht voor het tegelijkertijd bereiden van een aantal kopjes koffie. In het algemeen zijn apparaten die gebruik maken van een 20 hoofdzakelijk afgesloten extractiehouder ingericht voor het kopje voor kopje, oftewel portiegewijs bereiden van koffie. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting dan ook ingericht voor het zowel portiegewijs als in grotere hoeveelheden afleveren van heet water.

25 Bij voorkeur omvat de inrichting tenminste een eerste en een tweede afneembaar waterreservoir. Hiermee wordt het herhaaldelijk vullen van het waterreservoir, dat door veel gebruikers als hinderlijk wordt ervaren, voorkomen, terwijl bovendien een enkel groot, en gevuld zwaar en lastig te hanteren reservoir wordt vermeden. Hierbij is het mogelijk de eerste koffiebereidingsinrichting met het eerste waterreservoir te verbinden 30 en de tweede koffiebereidingsinrichting met het tweede waterreservoir te verbinden, maar het heeft de voorkeur wanneer de inrichting is ingericht voor het na het ledigen van een van de reservoirs gebruiken van het resterende reservoir, in het bijzonder doordat de inrichting is ingericht voor het aanvankelijk ledigen van het eerste reservoir en voor het vervolgens ledigen van het tweede reservoir. Uiteraard wordt de 5 mogelijkheid niet uitgesloten dat de waterreservoirs onderling zijn verbonden zodat het water uit beide reservoirs wordt afgenomen. De reservoirs kunnen elk aan een zijde van de inrichting zijn geplaatst, in het bijzonder wanneer de inrichting een rechthoekige configuratie heeft, maar het is evenzeer mogelijk dat een of beide reservoirs aan de 5 voorzijde van de inrichting zijn geplaatst. In het bijzonder wanneer het reservoir een cilindrische configuratie heeft, kan dit goed passen in het uiterlijk van de gehele inrichting. Ook het gebruik van meer dan twee, zoals drie, vier of meer waterreservoirs is mogelijk.

10 In afhankelijkheid van de positionering van de reservoirs, in het bijzonder van het niveau van de reservoirs ten opzichte van dat van de boilers, kan het noodzakelijk zijn een of twee opvoerpompen toe te passen voor het van het reservoir naar de boiler pompen van het water. Het is echter eveneens mogelijk gebruik te maken van een boiler die is ingericht voor het onder druk verwarmen van water. In dat geval zal de 15 pomp stroomopwaarts van de boiler zijn geplaatst. Deze pomp kan dan eveneens functioneren als opvoerpomp. Bij de boiler voor het theewater is dit mogelijk doch niet noodzakelijk. Wanneer dan ook een aparte boiler voor theewater wordt gebruikt, behoeft deze niet te zijn ingericht voor het verwarmen van water onder druk, hetgeen de productiekosten reduceert.

20

Bij voorkeur omvat de inrichting tenminste een drukpomp en is tenminste een van de drukpompen ingericht voor het van een van de waterverwarmingsinrichtingen naar een koffiereservoir dringen van water en is de drukpomp ingericht voor het opwekken van tenminste twee verschillende drukken. Hierbij wordt in het bijzonder, doch niet 25 uitsluitend gerefereerd aan de uitvoeringsvormen waarbij een van de koffiebereidingsinrichtingen is ingericht voor het verwerken van water onder druk en de andere koffie- of waterbereidingsinrichting is ingericht voor het drukloos verwerken van verwarmd water.

