NL2000208C2

NL2000208C2 - Protected container, method and device for its manufacture.

Info

Publication number: NL2000208C2
Application number: NL2000208A
Authority: NL
Inventors: Cornelis Grisnigt
Original assignee: Connexion Baexem B V
Priority date: 2006-09-01
Filing date: 2006-09-01
Publication date: 2008-03-04
Also published as: EP2059447A1; WO2008026917A1

Description

Beschermde houder, werkwijze en inrichting voor het vervaardigen ervanProtected container, method and device for its manufacture

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het vervaardigen 5 van een beschermde houder en op een beschermde houder die volgens deze werkwijze kan worden vervaardigd.The invention relates to a method and device for manufacturing a protected container and to a protected container that can be manufactured according to this method.

Houders voor gevaarlijke of sterk werkende stoffen worden bijvoorbeeld gebruikt in de medische wereld als injectieflacon, of als houder voor bijvoorbeeld radioactieve stoffen. 10 Dergelijke houders worden gevuld met een medicinale of radioactieve stof en afgesloten met een afsluiter die, als een vloeistof wordt toegepast, eventueel met een injectienaald doorstoken kan worden. De injectieflacon is veelal nog voorzien van een beschermkap die vóór gebruik verwijderd dient te worden. Tijdens het produceren van de injectieflacons en andere houders voor gevaarlijke of sterk werkende stoffen is de kans 15 groot dat een dergelijke stof op de buitenkant van de flacons terecht komt. Daarom worden de flacons na het vullen en afsluiten afgespoeld om deze stof te verwijderen. Uit de praktijk is echter bekend dat de buitenkant van een flacon niet altijd schoon is, dat wil zeggen vrij van contaminatie met een actieve stof. Het spoelen heeft dan niet tot volledige verwijdering geleid en er zijn nog restanten van de actieve stof 20 achtergebleven. Soms is het achterblijven van restanten van een actieve of sterk werkende stof geen probleem, maar in bepaalde gevallen, zoals bij cytostatica en antibiotica bijvoorbeeld, ligt dat anders. Zo is het bekend dat cytostatica aan glas kunnen absorberen. Dit kan er dan toe leiden dat ziekenhuis- en apotheekmedewerkers, bij het omgaan met dergelijke flacons, ongewenst in aanraking komen met deze 25 mogelijk zeer toxische stoffen. In het geval van antibiotica is contaminatie aan de buitenkant ongewenst omdat dit kan leiden tot snellere resistentie van micro-organismen tegen de betreffende antibiotica wanneer deze micro-organismen in contact komen met de flacon, of wanneer de betreffende antibiotica in contact komen met micro-organismen die ziekenhuis- en apotheekmedewerkers bij zich dragen. Het 30 achterblijven van radioactieve resten op een houder is uiteraard eveneens ongewenst.Containers for dangerous or highly effective substances are used in the medical world, for example, as a vial or as a container for, for example, radioactive substances. Such containers are filled with a medicinal or radioactive substance and closed with a valve that, if a liquid is used, can be pierced with an injection needle if necessary. The vial is often provided with a protective cap that must be removed before use. During the production of the vials and other containers for hazardous or strong-acting substances, there is a good chance that such a substance will end up on the outside of the vials. Therefore, after filling and sealing, the vials are rinsed to remove this substance. However, it is known from practice that the outside of a vial is not always clean, i.e. free of contamination with an active substance. The rinsing has then not led to complete removal and there are still residues of the active substance. Sometimes the residues of an active or highly active substance are not a problem, but in certain cases, such as with cytostatics and antibiotics, it is different. For example, it is known that cytostatics can absorb on glass. This can then lead to hospital and pharmacy staff, when handling such vials, coming into undesirable contact with these potentially highly toxic substances. In the case of antibiotics, external contamination is undesirable because this can lead to faster resistance of microorganisms to the antibiotics in question when these microorganisms come into contact with the vial, or when the antibiotics in question come into contact with microorganisms carried by hospital and pharmacy staff. The remaining radioactive residues on a container is of course also undesirable.

Om aan bovenstaande problematiek tegemoet te komen zijn houders ontwikkeld die van een beschermend omhulsel zijn voorzien. Het omhulsel wordt na vulling van de houder aangebracht en vermijd derhalve direct contact van een gebruiker met eventueel aan de 2 wand van de houder Wevende restanten gevaarlijke stof. Een werkwijze voor het aanbrengen van een nauwsluitend omhulsel om een houder is bijvoorbeeld bekend uit US 3 826 059. Hierin wordt een gevulde en afgesloten houder in een plastic omhulsel geplaatst, dat onder invloed van warmte op de houder wordt gekrompen. Het omhulsel 5 omvat een bodemdeel voor het bedekken van de bodem van de houder en een staand cilindrisch deel voor het bedekken van de zijwand van de houder en een gedeelte van een beschermkap die op de houder is aangebracht. Volgens de bekende werkwijze wordt de houder ingebracht in een omhulsel waarvan één uiteinde gesloten is, hetgeen moeilijkheden oplevert, onder andere gezien het feit dat lucht uit het omhulsel moet 10 kunnen ontsnappen, terwijl daar slechts weinig ruimte voor is. Voorts is er een kans dat lucht wordt ingesloten tussen het omhulsel en de houderwand wanneer het omhulsel op de houder wordt gekrompen.In order to meet the above problems, containers have been developed which are provided with a protective cover. The envelope is applied after the container has been filled and, therefore, avoid direct contact of a user with any residual material hazardous to the wall of the container. A method for arranging a tight-fitting casing around a container is known, for example, from US 3 826 059. A filled and sealed container is placed in a plastic casing, which is shrunk on the container under the influence of heat. The casing 5 comprises a bottom part for covering the bottom of the holder and a standing cylindrical part for covering the side wall of the holder and a part of a protective cap arranged on the holder. According to the known method, the holder is inserted into a casing, one end of which is closed, which presents difficulties, inter alia in view of the fact that air must be able to escape from the casing, while there is only little room for it. Furthermore, there is a chance that air is trapped between the envelope and the container wall when the envelope is crimped on the container.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel om de genoemde nadelen op te heffen en 15 zodoende de negatieve gevolgen daarvan te voorkomen. Daartoe verschaft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een beschermde houder voor een gevaarlijke stof, omvattende de stappen van a) het verschaffen van een met de gevaarlijke stof gevulde houder met een zijwand, een bodem en een middels een afsluitorgaan afgesloten toegangsopening, b) het aanbrengen van een nauwsluitend omhulsel om de 20 houder, waarbij het omhulsel tenminste een eerste gedeelte en een tweede gedeelte omvat, die worden aangebracht op een eerste wandgedeelte, respectievelijk tweede wandgedeelte van de houder, waarbij beide gedeeltes elkaar althans gedeeltelijk overlappen. Hierdoor wordt een eventuele vervuiling die na het spoelen van de houder op de buitenkant van de houder achterblijft, ingekapseld tussen de houder en het 25 nauwsluitende omhulsel. Omdat het omhulsel volgens de uitvinding wordt aangebracht in tenminste twee delen wordt het nu mogelijk, afhankelijk van bijvoorbeeld de vorm van de houder, de vorm en positie op de houder van de tenminste twee gedeeltes dusdanig te kiezen dat het omhulsel gemakkelijk kan worden aangebracht en bovendien optimale bescherming wordt geboden. Bovendien kunnen de gedeeltes zo worden 30 gekozen dat zij nagenoeg getrouw de vorm van de houder volgen, waardoor deze bijvoorbeeld op stabiele wijze op een ondergrond kan worden geplaatst Door aanwezigheid van het omhulsel, wordt een gebruiker niet langer blootgesteld aan toxische stoffen, omdat de gebruiker niet de houder zelf maar het omhulsel zal aanraken. Doordat het omhulsel nauw past om de houder, behoudt men tijdens het 3 gebruik wel het normale fysieke "gevoel" met de houder, zodat de verdere verwerking ervan hetzelfde blijft. Met betrekking tot het ontwikkelen van resistentie krijgen micro-organismen nu geen kans om in contact te komen met restanten antibiotica aan de buitenzijde van de flacon. Een bijkomend voordeel is, dat het omhulsel zorgt voor extra 5 bescherming tegen breuk. Als een houder toch breekt, zorgt het omhulsel nog voor het bijeenhouden van de stukken glas, en mogelijkerwijs wordt weglekken van de gevaarlijke stof verhinderd.The present invention has for its object to eliminate the disadvantages mentioned and thus to prevent the negative consequences thereof. To this end, the invention provides a method for manufacturing a protected holder for a dangerous substance, comprising the steps of a) providing a holder filled with the dangerous substance with a side wall, a bottom and an access opening closed by means of a closing member, b) arranging a close-fitting casing around the container, the casing comprising at least a first part and a second part, which are arranged on a first wall part or second wall part of the holder, wherein both parts at least partially overlap. As a result, any contamination that remains on the outside of the container after rinsing the container is encapsulated between the container and the tight-fitting envelope. Because the casing according to the invention is arranged in at least two parts, it now becomes possible, depending on, for example, the shape of the holder, the shape and position on the holder of the at least two parts to be chosen such that the casing can easily be arranged and moreover optimum protection. Moreover, the sections can be chosen such that they virtually faithfully follow the shape of the container, whereby it can, for example, be placed on a surface in a stable manner. Due to the presence of the casing, a user is no longer exposed to toxic substances, because the user not the container itself but the cover will touch. Because the casing fits tightly around the holder, the normal physical "feeling" with the holder is maintained during use, so that further processing thereof remains the same. With regard to the development of resistance, microorganisms now have no chance to come into contact with residual antibiotics on the outside of the vial. An additional advantage is that the casing provides additional protection against breakage. If a container nevertheless breaks, the casing still ensures that the glass pieces are held together, and possibly the leakage of the hazardous substance is prevented.

