NL2000408C2

NL2000408C2 - Closing device for closing a door.

Info

Publication number: NL2000408C2
Application number: NL2000408A
Authority: NL
Inventors: Dirk Buis
Original assignee: Dirk Buis
Priority date: 2006-12-27
Filing date: 2006-12-27
Publication date: 2008-06-30
Also published as: NL1033585C1; NL1033383C1; CN201159009Y

Description

Sluitinrichting voor het afsluiten van een deurClosing device for closing a door

De uitvinding betreft een sluitinrichting voor het afsluiten van een deur. De bekende sluitinrichtingen voor deuren zijn over het algemeen in de deur ingebouwd, zoals 5 in de deur van een kluis of in een toegangsdeur. Het nadeel van de bekende sluitinrichtingen is dat de gebruiker het risico loopt dat anderen beschikken over de sleutel van de sluitinrichting, zodat de door hem met de deur af te sluiten goederen of waarde papieren door anderen weggenomen 10 kunnen worden.The invention relates to a closing device for closing a door. The known closing devices for doors are generally built into the door, such as in the door of a safe or in an access door. The disadvantage of the known locking devices is that the user runs the risk that others have the key of the locking device, so that the goods or security papers to be locked by him with the door can be taken away by others.

Ten einde dit nadeel te vermijden is de sluitinrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 1. Deze sluitinrichting kan door de gebruiker op elke door hem gewenste deur aangebracht worden waardoor deze deur door hem 15 afgesloten kan worden met een slot dat alleen door hem geopend kan worden.In order to avoid this drawback, the closing device is designed in accordance with claim 1. This closing device can be mounted by the user on any door desired by him, as a result of which this door can be closed by him with a lock which can only be opened by him.

In overeenstemming met een uitvoering is de sluitinrichting uitgevoerd volgens conclusie 2. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze voorkomen dat het spanmechanisme bediend 20 wordt door personen die de afdekkap niet kunnen verwijderen omdat ze het slot niet kunnen openen. t «In overeenstemming, met- e,en. uitvoering is de sluitin richting uitgevoerd volgens conclusie 3. Hierdoor wordt voorkomen dat onbevoegden de kabel of band kunnen doorknip-25 pen.According to an embodiment, the closing device is designed according to claim 2. This prevents in a simple manner that the tensioning mechanism is operated by persons who cannot remove the cover because they cannot open the lock. t «In accordance, with and. The closure device is designed according to claim 3. This prevents unauthorized persons from cutting through the cable or tape.

In overeenstemming met een uitvoering is de sluitinrichting uitgevoerd volgens conclusie 4. Hierdoor wordt het mogelijk om de bodemplaat met grote kracht tegen de deur en of de sponning te trekken zonder dat deze hierdoor bescha-30 digen.According to an embodiment, the closing device is designed according to claim 4. This makes it possible to pull the bottom plate against the door and / or the rebate with great force without damaging it.

In overeenstemming met een uitvoering is de sluitinrichting uitgevoerd volgens conclusie 5. Een dergelijke 2 band is op eenvoudige wijze door de kier te leiden en in het spanmechanisme op te wikkelen.According to an embodiment, the closing device is designed according to claim 5. Such a tape can be passed through the gap in a simple manner and wound up in the tensioning mechanism.

In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin-richting uitgevoerd volgens conclusie 6. Door koord te ge-5 bruiken kan de spaninrichting zeer compact uitgevoerd worden .In accordance with an embodiment, the closing device is designed according to claim 6. By using cord, the tensioning device can be made very compact.

In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin-richting uitgevoerd volgens conclusie 7. Hierdoor dan de spanunit met voldoende kracht tegen de deur en/of de spon-10 ning getrokken worden zodat de kabel of band niet doorgeknipt kan worden.According to an embodiment, the closing device is designed according to claim 7. As a result of this the tensioning unit is pulled against the door and / or the tension with sufficient force so that the cable or tape cannot be cut.

In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin-richting uitgevoerd volgens conclusie 8. Hiermede is het op eenvoudige wijze mogelijk de spanunit met voldoende kracht 15 tegen de deur te trekken.According to an embodiment, the closing device is designed according to claim 8. This makes it possible in a simple manner to pull the tensioning unit against the door with sufficient force.