30 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting voorzien van een afneembare staafschuimer. Deze staafschuimer wordt gebruikt voor het opschuimen van de melk op een kopje cappuccino. De constructie van deze staafschuimer kan voor een groot deel overeenkomen met die van op zichzelf bekend staafmixers. In plaats van een roteerbaar mesje of schoep, is de staafschuimer aan zijn as voorzien van een soort garde of een 6 ander bewerkingsorgaan dat is ingericht voor het opkloppen van melk door het in de melk brengen van lucht opdat schuim ontstaat. Dit mechanisme werkt optimaal wanneer het bewerkingsorgaan zich bevindt op het grensvlak tussen melk en lucht. Het is gemakkelijk om de staafschuimer met zijn onderrand op het kopje te plaatsen. Dan kan 5 de gebruiker niet meer zien of het bewerkingsorgaan zich op het goede niveau, op het grensvlak tussen lucht en melk bevindt. Het is dan ook aantrekkelijk de hoogte van dit bewerkingsorgaan te kunnen verstellen, door aan de buitenzijde van het huis van de staafschuimer een hefboom aan te brengen waarmee de hoogte van het bewerkingsorgaan kan worden ingesteld en veranderd. Hiermede kan, wanneer de 10 staafschuimer op de kop is geplaatst, de hoogte van het bewerkingsorgaan worden gekozen op het meeste effectieve niveau opdat gemakkelijk een mooie schuimlaag ontstaat. Ook kan het bewerkingsorgaan zo zijn geconstrueerd dat het in hoogte op en neer kan worden bewogen.

15 Voor het voeden van de losmaakbare staafschuimer kan gebruik worden gemaakt van een snoer, zoals bij een staafmixer volgens de stand van de techniek, maar het is eveneens mogelijk dat gebruik wordt gemaakt van batterijen, die bij voorkeur worden opgeladen wanneer de staafschuimer zich op zich positie op de inrichting volgens de uitvinding bevindt. Een aantrekkelijke uitvoeringsvorm maakt gebruik van oplaadbare 20 batterijen welke in de staafschuimer zijn opgenomen en welke oplaadbaar zijn door middel van een op inductie gebaseerd overdrachtselement voor elektrische energie, zoals dit wel wordt toegepast bij elektrische tandenborstels.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de 25 bijgaande tekeningen, waarin voorstellen:

Fig IA: een blokschema van de belangrijkste componenten van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Fig 1B: een blokschema van de belangrijkste componenten van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; 30 Fig 1C: een blokschema van de belangrijkste componenten van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Fig 1D: een blokschema van de belangrijkste componenten van een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding; 7

Fig IE: een blokschema van de belangrijkste componenten van een vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Fig 2: een schematisch perspectivisch aanzicht van eerste specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding; en 5 Fig 3: een schematisch perspectivisch aanzicht van een tweede specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Zoals in de aanhef reeds is gesteld, betreft de onderhavige uitvinding een inrichting voor het bereiden van koffie en in het bijzonder een inrichting voor het op een eerste 10 wijze en een van deze eerste wijze verschillende tweede wijze bereiden van koffie.

Hierbij omvat de uitvinding eveneens een inrichting voor het bereiden van koffie en een andere op heet water gebaseerde drank, waarbij hier als bereidingwijze voor koffie een filter wordt uitgesloten omdat dit reeds tot de stand van de techniek behoort.

15 Het in figuur IA getoonde blokschema omvat een bij voorkeur afneembaar waterreservoir ldat door middel van een opvoerpomp 2 verbonden is met een boiler 3, die als waterverwarmingsinrichting fungeert. De opvoerpomp 2 dient slechts voor het van het waterreservoir 1 naar de boiler 3 toe voeren van het water. Wanneer het waterreservoir 1 op een hoge positie is geplaatst, kan de opvoerpomp 2 worden 20 weggelaten. Aansluitend op de boiler 3 is een pomp 4 aangesloten voor het onder druk via een eerste afsluiter 7 aan een eerste koffiebereidingsinrichting 5 en via een tweede afsluiter 8 aan een tweede koffiebereidingsinrichting 6 toevoeren van heet water. Elk van de koffiebereidingsinrichtingen 5, 6 is verbonden met een uitloop 9, respectievelijk 10. Het zal de vakman duidelijk zijn dat de inrichting volgens de uitvinding tevens een 25 niet in de tekeningen weergegeven besturingsorgaan en bedieningsorganen omvat voor het besturen van de diverse functies van de hierboven toegelichte onderdelen. De functionaliteit zal duidelijk zijn voor een vakman op het desbetreffende gebied. Deze configuratie is bijvoorbeeld geschikt voor espresso en padkoffie, te weten zetmethoden waarbij een relatief hoge druk is vereist.