Het aanbrengen van een beschermend omhulsel vindt volgens de uitvinding plaats na 10 het vullen van de injectieflacon of andere houder, bij voorkeur nadat tevens de stap van het afsluiten van de houder heeft plaatsgevonden. Het heeft voordelen als de werkwijze wordt gekenmerkt doordat het eerste gedeelte en/of het tweede gedeelte zelfklevend is en onder drukuitoefening wordt aangebracht op het eerste, respectievelijk tweede wandgedeelte van de houder. Het betreffende gedeelte kan in deze voorkeursuitvoering 15 een sticker zijn, of elk ander de vakman bekend zelfklevend lichaam. Desgewenst wordt een dergelijke sticker voorzien van een identificatie, bijvoorbeeld in de vorm van een bedrukking met tekst, een code, of een ander identificatiemiddel.According to the invention, the application of a protective casing takes place after the filling of the vial or other container, preferably after the step of closing the container has also taken place. It is advantageous if the method is characterized in that the first part and / or the second part is self-adhesive and applied to the first or second wall part of the holder under pressure. In this preferred embodiment, the relevant part can be a sticker or any other self-adhesive body known to the person skilled in the art. If desired, such a sticker is provided with an identification, for example in the form of a print with text, a code, or another means of identification.

In een andere voorkeursvariant van de werkwijze is het eerste gedeelte en/of het tweede 20 gedeelte uit kunststof vervaardigd en wordt deze na aanbrenging ervan aan een warmtebehandeling onderworpen, waarbij het eerste en/of het tweede gedeelte krimpt en zodoende nauwsluitend tegen de houder aan wordt getrokken. Kunststoffen die krimp vertonen onder invloed van warmte zijn op zich bekend en kunnen worden gekozen naargelang van het gewenste krimpgedrag.In another preferred variant of the method, the first part and / or the second part is made of plastic and, after being applied, is subjected to a heat treatment, whereby the first and / or the second part shrinks and is thus snug against the container. drawn. Plastics that shrink under the influence of heat are known per se and can be selected according to the desired shrink behavior.

2525

Een bijzonder voordelige werkwijze wordt gekenmerkt doordat het eerste gedeelte een bodemdeel omvat dat tegen de bodem van de houder wordt aangebracht, en waarbij het tweede gedeelte een huls omvat die, nadat het eerste gedeelte werd aangebracht over ten minste de volledige zijwand van de houder wordt aangebracht, en daarbij het bodemdeel 30 althans gedeeltelijk overlapt langs de omtreksrand van de bodem. Bij voorkeur is de huls hierbij uit kunststof vervaardigd, en wordt deze met geringe tussenruimte om de houder geschoven, en vervolgens onderworpen aan een warmtebehandeling, zodanig dat de huls krimpt en zich zodoende nauwsluitend om de houder klemt. Een houder verkregen met deze voorkeurswerkwijze blijkt stabiel te kunnen worden neergezet, 4 biedt optimale bescherming aan de gebruiker, en wordt bovendien gemakkelijk en snel vervaardigd.A particularly advantageous method is characterized in that the first part comprises a bottom part which is arranged against the bottom of the holder, and wherein the second part comprises a sleeve which, after the first part has been fitted, is arranged over at least the entire side wall of the holder , and thereby the bottom part 30 at least partially overlaps along the peripheral edge of the bottom. The sleeve is herein preferably manufactured from plastic, and is slid around the container with a small gap, and then subjected to a heat treatment, such that the sleeve shrinks and thus clamps tightly around the container. A holder obtained with this preferred method appears to be able to be placed stably, 4 offers optimum protection to the user, and moreover is manufactured easily and quickly.

Om optimale bescherming te kunnen verkrijgen dienen huls en bodemdeel althans 5 gedeeltelijk te overlappen. Een bijzonder geschikte werkwijze om dit snel en goed te verwezenlijken heeft het kenmerk dat de van de huls voorziene houder in een eerste positie wordt geplaatst waarbij de huls niet verder reikt dan tot in het vlak van het bodemdeel van de houder, en dat vervolgens de houder en/of de huls in een tweede positie wordt gebracht, waarbij de houder ten opzichte van de huls in axiale richting is 10 verschoven en de huls verder reikt dan tot in het vlak van het bodemdeel van de houder.In order to obtain optimum protection, the sleeve and bottom part must at least partially overlap. A particularly suitable method for realizing this quickly and well is characterized in that the holder provided with the sleeve is placed in a first position, wherein the sleeve does not extend beyond the plane of the bottom part of the holder, and that subsequently the holder and / or the sleeve is brought into a second position, wherein the holder is shifted in axial direction relative to the sleeve and the sleeve extends beyond the plane of the bottom part of the holder.