In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin-richting uitgevoerd volgens conclusie 9. Hiermee kan de kabel of band op eenvoudige wijze bevestigd worden aan het spanmechanisme en ook weer worden losgenomen.According to an embodiment, the closing device is designed according to claim 9. The cable or tape can hereby be attached to the tensioning mechanism in a simple manner and can also be detached again.

20 In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin- ,, richting, uitgevc^rd volgens conclusie 10. Hierdoor is onge merkt openen van de sluitinrichting niet mogelijk.In accordance with an embodiment, the closing device is designed according to claim 10. This means that unnoticed opening of the closing device is possible.

In overeenstemming met een uitvoering is de sluitinrichting uitgevoerd volgens conclusie 11. Hierdoor kan de 25 sluitinrichting op eenvoudige wijze geschikt gemaakt worden voor gebruik met een willekeurige kluis zoals die bijvoorbeeld gemonteerd is in een hotelkamer, waarbij de verankering op lengte gemaakt kan worden voor kluizen van gevarieerde afmetingen, waardoor de sluitinrichting zeer geschikt 30 is voor gebruik door reizigers.According to an embodiment, the closing device is designed according to claim 11. As a result, the closing device can be made suitable in simple manner for use with any safe such as that is mounted for instance in a hotel room, wherein the anchoring can be made to length for safes of varied dimensions, making the closing device very suitable for use by travelers.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van een tekening. In de tekening toont 3The invention is explained below with reference to an exemplary embodiment with the aid of a drawing. 3 shows in the drawing

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een kluis met een deur die is afgesloten door een sluitinrichting,Figure 1 is a perspective view of a safe with a door closed by a closing device,

Figuur 2 de kluis met de sluitinrichting van figuur 1 in zijaanzicht, en 5 Figuur 3 een doorsnede in bovenaanzicht van de deur en de sluitinrichting van figuur 2.Figure 2 shows the safe with the closing device of Figure 1 in side view, and Figure 3 shows a cross-section in top view of the door and the closing device of Figure 2.

Figuur 1 toont een kluis 1 in perspectivisch aanzicht waarbij een borgsluiting 7 gebruikt wordt als extra afsluiting. De kluis 1 omvat een afsluitbare ruimte met een spon-10 ning 2. Aan de sponning 2 is met scharnieren 3 een deur 5 bevestigd. De deur 5 sluit in de sponning 2 waarbij er tussen de sponning 2 en de deur 5 een kier 8 blijft (zie figuur 3). Voor afsluiten van de kluis 1 is de deur 5 voorzien van een slot 4 dat in de deur 5 is ingebouwd. Met het 15 slot 4 worden grendels 9 (zie figuur 2) bediend voor het afsluiten van de kluis 1. Als extra vergrendeling, ondermeer tegen onbevoegd openen van de kluis 1 door mensen die beschikking hebben over een master code van het slot 4, is de borgsluiting 7 op de deur 5 aangebracht. De borgsluiting 20 7 heeft een hangslot 6 dat de toegang tot de onderdelen van ÓM borgsluiting 7 verhindert waardoor de borgsl.uit.in.g.. 7^ niet weggenomen kan worden en de kluis 1 niet geopend kan worden ook al is het slot 4 geopend.Figure 1 shows a safe 1 in perspective view in which a safety lock 7 is used as an additional lock. The safe 1 comprises a lockable space with a notch 2. A door 5 is attached to the notch 2 with hinges 3. The door 5 closes in the rebate 2, leaving a gap 8 between the rebate 2 and the door 5 (see figure 3). To close the safe 1, the door 5 is provided with a lock 4 which is built into the door 5. Locks 9 (see figure 2) are operated with the lock 4 for closing the safe 1. As an additional lock, inter alia against unauthorized opening of the safe 1 by people who have a master code of the lock 4, the locking clasp 7 arranged on door 5. The safety lock 7 has a padlock 6 which prevents access to the parts of the safety lock 7, as a result of which the safety lock cannot be removed and the safe 1 cannot be opened even though the lock is 4 opened.

