NL2000456C1 - Inrichting voor het aansluiten van apparaten op optische vezels en werkwijze voor het vormen van een dergelijke inrichting. - Google Patents

Inrichting voor het aansluiten van apparaten op optische vezels en werkwijze voor het vormen van een dergelijke inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2000456C1
NL2000456C1 NL2000456A NL2000456A NL2000456C1 NL 2000456 C1 NL2000456 C1 NL 2000456C1 NL 2000456 A NL2000456 A NL 2000456A NL 2000456 A NL2000456 A NL 2000456A NL 2000456 C1 NL2000456 C1 NL 2000456C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
connector
user module
fiber
guide means
complementary connector
Prior art date
Application number
NL2000456A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerard Nicolaas Van Den Hoven
Pierre Jean Johannes Stassar
Jacobus Henricus Wilhelmus Ven
Frank Edward Brekelmans
Original Assignee
Genexis B V
Bti Bremi Teletronica Ind B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Genexis B V, Bti Bremi Teletronica Ind B V filed Critical Genexis B V
Priority to NL2000456A priority Critical patent/NL2000456C1/nl
Priority to EP08100418.6A priority patent/EP1950590B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2000456C1 publication Critical patent/NL2000456C1/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/36Mechanical coupling means
    • G02B6/38Mechanical coupling means having fibre to fibre mating means
    • G02B6/3807Dismountable connectors, i.e. comprising plugs
    • G02B6/3897Connectors fixed to housings, casing, frames or circuit boards
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/44Mechanical structures for providing tensile strength and external protection for fibres, e.g. optical transmission cables
    • G02B6/4439Auxiliary devices
    • G02B6/444Systems or boxes with surplus lengths

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Light Guides In General And Applications Therefor (AREA)
  • Mechanical Coupling Of Light Guides (AREA)

Description

Inrichting voor het aansluiten van apparaten op optische vezels en werkwijze voor het vormen van een dergelijke inrichting.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING 5
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aansluiten van apparaten op optische vezels, in welke inrichting van vezels ontvangen signalen met behulp van gebruikersmodules worden omgezet in voor de genoemde apparaten geschikte signalen waarbij in gemonteerde toestand de inrichting een gesloten doosvormige eenheid vormt die 10 de tenminste ene gebruikersmodule omvat en waarbij de tenminste ene gebruikersmodule voorzien is van een connector waarmee een complementaire connector die voorzien is van een optische vezel verbonden is.
Een dergelijke inrichting vormt een eindstation (termination) van een lichtgeleidend vezelnetwerk dat zeer geschikt is om grote hoeveelheden informatie met 15 grote snelheid te transporteren. Aanvankelijk werden optische vezels voornamelijk gebruikt voor transport tussen centrales en distributie stations vanwaar door conversie verkregen elektrische signalen naar gebruikers in een woning of kantoor werden getransporteerd. Om een maximaal gebruik te kunnen maken van de capaciteit van een lichtgeleidend-vezel netwerk, moeten de glasvezels doorlopen tot in zo'n woning of 20 kantoor en moet daar een inrichting van de in de aanhef genoemde soort worden aangebracht, via welke een of meer diensten aangeboden kunnen worden. In deze inrichting worden dan de na conversie verkregen elektrische signalen naar afzonderlijke apparaten geleid. Een dergelijke inrichting wordt ook wel aangeduid als een vezel-naar-het-huis station of FttH (Fiber to the Home) terminal. De genoemde diensten kunnen 25 bijvoorbeeld een telefoon aansluiting, een TV en/of radioaansluiting zijn of data uitwisseling betreffen zoals een aansluiting op Internet.
Een dergelijke inrichting moet geschikt zijn voor verschillende gebruikers met verschillende wensen, dat wil zeggen dat een gebruiker zelf kan beslissen van welke aangeboden diensten hij gebruik wil maken. De inrichting dient gemakkelijk aan te passen 30 te zijn aan de wensen van de gebruiker en/of de aanbieder van de diensten. Verder moet de inrichting goed beveiligd zijn zodat een gebruiker alleen van diensten gebruik kan maken waartoe hij geautoriseerd is. De inrichting moet bovendien klein en licht zijn en gemakkelijk op diverse plaatsen aan te brengen zijn.