In de eerste positie rusten houder en huls in deze voorkeurswerkwijze op een eerste gezamenlijk steunvlak, terwijl in de tweede positie de houder op een tweede steunvlak komt te rusten, dat axiaal is verschoven ten opzichte van de eerste positie, en zich doorgaans hoger zal bevinden dan de eerste positie, hoewel dit niet noodzakelijk is 15 volgens de uitvinding. Bij voorkeur wordt in de tweede positie althans het verder reikend gedeelte van de huls onderworpen aan een warmtebehandeling, zodanig dat dit gedeelte van de huls krimpt en zich zodoende nauwsluitend klemt om het bodemdeel langs de omtreksrand van de bodem. Na aanbrenging van althans het verder reikend gedeelte van de huls, wordt dan het overblijvend gedeelte van de huls aan een 20 warmtebehandeling onderworpen, waarbij dit gedeelte krimpt en zodoende eveneens nauwsluitend om de houder wordt geklemd.In this preferred method, in the first position, the holder and sleeve rest on a first joint support surface, while in the second position the holder comes to rest on a second support surface, which is axially displaced relative to the first position, and will generally be higher than the first position, although this is not necessary according to the invention. Preferably in the second position, at least the further extending portion of the sleeve is subjected to a heat treatment, such that this portion of the sleeve shrinks and thus tightly clamps around the bottom part along the peripheral edge of the bottom. After applying at least the further extending part of the sleeve, the remaining part of the sleeve is then subjected to a heat treatment, whereby this part shrinks and is thus tightly clamped around the holder.

Een verdere voorkeurswerkwijze volgens de uitvinding omvat een eerste gedeelte in de vorm van een nauwsluitende huls die over ten minste de volledige zijwand van de 25 houder wordt aangebracht, en een tweede gedeelte dat een bodemdeel omvat dat, nadat het eerste gedeelte werd aangebracht, tegen de bodem van de houder wordt aangebracht, en daarbij de nauwsluitende huls gedeeltelijk overlapt langs de omtreksrand van de zijwand ter hoogte van de bodem. In deze voorkeursvariant wordt de huls bij voorkeur over slechts een gedeelte van de hoogte van de houder aangebracht, waarbij het 30 bodemdeel over de omtreksrand van de houderbodem opwaarts wordt gevouwen. Deze voorkeurswerkwijze heeft als bijkomend voordeel dat een houder wordt verkregen met gladde onderzijde, waardoor deze bijzonder stabiel op haar bodemvlak kan worden geplaatst.A further preferred method according to the invention comprises a first part in the form of a tight-fitting sleeve which is arranged over at least the entire side wall of the container, and a second part which comprises a bottom part which, after the first part has been applied, bottom of the container, thereby partially overlapping the tight-fitting sleeve along the peripheral edge of the side wall at the level of the bottom. In this preferred variant, the sleeve is preferably arranged over only a part of the height of the holder, the bottom part being folded upwards over the peripheral edge of the holder bottom. This preferred method has the additional advantage that a holder is obtained with a smooth underside, as a result of which it can be placed particularly stably on its bottom surface.

55

Het heeft verder grote voordelen als de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de houder binnen een dusdanig temperatuursbereik wordt gehouden dat nagenoeg geen condensatie optreedt op de wanden ervan voorafgaand aan stap b), en dat de temperatuur van de gevaarlijke stof niet uitstijgt boven een vooraf bepaalde 5 grenswaarde. Deze maatregel komt de beschermende werking van het omhulsel verder ten goede en zorgt er bovendien voor dat de in de houder aanwezige stof niet wordt aangetast of anderszins onbruikbaar wordt. Bij voorkeur wordt de werkwijze uitgevoerd in een op nagenoeg constante temperatuur gehouden ruimte. Het moge duidelijk zijn dat bovengenoemde grenswaarde van de temperatuur afhankelijk is van de aard van de 10 gevaarlijke stof. De capaciteit van de koelmiddelen kan hier op aangepast worden, indien gewenst. Van belang voor de uitvinding is dat het aanbrengen van het omhulsel in meerdere, ook in de tijd gespreide stappen plaatsvindt. Gebleken is dat op deze wijze de temperatuur gemakkelijker beneden de aangegeven grenswaarde kan worden gehouden.It is furthermore advantageous if the method according to the invention is characterized in that the container is kept within such a temperature range that virtually no condensation occurs on its walls prior to step b), and that the temperature of the hazardous substance does not rise above a predetermined temperature. determined limit value. This measure further benefits the protective effect of the cover and moreover ensures that the substance present in the container is not affected or otherwise rendered unusable. The method is preferably carried out in a room kept at substantially constant temperature. It will be clear that the above-mentioned temperature limit value depends on the nature of the hazardous substance. The capacity of the coolants can be adjusted to this, if desired. It is important for the invention that the covering is made in several steps, also spread over time. It has been found that in this way the temperature can be kept more easily below the indicated limit value.

1515

De werkwijze volgens de uitvinding komt bijzonder goed tot zijn recht wanneer de gevaarlijke stof een medicinale stof omvat, gekozen uit de groep van cytostatica of antibiotica, en dat de vooraf bepaalde grenswaarde van de temperatuur ten hoogste 30°C bedraagt.The method according to the invention is particularly effective when the hazardous substance comprises a medicinal substance selected from the group of cytostatics or antibiotics, and the predetermined temperature limit value is at most 30 ° C.

2020

De uitvinding betreft eveneens een beschermde injectieflacon, omvattende een gevulde en afgesloten injectieflacon met een zijwand en een bodem, waarbij een nauwsluitend omhulsel is aangebracht om de gevulde en afgesloten injectieflacon, en waarbij het omhulsel een nauwsluitende huls en een bodemsticker omvat, waarbij de bodemsticker 25 tegen de bodem van de injectieflacon is aangebracht, en waarbij de huls over ten minste de volledige zijwand van de injectieflacon is aangebracht, en daarbij de bodemsticker gedeeltelijk overlapt langs de rand van de bodem. De voordelen van een dergelijke injectieflacon zijn hierboven reeds uitvoerig beschreven en zullen hier niet worden herhaald. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de beschermde injectieflacon, omvat de 30 nauwsluitende huls een geëxtrudeerde buis van een krimpfolie. Een dergelijke huls is eenvoudig te vervaardigen. In nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de beschermde injectieflacon omvat deze een nauwsluitende huls in de vorm van een naadloze geëxtrudeerde buis van een krimpfolie. Een dergelijke huls zorgt er onder andere voor dat de houder stabiel op een ondergrond kan worden geplaatst. Tevens 6 wordt een sterker omhulsel verkregen. Bij voorkeur wordt de krimpfolie uit een vinylchloride (co)polymeer vervaardigd. Dergelijke (co)polymeren bezitten de gewenste eigenschappen en zijn bovendien vlamdovend.The invention also relates to a protected vial, comprising a filled and sealed vial with a side wall and a bottom, wherein a tight-fitting casing is arranged around the filled and sealed vial, and wherein the casing comprises a tight-fitting sleeve and a bottom sticker, the bottom sticker is arranged against the bottom of the vial, and wherein the sleeve is arranged over at least the entire side wall of the vial, thereby partially overlapping the bottom sticker along the bottom edge. The advantages of such a vial have already been described in detail above and will not be repeated here. In a preferred embodiment of the protected vial, the tight-fitting sleeve comprises an extruded tube of a shrink film. Such a sleeve is easy to manufacture. In yet another preferred embodiment of the protected vial, it comprises a tight-fitting sleeve in the form of a seamless extruded tube of a shrink film. Such a sleeve ensures, among other things, that the holder can be stably placed on a surface. A stronger cover is also obtained. The shrink film is preferably made from a vinyl chloride (co) polymer. Such (co) polymers have the desired properties and, moreover, are flame-extinguishing.