30

De in figuur 1B weergegeven uitvoeringsvorm wijkt af door de aanwezigheid van twee waterreservoirs 21, 22 in plaats van een enkel waterreservoir 1 en die elk met de opvoerpomp 23 zijn verbonden en voorts door het feit dat de boiler 24 verbonden is met een eerste pomp 25, die is verbonden met een eerste koffiebereidingsinrichting 26 en 8 een tweede pomp 27, die is verbonden met een tweede koffiebereidingsinrichting 28. Beide koffiebereidingsinrichtingen 26, 28 zijn verbonden met een uitloop 29 respectievelijk 30. Deze configuratie is geschikt voor het bereiden van enerzijds koffie die een hoge druk vereist, zoals espresso, en anderzijds voor koffie met een lage druk, 5 zoals filterkoffie. Uiteraard is deze laatste ook geschikt voor het bereiden van heet water voor thee, chocolade of soep.

De in figuur 1C getoond configuratie wijkt af van de in figuur 1B getoonde configuratie door de andere waterverwarmingsinrichting. Deze omvat een boiler 33, die geschikt 10 voor het bereiden van water met een relatief lage temperatuur, zoals benodigd voor het zetten van padkoffie. Deze boiler 33 is dan ook via een pomp 34 direct gekoppeld met een desbetreffende koffiebereidingsinrichting 35 die verbonden is met uitloop 36. De boiler 33 is eveneens via een hulpwaterverwarmingsinrichting 37 en een pomp 38 verbonden met de koffiebereidingsinrichting 39, die met een uitloop 40 is verbonden.

15 Hierbij verhoogt de hulpwaterverwarmingsinrichting 37 de temperatuur van het water tot een geschikte temperatuur voor het zetten van espresso of thee.

De in figuur 1D getoonde configuratie omvat twee waterreservoirs die zijn ingericht voor het aanvankelijk legen van het eerste waterreservoir en het vervolgens legen van 20 het tweede waterreservoir. Overigens komt deze uitvoeringsvorm overeen met de in figuur IA getoonde uitvoeringsvorm.

Ten slotte toont figuur IE een configuratie van twee afzonderlijke inrichtingen die tezamen in een enkele apparaat zijn opgenomen waardoor wel de voordelen van de 25 onderhavige uitvinding met betrekking tot de combinatie van de apparaten worden verkregen, terwijl beide inrichtingen toch kunnen worden geoptimaliseerd op het betreffende kofïïezetproces. De eerste inrichting omvat een waterreservoir 51, een opvoerpomp 52, een boiler 53, een pomp 54 voor het opwekken van druk, een koffiebereidingsinrichting 55 en een uitloop 56. De tweede inrichting omvat een 30 waterreservoir 57, een pomp 58, die is ingericht voor het opwekken van de voor het zetproces vereiste druk, een boiler 59, een bestuurbare klep 60, een koffiebereidingsinrichting 61 en een uitloop 62.

9

Het zal duidelijk zijn dat de maatregelen uit de diverse uitvoeringsvormen onderling kunnen worden gecombineerd.

In figuur 2 is een in zijn geheel met 70 aangeduide gecombineerde koffiezetinrichting 5 getoond die voorzien is van een inrichting voor het zetten van espresso en het zetten van filterkoffie. Voorts omvat de inrichting een eerste waterreservoir 71 en een tweede waterreservoir 72. Voor het zetten van espresso is een extractiehouder 73 aangebracht die op op zich bekende wijze door middel van een bajonetsluiting onder aan een desbetreffend deel 74 van de inrichting kan worden bevestigd. Hiertoe is de afneembare 10 houder 73 voorzien van een handgreep 75. Onder de extractiehouder 73 is een ruimte 76 gevormd voor het plaatsen van een koffiekopje. Voorts in een filterhouder 77 aangebracht met daaronder een plaats 78 voor het plaatsen van een koffiekan of een koffiekopje.

15 Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm van een gecombineerde koffïezetinrichting 80, die eveneens van twee op een andere wijze gerangschikte waterreservoirs 81, 82 is voorzien. Aan de voorzijde is een eerste koffiebereidingsinrichting 83 voor het zetten van capsulekoffie geplaatst. Deze inrichting omvat een automatische lade 84 waarin de capsule kan worden geplaatst en een daaronder aangebracht ruimte 85 voor een 20 koffiekopje. Daarnaast is een tweede koffiebereidingsinrichting 86 aangebracht voor het bereiden van padkoffie. Hiertoe is een houder 87 aangebracht voor de pad met een daarop aansluitend, naar boven kantelbaar deksel 88, dat met en handgreep 88 bedienbaar is. Onder de houder 87 is een ruimte voor het plaatsen van een koffiekopje aangebracht.