2
Een dergelijke inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US 6,058,235 dat op 2 Mei 2000 is gepubliceerd. Daarin is (zie fig. 5) getoond hoe een PCB (= Printed Circuit Board) achtige gebruikersmodule 24 in een daarop passend deel van de inrichting geschoven wordt. Daarbij wordt (zie fig. 1) aan de achterzijde een elektrisch 5 contact gemaakt tussen PCB en de inrichting. Aan de bovenzijde van module 24 bevindt zich een connector deel 26,28 en daarop is (zie weer fig. 5) een corresponderende connector 74,76 aangesloten die met een glasvezel 73,75 verbonden is die weer afkomstig is uit een fiber-kabelboom 72.
Een bezwaar van de bekende inrichting is dat deze relatief duur is in het gebruik.
10 Zo zal een consument die uitbreiding van zijn dienstenpakket) wenst daartoe een tweede, derde etc gebruikersmodule in gebruik moeten nemen. Het is van voordeel voor de aanschafprijs van de inrichting als een dergelijke module niet reeds vanaf het begin in de inrichting aanwezig is. Tevens wordt daarmee het tegengaan van ongeoorloofd afhemen van diensten vergemakkelijkt. In de geschetste situatie zal de consument/gebruiker die bij 15 zijn provider vraagt om een aanvullende dienst bezoek krijgen van een monteur die de betreffende module in de zich bij de consument/gebruiker bevindende inrichting installeert. Hieraan zijn allerlei bezwaren verbonden zoals het relatief duur zijn van de installatie van de aanvullende module.
20 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een doel van de onderhavige uitvinding is dan ook een dergelijke inrichting te verschaffen die relatief goedkoop is, en die in het bijzonder relatief goedkoop van een - al dan niet additionele - gebruikersmodule voorzien kan worden.
25 Daartoe heeft een inrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding het kenmerk dat de inrichting voorzien is van geleidingsmiddelen die zich na het in de eenheid plaatsen van de tenminste een gebruikermodule bevinden tegenover de connector van de tenminste ene gebruikersmodule en met behulp waarvan het geleiden van de complementaire connector naar de connector als mede het daarmee verbinden tenminste 30 deels gemechaniseerd is gemaakt.
De uitvinding berust allereerst op het inzicht dat het in gebruik nemen van een - al dan niet additionele - module het inschakelen vereist van een monteer in verband met het verbinden van zo'n module met een glasvezel connector. Dit vanwege het kwetsbare karakter van een glasvezel en de daarbij behorende onderdelen zoals een complementaire 3 connector. Dit op zijn beurt hangt weer samen met het feit dat gebruikers of consument daarmee niet vertrouwd zijn. De uitvinding bemst verder op het inzicht dat het lastig is om, bij het inbrengen van de gebruikersmodule in de eenheid, bijvoorbeeld tegelijkertijd en parallel aan een elektrische connectie tevens een optische connectie te creëren. Dit hangt 5 samen met het feit dat een elektrische en een optische connectie heel verschillende toleranties met zich meebrengen, waarbij met name een optische connectie zeer kritisch is en zeer nauw luistert. Verder is een gebruikersmodule relatief groot terwijl een glasvezel connector relatief klein is en reeds om die reden is het steken van de gebruikersmodule op een vast opgestelde glasvezel connector niet goed mogelijk. Indien bij het inbrengen van 10 de gebruikersmodule ook nog een - in de stand van de techniek getoonde - elektrische koppeling van die module met een elektrische contra steker gewenst is, dan wordt e.e.a. nog veel lastiger. Het inbrengen van de module kan mislukken of er kan schade bij ontstaan. Tot slot berust de uitvinding op het inzicht dat het aanbrengen van geleidingsmiddelen voor de complementaire connector het tot stand brengen van een 15 koppeling tussen de glasvezel (connector) en de connector van de gebruikersmodule zo sterk vergemakkelijkt dat een gebruiker of consument dat zelf kan doen zonder dat een monteur ingeschakeld behoeft te worden. Immers, e.e.a. impliceert dat dan een klein onderdeel (de vezel connector) op een groot onderdeel (de module) wordt gestoken in plaats van andersom. Dat betekent dat aan de eisen van de nauwkeurigheid van de 20 onderdelen en de koppelingshandelingen geringere eisen gesteld hoeven te worden.