5 De uitvinding betreft eveneens een inrichting voor het vervaardigen van een beschermde houder voor een gevaarlijke stof. De inrichting omvat eerste en tweede middelen voor het aanbrengen van een eerste, respectievelijk tweede gedeelte van een nauwsluitend omhulsel, en verder tenminste één warmtebehandelingsruimte en koelmiddelen, waarbij de inrichting tevens transportmiddelen omvat voor het 10 verplaatsen van met de gevaarlijke stof gevulde houders met een zijwand, een bodem en een middels een afsluitorgaan afgesloten toegangsopening. De transportmiddelen omvatten bijvoorbeeld één of meerdere eindloze transportbanden, waarmee houders op continue wijze door de verschillende eenheden van de inrichting kunnen worden gevoerd.The invention also relates to a device for manufacturing a protected container for a hazardous substance. The device comprises first and second means for arranging a first and second part of a tight-fitting casing, and furthermore at least one heat treatment space and cooling means, the device also comprising transport means for displacing containers filled with the dangerous substance with a side wall , a bottom and an access opening closed by means of a closing member. The transporting means comprise, for example, one or more endless conveyor belts, with which holders can be fed continuously through the different units of the device.

1515

In een voorkeursuitvoering van de inrichting omvatten de eerste en/of de tweede middelen drukmiddelen voor het onder druk aanbrengen van het eerste, respectievelijk tweede gedeelte op het eerste, respectievelijk tweede wandgedeelte van een houder. Bij voorkeur omvatten de eerste en/of de tweede middelen tevens 20 warmtebehandelingsmiddelen voor het laten krimpen en zodoende nauwsluitend tegen de houder aan laten trekken van het eerste en/of het tweede gedeelte. In een zeer bijzondere variant omvatten de eerste middelen een etiketteereenheid waarmee het eerste gedeelte in de vorm van een zelfklevend bodemdeel tegen de bodem van een houder kan worden aangebracht onder uitoefening van druk, en de tweede middelen een 25 hulsaanbrengeenheid waarmee het tweede gedeelte in de vorm van een op geschikte lengte gebrachte huls over ten minste de volledige zijwand van een houder kan worden aangebracht. Zowel een etiketteereenheid als een hulsaanbrengeenheid zijn op zich bekend bij de vakman voor andere toepassingen. Een hulsaanbrengeenheid wordt in het betreffende vakgebied ook wel aangeduid met “sleeve unit” of “sleeving unit”. Het is 30 gebruikelijk in dergelijke eenheden om de bij voorkeur naadloze huls in nagenoeg platte vorm vanaf een rol aan te voeren en deze huls vervolgens op mechanische wijze te openen, bijvoorbeeld door deze over een doom heen te voeren. De huls wordt vervolgens in geopende toestand over een houder getrokken en middels een snijdeenheid op de gewenste lengte afgesneden. De houder is dan voorzien van een 7 relatief loszittende huls, die samen met de houder op eenzelfde steunvlak rust, bijvoorbeeld een transportband.In a preferred embodiment of the device, the first and / or the second means comprise pressure means for applying the first or second part under pressure to the first and second wall part of a container, respectively. Preferably, the first and / or the second means also comprise heat treatment means for causing the first and / or the second part to close tightly against the container. In a very special variant, the first means comprise a labeling unit with which the first part in the form of a self-adhesive bottom part can be applied to the bottom of a container under the application of pressure, and the second means a sleeve applicator unit with which the second part in the form of a sleeve brought to a suitable length can be arranged over at least the entire side wall of a container. Both a labeling unit and a sleeve applicator are known per se to the person skilled in the art for other applications. A sleeve applicator unit is also referred to in the relevant field as "sleeve unit" or "sleeving unit". It is common in such units to supply the preferably seamless sleeve in substantially flat form from a roll and then to open this sleeve mechanically, for example by passing it over a doom. The sleeve is then pulled over a holder in the open position and cut to the desired length by means of a cutting unit. The holder is then provided with a relatively loose-fitting sleeve which, together with the holder, rests on the same support surface, for example a conveyor belt.

De inrichting is volgens de uitvinding tevens voorzien van tweede middelen in de vorm 5 van een warmtebehandelingseenheid. In deze eenheid wordt de huls van een houder nauwsluitend om een houder geklemd door de huls te onderwerpen aan dusdanige warmte dat deze krimpt. De warmtebehandelingseenheid is hiertoe voorzien van warmtetoevoermiddelen in de vorm van bijvoorbeeld een oven en/of één of meerdere blaasmonden waar warme lucht door wordt aangevoerd.According to the invention, the device is also provided with second means in the form of a heat treatment unit. In this unit, the sleeve of a container is tightly clamped around a container by subjecting the sleeve to heat that it shrinks. To this end, the heat treatment unit is provided with heat supply means in the form of, for example, an oven and / or one or more blow nozzles through which warm air is supplied.

1010

Een bijzondere voorkeursvariant van de inrichting wordt gekenmerkt doordat de tweede middelen verder positioneermiddelen omvatten waarmee een van een huls voorziene houder in een eerste positie kan worden geplaatst en wel dusdanig dat de huls niet verder reikt dan tot in het vlak van het bodemdeel van de houder, en waarmee 15 vervolgens de houder en/of de huls in een tweede positie kunnen worden gebracht, en wel dusdanig dat de houder ten opzichte van de huls in axiale richting is verschoven en de huls verder reikt dan tot in het vlak van het bodemdeel van de houder. De positioneermiddelen zorgen er voor dat althans het verder reikende gedeelte van de huls vrij komt te hangen waardoor dit gedeelte eventueel kan worden gemanipuleerd en 20 vervormd om een gedeelte van de houder te bedekken. Bij voorkeur is de inrichting daartoe voorzien van blaasmonden gericht op het verder reikend gedeelte van de huls, welke blaasmonden althans dit gedeelte in de tweede positie van de houder kunnen onderwerpen aan een warmtebehandeling, zodanig dat dit gedeelte van de huls krimpt en zich zodoende nauwsluitend klemt om het bodemdeel langs de omtreksrand van de 25 bodem. De huls wordt in een dergelijk geval dus met het bodemdeel vastgehouden aan de houder. Het overblijvend gedeelte van de huls blijft vooralsnog in relatief losse toestand om de houder zitten.A particularly preferred variant of the device is characterized in that the second means further comprise positioning means with which a holder provided with a sleeve can be placed in a first position, such that the sleeve does not extend beyond the plane of the bottom part of the holder, and with which the holder and / or the sleeve can subsequently be brought into a second position, such that the holder is displaced axially with respect to the sleeve and the sleeve extends beyond the plane of the bottom part of the sleeve. holder. The positioning means ensure that at least the further extending part of the sleeve comes to hang freely so that this part can possibly be manipulated and deformed to cover a part of the holder. To that end, the device is preferably provided with blow nozzles directed at the further extending portion of the sleeve, which blow nozzles can subject at least this portion in the second position of the holder to a heat treatment, such that this portion of the sleeve shrinks and thus squeezes tightly. around the bottom part along the peripheral edge of the bottom. The sleeve is thus retained with the bottom part on the holder in such a case. The remaining part of the sleeve remains around the holder in a relatively loose state for the time being.