Figuur 2 toont de kluis 1 en de deur 5 in zijaanzicht 25 waarbij de zijwand van de kluis 1 voor de duidelijkheid is weggelaten. Een ankerpen 13 is aan de binnenzijde van de deur 5 geplaatst zodanig dat de ankerpen 13 met de beide uiteinden steunt tegen de binnenzijde van de sponning 2. De ankerpen 13 heeft een sleuf 14 waardoor een spanband 16 30 steekt. De spanband 16 loopt door de kier 8 van de binnenkant van de kluis 1 naar de buitenkant van de kluis 1 waarbij de hoogte van de doorgang door de kier 8 zodanig gekozen wordt dat de spanband 16 vrij blijft van de grendels 9.Figure 2 shows the safe 1 and the door 5 in side view 25 with the side wall of the safe 1 left out for clarity. An anchor pin 13 is placed on the inside of the door 5 such that the anchor pin 13 rests with its two ends against the inside of the slot 2. The anchor pin 13 has a slot 14 through which a strap 16 extends. The strap 16 runs through the crack 8 from the inside of the lock 1 to the outside of the lock 1, the height of the passage through the crack 8 being chosen such that the strap 16 remains free from the latches 9.

44

Daartoe is de sleuf 14 zodanig breed dat de spanband 16 op verschillende hoogten in de sleuf 14 van de ankerpen 13 kan worden aangebracht.To this end, the slot 14 is so wide that the strap 16 can be arranged at different heights in the slot 14 of the anchor pin 13.

Het uiteinde van de spanband 16 aan de binnenzijde van 5 de kluis 1 is door de sleuf 14 gestoken en bevestigd aan een ankerplaat 15, bijvoorbeeld doordat de spanband 16 in de vorm van een lus 30 (zie figuur 3) door twee openingen 29 loopt en zo aan de ankerplaat 15 is bevestigd. Een andere manier van bevestigen kan zijn dat de spanband 16 door 10 een enkele opening in de ankerplaat 15 is gestoken en daar is dubbelgevouwen en vastgenaaid tot een blokkering die niet door de opening in de ankerplaat 15 gestoken kan worden.The end of the strap 16 on the inside of the safe 1 is inserted through the slot 14 and attached to an anchor plate 15, for example in that the strap 16 in the form of a loop 30 (see figure 3) runs through two openings 29 and is thus attached to the anchor plate 15. Another way of fixing can be that the tensioning strap 16 is inserted through a single opening in the anchor plate 15 and there is folded and sewn into a block that cannot be inserted through the opening in the anchor plate 15.

De ankerpen 13 is getoond als pen van vaste lengte.The anchor pin 13 is shown as a fixed-length pin.

15 Het zal duidelijk zijn dat de ankerpen 13 een zodanige lengte moet hebben dat deze aan de bovenkant en de onderkant op de sponningen 2 van de deur 5 afsteunt, eventueel staat de ankerpen 13 daartoe onder een helling. Naast de getoonde vaste lengte is het mogelijk om de ankerpen 13 zo-20 danig uit te voeren dat de lengte ervan op eenvoudige wijze kan worden aangepast.aan de hoogte ven de kluis 1, bijvoorbeeld door het aanbrengen van opschroefstukken op de ankerpen 13 of door aan de uiteinden stukken buis op de ankerpen 13 te schuiven. Bij voorkeur kunnen deze stukken buis wor-25 den vastgezet, waardoor de lengte van de ankerpen 13 kan worden ingesteld en deze op eenvoudige wijze pas gemaakt kan worden voor de hoogte van de deur 5 en aan de binnenkant van de deur 5 geplaatst kan worden.It will be clear that the anchor pin 13 must have such a length that it rests at the top and the bottom on the rebates 2 of the door 5, possibly the anchor pin 13 is inclined for this purpose. In addition to the fixed length shown, it is possible to design the anchor pin 13 in such a way that its length can be adjusted in a simple manner to the height of the safe 1, for example by mounting screw-on pieces on the anchor pin 13 or by slide pieces of tube onto the anchor pin 13 at the ends. These pieces of tube can preferably be fixed, whereby the length of the anchor pin 13 can be adjusted and this can be made in a simple manner only for the height of the door 5 and can be placed on the inside of the door 5.