Gebruiksgemak en prijs van het gebruik van de inrichting volgens de uitvinding nemen daardoor in belangrijke mate toe.
De geleidingsmiddelen kunnen zo uitgevoerd zijn dat een gebruiker of consument gemakkelijk met de hand de gewenste koppeling tussen vezel connector en 25 gebruikersmodule connector tot stand kan brengen. Dit betekent dus dat deze koppeling tenminste deels gemechaniseerd is. Verdergaande mechanisatie behoort tot de mogelijkheden van een inrichting volgens de uitvinding. Zo kan de verplaatsing en koppeling ook met een in de geleidingsmiddelen aangebrachte veer uitgevoerd worden. De veer kan van een borging voorzien worden die door middel van een eenvoudige druk 30 beweging met een vinger door de gebruiker of consument vrijgemaakt wordt. Eventueel kan het opheffen van de borging ook teweeg gebracht worden door het enkele inbrengen van de (additionele) gebruikersmodule in de eenheid. De aankoppeling van een vezel aan deze module is dan als het ware volledig gemechaniseerd.
4
In een voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding omvatten de geleidingsmiddelen een rail waaraan de complementaire connector met de glasvezel gekoppeld is. Op die manier ligt de richting van de verplaatsing van de complementaire connector met de vezel vast en zijn ten opzichte van de richting laterale verplaatsingen 5 onderdruk of althans beperkt. Hetzelfde geldt voor een hoekverandering van de vezel connector ten opzichte van de gebruikersmodule connector.
De rail kan bijvoorbeeld I-vormig zijn waarbij zich een bovendeel van de I-vorm bevindt in een corresponderende uitsparing in de complementaire connector. Bij voorkeur is de rail buisvormig en bevindt de complementaire connector met de vezel zich daarin en 10 is de buisvormige rail aan tenminste een langszijde voorzien van een spieetvormige opening waardoor de complementaire connector toegankelijk is voor bijvoorbeeld de vinger van een hand waarmee deze connector dan door de rail verplaatst kan worden.
In een gunstige variant omvatten de geleidingsmiddelen een klemlichaam waarin de complementaire connector met de vezel is opgenomen, dat voorzien is van een als 15 handgreep fungerend uitsteeksel dat via de spieetvormige opening uit de buisvormige rail steekt en dat glijdend in de rail past. Op die manier kan met een enkele spieetvormige opening toch nog gemakkelijk de gewenste verplaatsing van de vezel connector plaats vinden.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm zijn de geleidingsmiddelen op een plaat 20 bevestigd die een afdekplaat vormt voor een compartiment van de eenheid waarbinnen zich een lusvormig deel van de vezel bevindt. Op die manier kan met een enkel onderdeel voorzien zijn in de geleidingsfunctie als ook in de bescherming van een of meer lussen die in de glasvezel aanwezig zijn. De glasvezel kan vanuit de ruimte onder de afdekplaat eenvoudig via een ter plaatse van de geleidingsmiddelen daarin aanwezige opening naar de 25 complementaire connector gevoerd zijn.
Bij voorkeur is de afdekplaat losmaakbaar en scharnierend aan de eenheid bevestigd is. Aldus is de inrichting relatief eenvoudig en ook geschikt voor initiële of andere bijzondere preparing (reparatie of vervanging van fiber of een las daarin) door een monteur. Door de afdekplaat met een zegel te vergrendelen aan de rest van de eenheid kan 30 eenvoudig voorkomen worden dat een gebruiker of consument zich toegang verschaft tot het glasvezel compartiment. In elk geval kan het verbroken zegel worden waargenomen.
De van de rail voorzien afdekplaat kan uit een stuk vervaardigd zijn en van kunststof zijn, bij voorkeur van een (enigszins) transparante kunststof.