In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de inrichting verder voorzien van een 30 warmtebehandelingseenheid die zich na de positioneermiddelen bevindt, en die blaasmonden omvat die het overblijvend gedeelte van de huls aan een warmtebehandeling kunnen onderwerpen, waarbij dit gedeelte krimpt en zodoende nauwsluitend om de houder wordt geklemd. Door met behulp van bovengenoemde voorkeursvariant van de inrichting de houder in tenminste twee stappen te voorzien van 8 een nauwsluitende huls worden luchtinsluitingen grotendeels voorkomen, en wordt er bovendien voor gezorgd dat de inhoud van de houder niet te warm wordt doordat de warmte gedoseerd aan de houder kan worden toegevoerd. Om te voorkomen dat de houder op een te hoge temperatuur komt wordt de warmtebehandelingseenheid verder 5 bij voorkeur voorzien van een transportband met koeling.In a preferred embodiment the device is further provided with a heat treatment unit which is located after the positioning means and which comprises blow nozzles which can subject the remaining part of the sleeve to a heat treatment, whereby this part shrinks and is thus tightly clamped around the holder. By providing the container in at least two steps with a close-fitting sleeve by means of the above-mentioned preferred variant of the device, air inclusions are largely prevented, and moreover it is ensured that the contents of the container do not become too hot because the heat is dosed to the container can be added. In order to prevent the container from reaching a too high temperature, the heat treatment unit is further preferably provided with a conveyor belt with cooling.

De diverse aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende niet-limitatieve beschrijving onder verwijzing naar bijgevoegde figuren, waarin: 10 figuur 1 een schematisch vooraanzicht toont van een inrichting volgens onderhavige uitvinding, figuur 2 een dwarsdoorsnede toont van een beschermde houder volgens onderhavige uitvinding, 15 figuur 3 schematisch de positioneereenheid toont van een voorkeursvariant van de inrichting volgens onderhavige uitvinding, figuur 4 schematisch een detail toont van de positioneereenheid van figuur 3, en figuren 5 A - 5C tenslotte schematisch het positioneerplatiörm toont in verschillende posities.The various aspects, features and advantages of the present invention will be further clarified by the following non-limitative description with reference to the accompanying figures, in which: figure 1 shows a schematic front view of a device according to the present invention, figure 2 shows a cross-section of a protected holder according to the present invention, figure 3 schematically shows the positioning unit of a preferred variant of the device according to the present invention, figure 4 shows schematically a detail of the positioning unit of figure 3, and figures 5A - 5C finally shows the positioning space in different positions.

2020

Figuur 1 toont een inrichting 10 voor het vervaardigen van een beschermde houder 1 voor een gevaarlijke stof 2. Inrichting 10 omvat eerste middelen (niet getoond) en tweede middelen 11 voor het aanbrengen van een eerste gedeelte 100, respectievelijk tweede gedeelte 101 van een nauwsluitend omhulsel, en verder tenminste één 25 warmtebehandelingsruimte 12 en koelmiddelen (niet getoond). De van een beschermend omhulsel te voorziene houders 1 worden door middel van transportmiddelen in de vorm van meerdere op elkaar aansluitende transportbanden (13a, 13b, 13c,...) op continue wijze door de verschillende eenheden van inrichting 10 gevoerd. De houders 10 zijn vooraf met een gevaarlijke stof 2 gevuld en omvatten een 30 zijwand 3, een bodem 4 en een middels een afsluitorgaan 5 afgesloten toegangsopening 7. Desgewenst is de houder tevens voorzien van een beschermkap 6. In de in figuur 1 getoonde voorkeursvariant omvatten de eerste middelen (niet getoond) een etiketteereenheid waarmee het eerste gedeelte 100 in de vorm van een zelfklevend bodemdeel 100 tegen de bodem 4 kan worden aangebracht onder uitoefening van druk.Figure 1 shows a device 10 for manufacturing a protected container 1 for a hazardous substance 2. Device 10 comprises first means (not shown) and second means 11 for applying a first portion 100 and second portion 101, respectively, of a tight-fitting casing , and further at least one heat treatment space 12 and cooling means (not shown). The containers 1 to be provided with a protective casing are conveyed continuously by means of conveying means in the form of a plurality of contiguous conveyor belts (13a, 13b, 13c, ...) through the different units of device 10. The holders 10 are pre-filled with a dangerous substance 2 and comprise a side wall 3, a bottom 4 and an access opening 7 closed by means of a closing member 5. If desired, the holder is also provided with a protective cap 6. In the preferred variant shown in Figure 1, the first means (not shown) a labeling unit with which the first part 100 in the form of a self-adhesive bottom part 100 can be applied to the bottom 4 under pressure.

99

Het zelfklevend bodemdeel 100 kan bijvoorbeeld een bodemsticker omvatten die uit een continu vel wordt genomen en onder zekere druk met de klevende zijde op de bodem 4 wordt aangebracht. De tweede middelen omvatten een hulsaanbrengeenheid 11 waarmee het tweede gedeelte in de vorm van een op geschikte lengte gebrachte huls 5 101 over ten minste de volledige zijwand 3 van een houder 1 kan worden aangebracht.The self-adhesive bottom part 100 can for instance comprise a bottom sticker which is taken from a continuous sheet and which is applied to the bottom 4 with the adhesive side under certain pressure. The second means comprise a sleeve mounting unit 11 with which the second part in the form of a sleeve 101 brought to a suitable length can be arranged over at least the entire side wall 3 of a holder 1.