De spanband 16 steekt door de kier 8 naar de buiten-30 kant van de kluis 1 en wordt na het sluiten van de deur 5 in de borgsluiting 7 strak getrokken, waardoor de ankerpen 13 aan de binnenzijde van de kluis 1 tegen de sponning 2 wordt vastgetrokken en een gefixeerde positie krijgt. Tege- 5 lijk krijgt ook de borgsluiting 7 aan de buitenzijde van de deur 5 een vast positie. De borgsluiting 7 bestaat uit een bodemplaat 10 met daarop een afdekkap 11.The strap 16 extends through the crack 8 to the outside of the safe 1 and is tightened after closing the door 5 in the locking clasp 7, so that the anchor pin 13 on the inside of the safe 1 becomes against the rebate 2 and gets a fixed position. At the same time, the locking closure 7 on the outside of the door 5 also acquires a fixed position. The locking closure 7 consists of a bottom plate 10 with a cover cap 11 thereon.

In de door de bodemplaat 10 en de afdekkap 11 gevormde 5 ruimte is een ratel 12, welke geschikt is voor het spannen van de spanband 16. De ratel 12 wordt ondermeer gebruikt bij het spannen van spanbanden voor het vastzetten van ladingen op een voertuig en bij vele andere toepassingen waarbij iets met een spanband wordt vastgezet. Bij de be-10 kende toepassingen komt het vaak voor dat de spanband 16 met een lus aan de ratel is bevestigd bijvoorbeeld aan be-vestigingsstang 31 (zie figuur 3), vervolgens wordt de spanband 16 om de samen te bundelen voorwerpen gewikkeld en met zijn vrije einde 21 door een sleuf 25 in een spanas 23 15 (zie figuur 3) gestoken, waarna de spanas 23 wordt geroteerd en de spanband 16 op spanning wordt gebracht. Door de spanning in de spanband 16 klemt deze zich vast om de span as 23. In de hier getoonde toepassing wordt de spanband 16 niet om een te bundelen voorwerp gewikkeld, het op spanning 20 brengen van de spanband 16 nadat het vrije einde 21 door de sleuf 25 van de spanas 23 is gestoken gebeurt echter op vergelijkbare wijze. Door het spannen van de spanband 16 op de ratel 12 wordt de spanband tussen de ratel 12 en de ankerplaat 15 strak gespannen waardoor de bodemplaat 10 stijf 25 tegen de deur 5 drukt zodat het openen van de deur 5 niet meer mogelijk is.In the space formed by the bottom plate 10 and the cover cap 11 is a ratchet 12, which is suitable for tensioning the tensioning strap 16. The ratchet 12 is used inter alia for tensioning tensioning belts for securing loads on a vehicle and for many other applications where something is secured with a strap. In the known applications it often happens that the strap 16 is attached to the ratchet with a loop, for example, to attachment rod 31 (see Figure 3), then the strap 16 is wrapped around the objects to be bundled together with its the free end 21 is inserted through a slot 25 in a tensioning shaft 23 (see figure 3), whereafter the tensioning shaft 23 is rotated and the tensioning belt 16 is tensioned. Due to the tension in the tensioning band 16, it tightens around the tensioning shaft 23. In the application shown here, the tensioning band 16 is not wrapped around an object to be bundled, tensioning the tensioning band 16 after the free end 21 has been passed through the however, slot 25 of the clamping shaft 23 is inserted in a similar manner. Tensioning the tensioning strap 16 on the ratchet 12 tightens the tensioning strap between the ratchet 12 and the anchor plate 15, so that the bottom plate 10 presses stiffly against the door 5 so that opening of the door 5 is no longer possible.