5
Een belangrijke uitvoeringsvorm heeft het kenmerk dat de doosvormige eenheid een verder compartiment bevat waarin zich meerdere gebruikersmodules voor de aan te sluiten apparaten bevinden die daarin afzonderlijk plaatsbaar en verwijderbaar zijn en dat voor elke gebruikersmodule een afzonderlijke apparaat connector bevat en voor de 5 connector van elke gebruikersmodule zich geleidingsmiddelen bevinden. Bij voorkeur bevinden zich - in projectie gezien - het glasvezel compartiment met daarop de van de geleidingsmiddelen voorziene afdekplaat en het verder compartiment met de gebruikers modules naast elkaar.
Bij voorkeur zijn de geleidingsmiddelen eveneens bruikbaar zijn bij het losmaken 10 van het complementaire connector van de connector van de tenminste ene gebruikersmodule. Aldus kan een module ook weer gemakkelijk definitief of ter reparatie of ter vervanging door een geavanceerdere vervangen worden.
De geleidingsmiddelen maken bij voorkeur een verplaatsing met de hand mogelijk van de complementaire connector van een eerste van de gebruikersmodule verwijderde 15 positie naar een tweede positie waarbij de complementaire connector op de connector steekt. De eerste positie zal tenminste zover van de (positie van de) gebruikersmodule moeten liggen dat deze gemakkelijk in de eenheid geplaatst of weer verwijderd kan worden. De geleidingsmiddelen zelf dienen zich ook tenminste op een zodanige afstand te bevinden dat (herjplaatsen of verwijderen van de module gemakkelijk mogelijk is. Dit 20 betekent in de praktijk dat zich de complementaire connector vooraf in geleidingsmiddelen bij voorkeur op een afstand van tenminste enkele millimeters ten opzichte van de connector positie bevindt. Typisch zal deze afstand met voordeel ongeveer enkele centimeters bedragen, terwijl een bovengrens van maximaal ca. tien centimeters mede bepaald wordt door de afmetingen van de eenheid of het compartiment. De precieze positie 25 van de module kan bijvoorbeeld bepaald worden door in een wand van de doos aanwezige uitsteeksels. Ook een constructie zoals bij de bekende inrichting behoort tot de mogelijkheden.
Evenals in de bekende inrichting kan een module bij plaatsing met voordeel ook elektrisch verbonden wordt met de inrichting. De modules kunnen bij opeenstapeling 30 telkens met elkaar verbonden worden door de aanwezigheid van geschikte (contra)connectoren. De onderste module die dan bij voorkeur een voedingseenheid omvat is dan wel elektrisch met de inrichting, althans met een daarin opgenomen spanningsaansluiting verbonden. De (elektrische) apparaat aansluitingen van de apparaten bevinden zich bij voorkeur in een zijwand van de doosvormige eenheid in de vorm van 6 daarin aanwezige openingen die toegang bieden tot een corresponderende elektrische signaal connector in elke gebruikersmodule.
Een werkwijze voor het vormen van een inrichting voor het aansluiten van apparaten op lichtgeleidende vezels in welke inrichting van optische vezels ontvangen 5 signalen met behulp van tenminste een gebruikersmodule worden omgezet in voor de betreffende apparaten geschikte signalen, waarbij in gemonteerde toestand de inrichting een doosvormige gesloten eenheid is die de tenminste ene gebruikersmodule omvat en waarbij de tenminste ene gebruikers module voorzien wordt van een connector waarmee een complementaire connector die van een vezel voorzien wordt verbonden wordt, heeft 10 volgens de uitvinding het kenmerk dat, de eenheid voorzien wordt van geleidingsmiddelen die zich na het in de eenheid plaatsen van de tenminste een gebruikermodule bevinden tegenover de connector van de tenminste ene gebruikersmodule en met behulp waarvan op een tenminste deels gemechaniseerde wijze de complementaire connector met de vezel naar de connector geleid wordt als mede daarmee verbonden wordt.
15
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk worden uit en toegelicht worden aan de hand van de hierna, bij wijze van voorbeeld, beschreven 20 uitvoeringsvormen. Daarbij wordt verwezen naar de tekeningen. Daarin tonen:
Figuur 1, in een boven aanzicht een uitvoeringsvorm van de inrichting in open toestand;
Figuur 2, in twee zij aanzichten de delen van een doos van deze inrichting gedurende de montage; 25 Figuur 3, in een bovenaanzicht een afdekplaat van deze inrichting;
Figuur 4, in twee zij aanzichten de afdekplaat van figuur 3, en
Figuur 5, in vier zijaanzichten en een bovenaanzicht een onderdeel van deze inrichting.