In een dergelijke eenheid 11 wordt een bij voorkeur naadloze huls 101 in nagenoeg platte vorm vanaf een rol 110 aangevoerd en vervolgens op mechanische wijze geopend (niet in detail getoond). Huls 101 wordt vervolgens in geopende toestand over een houder 1 getrokken en middels een (niet in detail getoonde) snijdeenheid op de 10 gewenste lengte afgesneden. Zoals getoond in figuur 4 is de houder 1, nadat deze door de hulsaanbrengeenheid 11 is gevoerd, voorzien van een relatief loszittende huls 101, die op bijvoorbeeld een gedeelte van een transportband (13a, 13b, 13c, ...) rust. Inrichting 10 omvat verder positioneermiddelen 14 waarmee de huls 101 en houder 1 van een van een huls 101 voorziene houder 1 relatief ten opzichte van elkaar in axiale 15 richting kunnen worden verschoven om althans een gedeelte van het manteloppervlak van de huls 101 vrij te maken. De axiale richting komt hierbij overeen met de richting X (zie figuur 2), die nagenoeg loodrecht op de bodem van houder 1 verloopt. Positioneerinrichting 14 omvat in de in figuur 3 getoonde voorkeursvariant een transportband 141 waarmee de houders 1 worden getransporteerd in de doorvoerrichting 20 Y, en die een aantal positioneerplatforms 142 draagt. Positioneerinrichting 14 is verder voorzien van een tweede transportband 143 die een aantal grijporganen 144 voert voor het passend opnemen van het afsluitorgaan 5 of de beschermkap 6 van de houders 1. Zoals meer in detail getoond in figuur 4 worden houder 1 en huls 101 aangevoerd volgens positie A. Met behulp van de positioneerplatforms 142 worden houder 1 en huls 25 101 vervolgens in een eerste positie geplaatst (positie B), die overeenkomt met een onderlinge positie van huls 101 en houder 1, waarbij de huls 101 niet verder reikt dan tot in het vlak van het bodemdeel 100 van houder 1. In deze, ten opzichte van de aanvoerpositie A, verhoogde positie B wordt de houder 1 via haar afsluitorgaan 5 of beschermkap 6 in een betreffend grijporgaan 144 opgenomen. Vervolgens wordt de huls 30 101 in een tweede positie C gebracht door het positioneerplatform 142 te laten zakken, waardoor de houder 2 ten opzichte van de huls 101 in axiale richting X is verschoven en huls 101 verder reikt dan tot in het vlak van het bodemdeel 100 van houder 1. Volgens de in figuur 4 getoonde positie C komt althans het verder reikende gedeelte van huls 101 vrij te hangen. Door de positioneermiddelen 14 verder te voorzien van blaasmonden 10 145 gericht op het verder reikend gedeelte van huls 101 waardoor een verwarmd medium, bijvoorbeeld lucht of een inert gas, kan worden geblazen. Hierdoor wordt het vrije gedeelte van de huls 101 verwarmd waardoor dit gedeelte krimpt en zich zodoende nauwsluitend klemt om het bodemdeel 100 langs de omtreksrand van de bodem 4. Het 5 omtreksgedeelte van de huls 101 blijft hierbij vooralsnog in relatief losse toestand om houder 1 zitten. De houder 1 wordt vervolgens via transportbanden (13a, 13b, 13c, ...) verplaatst naar een warmtebehandelingseenheid 12 die zich met betrekking tot de doorvoerrichting van de houders 1 na de positioneermiddelen 14 bevindt. Warmtebehandelingseenheid 12 is op zich bekend aan de vakman en kan bijvoorbeeld 10 een oven zijn, die wordt verwarmd met een geschikte medium, bijvoorbeeld lucht of een inert gas. Om de verwarming gericht uit te kunnen voeren omvat warmtebehandelingseenheid 12 desgewenst Maasmonden (niet getoond) die gericht zijn op het overblijvend gedeelte van huls 101 en deze aan een warmtebehandeling onderwerpt waarbij dit gedeelte krimpt en zodoende nauwsluitend om de houder 1 15 wordt geklemd. Om te voorkomen dat houder 1 op een te hoge temperatuur komt wordt de warmtebehandelingseenheid 12 verder voorzien van een transportband 13c voorzien van koeling. Dit kan bijvooibeeld luchtkoeling zijn en/of vloeistofkoeling, zoals bijvoorbeeld waterkoeling omvatten.In such a unit 11, a preferably seamless sleeve 101 is supplied in a substantially flat form from a roller 110 and subsequently opened mechanically (not shown in detail). Sleeve 101 is then pulled over a holder 1 in the open position and cut to the desired length by means of a cutting unit (not shown in detail). As shown in Fig. 4, after it has been passed through the sleeve mounting unit 11, the holder 1 is provided with a relatively loose sleeve 101, which rests on, for example, a part of a conveyor belt (13a, 13b, 13c, ...). Device 10 further comprises positioning means 14 with which the sleeve 101 and holder 1 of a holder 1 provided with a sleeve 101 can be displaced relative to each other in axial direction in order to release at least a portion of the jacket surface of the sleeve 101. The axial direction corresponds to the direction X (see figure 2), which extends substantially perpendicular to the bottom of container 1. In the preferred variant shown in Figure 3, positioning device 14 comprises a conveyor belt 141 with which the holders 1 are transported in the feed-through direction Y, and which carries a number of positioning platforms 142. Positioning device 14 is further provided with a second conveyor belt 143 which carries a number of gripping members 144 for fittingly accommodating the closing member 5 or the protective cap 6 of the holders 1. As shown in more detail in Figure 4, holder 1 and sleeve 101 are supplied according to position A. With the aid of the positioning platforms 142, holder 1 and sleeve 101 are then placed in a first position (position B), which corresponds to a mutual position of sleeve 101 and holder 1, the sleeve 101 not extending further than into the plane of the bottom part 100 of holder 1. In this, elevated position B relative to the supply position A, the holder 1 is received via its closing member 5 or protective cap 6 in a respective gripping member 144. Subsequently, the sleeve 101 is brought into a second position C by lowering the positioning platform 142, as a result of which the holder 2 is displaced in axial direction X relative to the sleeve 101 and sleeve 101 extends further than into the plane of the bottom part 100. of holder 1. According to the position C shown in figure 4, at least the further extending part of sleeve 101 comes to hang freely. By further providing the positioning means 14 with blow nozzles 145 directed at the further extending portion of sleeve 101 through which a heated medium, for example air or an inert gas, can be blown. As a result, the free part of the sleeve 101 is heated, as a result of which this part shrinks and thus tightly clamps around the bottom part 100 along the peripheral edge of the bottom 4. The peripheral part of the sleeve 101 remains in this case around container 1 in a relatively loose state for the time being. The holder 1 is then moved via conveyor belts (13a, 13b, 13c, ...) to a heat treatment unit 12 which is located after the positioning means 14 with regard to the feed-through direction of the holders 1. Heat treatment unit 12 is known per se to the person skilled in the art and can for instance be an oven which is heated with a suitable medium, for example air or an inert gas. In order to be able to carry out the heating in a targeted manner, heat treatment unit 12 optionally comprises mesh nozzles (not shown) which are directed to the remaining part of sleeve 101 and subject it to a heat treatment in which this part shrinks and is therefore tightly clamped around the holder 1. To prevent container 1 from reaching too high a temperature, the heat treatment unit 12 is further provided with a conveyor belt 13c provided with cooling. This may, for example, be air cooling and / or liquid cooling, such as, for example, water cooling.