Figuur 3 toont de borgsluiting 7 in meer detail. De ratel 12 heeft een hefboom 32 waarmee de spanas 23 kan worden geroteerd, zodat de spanband 16 om de spanas 23 wik-30 kelt. Ten einde de spanband 16 op spanning te houden en afwikkelen van de spanband 16 te voorkomen is de spanas 23 voorzien van (niet getoonde) tanden waarop een verende pal (niet getoond) in ingrijping komt. Door het bewegen van de 6 hefboom 32 komt steeds een volgende pal in ingrijping waardoor de spanas 23 niet los kan wikkelen. Tijdens het opwikkelen van de spanband 16 ontstaan in de spanband 16 hoge krachten. Voor een ratel 12 die zodanig is uitgevoerd dat 5 om de spanas 23 een spanband van 20-25 mm breed en lmm dik kan worden gewikkeld kan op deze wijze met weinig moeite in de spanband 16 een kracht van 5.000-10.000 N worden aangebracht, zodat de bodemplaat 10 met deze kracht tegen de deur 5 en de sponning 2 wordt gedrukt.Figure 3 shows the locking clasp 7 in more detail. The ratchet 12 has a lever 32 with which the tensioning shaft 23 can be rotated, so that the tensioning belt 16 wraps around the tensioning shaft 23. In order to keep the tensioning band 16 under tension and to prevent unwinding of the tensioning band 16, the tensioning shaft 23 is provided with (not shown) teeth on which a resilient pawl (not shown) engages. As a result of the movement of the 6 lever 32, a following pawl always engages, as a result of which the tensioning shaft 23 cannot unwind. During the winding-up of the strap 16, high forces arise in the strap 16. For a ratchet 12 which is designed in such a way that a clamping strap of 20-25 mm wide and 1 mm thick can be wound around the clamping shaft 23, a force of 5,000-10,000 N can be applied in this way with little effort in the clamping belt 16, so that the bottom plate 10 is pressed against the door 5 and the rebate 2 with this force.

10 Onder de bodemplaat 10 is een tussenplaat 17 aange bracht, die bijvoorbeeld gemaakt is van rubber dat in kan veren onder invloed van de kracht in de spanband 16. Door deze tussenplaat 17 wordt beschadiging van de deur 5 en de sponning 2 voorkomen. Door tussen de ratel 12 en de deur 5 15 waarop de borgsluiting 7 afsteunt enige elasticiteit aan te brengen is het op spanning brengen van de spanband 16 met de ratel 12 eenvoudiger en wordt verschuiven van de borgsluiting 7 langs de deur 5 moeilijker gemaakt. Eventueel is de ratel 12 verend op de bodemplaat 10 aangebracht.An intermediate plate 17 is provided below the bottom plate 10, which plate is made, for example, of rubber which can collapse under the influence of the force in the tensioning strap 16. This intermediate plate 17 prevents damage to the door 5 and the rebate 2. By applying some elasticity between the ratchet 12 and the door 5 on which the locking closure 7 supports, tensioning the tensioning strap 16 with the ratchet 12 is made simpler and displacement of the locking closure 7 along the door 5 is made more difficult. Optionally, the ratchet 12 is resiliently mounted on the bottom plate 10.

20 In de bodemplaat 10 zijn naast elkaar enkele openingen : ; jr 22 aangebracht. D§, openingen 22 hebben min of meer de afme ting van de spanband 16, waardoor deze nauwkeurig naar de kier 8 geleid wordt en er rondom de opening 22 een voldoende brede rand van de onderplaat 10 is. De afstand van de 25 opening 22 tot de rand van de bodemplaat 10 is bij voorkeur ten minste 10 mm, voor verder verbeterde bescherming tegen doorknippen van de spanband 16 is deze afstand ten minste 15 mm. In de tussenplaat 17 zijn overeenkomstige openingen 28..Door de rand om de openingen 22 en 28 is de spanband 16 30 vanaf de zijkant van de bodemplaat 10 niet toegankelijk als de bodemplaat 10 door de spanband 16 tegen de deur 5 en de sponning 2 getrokken is en kan dan niet doorgeknipt worden. Hierdoor wordt dus voorkomen dat de borgsluiting 7 op ande- 7 re wijze dan door het ontspannen van de ratel 12 van de deur wordt losgenomen. In de bodemplaat 10 en de tussenplaat 17 zijn op meerdere plaatsen naast elkaar openingen 22, 28 aangebracht, waardoor de bodemplaat 10 op verschil-5 lende posities ten opzichte van de kier 8 geplaatst kan worden, afhankelijk van de situatie en de afmetingen van de kluis 1.In the bottom plate 10 there are a few openings next to each other: jr 22 applied. The openings 22 more or less have the size of the tensioning strap 16, as a result of which it is accurately guided towards the crack 8 and there is a sufficiently wide edge of the bottom plate 10 around the opening 22. The distance from the opening 22 to the edge of the bottom plate 10 is preferably at least 10 mm, for further improved protection against breaking of the strap 16, this distance is at least 15 mm. Corresponding openings 28 are provided in the intermediate plate 17. Through the edge around the openings 22 and 28, the strap 16 is not accessible from the side of the base plate 10 when the base plate 10 is pulled through the strap 16 against the door 5 and the rebate 2. is and cannot be cut. In this way it is thus prevented that the locking closure 7 is detached from the door in a manner other than by releasing the ratchet 12. Openings 22, 28 are arranged in several places next to each other in the bottom plate 10 and the intermediate plate 17, so that the bottom plate 10 can be placed at different positions with respect to the gap 8, depending on the situation and the dimensions of the safe. 1.