30 GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGEN
Figuur 1 toont, in een boven aanzicht een uitvoeringsvorm van een inrichting 10 volgens de uitvinding in gemonteerde toestand. Deze inrichting bevat een doos 11 waarvan de bodem gevormd wordt door een bodem-, of basis-, plaat 12 terwijl de bovenkant en de 7 zijkanten gevormd worden door een - niet in de tekening weergegeven deksel. De doos 11 heeft hier 3 compartimenten A,B,C die onderling door een van een of meer openingen voorziene wand of schot van elkaar gescheiden zijn. In het compartiment C komt een - niet in de tekening weergegeven - kabel die een aantal lichtgeleidende vezels bevat de doos 11 5 binnen. Van daaruit vertakt zich de kabel in een aantal glasvezels 1 die zich in compartiment A bevinden en daar via een aantal lussen in het rechterdeel van compartiment A via een opening aan de onderzijde van een doorzichtige afdekplaat 4 daaraan bevestigde geleidingsmiddelen 3 binnengaan. De geleidingsmiddelen 3 omvatten hier een (eveneens doorzichtig) buisvormige rail(s) 3A die zich bevinden tegenover een 10 connector deel 2A van een of meer gebruikersmodules 2 die zich in compartiment B van de doos 11 bevinden.
De geleidingsmiddelen 3 omvatten hier ook een klemdeel 3B dat zich in de buisvormige rail 3A bevindt en waarin een ferrule connector IA met daarin het uiteinde van een glasvezel 1 is opgenomen. De ferrule connector IA, hier van het SC (= Standaard 15 Connector of Subscriber Connector), is complementair aan het connector deel 2A van een module 2 en is daarop gestoken. Het klemdeel 3B is voorzien van een door een opening 17 in de zijwand van de rail 3A uitstekend deel waarmee de ferrule connector IA met de vezel 1 met de hand in de lengte richting van de rail 3A daarin heen en weer kan geschoven worden.
20 Figuur 2 toont in een twee zijaanzichten a,b van de inrichting 10 twee verschillende posities van het klemdeel 3B met de ferrule IA met de vezel 1. Zij aanzicht a toont de doos 11 met twee klemdelen 3B, elk met ferrule IA met vezel 1 en in een buis rail 3A, in een positie waarin deze ferrules IA niet zijn aangesloten op gebruikersmodules 2 die voorzien zijn van complementaire connectors 2A. In zij aanzicht b zijn de klemdelen 25 3B met de ferrules IA met vezel 1 met de hand naar links geschoven zodat de ferrules IA gestoken zijn in connectoren 2A van de gebruikersmodules 2 die aldus van optische signalen voorzien worden en gebruikt kunnen worden voor aansluiting van - niet in de tekening weergegeven - apparaten zoals een TV of een PC op gebruikersmodules 2.
Dankzij de hier getoonde constructie en werkwijze volgens de uitvinding, behoeft voor het 30 aansluiten van (additionele) gebruikersmodules 2 geen vakman/monteur bij de gebruiker/consument langs te komen maar kan de gebruiker/consument de deels gemechaniseerde in-gebruik-neem handelingen eenvoudig zelf met de hand uitvoeren. Daarbij is dan de kans op incorrecte aansluiting van een module 2 of beschadiging van een of meer onderdelen 8 van de inrichting 10, in het bijzonder de glasvezel 1 of een daarmee verbonden onderdeel IA afwezig of in elk geval heel klein.
Figuur 3 toont in een bovenaanzicht de van geleidingsmiddelen 3 voorziene afdekplaat 4 van de inrichting 10 van figuur 1. Deze zijn hier uit een stuk en met behulp 5 van spuitgieten vervaardigd van een (enigszins) transparante kunststof zoals ABS (= Acrylonitril Butadieen Styreen). Aan een zijkant van de afdekplaat 4 bevinden zich daarmee eveneens geïntegreerde schamierdelen 16 die klemmend in de inrichting 10 bevestigbaar zijn.