20 De werking van positioneerplatform 142 wordt in detail getoond in figuren 5A - 5C. Positioneerplatform 142 omvatten een behuizing 400 voor twee geneste (of met andere woorden coaxiale), en in verticale richting X verplaatsbare assen (402, 502) waarvan de eindvlakken een steunvlak (403, 503) vormen voor een houder 2 in de eerste, respectievelijk tweede positie. Assen (402, 502) zijn verticaal in de richting X 25 verplaatsbaar door verticale verplaatsing van steunrollen (408, 508), die onder invloed van door veren (409,509) geleverde veerkracht steunen op loopvlakken (406,506). Door de loopvlakken (406,506) een oplopend en/of aflopend profiel te geven, zoals is getoond in figuur 3, worden steunrollen (408, 508) in verticale richting X in een verhoogde, respectievelijk verlaagde positie gebracht. In de in figuren 5A - 5C 30 getoonde voorkeursvariant is steunrol 408 verticaal verplaatsbaar door deze scharnierend 404 te verbinden met een aan het steunlichaam 400 bevestigde arm 401 en steunrol 405. De verbinding loopt via rond scharnier 404 roteerbaar steunlichaam 407. In figuur 5A wordt de aanvoerpositie getoond (overeenkomstig positie A in figuur 4). In deze positie zijn steunrollen (408, 508) dusdanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd 11 dat steunvlakken (403, 503) in één vlak liggen. In figuur 5B wordt de eerste positie getoond (overeenkomstig positie B in figuur 4). In deze eerste positie zijn steunrollen (408, 508) dusdanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd dat steunvlakken (403, 503) nog altijd in één vlak liggen, doch verhoogd ten opzichte van de aanvoerpositie. De 5 verhoogde positie wordt bereikt doordat steunrol 405 over een verhoogd steunvlak 406 beweegt waardoor steunlichaam 407 rond scharnier 404 wordt geroteerd in de aangegeven richting R. In figuur 5C tenslotte wordt de tweede positie getoond (gelijkaardig aan positie C in figuur 4). In deze tweede positie zijn steunrollen (408, 508) dusdanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd dat steunvlakken (403, 503) niet 10 meer in één vlak liggen, doch ten opzichte van elkaar axiaal zijn verplaatst. Dit kan bijvoorbeeld door steunvlak 403 naar beneden te brengen, waardoor as 502 vrijkomt. Hoewel in figuur 5C het steunvlak 403 maximaal naar beneden is bewogen (tot in de laagste positie) is dit niet noodzakelijk. Ook een tussenliggende positie is mogelijk. De tweede positie wordt bereikt doordat steunrol 405 over een ten opzichte van positie B 15 verlaagd steunvlak 406 beweegt waardoor steunlichaam 407 rond scharnier 404 wordt geroteerd en wel tegengesteld aan de aangegeven richting R. Steunrol 508 wordt hierbij over een ten opzichte van de aanvoerpositie verhoogd steunvlak 506 bewogen.The operation of positioning platform 142 is shown in detail in Figures 5A - 5C. Positioning platform 142 comprises a housing 400 for two nested (or in other words coaxial) axes (402, 502) movable in vertical direction X, the end faces of which form a supporting surface (403, 503) for a holder 2 in the first and second respectively position. Shafts (402, 502) are displaceable vertically in the direction X by vertical displacement of support rollers (408, 508) which, under the influence of spring force supplied by springs (409,509), are supported on treads (406,506). By giving the treads (406,506) an ascending and / or descending profile, as shown in Fig. 3, support rollers (408, 508) in vertical direction X are brought into a raised or lowered position. In the preferred variant shown in Figs. 5A-5C 30, support roller 408 is vertically displaceable by connecting said hinge 404 to an arm 401 and support roller 405 attached to support body 400. The connection runs via support body 407 rotatable around hinge 404. In Fig. 5A the supply position shown (corresponding to position A in figure 4). In this position, support rollers (408, 508) are positioned relative to each other such that support surfaces (403, 503) lie in one plane. Figure 5B shows the first position (corresponding to position B in Figure 4). In this first position, support rollers (408, 508) are positioned relative to each other such that support surfaces (403, 503) are still in one plane, but raised relative to the feed position. The raised position is achieved in that support roller 405 moves over a raised support surface 406, whereby support body 407 is rotated around hinge 404 in the indicated direction R. Finally, in figure 5C the second position is shown (similar to position C in figure 4). In this second position, support rollers (408, 508) are positioned relative to each other such that support surfaces (403, 503) are no longer in one plane, but are axially displaced relative to each other. This is possible, for example, by bringing support surface 403 downwards, thereby releasing shaft 502. Although in Fig. 5C the supporting surface 403 has been moved downwards to the maximum (to the lowest position), this is not necessary. An intermediate position is also possible. The second position is achieved in that support roller 405 moves over a support surface 406 lowered relative to position B, as a result of which support body 407 is rotated around hinge 404 and in the opposite direction to the indicated direction R. Support roller 508 herein becomes a support surface raised relative to the supply position. 506 moved.

In figuur 2 is een dwarsdoorsnede getoond van een gevulde en afgesloten beschermde 20 injectieflacon 1 volgens de onderhavige uitvinding. De beschermde injectieflacon 1 bestaat uit een op zich bekende glazen injectieflacon met een zijwand 3, een bodem 4 en een toegangsopening 7. In de injectieflacon 1 bevindt zich een medicinale vloeistof 2. De beschermde injectieflacon 1 is desgewenst voorzien van een doorprikbaar afsluitorgaan 5, bijvoorbeeld van rubber, en een beschermkap 6, bijvoorbeeld van 25 metaal of kunststof. Aan de buitenzijde van de injectieflacon 1 is een omhulsel (101, 100) nauwsluitend aangebracht over nagenoeg de gehele flacon 1, onder vrijlating van de beschermkap 6. Het omhulsel (101, 100) omvat een bodemsticker 100 die de bodem 4 van de injectieflacon 1 bedekt en een huls 101 die de zijwand 3 bedekt en de bodemsticker 100 langs de rand van de bodem 4 gedeeltelijk overlapt. De huls 101 is bij 30 voorkeur gemaakt van een transparante kunststof, bijvoorbeeld een folie van PE, PP, PVC of dergelijke. De bodemsticker 100 is eveneens bij voorkeur uit een transparante kunststof vervaardigd. Het heeft de voorkeur dat de bodemsticker 100 zelfklevend is, maar dat is niet noodzakelijk in het kader van de uitvinding. Een geschikte waarde voor de dikte van de huls 101 is 0,05 mm maar de waarde voor de dikte kan ook hoger of 12 lager zijn. De bodemsticker 4 heeft bij voorkeur een dikte in de orde van ongeveer 0,15 mm. Omwille van de duidelijkheid zijn enkele onderdelen van de beschermde injectieflacon 1 overdreven dik weergegeven in figuur 2.Figure 2 shows a cross-section of a filled and sealed protected vial 1 according to the present invention. The protected vial 1 consists of a glass vial known per se with a side wall 3, a bottom 4 and an access opening 7. In the vial 1 is a medicinal liquid 2. The protected vial 1 is optionally provided with a pierceable closing member 5, for example of rubber, and a protective cap 6, for example of metal or plastic. On the outside of the vial 1, a casing (101, 100) is fitted snugly over substantially the entire vial 1, leaving the protective cap 6. The casing (101, 100) comprises a bottom sticker 100 covering the bottom 4 of the vial 1 and a sleeve 101 covering the side wall 3 and partially overlapping the bottom sticker 100 along the edge of the bottom 4. The sleeve 101 is preferably made of a transparent plastic, for example a film of PE, PP, PVC or the like. The bottom sticker 100 is also preferably made from a transparent plastic. It is preferred that the bottom sticker 100 is self-adhesive, but that is not necessary in the context of the invention. A suitable value for the thickness of the sleeve 101 is 0.05 mm, but the value for the thickness can also be higher or 12 lower. The bottom sticker 4 preferably has a thickness of the order of about 0.15 mm. For the sake of clarity, some parts of the protected vial 1 are shown in excessively thick in Figure 2.

5 De hierboven besproken uitvoeringsvorm is slechts een illustratie van mogelijkheden van de onderhavige uitvinding. Verschillende wijzigingen en aanpassingen zijn mogelijk binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd door de bijgaande conclusies.The embodiment discussed above is only an illustration of possibilities of the present invention. Various changes and modifications are possible within the scope of the invention as defined by the appended claims.

10 Als gevolg van het aanbrengen van het omhulsel wordt een mogelijke contaminatie die op de buitenzijde van de injectieflacon is achtergebleven, ingekapseld tussen de flacon en het omhulsel. Dientengevolge wordt een gebruiker niet langer blootgesteld aan giftige substanties, omdat de gebruiker niet de injectieflacon zelf, maar het omhulsel zal aanraken. Een bijkomend voordeel van het aanbrengen van het omhulsel is dat wanneer 15 de injectieflacon breekt, het omhulsel de stukken glas bijeen zal houden, en mogelijkerwijs het weglekken van de medicinale of gevaarlijk stof zal verhinderen.As a result of applying the casing, a possible contamination that remains on the outside of the vial is encapsulated between the vial and the casing. As a result, a user is no longer exposed to toxic substances because the user will not touch the vial itself, but the envelope. An additional advantage of applying the casing is that when the vial breaks, the casing will hold the pieces of glass together and possibly prevent the medicinal or hazardous substance from leaking out.

Claims

Method for manufacturing a protected container (1) for a hazardous substance (2), comprising the steps of: a) providing a container filled with the hazardous substance (2) with a side wall (3), a bottom (4) and an access opening (7) closed by means of a closing member (5); b) applying a tight-fitting casing (100, 101) around the container, the casing (100, 101) comprising at least a first portion (100) and a second portion (101) 10 being mounted on a first wall portion ( 4) or second wall portion (3) of the holder, wherein portions (100,101) at least partially overlap.