De ratel 12 is zodanig uitgevoerd dat door het bewegen van de hefboom 32 en het losnemen van een pal de spanas 23 10 kan roteren zodat de spanning van de spanband 16 verdwijnt, de spanband 16 wordt losgewikkeld en de ratel 12 van de spanband 16 kan worden losgenomen. Om het ontspannen van de ratel 12 door onbevoegden te verhinderen is op de bodemplaat 10 een afdekkap 11 aangebracht. De bodemplaat 10 15 heeft rondom een verstevigingsrand 18. In de verstevigings-rand 18 zijn één of meer openingen 26 gemaakt en in deze openingen 26 worden de haken 23, die aan een zijde van de afdekkap 11 zijn aangebracht, vastgehaakt. Aan de andere zijde van de openingen 26 is op de bodemplaat 10 een beugel 20 20 aangebracht. De beugel 20 steekt bij gesloten afdekkap 11 door een opening 19 in.aen. uitstekend deel van de afdekkap 11. Het hangslot 6 wordt door de beugel 20 gehaakt waardoor het wegnemen van de afdekkap 11 wordt verhinderd en er voor onbevoegden geen toegang is tot de ratel 12.The ratchet 12 is designed such that by moving the lever 32 and releasing a pawl the tensioning shaft 23 can rotate so that the tension of the tensioning belt 16 disappears, the tensioning belt 16 is unwound and the ratchet 12 can be released from the tensioning belt 16 taken off. To prevent unauthorized persons from releasing the ratchet 12, a cover cap 11 is provided on the bottom plate 10. The bottom plate 10 has a reinforcement edge 18 around it. One or more openings 26 are made in the reinforcement edge 18 and the hooks 23, which are arranged on one side of the cover cap 11, are hooked into these openings 26. On the other side of the openings 26 a bracket 20 is provided on the bottom plate 10. The bracket 20 protrudes through an opening 19 when the cover 11 is closed. protruding part of the cover cap 11. The padlock 6 is hooked by the bracket 20, as a result of which the removal of the cover cap 11 is prevented and there is no access to the ratchet 12 for unauthorized persons.

25 In het hier getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de afdek kap 11 voorzien van een hangslot 6. In andere uitvoeringen kan de koppeling tussen de bodemplaat 10 en afdekkap 11 op andere wijze met een slot 6 geborgd worden, bijvoorbeeld door in de afdekkap 11 een slot in te bouwen. Ook kan in de 30 afdekkap 11 een alarmering en/of verklikker worden aangebracht, waarmee de gebruiker wordt geïnformeerd dat de afdekkap 11 door onbevoegden geopend is of dat er een poging toe gedaan is.In the exemplary embodiment shown here, the cover cap 11 is provided with a padlock 6. In other embodiments, the coupling between the base plate 10 and cover cap 11 can be secured in a different manner with a lock 6, for example by inserting a lock into the cover cap 11. to build. An alarm and / or tell-tale can also be provided in the cover cap 11, with which the user is informed that the cover cap 11 has been opened by unauthorized persons or that an attempt has been made to this end.