Figuur 4 toont in twee zij aanzichten a,b de afdekplaat 4 van figuur 3. Zijaanzicht a 10 vertoont een deel van compartiment B in afgesloten toestand waarbij een klemorgaan 18 zorgt voor vergrendeling van de afdekplaat 4 aan de bodemplaat 15 van de doos 11.
Dankzij schamierdelen 16 kan (zie zijaanzicht b) de afdekplaat open gedraaid worden waarbij de in dat deel van compartiment B aanwezige - niet in de tekening weergegeven -glasvezel delen toegankelijk zijn. De schamierdelen 16 zijn hier middels een - niet in de 15 tekening weergegeven - verdere klemverbinding aan de doos 1 uitneembaar bevestigd waardoor ook de gehele afdekplaat 4 met daaraan de geleidingsmiddelen 3 uit de inrichting 10 genomen kan worden. Wel is het zo dat de afdekplaat 4 bij voorkeur via een verzegelde vergrendeling aan de doos 11 bevestigd is om openen/verwijderen van de afdekplaat 4 door onbevoegden tegen te gaan of althans te signaleren.
20 Figuur 5 toont tenslotte in vier zijaanzichten en een bovenaanzicht een onderdeel 3B van de geleidingsmiddelen 3 van de inrichting 10 van dit voorbeeld. Het klemorgaan 3B dat van een uitsteeksel voorzien (zie zijaanzicht b) is heeft een U-vormige dwarsdoorsnede (zie bovenaanzicht e) en kan de ferrule IA met de glasvezel 1 (zie zijaanzicht a) klemmend omvatten (zie zijaanzichten c en d).
25 Voor nadere bijzonderheden met betrekking tot mogelijke uitvoeringen wordt hier verder verwezen naar een andere Nederlandse octrooiaanvrage van aanvraagster(s) die onder nummer NL 1026832 op 14 februari 2006 gepubliceerd is.
De uitvinding is hierboven beschreven aan de hand van voorkeursuitvoeringen daarvan. Zij die deskundig zijn in de techniek zullen zich realiseren dat vele wijzigingen en 30 veranderingen daarop kunnen worden aangebracht zonder de omvang van de bijgevoegde conclusies te buiten te gaan. Derhalve moeten dergelijke voorkeursuitvoeringen als illustratief in plaats van beperkend worden beschouwd, en mogen daaruit geen beperkingen worden opgevat anders dan zulke die in de bijgevoegde Conclusies uitdrukkelijk zijn verwoord.
9
Zo wordt opgemerkt dat de inrichting in diverse oriëntaties bij de gebruiker geïnstalleerd kan zijn zoals tegen een wand in een ten opzichte van de tekening over 90 graden gedraaide positie. De geleidingsmiddelen voor verschillende gebruikersmodules hoeven zich niet allemaal in de (ongeveer) dezelfde positie en/of richting te bevinden. De 5 begin- en/of eindpositie van de complementaire connector in de geleidingsmiddelen kunnen van een klik of signaal vergrendeling voorzien zijn. De vergrendeling in de eindpositie kan tevens als een verzegeling functioneren. De complementaire (optische) connector kan van beschermingskapje voorzien zijn dat of door de gebruiker met de hand weggehaald wordt of automatisch weggeklapt wordt bij het verplaatsen van de optische 10 connector in de geleidingsmiddelen.
Tot slot wordt opgemerkt dat de inrichting volgens de uitvinding ook voordelen biedt bij gebruik en bediening daarvan door een deskundige monteur.

Claims (12)

1. Inrichting (10) voor het aansluiten van apparaten op optische vezels (1) in welke inrichting van optische vezels (1) ontvangen signalen met behulp van 5 tenminste een gebruikersmodule (2) worden omgezet in voor de genoemde apparaten geschikte signalen, waarbij in gemonteerde toestand de inrichting (10) een doosvormige gesloten eenheid (11) vormt die de tenminste ene gebruikersmodule (2) omvat en waarbij de tenminste ene gebruikersmodule (2) voorzien is van een connector (2A) waarmee een complementaire connector (IA) die van een optische vezel (1) voorzien is verbonden is, 10 met het kenmerk dat, de inrichting (10) voorzien is van geleidingsmiddelen (3) die zich na het in de doosvormige eenheid plaatsen van de tenminste ene gebruikermodule (2) bevinden tegenover de connector (2A) van de tenminste ene gebruikersmodule (2) en met behulp waarvan het geleiden van de complementaire connector (IA) met de vezel (1) naar de connector (2A) als mede het daarmee verbinden tenminste deels gemechaniseerd is 15 gemaakt.