Method according to claim 1, characterized in that the first part (100) and / or the second part (101) is self-adhesive and applied to the first and second wall part (3) of the container under pressure.

Method according to claim 1, characterized in that the first part (100) and / or the second part (101) are made of plastic and after application thereof are subjected to a heat treatment, wherein the first and / or the second part shrinks and is thus pulled snugly against the holder.

4. Method as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the first part comprises a bottom part (602) which is arranged against the bottom (4) of the holder, and wherein the second part (101) a sleeve (601) comprises that, after the first portion (100) is applied over at least the entire side wall (3) of the container, and thereby partially overlapping the bottom portion (100) along the peripheral edge of the bottom (4). 30

A method according to claim 4, characterized in that the sleeve (101) is made of plastic, and is slid around the container with a small gap, and is then subjected to a heat treatment such that the sleeve (101) shrinks and thus snugly snaps around the holder.

Method according to claim 5, characterized in that the holder provided with the sleeve (101) is placed in a first position, the sleeve (101) extending no further than into the plane of the bottom part (100) of the holder and that subsequently the holder and / or the sleeve (101) is brought into a second position, the holder being displaced axially with respect to the sleeve (101) and the sleeve (101) extending further than into the face of the bottom part (100) of the holder.

7. Method as claimed in claim 6, characterized in that in the first position holder and sleeve (101) rest on a first joint supporting surface (403).

Method according to claim 6 or 7, characterized in that in the second position the holder rests on a second support surface (503).

A method according to any one of claims 6-8, characterized in that in the second position at least the further extending portion of the sleeve (101) is subjected to a heat treatment, such that this portion of the sleeve (101) shrinks and thus tightly clamps around the bottom part (100) along the peripheral edge of the bottom (4). 20

A method according to 9, characterized in that after applying at least the further extending part of the sleeve (101), the remaining part of the sleeve (101) is subjected to a heat treatment, whereby this part shrinks and thus tightly closes around the holder is clamped. 25

A method according to any one of the preceding claims, characterized in that the first part comprises a tight-fitting sleeve (101) which is arranged over at least the entire side wall (3) of the holder, and wherein the second part (100) comprises a bottom part (100) which, after the first portion (101) has been applied, is placed against the bottom (4) of the container, thereby partially overlapping the snug sleeve (101) along the peripheral edge of the side wall (3) at the level of the bottom (4).

A method according to any one of the preceding claims, characterized in that the container is kept within such a temperature range that substantially no condensation occurs on its walls (3, 4) prior to step b), and that the temperature of the hazardous substance (2) does not exceed a predetermined limit value.

A method according to claim 12, characterized in that the containers are cooled prior to the heat treatment.

A method according to claim 12 or 13, characterized in that the containers are cooled from the bottom (4) during and / or after the heat treatment.

15. A method according to any one of claims 12-14, characterized in that the method is carried out in a space kept at substantially constant temperature.

A method according to any one of the preceding claims, characterized in that the hazardous substance (2) comprises a medicinal substance selected from the group of cytostatics or antibiotics. 20

A method according to any one of claims 12-14, characterized in that the hazardous substance (2) comprises a medicinal substance selected from the group of cytostatics or antibiotics, and in that the predetermined temperature limit value is at most 30 ° C amounts. 25

Device (10) for manufacturing a protected container (1) for a hazardous substance (2), which device comprises first and second means (11) for arranging a first (100) and second part (101), respectively of a tight-fitting casing (100,101), which device (10) further comprises at least one heat treatment space (12) and cooling means, the device (10) also comprising transport means (13) for displacing containers filled with the dangerous substance (2) (1) with a side wall (3), a bottom (4) and an access opening (7) closed by means of a closing member (5).

Device (10) as claimed in claim 18, characterized in that the first and / or the second means comprise pressure means for applying the first, second, respectively second part to the first (4) and second wall part (3) under pressure. of a holder. 5

Device (10) according to claim 18, characterized in that the first and / or the second means comprise heat treatment means for causing the first and / or the second part to close tightly against the holder. 10

Device (10) as claimed in any of the claims 18-20, characterized in that the first means comprise a labeling unit with which the first part can be pressed against the bottom (4) of a holder in the form of a self-adhesive bottom part (100) arranged under pressure, and wherein the second means comprise a sleeve application unit with which the second part (101) can be arranged in the form of a sleeve (101) brought to a suitable length over at least the entire side wall (3) of a holder .

Device (10) according to claim 21, characterized in that the second means 20 further comprise a heat treatment unit (145) for shrinking and thus tightly clamping the sleeve (101) around a holder.

23. Device (10) as claimed in claim 22, characterized in that the second means further comprise positioning means (142) with which a holder (1) provided with a sleeve (101) can be placed in a first position such that the sleeve (101) does not extend beyond the plane of the bottom part (100) of the holder (1), and with which the holder (1) and / or the sleeve (101) can subsequently be brought into a second position, and such that the holder (1) is shifted in axial direction relative to the sleeve (101) and the sleeve (101) extends beyond the plane of the bottom part (100) of the holder (1).

Device (10) according to claim 23, characterized in that the positioning means (142) comprise a housing (400) for two nested axes (402, 502) movable in the vertical direction, the end faces of which are a supporting surface (403, 503). for a holder 1 in the first and second position, respectively, wherein the shafts (402, 502) are vertically displaceable by vertical displacement of support rollers (408, 508) which, under the influence of spring force supplied by springs (409, 509), are supported on treads (406, 506)

Device (10) according to claim 24, characterized in that the supporting roller (408) can be moved vertically by being hingedly connected (404) to an arm (401) and supporting roller (405) attached to the supporting body (400) supporting body (407). 10

Device (10) according to one of claims 23 to 25, characterized in that the device (10) is also provided with blow nozzles (not shown) which at least move the further extending portion of the sleeve (101) into the second position the container (1) can be subjected to a heat treatment such that this part of the sleeve (101) shrinks and thus tightly clamps around the bottom part (100) along the peripheral edge of the bottom (4).

27. Device (10) according to claim 26, characterized in that the heat treatment unit (12) is located in the feed-through direction Y after the positioning means (14), and comprises blow nozzles which connect the remaining part of the sleeve (101) to a can subject heat treatment, whereby this part shrinks and is therefore tightly clamped around the container (1).

A protected vial comprising a filled and sealed vial (1) with a side wall (3) and a bottom (4), wherein a tight-fitting sheath (100, 101) is disposed around the filled and sealed vial (1), and wherein the casing (100,101) comprises a snug-fitting sleeve (101) and a bottom sticker (100), the bottom sticker (100) being fitted against the bottom (4) of the vial (1), and wherein the sleeve (101) extends over at least the entire side wall (3) of the vial (1) is arranged, thereby partially overlapping the bottom sticker (100) along the edge of the bottom (4).

The protected vial of claim 28, wherein the vial (1) is made by the method of any one of claims 1-15.

The protected vial of claim 28 or 29, wherein the tight-fitting sleeve (101) comprises an extruded tube of a shrink film.

The protected vial of claim 30, wherein the tight-fitting sleeve (101) comprises a seamless extruded tube of a shrink film.

The protected vial of any one of claims 28 to 31, wherein the shrink film comprises a vinyl chloride (co) polymer. 10