25

Het zal duidelijk zijn dat dit slechts een willekeurige uitvoeringsvorm toont en dat talloze andere mogelijkheden aanwezig zijn voor zowel de combinatie van soorten koffie of andere op heet water gebaseerde dranken die met een dergelijk apparaat kunnen worden bereid, voor de technische uitvoering daarvan, als voor de 30 rangschikking van de componenten en het uiterlijk van een dergelijke inrichting.

Claims

1. Inrichting voor het bereiden van koffie en een andere op heet water gebaseerde drank, omvattende: 5. een koffiebereidingsinrichting voor het bereiden van koffie; en - een waterbereidingsinrichting voor het bereiden van heet water, met het kenmerk, dat de koffiebereidingsinrichting is ingericht voor het bereiden van koffie door het door een hoofdzakelijk gesloten extractiehouder voor gemalen koffie heen dringen van verhit water.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de waterbereidingsinrichting is ingericht voor het aan een tweede extractiehouder voor gemalen koffie toevoeren van het hete water en dat de combinatie van de waterbereidingsinrichting en de tweede extractiehouder een tweede 15 koffiebereidingsinrichting vormt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tweede koffiebereidingsinrichting is ingericht voor het op een andere wijze dan de eerste koffiebereidingsinrichting bereiden van koffie. 20

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de tweede koffiebereidingsinrichting is ingericht voor het bereiden van filterkoffie.

5. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat beide 25 koffiebereidingsinrichtingen zijn ingericht voor het naar een hoofdzakelijk gesloten extractiehouder leiden van water.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat tenminste een van de koffiebereidingsinrichtingen is ingericht voor het bereiden van pad-koffie of pod-koffie 30 en dat de hoofdzakelijk gesloten extractiehouder is ingericht voor het bevatten van een pad of pod.

7. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat tenminste een van de kofïïebereidingsinrichtingen is ingericht voor het bereiden van capsulekofFie en dat de hoofdzakelijk gesloten extractiehouder is ingericht voor het bevatten van een capsule.

8. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat tenminste een van de kofïïebereidingsinrichtingen is ingericht voor het bereiden van espresso en dat de inrichting is ingericht voor het onder druk naar de houder toevoeren van water.

9. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat 10 de inrichting is ingericht voor het bereiden van heet water met tenminste een eerste temperatuur en van een tweede temperatuur, waarbij de tweede temperatuur hoger is dan de eerste temperatuur.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de inrichting een 15 waterverwarmingsinrichting voor het bereiden van water met een eerste temperatuur omvat en een hulpverwarmingsinrichting voor het verwarmen van het water van de eerste temperatuur naar de tweede temperatuur.

11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de inrichting is 20 ingericht voor het verwarmen van water met de eerste temperatuur tussen 92°C en 94°C en dat de inrichting is ingericht voor het verwarmen van water met tweede temperatuur tussen 94°C en 98°C.

12. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusie, met het kenmerk, dat de 25 inrichting is ingericht voor het zowel portiegewijs als in grotere hoeveelheden afleveren van heet water.

13. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting ten minste twee afneembare waterreservoirs omvat. 30

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de inrichting twee verwarmingsinrichtingen omvat en dat elk van de verwarmingsinrichtingen is ingericht voor het uit beide reservoirs afhem en van water.

15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de inrichting is ingericht voor het aanvankelijk ledigen van een eerste reservoir en het vervolgens ledigen van een tweede reservoir.

16. Inrichting volgens een van de conclusies 13-15, met het kenmerk, dat de inrichting een opvoerpomp omvat voor het naar de verwarmingsinrichting voeren van het van een reservoir afkomstige water.

17. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat 10 de inrichting tenminste een drukpomp omvat en dat de tenminste een van de drukpompen is ingericht voor het van een van de waterverwarmingsinrichtingen naar een kofïïereservoir dringen van water en dat de drukpomp is ingericht voor het opwekken van tenminste twee verschillende drukken.

18. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een afneembare staafschuimer.