2. Inrichting (10) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen (3) een rail (3A) omvatten waaraan de complementaire connector (IA) met de glasvezel (1) gekoppeld is. 20
3. Inrichting (10) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de rail (3A) buisvormig is en de complementaire connector (IA) met de vezel (1) zich daarbinnen bevindt en de buisvormige rail (3A) aan tenminste een langszijde voorzien is van een spieetvormige opening waardoor de complementaire connector (IA) bereikbaar is voor verplaatsing met 25 de hand door de buisvormige rail (3A).
4. Inrichting (10) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen (3) een klemlichaam (3B) omvatten waarin de complementaire connector (IA) met de vezel (1) is opgenomen, dat voorzien is van een als handgreep fungerend uitsteeksel dat via 30 de spieetvormige opening uit de buisvormige rail (3A) steekt en dat glijdend in de rail (3A) past.
5. Inrichting (10) volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen (3) aan een plaat (4) bevestigd zijn die een afdekplaat vormt voor een compartiment (A) van de eenheid waarbinnen zich een lusvormig deel van de vezel (1) bevindt.
6. Inrichting (10) volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de af dekplaat 5 losmaakbaar en scharnierend aan de eenheid (11) bevestigd is.
7. Inrichting (10) volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de afdekplaat en de buisvormig rail (3A) van eenzelfde doorzichtige kunststof zijn.
8. Inrichting (10) volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doosvormige eenheid (11) een verder compartiment (B) bevat waarin zich meerdere gebruikersmodules (2) voor de aan te sluiten apparaten bevinden die daarin afzonderlijk plaatsbaar en verwijderbaar zijn en dat voor elke gebruikersmodule (2) een afzonderlijke apparaat connector bevat en voor de connector van elke gebruiksersmodule (2) zich 15 geleidingsmiddelen (3) bevinden.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het compartiment en het verder compartiment zich in projectie gezien naast elkaar bevinden.
10. Inrichting (10) volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen (3) eveneens bruikbaar zijn bij het losmaken van het complementaire connector (IA) van de connector (2A) van de tenminste ene gebruikersmodule (2).
11. Inrichting (10) volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 25 geleidingsmiddelen (3) een verplaatsing met de hand mogelijk maken van de complementaire connector (IA) van een eerste van de gebruikersmodule (2) verwijderde positie naar een positie waarbij de complementaire connector (IA) op de connector (2A) steekt.
12. Werkwijze voor het vormen van een inrichting (10) voor het aansluiten van apparaten op optische vezels (1) in welke inrichting (10) van optische vezels (1) ontvangen signalen met behulp van tenminste een gebruikersmodule (2) worden omgezet in voor de betreffende apparaten geschikte signalen, waarbij in gemonteerde toestand de inrichting (10) een doosvormige gesloten eenheid (II) vormt die de tenminste ene gebruikersmodule (2) omvat en waarbij de tenminste ene gebruikers module (2) voorzien wordt van een connector (2A) waarmee een een complementaire connector (IA) die van een optische vezel (1) voorzien wordt verbonden wordt, met het kenmerk dat, de eenheid (11) voorzien wordt van geleidingsmiddelen (3) die zich na het in de eenheid (11) plaatsen van de 5 tenminste ene gebruikermodule (2) bevinden tegenover de connector (2A) van de tenminste ene gebruikersmodule (2B) en met behulp waarvan op een tenminste deels gemechaniseerde wijze de complementaire connector (IA) met de vezel (1) naar de connector (2A) geleid wordt als mede daarmee verbonden wordt.