88

In het uitvoeringsvoorbeeld is de borgsluiting 7 door een spanband 16 gekoppeld met de ankerpen 13. De spanband 16 kan van gevlochten kunststof zijn, ook kan er staaldraad doorheen gevlochten zijn. In plaats van een spanband 16 kan 5 ook een kabel gebruikt worden. Deze kabel kan van gevlochten staaldraad zijn of ook van kunststof met hoge treksterkte. De ratel 12 en de openingen 22, 28 worden dan overeenkomstig aangepast. In plaats van de lus 30 waarmee de spanband 16 aan de ankerplaat 15 vast zit, kan dit ook 10 op andere wijze, zoals met een haak.In the exemplary embodiment, the locking closure 7 is coupled by a tensioning strap 16 to the anchor pin 13. The tensioning strap 16 can be made of braided plastic, or steel wire can be braided through. A cable can also be used instead of a strap 16. This cable can be made of braided steel wire or also of plastic with high tensile strength. The ratchet 12 and the openings 22, 28 are then adjusted accordingly. Instead of the loop 30 with which the strap 16 is attached to the anchor plate 15, this can also be done in a different way, such as with a hook.

Voor de toepassing met de kluis 1 is de verankering uitgevoerd met de ankerpen 13. Het zal duidelijk zijn dat deze verankering hier en bij andere toepassingen ook anders uitgevoerd kan worden. Er zullen situaties zijn waarbij al-i 15 leen. een. ankerplat 15 voldoende is,. eventueel is de afme- ... ; ting daarvan groter zodat de trekkracht in de spanband 16 over een groter oppervlak wordt verdeeld. Ook kan de verankering voorzien zijn van een rubberen tussenplaat, vergelijkbaar met de tussenplaat 17 bij de bodemplaat 10, om de 20 krachten goed te kunnen verdelen en beschadiging te voorkomen .For the application with the safe 1 the anchoring is carried out with the anchor pin 13. It will be clear that this anchoring can here and in other applications also be carried out differently. There will be situations where only I borrow. a. anchor plate 15 is sufficient ,. possibly the size ...; its size is larger so that the tensile force in the tensioning belt 16 is distributed over a larger area. The anchoring can also be provided with a rubber intermediate plate, comparable to the intermediate plate 17 at the bottom plate 10, in order to be able to distribute the forces well and to prevent damage.

Claims

Closure device for closing a door (5) that can rotate in a rebate (2) comprising an anchor (13, 15) that can be placed on a first side of the closed door, a tensioning unit (7) can be placed on a second side of the closed door in such a way that either the anchoring or the clamping unit can rest on the rebate and a cable or strap (16) that is attached with one end to the anchoring and through a crack (8) runs between the door and the rebate and is fixed at the other end in the tensioning unit, the tensioning unit comprising, inter alia, a bottom plate (10) with an opening (22) for passing through the cable or band, as well as a tensioning mechanism (12) for tensioning and maintaining the cable or tape guided through the opening and blocking means (11) with a lock (6) for obstructing the release of the tensioning mechanism. * iC7> * * ... s. ^ · R. jdü 20

^ "2. Closure device according to claim 1, wherein the blocking means comprise a cover cap (11) which cover cap can be placed on the bottom plate (10) in a sealing manner around the tensioning mechanism (12).

3. Closure device according to claim 1 or 2, wherein a distance from the opening (22) in the bottom plate (10) to an edge of the bottom plate is at least 10 mm and preferably at least 15 mm.

4. Closing device according to claim 1, 2 or 3, wherein on the side of the bottom plate (10) facing the door (5) a resilient intermediate plate (17) of, for example, rubber is arranged.

A closing device according to any one of the preceding claims, wherein the cable or band (16) comprises a braided plastic band with possibly steel wire braided in the band.

Locking device according to one of the preceding claims, wherein the cable or band (16) is designed as a cord of steel wire or high-strength plastic wire.

7. Closing device according to any one of the preceding claims, wherein the cable or band (16) has a tensile strength of at least 5000 N.

8. Closing device according to any one of the preceding claims, wherein the tensioning mechanism (12) comprises a rotating shaft (23) for winding up the cable or tape (16) and a ratchet mechanism that can block the unwinding of the cable or tape.

Closing device according to claim 8, wherein the rotating shaft (23) has a bore or slot (25) through which an end (21) of the cable or band 20 (16) can be inserted.

A closing device according to any one of the preceding claims, wherein the tensioning unit (7) comprises warning means which are activated, inter alia, when unusual force is exerted on it.

Closing device according to one of the preceding claims, wherein the anchoring comprises a pin (13) of possibly adjustable length.