NL2000456A 2007-01-29 2007-01-29 Inrichting voor het aansluiten van apparaten op optische vezels en werkwijze voor het vormen van een dergelijke inrichting. NL2000456C1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000456A NL2000456C1 (nl) 2007-01-29 2007-01-29 Inrichting voor het aansluiten van apparaten op optische vezels en werkwijze voor het vormen van een dergelijke inrichting.
EP08100418.6A EP1950590B1 (en) 2007-01-29 2008-01-14 Device for connecting appliances to optical fibers and method of forming such a device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000456A NL2000456C1 (nl) 2007-01-29 2007-01-29 Inrichting voor het aansluiten van apparaten op optische vezels en werkwijze voor het vormen van een dergelijke inrichting.
NL2000456 2007-01-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2000456C1 true NL2000456C1 (nl) 2008-07-30

Family

ID=39400604

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2000456A NL2000456C1 (nl) 2007-01-29 2007-01-29 Inrichting voor het aansluiten van apparaten op optische vezels en werkwijze voor het vormen van een dergelijke inrichting.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1950590B1 (nl)
NL (1) NL2000456C1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102010041874B4 (de) * 2010-10-01 2020-06-18 Te Connectivity Germany Gmbh Optischer Substrat-Schwenkverbinder, optischer Substrat-Gegenverbinder, optische Substrat-Verbindungseinrichtung, konfektioniertes Lichtwellenleiter-Kabel sowie elektrisches Gerät
NL2014263B1 (en) * 2015-02-09 2016-10-13 Genexis Holding Bv Fiber connection assembly.

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2688897B1 (fr) * 1992-03-23 1995-01-06 Nozice Jacques Prise optique.
JP3078254B2 (ja) * 1998-02-24 2000-08-21 富士通株式会社 光半導体モジュール、光コネクタ及び形状変換光コネクタ構造
JP2000013460A (ja) * 1998-06-23 2000-01-14 Fujitsu Ltd 回線終端装置
US6485192B1 (en) * 1999-10-15 2002-11-26 Tyco Electronics Corporation Optical device having an integral array interface
DE10114144C2 (de) * 2001-03-16 2003-11-06 Infineon Technologies Ag Haltevorrichtung zum Halten mindestens eines optischen Steckers
US6698937B2 (en) * 2001-07-11 2004-03-02 Lucent Technologies Inc. Optical connector mechanism
US7059779B2 (en) * 2004-02-19 2006-06-13 Albert Wooi Quan Khor Optical fiber receptacle adaptor

Also Published As

Publication number Publication date
EP1950590A2 (en) 2008-07-30
EP1950590A3 (en) 2012-01-04
EP1950590B1 (en) 2013-07-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10527809B2 (en) Telecommunications connection cabinet
US20230146432A1 (en) Slidable telecommunications tray with cable slack management
EP1626300B1 (en) Housing for optical network interface device
US20230266550A1 (en) Optical Fiber Distribution Systems and Components
CN106687841B (zh) 线缆配线系统
EP0692102B1 (en) Optical fibre organizer
CN104704411A (zh) 光纤分配箱
US9134497B2 (en) Fiber optic cable management module and panel
CN102884465B (zh) 用于光学纤维罩壳的可移除纤维管理器件,以及相关的组件和方法
US8718435B2 (en) Terminal enclosure with extractable fiber organizer tray
KR20170048241A (ko) 듀플렉스 및 평행한 멀티-섬유 솔루션 사이의 이행을 위한 광 섬유 솔루션
US9377597B2 (en) Aggregator for a switch rack system
JP2006126513A (ja) 整列エレメント、整列盤、光配線盤
KR20110008217A (ko) 케이블 관리 패널
CA2832406C (en) Optical fiber distribution cabinet for outdoor use
US9134496B2 (en) Modular plug and play connectivity platform
US20180284379A1 (en) Segregated fiber in a splice cassette
NL2000456C1 (nl) Inrichting voor het aansluiten van apparaten op optische vezels en werkwijze voor het vormen van een dergelijke inrichting.
US5907654A (en) Printed circuit board for connection to an optical fiber
NL2007805C2 (en) Multipurpose fiber termination unit.
CN105372774A (zh) 光纤转接盒

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100801